SchagerCourant
Bont Allerlei.
EEN DAPPER MEISJE
VERKEERSLESSEN
Derde Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Sproeten komen vroeg in
van den A.N.W.B.
Donderdag 24 Maart 1932.
75ste Jaargang. No. 9043
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG 22 MAART 1932.
EEN ONAFGEWERKTE STRAFPROCEDURE UIT
DE PEKEL GEHAALD EN WEER INGEZET.
De 19-jarige Jos. K., arbeider te Wieringen, thans
ln Friesland wonende, had zich op 29 December 1931 te
verantwoorden ter zake bloedige mishandeling met
gebruikmaking van een mes of althans een scherp voor
werp, waarmede hij den getuige J. Reijndering op 4
October 1931 in de borst had gestoken. Het was geen
bepaald levensgevaarlijke verwonding, doch de officier
acht dergelijk soort van mishandeling gewoonlijk zóó
ernstig, dat hij deze zaken niet overlaat aan den poli
tierechter, die geen zwaarder straf kan opleggen dan 6
maanden, doch ter bcoordeeling aanbrengt ter zitting
van het meervoudige strafcollege, dat desgewenacht tot
een veel zwaardere straf kan veroordeelon.
In dit geval had de officier 4 maanden gevangenis
straf gerequireord. doch had de rechtbank baar oordeel
in een tusschenvonnis voor onbepaalden tijd uitgesteld.
De voorzetting dezer zaak had heden plaats.
Verdachte en de getuigen Rendering en Drenth wa
ren niet verschenen. Alzoo werd opnieuw aanhouding
gelast tot Dinsdag 3 Mei e.k., een en ander ook op for-
meele gronden De afwezige getuigen kwamen omstreeks
12 uur nog aanzetten, maar daar de hoofdacteur. Jozef
K.. ontbrak, bleef het'uitstel gehandhaafd.
EEN KUNSTLICHTSTROOPER IN HOOGER
BEROEP.
De 20-jarlge landarbeider G. St. uit Egmond. aan Zee
was door den kantonrechter te Alkmaar veroordeeld
ter zake het feit, dat hij zich op 9 November 1931 in
de duinen te Wlnnemum had bevonden met kunstlicht.
Verdachte werd aldaar aangehouden, door de jacht
opzieners De Winter en D. Koelewijn. Hij was veroor
deeld tot f 30 boete of 30 dagen en de carbldlantaarn in
beslag genomen en verbeurd verklaard.
Van genoemd vonnis was de veroordeelde Sn hooger
beroep gekomen, dat thans werd behandeld met verhoor
van de twee jachtopzieners als getuigen. De appellant
had destijds voor den Kantonrechter ontkend, doch
kwam nu op die ontkentenis terug.
De Officier noemde den appellant een rare Chinees,
om eerst wèl, dan weer niet en dan opnieuw te be
kennen, doch op grond van zijn ten zijne gunste ge
wijzigde houding bleek de Officier bereid de opgelegde
straf te verminderen tot f 20 boete of 20 dagen.
GEMELEERDE MELK VERVOERD OP DEN
KOEPOORTSWEG.
THANS 2 MAANDEN HECHTENIS GEVORDERD.
De 47-jarige mclksiytor Petr. Jac. L. uit Blokker, was
op 27 October gesnapt, op den Koepoortswég te Hoorn,
terwijl hij een op melk gelijkende vloeistof vervoerde,
die door onttrekking! van vet in bruikbaarheid was ver-
mlnderd. De keurmeester Leijen had de noodlge mon
sters genomen, de keurmeester Eeets nam stalmonsters
en Dr. Moll met zijn generale staf zorgde voor de rest,
met gevolg dat de melkboer door den kantonrechter
te Hoorn werd veroordeeld tot f 60 boete of 60 dagen.
Van dit hem onwelgevallige vonnis kwam veroordeel
de in appèl, dat heden werd behandeld met het treu
rige resultaat, dat tegen appellant, vroeger meermalen
veroordeeld en ongunstig bij den Keuringsdienst bekeml
staande, thans werd gevorderd 2 maanden principale
hechtenis. 5 April uitspraak.
EEN VEROORDEELDE, DIE ABSOLUUT HET
ONDERSTE UIT DE KAN WOU HEBBEN.
De 30-jarige vrachtauto-chauffeur J. N. K. te Purmer-
end had in den loop van het vorige jaar op 2 October
op den Schermerweg te Alkmaar met zijn reusachtlgen
verhuisauto, waarin waren opgenomen als passagiers 2
renpaarden, terwijl hij bovendien een buiten gevecht
gcstelden personen-auto op sleeptouw had, aangereden
een luxe-Sedan waarin de heer Leering, makelaar te
Oudorp, als bestuurder had plaats genomen. Deze wagen
werd tengevolge van de carambole met het volumineus
vehikel uit Purmerend niet onbelangrijk beschadigd en
zelfs eenige jonge meisjes, die zich in het motorrijtuig
van den heer Leering bevonden, door de glasscherven
van het verbrijzeld achter-portierraampje verwond. De
bestuurder, die schijnbaar niets gemerkt had, reed rus
tig door, maar de heer Leering nam de kuiten en wist
F Ril 1 T T et O N
Naar het Engelscli van
CH. GARVICE.
HOOFDSTUK XXV.
Het licht van een half dozijn kaarsen wierp een zach-
ten gloed op de lieflijke gestalte van Edith Drayton.
terwijl ze achterover leunde in haar stoel. Mevrouw
Dr*yton, die doodop uit Paugley terug gekomen was,
met erge hoofdpijn naar haar kamer gegaan.
een poos werd er gebelden Edith hoorde voet
stappen de trap opkomen, een blos kleurde haar wan
gen en haar oogen begonnen te schitteren.
..Meneer Revel" werd aangekondigd.
Clifford Revel trad binnen en er kwam een zachte
uitdrukking op zijn gezicht, toen hy het meisje in de
stoel zag.
..Wat lief van je!" mompelde hij, terwijl hij zijn hoed
neerlegde en zich over haar heenboog, haar arm met
zyri slanke vingers aanrakende.
Ze keek niet op. „Lief?" zei ze. „Wat bedoel je?"
„Lief om op te blijven," legde hy uit. „Ik weet. waar
je vandaag geweest bent. In ben Claxtono tegengeko
men en die vertelde het mij. Ik hoop, dat Je een pret-
tigen dag gehad hebt?"
„Bijzonder prettig!" antwoordde zij. en nu hoorde hij
pas de scherpe, bittere klank in haar stem.
9S^ms n'et? Was de tocht te lang en de dag te
Ik heb deze blo«men voor je meegebracht, or
chideeën uit Nice."
„Dank je", sprak ze koel. „Wil je ze misschien even
op tafel leggen?"
Hij keek haar met saamgetrokken wenkbrauwen aan.
maar gehoorzaamde
onmiddellijk.
„Wat heb ik gedaan op welke manier je beleedigd?"
vroeg hij, „want ik zie, dat je boos op mij bent?"
„Ik ben niet boos op je," was het koele en bitse ant
met het volhoudlngsvermogen van een Nurmi den aan
rijder bij den Omval te achterhalen.
De aangeknoopte onderhandelingen hadden echte'r
geen resultaat, de f 74 schade niet voldaan en werd de
zaak nu gesteld in handen van politie en justitie, met
^gevolg dat de chauffeur op 20 November werd veroor
deeld tot heelemaal f 15 boete of 15 dagen. Doch de
veroordeelde kronkelde zich in handen van den kanton
rechter als een paling onder het mes van den vlscn-
boer, nam met het vonnis geen genoegen en kwam in
hooger beroep, welk appèl heden werd behandeld door
de meerv. strafkamer.
Getuige C. G. Commandeur was niet verschenen, waar
van acte werd gevraagd. Hij bleek later, toen hij op
moest treden, echter present te zijn.
De appellant had nu zelf 2 getuigen a decharge mee
gebracht. Door den heer Leering werd thans gerecla
meerd f 74 schade, waarvan, de rechtbank, omdat het
hier gold een appèlzaak. geen kennis kon nemen.
Evenals in eerste instantie werd door appellant ont
kend onvoldoende naar rechts te hebben uitgeweken bij
het passeeren van 's heeren Leering's rijtuig. Het was
hem door een aan den weg staanden boom niet moge
lijk nog meer uit te wijken.
Inspecteur Dreeuwa van de Alkmaarsche süreté had
een onderzoek in loco ingesteld, de aangereden en be
schadigde auto aangetroffen, benevens glasscherven op
den rijweg. Voorts waren door den inspecteur de wiel
sporen opgemeten.
De heer Prins, expediteur te Purmerend, werd ge
hoord als getuige a decharge. Hij bevond zich destijds
ln de cabine naast den appellant. Deze heer had niets
van een aanrijding bemerkt.
Volgde de heer J. J. Limburg, aannemer te Purrner-
end. Deze heer zat achter het stuur van de invalide auto,
door verdachte op sleeptouw genomen en hoorde glas
rinkelen. Verdachte kon niet meer rechts hebben ge
reden. vermeende getuige. Hierop verkreeg de Officier
het woord om te betoogen. dat naar zijn meening. krach
tig gesteund door de waarnemingen van inspecteur
Dreeuwa, de schuld van de aanrijding was te wijten
aan den appellant, weshalve de Officier bevestiging van
het ln eersten aanleg gewezen vonnis requireerde.
Uitspraak 5 Maart. Sluiting.
Goetbe en Karei August,
In den tijd, dat men den Groothertog Karl August
en Goethe nog „de vroolijke luitjes van Weimar" noem
de, kwamen zij ter gelegenheid van een uitstapje in een
boerderij, waar zij zich melk lieten voorzetten om hun
dorst te lesschen.
Terwijl de boerin zich naar den kelder begaf om de
melk te halen, nam de hartog een dikken kater, die
lui achter de haardbank lag en stak hem in een boter
ton, waarmee de boerin even tevoren bezig geweest
was. De twee goedgeluimde vrienden wisten de aandacht
van de boerin aan éen stuk door vast te houden, totdat
zij het huls hadden verlaten
Nog weken daarna had Karl August plezier bij de
gedachte, wat de boerin wel gedaan had. toen zy de
daad ontdekte. Tenslotte besloten de vrienden nog eens
naar de boerdery te gaan.
De boerin herkende de twee onmiddellijk evenals de
kater, die tusschen de beenen van Karl August door
naar bulten vluchtte.
Grinnikend stak ze het goudstuk bij zich, dat de her
tog haar met een paar woorden van verontschuldiging
had gegeven. Met een vertrouwelijk knipoogje zei ze:
.Het was heelemaal niet erg, hoor, met dien kater. De
boter is naar het hof In Weimar gegaan. Voor dlo daar
is het altijd nog wel goed genoeg!"
Salomo ln Griekenland.
Een wijs vonnis van een wijzen rechter.
Een dezer dagen heeft een Grieksche rechter een
zeer bijzonder vonnis geveld, dat de moeife waard is
hier naverteld te worden. Het merkwaardige van het
vonnis Is. dat zoowel eischer al3 gedaagde tevreden er
mee waren, hetgeen zelfs in Griekenland een zeldzaam
heid genoemd mag worden.
In het civiel proces werd een Grieksche schoenmaker
veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding
van ongeveer 250 gulden.
Belde partijen legden zich bij het vonnis neer, maar
verklaarden, dat de schoenmaker geen cent bezat zoodat
de rechter van meening was, dat de eenige oplossing
was, den schoenmaker te gijzelen. Hiertegen werd ech
ter weer door belde partijen geprotesteerd; door
den schoenmaker, omdat hij niet wilde zitten, en door
den eischer, omdat hij toch geen profijt zou hebben van
de gijzeling van den schoenmaker; hij moest en zou geld
hebben en geen gegijzelden debiteur.
Urenlang overlegde en beraadslaagde men en de
rechter zocht tevergeefs naar een uitweg. Plotseling
echter kreeg hij een genialen inval en sprak teen vol
trots het volgende vonnis uit, dat den ouden Salomo
eer zou hebben aangedaan: „De gedaagde moet zoolang
gratis schoenmakerswerk verrichten voor de familie
van den eischer, totdat alle reparaties en nieuwe schoe
nen een waarde van 250 gulden vertegenwoordigden. De
woord, „ik heb niet genoeg eerbied en achting voor je
om boos op je te kunnen zijn."
Wat was er gebeurd, dat haar zóó bèzield had?
„Ga verder, alsjeblieft", verzocht hij.
„Een poosje geleden bood je me je hand aan" begon
Edith na een lange stilte. „Je deed geen beroep op mijn
hart, maar op mijn eerzucht en daar ik je hield voor
wat je was een gewetenlooze avonturier en intrigant
accepteerde ik op een voorwaarde: dat je markies van
Farlntosh zou zijn."
„Precies", zei hij kalm, „en ik was tevreden."
„Ik ben er blij om," zei zij met bittere ironie, „dat Je
met de voorwaarde genoegen nam; want je zult nu
moeten toegeven, dat ik mij niet aan die belofte hoef
te houden, omdat de voorwaarde nooit vervuld kan
worden."
„Waarom niet?" vroeg hij volkomen bedaard.
„Omdat", begon zij. Toen hield zij op en vestigde, voor
over geleund, haar donkere oogen op hem.
„Omdat ik lord Fane ontmoet heb. Er\ het meisje, dat
hy liefheeft, Lela Temple!"
„Zoo?" klonk het kalm.
,Jk weet, wat je voor mij verborgen hebt, wat je voor
mij geheeim gehouden hebt."
„Wat weet je dan?" vroeg hij, zijn oogen strak op
haar gevestigd.
„Ik weet dat zij getrouwd zijn," zei zij op minachten
den toon. Zij zijn getrouwd en jij wist dat. Je bedroog
mij... en jezelf! Waar blijf je nu met je grootspraak en
gebluf? Je hebt geen kans markies te worden of erfge
naam van den Markies!"
Hij was bleek tot aan zijn lippen. Haar minachtende
manier van doen sneed hem door de ziel, want hoe laag
gezonken hy ook was, hy hield hartstochtelyk veel van
haar.
„Nu?" vroeg zy. „Wat heb je te zeggen? Niets? Be-
vryd me dan van je tegenwoordigheid. Waarom blyf je
daar staan?"
„Lord Fane en Lela Temple zyn niet getrouwd", klonk
het opeens.
Er was iets in zyn toon, méér nog dan in zyn woorden,
dat haar verschrikte. Zij ging rechtop zitten en keek
hem aan.
„Niet... getrouwd!" herhaalde zij.
„Neen", fluisterde hy. „Zij zijn niet getrouwd. Er zyn
wettige huwelijken en onwettige. Dit huwelyk tusschen
lord Fane en Lela Temple vond op zijn eigen kamers
eischer heeft het recht, de door gedaagde gemaakte
schoenen te verkoopen, opdat het bedrag dat hy daar
voor ontvangt, van de vordering op den schoenmaker
kan worden afgeschreven."
Het uurwerk dat alles kan.
De Zweedsche ingenieur Olsson heeft eindeiyk zyn
levenstaak volbracht. Hij heeft een uurwerk geconstru
eerd. dat alles kan. Het wyst uren, minuteruen seconden
aan (wat het met veel uurwerken gemeen neeft), maar
ook op- en ondergang van zon en maan, evenals het
begin van ochtend- en avond-schemering Een beweeg
bare sterrekaart geeft op leder oogenblik den stand
van de sterren aan en op twee draaiende aardbollen
kan men zien, hoe laat het op ieder punt der aarde
is. Een radio-installatie verkondigt den tijd. waardoor
dan tegeiykertyd een bronzen standbeeld in beweging
komt. Alles gebeurt door een ongelooflijk gecompliceerd
uurwerk, dat geheel automatisch loopt; zelfs de schrik
keljaren registreert het zelf.
Een stem uit den hemel.
De bewoners van Taliedo bij Milaan meenden een
stem uit den hemel te hooren, toen een 3-motorig Ca-
proni vliegtuig, uitgerust met een versterker-installatie,
die de menschelijke stem 1.600.000 maal kan versterken,
boven hun hoofden scheerde.
De machtige luidsprekers werden gevoed door 4 bat
terijen versterkerlampcn en de stem van den omroeper
die zich ln een geluidsdichte cabine bevond, was bij
een vlier,hoogte van 1000 meter in een omtrek van 2
K.M. duideiyk te verstaan-
Een aldus uitgeruste machine zal op de luchtvaart
tentoonstelling. die in Mei te Rome plaats zal hebben,
propaganda voor de luchtvaart maken. Men heeft, wat
betreft toepassing van deze vinding voor militaire doel
einden groote verwachtingen.
Als kooplieden wedden.
Twaatfhondord goedgcloovigen laten zich
nemen. Wat koopt het publiek?
Weddenschappen kunnen gewoonlijk slechts tot stand
komen door de gokzucht der belde partijen. Soms even
wel speelt daarnaast een of ander romantisch of zelfs
wetenschappelijk motief een rol. De romantische wed
denschappen trekken ons meestal aan, vooral wanneer
de held wint en de schurk verliest; het is een prettig
verschynsel, dat (althans in romans, en op de film) bijna
steeds een gemeene kerel de dupe wordt van de slim
heid van een braven mensch; In de praktijk is het stee
vast net omgekeerd.
Kooplieden komen er natuuriijk ook wel eens toe. om
vol te houden, dat iets mogeiyk is, terwijl hun vrien
den en concurrenten van het tegendeel overtuigd zijn
en dit meeningsverschil doet nu en dan een som gelds
overgaan van de eene zak in de andere. Als zakenlui
het niet eens zijn, gaat het echter vaak om dingen van
min of meer economischen aard, hetgeen door de vol
gende voorbeelden duidelijk in het licht wordt gesteld:
'Verscheidene groote New-Yorksche kranten bevat
ten kortgeleden een geweldige advertentie, prachtig ver
zorgd, op echt Amerikaansche wijze, maar waarin be
halve naam en adres van den steller, niets anders te
lezen stond, dan: „Breng mij eeh dollar!" De firma, die
deze advertentie heeft geplaatst, geniet in New-York
algemjecne bekendheid. Den volgenden dag verscheen er
in dezelfde bladen nogmaals een oproep van het handels
huis: „U kunt mij uw dollar brengen tot morgen!" Den
derden dag kon men wederom in de voornaamste Dai-
lies lezen: „Wanneer U my Uw dollar vandaag niet
brengt, kunt U hem behouden. Morgen is het te laat!"
Een journalist, die meer van de zaak wilde weten,
besloot de onderneming een bezoek te brengen en ver
voegde zich ten privé-kantore, waar hij echter door de
inlichtingen van een secretaresse niet veel wijzer werd.
Wel wilde zij den dcllar in ontvangst, nemen, als me
neer die wenschte te storten. Een paar dagen later
werd het geheim echter opgelost. Het bleek, dat één
der directeuren een weddenschap had aangegaan met
een professor in de economie, waarbij de eerste had be
weerd, dat minstens duizend menschen bereid zouden
worden gevonden om een dollar te betalen, zonder in
het minst te weten waarvoor. De hoogleeraar sprak dit
tegen, maar de handelsman bleek een veel zuiverder
kyk op het publiek te hebben, want in den tijd van drie
dagen waren er niet minder dan twaalfhonderd dollars
binnengekomen.
Een bekend financier heeft een soortgelijke wedden
schap gewonnen; hij wilde aantoonen. dat het publiek
vóór alles wenscht te worden bedrógen, dat het zich
Kostbare zaken voor weinig geld niet wil aanschaffen en
zelfs iets, waarvan de waarde absoluut vaststaat niet
voor een tiende van den prijs wil koopen. In gezelschap
van een vriend begaf hy zich toen naar een druk stads-
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Pot 90 ct., l ube 50 ct. Zeep 60 ct.
plaats, en alle formaliteiten werden aan my te regelen
overgelaten. Je begrypt het?" want zy was doodsbleek
geworden en huiverend ln haar stoel teruggezonken.
„Ik regelde de huweiyksplechtigheid, vond den gees-
telyke, en maakte zoodoende de heele gebeurtenis tot
een uitstekend geslaagde klucht! Neen, er is ge-en Lady
Fane! Lord Fane en Lela Temple zyn niet getrouwd!"
Een poosje bleef zy stil. Zy leunde zwygend in haar
stoel achterover toen zuchtte zy diep en het woord
„afschuweiyk" kwam over haar bleeke lippen.
Hy glimlachte.
„Afschuwelijk? Ja, het zou afschuwelijk voor mij ge
weest zyn, als er een echt huweiyk plaats had gevonden.
Dat zou afsohuwelijk zijn geweest. Want het zou mijn
heele leven verwoest hebben, mijn eenige kans op geluk
in deze wereld vernietigd hebben!"
„Zwyg!" hijgde ze. „Ben je een mensch of een duivel?"
„Wat jy van me verkiest te maken!" gaf hy meedoo-
genloos ten antwoord.
„Ik zei je al, dat niets me zou tegenhouden, dat er
niets tusschen jou en mij zou komen. Er bestaat geen
misdaad, die ik niet zou begaan om jou tot vrouw te
lirygen. Ik zou het voor je verborgen gehouden hebben
tot de tijd aanbrak, dat je het zou moeten weten; maar
je hebt my gedwongen te spreken. Je weet nu de waar
heid. Toe Edith, kijk me aan! Keer je niet van my!
Ter wille van jou heb Ik dit gedaan; bedenk eens, of er
één man is, die meer zou doen, die meer gedaan heeft
voor jou dan ik!"
In zyn hevige ontroering knielde hij aan haar voeten
neer.
Met een diepen zucht stak zij haar hand uit. „Het Is
zoo", sprak ze. „Je hebt je liefde bewezen. Dus zij zijn
niet getrouwd?"
„Neen," zei hij op beslisten toon. „Ik zeg je toch, dat
de plechtigheid louter een nabootsing was. De geeste
lijke was een door mij gehuurd werktuig. Er staat op
liet oogenblik niets anders tusschen jou en je geluk dan
Lord Fane en hy berijdt Assasin op de Badmore-rennen.
HOOFDSTUK XXVL
Lord Fane en Lela zaten in de ontbijtkamer van de
Albany en keken de morgenpost door. Frisch en mooi
zag het jonge vrouwtje er uit, een glans van geluk in
haar oosen.
„Waar gaat die brief over, liefste?" vroeg lord Fane.
„Ik zie dat hij van den Professor komt,"
9e Les.
Hou als fietser zooveel mogelijk rechtsl
ANWB TOERISTENBOND VOOR NEDERLAND 1
n
j#
De grondregel van het verkeer is: „Hou
rechts!"
Dat werd al in de eerste les geleerd en de
menschen hebben dat van de mieren afgeke
ken, die in een mierennest, ook rechts hou
den. Blijf dus zooveel mogelijk aan den rech
terkant van den weg. Wie een ander wil in
halen, moet hem links voorbij gaan.
De langzaamste rijder wordt op een weg
natuurlijk het meest door anderen inge
haald en een auto, die snel rijdt, zal dus
meer menschen moeten inhalen dan een fiet
ser. Daarom moet een fietser, die op den rij
weg fietst, zooveel mogelijk rechts houden.
Op het plaatje geeft een stippelijn het mid
den van den weg aan en nu blijkt het duide
lijk, dat de fietsers op de reehtsche teekening
verkeerd rijden. Ze mogen niet zoo op het
midden van den weg komen, want nu ver
sperren zij den weg voor de auto die hen acht
terop rijdt.
De man met de handkar doet het goed; die
blijft zoo dicht mogelijk bij het trottoir aan
zijn rechterhand.
Op het plaatje links rijden de fietsers vei
lig, rechts van den weg, dicht langs liet voet
pad, zoodat de auto hen goed voorhij kan rij
den. En bovendien rijden ze behoorlijk ach
ter elkaar, hetgeen op een drukken weg vei
liger is dan naast elkaar. Maar al te vaak
ziet men op een rijweg een rijtje fietsers
naast elkaar over de volle breedte van den
weg. Dat is natuurlijk verkeerd, want de
auto's kunnen dan niet ongehinderd voorbij
rijden.
Op een breed fietspad mogen fietsers wel
twee aan twee naast elkaar rijden, als ze
maar zorgen, dat er voldoende ruimte over
blijft voor een anderen fietser om te passee
ren. Als het fietspad smal is, blijf dan steeds
achter elkaar rijden.
gedeelte met een bak echte dollars, die hy aanbood voor
10 Amerikaansche centen. Niemand dacht er evenwel
aan. om den venter te gelooven, die zyn waar onder
het motto: „Echte dollars. 10 cent" poogde aan den
man te brengen. Een dienstmeisje was eerst van plan,
er een paar cadeau te geven aan een klein jongetje om
mee te spelen, maar ze bedacht zich. omdat ze vond. dat
het kind er niets aan had.
Mundus vult decipi!
Koningsgezind??
Het gebeurde eens. dat Koning Bernadotte van Zwe
den. de vroegere generaal van Napoleon, die het tot
koning gebracht had, ziek werd. Toen do dokter kwam,
achtte deze een aderlating noodzakelijk.
De koning werd verlegen en kon maar geen besluit
nemen, totdat de dokter verklaarde, dat, ingeval de ko
ning mocht weigeren, hy zich op het ergste moest voor
bereiden.
Dat miste zijn uitwerking niet. De dokter moest den
koning zyn eerewoord geven, dat hij niemand iets zou
vertellen, van wat hij te zien zou krijgen. Daarop ont
kleedde hy zich. Zijn lichaam was op een prachtige ma
nier getatoueerd. maar zeifs de dokter stond geheel ver
bluft. hoewel hij de afkomst van zyn patiënt kende. Want
de tatoueering vertoonde de Phrygische muts, het sym
bool van de Fransche Revolutie en de woorden: „Mort
aux rois!" (Dood aan de koningen!)
„Ja, die lieve grootvader! Hy is zoo gelukkig. Het
werk is erg naar zijn zin en hy zendt my zijn beste wen-
schen voor jou, Edgar, en..." „Maar hier heb je den
brief. Lees zelf maar!"
„Neen, jy moet het me vertellen," zei hy. „Beste ouwe
man! HU is vreeselyk goed en ik zal hem bewyzen, dat
ik nog niet zoo'n slechte kerel ben!"
„En wat heb jy ontvangen?" vroeg zy, om de koffie
kan heenglurend.
„Rekeningen, en o ja, een brief van den Markies."
„Ach!" Zy werd plotseling ernstig.
„Ja, hy stuurt, een cheque, maar er staat geen een
vriendeiyk woord in. Hè wat is dat?" Hij wierp een
blik op een postcriptum, dat op de laatste bladzyde ge
schreven was. „Zal ik het voorlezen? Ik' wensen een
onderwerp aan te raken, dat, zooals ik hoopte nooit
meer door een van ons beiden aangeroerd zou worden.
Hoewel ik inlichtingen ingewonnen heb, ben ik er niet
in geslaagd de verblyfplaats van myn vorige bibliothe
caris en zijn kleindochter te ontdekken. Heb jij soms
nog iets naders van hen gehoord, dan zal het mij aan
genaam zyn, als je me wilt laten weten in welke om
standigheden zy verkeeren. Ik wensch niet, dat onder
geschikten van mij in armoedige omstandigheden ver
keeren en ik zal bly zyn, wanneer ik overtuigd ben dat
met hen dat niet het geval is. „Dit Is alles", besloot Ed
gar.
„Wat beteekent dat?" vroeg Lela.
„Dat weet ik niet. Ik heb er geen flauw idee van."
Er was een oogenblik stilte, toen vroeg zij met zacht©
stem: „Wat antwoordt je?"
„Wat ik antwoordt? Wel. ik zeg dat ik weet waar je
bent en dat je geen gebrek hebt"
„Ik wou dat hy het maar mocht weten, Edgar", fluis
terde zij.
Hy fronste zyn wenkbrauwen en beet zich op de lip
pen.
„Hy'moet het weten, en al heel gauw. Als"... hij
zweeg plotselipg, want hy was van plan te zeggen, „Als
Assasin de wedren wint zal ik in staat zyn deze cheque
terug te sturen en geld genoeg hebben om myn vader
te vertellen dat ik het recht verloren heb, geld uit zyn
handen aan te nemen." Maar hy hield bytijds op. Hy had
haar juist gezegd dat hij geen geheimen voor haar zou
hebben, maar hij was van plan deze wedren te rijden
zonder het haar te zeggen.
Wordt vervolgd.