SchagerCourant Bont Allerlei. EEN DAPPER MEISJE VERKEERSLESSEN Derde Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Sproeten komen vroeg in van den A.N.W.B. Donderdag 24 Maart 1932. 75ste Jaargang. No. 9043 MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZITTING VAN DINSDAG 22 MAART 1932. EEN ONAFGEWERKTE STRAFPROCEDURE UIT DE PEKEL GEHAALD EN WEER INGEZET. De 19-jarige Jos. K., arbeider te Wieringen, thans ln Friesland wonende, had zich op 29 December 1931 te verantwoorden ter zake bloedige mishandeling met gebruikmaking van een mes of althans een scherp voor werp, waarmede hij den getuige J. Reijndering op 4 October 1931 in de borst had gestoken. Het was geen bepaald levensgevaarlijke verwonding, doch de officier acht dergelijk soort van mishandeling gewoonlijk zóó ernstig, dat hij deze zaken niet overlaat aan den poli tierechter, die geen zwaarder straf kan opleggen dan 6 maanden, doch ter bcoordeeling aanbrengt ter zitting van het meervoudige strafcollege, dat desgewenacht tot een veel zwaardere straf kan veroordeelon. In dit geval had de officier 4 maanden gevangenis straf gerequireord. doch had de rechtbank baar oordeel in een tusschenvonnis voor onbepaalden tijd uitgesteld. De voorzetting dezer zaak had heden plaats. Verdachte en de getuigen Rendering en Drenth wa ren niet verschenen. Alzoo werd opnieuw aanhouding gelast tot Dinsdag 3 Mei e.k., een en ander ook op for- meele gronden De afwezige getuigen kwamen omstreeks 12 uur nog aanzetten, maar daar de hoofdacteur. Jozef K.. ontbrak, bleef het'uitstel gehandhaafd. EEN KUNSTLICHTSTROOPER IN HOOGER BEROEP. De 20-jarlge landarbeider G. St. uit Egmond. aan Zee was door den kantonrechter te Alkmaar veroordeeld ter zake het feit, dat hij zich op 9 November 1931 in de duinen te Wlnnemum had bevonden met kunstlicht. Verdachte werd aldaar aangehouden, door de jacht opzieners De Winter en D. Koelewijn. Hij was veroor deeld tot f 30 boete of 30 dagen en de carbldlantaarn in beslag genomen en verbeurd verklaard. Van genoemd vonnis was de veroordeelde Sn hooger beroep gekomen, dat thans werd behandeld met verhoor van de twee jachtopzieners als getuigen. De appellant had destijds voor den Kantonrechter ontkend, doch kwam nu op die ontkentenis terug. De Officier noemde den appellant een rare Chinees, om eerst wèl, dan weer niet en dan opnieuw te be kennen, doch op grond van zijn ten zijne gunste ge wijzigde houding bleek de Officier bereid de opgelegde straf te verminderen tot f 20 boete of 20 dagen. GEMELEERDE MELK VERVOERD OP DEN KOEPOORTSWEG. THANS 2 MAANDEN HECHTENIS GEVORDERD. De 47-jarige mclksiytor Petr. Jac. L. uit Blokker, was op 27 October gesnapt, op den Koepoortswég te Hoorn, terwijl hij een op melk gelijkende vloeistof vervoerde, die door onttrekking! van vet in bruikbaarheid was ver- mlnderd. De keurmeester Leijen had de noodlge mon sters genomen, de keurmeester Eeets nam stalmonsters en Dr. Moll met zijn generale staf zorgde voor de rest, met gevolg dat de melkboer door den kantonrechter te Hoorn werd veroordeeld tot f 60 boete of 60 dagen. Van dit hem onwelgevallige vonnis kwam veroordeel de in appèl, dat heden werd behandeld met het treu rige resultaat, dat tegen appellant, vroeger meermalen veroordeeld en ongunstig bij den Keuringsdienst bekeml staande, thans werd gevorderd 2 maanden principale hechtenis. 5 April uitspraak. EEN VEROORDEELDE, DIE ABSOLUUT HET ONDERSTE UIT DE KAN WOU HEBBEN. De 30-jarige vrachtauto-chauffeur J. N. K. te Purmer- end had in den loop van het vorige jaar op 2 October op den Schermerweg te Alkmaar met zijn reusachtlgen verhuisauto, waarin waren opgenomen als passagiers 2 renpaarden, terwijl hij bovendien een buiten gevecht gcstelden personen-auto op sleeptouw had, aangereden een luxe-Sedan waarin de heer Leering, makelaar te Oudorp, als bestuurder had plaats genomen. Deze wagen werd tengevolge van de carambole met het volumineus vehikel uit Purmerend niet onbelangrijk beschadigd en zelfs eenige jonge meisjes, die zich in het motorrijtuig van den heer Leering bevonden, door de glasscherven van het verbrijzeld achter-portierraampje verwond. De bestuurder, die schijnbaar niets gemerkt had, reed rus tig door, maar de heer Leering nam de kuiten en wist F Ril 1 T T et O N Naar het Engelscli van CH. GARVICE. HOOFDSTUK XXV. Het licht van een half dozijn kaarsen wierp een zach- ten gloed op de lieflijke gestalte van Edith Drayton. terwijl ze achterover leunde in haar stoel. Mevrouw Dr*yton, die doodop uit Paugley terug gekomen was, met erge hoofdpijn naar haar kamer gegaan. een poos werd er gebelden Edith hoorde voet stappen de trap opkomen, een blos kleurde haar wan gen en haar oogen begonnen te schitteren. ..Meneer Revel" werd aangekondigd. Clifford Revel trad binnen en er kwam een zachte uitdrukking op zijn gezicht, toen hy het meisje in de stoel zag. ..Wat lief van je!" mompelde hij, terwijl hij zijn hoed neerlegde en zich over haar heenboog, haar arm met zyri slanke vingers aanrakende. Ze keek niet op. „Lief?" zei ze. „Wat bedoel je?" „Lief om op te blijven," legde hy uit. „Ik weet. waar je vandaag geweest bent. In ben Claxtono tegengeko men en die vertelde het mij. Ik hoop, dat Je een pret- tigen dag gehad hebt?" „Bijzonder prettig!" antwoordde zij. en nu hoorde hij pas de scherpe, bittere klank in haar stem. 9S^ms n'et? Was de tocht te lang en de dag te Ik heb deze blo«men voor je meegebracht, or chideeën uit Nice." „Dank je", sprak ze koel. „Wil je ze misschien even op tafel leggen?" Hij keek haar met saamgetrokken wenkbrauwen aan. maar gehoorzaamde onmiddellijk. „Wat heb ik gedaan op welke manier je beleedigd?" vroeg hij, „want ik zie, dat je boos op mij bent?" „Ik ben niet boos op je," was het koele en bitse ant met het volhoudlngsvermogen van een Nurmi den aan rijder bij den Omval te achterhalen. De aangeknoopte onderhandelingen hadden echte'r geen resultaat, de f 74 schade niet voldaan en werd de zaak nu gesteld in handen van politie en justitie, met ^gevolg dat de chauffeur op 20 November werd veroor deeld tot heelemaal f 15 boete of 15 dagen. Doch de veroordeelde kronkelde zich in handen van den kanton rechter als een paling onder het mes van den vlscn- boer, nam met het vonnis geen genoegen en kwam in hooger beroep, welk appèl heden werd behandeld door de meerv. strafkamer. Getuige C. G. Commandeur was niet verschenen, waar van acte werd gevraagd. Hij bleek later, toen hij op moest treden, echter present te zijn. De appellant had nu zelf 2 getuigen a decharge mee gebracht. Door den heer Leering werd thans gerecla meerd f 74 schade, waarvan, de rechtbank, omdat het hier gold een appèlzaak. geen kennis kon nemen. Evenals in eerste instantie werd door appellant ont kend onvoldoende naar rechts te hebben uitgeweken bij het passeeren van 's heeren Leering's rijtuig. Het was hem door een aan den weg staanden boom niet moge lijk nog meer uit te wijken. Inspecteur Dreeuwa van de Alkmaarsche süreté had een onderzoek in loco ingesteld, de aangereden en be schadigde auto aangetroffen, benevens glasscherven op den rijweg. Voorts waren door den inspecteur de wiel sporen opgemeten. De heer Prins, expediteur te Purmerend, werd ge hoord als getuige a decharge. Hij bevond zich destijds ln de cabine naast den appellant. Deze heer had niets van een aanrijding bemerkt. Volgde de heer J. J. Limburg, aannemer te Purrner- end. Deze heer zat achter het stuur van de invalide auto, door verdachte op sleeptouw genomen en hoorde glas rinkelen. Verdachte kon niet meer rechts hebben ge reden. vermeende getuige. Hierop verkreeg de Officier het woord om te betoogen. dat naar zijn meening. krach tig gesteund door de waarnemingen van inspecteur Dreeuwa, de schuld van de aanrijding was te wijten aan den appellant, weshalve de Officier bevestiging van het ln eersten aanleg gewezen vonnis requireerde. Uitspraak 5 Maart. Sluiting. Goetbe en Karei August, In den tijd, dat men den Groothertog Karl August en Goethe nog „de vroolijke luitjes van Weimar" noem de, kwamen zij ter gelegenheid van een uitstapje in een boerderij, waar zij zich melk lieten voorzetten om hun dorst te lesschen. Terwijl de boerin zich naar den kelder begaf om de melk te halen, nam de hartog een dikken kater, die lui achter de haardbank lag en stak hem in een boter ton, waarmee de boerin even tevoren bezig geweest was. De twee goedgeluimde vrienden wisten de aandacht van de boerin aan éen stuk door vast te houden, totdat zij het huls hadden verlaten Nog weken daarna had Karl August plezier bij de gedachte, wat de boerin wel gedaan had. toen zy de daad ontdekte. Tenslotte besloten de vrienden nog eens naar de boerdery te gaan. De boerin herkende de twee onmiddellijk evenals de kater, die tusschen de beenen van Karl August door naar bulten vluchtte. Grinnikend stak ze het goudstuk bij zich, dat de her tog haar met een paar woorden van verontschuldiging had gegeven. Met een vertrouwelijk knipoogje zei ze: .Het was heelemaal niet erg, hoor, met dien kater. De boter is naar het hof In Weimar gegaan. Voor dlo daar is het altijd nog wel goed genoeg!" Salomo ln Griekenland. Een wijs vonnis van een wijzen rechter. Een dezer dagen heeft een Grieksche rechter een zeer bijzonder vonnis geveld, dat de moeife waard is hier naverteld te worden. Het merkwaardige van het vonnis Is. dat zoowel eischer al3 gedaagde tevreden er mee waren, hetgeen zelfs in Griekenland een zeldzaam heid genoemd mag worden. In het civiel proces werd een Grieksche schoenmaker veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van ongeveer 250 gulden. Belde partijen legden zich bij het vonnis neer, maar verklaarden, dat de schoenmaker geen cent bezat zoodat de rechter van meening was, dat de eenige oplossing was, den schoenmaker te gijzelen. Hiertegen werd ech ter weer door belde partijen geprotesteerd; door den schoenmaker, omdat hij niet wilde zitten, en door den eischer, omdat hij toch geen profijt zou hebben van de gijzeling van den schoenmaker; hij moest en zou geld hebben en geen gegijzelden debiteur. Urenlang overlegde en beraadslaagde men en de rechter zocht tevergeefs naar een uitweg. Plotseling echter kreeg hij een genialen inval en sprak teen vol trots het volgende vonnis uit, dat den ouden Salomo eer zou hebben aangedaan: „De gedaagde moet zoolang gratis schoenmakerswerk verrichten voor de familie van den eischer, totdat alle reparaties en nieuwe schoe nen een waarde van 250 gulden vertegenwoordigden. De woord, „ik heb niet genoeg eerbied en achting voor je om boos op je te kunnen zijn." Wat was er gebeurd, dat haar zóó bèzield had? „Ga verder, alsjeblieft", verzocht hij. „Een poosje geleden bood je me je hand aan" begon Edith na een lange stilte. „Je deed geen beroep op mijn hart, maar op mijn eerzucht en daar ik je hield voor wat je was een gewetenlooze avonturier en intrigant accepteerde ik op een voorwaarde: dat je markies van Farlntosh zou zijn." „Precies", zei hij kalm, „en ik was tevreden." „Ik ben er blij om," zei zij met bittere ironie, „dat Je met de voorwaarde genoegen nam; want je zult nu moeten toegeven, dat ik mij niet aan die belofte hoef te houden, omdat de voorwaarde nooit vervuld kan worden." „Waarom niet?" vroeg hij volkomen bedaard. „Omdat", begon zij. Toen hield zij op en vestigde, voor over geleund, haar donkere oogen op hem. „Omdat ik lord Fane ontmoet heb. Er\ het meisje, dat hy liefheeft, Lela Temple!" „Zoo?" klonk het kalm. ,Jk weet, wat je voor mij verborgen hebt, wat je voor mij geheeim gehouden hebt." „Wat weet je dan?" vroeg hij, zijn oogen strak op haar gevestigd. „Ik weet dat zij getrouwd zijn," zei zij op minachten den toon. Zij zijn getrouwd en jij wist dat. Je bedroog mij... en jezelf! Waar blijf je nu met je grootspraak en gebluf? Je hebt geen kans markies te worden of erfge naam van den Markies!" Hij was bleek tot aan zijn lippen. Haar minachtende manier van doen sneed hem door de ziel, want hoe laag gezonken hy ook was, hy hield hartstochtelyk veel van haar. „Nu?" vroeg zy. „Wat heb je te zeggen? Niets? Be- vryd me dan van je tegenwoordigheid. Waarom blyf je daar staan?" „Lord Fane en Lela Temple zyn niet getrouwd", klonk het opeens. Er was iets in zyn toon, méér nog dan in zyn woorden, dat haar verschrikte. Zij ging rechtop zitten en keek hem aan. „Niet... getrouwd!" herhaalde zij. „Neen", fluisterde hy. „Zij zijn niet getrouwd. Er zyn wettige huwelijken en onwettige. Dit huwelyk tusschen lord Fane en Lela Temple vond op zijn eigen kamers eischer heeft het recht, de door gedaagde gemaakte schoenen te verkoopen, opdat het bedrag dat hy daar voor ontvangt, van de vordering op den schoenmaker kan worden afgeschreven." Het uurwerk dat alles kan. De Zweedsche ingenieur Olsson heeft eindeiyk zyn levenstaak volbracht. Hij heeft een uurwerk geconstru eerd. dat alles kan. Het wyst uren, minuteruen seconden aan (wat het met veel uurwerken gemeen neeft), maar ook op- en ondergang van zon en maan, evenals het begin van ochtend- en avond-schemering Een beweeg bare sterrekaart geeft op leder oogenblik den stand van de sterren aan en op twee draaiende aardbollen kan men zien, hoe laat het op ieder punt der aarde is. Een radio-installatie verkondigt den tijd. waardoor dan tegeiykertyd een bronzen standbeeld in beweging komt. Alles gebeurt door een ongelooflijk gecompliceerd uurwerk, dat geheel automatisch loopt; zelfs de schrik keljaren registreert het zelf. Een stem uit den hemel. De bewoners van Taliedo bij Milaan meenden een stem uit den hemel te hooren, toen een 3-motorig Ca- proni vliegtuig, uitgerust met een versterker-installatie, die de menschelijke stem 1.600.000 maal kan versterken, boven hun hoofden scheerde. De machtige luidsprekers werden gevoed door 4 bat terijen versterkerlampcn en de stem van den omroeper die zich ln een geluidsdichte cabine bevond, was bij een vlier,hoogte van 1000 meter in een omtrek van 2 K.M. duideiyk te verstaan- Een aldus uitgeruste machine zal op de luchtvaart tentoonstelling. die in Mei te Rome plaats zal hebben, propaganda voor de luchtvaart maken. Men heeft, wat betreft toepassing van deze vinding voor militaire doel einden groote verwachtingen. Als kooplieden wedden. Twaatfhondord goedgcloovigen laten zich nemen. Wat koopt het publiek? Weddenschappen kunnen gewoonlijk slechts tot stand komen door de gokzucht der belde partijen. Soms even wel speelt daarnaast een of ander romantisch of zelfs wetenschappelijk motief een rol. De romantische wed denschappen trekken ons meestal aan, vooral wanneer de held wint en de schurk verliest; het is een prettig verschynsel, dat (althans in romans, en op de film) bijna steeds een gemeene kerel de dupe wordt van de slim heid van een braven mensch; In de praktijk is het stee vast net omgekeerd. Kooplieden komen er natuuriijk ook wel eens toe. om vol te houden, dat iets mogeiyk is, terwijl hun vrien den en concurrenten van het tegendeel overtuigd zijn en dit meeningsverschil doet nu en dan een som gelds overgaan van de eene zak in de andere. Als zakenlui het niet eens zijn, gaat het echter vaak om dingen van min of meer economischen aard, hetgeen door de vol gende voorbeelden duidelijk in het licht wordt gesteld: 'Verscheidene groote New-Yorksche kranten bevat ten kortgeleden een geweldige advertentie, prachtig ver zorgd, op echt Amerikaansche wijze, maar waarin be halve naam en adres van den steller, niets anders te lezen stond, dan: „Breng mij eeh dollar!" De firma, die deze advertentie heeft geplaatst, geniet in New-York algemjecne bekendheid. Den volgenden dag verscheen er in dezelfde bladen nogmaals een oproep van het handels huis: „U kunt mij uw dollar brengen tot morgen!" Den derden dag kon men wederom in de voornaamste Dai- lies lezen: „Wanneer U my Uw dollar vandaag niet brengt, kunt U hem behouden. Morgen is het te laat!" Een journalist, die meer van de zaak wilde weten, besloot de onderneming een bezoek te brengen en ver voegde zich ten privé-kantore, waar hij echter door de inlichtingen van een secretaresse niet veel wijzer werd. Wel wilde zij den dcllar in ontvangst, nemen, als me neer die wenschte te storten. Een paar dagen later werd het geheim echter opgelost. Het bleek, dat één der directeuren een weddenschap had aangegaan met een professor in de economie, waarbij de eerste had be weerd, dat minstens duizend menschen bereid zouden worden gevonden om een dollar te betalen, zonder in het minst te weten waarvoor. De hoogleeraar sprak dit tegen, maar de handelsman bleek een veel zuiverder kyk op het publiek te hebben, want in den tijd van drie dagen waren er niet minder dan twaalfhonderd dollars binnengekomen. Een bekend financier heeft een soortgelijke wedden schap gewonnen; hij wilde aantoonen. dat het publiek vóór alles wenscht te worden bedrógen, dat het zich Kostbare zaken voor weinig geld niet wil aanschaffen en zelfs iets, waarvan de waarde absoluut vaststaat niet voor een tiende van den prijs wil koopen. In gezelschap van een vriend begaf hy zich toen naar een druk stads- het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Pot 90 ct., l ube 50 ct. Zeep 60 ct. plaats, en alle formaliteiten werden aan my te regelen overgelaten. Je begrypt het?" want zy was doodsbleek geworden en huiverend ln haar stoel teruggezonken. „Ik regelde de huweiyksplechtigheid, vond den gees- telyke, en maakte zoodoende de heele gebeurtenis tot een uitstekend geslaagde klucht! Neen, er is ge-en Lady Fane! Lord Fane en Lela Temple zyn niet getrouwd!" Een poosje bleef zy stil. Zy leunde zwygend in haar stoel achterover toen zuchtte zy diep en het woord „afschuweiyk" kwam over haar bleeke lippen. Hy glimlachte. „Afschuwelijk? Ja, het zou afschuwelijk voor mij ge weest zyn, als er een echt huweiyk plaats had gevonden. Dat zou afsohuwelijk zijn geweest. Want het zou mijn heele leven verwoest hebben, mijn eenige kans op geluk in deze wereld vernietigd hebben!" „Zwyg!" hijgde ze. „Ben je een mensch of een duivel?" „Wat jy van me verkiest te maken!" gaf hy meedoo- genloos ten antwoord. „Ik zei je al, dat niets me zou tegenhouden, dat er niets tusschen jou en mij zou komen. Er bestaat geen misdaad, die ik niet zou begaan om jou tot vrouw te lirygen. Ik zou het voor je verborgen gehouden hebben tot de tijd aanbrak, dat je het zou moeten weten; maar je hebt my gedwongen te spreken. Je weet nu de waar heid. Toe Edith, kijk me aan! Keer je niet van my! Ter wille van jou heb Ik dit gedaan; bedenk eens, of er één man is, die meer zou doen, die meer gedaan heeft voor jou dan ik!" In zyn hevige ontroering knielde hij aan haar voeten neer. Met een diepen zucht stak zij haar hand uit. „Het Is zoo", sprak ze. „Je hebt je liefde bewezen. Dus zij zijn niet getrouwd?" „Neen," zei hij op beslisten toon. „Ik zeg je toch, dat de plechtigheid louter een nabootsing was. De geeste lijke was een door mij gehuurd werktuig. Er staat op liet oogenblik niets anders tusschen jou en je geluk dan Lord Fane en hy berijdt Assasin op de Badmore-rennen. HOOFDSTUK XXVL Lord Fane en Lela zaten in de ontbijtkamer van de Albany en keken de morgenpost door. Frisch en mooi zag het jonge vrouwtje er uit, een glans van geluk in haar oosen. „Waar gaat die brief over, liefste?" vroeg lord Fane. „Ik zie dat hij van den Professor komt," 9e Les. Hou als fietser zooveel mogelijk rechtsl ANWB TOERISTENBOND VOOR NEDERLAND 1 n j# De grondregel van het verkeer is: „Hou rechts!" Dat werd al in de eerste les geleerd en de menschen hebben dat van de mieren afgeke ken, die in een mierennest, ook rechts hou den. Blijf dus zooveel mogelijk aan den rech terkant van den weg. Wie een ander wil in halen, moet hem links voorbij gaan. De langzaamste rijder wordt op een weg natuurlijk het meest door anderen inge haald en een auto, die snel rijdt, zal dus meer menschen moeten inhalen dan een fiet ser. Daarom moet een fietser, die op den rij weg fietst, zooveel mogelijk rechts houden. Op het plaatje geeft een stippelijn het mid den van den weg aan en nu blijkt het duide lijk, dat de fietsers op de reehtsche teekening verkeerd rijden. Ze mogen niet zoo op het midden van den weg komen, want nu ver sperren zij den weg voor de auto die hen acht terop rijdt. De man met de handkar doet het goed; die blijft zoo dicht mogelijk bij het trottoir aan zijn rechterhand. Op het plaatje links rijden de fietsers vei lig, rechts van den weg, dicht langs liet voet pad, zoodat de auto hen goed voorhij kan rij den. En bovendien rijden ze behoorlijk ach ter elkaar, hetgeen op een drukken weg vei liger is dan naast elkaar. Maar al te vaak ziet men op een rijweg een rijtje fietsers naast elkaar over de volle breedte van den weg. Dat is natuurlijk verkeerd, want de auto's kunnen dan niet ongehinderd voorbij rijden. Op een breed fietspad mogen fietsers wel twee aan twee naast elkaar rijden, als ze maar zorgen, dat er voldoende ruimte over blijft voor een anderen fietser om te passee ren. Als het fietspad smal is, blijf dan steeds achter elkaar rijden. gedeelte met een bak echte dollars, die hy aanbood voor 10 Amerikaansche centen. Niemand dacht er evenwel aan. om den venter te gelooven, die zyn waar onder het motto: „Echte dollars. 10 cent" poogde aan den man te brengen. Een dienstmeisje was eerst van plan, er een paar cadeau te geven aan een klein jongetje om mee te spelen, maar ze bedacht zich. omdat ze vond. dat het kind er niets aan had. Mundus vult decipi! Koningsgezind?? Het gebeurde eens. dat Koning Bernadotte van Zwe den. de vroegere generaal van Napoleon, die het tot koning gebracht had, ziek werd. Toen do dokter kwam, achtte deze een aderlating noodzakelijk. De koning werd verlegen en kon maar geen besluit nemen, totdat de dokter verklaarde, dat, ingeval de ko ning mocht weigeren, hy zich op het ergste moest voor bereiden. Dat miste zijn uitwerking niet. De dokter moest den koning zyn eerewoord geven, dat hij niemand iets zou vertellen, van wat hij te zien zou krijgen. Daarop ont kleedde hy zich. Zijn lichaam was op een prachtige ma nier getatoueerd. maar zeifs de dokter stond geheel ver bluft. hoewel hij de afkomst van zyn patiënt kende. Want de tatoueering vertoonde de Phrygische muts, het sym bool van de Fransche Revolutie en de woorden: „Mort aux rois!" (Dood aan de koningen!) „Ja, die lieve grootvader! Hy is zoo gelukkig. Het werk is erg naar zijn zin en hy zendt my zijn beste wen- schen voor jou, Edgar, en..." „Maar hier heb je den brief. Lees zelf maar!" „Neen, jy moet het me vertellen," zei hy. „Beste ouwe man! HU is vreeselyk goed en ik zal hem bewyzen, dat ik nog niet zoo'n slechte kerel ben!" „En wat heb jy ontvangen?" vroeg zy, om de koffie kan heenglurend. „Rekeningen, en o ja, een brief van den Markies." „Ach!" Zy werd plotseling ernstig. „Ja, hy stuurt, een cheque, maar er staat geen een vriendeiyk woord in. Hè wat is dat?" Hij wierp een blik op een postcriptum, dat op de laatste bladzyde ge schreven was. „Zal ik het voorlezen? Ik' wensen een onderwerp aan te raken, dat, zooals ik hoopte nooit meer door een van ons beiden aangeroerd zou worden. Hoewel ik inlichtingen ingewonnen heb, ben ik er niet in geslaagd de verblyfplaats van myn vorige bibliothe caris en zijn kleindochter te ontdekken. Heb jij soms nog iets naders van hen gehoord, dan zal het mij aan genaam zyn, als je me wilt laten weten in welke om standigheden zy verkeeren. Ik wensch niet, dat onder geschikten van mij in armoedige omstandigheden ver keeren en ik zal bly zyn, wanneer ik overtuigd ben dat met hen dat niet het geval is. „Dit Is alles", besloot Ed gar. „Wat beteekent dat?" vroeg Lela. „Dat weet ik niet. Ik heb er geen flauw idee van." Er was een oogenblik stilte, toen vroeg zij met zacht© stem: „Wat antwoordt je?" „Wat ik antwoordt? Wel. ik zeg dat ik weet waar je bent en dat je geen gebrek hebt" „Ik wou dat hy het maar mocht weten, Edgar", fluis terde zij. Hy fronste zyn wenkbrauwen en beet zich op de lip pen. „Hy'moet het weten, en al heel gauw. Als"... hij zweeg plotselipg, want hy was van plan te zeggen, „Als Assasin de wedren wint zal ik in staat zyn deze cheque terug te sturen en geld genoeg hebben om myn vader te vertellen dat ik het recht verloren heb, geld uit zyn handen aan te nemen." Maar hy hield bytijds op. Hy had haar juist gezegd dat hij geen geheimen voor haar zou hebben, maar hij was van plan deze wedren te rijden zonder het haar te zeggen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 9