Scbager Courant
VOOR
CENT
Zij worden
gelezen
Derde Blad.
Brieven over
Engeland. -
De ontdekking van
een Engelsche dame.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
plaatst men een
SCHAGER ROOSJE.
Eindelijk had zy
rust gevonden!
Woensdag 20 April 1932.
75ste Jaargang. No. 9057
Granen en veroorzaking van landziekten.
16 April 1932.
OVER een massa dingen zijn de geleerden liet
npg niet eens. maar één ding mag zich er on
getwijfeld op beroemen, dat het niet tot. diea
massa gerekend behoeft te worden. Dat. is:
het nut. of liever, de buitengewone noodzakelijkheid,
van een goede verzorging van ons gebit.
Onze voorouders dachten daar zoo niet aan. Die
hadden al weer een zorg minder dan wij. hoewel aan
den anderen kont één meer. Als hun gebit hen in den
steek liet. werden zij mummelende oudjes, na eerst
veel pijn geleden te hebben. Geld voor dure gebitten
gaven zij niet uit.
Wij verminderen onze pijn, door onze slechte tan
den en kiezen pijnloos, mét drie vraagteekons, te la
ten trekk, en daarna verminderen wc don inhoud van
onze. portemonnaie. door er oen nieuw stelletje voor
in de plaats te laten zetten. Pleizierig mag het niet
rijn. maar. vergeleken met onze voorouders, is het
voordeel toch zeker aan onzen kant.
Het is opvallend, welk een voortgang die tandver-
zorging tegenwoordig maakt. Ik heb een vaag idée.
dat de halve krant er gewoonlijk mee gevuld is. In
elk geval komt ze herhaaldelijk voor bij de vele ru
brieken, die ik bij mijn krantenlectuur geregeld
oversla.
Ook is het een veeg teeken. dat ik het gironummer
van mijn tandarts haast nog beter ken, dan mijn
eigen. We zijn op weg naar zijn huis. of we komen
er vandaan. Vooral het laatste doen we met genoegen.
En ondertusschen wisselt onze jongste zoon op zeer
geregelde tijden zijn tafels van vermenigvuldiging en
taaloefeningen af niet een wandeling naar de gym
nastiekzaal. van zijn school, waar weer een andere
tandarts dan de onze hem op een stoel zet, in zijn
mond kijkt, en hem een briefje meegeeft, waarvan
we den inhoud al sinds lang uit het hoofd kennen:
hij moet naar onzen lijf-tandarts, maar het. jonce-
mensch is onder diens voortdurende behandeling. Zou
bet met tandartsen net gaan als met huisvrouwen, die
stof afnemen? Als je niet zegt. dat er al stof afgeno
men is. en je hebt. laten we zeggen, één vrouw, twee
dochters en drie dienstboden, dan reinigen ze mot
het grootste genoegen van dc wereld jé kamer, zes
maal achter elkaar. Maar stof afnemen is ook meer
stof verplaatsen, geloof ik, van bureau naar boeken
kast, en van boekenkast naar bureau. En dat moot
ik mijn tandarts nageven, met allo grieven, die. ik
tegen hem hel»; verplaatsen heeft hij tot nu toe mijn
kiezen niet gedaan. Daarvoor bekijkt hij de uitgetrok
ken exemplaren met veel te groote en onverholen
minachting.
Ik zei zooeven. dat de tand verzorging tot de. rubrie
ken in dc krant belmoren, die ik geregeld oversla.
Het leven is al akelig genoeg Maar verleden week,
of in elk geval heel kort geleden, heb ik daar toch
één maal een uitzondering op gemaakt. Waarschijn
lijk had het in dikke, groote. zware letters gedrukte
opschrift van het artikel daar heel veel schuld aan:
GRANEN en TANDZIEKTK BEWIJZEN UIT
TRISTAN DA CUNHA, VITAMINE ,.D" EN DE
TANDEN.
Zoo iets kun je toch als gewoon mensch niet over
slaan. Wie weet. welk een onherstelbaar verlies je
aan je algemecne ontwikkeling zou toebrengen. Je
hebt maar een vaag idee. waar Tristan da Cunha
ligt. en je wist zeke.r, dat ze met de vitaminen al
tot de lettor ..D" waren opgeschoten. Er zat dus niets
anders voor me op, dan het artikel van* A tot Z te
lezen.
Het was van de hand van een medicus, en ver
scheen in dc Obsorver Ik moet bekennen, dat na le
zing er van mijn boterham me maar heel matig meer
smaakt.
Immers, in Engeland heeft een zekere Mevrouw
Mellanby heel duidelijk aangetoond, dat granen een
belangrijke rol spelen in de veroorzaking van land
ziekten. En nu staat nog wel in alle bakkerswinkels:
Eet meer brood. Als ik wist, dat Mevrouw Mellanby
gelijk had, en als ik tandarts was, hing ik zoon
briefje aan alle wanden van mijn wachtkamer, en
daar onder: Eet meer chocola, en vooral toffees.
Ik heb een grief tegen toffees, omdat ze me mijn
allereerste kies hebben hol gemaakt, of liever, omdat
ze mijn allereerste holle kies...... nee, dat gaat ook
niet, enfin. U begrijpt wat ik bedoel, 't Is al heel wat
jaartjes geledon. Die ellendige toffee, 't was een En
gelsche. heeft een Londenschen tandarts toen ter tijd
cenige shillingen rijker gemaakt.
Ik vrees, dat de ontdekking van Mevrouw Mellanby
onze spreektaal zal gaan veranderen. Als we binnen
kort den bakker voorhij laten gaan, en alleen maar
groente en fruit verorberen, kunnen we toch onmo
gelijk blijven spreken van ons dagelüksch brood. Dat
wordt dan de dagelijkschc sinaasappel en we stooten
iemand de banaan uit zijn mond. Gevangenen wor
den op water en apenootjes gezet. We doen iets om
de aardappels, en wiens pruim men eet. diens woord
men spreekt. U- zult, hoop ik, begrijpen, welke pruim
ik bedoel.
Maar nu heb ik U nog in onwetendheid gelaten
over het verband tusschen Uw of mijn slechte tan
den en Tristan da Cunha. U moet dan weten dat de
Tristan da Cunhaers geen slechte tanden hebben.
Daarover is juist een rapport uitgehracht door Lieu-
tenant-Commander Sampson. Niet alleen hebben de
bewoners van Tristan da Cunha geen slechte tanden,
maar ze hebben c#k geen tandenborstels.
Ik moet bekennen, dat dat. me weer hoop gaf, toen
ik zoo ver was gekomen met de lezing van het arti
kel. Alles wil ik laten tor wille van mijn gebit, tot
het poetsen van mijn tanden toe, als het noodig is.
Maar uit het, verdere verloop van het stuk blijkt,
dat die afwezige tandenborstels niet zoozeer oorzaak
als wel gevolg waren. Oorzaak van hot stevige gebit
is het ontbreken van hel dagelijksch brood en van
granen, in welken vorm ook.
Weet U wel precies, waar Tristan da Cunha ligt?
VOOR DEN POLITIERECHTER
STRAFZITTING VAN MAANDAG 18 APRIL.
EEN DETAILHANDELAAR IN HEFTIG CON
FLICT MET POLITIE EN JUSTITIE.
Veertien dagen geleden verscheen op de afternoon-
tea van den politierechter de 46-jarige heer Borch-
hafdus Wilhelmus van B., een voormalig o.i. militair,
die echter blijkbaar niet met de schatten van Lombok
uit het schoone Insulinde was teruggekeerd, doch in
zyn onderhoud voorzag met het uitventen van utlll-
teits- en schoonheidsartikeltjes. Deze handelsman be
vond zich op 14 Juli te Egmond aan Zee, alwaar het
aanbieden van handelswaar zonder vergunning niet
geoorloofd is en aangezien nu genoemde heer Van B.
zich niet in het bezit had gesteld van een dergelijke
consent, kreeg hij moeilijkheden met de politie, die
door de min of meer onwillige houding van den nego-
ciant, zóó hoog liepen, dat een heftig verzet volgde en
niet alleen proces-verbaal werd gefabriceerd ter" zake
overtreding van het drankverbod, doch ook wegens
ernstige wederspannigheid. Bovendien werd ook nog
zijn kistje met negotie in beslag genomen en tot dus
ver niet teruggegeven.
In verband met de overtreding der politie-verorde-
nirvg te Egmond aan Zee, verscheen van B. op 19 Fe
bruari voor den Kantonrechter en werd alstoen ver
oordeeld tot 3 gulden boete of 3 dagen.
Dc wederspannigheid, een delict van hoogeren rang
in de criminaliteit, was ter berechting opgedragen aan
den Politierechter, zooals hierboven door ons werd ge
releveerd. De verd. zeide alstoen hevig te zijn mishan
deld, omdat door hem was geweigerd zijn naam op te
geven en hij zich niet wilde doen fouilleeren. Voorts
protesteerde hij krachtig tegen de inbeslagname van
zijn negotiekast met inhoud, waardoor hij zich ten
zeerste gedupeerd achtte.
Omdat het hem aan de nerus rerum, dat wil zeggen
de noodige middelen ontbrak, hadden zijn pogingen,
zich van rechtsbijstand te voorzien. zijn juridische
adviseur die zich op de publieke tribune bevond kon
natuurlijk practisch als waardeloos worden uitgescha
keld, schipbreuk geleden en op grond van deze be
letselen in zijn verdediging, verzocht de gedaagde uit
stel van behandeling, mede in verband met de om
standigheid, dat hij ook nog getuigen a decharge naar
voren wenschte te brengen.
De heer Officier scheen niet al te vurig bereid mede
werking te verleenen. De man had ruimschoots gele
genheid gekregen, zijn verdediging voor te bereiden en
handelde kennelijk op instignatie van 'n bezoeker van
Ik zou het U kunnen zeggen in graden, minuten en
seconden Zuiderbreedte en Westerlengte, omdat ik
de getallen vlak voor mc heb liggen, maar wat heb
ben we daaraan? Laten we liever zeggen: 3000 K.M.
ten Westen van Kaap de Goede IIoop, en 0000 K.M.
ten Noord Oosten van Kaap Hoorn. Eenigszins afge
zonderd! St.. Helena is er ook nog een dikke 2000 K.M.
vandaan en dat is zelf niet precies in het middel
punt van de bewoonde wereld.
De bewoners van Tristan zijn dus zoo'n beetje op
elkander aangewezen. Nu, ze zullen wel zoo ongeveer
allemaal familie van elkaar zijn. Veel Tristan da
Cunhaers zijn er niet. Zijn maximum bevolking be
reikte het eiland in 1880, met een aantal van 1Ö9. In
1807 waren er maar 64. in 1009 weer 95.
Nu moet U niet denken, dat de bewoners van Tri
stan da Cunha uit. overtuiging, of iets van dien aard,
geen brood eten. Er is een tijd geweest, en volstrekt
niet. zoo heel lang geleden, dat op Tristan wel degelijk
graan verbouwd werd. Maar 18S5 was een rampjaar
voor het eiland. Een boot met oen aanzienlijk deel
van (1e mannelijke bevolking er in, sloeg om. en alle
opvarenden verdronken. Er bleven toen slechts 15
mannelijke bewoners over op het eiland, en van die
vijftien waren er slechts vier volwassen. Voor de
vrouwen waren de huwelijkskansen toen ook niet
bijzonder groot.
Maar een tweede ramp was het vergaan van een
boot in dc buurt van het eiland. De spreekwoordelijke
ratten verlieten het zinkende schip en begaven zich
naar Tristan. Dat was het eind van den graanbouw.
De geringe bevolking heeft den strijd tegen de zich
snel vermenigvuldigende ratten moeten opgeven, en
toen ze merkten, dat het uitzaaien van graan alleen
nog maar aan dc ratten, en niet aan hen ielf ten
goede kwam, hebben ze het wijselijk maar gestaakt.
Met het gevolg, dat de bevolking van Tristan da
Cunha zich de laatste veertig, vijftig jaren niet meer
voedt met graan. Het eiland heeft koelen en scha
pen, het heeft aardappelen, appelen en perziken.
Sterke drank wordt er gemaakt noch gebracht, mis
daad is er onbekend, wetten zijn er niet, en tand
artsen zouden er geen jusloozen aardappel verdie
nen.
de publieke tribune, die zich blijkbaar allerhevigst
voor dit geval interesseerde en met zijn geheele gezin
in zijn luxe wagen was overgekomen, om deze belang
wekkende zaak bij te wonen.
Verzette zich aJzoo de Officier tegen het uitstel, de
Politierechter dacht er wat milder over en wenschte
den opposant met het volle kilo to bedienen, reden
waarom de zaak werd voortbehandeld in de zitting
van heden. Laat ons vooraf echter onomwonden ver
klaren. dat wij ons met de inbeslagname en eventu-
eele verbeurdverklaring van de kist met handelswaar
niet zouden kunnen vereenigen, indien wij in aanmer
king kwamen onze meening kenbaar te mogen maken.
Afgescheiden van het in beginsel ontoelaatbaar op
treden van den verdachte, lijkt ons de inbeslagname
van voorwerpen, die geen direct verband houden met
het misdrijf of overtreding, in casu wapens, spaden,
strikken, wild en dergelijke, toch wel wat ver gedre
ven.
Uit het verloop der voortgezette behandeling zal ech
ter blijken, hoe de juristen hierover denken.
De verdachte, in persoon present, werd thans verde
digd door mr. Winkel, advocaat en procureur te Alk
maar Brigadier-titulair Bergsma. thans te Wieringen,
was wederom als getuige aanwezig. Voila Tout!
De verbalisant volhardde bij het door hem opge
maakt proces-verbaal en werd het voorgevallene nog
eens uitvoerig nagegaan. Verdachte weigerde per sé
zijn naam op te geven en verzette zich krachtdadig
Door verdachte werd erkend, gevent te hebben zonder
vergunning. Voorts ontkende van B., dat Bergsma al
direct naar zijn naam zou hebben gevraagd, dit ge
beurde eerst na de mishandeling.
De Politierechter maakte den verdachte duidelijk
dat hij niet duldde, dat verdachte den getuige van
mishandeling beschuldigde zonder eenig bewijs.
De heer Officier achtte zich voldoende ingelicht en
gaf te kennen, dat de geheele aanhouding der zaak,
zooals hij trouwens wel gedacht had, op niets uitliep.
Eisch f 15 boete of 15 dagen.
Mr. Winkel pleitte voor zijn cliënt het opleggen
eener geringe geldboete.
De Politierechter wenschte evenwel, alvorens te oor-
deelen, een psychiatrisch rapport en zal de stukken
in handen stellen van den heer Wiggers.
Voortzetting der zaak alzoo op 27 Juni.
AARDAPPELEN MET ZURE APPELTJE».
Een achttienjarig jongeling, genaamd Ger. Mar. v. d.
M.. van beroep werkman, had in November misbruik
gemaakt van zijn positie als aardappelenlosser en in
gepikt een zak blauwe piepers, als meel op den scho
tel en dit consumptie-artikel nota bene verkocht aan
zijn eigen moeder voor den civielen prijs van f 1.50.
Hij spelde het goede mensch op haar mouw, dat hij
zelf die aardappelen gekocht had. En ze waren nog
bar slecht ook! zei moeder diep verontwaardigd. Bo
vendien eigende hij zich nog wederrechtelijk toe een
kistje buitenlandsche tafelappelen. Verdachte was
reeds meermalen ter zake diefstal veroordeeld door
den Kinderrechter. De verdachte, die in dienst was
van den heer J. van Os, groentenhandelaar, was naar
aanleiding van deze tamelijk brutale diefstallen in
dienstbetrekking, door dezen ontslagen.
Niet om slapte in het bedrijf, zooals het jonge
mensch voorgaf.
De kistjesappelen had Van Os teruggekregen, maar
de aardappel en rekening, f 1.57 Va, stond nog open.
De heer Wiggers hoopte, dat het daarheen kon
worden geleid, dat verdachte werd opgenomen in een
stichting, die bereid is hem op te nemen.
De Officier memoreerde het treurige strafregister
van dit steelzuchtige jonge mensch, doch met het oog
op de jeugd van verdachte, vorderde Mr. v. d. Feen
6 maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Vonnis conform eisch en onder toezicht van een ge
zinshoofd gesteld. De heer Wiggers werd met deze
voorname taak bedacht.
BEMOEI U NIET MET DE ZAKEN DER POLITIE!
De heeren G. en H. de J., werklieden te Alkmaar,
hadden in den avond van Zaterdag 20 Februari het
den agent van politie Valk nogal lastig gemaakt, toen
deze agent zich verplicht achtte tegen zekeren Jan
Fluit ambtelijk op te treden, aangezien hij door dezen
persoon werd beleedigd en uitgetart. De verbalisant
was door ziekte verhinderd en werd zijn proces-ver
baal voorgelezen.
Hieruit bleek, dat bovengemelde heeren. die thans
achtereenvolgens voor hun ongepaste bemoeizucht te
recht stonden, zich tamelijk onhebbelijk hadden mis
dragen.
Volgens verklaring van een der verdachten, berust
te zijn activiteit op een vergissing. dacht aan een
paar vechtende boeren. Voorts was een rijkelijk ge
bruik van geestkrachtige dranken, aan dit optreden
niet vreemd.
Eisch tegen eerste verdachte f 30 boete of 30 dagen.
Vonnis f 25 boete of 25 dagen. Nummer twee werd
veroordeeld tot eeri gelijksoortige straf.
Het mag in 't voordeel der veroordeelden worden
aangemerkt, dat zij spijt gevoelden en hun veront
schuldiging aan den heer v. d. Valk hadden aangebo
den.
ÏÏAAR HET ENC1ELSCH.
1
,.Je hebt te veel gedaan. Jeanne! Waarom je dien laat-
«en dag nu ook nog zoo druk te maken? Of liever: het
w onze schuld! En nu moet je nog pakken. Mag ik je
helpen
..Neen. zeker niet. kindje. Mijn dank voftr je goede
bedoeling, maar alles ligt al kant en klaar. Het pakken
dunrt nooit lang bij een verpleegster."
Het was ook zoo'n vreemde dag geweest. Jeanne had
gevoel, of ze jaren ouder was geworden, sinds dien
ochtend Daarom was het geen droeve dag geweest.
Soe had dit ook kunnen zijn, terwijl ze nog de verruk
voelde van dat zalig oogenblik van onderling ver
ban van den vorigen avond. En toch was het geen
blijde dag ook tc noemen, want hun liefde had geen toe
last, Ze zou Keith niet weerzien, behalve dan mis
schien dat enkele oogenblik, als ze op den vroegen och-
,e"<i van allen een haastig afscheid zou nemen.
Dien heelen dag was hij weg geweest. Aan de maaltij-
en had ze steeds te vergeefs naar hem uitgezien en ook
°P den avond had hij zich nog niet in den familiekring
vertoond. En toen ze nu werktuiglijk haar koffer aan het
Pakken was, kwam er toch ineens een gevoel van groote
Verlatenheid over haar.
Daar hoorde zij een zacht tikken op de deur en trad
had'6 k'n'nt,n' die ZD al een P&a-r uur te bed gewaand
"Keith vraagt, of u een paar minuten beneden bij hem
hek^U'n zoudt w'llen komen. Hij wacht u bij het
Jeanne mocht dan al wat verbaasd zijn geweest, dat
ei h Winnie had gekozen, om die boodschap over te
^n.fen' in ieder geval toonde zij dit ni. t. Wel keek zij
haa Wal verrast- toen het kind d«n arm om
aar heensloeg en haar kuste, want Winnie had nog
B<£lt zoo iets gedaan.
Keith had haar juist gekozen, hoofdzakelijk omdat hij
hein? dat Z'^ een'Se was in ket huis, die zijn ge-
vei'moedde. Bovendien: het kind mocht nu wel
tt °ndeuSden hebben, ze was trouw en hield van hem.
«et was buiten haast zoo licht, of het midden op den
was- Jeanne's hart klopte van vrees en tegelijk van
FEUTTT.ETON
geluk, want de man, die haar daar wachtte in de scha
duw van den met klimop begroeiden muur, was immers
haar geliefde.
Keith Walden stond met gekruiste armen en gebogen
hoofd tegen den muur geleund, waarop hij zijn hoed en
zijn zweep had gelegd. Hy hief het hoofd op, toen zij
naderde, en zwijgend keken zij elkaar een oogenblik aan.
„Je hebt mij hier geroepen?" vroeg zij eindelijk.
„Ja. Ik mag je wel mijn verontschuldigingen bieden,
dat ik je verzocht, op dit uur hier te komen, maar ik
voelde, dat ik je spreken moest en ik wist er geen an
dere manier op. Wij hebben immers liever niet, dat de
anderen er iets van weten?"
Zy antwoordde niet. Hij sprak met klanklooze stem,
als iemand, die uitgeput is naar lichaam en ziel. Jeanne
hield den blik onafgewend op zijn gelaat gericht, terwijl
de schrik haar om het hart sloeg.
„Ik heb gisteren avond verkeerd gedaan en ik kan
geen andere verontschuldigingen bieden, dan dat ik
mijn zinnen niet goed bij elkaar had. Ik dacht,... dat ik
het alleen was.... die liefde voeldé... Toen ik zag..."
Hier viel hij zichzelven in de rede en pleitte enkel nog:
„Je wilt mij toch vergeven?"
„O, ja. zeker. Maar waarom..."
„Stil! Ik zal het je zeggen: omdat wij moeten scheiden,
Jeanne; omdat wij toch nooit trouwen kunnen. Ik wist
dat al: dus had ik het niet zoo ver moeten laten komen.
Nu heb jij ook verdriet. Dat zal ik mijzelven nooit kun
nen vergeven!"
„Maar wat is dan het verkeerde er in? Ik begrijp het
niet. Ga je mij nu wegsturen?"
„Kan je het dragen. Jeanne?"
Hij had haar beide handen gevat en zijn bruine
oogon leken wel zwart, terwijl zijn gelaat spierwit was.
„Ja, Keith. Als jij het dragen kunt! Maar waarom
moest het eigenlijk? Is het... om... de anderen?"
„Ja, ik dacht dat je het wel begrijpen zoudt. O, lief
ste. ik ben zoo arm! Met ieder jaar word ik armer. Als
het niet door de genade van Miss de Roseville was, dan
zou lk geèn dak boven mijn hoofd hebben. Ik was nooit
van plan, te trouwen; wist, dat ik dit niet zou kunnen
doen. Hoe zou ik nu nieuwen last, nieuwe verantwoorde
lijkheid op mij kunnen nemen?"
„Je hebt in het eerst te veel ondernomen," zei ze, met
trillende stem.
„Misschien dat dit zoo is. Den laatsten tijd heb ik
er wel eens zoo over gedacht. Maar nu kan ik mij niet
terugtrekken, Jeanne.
„En om der wille van hen ben je bereid, je zeiven en
mij op te offeren?"
Een oogenblik scheen hij niet in staat tot eenig ant-
woord. Maar toen hij sprak, klonk zijn stem vast en
onvergelijkelijk teeder:
„Jij mag niet opgeofferd worden, Jeanne! Daarom heb
ik je laten roepen. De droom is kort geweest. dan zal
het verdriet óók kort zijn! Je hebt geen tyd gehad, om
over mij te denken, zooals andere meisjes over den man,
die haar lief heeft. Vanavond zal alles voorbij zijn. Je
hebt je werk, na eenigen tijd zal je mij vergeten?"
Hij keek op naar den helderen hemel en zei plechtig:
„Ik zal bidden, dat ik het heel mijn leven in gedach
ten houd!"
Hierna stonden zij eenigen tijd stil. terwijl een dorps
klok in de verte elf sloeg. Ze keek ontzet. niet over
tuigd. Iets in haar houding deed het hem noodzakelijk
achten, zich te rechtvaardigen.
„Jeanne. toen Fulke Hassell wist. dat hy niet beter zou
worden, kon hy niet met rust sterven, uit bezorgdheid
voor zijn vrouw en kinderen. Toen ik begreep, wat het
was. dat hem kwelde, stelde ik hem gerust met de be
lofte, dat ik mijn best zou doen voor zijn gezin. En nu
kan ik daar niet meer op terugkomen en ze ineens aan
kant zetten, omdat ik zelve een vrouw en een huis wil
hebben; omdat ik geluk wil kennen, als andere mannen.
O, Jeanne, dat kan ik niet!"
Zij legde hem de handen op de schouders en keek
hem aan met stralenden blik.
„Denk je dat van mij? Denk je, dat lk je dat zou laten
doen? Zelfs al bood je het mij aan? O, Keith, je bent
niet de eenige onzelfzuchtige op de wereld? Kan ik dan
niet hier komen; is er hier ook geen plaats voor mij?
Ik zou immers meehelpen met werken. En zij zouden
er niet tegen hebben: zij houden van mij en ik van hen.
En ik zou er niet om geven, of ik het ook al heel zuinig
moest aanleggen."
„Maar ik wel!" riep hij. „Denk je, dat ik zou willen
hoe al je jeugd en schoonheid verging onder het harde
werken, dat het hier voor je zcu zijn, terwijl ik je niets
zou kunnen bieden, waarop een jonge vrouw recht
heeft?... Een man in mijn omstandigheden kan geen
vrouw onderhouden; daarom zal ik je ook nooit vragen,
de myne te worden, al breekt mij dit het hart."
Jeanne zweeg een oogenblik en toen wist zy eigen
lijk niet, of ze in lachen of in huilen moest uitbarsten,
zóó dwaas vond ze het. wat hij zei.
„Hoor eeys, dat je je eigen hart zoudt breken, moet
je zelf weten, maar, dat je het mijne óók. zoudt breken,
daar heb ik bepaald op tegen! Zeker omdat ik een
vrouw ben, stel ik de liefde boven alles! Ik zou er je ook
aan kunnen herinneren, dat ik maar een pleegzuster
ben; dat wat je mij zoudt kunnen bieden, oneindig be
ter zou zijn dan mijn eigen lot. om voortdurend hard te
moeten werken. Maar. natuurlijk, mijn trots gedoogt
niet. dat ik je dit zeg."
Ze keek naar hem op met teederen glimlach. De tra
nen glinsterden aan haar lange wimpers en de onschul
dige uitdrukking deed haar gezichtje nog eer.s zoo lief
schijnen. Keith Walden overdekte de oogen met de han
den. om haar niet te zien.
„Leid mij niet in verzoeking," kreunde hij. „Ik heb dit
al zoo# dikwijls doorgemaakt... Ik heb genoeg geleden...
Laat het dan niet alles te vergeefsch zijn. Ik moet doen
wat het beste voor je is. Zoovelen moeten je al lief ge
had hebben en ééns zal een man je tot zijn koningin
maken, zooals ik ook zou hebben gedaan, als ik maar
had gekund en dan zal je vergeten, dat eens een arme
pachter de oogen naar jed rufde opslaan."
„Ik wil je niet in verzoeking brengen antwoordde
zij kalm. „Ik heb genoeg misschien zelfs te veel ge
zegd. Maar al gelocf je het mogelijk ook niet. ik dacht
toch meer aan jou dan aan mijzelven. Vergis je je niet,
Keith?... Mag je een dergelijke liefde wel vergooien?
Nu kan je het dragen, nu je nog jong en sterk bont.
Maar zullen we er later geen berouw van hebben?. Het
leven zal zoo eenzaam zijn voor ons beiden. En. als wij
nu vastbesloten zijn. samen heel wat te aanvaarden,
wien gaat het dan aan. wat wij doen?"
„Er zouden er nog anderen onder kunnen lijden", zei
hij zeer zacht.
Zij wilde het huis weer binnengaan, maar het volgend
oogenblik hield hij haar in teedere omarming gesloten,
„O, liefste, laat ik toch één oogenblik van je mogen
genieten, of je echt de mijne was."
Ze voelde zijn tranen op haar gelaat, en, toen zijzelve
weer spreken kon. zei ze:
„Keith, ik zal mijn best doen, om te denken, dat je
opvatting de juiste is. Maar in de toekomst moet je wol
bedenken, dat jij het was en niet ik, die oordeelde, dat
de liefde niet voldoende kon zijn."
„Och, wasd it maar zoo!" zei hij met diezelfde klank
looze stem.
Toen begreep zij, dat hij eenmaal hoorde tot de man
nen, die Plicht stellen boven alles. zelfs al moeten
zy daardoor afstand doen van hun innigste wenschen en
verlangens.
„Laten wij nu gaan. liefste", prevelde zij. „Dit is dus
ons vaarwel. Je hebt genoeg geleden."
Toen hij haar nakeek, terwijl zij het smalle tuinpad
doorliep, overviel hem een gevoel van groote machte
loosheid en hij moest zich steunen aan den harden, stee-
nen muur.
Wordt vervolgd.