Wat anderen er van denken. VOOR ONZE DAMMERS. Vraagstuk No. 937. m gg as m tlf gf 81 1P m m «f m 0 9 0 0 m ÉSt il -«e; 0 m fff f i» VOOR ONZE SCHAKERS. Vraagstuk No. 938. B B lB m Bi m m «St H iii s B ■s B H EVENTJES DENKEN. Vraagstuk No. 939. De Landbouw en zijn nevenbedrijren. Vraagstuk No. 940. Abonnementsgelden, Eindelijk had zij rust gevonden! van Geo van Dam, Wassenaar. Zwart: 10. *=--v Wit: 11. De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 9 schijven op 6, 7, 11, 14, 19, 2326 en een dam op 45. Wit 11 schijven op 17, 21, 22, 30, 32—35, 40, 42 en 43. Wit speelt en wint. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 929, van B. P. A. Kloos, Den Haag. De diagramstand in cijfers was: Zwart 11 schijven op 7, 9, 12—15, 21, 22, 26, 27 en 36. Wit 11 schijven op 23, 24, 29, 30, 34, 37, 38 en 41—44. Wit 37—32, 23—19, 29x18, 42—37, 30—25, 25x3, 37—31 en 3x14. Gortmans, de bekende probleemkenner, schreef destijds reeds: „Het is ons reeds dikwijls opgevallen, dat de proble men van den heer Kloos een zelfde karakter hebben als van den -beroemden Zwitser Bourquin hetgeen uit vroeger in het maandblad „Het Damspel" gepubli ceerde standen nog sterker blijkt. Wij wijzen b.v. op die eigenaardige samengedrongen standen met meest al zeer diepen winstgang en naslag, waarin beide pro- blemisten uitmunten. van Henri Rinck. Zwart: 2. b c d e f Wit: 3. De .diagramstand in cijfers behoort te luiden: Wit Kh3, Dg8 en Pg4. Zwart Kf3 en De4. Wit speelt en forceert op fraaie wijze de winst. dlge vergelijking. Daar "t cijfer, dat ln het oorspron kelijke getal de eenheden Innam, zeven is, zullen we aannemen, dat X de rest van het getal (de andere 5 cijfers dus). Dan zal 10X 7 het verelschte getal zijn. Als de 7 overgeplaatst wordt naar den linkerkant van 't getal, jdan krijgen we dus 700000 X en volgens opgave is dit getal vijfmaal zoo groot als het vorige, dua 700000 X=5 (10X 7) 50X 35 of 49X 700000 35 699965 X 14285 en 10X 7 142857 is het gevraagde getal. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 930, van Henri Rinck. De diagramstand was: Wit Kd2, Da4, La2. Zwart Kh2, Dc8 en een pion op g7. Wit speelt Da4f4; Df4 d6; La2e6; Df6f4 en zet zwart in eenige zetten mat of wint de dame. Zwart speelt Kh2h3; Kh3h4; ad lib. Wit: Da4—f4; La2—d5; Df4—d6; Zwart: Kh2g2; Kg2g3 enz. Wit: Da4—f4 Df4—g3; La2—dö; Zwart: Kh2gl; Kglfl; en wint. Speelt zwart bij den tweeden zet daarentegen: Dc8 h8 of e3, dan wit La2e6, zw. Kh3g2, en wit Dd6 d5 en wint de dame of geeft mat. Speelt zwart ten slotte als tweeden zet: Dc8a8 of b7, dan wit La2 e6 en wint eveneens. Een interessante eindspelstudie, echt zooals we van Rinck gewoon zijn! „DE GEVANGENEN IN DEN TOREN." Een bejaarde Koningin, haar dochter en haar zoon, die respectievelijk 195, 105 en 90 pond wogen, zaten boven in een hoogen toren gevangen. De eenige ver- binding, die zij nog met de aarde hebben, is een touw, dat over een katrol loopt en dat aan de beide uit einden van een mand is voorzien. Wanneer de ééne mand op den grond staat, hangt de andere vlak \óór het raam. Als de eene mand zwaarder is dan de an dere, valt de zwaardere natuurlijk naar beneden, maar als dit overwicht meer dan 15 pond bedraagt, dan daalt de zwaarste mand met een duizelingwekkende snelheid en de gevangenen in den toren zullen op geenerlei wijze het touw kunnen vasthouden. Hun ee'nig hulpmiddel is een kanonskogel, wegende 75 pond, die boven in den toren ligt. Toch weten zij te ontsnappen. Hoe kan dit gebeuren? OPLOSSING VRAAGSTUK No. „Mogelijk of Onmogelijk Dat is zeer eenvoudig en wel als volgt 1N0E7.0 VOK.V En de uitvoering der sociale wetgeving. Waar hebben wij met onze organisatie voor te zorgen? „HET VIER AAN VTER-PROBLEEM". Trek op een stuk carton een rechthoekige figuur, ln tien vierkantjes verdeeld en plaats ln de eerste acht vakjes, dus bij links te beginnen, acht fiches of geld stukken om de ander rood en zwart, of, indien met munstukken, om de ander een dubbeltje en een kwart je. De opgave bestaat nu hierin, dat men de fiches of geldstukken twee aan twee verschuift en zoodoende de vier roode fiches (of vier dubbeltjes( en vier zwar te fiches (of vier kwartjes) zonder tusschenruimte naast elkaar komen te staan, waarbij dan de twee eerste hokjes, dus van links, onbezet zijn, en dan vier roode fiches worden gevolgd door vier zwarte. Dit moet ifi vier zetten geschieden. Daarna moeten de fiches weer naar hun oorspronkelijke plaats terug bewogen worden. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 931. „Een eigenaardig getal". Het vereischte getal is 142857. Vermenigvuldigd met 5 geeft dit 714285. Vermenigvuldigd met 3 geeft dit 428571. Vermenigvuldigd met 6 857142. Zoo moeilijk als 't vraagstuk moge lijken, komt men toch gemak kelijk tot de oplossing door middel van een eenvou- Wanneer we zoo in de dagelijksche sleur rondzien, dan bemerken we al meer en meer rust onder de be volking. Men geraakt als 't ware aan de crisit- gewoon, men bekijkt 't maar van den humorlstlschen kant, wat zeer zeker bijdraagt tot den vrede. Misschien ls 't dat er voor de bouwboeren reeds een regeling ls ge troffen en die der Koeboeren in werking is. Maar hoe lang ook die steun zal kunnen duren, zal moeten blij ken en blijft voor ons altijd het parool: let op uw zaak! Hiermede wordt bedoeld onze gemeenschaps zaak. Wanneer er straks eindelijk een evenwichtstoestand is ingetreden en men dus met zijn arbeid zijn rekening weer ongeveer sluitende kan maken, dan tal men vrij algemeen op 't platteland kunnen waarnemen, dat men zich om zyn zaak bulten zijn bedrijf niet bekommert. Immers, waarvoor zal men zich dan druk maken? Uit den aard der zaak werken we van den vroegen morgen tot den laten avond, om dan zijn bedrijf weer wat op dreef te krijgen. Maar daarmede mogen we het volgende niet uit het oog verliezen. Waar niemand van ons kan zeggen, in welke richting de Maatschap pij zich zal bewegen, is 't toch van zeer groot belang, hoe en door wie de gemeenschap en wel ln 't bijzonder het platteland, vertegenwoordigd wordt. Er zal weer een tijd komen, dat er winst gemaakt wordt, 't zij in meer of mindere mate. En dan zal niet altijd de verhouding tusschen ondernemer en arbeid goed zijn, althans men kan veronderstellen, dat de verhouding niet goed is. Wanneer men dan in zoo'n geval niet iemand heeft, die aan de hand of door on dervinding van veelzijdige practyk, maar inplaats daarvan iemand heeft die op de gegronde of onge gronde klacht van den arbeider speculeert met een voor hem bepaald doel, met die „hem" wordt dan de propagandist bedoeld! groote stagnatie ln zaken ten gevolge kan hebben. Ik herinner mij als den dag van gisteren: 't Zal gewexst zijn ongeveer ln 1910, 't kan ook een jaar eerder of later zijn, een demonstratie aan de Oude- sluis. Ik zag daar een man staan op een verhooging, met een mooi jasje aan, een mooi boordje om, maar met een dreigende vuist, een rood opgezet gezicht van woede, want die boeren moesten opgehangen worden. Gevolg was: verontwaardigde gezichten tegen alles wat werkgever was. Ik vroeg mij af: waarom moesten die boeren dan eigenlijk wel opgehangen worden? Had die redenaar hun dan werkelijk kunnen bewijzen, dat die werkgevers hun plichten niet nakwamen jegens hun arbeiders? En wanneer hij dat heeft kunnen be wijzen. heeft hij dan ook gezegd, dat het persoonlijke egoisme een vrijwel algemeene menschelijke eigen schap ls? En de toestand wel kan verbeteren, indien men werkelijk een goede economische staatsleiding Betaling Ie kwartaal 1932. Aan onze lezers bniten Scha gen doen wij hei ver. roek het abonnementsgeld dei Schager Courant over het eerste kwartaal 1932, ten bedrage van fl.80 (voor courant met Zondagsblad 12.53). vóór 1 Mei a.s. aan ons Bureau te betalen, óf over te maken per postwissel óf over te laten schrijven op onze post» rekening No. 23330. Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten* geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou. ders) te betalen, geldt dit verzoek niet Zij, die bij ons op De Prins, Hel Nieuwe Mode* blad, Qracieuse, enz. zijn geabonneerd, kunnen even- eens het daarvoor verschuldigde abonnementsgeld ie kwartaal 1932, op dezelfde wijze toezenden. Na genoemden dalum wordt geschikt met fO.U verhooging. Toezending ls dus voordeelig! Voor Do Prins- 's Het bedrad 1 2-13 Voor Het Nieuwe Modeblad i 1-25 Voor Gracieus® 1 2.15 Voor Panorama f 2.60 Voor Het Leven f 2.50 DB ADMINISTRATIE. heeft? Dat heeft hij zeker niet gezegd, dat kon hij niet zeggen, omdat hij niet voor "t algemeen belang sprak, maar voor groepsbelangen. Hij wilde met die scherpe, alles-overheerschende crltlek een macht vor men ten voordeele van hem zelf en niet ten voordeele van de gemeenschap, want dan had hij die werk gevers niet moeten willen ophangen. Zoo gaat 't in werkelijkheid Zijn bijzonder goede redenaarstalent, 'tzy beschaafd of onbeschaafd, juist of onjuist, weet de groote massa wel te overtuigen. En wanneer t dan later blijkt, dat zijn standpunt toch niet verdedigbaar ls. waarom heeft men dat dan niet onderzocht, zich voorbereid? Men hoort het vaak van nlet-leden der Holl. Mij. van Landbouw zeggen: Wat doet nu eigenlijk de Holl. Mij. v. Landb., wat brengt zij nu tot stand? Inmiddels pikt hij van zijn tarwe of bieten of misschien van zijn melk wat mee. Bedenk dan, geachte criticus, dat u als misschien betere stuu>wian aan wal staat. En dat u. door lid te worden en tijdig te overtuigen, pas recht hebt van spreken. En dan zult ge werkelijk niets hebben af te kammen, want 't veel betere voorstel, door u Inge diend, zal door de besturen in dank worden ontvangen. Zoo zijn hiei in den omtrek nog werkgevers die over vader of over buurman het Algemeen Hollandsch Landbouwblad lezen. Zy sparen dan werkelijk f 5 per jaar uit en hebben toch de gelegenheid, om een hoekje te gluren of buurman al wat voor hem en daarmede voor de gemeenschap bereikt heeft. Zoo niet, crltlek, indien wel wat bereikt is, dan is dat vanzelfsprekend. Maar, geachte lezer, door zoo te handelen, k*»n 't voor de gemeenschap en daarmede voor u, van zeer nadee- Uge gevolgen zijn. Door uw steun wordt meer bereikt en is uw f 5, besteed aan uw bedrijf, de Holl. Mij. v. L. de beste, de zekeiste geldbelegging die u ooit tot stand kan brengen. Deze geldbelegging kunt u zien en over* tulgen, maar wanneer u voor f 100 Super of Slakken- meel zaait, dan is daar misschien in alle gevallen voor f 10 onnoodig en weggegooid geld bij. Geachte lezer, ik noem hier de Holl. Mij. van Land bouw op, u kunt ook een andere Maatschappij hoe- men. Mijn bedoeling is, dat u door 't vereenigingsleven weet wat er gebeurt en wat er gebeuren moet. En dat dit noodig is en altijd noodlg zal zyn, blijkt uit 't volgende. Op de crisisvergadering, j.1. gehouden te Alkmaar, is door den heer Barendrecht den wensch geuit om van de Hoogheemraadelasten af te komen. Genoemde heer noemde dit een luxe bedrijf, wat dan ook met algemeen handgeklap Instemming vond. Voor ons is dan de vraag: kunnen we practisch van die lasten af en of is dat bedrijf werkelijk te duur en daarom luxe te noemen? Dit is door den heer Baren drecht niet aangetoond. Ik ben daarom naar den Voor zitter van dat Waterschap, den heer Wijdenes Spaans, gegaan om inlichtingen en deze heeft mij gezegd, dat het bestuur vrij zeker zijn goedkeuring zal geven aan hen die inzage wenschen van dat bedrijf. Hiermede worden dan personen bedoeld, die geheel ter zake kun dig zijn om een dergelijk bedrijf te kunnen beoordee- len. Ik zou dan willen adviseeren aan 't Hoofdbestuur van de HolL Mij. van Landbouw, personen te benoe men die over dat bedrijf ons kunnen inlichten, of hier werkelijk met onze belastingpenningen gemorst wordt en bf dat het waterschap opgeheven zou kunnen wor den, zonder dat wij over een anderen kant belasting zouden moeten betalen. Van 't een en ander heb ik het hoofdbestuur in kennis gesteld. Geachte lezer, wy allen zijn het er over eens, dat de landbouw steun behoeft. Overtuigd als ieder is dat de grondgebruiker met sober te leven en hard te werken FEUILLETON NAAR HET ENOETSCH. 1L Keith was buiten zichzelven van drift; zijn donkere oogen schoten vuur in zijn aschgrauw gelaat. Maar de storm trok weer even gauw af, als die was komen opzetten. „Goeden dag", zei hij. „Ik heb leelijk gedaan. Morgen zal ik er spijt van hebben. Ik zal daarom nu maar mijn excuus maken. Als het je moeilijk valt. het mij te ver geven, bedenk dan. dat je mij van alles beroofd hebt. van mijn droom, mijn herinneringen, en mijn liefde! Ik bid den Hemel, dat ik je nooit zal hoeven weerzien." Hij keek niet naar Jeanne's bleek gezichtje, terwijl zij belde: maar toen de bediende verscheen, boog hij en wenschte haar goedenavond. Maar Mrs. Hassel vergat nooit de uitdrukking "op zijn gelaat, toen hij dien avond binnenkwam en zij was blij. dat alleen Esmay bij haar was. Ze dachten beiden, dat Miss de Roseville hem de hoeve had opgezegd; in ieder geval had hij een zwaren slag. gehad; maar ze durfden hem niets vragen. Dien nacht lagen ze dan ook nog geruimen tijd wak ker, Esmay sliep altijd bij haar moeder. en kwel de zich met allerlei gissingen, terwijl Keith nog steeds zijn kamer op en neer liep met troostelooze wanhoop in het hart „De geschiedenis herhaalt zich: wij, de Roseville's schijnen nu eenmaal voorbeschikt, om veel meer te moe ten dragen, ons aoor de Waldens aangedaan." Terwijl Miss de Roseville deze woorden sprak, .schit terden haar donkere oogen en een bittere glimlach speelde haar om de lippen, toen haar blanke hand het gouden hoofdje streelde, dat op haar schoot rustte. Jeanne knielde naast de bank en was nu ten prooi aan een uitbarsting van droefheid, zóó geweldig, als die alleen een enkele maal voorkomt, bij naturen, die juist groote zelfbeheersching bezitten. Het pleitte voor de verstandhouding tusschen tante en nichtje, dat zij da delijk de oude dame alles had toevertrouwd. Nu had zij ook moeilijk anders kunnen doen: Miss de Roseville had ai met ongeduld gewacht, tot Jeanne Keith Walden bij haar zou brengen en toen zij hem had hoo- ren wegrijden, had ze om haar nichtje gebeld. Het jonge meisje ging nu weer overeind zitten, wisch- te haar gezwollen oogen af en deed haar best, haar kalmte te herwinnen. ,,'t Is alles mijn schuld!... Onze schuld! We hadden niet zoo dwaas moeten zijn! Maar mijn liefde was zóo 3terk, en u was zóó zeer vervuld van uw edelmoedig doel, dat wij al het andere daarvoor vergaten. O, ik neem het u niet kwalijk, tante. U is zoo lief voor mij ge weest, of u mijn eigen moeder was. Het is mijn schuld dat ik mij liet verleiden door het geld!" „Maar ik neem het mijzelve wel kwalijk. Lorraine". Zoo noemde Miss de Roseville het nichtje altijd, om dat zij het toch prettig vond, dat zij ook haar petekind was. „Ik ken den trots en de drift van de Waldens. dus had ik beter moeten weten. Ik geef toe. dat het een teleurstelling voor mij is. Ik ben een oude vrouw en ik laat niet graag een plan los. Wat kan ik nu doen. om alles weer in het reine te brengen?" „Niets!" zei Jeanne wanhopig. „Het is nu alles voorbij Maar toch is er iets, dat u doen kunt en ik zal er u voor zegenen, als u dat doen wilt". Ze vatte de hand van haar tante en kuste die. terwijl de tranen langs haar gelaat stroomden. „Verander uw testament. Laat mij niet dit landgoed na, tante-lief. en vermaak mij ook geen geld. Ik haat nu de gedachte daaraan. Laat mij te- rugkeeren tot mijn werk en vergeten! Hier zal ik nooit gelukkig zijn; nooit!" „Wil je bij mij weggaan. Lorraine?" „O, neen. neen! Ik zal bij u blijven, zoo lang u wilt. Ik zal u nooit verlaten, maar als ik nu weer heel al leen ben, laat mij dan terugkeeren tot het verplegen. Bind mij niet aan een positie, waarvoor ik nooit be stemd was. Maak mij niét tot uw erfgename. Ik wil voor anderen leven; dit is de eenige manier, om tot geluk en vrede te raken." „Maar denk eens aan, kind. wat een goed je zoudt kun nen doen als meesteresse van deze plaats. Ik heb dat niet gedaan; maar jij bent zoo anders. Met geld zou je..." „Nog meer dan aan geld heeft de wereld behoefte aan hulp en sympathie! O. dat heb ik toch zoo ondervonden! Zelfs ik, jong als ik ben, heb dingen gedaan, die een millionalre niet had kunnen doen; ik heb vreugde aan gebracht in enkele harten, waar een gift van duizend pond in het geheel niet geholpen zou hebben. O. tante, u heeft nooit de tranen van een- echtgenoot gezien, als hem werd meegedeeld, dat zijn vrouw toch weer beter zou worden, nadat hij alle hoop had opgegeven; zoomin \ls u de voldoening kent. om een moeder haar kind aan d\n dood te helpen ontworstelen. Misschien is al dat leed ook wel over mij gekomen, omdat lk mooi werk voor an deren opgaf, en zelf gelukkig wilde zijn!" Ze barstte weer in tranen uit en Miss de Roseville liet haar uithuilen. Toen het jonge meisje eindelijk wat kalmer was. zei ze: „Lorraine, Ik geloof dat je gelijk hebt. Ik wil je niet dwingen, hier te komen wonen, als je dit liever niet doet. De Hemel weet. dat ik hier geen geluk heb ge kend: er schijnt een vloek op deze plaats te rusten. Ik zal trachten, er iets anders op te verzinnen; daar kan je zeker van zijn. Ik zal den zaakwaarnemer hier oproepen; als ik dood ben kan je weer aan het verplegen gaan, want ik zal je geen cent nalaten." HOOFDSTUK VUL Het was weer zomer. De tuin in Suttunthorpe stond in vollen bloei; de vruchten rijpten er in overvloed, zoodat er geen handen genoeg waren, om ze te plukken en het gegons van de machine werd al lang vernomen, eer het gezin aan het ontbijt zat. Als werd Inderdaad hetzelfde als het vorige jaar, en ofschoon die tijd bij allen weer zoo duidelijk de herinne ring aan Jeanne wekte, sprak toch niemand van haar. Keith had Mrs. Hassal en Esmay iets gezegd van het geen hij dien avond op den Hall te hooren had gekregen Hij had zich maar met enkele woorden hierover uitgela ten; had niet gesproken van zijn liefdesgeschiedenis met Zuster Jeanne. maar Mrs. Hassell had een gevoel, of haar broer toch in zijn recht was, dat hij boos was op het meisje, dat hen allen misleid had. en zij verbood den kinderen, van haar te spreken. Tot Esmay alleen echter betuigde zij met tranen in de oogen, dat zij toch nooit anders dan goeds kon denken van Zuster Jeanne. „Wat zij er nu ook mee voor had. dat zij hier kwam. zij was voor ons een goeie vriendin en ze was over het geheel bijzonder hulpvaardig en onzelfzuchtig." Esmay had haar eigen beschouwingen over het geval en die waren al zeer nabij de waarheid, want zij was romantisch aangelegd. „Miss de Roseville is dood." kondigde Keith aan. zon der meer. toen hij opkeek van het dagblad, dat 's morgen» altijd tegelijk met de brieven kwam. Lance heeft er mij door zijn schrijven opmerkzaam op gemaakt ande zou ik daar zeker niet op gelet hebben." „Arme ziel!" zuchtte Mrs. Hassell. „Ik vrees dat niet veel betreurd wordt; althans niet hier. in deze st^ Zij was niet populair, is 't wel. Keith?" „Neen, dat geloof ik ook niet" „Ga je naar de begrafenis?" vroeg Winnie. „Neen, kind, ze is gestorven op haav kasteel in Br tagne en ik denk. dat ze ook daar begraven wordt.. Is immers een Fransche?" „Het zal mij benieuwen..." begon Esmay, maar hi" ineens op met hoogroode kleur. Ze keek haar moede: eens aan en dezelfde gedachte was bij beiden opgeko men. dat Jeanne nu rijk zou wezen. De ge achten var Keith waren dienzelfden kant uitgedwaald, ma:r op zij2 gelaat viel niets waar te nemen of de aandoeningen, die hem ontroerden, terwijl hij zijn krant zat te lezen. Dien heelen dag was zijn gemoed vervuld van d< vrouw, die hij zoo boven alles lief had: Wat zoü zij doen met haar leven met het geld. dat nu het hare werd! Zou zij op Walden Hall gaan wonen? Zou hij haar na telkens moeten zien. of onderweg, of in de kerk? Zou ze de plaats verhuren of verkoopen. of er maar eenl een heel enkelen keer komen, zooals haar tante dit deed? Het hinderlijkste was nog wel de gedachte, dat hij haar pachter nu zou zijn. Een paar dagen later kreeg hij 's morgens onder zij® brieven een officieel papier en nadat hij dit ingezien had, keek hij den familiekring eens rond, maar scheen nog niet ln staat, iets te zeggen; ook liet hij zijn ontbijt on aangeroerd staan. Toen hij weer uit zijn kantoortjs kwam. waren de jongens al naar school en Lallie was de kippen gaan voeren; alleen Mrs. Hassell en Esmay wa ren in het vertrek. „Ik heb goed nieuws voor je Hilda: Miss de Roseville heeft mij Walden Hall nagelaten met al het land en de boerderijen. We zullen nu niet meer arm zijn!" Mrs. Hassell had de waterlanders al weer dadelijk bo de hand; maar het waren tranen van onuitsprakelijke vreugde. Esmay keek Keith smeekend aan met een stille bede, om meer te vertellen. Hy deelde haar mee. al wat bi) zelve wist, en zette de wettelijke termen van het docu-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 22