Wat anderen er van
denken.
VOOR ONZE DAMMERS.
Vraagstuk No. 937.
m
gg
as
m
tlf
gf
81
1P
m
m
«f
m
0
9
0
0
m
ÉSt
il
-«e;
0
m
fff
f
i»
VOOR ONZE SCHAKERS.
Vraagstuk No. 938.
B
B
lB
m
Bi
m
m
«St
H
iii
s
B
■s
B
H
EVENTJES DENKEN.
Vraagstuk No. 939.
De Landbouw en zijn nevenbedrijren.
Vraagstuk No. 940.
Abonnementsgelden,
Eindelijk had zij rust gevonden!
van Geo van Dam, Wassenaar.
Zwart: 10.
*=--v
Wit: 11.
De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 9
schijven op 6, 7, 11, 14, 19, 2326 en een dam op 45.
Wit 11 schijven op 17, 21, 22, 30, 32—35, 40, 42 en 43.
Wit speelt en wint.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 929,
van B. P. A. Kloos, Den Haag.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 11 schijven
op 7, 9, 12—15, 21, 22, 26, 27 en 36. Wit 11 schijven op
23, 24, 29, 30, 34, 37, 38 en 41—44. Wit 37—32, 23—19,
29x18, 42—37, 30—25, 25x3, 37—31 en 3x14. Gortmans,
de bekende probleemkenner, schreef destijds reeds:
„Het is ons reeds dikwijls opgevallen, dat de proble
men van den heer Kloos een zelfde karakter hebben
als van den -beroemden Zwitser Bourquin hetgeen uit
vroeger in het maandblad „Het Damspel" gepubli
ceerde standen nog sterker blijkt. Wij wijzen b.v. op
die eigenaardige samengedrongen standen met meest
al zeer diepen winstgang en naslag, waarin beide pro-
blemisten uitmunten.
van Henri Rinck.
Zwart: 2.
b c d e f
Wit: 3.
De .diagramstand in cijfers behoort te luiden: Wit
Kh3, Dg8 en Pg4. Zwart Kf3 en De4. Wit speelt en
forceert op fraaie wijze de winst.
dlge vergelijking. Daar "t cijfer, dat ln het oorspron
kelijke getal de eenheden Innam, zeven is, zullen we
aannemen, dat X de rest van het getal (de andere
5 cijfers dus).
Dan zal 10X 7 het verelschte getal zijn. Als de 7
overgeplaatst wordt naar den linkerkant van 't getal,
jdan krijgen we dus 700000 X en volgens opgave is
dit getal vijfmaal zoo groot als het vorige, dua
700000 X=5 (10X 7)
50X 35
of 49X 700000 35 699965
X 14285
en 10X 7 142857 is het gevraagde getal.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 930,
van Henri Rinck.
De diagramstand was: Wit Kd2, Da4, La2. Zwart
Kh2, Dc8 en een pion op g7. Wit speelt Da4f4; Df4
d6; La2e6; Df6f4 en zet zwart in eenige zetten mat
of wint de dame.
Zwart speelt Kh2h3; Kh3h4; ad lib.
Wit: Da4—f4; La2—d5; Df4—d6;
Zwart: Kh2g2; Kg2g3 enz.
Wit: Da4—f4 Df4—g3; La2—dö;
Zwart: Kh2gl; Kglfl; en wint.
Speelt zwart bij den tweeden zet daarentegen: Dc8
h8 of e3, dan wit La2e6, zw. Kh3g2, en wit Dd6
d5 en wint de dame of geeft mat. Speelt zwart ten
slotte als tweeden zet: Dc8a8 of b7, dan wit La2
e6 en wint eveneens.
Een interessante eindspelstudie, echt zooals we van
Rinck gewoon zijn!
„DE GEVANGENEN IN DEN TOREN."
Een bejaarde Koningin, haar dochter en haar zoon,
die respectievelijk 195, 105 en 90 pond wogen, zaten
boven in een hoogen toren gevangen. De eenige ver-
binding, die zij nog met de aarde hebben, is een touw,
dat over een katrol loopt en dat aan de beide uit
einden van een mand is voorzien. Wanneer de ééne
mand op den grond staat, hangt de andere vlak \óór
het raam. Als de eene mand zwaarder is dan de an
dere, valt de zwaardere natuurlijk naar beneden, maar
als dit overwicht meer dan 15 pond bedraagt, dan
daalt de zwaarste mand met een duizelingwekkende
snelheid en de gevangenen in den toren zullen op
geenerlei wijze het touw kunnen vasthouden. Hun
ee'nig hulpmiddel is een kanonskogel, wegende 75
pond, die boven in den toren ligt. Toch weten zij te
ontsnappen.
Hoe kan dit gebeuren?
OPLOSSING VRAAGSTUK No.
„Mogelijk of Onmogelijk
Dat is zeer eenvoudig en wel als volgt
1N0E7.0 VOK.V
En de uitvoering der sociale wetgeving.
Waar hebben wij met onze organisatie
voor te zorgen?
„HET VIER AAN VTER-PROBLEEM".
Trek op een stuk carton een rechthoekige figuur,
ln tien vierkantjes verdeeld en plaats ln de eerste acht
vakjes, dus bij links te beginnen, acht fiches of geld
stukken om de ander rood en zwart, of, indien met
munstukken, om de ander een dubbeltje en een kwart
je. De opgave bestaat nu hierin, dat men de fiches of
geldstukken twee aan twee verschuift en zoodoende
de vier roode fiches (of vier dubbeltjes( en vier zwar
te fiches (of vier kwartjes) zonder tusschenruimte
naast elkaar komen te staan, waarbij dan de twee
eerste hokjes, dus van links, onbezet zijn, en dan vier
roode fiches worden gevolgd door vier zwarte.
Dit moet ifi vier zetten geschieden. Daarna moeten
de fiches weer naar hun oorspronkelijke plaats terug
bewogen worden.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 931.
„Een eigenaardig getal".
Het vereischte getal is 142857. Vermenigvuldigd met
5 geeft dit 714285. Vermenigvuldigd met 3 geeft dit
428571. Vermenigvuldigd met 6 857142. Zoo moeilijk
als 't vraagstuk moge lijken, komt men toch gemak
kelijk tot de oplossing door middel van een eenvou-
Wanneer we zoo in de dagelijksche sleur rondzien,
dan bemerken we al meer en meer rust onder de be
volking. Men geraakt als 't ware aan de crisit- gewoon,
men bekijkt 't maar van den humorlstlschen kant,
wat zeer zeker bijdraagt tot den vrede. Misschien ls 't
dat er voor de bouwboeren reeds een regeling ls ge
troffen en die der Koeboeren in werking is. Maar hoe
lang ook die steun zal kunnen duren, zal moeten blij
ken en blijft voor ons altijd het parool: let op uw
zaak! Hiermede wordt bedoeld onze gemeenschaps
zaak.
Wanneer er straks eindelijk een evenwichtstoestand
is ingetreden en men dus met zijn arbeid zijn rekening
weer ongeveer sluitende kan maken, dan tal men vrij
algemeen op 't platteland kunnen waarnemen, dat men
zich om zyn zaak bulten zijn bedrijf niet bekommert.
Immers, waarvoor zal men zich dan druk maken?
Uit den aard der zaak werken we van den vroegen
morgen tot den laten avond, om dan zijn bedrijf weer
wat op dreef te krijgen. Maar daarmede mogen we
het volgende niet uit het oog verliezen. Waar niemand
van ons kan zeggen, in welke richting de Maatschap
pij zich zal bewegen, is 't toch van zeer groot belang,
hoe en door wie de gemeenschap en wel ln 't bijzonder
het platteland, vertegenwoordigd wordt.
Er zal weer een tijd komen, dat er winst gemaakt
wordt, 't zij in meer of mindere mate. En dan zal niet
altijd de verhouding tusschen ondernemer en arbeid
goed zijn, althans men kan veronderstellen, dat de
verhouding niet goed is. Wanneer men dan in zoo'n
geval niet iemand heeft, die aan de hand of door on
dervinding van veelzijdige practyk, maar inplaats
daarvan iemand heeft die op de gegronde of onge
gronde klacht van den arbeider speculeert met een
voor hem bepaald doel, met die „hem" wordt dan
de propagandist bedoeld! groote stagnatie ln zaken
ten gevolge kan hebben.
Ik herinner mij als den dag van gisteren: 't Zal
gewexst zijn ongeveer ln 1910, 't kan ook een jaar
eerder of later zijn, een demonstratie aan de Oude-
sluis. Ik zag daar een man staan op een verhooging,
met een mooi jasje aan, een mooi boordje om, maar
met een dreigende vuist, een rood opgezet gezicht van
woede, want die boeren moesten opgehangen worden.
Gevolg was: verontwaardigde gezichten tegen alles
wat werkgever was. Ik vroeg mij af: waarom moesten
die boeren dan eigenlijk wel opgehangen worden? Had
die redenaar hun dan werkelijk kunnen bewijzen, dat
die werkgevers hun plichten niet nakwamen jegens
hun arbeiders? En wanneer hij dat heeft kunnen be
wijzen. heeft hij dan ook gezegd, dat het persoonlijke
egoisme een vrijwel algemeene menschelijke eigen
schap ls? En de toestand wel kan verbeteren, indien
men werkelijk een goede economische staatsleiding
Betaling Ie kwartaal 1932.
Aan onze lezers bniten Scha gen doen wij hei ver.
roek het abonnementsgeld dei Schager Courant over
het eerste kwartaal 1932, ten bedrage van fl.80
(voor courant met Zondagsblad 12.53).
vóór 1 Mei a.s.
aan ons Bureau te betalen, óf over te maken per
postwissel óf over te laten schrijven op onze post»
rekening No. 23330.
Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten*
geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou.
ders) te betalen, geldt dit verzoek niet
Zij, die bij ons op De Prins, Hel Nieuwe Mode*
blad, Qracieuse, enz. zijn geabonneerd, kunnen even-
eens het daarvoor verschuldigde abonnementsgeld
ie kwartaal 1932, op dezelfde wijze toezenden.
Na genoemden dalum wordt geschikt met fO.U
verhooging. Toezending ls dus voordeelig!
Voor Do Prins- 's Het bedrad 1 2-13
Voor Het Nieuwe Modeblad i 1-25
Voor Gracieus® 1 2.15
Voor Panorama f 2.60
Voor Het Leven f 2.50
DB ADMINISTRATIE.
heeft? Dat heeft hij zeker niet gezegd, dat kon hij
niet zeggen, omdat hij niet voor "t algemeen belang
sprak, maar voor groepsbelangen. Hij wilde met die
scherpe, alles-overheerschende crltlek een macht vor
men ten voordeele van hem zelf en niet ten voordeele
van de gemeenschap, want dan had hij die werk
gevers niet moeten willen ophangen. Zoo gaat 't in
werkelijkheid Zijn bijzonder goede redenaarstalent, 'tzy
beschaafd of onbeschaafd, juist of onjuist, weet de
groote massa wel te overtuigen.
En wanneer t dan later blijkt, dat zijn standpunt
toch niet verdedigbaar ls. waarom heeft men dat dan
niet onderzocht, zich voorbereid? Men hoort het vaak
van nlet-leden der Holl. Mij. van Landbouw zeggen:
Wat doet nu eigenlijk de Holl. Mij. v. Landb., wat
brengt zij nu tot stand? Inmiddels pikt hij van zijn
tarwe of bieten of misschien van zijn melk wat mee.
Bedenk dan, geachte criticus, dat u als misschien
betere stuu>wian aan wal staat. En dat u. door lid te
worden en tijdig te overtuigen, pas recht hebt van
spreken. En dan zult ge werkelijk niets hebben af te
kammen, want 't veel betere voorstel, door u Inge
diend, zal door de besturen in dank worden ontvangen.
Zoo zijn hiei in den omtrek nog werkgevers die over
vader of over buurman het Algemeen Hollandsch
Landbouwblad lezen. Zy sparen dan werkelijk f 5 per
jaar uit en hebben toch de gelegenheid, om een hoekje
te gluren of buurman al wat voor hem en daarmede
voor de gemeenschap bereikt heeft. Zoo niet, crltlek,
indien wel wat bereikt is, dan is dat vanzelfsprekend.
Maar, geachte lezer, door zoo te handelen, k*»n 't voor
de gemeenschap en daarmede voor u, van zeer nadee-
Uge gevolgen zijn. Door uw steun wordt meer bereikt
en is uw f 5, besteed aan uw bedrijf, de Holl. Mij. v. L.
de beste, de zekeiste geldbelegging die u ooit tot stand
kan brengen. Deze geldbelegging kunt u zien en over*
tulgen, maar wanneer u voor f 100 Super of Slakken-
meel zaait, dan is daar misschien in alle gevallen
voor f 10 onnoodig en weggegooid geld bij.
Geachte lezer, ik noem hier de Holl. Mij. van Land
bouw op, u kunt ook een andere Maatschappij hoe-
men. Mijn bedoeling is, dat u door 't vereenigingsleven
weet wat er gebeurt en wat er gebeuren moet.
En dat dit noodig is en altijd noodlg zal zyn, blijkt
uit 't volgende. Op de crisisvergadering, j.1. gehouden
te Alkmaar, is door den heer Barendrecht den wensch
geuit om van de Hoogheemraadelasten af te komen.
Genoemde heer noemde dit een luxe bedrijf, wat dan
ook met algemeen handgeklap Instemming vond.
Voor ons is dan de vraag: kunnen we practisch van
die lasten af en of is dat bedrijf werkelijk te duur en
daarom luxe te noemen? Dit is door den heer Baren
drecht niet aangetoond. Ik ben daarom naar den Voor
zitter van dat Waterschap, den heer Wijdenes Spaans,
gegaan om inlichtingen en deze heeft mij gezegd, dat
het bestuur vrij zeker zijn goedkeuring zal geven aan
hen die inzage wenschen van dat bedrijf. Hiermede
worden dan personen bedoeld, die geheel ter zake kun
dig zijn om een dergelijk bedrijf te kunnen beoordee-
len. Ik zou dan willen adviseeren aan 't Hoofdbestuur
van de HolL Mij. van Landbouw, personen te benoe
men die over dat bedrijf ons kunnen inlichten, of hier
werkelijk met onze belastingpenningen gemorst wordt
en bf dat het waterschap opgeheven zou kunnen wor
den, zonder dat wij over een anderen kant belasting
zouden moeten betalen. Van 't een en ander heb ik
het hoofdbestuur in kennis gesteld.
Geachte lezer, wy allen zijn het er over eens, dat de
landbouw steun behoeft. Overtuigd als ieder is dat de
grondgebruiker met sober te leven en hard te werken
FEUILLETON
NAAR HET ENOETSCH.
1L
Keith was buiten zichzelven van drift; zijn donkere
oogen schoten vuur in zijn aschgrauw gelaat. Maar de
storm trok weer even gauw af, als die was komen
opzetten.
„Goeden dag", zei hij. „Ik heb leelijk gedaan. Morgen
zal ik er spijt van hebben. Ik zal daarom nu maar mijn
excuus maken. Als het je moeilijk valt. het mij te ver
geven, bedenk dan. dat je mij van alles beroofd hebt.
van mijn droom, mijn herinneringen, en mijn liefde! Ik
bid den Hemel, dat ik je nooit zal hoeven weerzien."
Hij keek niet naar Jeanne's bleek gezichtje, terwijl zij
belde: maar toen de bediende verscheen, boog hij en
wenschte haar goedenavond.
Maar Mrs. Hassel vergat nooit de uitdrukking "op zijn
gelaat, toen hij dien avond binnenkwam en zij was blij.
dat alleen Esmay bij haar was.
Ze dachten beiden, dat Miss de Roseville hem de hoeve
had opgezegd; in ieder geval had hij een zwaren slag.
gehad; maar ze durfden hem niets vragen.
Dien nacht lagen ze dan ook nog geruimen tijd wak
ker, Esmay sliep altijd bij haar moeder. en kwel
de zich met allerlei gissingen, terwijl Keith nog steeds
zijn kamer op en neer liep met troostelooze wanhoop in
het hart
„De geschiedenis herhaalt zich: wij, de Roseville's
schijnen nu eenmaal voorbeschikt, om veel meer te moe
ten dragen, ons aoor de Waldens aangedaan."
Terwijl Miss de Roseville deze woorden sprak, .schit
terden haar donkere oogen en een bittere glimlach
speelde haar om de lippen, toen haar blanke hand het
gouden hoofdje streelde, dat op haar schoot rustte.
Jeanne knielde naast de bank en was nu ten prooi
aan een uitbarsting van droefheid, zóó geweldig, als die
alleen een enkele maal voorkomt, bij naturen, die juist
groote zelfbeheersching bezitten. Het pleitte voor de
verstandhouding tusschen tante en nichtje, dat zij da
delijk de oude dame alles had toevertrouwd.
Nu had zij ook moeilijk anders kunnen doen: Miss de
Roseville had ai met ongeduld gewacht, tot Jeanne Keith
Walden bij haar zou brengen en toen zij hem had hoo-
ren wegrijden, had ze om haar nichtje gebeld.
Het jonge meisje ging nu weer overeind zitten, wisch-
te haar gezwollen oogen af en deed haar best, haar
kalmte te herwinnen.
,,'t Is alles mijn schuld!... Onze schuld! We hadden
niet zoo dwaas moeten zijn! Maar mijn liefde was zóo
3terk, en u was zóó zeer vervuld van uw edelmoedig
doel, dat wij al het andere daarvoor vergaten. O, ik
neem het u niet kwalijk, tante. U is zoo lief voor mij ge
weest, of u mijn eigen moeder was. Het is mijn schuld
dat ik mij liet verleiden door het geld!"
„Maar ik neem het mijzelve wel kwalijk. Lorraine".
Zoo noemde Miss de Roseville het nichtje altijd, om
dat zij het toch prettig vond, dat zij ook haar petekind
was. „Ik ken den trots en de drift van de Waldens.
dus had ik beter moeten weten. Ik geef toe. dat het een
teleurstelling voor mij is. Ik ben een oude vrouw en ik
laat niet graag een plan los. Wat kan ik nu doen. om
alles weer in het reine te brengen?"
„Niets!" zei Jeanne wanhopig. „Het is nu alles voorbij
Maar toch is er iets, dat u doen kunt en ik zal er u
voor zegenen, als u dat doen wilt". Ze vatte de hand
van haar tante en kuste die. terwijl de tranen langs
haar gelaat stroomden. „Verander uw testament. Laat
mij niet dit landgoed na, tante-lief. en vermaak mij ook
geen geld. Ik haat nu de gedachte daaraan. Laat mij te-
rugkeeren tot mijn werk en vergeten! Hier zal ik nooit
gelukkig zijn; nooit!"
„Wil je bij mij weggaan. Lorraine?"
„O, neen. neen! Ik zal bij u blijven, zoo lang u wilt.
Ik zal u nooit verlaten, maar als ik nu weer heel al
leen ben, laat mij dan terugkeeren tot het verplegen.
Bind mij niet aan een positie, waarvoor ik nooit be
stemd was. Maak mij niét tot uw erfgename. Ik wil voor
anderen leven; dit is de eenige manier, om tot geluk
en vrede te raken."
„Maar denk eens aan, kind. wat een goed je zoudt kun
nen doen als meesteresse van deze plaats. Ik heb dat
niet gedaan; maar jij bent zoo anders. Met geld zou je..."
„Nog meer dan aan geld heeft de wereld behoefte aan
hulp en sympathie! O. dat heb ik toch zoo ondervonden!
Zelfs ik, jong als ik ben, heb dingen gedaan, die een
millionalre niet had kunnen doen; ik heb vreugde aan
gebracht in enkele harten, waar een gift van duizend
pond in het geheel niet geholpen zou hebben. O. tante,
u heeft nooit de tranen van een- echtgenoot gezien, als
hem werd meegedeeld, dat zijn vrouw toch weer beter
zou worden, nadat hij alle hoop had opgegeven; zoomin
\ls u de voldoening kent. om een moeder haar kind aan
d\n dood te helpen ontworstelen. Misschien is al dat leed
ook wel over mij gekomen, omdat lk mooi werk voor an
deren opgaf, en zelf gelukkig wilde zijn!"
Ze barstte weer in tranen uit en Miss de Roseville
liet haar uithuilen. Toen het jonge meisje eindelijk wat
kalmer was. zei ze:
„Lorraine, Ik geloof dat je gelijk hebt. Ik wil je niet
dwingen, hier te komen wonen, als je dit liever niet
doet. De Hemel weet. dat ik hier geen geluk heb ge
kend: er schijnt een vloek op deze plaats te rusten. Ik
zal trachten, er iets anders op te verzinnen; daar kan je
zeker van zijn. Ik zal den zaakwaarnemer hier oproepen;
als ik dood ben kan je weer aan het verplegen gaan,
want ik zal je geen cent nalaten."
HOOFDSTUK VUL
Het was weer zomer. De tuin in Suttunthorpe stond in
vollen bloei; de vruchten rijpten er in overvloed, zoodat
er geen handen genoeg waren, om ze te plukken en het
gegons van de machine werd al lang vernomen, eer het
gezin aan het ontbijt zat.
Als werd Inderdaad hetzelfde als het vorige jaar, en
ofschoon die tijd bij allen weer zoo duidelijk de herinne
ring aan Jeanne wekte, sprak toch niemand van haar.
Keith had Mrs. Hassal en Esmay iets gezegd van het
geen hij dien avond op den Hall te hooren had gekregen
Hij had zich maar met enkele woorden hierover uitgela
ten; had niet gesproken van zijn liefdesgeschiedenis met
Zuster Jeanne. maar Mrs. Hassell had een gevoel, of
haar broer toch in zijn recht was, dat hij boos was op
het meisje, dat hen allen misleid had. en zij verbood
den kinderen, van haar te spreken. Tot Esmay alleen
echter betuigde zij met tranen in de oogen, dat zij toch
nooit anders dan goeds kon denken van Zuster Jeanne.
„Wat zij er nu ook mee voor had. dat zij hier kwam.
zij was voor ons een goeie vriendin en ze was over het
geheel bijzonder hulpvaardig en onzelfzuchtig."
Esmay had haar eigen beschouwingen over het geval
en die waren al zeer nabij de waarheid, want zij was
romantisch aangelegd.
„Miss de Roseville is dood." kondigde Keith aan. zon
der meer. toen hij opkeek van het dagblad, dat 's morgen»
altijd tegelijk met de brieven kwam. Lance heeft er mij
door zijn schrijven opmerkzaam op gemaakt ande
zou ik daar zeker niet op gelet hebben."
„Arme ziel!" zuchtte Mrs. Hassell. „Ik vrees dat
niet veel betreurd wordt; althans niet hier. in deze st^
Zij was niet populair, is 't wel. Keith?"
„Neen, dat geloof ik ook niet"
„Ga je naar de begrafenis?" vroeg Winnie.
„Neen, kind, ze is gestorven op haav kasteel in Br
tagne en ik denk. dat ze ook daar begraven wordt..
Is immers een Fransche?"
„Het zal mij benieuwen..." begon Esmay, maar hi"
ineens op met hoogroode kleur. Ze keek haar moede:
eens aan en dezelfde gedachte was bij beiden opgeko
men. dat Jeanne nu rijk zou wezen. De ge achten var
Keith waren dienzelfden kant uitgedwaald, ma:r op zij2
gelaat viel niets waar te nemen of de aandoeningen, die
hem ontroerden, terwijl hij zijn krant zat te lezen.
Dien heelen dag was zijn gemoed vervuld van d<
vrouw, die hij zoo boven alles lief had: Wat zoü zij doen
met haar leven met het geld. dat nu het hare werd!
Zou zij op Walden Hall gaan wonen? Zou hij haar na
telkens moeten zien. of onderweg, of in de kerk? Zou
ze de plaats verhuren of verkoopen. of er maar eenl
een heel enkelen keer komen, zooals haar tante dit
deed? Het hinderlijkste was nog wel de gedachte, dat
hij haar pachter nu zou zijn.
Een paar dagen later kreeg hij 's morgens onder zij®
brieven een officieel papier en nadat hij dit ingezien had,
keek hij den familiekring eens rond, maar scheen nog
niet ln staat, iets te zeggen; ook liet hij zijn ontbijt on
aangeroerd staan. Toen hij weer uit zijn kantoortjs
kwam. waren de jongens al naar school en Lallie was de
kippen gaan voeren; alleen Mrs. Hassell en Esmay wa
ren in het vertrek.
„Ik heb goed nieuws voor je Hilda: Miss de Roseville
heeft mij Walden Hall nagelaten met al het land en de
boerderijen. We zullen nu niet meer arm zijn!"
Mrs. Hassell had de waterlanders al weer dadelijk bo
de hand; maar het waren tranen van onuitsprakelijke
vreugde.
Esmay keek Keith smeekend aan met een stille bede,
om meer te vertellen. Hy deelde haar mee. al wat bi)
zelve wist, en zette de wettelijke termen van het docu-