Een land zonder armoede.
toch nog achteruit gaat. Doordat we hard werken,
graven we ons nog dieper.
Door regeeringsbemoeiingen heeft men het prijs
niveau van bijv. tarwe boven import-tarwe moeten
brengen om als werkgever jegens anderen zjjn plich
ten na te komen. Hoe of men nu dien verhoogden prijs
gekregen heeft, doet betrekkelijk weinig ter zake, of
Vader Staat 't met onze belastingpenningen befinan-
clert of dat 't direct voor onze rekening komt, zooals
t momenteel dan is.
Vele menschen zouden gaarne gezien hebben, dat die
verhoogde prijs wat meer op de schouders der bezit
tende klasse was komen te drukken, Inplaats van een
zoogenaamde volksbelasting. Ik zou dat persoonlijk
toejuichen, wanneer we dan maar niet de kans belie
pen, dat wij hun door een te hooge of onbillijke be
lastingheffing 't land uitdreven, wat niet onmogelijk
zou zijn. Waar het al meer en meer blijkt dat alle be
drijven steun behoeven, omdat het exploltatiecijfer
over 't algemeen veel te hoog ls eenerzijds, terwijl
anderzijds de opeenhoping van overproductie blijft
aanhouden en er geen voldoende afzetgebied te vinden
Js, en waar in vele gevallen voor het verkrijgen van
die productie import noodig is, b.v. alle mogelijke voe
derartikelen en bijproducten, is 't gevaar niet denk
beeldig dat de Nederlandsche betalingsbalans in ge
vaar komt. En graven wij ons als zoodanig in.
Willen wij weer concurreeren met het buitenland,
dan zullen de algemeene Staatskosten aanzienlijk ver
laagd dienen te worden.
Geachte lezer. Wanneer we zoo luisteren naar het
Beginselprogram der S.D.A.P., dan heeft iedere rede
naar zijn eigen voordracht, welke in alle opzichten
neerkomt op wat zij noemen het ongebreidelde kapi
talisme. Die redevoeringen, gehouden door Professoren
en Doctoren, dienen natuurlijk om de nlet-bezittende
klasse kenbaar te maken met de gevaren, verbonden
aan het kapitalisme. En 't gevaar althans voor de
economische samenleving is dan ook zeer groot. We
denken hier bijv. aan de geweldige kalitrust, vetspy-
zentrustvorming enz. Voor mij is het dan ook een
raadsel, dat vele, zeer vele menschen, ook wanneer ze
anders kunnen, toch kartelvorming steunen, met ge
vaar voor eigen broodwinning. Sommigen meenen dat
daardoor een groote groep arbeiders gesteund wordt.
Dat dit lang altijd niet zoo ia, bewijst wel het vol
gende: Ik was onlangs in een fabriek, waar 15 ver
schillende machines werkten, waaronder nog een
weeg- en optelmachine, zonder een man bediening.
Wanneer we bijv. het boterverbruik in Nederland
nagaan, dan is dat per hoofd en per jaar 6 K.G., in
Canada 13 en in Engeland 8.2, terwijl dii van marga
rine in Nederland is 9 K.G. Als ieder Nederlander nu
evenveel boter als margarine gebruikt, dan wordt
zoo'n geweldige margarinetrust opgebouwd door 5 a
8.000.000 menschen, terwijl men zijn eigen zaak, zijn
boterzaak, verwaarloost. Immers, gaat het den land
bouw goed, dan gaat het een ieder goed. Waarom
wordt er vooral door de S.D. Kamerleden niet meer
aandacht aan besteed? Zij hebben wel salarisverhoo-
gingen, sociale wetgeving in 't leven geroepen, in vele
gevallen zoo geforceerd, dat men tegenmaatregelen is
gaan nemen.
Zoo kan het gebeuren, dat het socialisme niet het
goede doel bereikt. En dat men voor het platteland
nog weinig gedaan heeft of heeft willen doen, bewijst
wel de crisis, die hier veel scherper gevoeld wordt dan
in de stad. Het platteland is dan ook in alle opzichten
het kind van de rekening. Denk b.v. aan het onder
wijs. De salarissen zijn in de steden hooger dan hier;
gevolg is dat de beste krachten daarheen trekken.
Geachte lezer, een dergelijke politiek heeft voor ons
geen waarde. Wanneer dan ook een plattelands-arbei
der met zijn collega uit de stad, hun afgevaardigde
kiezen, tot nog toe in hoofdzaak theorie-menschen,
dan dient men er voor te rekenen, dat zijn stem even
veel waarde heeft als die van zijn collega. Maar zijn
.belangen in vele opzichten niet.. Steunt niet op uwe
vertegenwoordigers, omdat zij zegels-, ziekte- of onge
vallenwet in het leven hebben geroepen, want wanneer
dit door de werkgevers niet opgebracht kan worden,
dan heeft het voor u practisch geen waarde.
Ik hoop, geachte lezer, wanneer u economische sa
menleving wenscht, te zijner tijd uw stem uitbrengt
op plattelandsvertegenwoordigers. Sociale economische
staatsleiding heeft voor ons groote waarde, wanneer
jve bijv. denken aan het effectenbezit, dat door de hui
dige politiek nog onaangeroerd is en als zoodanig mis
schien voor millioenen verzwegen, en dan vanzelf aan
de belasting onttrokken wordt. Dit is wel een der
machtige wapens tegen politieke socialisatie. Een
groote fout, die we dagelijks tegen de economische
samenleving waarnemen, is wel, dat er nog vele
ouders zijn, die hun kinderen pr&ctische leiding ont
houden. Zoo noodig 'theorie is, zoo noodig is ook prao-
tlsche leiding. Denk niet, dat u de onthouding als wa
pen kunt gebruiken tegen verkeerde maatschappelijke
stellingen. Maar bedenk, dat onze jongens straks hun
Techt van bestaan aan handen en hersenen moeten
bewijzen. Dat goede vakkennis zijn waarde heeft, be
wijst wel dat het hoogste en het laagste in het loon
niveau momenteel ln den landbouw een verschil van
f 7 per week geeft.
Nu de regeering steun verleent, zou ik ernstig in
overweging willen geven, dit zoo economisch mogelijk
te doen en dan buitenlandsche werkkrachten te weren.
J. KATER.
Wieringerwaard.
ment zoo goed mogelijk in verstaanbare taal over. De
firma eindigde, met hem haar diensten aan te bieden en
stelde hem voor, of zij een vertegenwoordiger naar hem
zouden zenden, of dat hij soms zelve naar Londen zou
komen.
,.Ik denk, dat ik zelf maar zal gaan." zei Keith. „En
dan ga ik ook vandaag. Ik heb toch geen rust ln mij
voor mijn werk."
„O. Keith!" riep Esinay. „Het ia te mooi om waar
t« zijn! Ik kan het nog niet gelooven. Ben je niet blij?"
„Ik ben blij voor jullie. Het zal jo allen heerlijk te pas
komen."
„En jou toch ook. Keith?!"
Hij antwoordde hier niets op, staarde Esmay en haar
moeder aan met tranen ln de oogen en wendde zloh
toen al.
Was dit van vreugde, dat hij zijn voorvaderlijk huis
"eer terug had? Was het van verlichting, dat hij nu
Wet meer zoo hard zou hoeven te werken en dat hij
°ok bevrijd zou zijn van den druk der armoede?
Keith had dus een onderhoud met Mr. Rlchardson, het
hoofd van de firma van zaakwaarnemers in Londen;
maar omtrent één punt scheen de oude heer hem niet
willen inlichten, zoodat Keith hem dan ook op den
vroes:
Wijlen uw cliente. Miss de Roseville. had een nichtje
0'c. naar ik vast weet. In de meening verkeerde, dat zij
'n het bezit zou komen van het goed. dat ik nu geerfd
«eb. Al wat ik u vraag is; heb ik haar arm gemaakt
door de erfenis te aanvaarden?"
m&g ik u niet zeggen, en neem mü niet fcwa-
'Ok is dit eigenlijk uw zaak wel?"
„Zeker, is het mijn zaak! Denkt u. dat ik nu zóó maar
kalm de erfenis van Miss de Roseville aanvaarden zal.
zonder mij in het minst te bekommeren over degene, die
*e eigenlijk had moeten hebben? Dit nichtje kan wel
geheel zonder iets zijn achtergebleven en zij had zich
n°g verdienstelijk gemaakt jegens haar tante, lk niet."
„Dit ben ik niet met u eens. Mijn vader was reeds
zaakwaarnemer van de De Roseville's vóór mij en ik
en wel degelijk op de hoogte van de manier, waarop
ei goed hun in handen viel. Uw vader. Mr. Walden,
er wederrechtelijk uit verdreven: Raoul de Rose-
En* ,he€ft ln deze gewetenloos gehandeld, zooals geen
dat °°,t: gedaan zou hebben. Mis de Rose-
e heeft u daar enkel voor schadeloos gesteld; dit heeft
231 "lve tegen mij gezegd."
He ft**#0 bli^' dit te hooren* maar mijn vraag is nu deze:
eeit Miss Landon of Miss de Roseville geloof ik.
Waar de natuur voor
alles zorgt.
Geen zorgen, geen belastingen. Gen ko
ningin over vijf koraalriffen. Leger-
sterkte van 12 man. Staats-
erf recht.
HET is vooral in den tegenwoordigen tijd zeer
moeilijk, zoo niet onmogelijk, landstreken aan
te wijzen, van welke men zou kunnen zeggen,
dat ze iets van een aardsoh paradijs weg hebben
Velen die zich reeds lange reizen hebben getroost om
een dergelijk oord te ontdekken zijn steeds weer bedro
gen uitgekomen. Maar toch heeft deze idee gedurende
alle tijden een machtigen invloed op vele groote geesten
uitgeoefend. Mannen als Thomas Morus Bellamy,
Hertzka Kropotkine, Leo Tolstoi, Louis Blanc, Jean
Louis Proudhon, Saint Slmon. Frederik van Eeden en
nog vele anderen, wier invloed op hun tijd nog vrij dui
delijk valt aan te wijzen hebben in hun werken leefre
gels aangegeven, die wanneer zij maar door de massa
zouden worden toegepast naar hun zeggen onge
twijfeld tot het gewenschte utopia zouden moeten leiden.
Sommigen hebben zelfs een korten tijd meegemaakt,
waarin hun plan werd geëxperimenteerd, maar geen
hunner heeft de voldoening mogen smaken, dat hun
paradijs-achtige theorieën in duurzame werkelijkheid
zijn omgezet
Het denkbeeld, dat men zich van een ideale staat
vormt, wisselt voortdurend en aan de hand van de gel
dende tijdsomstandigheden. Wanneer minder prettige
toestanden hun stempel op een bepaalde periode hebben
gedrukt, dan is het ook juist de afwezigheid van deze
gebeurtenissen, waardoor in het brein der menschen
het paradijs wordt gekenmerkt.
In Britsch-Indië wordt de heilstaat gekarakteriseerd
door de afwezigheid van de brandende zon en het uit
blijven van hongersnooden, ln Egypte stelt men zich in
de eerste plaats den hemel voor als een land. dat nooit
door de sprinkhanenplaag wordt bezocht en de Indiaan
noemt zijn paradijs „de eeuwige jachtgronden", waar al
tijd volop wild zal zijn dat hij zal kunnen jagen. In de
zen tijd, waarin men in verband met de ongunstige eco
nomische omstandigheden in verhouding tot de afne
mende ontvangsten, den druk der belastingen als een
onevenredig zwaren gevoelt, stelt men zich als een van
de meest opvallende kenmerken van een utopia voor:
de ontsteltenis van eiken belastingplicht; naast de auto,
die nog nooit een ongeluk kreeg en die bovendien con
tant betaald werd ls het land zonder belasting een twee
de modern sprookje geworden.
Toch berust dit laatste niet geheel op waarheid. Er
zijn op onze aarde n.1. eenlge plaatsen aan te wijzen,
waar men naar het schijnt volkomen zonder zorgen zijn
leven slijt. Wel ls de afstand van Nederland tot deae
streken niet gering, maar waarom zou men dicht in de
buurt blijven wanneer men veraf het goede 7nu kunnen
vinden?
Salote Toeboe, de heerscheres der
Tonga-eilanden.
dat zij nu heet, genoeg om van te leven?"
„Waarde heer. wat dit betreft, hoeft u zich geen zor
gen te maken. Miss de Roseville Landon schrijft een
ingeving te hebben gehad, dat u zich ongerust zoudt
maken over haar toekomst. Ze is gisteren bij mij ge
weest ze was juist uit Bretagne terug en heeft mij
verzocht, u mee te deelen. als u er soms naar vragen
mocht, dat ze uitstekend bezorgd is."
„En mag ik ook vragen op welke wijze?"
„Neen. dat mag u niet. Ik wil er alleen op wijzen dat
de bezitting van Miss de Raseville in het Graafschap
Lelcester slechts een deel uitmaakt van haar totaal
bezit. Behalve haar landgoed in Bretagne had zij huizen
in Parijs, een in Londen, een villa ln Cannes en tal-
loozo geldswaardige papleren."
Keith Walden vroeg niet meer; Hij overlegde bij zich-
ven: Jeanne was dus nog rijk, terwijl hij niet meer be
hoeftig was. Zou dit een ander „plan" van Miss de Ro
seville zijn geweest, om hen tot elkaar te brengen? Op
dat oogenblik zou hij onmogelijk kunnen gezegd hebben,
of die gedachte hem welkom was of niet.
Kort daarna nam hij afscheid van Mr. Richardson.
Op het laatst vroeg Keith nog: zou hij soms het adres
van Miss Landon kunnen krijgen? Maar dit verzoek wei
gerde de zaakwaarnemer beleefd, hij was er zeker ook
op voorbereid geweest.
Terwijl de trein hem naar Suttonthorpe terugbracht,
dacht Keith weinig aan zijn erfenis, maar veel aan de
vrouw, die het hem echter duidelijk had gemaakt, dat
zij geen deel wilde hebben in zijn lot. Met onbeschrijfe
lijke teleurstelling besefte hij dus, dat Jeanne hem niet
vergeven had en dat zij wenschte, hoe zij in de toekomst
vreemden zouden blijven.
In den herfst hadden de Waldens al hun Intrek ge
nomen op den Hall. Het overgaan was heel gemakkelijk
geweest, want Miss de Roseville had alles precies zoo
gelaten. Om Kerstmis waren de buren eenigszins be
komen van hun verrassing en de Waldens zeiven waren
nu ook gaan begrijpen, dat hun tegenwoordig leven
werkelijkheid was en geen droom. En de voorspoed be
dierf hen niet: ze bleven even eenvoudig, ofschoon hun
opvoeding meebracht, dat zij zich volstrekt niet mis
plaatst voelden in hun nieuwe omgeving.
Lance was naar Oxford en Fulke en Gil waren op
King Henry's school. Winnie was naar een groote kost
school gestuurd en voor Lallie was een interne gouver
nante aangenomen, een zeer bekwame jonge dame, die
ook Esmay kon helpen met haar muziek en andere'stu-
De Tonga-eilanden in de Zuidzee.
Wij bedoelden nJ. de Tonga-eilanden, die tezamen in
de Zuidzee een kleine archipelgroep vormen, ongeveer
gelegen tusschen de Fidschi-ellanden en Samoa, en die
uit koraalrifen bestaan. Zooals bekend vormen deze een
zeer vruchtbaren bodem voor vele voedingsgewassen,
de kokospalm geeft aan het koraaleiland zijn eigenaar
dig silhouet, vele vruchtensoorten groeien er ln het wild
en het suikerriet stelt den bewoners in staat volop van
Een van de lijfwachten voor het paleis
van SaMe Toehoe.
het „zoet des levens" te genieten. De natuur zelf zorgt er
zoo rijkelijk voor het voedsel der eilandbewoners, dat
deze er slechts voor hebben zorg te dragen, dat telken
male de overvloed wordt vernietigd: zouden zij hieraan
te weinig aandacht besteden, dan zou het niet zeer lang
duren of aJ deze goede dingen zouden hun letterlijk tot
den mond opgroeien. In plaats van te bereiken, dat geen
gebrek wordt geleden, zijn deze Tonga-bewoners er juist
op gespitst, om te bewerken, dat geeen overvloed ont
staat!
Tot de Tonga-archipel behoort ook het zonderlinge
eiland Fin Can, dat eenige jaren geleden van zich deed
spreken, omdat een algeheele zonsverduistering juist
daar het best op de geheele wereld was waar te nemen
Het meest eigenaardige van dit eiland is echter, dat de
z.g. internationale datumgrens precies over zijn grond
gebied loopt, zoodat het er b.v. tegelijkertijd Dinsdag
en Woensdag ia
Deze eilandengroep heeft in totaal een oppervlakte van
385 vlerkante mijlen, waarop 26587 gelukkige bewoners
hun levensdagen zoekbrengen. De gemeenschap dezer
gelukkige stervelingen moet natuurlijk worden bestuurd
en geregeerd. Doo wie en op welke wijze geschiedt dit
op de Tonga-eilanden?
De regeeringsvorm, die men er heeft is die van een
Monarchie, een Koninkrijk, het eenige dat men heden
ten dage nog op de vele Zuidzee-eilanden vermag aan te
treffen. Aan het hoofd ervan, staat een Koningin met
den korten, dooh pompeuzen naam Salote Toeboe. die
onlangs door Engeland als heerscheres werd erkend on-
den den weidschen titel van „Dame Commander", het
geen zooveel wil zeggen als eerecommandante.
Een koningin met een lichaamsgewicht
vaci 300 pond
Het loont de moeite iets meer van deze dame te ver
nemen. Het is van voldoende bekendheid, dat vooral bij
primitieve volken de stamhoofden meestal de sterksten
die, die door gebrek aan tijd wel wat had moeten ver-
waarloozen.
Nog was Keith nu niet rijk te noemen en hij wist,
dat de jongens hem jarenlang zeer veel zouden kosten;
dus kon hü het volstrekt niet over den balk gooien!"
Ofschoon dit toch geenszins zijn aard was.
Hij had zelve Suttonthorpe beheerd tot het voorjaar en
had toen geen moeite qgehad. om het te verhuren. On
der degenen, die zich doorvoor aanmeldden, was ook ge
weest Heber Scott. Miss de Roseville had hem zijn
ontslag gegeven zonder getuigschrift, kort nadat zij
hem al een gedeelte van het beheer van zijn rentmeester
schap had ontnomen door rechtstreeks de zaken van
Suttonthorpe met Keith te behandelen. Ze had hem laten
roepen gedurende den Kersttijd, die zij op Walden Hall
doorbracht, en had hem toen meegedeeld, dat zij een
onderzoek had ingesteld naar de beschuldiging, die tegen
hem was Ingebracht en die zij bevestigd had gevonden.
Dit was nu een jaar geleden en Scott had sinds dien
niet meer gewerkt, maar was in allerlei slechte gewoon
ten vervallen, die dan ook wel degelijk haar sporen had
den achtergelaten op zijn uiterlijk, zoodat hij nog slechts
een wrak was van hetgeen hü placht te zijn.
Zwijgend had hü de weigering van Keith aangehoord,
om hem Suttonthorpe te verhuren en toen hü daarna
nog even roerloos bleef staan, vroeg Keith hem. hoe hij
er eigenlijk toegekomen was, om zich hiervoor candidaat
te stellen.
„Je kent mün opinie, Scott. Had je ooit een ander ant
woord verwacht?"
„Ja, zeker. Ik dacht, dat je zóó tenminste weer eenigs
zins had willen goed maken, dat je mü uit mijn betrek
king hebt verjaagd. Want ik weet. dat het geheel je
schuld is; niemand anders had zoo iets durven zeggen
en Miss de Roseville ls nooit meer dezelfde geweest,
sinds jij op dien dag met haar gesproken had."
„Daar vergis je je toch in. Miss de Roseville heeft op
zichzelve onderzoek gedaan. Door eigen wangedraag heb
je de betrekking verloren en dat weet je ook zéér goed."
Scott ontkende dit niet, maar zou het nu nog eens
over een anderen boeg wenden.
„Nu je zelve zoo gelukkig bent geweest, dacht ik
dat je eerder geneigd zoudt zyn, eens een ander te hel
pen, die niet zoo voorspoedig was. Ik heb nu in geen
jaar iets te doen gehad en myn vrouw tobt er ook zoo
over."
„Ik wilde dat ik je helpen kon, Scott, of liever: dat
je hulp waard was. Maar je drinkt en verspeelt alles. En
je vrouw, nu, daar schijn je je anders ook niet al te
onder hun makkers waren. Salote Toeboe kan natuurlyk
op deze eigenschap geenerlei aanspraak maken; zij is
echter onbestreden de dikste vrouw van de Tonga-eilan
dengroep met een gewicht van 300 pond en klaarblijke
lijk heeft dit op den eerbied, die men haar overal be
toont een zeer voordeelige uitwerking.
Op alle koraalriffen, die onder haar heerschappij
staan, geldt haar woord als wet. ofschoon zü eigenlyk
aan Engeland onderhoorig ls. Er is hier n.1. sprake van
een protectoraat, dat 30 jaar geleden op verzoek der
Tongabewoners werd Ingesteld. Dit verzoek valt uitslui
tend te verklaren uit het geweldige ontzag, dat bijna
alle Zuidzee-ellandbewoners voor bekende blanke perso
nen koesterden.
Alle Inboorlingen, die dus ook. zonder er iets van te
merken, op twee dagen tegelük leven, kijken vol eerbied
naar hun machtige vorstin, die er behalve door haar
grooten omvang bovendien zeer imposant uitziet wan
neer zij zich bü bepaalde gelegenheden aan haar volk
toont. Ondanks de grootste hitte draagt zü dan een
hermelünen mantel, terwyl een kroon haar hoofd siert.
Maar hoezeer zij zich op feestdagen of bü bijzondere ge
beurtenissen ook moge versieren, schoenen zal zij nooit
dragen, daar zü fel tegen dit product van Europeesche
beschaving gekant is.
Haar paleis, dat gelegen is in de hoofdstad der Tonga
eilanden ls wel heel anders dan men zich over het alge
meen het verblüf van een Oostelijke vorstin voorstelt.
Het ls een vriendelijk uitziend blokhuis in bouw on
geveer overeenkomend met die van een ouderwetsch
Zwitsersch familiepension waarin spiegels, tapijten
en zelfs een badkamer aanwezig zijn. Voor het paleis
staat een vierde deel van het geheele leger opgesteld,
dat uit 12 manschappen bestaat, niet ter bescherming,
maar uitsluitend voor decoratieve doeleinden. De wach
ten presenteeren een soort geweer, dat eveneens slechts
tot versiering dient.
Armoede is er onbekend.
Het is niets anders dan een uitgesneden stuk hout,
dat met een geweer alleen nog maar den vorm gemeen
heeft.- Waartoe men in 's hemelsnaam op de Tonga
eilanden een geweer noodig heeft is dan ook een raad
sel. Het gansche rük straalt van tevredenheid en ar
moede is er dank zij de goedgeefsohheid van Moeder
natuur volkomen onbekend. Een revolutie tegen het
bewind van Salote Toeboe behoort tot de absolute on
mogelijkheden. Dit laatste zal men des te beter begrij
pen, wanneer men weet, dat zy regeert onder de wer
king van een aantal wetten, die voor een deel door haar
zelf werden Ingesteld en die men tot de meest moderne
kan rekenen, maar die tegelykertijd een oerkarakter
dragen. Zoo krügt b.v. Iedere bewoner van deze eilan
den-groep by het bereiken van den 16-jarigen leeft yd van
staatswege gratis een stuk land in bewerking, teneinde
het te bebouwen met gewassen die voor het dagelyksch
levensonderhoud belangrijk zijn, zulks als een voorbe
hoedmiddel tegen de armoede. Dit land kan niet worden
geërfd, na den dood van lederen man komt zijn grond
weer aan den staat terug, die het dan opnieuw aan
anderen in bruikleen geeft.
Uit het bestaan van dezen tusschenvorm tusschen
privaatbezit en staatssocialisme mag men niet besluiten,
dat ook op andere deelen der aarde een experiment met
een dergelük soort communisme kans van slagen heeft.
Op de Tonga-archipel kan men dit selsel uitsluitend
duurzaam toepassen, omdat by den natuurlyken over
vloed van den bodem de noodzaak van een al te econo
misch omgaan met de opbrengst der productie niet ur
gent kan worden genoemd.
Zeer zeker heeft men hier te doen zü het dan ook
op beperkten schaal met een land waarvan vele we
reldbewoners en economen hebben gedroomd een
land zonder armoede, zonder zorgen en... zonder belas
ting.
Amerikaansche „Blauwhemden".
De politiek uit zich heden ten dago in hemden
kleuren. Mussolini voerde de „zwarthemdenin en
de Duitsche Nationaal-Socialisten dragen, wanneer
het niet, als gevaarlijk voor den staat, verboden is,
bruine hemden; de Britsch Indische Nationalisten
hebben roode hemden voor hun partij-uniform geko
zen. Ierland verdedigt zijn republiek door mannen
met groene hemden, en om de kleurenreeks te helpen
coinpleteeren heeft de Pittsburgsche priester R. Cox
voor zijn nieuwe „Werklozen-Partij" blauwe hemden
uitgezocht.
Deze nieuwe partij, die naar beweerd wordt reeds
meer dan een millioen aanhangers telt, wil op haar
meeting van 17 Augustus te St. Louis, een eigen
candidaat stellen voor het presidentschap der V. S.,
indien niet vóór dien tijd hun eischen door de beide
andere partijen, de Republikeinen en de Democraten
op hun program overgenomen zijn. Uit geldgebrek
zullen de leden der nieuwe partij van alle denkbare
transportmiddelen die weinig of niets kosten ge
bruik maken. Ook willen zij uit alle deelen van het
land geweldige massa-marschen naar St. Louis in
beweging zetten. De partijleden in den staat Pennsyl-
vania hebben bereids besloten, hun colonne in de
eerste week van Augustus te laten optrekken, om
tijdig in St. Louis aan te komen. De strijdbare pries
ter Cox kondigt echter aan, dat hij zijn leger van
„blauwhemden" in denzelfden rooden vrachtwagen
zal aanvoeren als waarmoe hij onlangs den „Honger-
marsch" naar Washington leidde.
veel van aan te treken! Er zyn toch nog zooveel klei
nere boerderijen dan Suttonthorpe. die je best alleen
zoudt kunnen beheeren. Wil je er daar een van hebben,
dan zal ik er je bü helpen zooveel als ik kan."
„Ik ben zelf geen boer," zei Scott verachtelijk. „Ik
zou niet met mijn handen kunnen werken."
„Ik heb jaren lang met de handen gewerkt en ik ben
er niets minder op geworden. Probeer het ook eens, Niets
zal je beter van je slechte gewoonten afhelpen en is
gezonder voor het lichaam dan hard werken."
„Ik ben niet hier gekomen, om een preek aan te hoo
ren? Was ik dan maar liever weggebleven. Ik heb
Alice wel gezegd, dat het niets geven zou, of ik bij je
aanklopte, maar zü meende, dat je het misschien zoudt
doen om der wille van Miss Landon."
Dit zeggende, keerde hü zich om en wilde gaan. maar
op gebiedenden toon riep Keith hem terug.
„Waarom haal je hier den naam van Miss Landon
bij? Verklaar dat eens nader!"
„Mün vrouw was kamenier bü Miss de Roseville en
zü hield heel veel van het nichtje. Zuster Jeanne zoo
als zij haar noemden eer zü op den Hall kwam. Ik
was nu niet zoozeer op haar gesteld, want zy deed haar
best, om Alice tegen mij op te stoken. „Geef hem op!"
had zij gezegd. „Je zult er nog spüt van hebben, als je
met hem trouwt, want het is een slecht mensch; dit zegt
Mr. Walden." Zü hield ook veel van haar en is later heel
virendelük voor haar geweest, dat moet ik erkennen.
Ze heeft haar met Kerstmis haar goed achterna ge
stuurd, anders had Alice het zeker nooit gekregen, want
ik had haar overgehaald, om er stilletjes met mij van
door te gaan, iets dat de oude dame haar nooit vergeven
heeft"
„Wat heeft dit alles met mij uit te staan?"
„Niet veel. Alice heeft Miss Landon geschreven, ol
zy ook soms tusschenbeide wilde komen, dat ik Sutton
thorpe kreeg, maar dit weigerde zy. Alice heeft mij al
een heelen tijd geleden verteld, dat jullie liefde voor el
kaar voelden, maar dit was mij geen nieuws meer: ik
had je al gezien, teen zy op Suttonthorpe was. Ze deed
toen haar best om je te vangen, maar je bent wel zoo
verstandig geweest, om haar los te laten, toen je dit
goed kreeg."
Verschrikt deinsde hy achteruit, want Keith trad op
hem toe met gebalde vuisten en vlammende oogen.
Wordt vervolgd.