HET KLOKJE VAN
GRAAF DE SOIZY.
Plaatselijk Nieuws.
Naar Alkmaar overgebracht.
Officieele opening
Openbare Lagere School.
DE EERSTE KOEIEN NAAR
DE WIERINGERMEER.
NIEUWE NXEDOBP.
V.CX. I—N. Nledorp U 2—3.
N.V.V. a—Hollandla a 0—11.
Een N.V.V. II met drie invallers voor G. Bart, C.
Keetman en A. Dangrereis is er in geslaagd om den com
petitiewedstrijd tegen V.CX». I met 32 te winnen. De
invallers J. Goet. E. Bakkum en C. Deugd hebben zich
bijzonder geweerd, vooral laatstgenoemde is een aan
winst in de vuurlinie. Voor de rust was het verband zoek
n^ede door den wind. mede door onzuiver plaatsen.
V.C.L. alhoewel lang niet overweldigend spelende, provi-
teerde hiervan en wist door een penalty en een mis
verstandje in de achterhoede den stand op 20 te bren
gen. Waren de N.V.V.-aanvallen voor de rust ongevaar
lijk, na de rust waren zij veel gevaarlijker, er werd
flink geschoten en aardig gespeeld, het was Deugd die
met een ver hard schot den stand op 21 bracht, uit
een voorzet van Toepoel maakte Jn. Kuiper het tweede
BALDADIGHEID.
De heer C. S. van Schagerbrug, die in eene gehuurde
auto van de «firma De Moor Zondagavond een bezoek
bracht hij den heer J. Gr., op Lagedijk alhier, kwam bij
zijn vertrek tot de minder aangename ontdekking, dat
hij geen lichten meer had. In den tijd dat de auto bij G.
op het erf stond, hadden baldadige handen de koplam
pen zoo goed als geheel gesloopt.
Men vraagt zich af, of dit nu een ongepaste aardig
heid is, of baldadigheid of diefstal.
De vermoedelijke dader van de ernstige mis
handeling.
Naar wij vernemen is De Gr., die door onze politie
werd vastgehouden, omdat hij verdacht werd den dader
te zijn van de ernstige mishandeling in de hal van het
Theater Royal, de vorige week Zondagavond plaats ge
vonden, Zaterdagmorgen naar Alkmaar overgebracht.
Kort verhaal
LESLIE GORDON BARNARD.
Naar het Engelsch van
(Nadruk verboden.)
„Dit klokje", zei de kleine horlogemaker beleefd,
„is niet te koop meneer".
„En u hangt het in uw winkel!"
„Maar het is mijn eigendom niet; de eigenaar, me
neer Block, een bekend verzamelaar en groot ken
ner van zeldzame uurwerken, is zoo vriendelijk ge
weest het voor een kleine reparatie aan mijn hoede
toe te vertrouwen."
De man voor de toonbank liet zijn handen als lief-
koozend over de klok glijden. Hij droeg een hoornen
bril met groote glazen, een jas met een bontkraag,
waarin zijn hoofd half schuil ging en had een afhan
gende snor, waarop de kleine horlogemaker een paar
maal de schrandere oogen richtte. Het bleef even
stil: toen zuchtte de bezoeker.
„Het is een merkwaardig stuk", zei hij bewonde
rend.
„Ongetwijfeld."
„Het heeft zeker een geschiedenis?"
..Natuurlijk, Meneer Block bezit alieen maar uur
werken, waaraan een geschiedenis verbonden is."
„Ik zou de geschiedenis van dit mooie vergulde
dingetje graag eens hooren. Het is van Franschen
oorsprong, nietwaar?"
„Ja, meneer."
„Mag ik het eens bekijken?"
„Nu
Maar de bezoeker had het klokje al opgenomen.
In zijn oogen, achter de groote glazen, was een be-
geerige schitterinsr. Hij vertelde den kleinen horloge
maker niet, dat dit niet den eersten keer was, dat hij
het sierlijke uurwerk in handen had.
De eerste maal was het in de woning van Mr. Block
geweest. Block had toen een aantal bekende verza
melaars waaronder Cabal bij zich gehad en
hun zijn schatten laten zien.
„Of ik dit klokje verkoopen wil?" had Block een
desbetreffende vraag lachend beantwoord. „Ik denk
er niet aan. Dit klokje heeft tijdens de Fransche re
volutie de laatste uren van den graaf van Soizv ge
slagen. Hij was er erg aan gehecht en met wat han
dige omkoopine slaagde hij erin het in de gevange
nis te smokkelen.
De bewakers r aakten er tegen elkaar grapjes over,
dat de kleine klok, met haar heldere, zilveren trom
petklank zoo vroolijk het einde van haar ten doode
opgeschreven eigenaar aankondigde. Er wordt ver
teld, dat na de terechtstelling van den graaf, de be
wakers aan het bakeleien sloegen om het bezit van
het fcine, smaakvolle ding met zijn eigenaardig slag
werk één van hen schijnt er in geslaagd te zijn
het weg te goochelen en zoo is het bewaard ge
bleven tot op dezen dag. Neen heeren, ik zou het
voor geen geld ter wereld willen missen."
Terwiil hij dan voor- de toonbank van den kleinen
horlogemaker stond, dacht Cabal aan dit gesprek en
hij glimlachte in zichzelf.
„Meneer Block moet wel een onbeperkt vertrou
wen in u stellen, dat hij u dit Klokje in handen
geeft!"
De horlogemaker boog.
„Het is voortdurend onder mijn oogen geweest. Ik
heb het. vanmorgen bij meneer gehaald en ga het
terugbrengen als i.. den winkel straks gesloten heb.
Zooiets kan men niet aan een loopjongen toevertrou
wen!"
Cabal knikte. Plotseling haalde hij zijn horloge
een heel gewoon horloge uit den zak.
„Het glas is gebroken", zei hij. „Ik wilde er graag
een i ,w op hebben. Hoe lang duurt het?"
„Niet lang, meneer, maar
„Ik kom het wel even halen", viel Cabal hem
haastig in de rede.
„Hoe lac.t sluit u?"
„Precies zeven uur."
„Ik denk, dat ik dat nog wel haal. Anders kom ik
morgenochtend."
„Uitstekend meneer."
Cabal groette en v_fliet de winkel. Achter hem
klonken drie zilveren tropetstooten. Drie uur!
Ook andere klokken verkondigden het uur, maar
deze bestonden eenvoudig niet voor Cabal. De
vreemde schoonheid v n de zilveren toonen deed een
lichte rilling door hem heengaan het klonk bijna
als een lach! Ha-haa! Iia-haa! Ha-haa! Drie keer een
korte toon en één lange; toen niets meer; alleen
vielen de andere klokken in, maar die telden niet
moe.
Cabal's geest werd onweerstaanbaar getrokken
naar de huiveringwekkende dagen, toen de bloem
van Frankrijk als slachtvee naai de guillotine
werd gevoerd en dit spotzieke klokje met zijn vroo-
lijke trompettonen de snel-vliedende laatste uren
van een zwierigen adellijken graaf had begeleid.
F.cn oogenblik later stak hij werktuigelijk zijn hand
in ziin horlogezakje; een glasscherfje, dat daarin
achtergebleven was, verwondde zijn vinger; een
druppeltje bloed kwam te voorschijn.
Hij stond er een oogenblik naar te kijken, zich af
vragende welke geheimzinnige aandrift, welke profe-
doelpunt en het was K. Blokker die uit een genomen
corner met een goeden kopbal het winnende doelpunt
wist te maken. V.C.L. probeerde nog wel gelijk te ma
ken, maar de N.V.V.-backs en in laatste instantie onze
keeper Bakum verdedigden zoodanig, dat de stand on
gewijzigd bleef.
De N.V.V.-halflinie met Cees Barsingerhorn aan het
hoofd wist telkens het spel weer te verplaatsen, maar
de voorhoede kon het net niet meer vinden (moeilijke
zoeken, ze waren er niet.) Ons tweede moet nog één
wedstrijd spelen voor de competitie, en wel uit tegen
Sijbekarspel 1. Volgende week speelt N.V.V. 2 tegen
Kolhorn 1 uit voor de Schager Beker. En indien de
wedstrijd M.F.C. 1—Vrone n doorgegaan is, speelt N.
V.V. 1 tegen den winnaar hiervan thuis.
Rest ons nog te melden, dat ons adsp. elftal het lang
niet van de Hoornsche adsp. kon winnen. Maar als
jullie alelmaal aangepakt hadden, had e nederalag wel
kleiner kunnen zijn jongens. We rekenen, dat jullie
een volgende maal beter zullen spelen, hoor.
om daar aan de justitie te worden uitgeleverd.
De toestand van den getroffene P., nam inmiddels een
dusdanige wending dat Vrijdag een specialist uit Alk
maar is ontboden en Zaterdagmiddag te ongeveer 6 uur
opname in het Ziekenhuis te Alkmaar noodzakelijk werd
geacht. Onmiddellijk moest daar operatief worden inge
grepen. Zijn toestand is zeer zorgwekkend.
TENNISSEN.
Zondag was het ook op onze tennisbaan volop een
dag van spannende sport. De competitiewedstrijden
werden ingezet en Schagen had Bakkum op bezoek.
Veel belangstelling is er nooit op onze tennisbaan,
maar daaraan heeft men zelf wel wat schuld. Publi
citeit wordt er niet aan gegeven en zelfs onze redac
tie wordt niet van het een en ander op de hoogte
gebracht, ofschoon men anders
Maar enfin, niet mopperen. Laat ons zeggen dat er
fel gestreden is en dat Schagen schitterend uit den
strijd kwam. Hieronder den uitslag:
Heeren enkelspel:
Mr. Buiskool-Immink 6O, 62. winnaar Buiskool.
Chr. Nonnekes-Martens, 6—3,6—4. winnaar Nonnekes.
Dames enkelspel:
B. Igesz-Mevr. Wiclinga, 3—6. 5—7. winnares mevr.
tische intuïtie hem dat glas had doen breken, op
dat daardoor de tijd aan hem geopenbaard zou wor
den, waarop de kleine horlogemaker deze schat ging
terubrengen aan den man, die er voor al het geld
ter wereld geen afstand van wilde doen.
Van drie tot zeven is een lange tijd, waarin een
mensch aan heel wat verleiding kan zijn blootgesteld.
Toen Cabal in zijn pension teruggekeerd was, streed
hij in zijn eenzame kamer een bitteren strijd met
zichzelf. Het was zijn gewoonte om, wanneer hij op
reis was, een hoogst eenvoudig verblijf zooals dit uit
te kiezen, waar hij gemakkelijk zijn incognito kon
bewaren. Openlijk optreden als Cabal, de bekende
verzamelaar en kunstkenner, zou bij iederen aankoop
een geweldige schadepost beteekenen. Als Cabal liet
men hem minstens vijf keer zooveel betalen als den
eersten den besten onverschilligen liefhebber.
in zijn kamer liet hij zich de overjas met den be
schermenden kraag nog aan, de schrandere oogen
verborgen door de lichtgekleurde glazen in een stoel
neervallen en staarde somber voor zich uit. Na een
poos stond hij op, trok met iets van ongeduld in
zijn manier van doen zijn jas uit, zette zijn bril af,
liep naar den spiegel en verwijderde met een snelle,
handige beweging het laatste, dat zijn identiteit ge
maskerd had, in zijn hand hield '..ij de snor, die zijn
mond volkomen veranderd had en met den lichtge-
kleurden bril zijn geheele gezicht onkenbaar had ge
maakt.
Zooals hij daar nu stond, een man van een jaar
of veertig, zonder baard of snor, met een niet be
paald opvallend, bleek, intelligent gezicht, zouden
velen onmiddellijk den verzamelaar Cabal in hem
hebben herkend, want hij was, in zijn ware gedaante,
een populaire figuur in de kringen van kunstkenners
en antiquiteitenhandelaars.
Het was allerminst de eerste maal dat hij een
soortgelijke vermomming aflegde. Het was één van
de avontuurlijke zijden van zijn vcrzamelaarsbestaan
een hartstocht om zich te vermommen, waaraan
echter gezond zakeninzicht ten grondslag lag. Om
geen argwaan gaande te maken, zorgde hij er echter
met schrandere overleg voor, dat hij in voldoende
mate als Cabal-zelf, in de wereld der antiquiteiten
verscheen.
In zijn notitieboekje, met angstvallige zorg bijge
houden, noteerde hij nauwkeurig de triomfen, die hij
op deze wijze bevochten had. Eens als taxichauffeur
een bekendee dichtbezette veilingzaal in Londen ver
latend met een schat onder zijn arm, waarvoor hij
niet het honderdste betaald had van wat het hem
als Cabal-in-eigen-persoon gekost zou hebben.
Toen hij wegging, had hij iemand hooren zeggen:
„Ze hebben verteld, dat Cabal er op zou bieden, maar
als hij het niet hebben wil, zal het wel niet veel
zaaks zijn
Er was een voldane glimlach op zijn gezicht ge
weest, toen hij dien dag op zijn kamers in een stille,
kleinburgerlijke zijstraat was gekomen.
En later was ziin voldoening nog grooter geweest,
toen andere ..enners hem gevraagd hadden: „Hoe
ben je daar toch aan gekomen, Cabal?" En hij had
geantwoord: „Dat heb ik voor een appel en een ei
van een taxi-chauffeur gekocht."
Maar nu, terwijl hij naar de verspreide deelen van
zijn vermomming keeK. schoof hij ze met een licht
gevoel van afschuw weg. Een dui ter instinct, waar
van hij den aard en de kracht kende, woedde in
hem. Hij had er reeds eerder tegen gestreden, en hij
wist, dat het een geduchte, tyrannieke vijand was.
Hij kocht voor een deel met speculatieve doelein
den, om het later met een zoet winstje van de hand
te doen aan vermogende lieden, die zelf te vadsig wa
ren, om op zoek naar kostbaarheden te gaan. Deze
dingen brachten hem niet in verzoeking, hoe groot
de winstkans dikwijls ook mocht zijn. De demon in
hem, die ook thans weer het hoofd opstak, was niet
de zucht naar geld, maar een onweerstaanbaar ver
langen naar de dingen, die hij zelf wenschte te be
zitten; die hij terwille van de vreugde van het bezit,
aan zijn eigen kleine, maar zeldzame en waardevolle
collectie wilde toevoegen. Het was de demon, die zijn
goede eigenschappen van hun r.iacht over hem be
roofde. „Neen!" zei Cabal en hij ïaakte een bewe
ging als iemand, die een aanvaller van zich afschudt.
Op dat oogenblik kwam van ergens ver weg in het
goedkoope pension de echo van een slaande klok.
De afstand of was het verbeelding gaf aan het
dunne geluid van de bazarklok een klank, niet on
gelijk aan tien vroolijken trompetstoot, die het laatste
uur van den spotzieken graaf de Soizy had aange
kondigd. Cabal verbleekte.
Geruimen t'id üsbeerde hij door de kamer en vocht
zijn wanhopige kamp, dan liet hii zich, in den aan-
donkerenden avond, die naargeestige schaduwen
door het vertrek wierp, in zijn stoel vallen, dof, lam
geslagen.
Weer klonken verweg in het huis de dunne sla
gen van de klok en nog verbijsterender dan straks
leken z op die spottende trompetstooten: „Ha-haa!
ha-haa! Ha-haa! Ha-haa!"
Cabal was verzonken in zijn droomen over langver-
vlogen tijden, vol beroering. Voor rijn geestesoog ver
rees de menigte, die om het schavot samendromde;
hij zag de karren met do t.erdoodveroordeclden aan
rijden, hoorde hun ratelende wielen; hij zap den zwie
rigen, luchthartigen aristocraat, die na een laatsten
uitdagendeu groet aan de wijven, die om zijn dood
krijschten, knielen voor de valbijl.
Ha-h-a-a! Eén lange toon!
Cabal sprong op. De klok beneden bad wel bijzon-
Wiel in ga.
Heeren dubbelspel:
Mr. Buiskool en Chr. Nonnekes—Immink en Mar-
tens, 8—6, 8—6, winnaars Mr. Buiskool en Chr.
Nonnekes.
Dames dubbelspel:
B. fgesz en A. Boontjes Cd.—Mevr. Wielinga en mevr.
Immink, 7—9, 2—6, winnaressen mevr. Wielinga en
mevr. Immink.
Gemengd dubbelspel:
A. Boontjes Cd. en Chr. Nonnekes-Martens en mevr.
Immink, 7—5, 6—1, winnaars A. Boontjes Cd. en
Chr. Nonnekes.
Mevr. Mol en Mr. Buiskool-Immink en mevr. Wie-
lage. 2—6, 4—43, winanars Immink en mevr. Wie-
iage.
De wedstrijd is door Schagen gewonnen met 4 te
gen 3 partijen.
Volgende week Zondag heeft te Hoorn een wed
strijd plaats tegen Hoorn II.
Des middags om 2 uur.
Omtrent de officieele opening van de Openbare La
gere school op Maandag 2 Mei a.s. vernemen we nog,
dat deze 's middags om 2 uur zal plaats hebben.
Het bezoek van Zondagmiddag.
Gistermiddag is er een heel groot bezoek geweest
bij de bezichtiging van de nieuwe school door het pu
bliek. In den tijd van 2 tot 5 uur zij er 750 bezoekers
geweest, waarvan velen ook van buiten de gemeente.
Er waren oogenblikkcn dat een gansohe rij auto's voor
het gebouw stond. Met groote belangstelling is de in
richting bekeken en allen waren even enthousiast
over de smaakvolle uitvoering.
Voor het crisiscomité was het. eveneens een goede
dag. De baten 75 gulden, een dubbeltje per per
soon, kwamen aan dit comité ten bate.
der toepasselijk geslagen, dacht hij met wrangen zelf
spot. Hij glimlachte grimmig over dezen zonderlin
gen ironie van het noodlot— samenloop, toen drong
het tot hem door, dat het half zeven was. Om zeven
uur zou de kleine horlogemaker zijn winkel sluiten
en met het pakje onder den arm op weg gaan naar
Block's huis.
Gahal deed rijn vermomming weer aan en ging de
deur uit. Het was ongeveer de tijd, bedacht hij, dat
hij in gewone omstandigheden zijn middageten ge
bruikte. Op geen vijf minuten afstand was een goed
gezellig restaurant, dien kant zou hij uitgaan, be
sloot hij. een uitgezocht diner bestellen en zijn tijde
lijke waanzin verstikken in de geneugten van een
verfijnden maaltijd.
Maar toen hij bij het restaurant was, liep hij zon
der merkbare aarzeling door. Drie straten verder-be
vond zich de winkel van den horlogemaker. Zou het
niet beter zijn. de verleiding in de oogen te zien en
haar dan te weerstaan?
Hij zou er heen gaan, zien, hoe de kleine man den
winkel verliet met zijn schat onder den arm en dan
als een rechtschapen man zijn schouders ophalen en
gaan dineeren. Hij besefte, dat, als hij de verleiding
om zeldzame voorwerpen mot ongeoorloofde middelen
in zijn bezit te krijgen, niet standvastig onder de
jogen zag, hij op een goeden dag, of beter gezegd
kwaden dag. iets wanhopigs zou doen.
Als hij zich nu aan den strijd onttrok, zou hij zich
altijd blijven afvragen, wat hij wel gedaan ïou heb
ben. wanneer hij den kleinen horlogemaker met het
klokje van den spotzieken graaf had gevolgd!
Deze gedachten dreven op de oppervlakte van Ca
bal's geest; onder deze kalme wateren stroomde een
diepe wervelstroom van zijn hartstocht. Het leek Ca
bal toe. alsof er een sombere geheimzinnigheid over
de straten van de stad lag. Hij zag in al zijn mede-
menschen een evenbeeld van zichzelf. Het eerlijkste
openhartigste gezicht, dat hij haastig voorbij liep,
werd een masker van verwrongen begeert voor hem.
Hij twijfelde er geen oogenblik aan, of de horloge
maker met zijn goedmoedig uiterlijk, had ook zijn
donkere plekken. Block, de eigenaar van den schat,
had ze natuurlijk ook; ze waren allemaal net als hij!
Wat zouden ze doen. als zo in denzelfden toestand
kwamen als hij? Maar zijn armzalige verontschuldi
gingen vielen voor zijn oogen uiteen. Hij begon zich
te verbeelden, dat de voorbijgangers weinig in ge
tal óp dit etensuur hem achterdochtig aankeken.
Een klok sloeg zeven.
Cabal hield zijn stap een oogenblik in; hij was nog
maar enkele meters van zijn doel. Het licht in den
horlogemakerswinkel brandde nog. Hij school weg in
ren portiek on wachtte. Het leek een eeuwigheid.
Waarschijnlijk werd de horlogemaker door het een
of ander opgehouden Misschien zat hier een ge
heime bedoeling van het noodlot achter om Cabal
uit te putten véór den eindstrijd.
Het sloeg half acht: hij stond nog steeds in het por
tiek. Toen gingen de lichten in den winkel plotseling
uit, slechts een matte schijn bleef naglimmen het
lampie dat de politie 's nachts gelegenheid gaf naar
binnen te kijken en vast te stellen of er geen on
raad was. Bij dit zwakken schijnsel kon Cabal zien
dat de horlogemaker nog een laatsten monsterenden
blik om zich heen wierp: daarop werd de deur ge
opend; zij ging weer dicht en werd op slot gedaan;
een stroom van helder licht uit den winkel naast-aan
viel op de gestalte van den kleinen, nictigen man met
het pakje onder den arm. Toen slokte de duisternis
hem op.
Cabal's hart klopte in zijn keel. toen hij hem langs
zijn schuilplaats zag gaan: hij gaf hem enkele passen
voorsprong, stak toen steels de straat over en volgde
hem behoedzaam.
Dit spelletje van kat en muis gaf den verzamelaar
zijn normalen kijk op de dingen weer terug. Doo»
welken boosaardigen hartstocht werd hij toch beze
ten om als een struikroover zijn slachtofler op de hie
len te zitten? Het was in één woord bespottelijk. Hij
wist van andere verzamelaars, die wel eens op onwet
tige manier aan vurig begeerde voorwerpen kwamen,
maar die lieten zulke karweitjes gewoonlijk door ge
huurde handlangers opknappen of maakten gebruik
van slinksche trucs Maar dit was al te gek! Alleen
volslagen krankzinnigen en voor niets meer terug
deinzende bandieten vielen de menschen op straat
aan.
Ze kwamen nu in drukkere straten, waar boven
dien de verlichting beter was; hij zag den man met
het pakje onder den arm vlak voor zich uit loopen.
Toen versloeg de demon van de begeerte Cabal's
gezond verstand en beter oordeel. Als hij dat klokje
met alle geweld wilde hebben, zou hij het toch zeker
in handen krijgen, zonder eenig gevaar te loopen.
Niemand zou gekwetst worden, niets, behalve dan de
gevoelens van den horlogemaker en van Block en hij
zou wel een manier vinden om hen schadeloos te
stellen, -zoodat zijn daad het onrechtmatige eenigs-
zins zou verliezen. Och, wat een onzin! Dat geweten
ook altijd van hem!
Maar het geweten heeft niet veel meer in te bren
gen. als een mensch zoo vlak bij zijn doel is en ziet
hoe gemakkelijk dat te verwezenlijken valt. Die
kleine kerel daar voor hem. met het pakje stijf on
der zijn arm, was zich niet bewust van eenig dreigend
gevaar. Een paar huizen verder was een donker zij-
laantje Van de voorbijgangers zou hij meer voor
dcel dan last hebben, overwoog Cabal.
Ilij moest zich nu haasten: voordat de kleine man
den zijwg voorbij was, moest het gebeuren. Hij wil
de maar, dat zijn knieën niet zoo trilden! Kon hij dan
MET DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN IN T
VOORUITZICHT.
De afdeeling Schagen van den Vrijzinnig Democratl-
schen Bond zal dezer dagen vergaderen, waarbij o.m.
de candidaatstelling voor de a.s. Tweede Kamer-verkie
zingen zal worden besproken.
Zooals bekend zullen de verkiezingen voor leden van
de Tweede Kamer dit jaar plaats hebben.
DOOR DE ZOLDERING GEZAKT.
Gisteren zijn bij de bezichtiging van de nieuwe
school een paar jonge bezoekers, die de vliering had
den opgezocht, doordat de deur niet was afgesloten,
door het Asbest-plafond gezakt. Persoonlijke onge
lukken zijn er gelukkig niet bij voorgevallen.
Deze week zullen een 5 600 koeien In
de weiden gebracht worden.
Naar we vernemen zal vandaag (Maandag) een
bc„in gemaakt worden met het enden van koeien
naar den Wieringemeerpolder. In totaal zullen er
deze week een 5 a !*00 op verschillende dagen in de
weiden gestuurd worden. Zooals bekend, komen de
koeien uit verschillende streken van het land en
hoorden we o.a. ook noemeh den Houtrakpolder en
Zwammerdam.
Vandaag (Maandag) zijn er hij Kolhorn eenige tien
tallen den nieuwen polder ingetrokken. Ze worden
ondergebracht or de boerderij van den heer List. Be
halve enkele autoriteiten van de Zuiderzeewerken
was ook veearts De Boer uit Schagen ter plaatse
aanwezig, om de dieren te keuren.
Opname van een film.
Tevens vernamen we nog, dat er dezer dagen een
film zou worden opgenomen van de verschillende
cultiveerings-werkzaamheden in den Wieringermeer-
rolder.
warempel zijn zenuwen niet de baas blijven?
Ja. dat kon hij wel als hij maar aan dat kleine
klokje dacht en niet aan den man, die het onder zijn
arm droeg; hij moest al zijn willen en denken op dat
kostbare berit concentreeren.
De kleine horlogemaker werd ruw opzij geduwd,
Cabal's handen tastten voorzichtig.
Een schreeuw! Hij had het!
Cabal rende het laantje uit.
„Help, help! dieven!" Dat waren do kreten die zijn
ooren bereikten; haastige voetstappen; een politie-
fluitje!
Hij liet het pakje bijna vallen, zóó beefden zijn
handen. Het leek hem een benauwde droom, een
nachtmerrie, dat hij, Cabal. iets dergelijks had kun
nen doen. Wat hij had gedaan, was niet meer of min
der dan berooving; als ze hem te pakken kregen, zat
er langdurige gevangenisstraf voor hem op. Maar in
zijn "angst mengde zich zijn ondanks een ge
voel van triomf. Hij had het klokje! Wel had hij zich
van onwettige middelen bediend, maar hij zou een
middel bedenken om de schade te vergoeden, zonder
zelf gevaar te loopen.
Hij duwde zijn schat in een ruimen zak van zijn
overjas.
Het overdenken van de situatie en het verbergen
hadden niet meer dan een paar seconde vereischt.
Toen hoorde hij een roep: „Dit laantje in! Daar is hij
ingegaan!" En een andere stem: „Een man met een
donkere snor en een bril op!"
Cabal glimlachte. De list was gelukt. Hij trok de
snor met een ruk af en gooide haar over een muur
tje; de bril volgde. Hij sloeg de kraag van zijn jas
neer; hij dankte zijn goed gesternte, dat blijkbaar
niemand bijzonderheden omtrent zijn jas had opge
merkt die zou hem dus niet verraden.
De jacht was nu in vollen gang; de achtervolgers
vlogen het laantje in. Cabal hield zich schuil in de
schaduw van een poortje en voegde zich even later
bij de dravende troep!
Het duurde niet lang of ze waren het laantje door
en bereikten een helder verlichte straat! een kleine
drom opgewonden pratende menschen. een tweede
politieagent de eerste zocht het laantje nog af
en Cabal voelde zich volkomen veilig, zelfs onder de
blikken van den doodelijk onthutsten kleinen horloge
maker en de omstanderse die nog steeds het signale
ment van den straatroover uitgalmden.
„Welken weg is hij gegaan", vroeg Cabal hijgend
van het harde loopen.
Dat wist niemand
„Een donkere man met een snor en een bril", her
haalde iemand. „Ik zou hem onmiddellijk herken
nen."
„Ik ook", bevestigde Cabal.
Zijn oogen bleven rustig op den kleinen horloge
maker gevestigd, op wiens gelaat folterende angsten
stonden te lezen.
„Mijn klok", stamelde de kleine kerel, snikkend
bijna, „hij moet terug gevonden worden, agent!
Het is een stuk van onschatbare waarde!"
Cabal hield den adem in. Dit kostbare stuk was
nu van hem, het was verborgen in zijn jas, waarvan
het ruime maaksel een veilige schuilplaats ver
schafte.
De politieagent haalde zijn opschrijfboekje te voor
schijn.
„IToe zag die klok er uit?" vroeg hij stug.
De kleine horlogemaker gaf een uitvoerige be
schrijving van het klokje en het aanhooren daarvan
vernieuwde Cabald's onuitsprekelijke vreugde over
het bezit van de zeldzame en schoohe relequi.
„En als hij slaat, agent, is het net een trompet, één
lange en één korte stoot."
De agent likte herhaaldelijk aan zijn stompje pot
lood en noteerde ijverig. De omstanders begonnen nei
ging te vertoonen zich te verspreiden; de aardigheid
was er af, nu de sensationeele arrestatie uiterst on
waarschijnlijk leek. Nog een oogenblik. en ook Cabal
zou zich verwijderen, als een onverschillig toeschou
wer, die er genoeg van heeft.
De agent raadpleegde een groot horloge.
„Twee minuten vóór acht," constateerde hij en no
teerde den tijd.
„Het is precies acht uur", verbeterde iemand uit
het publiek. „De klok slaat juist."
„Die klok is altijd een beetje voor", antwoordde
de agent norsch. „Maar enfin, ik zal er zeven uur
acht en vijftig van maken."
Cabal hief het hoofd op. Er was iets niet zooali
het zijn moest Had de roes van het avontuur zijn
verstand beneveld? Er was iets, positief, maar wat,
vroeg hij zich in namelooze beklemming af. Hij
bleef staan, tot de laatste slag van den toren ver
klonk Toen was het plotseling alsof alles aan
hem verstijfde. Zijn beenen wilden zich bewegen,
maar hij was verlamd. Na een seconde kwam het:
„Ha-haa! Ha-haa! Ha-haa!"
Hij stond met een zielige, haast idiote stumperig
heid aan zijn zak te frommelen, als om de vcrklik-
kersstem tot zwijgen te brengen, de tergend-heldere
stem, die den dood van een zwierigen, luchthartigen
graaf had aangekondigd en nu zijn eigen ondergang
voorspelde.
„Ha-haa! Ha-haa! Ha-haa!"
Gek die hij was! Waarom maakte hij niet, dat nij
wég kwam, waarom holde hij niet?
Maar hij blééfgefascineerd.
De hooghartige spot van de zilve ren trompetstooten
die in langvervlogen dagen de wraak van een tot
razernij gebracht volk had begeleid, klonk schril en
snijdend door zijn verbijsterende hersens.