L
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
Uit onze Omgeving.
Eindelijk had zij rust gevonden!
STRAFZITTING VAN VRIJDAG 29 APRIL.
DIT KIND HAD EEN ZACHTEN DOOD.
De voortgezette behandeling van de strafrechterlijke
actie tegen den heer A. G. J. A. K., electricien te Alk
maar, die de vorige week terecht stond ter zake over
treding van het zoo ongeveer in alle verkeersfouten
voorziende artikel 22 der Motor- en Rijwielwet op 18
Maart bij den overweg nabij de spoorbrug aldaar ge
pleegd, had wel niet de vrijspraak van den verdachte
ten gevolge, doch wel tot resultaat dat slechts een
zeer geringe straf werd opgelegd. Het ten laste geleg
de werd na het hooren van den verbalisant, den chef
veldwachter G. Vermeulen van Bergen en twee getui
gen a decharge wel bewezen verklaard, maar verzach
tende omstandigheden in acht genomen en de heer K.
veroordeeld tot heelemaal 6 gulden boete of 6 dagen
hechtenis.
EEN HALF VERLAMDE STUURINRICHTING.
De 26-jarige vrachtautochauffeur J. H. A. uit Oudorp
werd op 4 Maart te Heiloo aangehouden ter controle
van de deugdelijkheid van zijn wagen, 'n proef die
juist niet met schitterend gevolg kon worden beëin
digd, aangezien het bleek, dat het stuur wel 770 graden
kon worden rondgedraaid, alsvorens eenig effect werd
waargenomen. De chauffeur stond heden terecht en
brak een lans voor zijn veel-gesmade benzinekaros
door haar te bekronen met het praedicaat der nieuw
heid, doch dit getuigschrift mocht wel als bijzonder
optimistisch worden aangemerkt, want de ford was 'n
tweedehandsch en had reeds ettelijke Kilometers afge
legd. Aan den chauffeur werd alsnu „opgelegd" f 12
boete of 12 dagen, ter aanmoediging om goed op zijn
zaak te letten.
HET VAN OUDS BEKENDE MELKMAATJE IS GE
HEEL UIT DE PRAKTIJK GESCHAKELD.
Mej. Aagtje Z., de huisvrouw van den heer Jac. B.,
een huismoedertje te Alkmaar, had op 'n dag in Febru-
bruari aan een perceel, gelegen aan den Westerweg,
melk afgeleverd, met een maatje uit een emmertje ge
schept, 'n antieke methode, reeds lang veroordeeld en
strafbaar gesteld. De leus is thans: versch uit de kraan
beveiligd voor stof en in de lucht zwevende bacteriën.
Door keurmeester Leijen was het strafbare feit ge
constateerd en stond het vrouwtje heden terecht.
Ik begrijp het niet, zuchtte het goede mensch, de
een wordt gewaarschuwd en de ander niet
Ja, er is véél in de wereld, dat je niet begrijpt, on
derrichtte haar de kantonrechter en gaf haai den gul
den raad in 't vervolg conflicten met het ministerleele
melkbesluit te vermijden.
O, ik vent allang niet meer, antwoordde mej. B.
somber. Waar de zaken zoo veilig stemden, was reci
dive niet te vreezen en werd de comparante veroor
deeld tot f 3 boete of 3 dagen, 'n bedrag dal voor 'n
huisvrouw met 'n schraal inkomentje toch al rijke-
dijk hoog was.
UW RIJBEWIJS ASJEBLIEFT!
Op 28 Maart had brigadier Talsma zich met zijn
collega Van der Meulen uit de Rijp te Schermerhorn
opgesteld, ten einde de papieren van doorgaande auto
mobilisten eens te visiteeren. Het duurde echter niet
lang of de 60-jarige landbouwer Klaas M. liep in den
val, omdat hij niet anders dan een verloopen rijbewijs
kon presenteeren. Hij zat er natuurlijk dik in, stond
heden terecht en werd veroordeeld tot f 8 boete of
8 dagen.
DAT GING NIET ZOO GLAD ALS BOTER.
Behalve den hiervoren gemelden landbouw-ouderling
uit de Beemster, pikten de rijkspolitiemannen ook nog
aan den haak een plaatwerker, Cornelis H. uit Am
sterdam, die hoewel de vrijheid nemende een motor
rijtuig te besturen, geen geldig rijbewijs kon vertoo-
nen. Deze heer had de moeite genomen om zelf te ver
schijnen en wees er op, dat hij niet zooals de dag
vaarding decreteerde, 'n motorrijwiel, maar 'n auto,
gemerkt G 72480 had bestuurd. Na hierover te hebben
gedelibereerd, kwam men overeen om de zaak toch
maar door te zetten, anders moest de verdachte weer
overkomen en daar had hij niet veel ,puf" in. Maar
toen deed zich een fonkelnieuw bezwaar op! De be
stuurder had wel gereden, doch naast hem zat een
persoon, die wél in 't bezit was van een geldig rijbe
wijs en vermeende verdachte onder toezicht te hebben
gereden. Du» nu toch maar volgende week voortzet
ting.
DE ONGEHOORZAME FRUITHANDELAARS-
BEDIENDE.
De 23-jarige heer Willem B., reuzefiguur, in man
chester gestoken, en fruithandelaar te Broek op Lan-
gendijk, stond terecht als gevolg van de ontoelaatbare
streken van zijn voormaligen 14-jarigen assistent Ja-
eob Strijbls, die op 24 Maart te Heerhugowaard door
de politie was gesnapt, toen hij, peddelende op een
driewielige bakfiets, voor zijn patroon fruit vervoerde.
De patroon beweerde dat de jongen, inmiddels door
hem de laan uitgestuurd, de bakfiets had bereden zon
der opdracht. Hem was gezegd er naast te wandelen
en de heer B. had natuurlijk niet kunnen beletten, dat
dit bevel niet was opgevolgd. Ook deze zaak zal a.s.
week weer op het programma worden geplaatst ter
verdere behandeling met medewerking van den verba
lisant uit den Folder.
EEN MIDDERNACHTELIJKE SPOOKAUTO
TE SCHOORL.
In den nacht van Zondag 13 Maart omstreeks half
één, werd door de politie opgemerkt een vrachtauto,
geteekend G no. 81751, waarvan achternummer en
letter onvoldoende waren verlicht. De eigenaar en be
stuurder van dien wagen, de 24-jarige vischventer
Arie G. te Egmond aan Zee, stond heden deswege te
recht en beweerde zich op tijd en plaats vermeld niet
te Schoorl te hebben bevonden. Hij verbleef alstoen
niet tusschen de wielen, maar onder de wollen de
kens!
Verificatie van dit verweer op 6 Mei e.k.!
RECHTS HEEFT DE PRIMEUR.
De heer J. O. Z., een autobestuurder uit Medem-
blik, keek op 28 Maart niet genoeg uit zijn doppen
toen hij te Alkmaar bij het kruispunt Koningsweg en
Doelenstraat was genaderd en gaf niet den voorrang
aan den gelijkertijd in een luxe-wagen naderenden
heer H. Vos, waardoor een aanrijding plaats vond en
de heer Vos f 130 schade kon noteeren.
De Kantonrechter belastte zich heden, den niet ver
schenen heer Z. te corrigeeren door het opleggen van
f 12 boete of 12 dagen. Voor de f 130 zal de deurwaar
der moeten zorgen.
NADEELIGE GEVOLGEN VAN EEN RELLETJE
OP HET SPORTPARK.
Ter gelegenheid van de motorraces op den tweeden
Paaschdag te Alkmaar, ontstond aldaar tusschen eeni-
ge bezoekers en een verhuurder van stoelen een nogal
hoogloopend meeningsverschil, zoodat de politie tus-
schenbeide moest komen en enkele deelnemers mede
nam naar het bureau, en hunner, de garagehouder P.
J. A„ te Amsterdam, werd gefouilleerd en alstoen in
het bezit gevonden van een gummiknuppeltje, welk
voorwerp wordt aangemerkt als een verboder wapen
in den zin van de Wapenwet. De eigenaar stond heden
terecht en werd veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen,
met verbeurdverklaring van de in beslag genomen
gummiworst, ten onrechte door den verbalisant gequa-
lificeerd als een „wapenstok".
HEN KOSTBARE WERIvLOOZEN-HENGELSPORT
Het van ouds bekende en door kinderen zoo gelief
koosde stekeltjesvisschen levert heden ook ernstige ge
varen op voor de gezondheid vande portemon-
naie! De werklooze smid J. v. S. te Alkmaar, wien
het eindelooze lanterfanten gruwelijk begon te verve
len, greep op 22 April naar een kinderhengelstokje
en ging zich vermaken met het visschen op stekeltjes
in de Hoevervaart, daarbij niet denkende aan de
Vischwet, die de hengelsport niet voor 1 Juni toelaat.
Maar een politiedienaar, minder onattent, greep amb
telijk in en de arme smid, wien alle genot in de ste
keltjesvangst blijvend is vergald, werd heden gestraft
met f 2.50 boete of 2 dagen.
EEN ONGEOORLOOFD TRANSPORT TEN
STELLIGSTE ONTKEND.
Op 19 April zou op den Nieuwlandersingel te Alk
maar de 19-jarige werklooze Jan B. op zijn rijwiel een
passagier hebben vervoerd, die plaats had genomen op
het spatbord, bij ontstentenis van een meer oomfor-
tabele zitgelegenheid. De expediteur, heden terecht
staande, was zoo vrij deze tenlaste legging pertinent
te ontkennen. Hij was niet op de Nieuwl. singel ge
weest en de agent had hem in de Langestraat mede
gedeeld, dat hij een bekeuring had opgeloopen. Ook
hier het bekende recept: aanhouden tot 6 Mei!
TUD EN MOEITE VERGEEFS VERSPEELD.
De heer G. A., vertegenwoordiger van een firma te
Amsterdam, en thans aldaar woonachtig, had met zijn
bestelwagen, zooals hij beweerde, als gevolg van eet\
gebrek aan zijn lichtinstallatie, op 3 December op den
Kanaaldijk onder Bergen de bakfiets van den 55-jarI-
gen haringhandelaar J. Bouman van achter aangere
den, waardoor deze bakfiets werd beschadigd en de
voorradige delicatessen werden bedorven. De heer
Bouman werd zelf van zijn gepeddelde vlschkraam
geworpen, doch bekwam gelukkig geen ernstig letsel.
De chauffeur was vol goede zorgen en wilde den heer
Bouman zelfs tegen zijn zin in een ziekenhuis depo-
neeren, doch van betaling der toegebrachte schade
werd geen werk gemaakt Aangifte werd gedaan en
de chauffeur bij verstek op 29 April veroordeeld tot
f 25 boete of 25 dagen benevens betaling _der toege
brachte schade tot een bedrag van f 47.20 aan den
heer Bouman. De veroordeelde kwam in verzet tegen
dit vonnis, waarop de zaak heden in zijn tegenwoor
digheid opnieuw werd behandeld.
Het gelukte hem echter niet ter zijner ontlasting
nieuwe feiten naar voren te brengen en werd mitsdien
het vonnis a quo als juist gewezen, inclusief de toege
kende schadeloosstelling, in zijn geheel bekrachtigd.
DE DERDE OPVOERING OP 13 MEI
TE WACHTEN.
Indien de 34-jarige heer Jb. W., vertegenwoordiger
te Alkmaar, nog niet overtuigd is van de waarheid van
het spreekwoord, dat de afwezigen gewoonlijk ongelijk
heeft, dan zal hij daarvan nu toch wel lot In het
dipst van zijn ziel overtuigd zijn.
Hij werd namelijk op 8 April bö verstek veroor
deeld tot f 25 boete of 25 dagen, benevens f 2.50
schadevergoeding aan de beleedigde partij, ter zake
een hem ten laste gelegde aanrijding met zijn auto
van de jeugdige mevrouw A. M. A. Piket, gehuwd met
den heer W. Kloet, welke dame zich op gezegden da
tum op de Laat per rijwiel voortbewoog en ter hoogte
van de Boterstraat door het rijtuig van den heer W.
van achter werd geraakt, waardoor zij kwam te val
len. De verdachte was destijds niet aanwezig, terwijl
de verklaring der drie gehoorde getuigen, mevr. Kloet,
de heer Tesselaar en mej. Tine Bouma, zoodanige be
zwaren opleverden voor de schuld van den heer W.,
dat hij direct door den Kantonrechter werd veroor
deeld tot boven aangeduide staf.
Thans echter, nu de zaak in tegenwoordigheid van
den oppossant opnieuw werd behandeld,beweerde deze
dat mevr. Kloet was geschrokken van het paard van
den heer Tesselaar en een zwenking naar links had
gemaakt, die de oorzaak was van de aanrijding. De
heer Boersen, aanwezig als getuige decharge, legde
een gelijkluidende verklaring af. Daar echter ook de
andere getuigen persisteerden bij hun reeds vroeger
afgelegde verklaringen, werd besloten, de zaak op
nieuw aan te houden en wel tot 13 Mei, teneinde nog
meerdere getuigen te hooren.
DITMAAL VOOR DEN KOOPJE KLAAR.
De 46-jarige heer C. G. L., ambtenaar te Schoorl,
had onlangs te Limmen een verkeersfout begaan en
zich per rijwiel begeven op den rijksweg, die thans
voor deze categorie weggebruikers is afgesloten. Te
gen hem was deswege proces-verbaal opgemaakt en
stond de heer L. heden terecht, om uitvoerig uiteen
te zetten, hoe hij, naar zijn meening buiten zijn schuld,
op dit verboden terrein was terecht gekomen. Hij
werd dan ook met de noodige courtoisie behandeld en
had niet meer aan de staatskas bij te dragen dan f 3
subsidiair 3 dagen hechtenis, die wel buiten beschou
wing kunnen blijven.
DE POLITIE HANDELT ZONDER AANZIEN DES
PERSOONS.
Een Alkmaarsch monteur, de heer Joh. Z., die in de
Keizersstraat een bovenhuis bewoont, had op 23 April
zijn rijwiel beneden op straat achtergelaten, zonder
voor afsluiting zorg te dragen. Het was een oude, ha-
velooze kar, waaraan de eigenaar niet veel waarde
hechtte, maar de politie had dienaangaande een even
wichtige appreciatie en nam het rijwiel mede naar het
bureau. Toen de eigenaar verscheen, werd hij natuur
lijk vereerd met het traditioneele bonnetje en als ge
volg van een en ander heden veroordeeld tot f 1.50
boete of 1 dag.
ORDE MOET ER ZIJN.
De chauffeur W. v. d. S. te Bergen werd op 25 April
met zijn vrachtauto aangehouden op den Helderschen
weg en geconstateerd, dat het inschrijvingsbewijs, noo-
dig voor dergelijke wagens, niet paste bij het wagen-
merk. Het bleek dan, dat de auto was voorzien van
een ander onderstel. De eigenaar, heden terecht staan
de, werd voor deze vougulatiteit veroordeeld tot f 3
boete of 3 dagen.
ANNA PAUL0WNA
Meifeest.
De zaal van Veerburg was Zaterdag geheel gevuld,
toen de heer Jb. Raven namens de besturen der af-
deelingen van de S.DA..P. en den Modernen Landar-
beldersbond een welkom toeriep aan allen, die hier het
Meifeest kwamen vieren. Spr. wijdde enkele woor
den aan de Meileuzen voor dit jaar en wees daarbij
o.a. op de boeren, die vroeger, wanneer de arbeiders
steun bij werkloosheid eischten, zoo smalend konden
zeggen: „Jullie parasiteeren op de Staatsruif'. Die
boeren worden nu zelf gesteund en hebben er niet
voor betaald, terwijl de arbeiders voor hun werklo
zenkassen dat wel doen. Schandelijk is 't, vond spr.,
dat die boeren, nu er todh al zoo weinig werk is, Bel
gen huren en niet de eigen burgers.
Het uitspreken van de Meirede was opgedragen aan
den heer Jb. van der Ham, Opgedragen is eigenlijk een
beetje te groot woord; op eerste aanvraag van de be
sturen was onze oud-plaatsgenoot terstond bereid ge
weest. Zonder iets aan de rede van den heer v. d. H.
te kort te willen doen, gelooven we toch dat het voor
velen een extra genot was te luisteren naar iemand,
die tusschen hen is opgegroeid, met hen heeft gewerkt
aan den opbouw van vakvereeniging en partij, een
man, waar men een beetje trotsch op is, omdat hij
zich van eenvoudige boeren-arbeidersjongen opwerkte
tot propagandist van den Modernen Landarbeiders-
bond en die daar nu stond als een „heusche" spreker.
„.Zelden," zoo begon de heer Van der Ham. „hebben
we een Meifeest gevierd onder zulke slechte omstan
digheden. Toch kunnen we het opgewekt vieren, om
dat we weten, dat de eischen, die we stellen, verwe-
zenlijkt kunnen en zullen worden. Zouden, als die
eischen onzinnig waren, er 80.000 partijgenooten en
350.000 leden van het N.V.V. achter onze vaandels
marcheeren?" vroeg spr.
Na even stilgestaan te hebben bij de afschuring van
de O.S.P. (de ..oude sokken partij", noemde spr. haar)
waaraan verweten werd, dat men niet genoeg reke
ning hield met de werkelijkheid, werden de Meileuzen
besproken.
Socialisatie, een planmatige productie, moet er
komen. De productie is geweldig opgevoerd, er' is van
alles te veel, (toch wordt er gebrek geleden!) Door
het te veel kan er niet verdiend worden, men staakt
de productie en de -werkloosheid, is er. Het tegenwoor
dige stelsel geeft steeds terugkeerende oorlogen en
crisis. Het is economische noodzaak dat er veranda-
ring komt, dat kan men thans zelfs in de burgerlijke
bladen lezen, ,,'t Is altijd zoo geweest en 't zal altijd
zoo blijven", is een groote leugen. De geschiedenis ii
daar om het te bewijzen. Wat is er in den .loop der
eeuwen al niet veranderd. Het is kwestie van lang.
zamen groei, maar de socialisatie komt er!
Ontwapening. Als dit de eenige leus was, vaar- i
voor de partij streed, zou dat al voldoende zijn om zich t
als lid aan te sluiten. Alles doe je, om van je kind
een mensch te maken en als de oorlog komt
De tijden zijn slecht, maar de bewapenlngslndui
strieën maken winst. In den oorlog verkochten <J»
Duitschers hun granaten, vervaardigd door de vader»
de moeders en de meisjes, via de neutralen aan Eng»
land en met deze granaten werden de eigen zonen e
verloofden gedood! Omgekeerd werd vanuit Frankrij
prikkeldraad geleverd aan de Duitschers. In dat eigei
FYansche prikkeldraad bleven de poilus bij een aan.
val hangen, om aan flarden te worden geschoten. Zoo
lang men militairen en belanghebbenden bij de bewa
pening naar de conferenties stuurt, zal er niets be
reikt worden.
De 40-urige werkweek zal er nog wel niet dl-
reet zijn, gaat spr. voort. Maar ook om den 8-urendag
is gelachen. Toch er hij er gekomen, al is het dan nog
niet voor iedereen. De verdoorgevoerde rationalisatie,
eischt steeds meer van de arbeiders en maakt dat er
minder noodig zijn. Daarom zal er, ook als er weer
opleving komt. werkloosheid blijven. Het is, om a
allen werk te verschaffen en om de meerdere inspan
ning die van den arbeider geëischt wordt, noodig den
werktijd te verkorten. Als dat gebeurt kan de machine
een zegen voor de menschheid zijn. Maar laat men
haar dan ook gebruiken om een korteren werktijd mo
gelijk te maken en niet om de winst ojf te voeren.
Betere werkloozenzorg is een elsch, die
aleen te verwezenlijken is bij grooter machtsvorming,
We hebben hier een raad, die wat wil, maar vanuit
Den Haag wordt het anders gedecreteerd. Er zijn nog
gemeenten waar men er absoluut niets aan wil doen
maar daar is ook geen vakbeweging!
Met een opwekking om de eenheid in de partij hoog
et houden, en deze verder uit te bouwen, eindigde spr.
zijn, met groote aandacht en met een stevig applaus
beloonde, rede om daarna nog een goed woordje
doen voor de arbeiderszangvereer.iging en tooneelclub.
De heer G. Meuleveld leidde daarop het optreden
van de nieuw-opgerichte tooneelvereenlging „Uit
Eigen Kring" in. Men had het nog niet aangedurfd
een groot stuk te nemen en zich voor dezen avond tot
een eenacter bepaald. (Waar wij intusschen niet rou
wig om waren, wan toen men vroeger op de Mei
avonden behalve de rede van den spreker, nog een
bijna volledig programma van de zangvereenlglng en
een tooneelstuk in drie bedrijven gaf, kregen we van
het goede wat al te veel. Wat werden dan die stoelen
hard op 't laast!) Nadat nog de clementie van het
publiek voor het eerste optreden was ingeroepen en
dank was gebracht aan den heer Zaadnoordljk voot
het voeren van de regie, werd dan „De heilige dienst*
ten tooneele gebracht. Het stuk paste zeer wel in het
kader van den avond en behandelde het conflict
schen een vader en eert zoon tijdens een spoorwt
staking. Voor den vader is „dienst' de hoogste wetj
de zoon eischt ook rechten. Slechts wanneer een oud»'
dokter den in den dienst vergrijsden stationschef doet]
gevoelen, hóe z'h geheele leven, z'n huiselijk geluk, z'a
kinderen zijn opgeofferd aan den dienst, en hem tot
het inzicht brengt dat men zijn plicht moet doen, maar
voor zijn rechten moet strijden, dan eerst worden va-
der en zoon weer tot elkaar gebracht.
Het stuk werd vlot gespeeld en van „plankenvree^1
hebben we niets kunnen merken.
De zangvereeniging zong ter afwiseling eenige strijd
en andere liederen. Het zakken bij de eerste nummer»;
was haar niet euvel te duiden. Toen was het in d»
zaal nog rookerig en warm en als onder zulke
standigheden het scherm opgaat en de luchtstroom
trekt naar het koelere tooneel, dan is daar geen zin
gen tegen Haar later uitgevoerde nummers, nadat d»
ventilator eens had gedraaid en aan het rookverbod
gevolg was gegeven, waren veel beter
De grimeur, de heer B. Loevens uit Alkmaar, decla
meerde nog met groot succes eenige gedichten van
Adama van Scheltema en het schrille „De Vrede»
apostel" dat eerst een toelichting verkreeg, waardoor
de strekking (tegen den oorlog) beter tot haar recht
kwam.
De heer FL-wen dankte in z'n sluitingswoord den
spreker en alle medewerkenden, wekte op tot aanslui
ting bij partij en vakbeweging, zang en tooneelclub en
tot het lezen van de eigen krant en deelde mede, dat
op dezen avond voor f 6 brochures verkocht werden.
FEUILLETON
NAAR HET ENGELSCH
17.
Scott sprak bedaard, met korte, afgebeten zinnetjes,
terwijl hij den blik van het bed hield afgewend.
„Ik heb haar beloofd, u hier te halen, of het nu te laat
was of niet. Maar doordat ik te veel gedronken had,
vergat ik den brief te posten. Ze maakte er groote druk
te van. ik heb haar nog nooit zoo opgewonden ge
zien. En toen héb ik den brief nog maar op de post
gedaan."
„Maar wat kan ik nu doen?" vroeg Jeanne wanhopig.
„Je hebt toch iemand hier gehad?"
„Ik heb een vrouw er bij gehaald. Maar die is niet
lang gebleven; ze was bang. Heel haar ziekte door is
er niemand bij haar geweest: Alice was van een ander
soort. En ik had het geld niet, cxm hulp te betalen."
„Ik zou wel gekomen zijn, al lang geleden. Niets zou
mij teruggehouden hebben."
„Ik heb er wel aan gedacht, maar zij wilde er niet
van hooren. Alleen op het laatste verlangde zij naar u.
Ik begreep het wel niet, maar ik deed haar zin."
Hij staarde apathisch naar Jeanne. die haar tranen
den vrijen loop liet. Ze had zich van hem afgewend en
zei op fluisterenden toon:
„Och. arme Alice! Je hadt mijn hulp noodig en het
leek net, of ik jou in den steek liet. Ik ben ook heel al
leen op de wereld... Ik heb niemand, die mij op het ein
de zal bijstaan... Wat spijt het mij, dat ik te laat was!...
Zou je het nu weten, dat mij dit zoo'n verdriet doet?"
Toen ze zich weer omwendde, zag ze Scott nog staan
en drong:
„Zou Je nu niet liever gaan. Ik zou wel graag eenigen
tijd met haar alleen willen blijven."
Hij ging, maar bleef nog even staan en zei:
„Er is nog een boekje, dat ze graag had, dat u nam
u heeft het haar eens gegeven. Ook is er nog iets van
het kind. Het ligt alles in de lade."
Toen ging hij naar beneden. Jeanne sloot de deur en
viel op de knieën naast het bed. Ze vergat, dat ze koud
en hongerig en uitgeput was. Ze kon enkel denken aan
dat arme, jonge vrouwtje, dat zoo eindeloos veel. en
in stilte, geleden had; want ze had zioh nooit beklaagd
over haar man.
Jeanne herinnerde zich nog. dat ze ruim vier jaar ge
leden Alice had gewaarschuwd tegen Scott, maar hoe
het jonge meisje daar niet naar had willen luisteren en
slechts met droeven glimlach het hoofdje had ge
schud. Jeanne zelve was toen ongeduldig geworden. Dit
was zij nu niet meer, want sinds dien had zij de les des
levens geleerd, ofschoon ze niets nader was gekomen
tot de oplossing van de drie groote mysteriën van Lief
de, Leven en Dood.
Ze beschouwde de overledene met een liefde in het
hart, dieper dan ze die ooit had gevoeld. Wat was
het arme schepsel mager geworden! Wat een grijze ha
ren vertoonden zich aan de slapen en wat moest zij hard
hebben gewerkt met de handen!
Geen wonder, dat onwillekeurig haar gedachten nu
ook dwaalden naar haar eigen liefdesgeschiedenis. Alice
Somers had daar meer van geweten, dan iemand an
ders, behalve dan Mis de Roseville, ofschoon Jeanne
haar nooit tot haar vertrouwde had gemaakt. Alice had
haar helpen kleeden op dien avond, dat Keith Walden
op den Hall werd verwacht. Zonder dat zij er iets van
had gezegd, had Alice wel degelijk gevoeld, wat er had
plaats gehad, toen zij haar dienzelfden avond had ge
holpen met uitkleeden. Dit was het laatste, dat het ka-
menlertje voor haar had gedaan, want den dag daarop
had zij zich laten ontvoeren door den man, die... kort
daarop haar het hart gebroken had.
Lang duurde het echter niet, of Jeanne werd weer
tot de werkelijkheid geroepen, doordat zij gewaar werd,
hoe innig koud en utigeput zy was. Ze had geen tijd
meer gehad, om thee te drinken, eer ze de Stichting ver
liet en had ha het middagmaal niets meer gehad dan
een krentenbroodje aan het station.
Ze was niet bang voor den Dood; haar werkkring
bracht zoo mee, dat ze dien al zoo dikwijls onder de
oogen had gezien, maar wel leek het haar een ver
schrikking, dat zij dien nacht, of daar op de kamer, of
wat nog erger -was, daar beneden, waar die man zat,
zou moeten doorbrengen! Meer vertrekken waren er ze
ker niet beschikbaar, dus had zij geen andere keuze.
Dien avond ging er geen trein meer, voor zoover zij
wist, en zelfs al had zij Scott nu ook kunnen bewegen,
haar naar het station te rijden, dan zou ze dien rit niet
kunnen doorstaan.
Ineens wischte zij zich de tranen af, terwijl een donkere
blos haar het gelaat tintte.
„O, wat is het menschelijk hart toch bedrlegelijk! Ik
zou niet graag ook tegenover mijzelve willen er
kennen. waarom ik onmiddellijk zoozeer bereid was.
hierheen te gaan! Maar ik zal mijzelve geen leugens
meer wijs maken. Het was niet enkel om die arme
Alice te zien: ik smachtte naar nieuws van hem... Het
zou mij alweer wat dichter naar hem toebrengen;
misschien dat ik hem wel op eenigen afstand zou zien.
Hoe ellendig zwak ben ik na al mijn strijd en hoezeer
veracht ik mijzelve er om!"
Alice had nooit begrepen, wat er was gekomen tus
schen „Miss Lorraine" en den man, dien zij lief had. Aan
de lezing van haar man daaromtrent had zij geen ge
loof geslagen en in haar brieven had zij altijd melding
gemaakt van den nieuwen heer van den Hall en meege
deeld, al wat zij over hem gehoord had. Ze had niets
dan dankbaarheid gevoeld voor den vriendelijken man,
die hen vrij op „Hangman'» Hollow" had laten wonen
en haar op velerlei wijzen geholpen had, sinds zij daar
waren.
Ineens dacht Jeanne weer aan het boekje, dat zij zou
meenemen en met zachten tred ging zij naar de kast,
Het lag makkelijk voor de hand in de bovenste lade, -
het was een copie van: „De Imitatie van Christus", van
Thomas a Kempis, en dan lag er nog het zilveren ram
melaartje. dat zij voor den armen baby had gezonden,
die een jaar tevoren was gestorven.
De tranen schoten haar in de oogen, toen zij het boek
je te voorschijn haalde.
Er viel iets uit. een briefje aan haar adres, in Alice's
hand schrift. Ze had in het FYansch geschreven, want
zij bad een goede opvoeding genoten in een klooster in
Frankrijk,
Een voorgevoel van ellende kwam over Jeanne. toen
zij begon te lezen en slechts met de grootste zelfbeheer-
sching wist zij een flauwte af te wenden. Er had nog
Jets meer by het arme vrouwtje achter gescholen dan
enkel verlangen, om Miss Lorraine te zien.
„Ik ben stervende", luidde de inhoud. „Ik voel dat u
te laat zult komen. Maar ik bid, dat u dit nog in tyds
ontvangen zult, om het leven te redden van een. dien
u lief heeft. Tot nog toe heb ik mijn man weten te weer
houden van het boos opzet, dat hij koestert, maar als
ik ben heengegaan, zal hij het ten uitvoer brengen. Let
op: het venster van de biliotheek om middernacht.*
Laat hem niet het huis verlaten, eer u heeft gewaar
schuwd..."
Hier hield het schryven op. Onder aan de bladzyd»
stonden nog enkele regels:
,Het is beter, dat ik heenga.
Voor mü hoeft u niet bedroefd te wezen: ik zal
kind terugzien."
Ofschoon het daar dus niet met ronde woorden stond. I
was het toch zeer duidelijk, waar die arme Alice op hadl
gezinspeeld: Heber Scott was van plan. Keith Walderj
te dooden. „Een, dien u lief heeft!" Er was immet
geen ander ter wereld, dien zij lief had, dan Keith Wm
den.
Zij moest het voorkomen maar hoe? Wat een toe-F
stand: zy, als hulpelooze vrouw, in een bouwvallig,
leenstaand huis, met een man. die zulk een misdadi||
ondernemen vóór had.
Ze keek op haar horloge; het was elf uur.
Voor het uiterlijk kalm, maar met onstuimig kloppend
hart ging ze zachtjes de trap af,
Er brandde nu een goed vuur in de keuken; dit voel
de zij onmiddellijk. Scott zat aan de tafel, met het hoort
op dé armen. Hij had de pet op, ofschoon hij niet zijn
zware overjas aan had, en een glimmend pistool lag vlak
naast zijn hand.
Tot nog toe was hij tenminste nuchter gebleven, maar
nu was dit niet zoo: de heele keuken rook naar den
drank.
Toen hij haar aanwezigheid gewaard werd, rees hij OP
met een vloek en keek naar haar.
„Ik ben beneden gekomen, om mij te warmen", zei
kalm. „Zou je mij ook kunnen zeggen, waar ik de the»
kan vinden? Ik voel my zoo uitgeput."
Ongeduldig keek hij op de klok en antwoordde kortaf-
„Ik zal thee zetten en dan moet u weer naar boven.
„O, neen. Schot, dat meen je toch niet! Ik mag toch
wel wat bij het vuur blijven zitten? Ik zal je in g«en
enkel opzicht lastig vallen."
„Ik kan u hier niet hebben! Ik moet nog enkele din
gen ln orde maken."
„Moet je vanavond nog uitgaan?" vroeg ze met ge
veinsde verbazing. „Het is al heel laat."
„Neen, natuurlijk niet. Ik moet hier niet van d»
plaats weg, maar ik ga naar het paard kyken."
„Dan zal ik hier wachten, tot je terugbent."
„Neen. dat zal je niet! Ik kan niet vry mUn g*n*
gaan, als ik je hier om my heen heb."
Wordt vervolgd.
i