Schager Courant
1
Derde Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Ingezonden Stukken.
Eindelijk had zij rust gevonden!
Woensdag 4 Mei 1932.
75ste Jaargang. No. 9066
VOOR DEN rOLITIERECHTER.
OPENBARE ZITTING VAN' MAANDAG 2 MEI.
ALLES WAS VAN ZIJN GADING.
In de eerste zaak waren niet aanwezig de verdachte
de ongehuwde varensgezel Hugo S. te Den Helder en
de getuige J. v. d. Witte, alzoo verstek en acte ge
vraagd. Genoemde, niet aanwezige, heer Hugo S. had
op 4 November een bezoek gebracht aan de woning
van den werkman D. Tiel en zich daar onledig gehou
den met het interieur tijdens afwezigheid van den
bewoner te inspecteeren, waarbij hij zoo vrij was een
gouden zegelring, 'n Kamee-ring en 600 sigaretten zich
wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte, ter elf
der ure nog verschenen en deswege door Officier en
Politierechter terecht gewezen, erkende het feit. De
benadeelde was weder in het bezit gesteld van het ge-
gtolene, althans wat de sieraden betrof. De zeeman
laboreerde ook alweer aan een zeer ongeregelde liefde
voor sterken drank, doch ondanks deze zwakheid en
een respectabel aantal veroordeelingen, was de heer re
glasseerigsambtenaar niet geheel ongenegen een voor
waardelijke veroordeeling te adviseeren.
De laatste stroohalm. waaraan de verdachte zich
nog vastklemde, was het feit. dat hij zich inmiddels
had aangesloten bij een geheelonthoudersvereeniging.
De heer Officier requireerde als bijzondere gunst 6
maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren.
De Politierechter direct uitspraak doende, veroor
deelde hem conform eisch op hoop van zegen.
I EEN VOORSTANDER VAN OUDERWETSCHE
CORRECTIE-MIDDELEN?
VRIJSPRAAK VAN DEN VERDACHTE.
De 42-jarige heer Martinus D.. 'n gebrilde winkelier te
Wervershoof, stond terecht als verdacht van mishan
deling van den 10-jarige Adriaan D., die hij op 14 en 15
Febr. j.1. zou hebben geknepen in zijn arm en hem een
schop tegen zijn hintergiebel had toegebracht.
Door den heer D. werd echter deze mishandeling
heden ontkend. Hij was herhaaldelijk door den jongen
geplaagd en uitgescholden voor mop en toen had hij
het ventje wèl terecht gewezen, doch hem niet mis
handeld.
Het was natuurlijk wel wat tegenstrijdig dat de ver
dachte aan den gemeente-veldwachter Schellevis de
geïncrimineerde feiten volledig had toegegeven en het
proces-verbaal had geteekend.
De 10-jarige Adrianus, door den president behoorlijk
op zijn gemak gesteld, verklaarde dat K. hem in zijn
pols had geknepen en hem had geschopt.
De heer W. Dekker, mede als getuige gehoord, ver
klaarde dat de pols van zijn zoontje ,,puur" was op
gezet. Voorts vertoonde zijn lichaan blauwe plekken.
Door den heer Schellevis werd onder hoofdschudden
van verdachte verklaard, dut hij tegen den heer K.
het proces-verbaal had opgemaakt, deze dit verhaal
bad gelezen en vervolgens geteekend.
I De 18-jarige mej. Wilhelmina Grootcman. fungeerde
getuige .i decharge en verklaarde dat verdachte
jongen in zijn mouw had gepakt en hem met zijn
iüi een duwtje tegen zijn zitvlak had gegeven.
ftorts deelde mej. Grooteman nog mede, dat de jon-
pn het de familie K. dikwerf lastig maakte.
Gevorderd werd f 5 boete of.5 dagen, maar de po
litierechter beëindigde deze gewichtige snertzaak door
den heer K. vrij. te spreken.
HET IS NIET ALLES ROZEGEUR EN
MANESCHIJN.
Wie zich soms mocht verbeelden, dat een agent van
politie eigenlijk 'n leventje heeft als een vlieg in de
suikerpot en feitelijk niets anders heeft te doen. dan
met de handen op den rug wat rond te drentelen en
alleen te kijken naar het hoekje waar geen klappen
vallen, zou zich aan een grove vergissing schuldig
maken. Althans de heer v. d. Valk, agent van politie
te Alkmaar, behoorde voorzeker in den nacht van 20
Februari niet tot de rustbewaarders, wiens persoon
lijke rust ongestoord bleef.
De agent toch, surveilleerende op het Hofplein, ont
dekte daar een nachtwandelaar, die zich aan een uro
logische overtreding schuldig maakte en terwijl hij be
zig was om dezen man daaromtrent te onderhouden,
mengde een andere aanwezige mijnheer zich op de
meest onhebbelijke wijze in de zaak, waarmede hij
niets had te maken en beleedigde daarbij den agent op
dusdanige wijze, dat deze zich zoowel ambtelijk als uit
zelfrespect verplicht gevoelde hem aan te houden. De
heer v. d. Valk ondervond alsnu een hevig verzet en
werd bovendien nog bemoeilijkt door een paar bur
gers, wien het Amstelpils naar het hoofd was geste
gen en die hun krachten misbruikten om den arres
tant te hulp te komen. De politieman ontving daarbij
ook slagen op het hoofd en had geen enkele reden
voldaan uit te roepen: Wat leven we gelukikg en wat.
zitten we zacht! Het gelykte hem evenwel al degenen,
die hem het ambtelijk leven zuur hadden gemaakt,
op het zondaarsbankje te brengen en moest dan he
den terecht staan de persoon van Jan F., 'n 33-jarig
arbeider, geboren te Edam en wonende te Ilpeudam en
wel ter zake beleediging en wederspannigheid.
De verdachte was zoo loyaal te erkennen dat hij
flink in de olie was geweest en hij het feit niet met
reden van wetenschap kon weerspreken. Hij kon ech
ter evenmin loochenen, dat hij reeds meermalen ter
zake wederspannigheid en mishandeling was veroor
deeld door meervoudige strafkamer en politierechter
te Haarlem.
De heer Officier vorderde dan ook 6 weken onvoor
waardelijke gevangenistraf. De verdachte gaf evenwel
méér de voorkeur aan een geldboete. Het was wel
duurder, maar minder ongezellig.
Vonnis voor ditmaal f 50 boete of 50 dagen, met
welke straf ieder genoegen nam.
WAARUIT BLIJKT. DAT HET MET DE GE
RECHTELIJKE HEEREN SOMS SLECHT
KERSEN ETEN IS.
De expediteur Martinus R. uit Wognuni, had op
Woensdag 2 Maart de verregaande roekeloosheid, zich
in Alkmaar te begeven als bestuurder van een vracht
auto. waarop een kolossale vracht stijgerhout op een
dusdanige onbehoorlijke wijze was opgeladen, dat de
vrijheid en veiligheid van het verkeer daardoor ern
stig in gevaar zou kunnen worden gebracht. Zoo sta
ken bijvoorbeeld kolossale stijgerpalcn, afkomstig van
het bouwwerk „Westerlicht" bijna 3 meter voor en
achter van de auto uit, terwijl het geheele stelletje
zwiebelde en schudde, dat ieder moment een catastro-
phe kon worden tegemoet gezien.
Hoofdagent Wijnberg hoofdzakelijk belast met de
verkeers-controle, merkte dezen gevaarlijken bestand
op. hield op den Dijk den bestuurder aan en gelastte
aflading van de vracht. De vrachtrijder hield zich,
alsof hij dit bevel wilde opvolgen, doch verzocht toe
stemming hieraan te voldoen op een meer geschikt
terrein, gelegen achter het café van den heer De Boer
aan den Helderschen weg. Dit werd goedgevonden,
doch de vrachtrijder kreeg als geleider den agent Heij-
denrijk mede, om te controleeren, of de opdracht naar
behooren zou geschieden. Het bleek echter, dat de ex
pediteur absoluut niet voornemens was zich van die
taak te kwijten, maar het meer geschikt vond, zich
met zijn lading uit de voeten te maken. De agent
Heijdenrijk, die zulks wilde verhinderen, en zijn rijwiel
voor de auto plaatste, kon niet beletten, dat dit rij
wiel door den onverstandigen chauffeur werd over
reden en vernield.
Dit verzet was natuurlijk nutteloos, want de chauf
feur en het nummer waren bekend, zoodat het zich
liet aanzien, dat de man de gemaakte brokken duöbel
en dwars zou moeten vergoeden.
Hij werd dan ook bij verstek op 22 April veroordeeld
door eten Kantonrechter ter zake overtreding van ar
tikel 22 der Motor- en Rijwielwet tot f 25 boete of 25
dagen, terwijl hij zich thans voor den politierechter
had te verantwoorden ter zake misdrijf artikel 184
wetb. van strafrecht: het opzettelijk niet voldoen aan
een ambtelijke vordering krachtens wettelijk voor
schrift, op welk delict gesteld is een maximum-gevan
genisstraf van _d r i e maanden of een geldboete van
ten hoogste zeshonderd gulden. Noem dat maar
een kleinigheid in dezen crisistijd!
Mr. de Groot, eigen gekozen verdediger van den
chauffeur, verzocht heden evenwel aanhouding der
zaak om vooraf te willen afwachten de beslissingen
van den Kantonrechter, aangezien de bij verstek ver
oordeelde van het vonnis op 6 Mei in verzet zal komen
Uitstel van behandeling werd verleend tot 20 Juni.
Het ligt in het voornemen van den eminenten verde
diger, zoowel in de verzetzaak als in de strafzaak
vflor den politierechter eenige getuigen a decharge, die
kunnen verklaren, dat de lading correct was opgeladen
en de veel korte steigerpalen niet 2.70 en 2.90 M. bui
ten den vrachtauto uitstaken, in het vuur te brengen.
EEN „AANSLAG" OP EEN AMBTENAAR VAN
MAATSCHPPELIJK HULPBETOON.
Toen te Alkmaar werd aangenomen het burgerlijk
armbestuur te metamorphoseeren in „maatschappelijk
hulpbetoon", ten einde aan dit instituut het vernede
rende karakter der armbedeeling te ontnemen, was
het te verwachten, dat de cliënten zich eveneens op
een hooger standpunt zouden stellen en ruimere waar
deering toonen voor deze thans meer geciviliseerde
instelling. Tot ons leedwezen moeten wij echter con-
stateeren dat sommige begunstigden geen blijk gaven
in behoorlijke omgangsvormen te zijn vooruitgegaan.
Reeds meerdere malen werd melding gemaakt van on
behoorlijke optreden van enkele steuntrekkers en ook
heden had de politierechter zich te bemoeien met den
persoon van den 29-jarigen los werkman Joh. Antli. P.
aan wien was tenlaste gelegd, een tamelijk ernstige
mishandeling van den heer A. v. Vliet, geëmployeerd
bij .Maatschappelijk hulpbetoon" en gepleegd op 10
Maart j.1.
Gemelde J. A. P... die bereids op 19 Jan 1931 was
veroordeeld tot een geldboete van f 40 of 40 dagen
hechtenis, terzake vernieling van glasruiten bij Vroom
en Dreesman en den heer A. Goes. bakker, aldaar,
stond heden te dier zake terecht. Toen hij nu destijds
kwam om te stempelen en zich daarbij kennelijk aan
fraude schuldig maakte, werd hij daaromtrent door
den heer v. Vliet onderhouden en ontving deze alstoen
van den heetbloedigen stempelaar een zóó geduchte
mep op zijn gelaat, dat hij bloedend werd \rerwond.
Later had verdachte over dit gewelddadig optreden
zijn excuus gemaakt.
Door verdachte werd heden ontkend, dat hij onrecht
matig zou hebben gestempeld en ontwikkelde hij te
vens nog meerdere bezwaren tegen maatschappelijk
hulpbetoon. Voorts beweerde P,. bij het toebrengen van
den slag geen voorwerp te hebben gebezigd en de
heer v. Vliet hem een smeerlap zou hebben genoemd,
waardoor hij driftig was geworden.
Gevorderd werd 2 maanden gevangenisstraf. De ver
dachte meende echter dat het feit met een kleine
geldboete voldoende was gestraft.
De Politierechter dacht er evenwel minder gemak
kelijk over en veroordeelde verdachte tot 3 maanden
gev. echter voorwaardelijk met 3 proefjaren zon
der bijz. voorwaarden.
Hiermede werd wederzijdsch genoegen genomen.
Het is nu echter zaak voor Jan P„ zijn gemak te
houden niet meer met de vuist te debatteeren,
EEN NIET BEPAALD VERSTANDIGE
HANDELING.
De 30-jarige monteur Dirk Klaas F. uit HemVen
huizen had op 20 Maart omstreeks 11 uur in den
avond, nagelaten te voldoen aan de sommatie van de
rijks- en gemeentepolitie te Hoogkarspel, om den door
hem bestuurden auto stop te zetten, op grond van een
geconstateerde overtreding der motor- en rijwielwet,
het rijden met onvoldoende verlichting.
De rijksveldwachter Kok, die met den gem.-veld-
wachter Wokke de controle haa uitgeoefend, werd als
getuige gehoord en bevestigde het opgemaakte proces
verbaal. Gevorderd werd 14 dagen gevangenisstraf te
gen verdachte, wiens antecedenten ver van schitterend
waren, zooals de Officier verklaarde.
Vonnis: f 35 boete of 35 dagen.
HIJ HIELD ER NIET VAN. OM VAN EENIG
ONDERWERP „AF TE STAPPEN".
De niet verschenen wielrijder Klaas G. te Andijk.
had aldaar op 8 Maart niet voldaan aan het bevel van
den brigadier B. Seldentuis om van zij nrijwiel af te
stappen, toen deze wenschte te controleeren of ver
dachte in het bezit was van een rijwielplaatje. Eisch
en vonnis f 25 boete of 25 dagen.
Een dergelijke nonchalance is, zoo men ziet, een
dure liefhebberij!
EEN BIJZONDER HOFFELIJKE TOESPRAAK.
Een 40-jarige huisvrouw te Koedijk, mej. Anna G.,
echtgenoote van den heer Nietteverstaan, stond te
recht naar aanleiding van een haar ten laste gelegde
beleediging van haar dorpsgenoote mej. M. Beers. ge
boren Eobbeldijk, die zij op 10 Maart op de volgende
liefelijke wijze zou hebben roegesproken: Leelijke huf-
ter, gemeene hond, blijf in je hok bij je vodden! O ja,
zei de verbaasde mej. Beers, die daarop zoo vrij was
een klacht te doen. Volgens mej. Beers was de herrie
onstaan omdat zij haar kinderen had laten schrappen
van een liefdewerk, waarvan de dochter van verdachte
relatrice was.
Mej. G. zou volgens mej. Beers nóg méér hebben
gezegd, doch wij achten het beter, deze insinuaties
maar ongepubliceerd te laten.
Mej. G. verklaarde daarop wèl haar verontwaardi
ging te hebben uitgesproken, omdat mej. Beers steeds
op Zondag waschte.
Mr. Ledeboer vermeende echter, dat het nog beter is
om Zondags te wasschen, dan in de week iemand uit
te schelden.
De heer Officier noemde het een onooglijk scheid-
partijtje, waarbij het vocabulaire niet door sierlijkheid
uitblonk. Voorts vermeende de heer Officier dat ieder
hier maar eens de hand in eigen boezem moest steken
en requireerde f 5 boete of 5 dagen.
Vonnis conform eisch, die de juffrouw al rijkelijk
hoog voorkwam.
EEN RADIO-ACHEROVERDRUKKER OF AF
TAPPER.
De 45-jarige Jac. K. te Den Helder had rekening en
verantwoording af te leggen ter zake diefstal van elec-
trische energie ten nadeele van den heer Bakkenes,
directeur van het radio-distributiebedrijf aldaar Bo
vengenoemde heer was zoo goochem geweest zich een
clandestiene aansluiting te verschaffen en genoot van
alle radio-genoegens, zonder dat het hem een sou
kostte. Een en ander werd door den monteur Karsten
geconstateerd. De verdachte bleek niet genegen zich
zonder slag of stoot gewonnen te geven en verzon al
lerlei uitvluchten om zich van straffeloosheid te verze
keren. Al deze trucs mochten hem echter niet baten,
de Officier achtte het feit bewezen, vorderde f 20
boete of 20 dagen en de politierechter veroordeelde
hem tot f 15 boete of 15 dagen.
Er werd zelfs nogaangenomen.dat een dergelijke
verbinding ook nog levensgevaarlijk kan zijn. De vor-
dèring van den heer Bakkenes werd niet-ontvankelijk
verklaard.
ZOO'N MENSCHENREDDER MOET ER óóK NOG
BIJKOMEN!
Het geleek er wel iets op. of er hedenmiddag in de
rechtszaal reünie was van Alkmaarsche politie-agen-
ten, althans de derde orde-bewaker uit die gemeente
de heer A. Kap, moest verschijnen voor het getuigeri-
hekje om onder plechtige eedsaflegging zijn opge
maakte proces-verbaal te bevestigen, toe te lichten en
mede te deelen, dat zijn overigens rustige rondwande
ling door de hem toebedeelde wijk op 19 Maart in de
Hekelstraal plots onderbroken werd door de omstan*
digheid. dat verbalisant zich ambtelijk verplicht ge
voelde een in kennelijken staat verkeerend persoon in
te rekenen. Deze formaliteit ging uit den aard der
zaak al niet heel vlot en had Kap de handen vol, maar
de uitvoering van zijn voornemen werd nog veel moei
lijker, toen een zekere Wilhelmus Jacobus S., die zich
kenbaar maakte als een „vriend" van den arrestant,
krachtige pogingen aanwendde, om den agent zijn on
gezellig vrachtje afhandig te maken en hem bovendien
op zeer ordinaire scheldwoorden vergastte.
Genoemde heer S. stond heden terecht ter zake deze
wederspannigheid en beleediging, doch ontkende het
geen hem was ten laste gelegd.
Aangezien inmiddels de Officier den agent vrijheid had
geschonken wegens ziekte niet als getuige te verschij
nen, werd diens procesverbaal in extenso voorgelezen.
De officier achtte dit ambtseedige procesverbaal vol
doende en vorderde 1 maand voorwaardelijk met 3 proef
jaren. Vonnis overeenkomstig requisitoir. Echter werd
de proeftijd gesteld op 2 jaar. Veroordeelde nam genoe
gen met deze billijke regeling.
EEN GEVAARLIJKE PROEFNEMING!
De 25-jarige werkman Gerrit G„ 'n voormalige Liefde-
laa,nbewoner te Alkmaar had in den loop van 1931 zijn
domicilie verplaatst naar Hoorn. Tijdens zijn verblijf te
Alkmaar was hij verschillende malen in aanraking ge
komen met den politierechter, die hem op 12 October
van dit. jaar. toen hij alreeds naar Hoorn was vertrok
ken. vertrouwende op de beloften van beterschap veroor
deelde tot gevangenisstraf voor den tijd van 5 maanden
echter voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
Tot de nadrukkelijke voorwaarden behoorde ook de
strenge onthouding van het plegen van een strafbaar
feit gedurende den driejarigen proeftijd, alsmede alge-
heele ontzegging van alcoholische lavenis in welke sa
menstelling dan ook. en het was voor den reclassant dan
wel een weinig aanbevelingswaardig experiment toen hij
zich op 22 Maart te Hoorn schuldig maakte aan openbare
dronkenschap en hevig verzet tegen den agent Wissel,
die hem deswege in het gemeentelijk depot wilde depo-
neeren.
Gevorderd werd tegen dezen roekeloozen jongenman,
die zich reeds zoo spoedig vergat en nu ook beslist in
aanmerking zal komen voo rde tenuitvoerlegging der
voorwaardelijke straf. 1 maand gevangenisstraf. Vonn.
conform eisch. Sluiting.
M. de R„
Volgens het verslag in de Schager Courant van d«
vergadering van zeegrasbelanghebbenden zegt de heer
Gelder o.m.:
„Op Texel is vorig jaar een Jeugdherberg geopend. De
matrassen waren gevuld met zeegras, maar slecht. Spr.
leverde daarvoor in de plaats Alpengras. Dit is geen re
clame en zulke dingen gebeuren veel". Volgens de ver
slaggever van de Heldersche en van de Wieringer Cou
rant. zegt den heer Gelder tevens: „Het zeegras wa3
zoo bedroevend slecht dat men de bedden moést weg
doen en men nam hiervoor in de plaats bedden gevuld
met Alpengras. Dat zeegras heb ik niet geleverd maar
wel het Alpengras."
Wij moeten dit gesprokene, hetwelk geheel met da
waarheid in strijd is, weerleggen in het belang van het
zeegrasbedrijf, het belang zoo WIJ dit zien. Wat toch
is de waarheid? Er zijn voor de Jeugdherberg het vo
rige jaar aangekocht 50 bedden, gevuld met gemaaid
zeegras van de Gemeentelijke Exploitatie, oogst Texel.
Deze bedden zijn schitterend mooi. juist door de mooie
qualiteit zeegras waarmede zij gevuld zijn. Het zeegras
is zoet. kraakdroog en donker van kleur.
Een monster van het zeegras, hetwelk de Herberg-
moeder ons heden ter' hand stelden en genomen uit deze
bedden, hébben wij opgezonden aan Burgemeester en
Wethouders van Wieringen). De Moeder verklaarde on3
tevens nog dat alle trekkers uiterst tevreden zijn over
de bedden. Deze bedden zijn dus niet weggedaan en
evenmin met Alpengras van den heer Gelder gevuld.
Dit zal ook de eerste 20 jaar niet noodig zijn.
Wij dan u Mijnheer de Redacteur, voor de plaatsing.
TEXEL.
April 1932.
FRANS ZEGEL. Kz.
Geachte Redactie.
Texel. 30 April 1932.
In uw blad van 26 April j.1. lezen wij onder „Zeegras
industrie" een verslag van een te Wieringen gehouden
vergadering. Naar aanleiding eener bewering uit de ver
gadering. dat de Texelsche maaiers ten achter zijn ge
steld. merkt de heer Tijssen op, „wanneer er wat geha
perd heeft, is het de schuld van den heer Dros te Texel
welke niet op tijd zijn papieren inzond".
Het is ons niet bekend dat er op Texel wat gehaperd
heeft, noch dat onze papieren niet op tijd zijn ingezon
den. Wat bedoelt de heer Tijssen met die opmerking?
Wij danken U beleefd voor de plaatsing.
Hoogachtend,
N.V. Handelsmaatschappij DROS Co.
FEUILLETON
1V/UR HET ENGELSCH.
J2r hoorde niet veel inzicht toe, om te begrijpen, wat
Stolt beoogde, als Jeanne boven was. dan kon zij later
k&R niet zoo'n gevaarlijke getuige wezen, als wanneer
lll precies zijn uit- en ingaan kon constateeren.
ik mMs je mij hier niet wilt laten blijven, da.n moet Ik
*en bikomen zoeken in de woning, die het dichtst bij
R, v Iemand zal mij wel willen opnemen,
rest colt vloog op, rukte haar den mantel van het lijf
n wierp dien in een hoek:
2U^ dit huis niet verlaten en pas op, dat je niet
n 'Jn ,driït Wekt! Bedenk wel, dat je geheel aan mijn
«enade bent overgeleverd!"
t^hot- ."p ben niet bang voor je, Heber Scott! Je zult mij
o'e doodschieten". zei ze. met veelbeteekenenden blik
29 te v 25n Pistool. „Ik was de eenige vriendin van je
votf* en ik heb haar dikwijls geholpen. Je bent er
muon- ^lan niet naar. om dit te vergeten!"
een' dat 2al 'k niet vergeten. zoomin als dat je
?*an den beginne af tegen mij hebt willen opzetten,
er 100 n 'k in kwade gewoonten vervallen was!"
^1S iiiefl kad daar dan Seen 3e haar
tot gelïroken en het leven bedorven? Haar
HetT"106 sel?racht en ten slotte haar dood bewerkt?
te' - Traar' ik heb haar trachten te overreden, om je
een na(lat de baby geboren was. Ik zou haar
t m'6 Rekking hebben weten te bezorgen, waardoor zij
kimt,1"016 met £emak in haar eigen onderhoud had
Kunnen voorzien."
geda^S dre'Sde hij. „Zij heeft mij nooit verwijten
Natunrr6^ Van ^0U 231 ik dat in het Seheel niet dulden!
Mo* werPt °°h al de schuld op mij!"
1 WJens schuld was het dan?"
au
„Wel de zijne!... Van den man, die al jaren lang mijn
vijand is geweest; va.n den man, die er je tante toe be
woog, mij mijn ontslag te geven en die mij later geen
boerderij wilde verhuren; van den man, die den waard
van het „Wapen van Walden" dreigde, dat hij hem het
huis zou ontnemen, als hij mij nog één droppel drank
schonk...! Ja, het gaat nog verder terug: Denk je, dat
een man het ooit kan vergeven, als bij wordt afgeran
seld als een hond, dat de striemen hem in den rug ston
den? Maar nu is het mijn beurt..." Hier viel hij zichzel-
ven in de rede, daar hij wel begreep, dat hij zich an
ders licht verraden zou. „Kijk", zei hij kalmer, „ik wilde
je geen schrik aanjagen, maar ik vergeet mijzelven, als
ik aan hem denk, en jij hebt ook wel genoeg reden, om
hem te haten, zou ik zeggen!"
„Waarom?... Wat meen je?"
„Wel, heeft hij de oude dame niet bepraat, dat zij hem
alles naliet, in plaats van aan jou? Heeft hij je niet
laten loopen, toen hij tot de ontdekking kwam, dat hij
alles en jij niets had?... En speelt hij nu niet de groote
meneer op den Hall, terwijl jij voor je dagelijksch brood
moet werken, zonder een eigen thuis?... Maar het heeft
hem geen geluk gebracht. Hij kan 's nachts niet sla
pen. Ik heb hem dikwijls na twaalven nog zien lezen in
de bibliotheek, want hij trekt nooit de gordijnen toe."
Iets in haar blik deed hem toch weer duchten, dat hij
misschien te veel had gezegd. Hij nam het pistool, hield
dit op haar hoofd gericht en jaagde haar vóór zich uit
naar boven.
„Gauw! Of ik schiet! Dat zou eerst zijn verdiende
loon zijn! Want nu hij je niet meer heeft, verlangt hij
je juist. Maar dat zou mij mijn hals kosten... Boven
dien: ik wil je geen leed toebrengen, want je bent goed
geweest voor Alice en voor het kind... Gauw dus wat, eer
ik mij vergeet,"
Hij stommelde achter haar de trap op en toen zij de
kamer binnen was, sloot hy de deur af.
HOOFDSTUK XIV.
Jeanne had geen kaars, maar hét maanlicht, dat het
venster binnenviel, verlichtte met verwonderlijke duide
lijkheid alles in het leege vertrekje.
De angst voor zichzelve werd verdrongen door het
vreeselijk bewustzijn, dat ze dus niet bij machte zou zijn,
Keith Walden te redden. Op ditzelfde oogenblik nog wel
kon Heber Scott zich op weg hebben begeven.
Trillende over al haar leden liep zij het vertrek door
en bekeek het venster eens. Het was een openslaand
raam en kon dus makkelijk genoeg geruischloos ge
opend worden, maar het was een heele hoogte en bo
vendien. als Scott nog in de keuken was. zou hij iede
re beweging hooren.
Zij trad op 't bed toe en keek naar het laken, dat zij zelve
over de arme overledene had heengeslagen. Hoe wreed,
om nu juist dit te moeten nemen! Maar haar spiedende
blik ontdekte immers geen enkel touw of koord.
Vlak onder het venster waren de hechtwortels van
den klimop, zoo dik als haar vinger. Het was mogelijk,
dat ze het ineengedraaidc laken daaraan kon vastma
ken...
Over het geheel was het een dolzinnig ondernemen;
maar met een bede., zoo vurig als zij. die in doodsangst
verkeerd hebben, zich die kunnen voorstellen, liet zij
zich zakken,... langzaam.... en zich telkens stootend en
hakend aan scherpe uitsteeksels aan muur of aan klim
oprank,... maar ten slotte bereikte zij toch den grond.
Toen moest zij even op adem komen, sloop Jangs het
huis en stond zoo op de stikdonkere laan. echter met
een hart. overvloeiende van dankbaarheid voor den ze
gen, die tot nog toe op haar vlucht had mogen rusten.
Nu was weer haar angst, dat zij den verkeerden weg
zou nemen: de Hall kon wel niet zoo ver meer af zijn,
als zij maar de juiste richting insloeg. De gedachte dat
iedere stap haar immers verder van Keith zou kunnen
afvoeren, was te verschrikkelijk, om er bij stil te staan.
Op goed geluk koos zij dus de richting en ijlde voort...
Met moeite haalde zij adem; haar armen en beenen wa
ren verstijfd van koude en pijn en af en toe voelde zij
een steek in de zijde, of ze met een mes gestoken werd.
Daar hoorde zij onmiskenbaar duidelijk op den hard
bevroren grond het naderbijkomen van zware mannen
stappen. Dus wist zij, dat Hebert Scott haar op het
spoor was en dat het nu inderdaad een vlucht werd op
leven en dood.
Voort lilde zij. kreunende en huilende als een kind,
struikelend en eens languit vallend op een hoop opge
waaide sneeuw... Zou Scott haar nog inhalen, eer zij den
Hall berekite? Zii was licht en rap ter been en werd
niet belemmerd door zware kleeren; ook had zij een
goeden voorsprong, maar wat gaf dit 'op den duur tegen
zijn lange stappen?... Liefde en vrees schenen haar vleu
gelen te verleenen. maar wat zou zij beginnen "tegen
een krankzinnige!
Op dat oogenblik herkende zij het begin van het ijze
ren hek. dat het park insloot, en even later vloog zij
een oprijlaan op, niet de hoofdoprijlaan, waar de portiers
woning was. maar een, die langs een omweg toch den
Hall bereikte. Den hoofdweg durfde zij niet te gaan,
omdat die zoo open was. dat hij haar zou kunnen neer
schieten als een konijn, en wat zou er dan van Keith
worden Nu hoopte zij maar. dat haar achtervolger niet
zou gemerkt hebben, welken weg zij gegaan was, en daar
ze zijn voetstappen ook hoe langer hoe minder duidelijk
hoorde, meende ze. tot haar vreugde, dat dit dan wel
het geval moest zijn.
Maar Heber Scott wist zeer goed wat hij deed: hij
wist. dat die beide lanen in elkaar uitliepen en dat hij
haar dus toch zou weerzien.
In zijn woede over haar vlucht had hij alle gedachte
aan zelfbehoud uit het oog verloren en had hij haar
slechts achtervolgd met dat èène doel in zijn waanzin
nig brein, haar neer te schieten bij Keith Walden op
den drempel en dan te wachten, tot die zelve ook ver
scheen, om hem te begroeten met een tweeden kogel.
Toen Jeanne de helling had bereikt, waar de beide
wegen samenkwamen, was haar kracht nagenoeg uitge
put.
Scheen de maan toch maar niet zoo helder, dat zij
beter verborgen kon blyven voor haar vijand! Ze zag
reeds het licht branden door het venster van de biblio
theek; overigens wash et groote huis in duisternis ge
huld.
Op dat oogenblik daagde er een donkere gestalte op.
uit de oprijlaan. Nu begreep zij zijn bedoeling: hij wilde
over den bevroren vijver ineens 't terras bereiken, pre
cies onder het venster.
Word tv ei-volgd.