Het gevaar langs den weg. De zorg van den wetgever. Ongelukken bij spoorwegovergang en. HET MISDEELDE KIND. Geestelijk en lichamelijk defecten. Sproeten komen vroeg m Sprutol. Bij alle Drogisten. Kei z< Het druivenhaantje. M Verdachte J. Kr.: De heer Hoog «preekt nu wel van een janboel, maar dat Is in one poldertje heelemaal niet het geval. Alles is er keurig in orde, beter soms nog dan in de andere polderafdeelingen en van on- eenigheid is geen sprake. Neen, dat is het niet, maar de heer Hooij wil eens laten voelen, dat zijn macht zich ook over ons uitstrekt. Getuige Hooij: Natuurlijk wordt er mee bedoeld, het heele gebied van de onbemalen landen, wanneer ik zeg, dat er een janboel uit zou kunnen ontstaan. Wjj kunnen niet meten met twee maten en wat voor de één geldt kunnen we den ander niet van ontslaan. En er is voldoende bekendheid aan gegeven, dus iedereen kon het weten. Verdachte J. Kr. (opgewonden en verontwaardigd): Dat is niet waar Hooij, dat is een leugen, dat er vol doende bekendheid aan was gegeven. Ook wordt nog gehoord heemraad Corn. Tiel. die schouw over de bewuste landerijen gehouden had. en op een desbetreffende vraag antwoordt, dat nu alles in orde gemaakt is. Als dan nog wordt uitgemaakt, dat een «lootje niet mag worden drooggelegd, zonder toestem ming van het polderbestuur en verd. J. Kr. er nogmaals op gewezen heeft, dat het heel wat aardiger geweest was, indien zij persoonlijk van het een en ander op de hoogte waren gebracht, komt de ambtenaar aan het woord- Na den heer Hooij zijn dank te hebben gebracht, voor diens heldere uiteenzetting, zegt Z.Ed. dat het hem onbegrijpelijk is, dat de menschen hun eigen keur niet kennen. Hij gelooft er ook niets van. dat ze het niet wisten, en wijst er op, dat ze hun eigen belang heel wat beter op andere wiize hadden kunnen dienen* Met tegen ieder f 3 boete of 3 dagen te eischen, hoopt hii. dat. deze kwestie nu van de baan is. Conform deze eisch doet de kantonrechter uitspraak, er eveneens op wijzende, dat door het heldere betoog van den dijkgraaf, de aangevoerde bezwaren van verdach ten volkomen zijn ontzenuwd en wat betreft het al of niet bekend zijn, een ieder geacht wordt, de wet t« ken nen. Zonder signaal te geven achteruit gereden. De rest der zaken was voor een groot deel .gewijd" aan overtredingen van de Verkeerswetten. Eerst is daar A. K. uit Anna Paulowna niet ver schenen die den 16den Maart met zijn auto, waarin nog vier personen waren gezeten, op weg was naar huis. terwijl achter hem reed de heer M. Krimp uit Schagen. Bij den heer De Moor op Schagerbrug zou recht#-af wor den geslagen, maar waar op dat oogenblik de weg ver sperd was, werd blijkbaar besloten om den anderen kant van de Grooisloot te nemen. Te dien einde ging K. ach teruit om de draai beter te kunnen nemen, maar dit achteruitrijden geschiedde zoo plotseling, dat de heer Krimp, die achter verdachte eveneens was gestopt, niet snel genoeg kon wegkomen en zijn wagen van voren nogal schade opliep. Verdachte was daarop vlug wegge beden. maar tenslotte wist de heer Krimp, hem in den Anna Paulowna in te halen om voor het een en ander genoegdoening te vragen. Het gevolg was een proces verbaal. De schade ls inmiddels vergoed, wat niet kon verhinderen, dat verdachte toch nog tot een boete van f 30 of 30 dagen hechtenis werd veroordeeld. Een gevaarlijk uitsteeksel. Jan B., reiziger uit Enkhuizen, reed den len Maart met een vrachtauto op den Waardpolderweg en is toen bg het passeeren tegen de bus HelderKolhorn. be stuurd door J. van Zandwijk, opgereden. Het gevolg was. dat de wand van de bus over een lengte van een halven meter door een uitstekende scharnier-pen aan de vracht auto werd opengescheurd. Waar verdachte het een en ander ontkent, wordt de zaak tot 16 Juni aangehouden om nog een getuige te hooren, die door ziekte ditmaal niet kon verschijnen. Twee karretjes in de soep gereden. Den 16den April werden een tweetal fietsen te War- menhuizen, die daar bg het gebouw van de veiling wa ren neergezet door de heeren N. J. Sevenhuizen en A. Mosch. door een vrachtauto blijkbaar op drukvastheid beproefd, wat zeer jn het nadeel van de karretjes uitviel. De handige bestuurder van de auto. een zekere v. d. M. was hedenmorgen niet verschenen om te verkla ren hoe hij tot deze proef gekomen was. Anders had hij het resultaat daar ook nog van kunnen vernemen (als hij dat nu nog niet wist). n.1. dat de fiets van S. totaal verbrijzeld en die van M. belangrijke sohade had opgeloopen. In ieder geval zal hij het nu binnenkort wel vernemen, want aan den eerste moet hij f 30 schadevergoeding en aan M. f 4.50 betalen. Bovendien nog f 15 boete of 15 dagen hechtenis. Een noodlottige motorrit in den nacht. De botsing van een motor met een onver lichte, stilstaande vrachtauto op den Lagen- dijkerweg. Het gebeurde in den nacht van 16 op 17 Maart, des nachts om 2 uur, na den dag van Paaschtentoonstelling te Schagen. Een motorrijder, zekere IJsbrand Boon, uit Den Hel der. ging huis-toe, en botste toen bij Lagedijk tegen een stilstaande vrachtauto, die daar onverlicht aan den kant van den weg was neergezet. Later bleek deze auto te bohooren aan den bierhandelaar B. van Wieringen. die op weg naar huis een defect aan zijn lichtleiding bekomen had. Na de botsing heeft de mptorrijder eerst een poos be wusteloos op den weg gelegen en is later door voor bijkomende automobilisten opgenomen en naar Schagen vervoerd, waar dr. Van der Sluis de eerste medische hulp verschafte. Tien dagen is het slachtoffer daarop in het R.K. gesticht verpleegd, alvorens hi.i kon worden vervoerd. Thans hij was op de terechtzitting aan wezig. is hij weer volkomen hersteld, wat eigenlijk wel een wonder mag heeten.. als men hoort dat hij door zijn zware verwondingen, waarbij o.a. een ernstige bles sure aan de keel door een indringende pen, veel bloed had verloren. Cath. Gelder, een der inzittenden van de passeerende auto vertelt dan hoe ze Boon hevig bloedend hadden op genomen en weggebracht. Onverantwoordelijk, noemden de heeren rechters het, om een wagen zoo onverlicht langs don weg te plaatsen. Het had bijna een jeugdig menschenleven gekost en in verband met de ernst van het feit. wordt verdachte tot f 25 boete of 25 dagen hechtenis veroordeeld. Rijdende wolkenkrabbers. Petrus Sch., ccn 27-jarige expediteur uit Wognum, was met een lading stroo op zijn vrachtauto door Winkel gekomen. Het scheen echter tot een vervaar lijke hoogte opgestapeld te zijn. wat de politie aanlei ding gaf om de zaak eens op te meten en toen bleek dat inderdaad de bij de wet toegestane hoogte van 3.50 meter nogal overschreden was. De ambtenaar had het blijkbaar niets voorzien op deze rijdende wolkenkrabbers, want hij eischte maar eventjes f 20 of 20 dagen. Na halveering door den kantonrechter vond ver dachte het neg rijkelijk hoog, maar hij moest er toch genoegen mee nemen. GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF. Garage C. NIEUWLAND, BERGEN. De eerstel Hedenmorgen maakten we voor de eerste maal mee, dat iemand terecht stond terzake dat de reflector achter op het spatbord van zijn fiets zóó bedekt was met vuil, dat er van eenig gunstig resultaat geen sprake meer was. Als dit het begin is van een meer actief optreden der politie in deze, dan zullen er in de toekomst nog heel wat slachtoffers vallen. Deze eersteling. Pieter v. d. V. uit Winkel, werd tot f 2 of-2 dagen veroordeeld. Eerst de spullen in orde. M. J. J. G., een Limburger, thans als bedrijfsleider werkzaam te Winkel, had op zijn motorfiets gezeten, zonder dat hjj de daarvoor benoodigde papleren te weten het rijbewijs had. Wel had hij reeds met gunstig gevolg de rgvaardigheidsproef afgelegd. f 6 boete of 6 dagen hechtenis en op het herhaald aandringen van verdachte, dat het toch veel te hoog was. zei de ambtenaar dat hij het niet direct behoef de te betalen: hij kon er eerst wel een poosje voor sparen Ja, de troost die de rechter geeft, is door gaans wel heel erg schraal. Eén is te kort. Gerrit B., te Breezand. had in den tijd, dat hij nog een auto bestuurde, met één lantaarn gereden. Hij had er natuurlijk niets van bemerkt, maar daar houdt de wet geen rekening mee f 6 of 6 dagen. En achter meet er ook licht zijn. Bij de auto van Simon H.. slager te Barsingerhorn, was het den achterkant, die aan een tekort aan licht laboreerde. Het nummerbord was n.1. niet verlicht f 4 of 4 dagen. Kijkt U ook eens nal J. K., landbouwer te Wieringerwaard, kwam te laat tot de ontdekking dat de geldigheidsduur van zijn rij bewijs was verloopen. Ofschoon hij meende dat iemand daar toch wel eens netjes kennis van kon worden gegeven, vond de ambtenaar het voldoende, dat de datum van verval er met koeien van letters op vermeld stond. f6 boete of 6 dagen. Kijkt U ook eens na, of U soms een neiuw rijbewijs moet aanvragen!!! Man en vrouw is niet altijd één. De 23-jarige Boudje D.. een aardig Heldersch vrouwtje, had een toertje gemaakt op de motorfiets van haar maiv, en ook diens rijbewijs had ze bij zich- Ze meende dat dit voldoende was of zou ze ge dacht hebben, dat ze de politie wel met een verleide lijk glimlachje had kunnen „ontwapenen"? Hi! hi. grinnikte de kantonreohter. man en vrouw zijn niet altijd één en achter zijn hand: „anders wel een blijk van goede verstandhouding", f 7 boete of 7 dagen hechtenis. Terzake het nieuwe wijnbesluit, waarbij bepaald is. dat wat als Port a Port wordt verkocht, minstens 16.5 pet. alcohol moet bevatten, stond terecht de heer J. J. C. V.. sltiter te Schagen. Door een onwillekeurig verzuim had verdachte nog port a port in zijn zaak gehad van 14.7 pet. „Ja," licht de kantonrechter zijn uitspraak van f 6 boete of 6 dagen hechtenis toe. „de zorg van den wetge ver voor 's menschen gezondheid is wel zeer groot; al leen zou hij In dit geval zijn doel misschien beter ge diend hebben indien het gehalte zoo laag mogelijk was geweest." Het kanton Schagen er om berucht. Ditmaal hebben we drie zaken, waarbij verdachten is ten laste gelegd, dat hun met een auto een ongeluk is overkomen bü spoorwegovergangen, hetgeen voor den ambtenaar aanleiding is om te zeggen, dat het kanton Schagen om deze ongelukken zoo langzamerhand be rucht begint te worden. Zoo kon de melkrijder Jan Schr. nog net een ongeluk met zijn auto voorkomen, toen hij den overweg -wilde passeeren. door zijn wagen op 4 a 5 meter van den rij denden trein tot stilstaan te brengen. Door vuile ruiten o.a. tengevolge van het spatten van wel was zijn uitzicht belemmerd. £15 boete of 15 dagen hechtenis. Minder goed kwam de brandstoffenhandelaar Jan D. er den 24sten Maart in het Waarland af. Zijn wagen toch werd door den trein gegrepen en vermorzeld. Hij zelf liep een lichte hersenschudding op. terwijl zijn 5-jarig zoontje ernstig gewond naar het ziekenhuis moest wor den gebracht. Thans zgn zij beiden weer geheel hersteld. I 25 boete of 25 dagen hechtenis. De derde, niet verschenen verdachte, terzake van eenzelfde overtreding is een zekere S., die eveneens tot f 25 of 25 boete wordt veroordeeld, en waarbij zoowel de kantonrechter als de ambtenaar wijzen op de onop lettendheid en nonchalance, waas-mee blijkbaar gereden wordt. Zij hopen beiden, du» deze talrijke ernstige on gevallen evenzoo vele waarschuwingen zullen zijn voor anderen om door de grootst mogelijke voorzichtigheid deze soort ongelukken in de toekomst te voorkomen. „Het Witte Kruis", de bekende Noordhollandsche vereeniging, heeft met steun van de „Centrale Ver- eeniging ter behartiging van de maatschappelijke be langen van zenuw- en zielszieken" een onderzoek doen instellen naar den feitelijken toestand van de geeste lijk en lichamelijk onvolwaardige Ingezetenen van de Provincie Noordholland. Dat onderzoek werd opgedragen aan een commissie, in wier naam haar taak tot uitdrukking komt. Zij heet n.1. „Commissie van voorbereiding voor de be hartiging der belangen van zenuw- cn zielszieken en het misdeelde kind" en bestaat uit: Dr. F. S. Meyers, Voorzitter en Rapporteur, Am sterdam: Mr. M. J. A. Moltzer, Secretaris, Velsen; Th. W. Beeker, arfs, Heemstede; E. A. M. Droog, arts, Heemstede, J. Sinjewel, Hoofd der O. School, Medem- blik; Ds. O. J. Staal, Noordscharwoude en P. van Mever, Wethouder, Zaandam. De Commissie, die 22 Januari 1929 met haar werk zaamheden een aanvang maakte en dezer dagen haar rapport publiceerde, meende dat haar enquête een overwegend maatschappelijk karakter moest dragen en dat daarbij in de eerste plaats een onderzoek moest worden ingesteld naar het aantal en den aard der hulpbehoevenden en onvolwaardigen. Zij heeft echter niet alleen gegevens verzameld en verwerkt, doch in haar rapport ook een beeld ge schetst van onze provincie, omdat het haar wensche- lijk voorkwam, ook den achtergrond te belichten, waartegen de onderzochte feilen moeten worden gezien. 4 Zij redeneerde aldus: De maatschappelijke bruikbaarheid van een individu wordt binnen zekere grenzen bepaald door het sociale milieu, waarin hij leeft. Men dient daarom evenzeer een juist beeld te hebben van het milieu als van de persoonlijkheid. Wie in een groote stad met haar hoog opgevoerde levenseischen niet mee kan, daarin niet past of anders gezegd, daarin niet verdragen wordt kan in een meer eenvoudige omgeving nog wel met meer of minder succes den strijd om het bestaan voeren. De sociale, en meer in het bijzonder de familiale milieus verschillen naar den aard der bevolking naar de mate van haar welstand en naar de middelen van haar bestaan. Vanzelfsprekend wijkt het karakter van een industriegebied in veel af van dat van een land bouwdistrict. Hiermede moet rekening gehouden wor den, want de maatschappelijke gevolgen, welke een geestelijk defect met zich brengt, zijn in het eene mi lieu geheel anders dan in het andere. Maar er is meer. Een onderzoek als het hier be doelde kan niet volstaan met het opsommen van de nadeelen, welke geestelijke onvolwaardigheid voor in dividu en gemeenschap met zich brengt. Vanzelfspre kend zal men vragen naar de middelen om dio te bestrijden. Men heeft daarbij rekening te houden met de bereidheid van ouders of verzorgers (in het alge meen) van geestelijk minderwaardigen om hulp te vragen, alsook van de gemeenschap om hulp te bie den. Hierbij zijn van invloed de algemeene maatschap pelijke verhoudingen en opvattingen omtrent gemeen schapsplichten. het karakter van het gezinsleven, het type van het zgn. gezinsindividualisme, e.m.a. Wat het gezinsleven betreft, kan in het algemeen gezegd worden, dat op het platteland en in de kleinere gemeenten van Noordholland bemoeiingen van vreem den ongaarne gezien worden. Geestelijke achterlijk heid is een factor, welke zij eerder verbergt, dan er mede te koop loopt. Valsche schaamte, misplaatste familietrots, naast gebrek aan juist inzicht zijn dikwijls, vooral voor ouders, beletsels om geestelijke minderwaardigheid te genover derden te erkennen. De onderwijzer van de school voor Buitengewoon Onderwijs (B. O.) doet meermalen de ervaring op, dat het geestelijk debiele zwakzinnige kind door de ouders lang niet altijd voor onvolwaardig wordt gehouden en dat er veel overredingskracht moet wor den aangewend om hun toestemming te verkrijgen tot plaatsing op de school voor B. O. Het gemeenschapsleven draagt, in de kleine gemeen ten ten plattelande uiteraard een ander karakter dan in de groote stad. Hier toch zijn de hulpbehoevenden talrijker, en is de sociale voorzorg intensiever en meer georganiseerd. Dat in de steden de gemeenschaps plichten van overheidswege In den loop der laatate jaren in diepte en breedte stelselmatig zijn uitge bouwd, weet hij. die daarvoor in aanmerking komt. maar al te goed. Zelfs ver buiten de groote stad ts dat bekend en niet geheel zonder reden meent men daarin een motief te moeten zien voor den treK van het platteland naar de groote stad. De grootestadsmenuch weet zijn rechten op verzorging en mocht hij zich die te eeniger tijd niet te herinneren, dan is zgn omgeving wel zoo goed hem daarop attent te maken. Maar daar naast uit zich het gemeenschapsleven op een wijze, welke dikwgls hooge eischen stelt aan het aanpas-, 8ingavermogen, in het bijzonder, van de bewoners der volksbuurten. De onderlinge controle, welke daar min of meer opzettelijk wordt uitgeoefend, heeft ten gevolge, dat ernstige verwanrloozlng en ontoelaatbare toestanden in de groote stbd bij uitzondering worden aangetroffen. Anders is het daarmede gesteld ten plattelande. Onbetwistbaar is men daar van elkanders doen en laten op de hoogte, maar dit geldt in het al gemeen meer voor hetgeen buiten het gezin plaats vindt. Binnenskamers leeft men vrger. of, als men wil. meer geïsoleerd. In het bgzonder geldt dit voor den vreemdeling, die zich in de kleine gemeente heeft gevestigd, en vooral wanneer hij zich buiten de bebouwde kom een woning heeft gekozen. Dan kan zich daar heel wat on toelaatbaars afspelen, voordat dit naar buiten toe kenbaar wordt. Daar vindt men dan ook bij tijden ergerlijke gevallen van verwaarloozing en treft men toestanden aan, welke in de groote stad niet in die mate en zoo lang onopgemerkt zouden zijn gebleven Aangehaald wordt dan wal wijlen Pi of. Dr. Blink over Holland en ziin bewoners schreef. Wij nemen daarvan het volgende over: ..De bevolking van dat gewest is van verschillende afkomst: Fransche stammen zijn van het O. er in door gedrongen. Friesche langs de zeekust. En in dit Wa terland. al vroeg met veel scheepvaart en verkeer, kwa men ook van elders van tijd tot tijd vele elementen. Al deze economisch aan die streek verbonden bewoners Ir hetzelfde graafschap begrepen, later de provincie, waar vooral in de latere middeleeuwen en in de nieuwe ge schiedenis talrijke nijvere steden opbloeiden, werden ge bonden aan het land en zijne historie en tot Hollanders gestempeld, die echter in West-Friesland nog hun eigen Frieache type bewaarden en ook elders nuanceeringen in stand hielden." ..Wij wijzen er op, dat de bevolking benoorden het IJ. evenals het land zeer verschillend is geweest en dat zich nog de sporen daarvan vertoonen. De naam Zaankanter. Westfries en Waterlander wijzen daarop voor het oude land en het nieuwe land der bedijking en droogmake rijen heeft nog weer andere volkstypen en economische eigenaardigheden. Voor alles is de Zaankanter koopman en industriëcl. de Waterlander visseher. de Westfries en Kennemer zuivelarbeider en de bewoners van den Schermer- en den Anna Paulownapolder en de Wierin gerwaard. alsmede van de Haarlemmermeer, zijn meest bouwboeren van elders gekomen. Op de geestgronden vindt men den tuinbouw, eveneens In de Langendijk- sche dorpen en de streekdorpen en in de Zuidelijke Bpemster. Do vroegere zeevaart en visohvangst, die in de 16c en I7c eeuw nog over geheel het noordelijke Hol land langs de vele wateren verbreid was. liefst in plaat sen als Schermerhorn. Graft. Groot-Schermer, de Zaan streek en de Rijp. heeft nog enkele karaktertrekker, daarvan bewaard, die zich in de ruwheid der schooljeugd uitspreekt, zooals men mij mededeelde." Even verder merkt Prof. Blink op: „Over het geheel is op het platteland de bevolking van Noordholland bui tengewoon kalm. phlegmatiek cn toch goedaardig. De verdraagzaamheid heeft haar wel van den godsdienst afgewend, is tot onversohillgheid of materialisme ge worden. waardoor het kerkgaan sterk verminderd is. Maar zij zijn voorzichtig met het uitspreken van hun meening. De Roomsch-Katholieken zijn er het meest bewegelijk en levendig; dit blijkt uit de vergelgking der R.K. Volcndammers met de overige omwonenden. In de laatste jaren wordt het Roomsch-Katholicisme uitgebreid door kolonisten, die als tuinbouwers zich hier vestigden." Een korte beschouwing heeft de Commissie meenen te moeten wgden aan de polderbewoners. Polders zijn te het voorjaar, koop tijdig een pot beschouwen als kolonisatiegebieden en hun oorsproüJ lijke bewoners zijn of uit de naaste omgeving, 0fJ andere deelen van het land afkomstig. Andere polders zijn reeds vele honderden van JL bewoond en het is aannemelijk, dat een vermenging 2 de nakomelingen der oorspronkelijke kolonisten der bewoners uit de omgeving haar nivelleerend^ vloed heeft uitgeoefend. Een uitzondering maken de bewoners van den L, landschen polder op Texel. Zij zijn hier ongeveer 75 jaar geleden uit ZetS Friesland. Groningen en he*. vasteland van Nog* land binnengetrokken en hun geestelijke structiiijt schilt merkbaar van die der Texelaars, welke do#i geïsoleerd bestaan en als gevolg van de daarbij rende inteelt geestelijke degeneratie-verschijnseka meerdere of mindere mate te zien geven. Zoo ziet men ons dus. Geeft de spiegel, dien men ons voorhoudt, eeij beeld? Wie het er niet mee eens is. mag het ons schril In een volgend nummer zullen wij de Commis doopceel laten lichten, wat betreft drankgebruik,' dadigheid onzer kinderen, enz. Reeds nu willen wij echter als onze opvatting J deelen. dat de Commissie alle moeite heeft gedag! voor zoover mogelijk een verklaring te zoeken geestelijke en lichamelijke afwijkingen, die ons nfc* paald sieren. Zoo kan men tot een goed begrip W en naast middelen om het leed te verwachten, miü&i cok middelen vinden om voor de toekomst de onvoitj digheid binnen zeer nauwe grenzen te beperken, f Wat een groote zegen zou zijn! HIJ KON NIET LEZEN DOOR INDIGESTIE. „Sterretjes" voor zijn oogen. „Eenige jaren voor 1922 loed ik aan indigestiq had hoofdpijnen en zag duizenden sterretjes J mijn oogen. zoodat ik niet kon 'eten lk besloot* schen Salts eens te probeeren. Dat was in AuJ 1922 en sindsdien heb ik steeds een beetje 'smod til mijn eersten kop thee genomen. Ik eet nul en ben absoluut bevrijd van indigestie en J retjes" We kunnen nu wel meteen zeggen, dat wata schei* voor hem deed het voor iedereen dooil net. als hij aan indigestie, lijdt. Het is nl. een feit] „de kleine, dagelijksche dosis" eerst de maagt«| j egelden toevoer van sap aanspoort om de tering te helpen en U daarna icderen dag et-I ledigo en geregelde verwijdering van alle afvj fen verzekert. Spoedig nadat IJ met Ivruschen bent begonnel U de weldadige uitwerking reeds voelen. U lil Uw groote voldoening bemerken dat U van Uw*J sel kunt. genieten zonder onaangename gevoli»:! zooals U zult bemerken, de verlichting die Kim* Salts brengt is een b 1 ij v e n d e Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaarm apothekers en drogisten f0.90 en f 1.60 ;p?f con. I gai en bijl twi bac W.t pee ber, E geb pas T koo Li ken H Din: veil: uur. 22, Plantenziektenkundig Zoo langzamerhand hebben we in onze streek i\ veel d rui venkweekers gekregen, dat het oo.k vt=ü is gaan letten op de gevaren, die in deze d dreigen kunnen. Omdat de meeste druivenkassen tamelijk piw gelegen waren heeft het nog tamelijk lang geduuri we veel merkten van die gevaren. Dat ze er echtea niettegenstaande toch wel zijn is me Juist dezer weer gebleken. Tot verleden jaar toe. voorzoover het tenminw bekend is. konden we er ons in verheugen, dat het insect, waarvan ik hierboven de populaire naar; geven heb., nog niet Jn onze druiven aantroffen. Dl echter weer geweest. Op het oogenblik ie mij door persoonlijk vele druivenkweekers bekend, dat de meeste ermede besmet zün. Omdat een gewaarschuwd man voor twee geldt 8 ik dus dit stukje opdat men zijn druivenkassen co lecren zal en bijtijds zijn maatregelen nemen. Het druivenhaantje dan Is een insect en wel eeni kever, die in volwassen toestand ongeveer 1 c.JL wordt, soms nog Iets grooter. Zooals vele kevers 1 ook deze kever dekschilden, die diepe groeven vrrti De ondergrond van die dekschilden is glimmend maar omdat er vele vlekjes op voorkomen, die gni ttg behaard zün is de kever op den grond baast si zien. Men vindt hierbij dus hetzelfde verschijnsel I men bij zooveel andere dieren aantreft, dat ze de® hebben van de omgeving en dus niet opvallen, heat» vinden we b.v. ook bij de erwtenbladrandkever. dkB op het oogenblik zooveel schade doet aan boon^ erwten. Bovendien is de druivenkever of het druivenbi een nachtdier, het vreet dus in den nacht en ot beweegt het zich hoegenaamd niet. Overdag zoel een schuilplaats onder aardkluiten of onder alleri val. De schade die de kever doet. bestaat in het van de bladeren van onze druiven, maar bovendlt dat is nog belangrijker) heeft ze de aardigheid nogril om b.v. een troostengel half af tc vreten. Zulk cfs| hangt natuurlijk den volgenden ochtend slap cn ten gronde. Alleen de schade, die veroorzaakt word] het afvreten van blad kan echter ook belangrijk worden. Wie zijn kas controleeren wil kan dfllt dus het doen. door de bladeren goed na te zien: vindt gevreten bladranden, dan kan men er wel van dat men de kever in de kas heeft. Het is niet mijn gewoonte, in deze periode wa! wingen veel te zeggen over* voortplanting enz, Vo dc lijkt 't me te vertellen, dat de larve in pept*» in den grond wordt doorgebracht. Op het oogenbtë schijnen dus de kevers en in verwarmde kassen w reeds veel. Het bestrijden geschiedt het beste door weg» en dooden. Dat is een oude methode, die echter goed is. Wel kan men gebruik maken van een b.v. Parijsch groen o.a. en daarmede de boomeB |t ten, maar het is een groote kunst alle bladeren te J en ook loopt men de kans, vooral later in den tijd.® druiven er niet mooier door worden. Wegvangen i" Dit wegvangen kan men het beste doon. de boomen plukjes houtwol te leggen of stukk«nl zak. Deze plukjes houtwol en deze stukken Sw den dan in den ochtend nagekeken en de kevert hun schuilplaats in gezocht hebben, doet men emmertje met petroleum o.a. Op deze manier to er duizenden vangen. In het najaar of in het als de kas nog leeg is, kan men er jonge h2.nc; ten loopen. Die pikken veel boosdoeners op. Gedi VOOR 'ichfi invang VAN HERWIJNEN. Sint P»J£

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 2