Het gevaar langs den weg.
De zorg van den wetgever.
Ongelukken bij
spoorwegovergang en.
HET MISDEELDE KIND.
Geestelijk en lichamelijk defecten.
Sproeten komen vroeg m
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Kei
z<
Het druivenhaantje.
M
Verdachte J. Kr.: De heer Hoog «preekt nu wel
van een janboel, maar dat Is in one poldertje heelemaal
niet het geval. Alles is er keurig in orde, beter soms
nog dan in de andere polderafdeelingen en van on-
eenigheid is geen sprake. Neen, dat is het niet, maar
de heer Hooij wil eens laten voelen, dat zijn macht
zich ook over ons uitstrekt.
Getuige Hooij: Natuurlijk wordt er mee bedoeld, het
heele gebied van de onbemalen landen, wanneer ik
zeg, dat er een janboel uit zou kunnen ontstaan. Wjj
kunnen niet meten met twee maten en wat voor de
één geldt kunnen we den ander niet van ontslaan. En
er is voldoende bekendheid aan gegeven, dus iedereen
kon het weten.
Verdachte J. Kr. (opgewonden en verontwaardigd):
Dat is niet waar Hooij, dat is een leugen, dat er vol
doende bekendheid aan was gegeven.
Ook wordt nog gehoord heemraad Corn. Tiel. die
schouw over de bewuste landerijen gehouden had. en
op een desbetreffende vraag antwoordt, dat nu alles in
orde gemaakt is. Als dan nog wordt uitgemaakt, dat een
«lootje niet mag worden drooggelegd, zonder toestem
ming van het polderbestuur en verd. J. Kr. er nogmaals
op gewezen heeft, dat het heel wat aardiger geweest
was, indien zij persoonlijk van het een en ander op de
hoogte waren gebracht, komt de ambtenaar aan het
woord- Na den heer Hooij zijn dank te hebben gebracht,
voor diens heldere uiteenzetting, zegt Z.Ed. dat het hem
onbegrijpelijk is, dat de menschen hun eigen keur niet
kennen. Hij gelooft er ook niets van. dat ze het niet
wisten, en wijst er op, dat ze hun eigen belang heel wat
beter op andere wiize hadden kunnen dienen*
Met tegen ieder f 3 boete of 3 dagen te eischen, hoopt
hii. dat. deze kwestie nu van de baan is.
Conform deze eisch doet de kantonrechter uitspraak,
er eveneens op wijzende, dat door het heldere betoog van
den dijkgraaf, de aangevoerde bezwaren van verdach
ten volkomen zijn ontzenuwd en wat betreft het al of
niet bekend zijn, een ieder geacht wordt, de wet t« ken
nen.
Zonder signaal te geven achteruit
gereden.
De rest der zaken was voor een groot deel .gewijd"
aan overtredingen van de Verkeerswetten.
Eerst is daar A. K. uit Anna Paulowna niet ver
schenen die den 16den Maart met zijn auto, waarin
nog vier personen waren gezeten, op weg was naar huis.
terwijl achter hem reed de heer M. Krimp uit Schagen.
Bij den heer De Moor op Schagerbrug zou recht#-af wor
den geslagen, maar waar op dat oogenblik de weg ver
sperd was, werd blijkbaar besloten om den anderen kant
van de Grooisloot te nemen. Te dien einde ging K. ach
teruit om de draai beter te kunnen nemen, maar dit
achteruitrijden geschiedde zoo plotseling, dat de heer
Krimp, die achter verdachte eveneens was gestopt, niet
snel genoeg kon wegkomen en zijn wagen van voren
nogal schade opliep. Verdachte was daarop vlug wegge
beden. maar tenslotte wist de heer Krimp, hem in den
Anna Paulowna in te halen om voor het een en ander
genoegdoening te vragen. Het gevolg was een proces
verbaal. De schade ls inmiddels vergoed, wat niet kon
verhinderen, dat verdachte toch nog tot een boete van
f 30 of 30 dagen hechtenis werd veroordeeld.
Een gevaarlijk uitsteeksel.
Jan B., reiziger uit Enkhuizen, reed den len Maart
met een vrachtauto op den Waardpolderweg en is toen
bg het passeeren tegen de bus HelderKolhorn. be
stuurd door J. van Zandwijk, opgereden. Het gevolg was.
dat de wand van de bus over een lengte van een halven
meter door een uitstekende scharnier-pen aan de vracht
auto werd opengescheurd.
Waar verdachte het een en ander ontkent, wordt de
zaak tot 16 Juni aangehouden om nog een getuige te
hooren, die door ziekte ditmaal niet kon verschijnen.
Twee karretjes in de soep gereden.
Den 16den April werden een tweetal fietsen te War-
menhuizen, die daar bg het gebouw van de veiling wa
ren neergezet door de heeren N. J. Sevenhuizen en A.
Mosch. door een vrachtauto blijkbaar op drukvastheid
beproefd, wat zeer jn het nadeel van de karretjes uitviel.
De handige bestuurder van de auto. een zekere
v. d. M. was hedenmorgen niet verschenen om te verkla
ren hoe hij tot deze proef gekomen was. Anders had
hij het resultaat daar ook nog van kunnen vernemen
(als hij dat nu nog niet wist). n.1. dat de fiets van S.
totaal verbrijzeld en die van M. belangrijke sohade had
opgeloopen.
In ieder geval zal hij het nu binnenkort wel vernemen,
want aan den eerste moet hij f 30 schadevergoeding en
aan M. f 4.50 betalen. Bovendien nog f 15 boete of 15
dagen hechtenis.
Een noodlottige motorrit in den nacht.
De botsing van een motor met een onver
lichte, stilstaande vrachtauto op den Lagen-
dijkerweg.
Het gebeurde in den nacht van 16 op 17 Maart, des
nachts om 2 uur, na den dag van Paaschtentoonstelling
te Schagen.
Een motorrijder, zekere IJsbrand Boon, uit Den Hel
der. ging huis-toe, en botste toen bij Lagedijk tegen een
stilstaande vrachtauto, die daar onverlicht aan den
kant van den weg was neergezet. Later bleek deze auto
te bohooren aan den bierhandelaar B. van Wieringen.
die op weg naar huis een defect aan zijn lichtleiding
bekomen had.
Na de botsing heeft de mptorrijder eerst een poos be
wusteloos op den weg gelegen en is later door voor
bijkomende automobilisten opgenomen en naar Schagen
vervoerd, waar dr. Van der Sluis de eerste medische
hulp verschafte. Tien dagen is het slachtoffer daarop
in het R.K. gesticht verpleegd, alvorens hi.i kon worden
vervoerd. Thans hij was op de terechtzitting aan
wezig. is hij weer volkomen hersteld, wat eigenlijk wel
een wonder mag heeten.. als men hoort dat hij door
zijn zware verwondingen, waarbij o.a. een ernstige bles
sure aan de keel door een indringende pen, veel bloed
had verloren.
Cath. Gelder, een der inzittenden van de passeerende
auto vertelt dan hoe ze Boon hevig bloedend hadden op
genomen en weggebracht.
Onverantwoordelijk, noemden de heeren rechters het,
om een wagen zoo onverlicht langs don weg te plaatsen.
Het had bijna een jeugdig menschenleven gekost en
in verband met de ernst van het feit. wordt verdachte
tot f 25 boete of 25 dagen hechtenis veroordeeld.
Rijdende wolkenkrabbers.
Petrus Sch., ccn 27-jarige expediteur uit Wognum,
was met een lading stroo op zijn vrachtauto door
Winkel gekomen. Het scheen echter tot een vervaar
lijke hoogte opgestapeld te zijn. wat de politie aanlei
ding gaf om de zaak eens op te meten en toen bleek
dat inderdaad de bij de wet toegestane hoogte van
3.50 meter nogal overschreden was.
De ambtenaar had het blijkbaar niets voorzien op
deze rijdende wolkenkrabbers, want hij eischte maar
eventjes f 20 of 20 dagen.
Na halveering door den kantonrechter vond ver
dachte het neg rijkelijk hoog, maar hij moest er toch
genoegen mee nemen.
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF.
Garage C. NIEUWLAND, BERGEN.
De eerstel
Hedenmorgen maakten we voor de eerste maal mee,
dat iemand terecht stond terzake dat de reflector
achter op het spatbord van zijn fiets zóó bedekt was
met vuil, dat er van eenig gunstig resultaat geen
sprake meer was. Als dit het begin is van een meer
actief optreden der politie in deze, dan zullen er in de
toekomst nog heel wat slachtoffers vallen.
Deze eersteling. Pieter v. d. V. uit Winkel, werd
tot f 2 of-2 dagen veroordeeld.
Eerst de spullen in orde.
M. J. J. G., een Limburger, thans als bedrijfsleider
werkzaam te Winkel, had op zijn motorfiets gezeten,
zonder dat hjj de daarvoor benoodigde papleren te
weten het rijbewijs had. Wel had hij reeds met
gunstig gevolg de rgvaardigheidsproef afgelegd.
f 6 boete of 6 dagen hechtenis en op het herhaald
aandringen van verdachte, dat het toch veel te hoog
was. zei de ambtenaar dat hij het niet direct behoef
de te betalen: hij kon er eerst wel een poosje voor
sparen Ja, de troost die de rechter geeft, is door
gaans wel heel erg schraal.
Eén is te kort.
Gerrit B., te Breezand. had in den tijd, dat hij nog
een auto bestuurde, met één lantaarn gereden. Hij had
er natuurlijk niets van bemerkt, maar daar houdt de
wet geen rekening mee f 6 of 6 dagen.
En achter meet er ook licht zijn.
Bij de auto van Simon H.. slager te Barsingerhorn,
was het den achterkant, die aan een tekort aan licht
laboreerde. Het nummerbord was n.1. niet verlicht
f 4 of 4 dagen.
Kijkt U ook eens nal
J. K., landbouwer te Wieringerwaard, kwam te laat
tot de ontdekking dat de geldigheidsduur van zijn rij
bewijs was verloopen. Ofschoon hij meende dat
iemand daar toch wel eens netjes kennis van kon
worden gegeven, vond de ambtenaar het voldoende,
dat de datum van verval er met koeien van letters op
vermeld stond. f6 boete of 6 dagen.
Kijkt U ook eens na, of U soms een neiuw rijbewijs
moet aanvragen!!!
Man en vrouw is niet altijd één.
De 23-jarige Boudje D.. een aardig Heldersch
vrouwtje, had een toertje gemaakt op de motorfiets
van haar maiv, en ook diens rijbewijs had ze bij zich-
Ze meende dat dit voldoende was of zou ze ge
dacht hebben, dat ze de politie wel met een verleide
lijk glimlachje had kunnen „ontwapenen"?
Hi! hi. grinnikte de kantonreohter. man en vrouw
zijn niet altijd één en achter zijn hand: „anders wel
een blijk van goede verstandhouding",
f 7 boete of 7 dagen hechtenis.
Terzake het nieuwe wijnbesluit, waarbij bepaald is.
dat wat als Port a Port wordt verkocht, minstens 16.5
pet. alcohol moet bevatten, stond terecht de heer J. J.
C. V.. sltiter te Schagen. Door een onwillekeurig verzuim
had verdachte nog port a port in zijn zaak gehad van
14.7 pet.
„Ja," licht de kantonrechter zijn uitspraak van f 6
boete of 6 dagen hechtenis toe. „de zorg van den wetge
ver voor 's menschen gezondheid is wel zeer groot; al
leen zou hij In dit geval zijn doel misschien beter ge
diend hebben indien het gehalte zoo laag mogelijk was
geweest."
Het kanton Schagen er om berucht.
Ditmaal hebben we drie zaken, waarbij verdachten is
ten laste gelegd, dat hun met een auto een ongeluk is
overkomen bü spoorwegovergangen, hetgeen voor den
ambtenaar aanleiding is om te zeggen, dat het kanton
Schagen om deze ongelukken zoo langzamerhand be
rucht begint te worden.
Zoo kon de melkrijder Jan Schr. nog net een ongeluk
met zijn auto voorkomen, toen hij den overweg -wilde
passeeren. door zijn wagen op 4 a 5 meter van den rij
denden trein tot stilstaan te brengen. Door vuile ruiten
o.a. tengevolge van het spatten van wel was zijn
uitzicht belemmerd. £15 boete of 15 dagen hechtenis.
Minder goed kwam de brandstoffenhandelaar Jan D.
er den 24sten Maart in het Waarland af. Zijn wagen
toch werd door den trein gegrepen en vermorzeld. Hij
zelf liep een lichte hersenschudding op. terwijl zijn 5-jarig
zoontje ernstig gewond naar het ziekenhuis moest wor
den gebracht. Thans zgn zij beiden weer geheel hersteld.
I 25 boete of 25 dagen hechtenis.
De derde, niet verschenen verdachte, terzake van
eenzelfde overtreding is een zekere S., die eveneens tot
f 25 of 25 boete wordt veroordeeld, en waarbij zoowel
de kantonrechter als de ambtenaar wijzen op de onop
lettendheid en nonchalance, waas-mee blijkbaar gereden
wordt. Zij hopen beiden, du» deze talrijke ernstige on
gevallen evenzoo vele waarschuwingen zullen zijn voor
anderen om door de grootst mogelijke voorzichtigheid
deze soort ongelukken in de toekomst te voorkomen.
„Het Witte Kruis", de bekende Noordhollandsche
vereeniging, heeft met steun van de „Centrale Ver-
eeniging ter behartiging van de maatschappelijke be
langen van zenuw- en zielszieken" een onderzoek doen
instellen naar den feitelijken toestand van de geeste
lijk en lichamelijk onvolwaardige Ingezetenen van de
Provincie Noordholland.
Dat onderzoek werd opgedragen aan een commissie,
in wier naam haar taak tot uitdrukking komt. Zij
heet n.1. „Commissie van voorbereiding voor de be
hartiging der belangen van zenuw- cn zielszieken en
het misdeelde kind" en bestaat uit:
Dr. F. S. Meyers, Voorzitter en Rapporteur, Am
sterdam: Mr. M. J. A. Moltzer, Secretaris, Velsen;
Th. W. Beeker, arfs, Heemstede; E. A. M. Droog, arts,
Heemstede, J. Sinjewel, Hoofd der O. School, Medem-
blik; Ds. O. J. Staal, Noordscharwoude en P. van
Mever, Wethouder, Zaandam.
De Commissie, die 22 Januari 1929 met haar werk
zaamheden een aanvang maakte en dezer dagen haar
rapport publiceerde, meende dat haar enquête een
overwegend maatschappelijk karakter moest dragen en
dat daarbij in de eerste plaats een onderzoek moest
worden ingesteld naar het aantal en den aard der
hulpbehoevenden en onvolwaardigen.
Zij heeft echter niet alleen gegevens verzameld en
verwerkt, doch in haar rapport ook een beeld ge
schetst van onze provincie, omdat het haar wensche-
lijk voorkwam, ook den achtergrond te belichten,
waartegen de onderzochte feilen moeten worden
gezien. 4
Zij redeneerde aldus:
De maatschappelijke bruikbaarheid van een individu
wordt binnen zekere grenzen bepaald door het sociale
milieu, waarin hij leeft. Men dient daarom evenzeer
een juist beeld te hebben van het milieu als van de
persoonlijkheid.
Wie in een groote stad met haar hoog opgevoerde
levenseischen niet mee kan, daarin niet past of anders
gezegd, daarin niet verdragen wordt kan in een meer
eenvoudige omgeving nog wel met meer of minder
succes den strijd om het bestaan voeren.
De sociale, en meer in het bijzonder de familiale
milieus verschillen naar den aard der bevolking naar
de mate van haar welstand en naar de middelen van
haar bestaan. Vanzelfsprekend wijkt het karakter van
een industriegebied in veel af van dat van een land
bouwdistrict. Hiermede moet rekening gehouden wor
den, want de maatschappelijke gevolgen, welke een
geestelijk defect met zich brengt, zijn in het eene mi
lieu geheel anders dan in het andere.
Maar er is meer. Een onderzoek als het hier be
doelde kan niet volstaan met het opsommen van de
nadeelen, welke geestelijke onvolwaardigheid voor in
dividu en gemeenschap met zich brengt. Vanzelfspre
kend zal men vragen naar de middelen om dio te
bestrijden. Men heeft daarbij rekening te houden met
de bereidheid van ouders of verzorgers (in het alge
meen) van geestelijk minderwaardigen om hulp te
vragen, alsook van de gemeenschap om hulp te bie
den. Hierbij zijn van invloed de algemeene maatschap
pelijke verhoudingen en opvattingen omtrent gemeen
schapsplichten. het karakter van het gezinsleven, het
type van het zgn. gezinsindividualisme, e.m.a.
Wat het gezinsleven betreft, kan in het algemeen
gezegd worden, dat op het platteland en in de kleinere
gemeenten van Noordholland bemoeiingen van vreem
den ongaarne gezien worden. Geestelijke achterlijk
heid is een factor, welke zij eerder verbergt, dan er
mede te koop loopt.
Valsche schaamte, misplaatste familietrots, naast
gebrek aan juist inzicht zijn dikwijls, vooral voor
ouders, beletsels om geestelijke minderwaardigheid te
genover derden te erkennen.
De onderwijzer van de school voor Buitengewoon
Onderwijs (B. O.) doet meermalen de ervaring op,
dat het geestelijk debiele zwakzinnige kind door
de ouders lang niet altijd voor onvolwaardig wordt
gehouden en dat er veel overredingskracht moet wor
den aangewend om hun toestemming te verkrijgen tot
plaatsing op de school voor B. O.
Het gemeenschapsleven draagt, in de kleine gemeen
ten ten plattelande uiteraard een ander karakter dan
in de groote stad. Hier toch zijn de hulpbehoevenden
talrijker, en is de sociale voorzorg intensiever en meer
georganiseerd. Dat in de steden de gemeenschaps
plichten van overheidswege In den loop der laatate
jaren in diepte en breedte stelselmatig zijn uitge
bouwd, weet hij. die daarvoor in aanmerking komt.
maar al te goed. Zelfs ver buiten de groote stad ts dat
bekend en niet geheel zonder reden meent men daarin
een motief te moeten zien voor den treK van het
platteland naar de groote stad. De grootestadsmenuch
weet zijn rechten op verzorging en mocht hij zich die
te eeniger tijd niet te herinneren, dan is zgn omgeving
wel zoo goed hem daarop attent te maken. Maar daar
naast uit zich het gemeenschapsleven op een wijze,
welke dikwgls hooge eischen stelt aan het aanpas-,
8ingavermogen, in het bijzonder, van de bewoners der
volksbuurten. De onderlinge controle, welke daar
min of meer opzettelijk wordt uitgeoefend, heeft ten
gevolge, dat ernstige verwanrloozlng en ontoelaatbare
toestanden in de groote stbd bij uitzondering worden
aangetroffen. Anders is het daarmede gesteld ten
plattelande. Onbetwistbaar is men daar van elkanders
doen en laten op de hoogte, maar dit geldt in het al
gemeen meer voor hetgeen buiten het gezin plaats
vindt. Binnenskamers leeft men vrger. of, als men wil.
meer geïsoleerd.
In het bgzonder geldt dit voor den vreemdeling,
die zich in de kleine gemeente heeft gevestigd, en
vooral wanneer hij zich buiten de bebouwde kom een
woning heeft gekozen. Dan kan zich daar heel wat on
toelaatbaars afspelen, voordat dit naar buiten toe
kenbaar wordt. Daar vindt men dan ook bij tijden
ergerlijke gevallen van verwaarloozing en treft men
toestanden aan, welke in de groote stad niet in die
mate en zoo lang onopgemerkt zouden zijn gebleven
Aangehaald wordt dan wal wijlen Pi of. Dr. Blink over
Holland en ziin bewoners schreef. Wij nemen daarvan
het volgende over:
..De bevolking van dat gewest is van verschillende
afkomst: Fransche stammen zijn van het O. er in door
gedrongen. Friesche langs de zeekust. En in dit Wa
terland. al vroeg met veel scheepvaart en verkeer, kwa
men ook van elders van tijd tot tijd vele elementen. Al
deze economisch aan die streek verbonden bewoners Ir
hetzelfde graafschap begrepen, later de provincie, waar
vooral in de latere middeleeuwen en in de nieuwe ge
schiedenis talrijke nijvere steden opbloeiden, werden ge
bonden aan het land en zijne historie en tot Hollanders
gestempeld, die echter in West-Friesland nog hun eigen
Frieache type bewaarden en ook elders nuanceeringen
in stand hielden."
..Wij wijzen er op, dat de bevolking benoorden het IJ.
evenals het land zeer verschillend is geweest en dat zich
nog de sporen daarvan vertoonen. De naam Zaankanter.
Westfries en Waterlander wijzen daarop voor het oude
land en het nieuwe land der bedijking en droogmake
rijen heeft nog weer andere volkstypen en economische
eigenaardigheden. Voor alles is de Zaankanter koopman
en industriëcl. de Waterlander visseher. de Westfries
en Kennemer zuivelarbeider en de bewoners van den
Schermer- en den Anna Paulownapolder en de Wierin
gerwaard. alsmede van de Haarlemmermeer, zijn meest
bouwboeren van elders gekomen. Op de geestgronden
vindt men den tuinbouw, eveneens In de Langendijk-
sche dorpen en de streekdorpen en in de Zuidelijke
Bpemster. Do vroegere zeevaart en visohvangst, die in
de 16c en I7c eeuw nog over geheel het noordelijke Hol
land langs de vele wateren verbreid was. liefst in plaat
sen als Schermerhorn. Graft. Groot-Schermer, de Zaan
streek en de Rijp. heeft nog enkele karaktertrekker,
daarvan bewaard, die zich in de ruwheid der schooljeugd
uitspreekt, zooals men mij mededeelde."
Even verder merkt Prof. Blink op: „Over het geheel
is op het platteland de bevolking van Noordholland bui
tengewoon kalm. phlegmatiek cn toch goedaardig. De
verdraagzaamheid heeft haar wel van den godsdienst
afgewend, is tot onversohillgheid of materialisme ge
worden. waardoor het kerkgaan sterk verminderd is.
Maar zij zijn voorzichtig met het uitspreken van hun
meening. De Roomsch-Katholieken zijn er het meest
bewegelijk en levendig; dit blijkt uit de vergelgking
der R.K. Volcndammers met de overige omwonenden.
In de laatste jaren wordt het Roomsch-Katholicisme
uitgebreid door kolonisten, die als tuinbouwers zich
hier vestigden."
Een korte beschouwing heeft de Commissie meenen
te moeten wgden aan de polderbewoners. Polders zijn te
het voorjaar, koop tijdig een pot
beschouwen als kolonisatiegebieden en hun oorsproüJ
lijke bewoners zijn of uit de naaste omgeving, 0fJ
andere deelen van het land afkomstig.
Andere polders zijn reeds vele honderden van JL
bewoond en het is aannemelijk, dat een vermenging 2
de nakomelingen der oorspronkelijke kolonisten
der bewoners uit de omgeving haar nivelleerend^
vloed heeft uitgeoefend.
Een uitzondering maken de bewoners van den L,
landschen polder op Texel.
Zij zijn hier ongeveer 75 jaar geleden uit ZetS
Friesland. Groningen en he*. vasteland van Nog*
land binnengetrokken en hun geestelijke structiiijt
schilt merkbaar van die der Texelaars, welke do#i
geïsoleerd bestaan en als gevolg van de daarbij
rende inteelt geestelijke degeneratie-verschijnseka
meerdere of mindere mate te zien geven.
Zoo ziet men ons dus.
Geeft de spiegel, dien men ons voorhoudt, eeij
beeld?
Wie het er niet mee eens is. mag het ons schril
In een volgend nummer zullen wij de Commis
doopceel laten lichten, wat betreft drankgebruik,'
dadigheid onzer kinderen, enz.
Reeds nu willen wij echter als onze opvatting J
deelen. dat de Commissie alle moeite heeft gedag!
voor zoover mogelijk een verklaring te zoeken
geestelijke en lichamelijke afwijkingen, die ons nfc*
paald sieren. Zoo kan men tot een goed begrip W
en naast middelen om het leed te verwachten, miü&i
cok middelen vinden om voor de toekomst de onvoitj
digheid binnen zeer nauwe grenzen te beperken, f
Wat een groote zegen zou zijn!
HIJ KON NIET LEZEN DOOR INDIGESTIE.
„Sterretjes" voor zijn oogen.
„Eenige jaren voor 1922 loed ik aan indigestiq
had hoofdpijnen en zag duizenden sterretjes J
mijn oogen. zoodat ik niet kon 'eten lk besloot*
schen Salts eens te probeeren. Dat was in AuJ
1922 en sindsdien heb ik steeds een beetje 'smod
til mijn eersten kop thee genomen. Ik eet nul
en ben absoluut bevrijd van indigestie en J
retjes"
We kunnen nu wel meteen zeggen, dat wata
schei* voor hem deed het voor iedereen dooil
net. als hij aan indigestie, lijdt. Het is nl. een feit]
„de kleine, dagelijksche dosis" eerst de maagt«|
j egelden toevoer van sap aanspoort om de
tering te helpen en U daarna icderen dag et-I
ledigo en geregelde verwijdering van alle afvj
fen verzekert.
Spoedig nadat IJ met Ivruschen bent begonnel
U de weldadige uitwerking reeds voelen. U lil
Uw groote voldoening bemerken dat U van Uw*J
sel kunt. genieten zonder onaangename gevoli»:!
zooals U zult bemerken, de verlichting die Kim*
Salts brengt is een b 1 ij v e n d e
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaarm
apothekers en drogisten f0.90 en f 1.60 ;p?f
con.
I
gai
en
bijl
twi
bac
W.t
pee
ber,
E
geb
pas
T
koo
Li
ken
H
Din:
veil:
uur.
22,
Plantenziektenkundig
Zoo langzamerhand hebben we in onze streek i\
veel d rui venkweekers gekregen, dat het oo.k vt=ü
is gaan letten op de gevaren, die in deze d
dreigen kunnen.
Omdat de meeste druivenkassen tamelijk piw
gelegen waren heeft het nog tamelijk lang geduuri
we veel merkten van die gevaren. Dat ze er echtea
niettegenstaande toch wel zijn is me Juist dezer
weer gebleken.
Tot verleden jaar toe. voorzoover het tenminw
bekend is. konden we er ons in verheugen, dat
het insect, waarvan ik hierboven de populaire naar;
geven heb., nog niet Jn onze druiven aantroffen. Dl
echter weer geweest.
Op het oogenblik ie mij door persoonlijk
vele druivenkweekers bekend, dat de meeste
ermede besmet zün.
Omdat een gewaarschuwd man voor twee geldt 8
ik dus dit stukje opdat men zijn druivenkassen co
lecren zal en bijtijds zijn maatregelen nemen.
Het druivenhaantje dan Is een insect en wel eeni
kever, die in volwassen toestand ongeveer 1 c.JL
wordt, soms nog Iets grooter. Zooals vele kevers 1
ook deze kever dekschilden, die diepe groeven vrrti
De ondergrond van die dekschilden is glimmend
maar omdat er vele vlekjes op voorkomen, die gni
ttg behaard zün is de kever op den grond baast si
zien. Men vindt hierbij dus hetzelfde verschijnsel I
men bij zooveel andere dieren aantreft, dat ze de®
hebben van de omgeving en dus niet opvallen, heat»
vinden we b.v. ook bij de erwtenbladrandkever. dkB
op het oogenblik zooveel schade doet aan boon^
erwten.
Bovendien is de druivenkever of het druivenbi
een nachtdier, het vreet dus in den nacht en ot
beweegt het zich hoegenaamd niet. Overdag zoel
een schuilplaats onder aardkluiten of onder alleri
val.
De schade die de kever doet. bestaat in het
van de bladeren van onze druiven, maar bovendlt
dat is nog belangrijker) heeft ze de aardigheid nogril
om b.v. een troostengel half af tc vreten. Zulk cfs|
hangt natuurlijk den volgenden ochtend slap cn
ten gronde. Alleen de schade, die veroorzaakt word]
het afvreten van blad kan echter ook belangrijk
worden.
Wie zijn kas controleeren wil kan dfllt dus het
doen. door de bladeren goed na te zien: vindt
gevreten bladranden, dan kan men er wel van
dat men de kever in de kas heeft.
Het is niet mijn gewoonte, in deze periode wa!
wingen veel te zeggen over* voortplanting enz, Vo
dc lijkt 't me te vertellen, dat de larve in pept*»
in den grond wordt doorgebracht. Op het oogenbtë
schijnen dus de kevers en in verwarmde kassen w
reeds veel.
Het bestrijden geschiedt het beste door weg»
en dooden. Dat is een oude methode, die echter
goed is. Wel kan men gebruik maken van een
b.v. Parijsch groen o.a. en daarmede de boomeB |t
ten, maar het is een groote kunst alle bladeren te J
en ook loopt men de kans, vooral later in den tijd.®
druiven er niet mooier door worden. Wegvangen i"
Dit wegvangen kan men het beste doon.
de boomen plukjes houtwol te leggen of stukk«nl
zak. Deze plukjes houtwol en deze stukken Sw
den dan in den ochtend nagekeken en de kevert
hun schuilplaats in gezocht hebben, doet men
emmertje met petroleum o.a. Op deze manier to
er duizenden vangen. In het najaar of in het
als de kas nog leeg is, kan men er jonge h2.nc;
ten loopen. Die pikken veel boosdoeners op.
Gedi
VOOR
'ichfi
invang
VAN HERWIJNEN.
Sint P»J£