Schei'Courant Allerhande. Derde Blad. De beker van koningin Elizabeth VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Dinsdag 24 Mei 1932. 75ste Jaargang. No. 9075 m.M. \GEN rogist S. rricht cos volgen Ketel- afloop bij den bezig et hek- ij aan kwam, bijgan- :1 naar aan- in. Mildam een acht' elen met mekschenlevens. De ramp met het Fransche luxe schip Philippar, dat bp den terugweg van zijn eerste reis in brand vloog, ja verloren ging, voert onwillekeurig onze gedachten tirug naar 1912. toen de Titanic in woeste onverant woordelijke vaart op een ijsberg werd gejaagd met het noodlottige gevolg, dat 1653 mannen, vrouwen en kin deren in den dood werden gedreven. Het was de eerste reis van dit reuzenschip en het moest een record-reis worden. De president van de White Star Line, waartoe de Titanic behoorde, bevond xich aan boord en hij moet de booze geest zijn geweest, die het schip met twee derden van de opvarenden in het verderf joeg. Zelf behoorde hij tot de geredden, deze directeur Bruce [smay. Door de commissie van onderzoek, ingesteld dooi de Engelsohe regeering, werd hem gevraagd, hoe dat pogelijk was, terwijl het bevel luidde: „Vrouwen en kinderen vóór!" Hij zei toen weifelend en bijna onverstaanbaar: „Een Hddingboot was bijna vol. Er werd geroepen om plaats te nemen..." „Waren er toen geen vrouwen?" is hem gevraagd. „Neen..." „En ook geen kinderen?" „,Neen...' „Wie was er dan in de buurt?" „Geen mensch. Ook geen andere passagiers..." „Was u heelemaal alleen?" „Ik was heelemaal alleen... en ben toen ingestapt..." Of de commissie hem geloofd heeft, weten wij niet. loch wij vreezen, dat hij zijn geweten ook nogmet leu gens heeft bezwaard. Vast staat dit: er werd en er nordt met menschenlevens gespeeld. Immers, nog altijd duren de record-reizen voort en BÓals er bijvoorbeeld bij voetbal om een wissel-beker rordt gespeeld, zoo speelt men op den Atlantlschen Dceaan tusschen Europa en de Vereenigde Staten om Jtn blauwen wimpel, welke gevoerd mag wor- jtn door het schip, dat den overtocht in den koristen tijd «et te volbrengen. De noordelijke route, recht-uit, eeht-aan is de voordeeligste. Daar is het aantal af te «gen zeemijlen het geringst, maar juist op dat tra- )(rt dreigt het ijsbergen-gevaar, toen en nu. Twintig jaar geleden waren de reddingsmiddelen aan word der Oceaan-stoomers niet in orde: op haar dooden- urt was er in de reddingsbooten van de Titanic een plaats voor ruim 1200 der opva- enden. Dat was echter geen recordschan- a a 1! In die dagen kon de Rotterdam van onze Holland- Ij naar hij het rn» merika-lijn 3585 passagiers meenemen en dan was cr de reddingbooten een tekort aan plaatsen n 3 0 7 0! 'aarschijnlijk zal het nu iets minder erg doch als vaststaand mag worden aangenomen, dat geen enkel passagiersschip, dat behoorlijk bezet is, plaats in de reddingbooten is voor alle opvarenden, geldt niet alleen voor de Oceaanstoomers, maar ook het kleine grut, dat bijv. de Zuiderzee bevaart of de len. Bij het eerste het beste zeetochtje, dat u maakt, u maar eens opletten. Er is nu nog een ding, waarop wij de aandacht wil- vestigen. Ook op de zee-paleizen zijn rangen en landen. Er bestaat een enorm verschil tusschen de luxe «■blijven en eerste-klas-passagiers en de hokken, waar tusschendeks-pa3sagiers en de lagere bemanning moe- Mi huizen, een soortgelijk verschil als tusschen de politie, foonpaleizen en de krotwoningen. Hierbij blijft het ichter niet; de levenskansen stijgen met het peil der Moningen en bij een scheepsramp gaan de reddingskan- ijkduin-rn omhoog met de klasse, waarin men reist. Bij de -"[Manie-ramp werden gered: ingstijd Om- „Msb.". i 20-tal drank- t café dat h; iten Van de le klas-passagiers Van de 2e klas-passagiers Van de 3e klas-passagiers Van de bemanning 63 pet. 38 pet. 27 pet. 22 pet. Hierbij mag opgemerkt worden, dat dit laatste per- etrach-lj^Se n°8 ernstig beinvloed is door de omstandigheid di iv er voo de bediening der reddingbooten in elk geval hun as «heepsvolk noodig is. FEUILLETON doooooooooooo doöoooooooooo Naar het Engelsch FERGUSHUME. fio- D, wordt end- art voor Muiden ging i'e' ;t groote ebuMcn hem in': en °P are vmvj een ze len door ikenauto1 en. Richard staarde naar Fanshaw. den eenigen man ter ld. dien hij nog eenigermate ontzag, en trok snel conclusies. r rie ia de dame?" vroeg hij plompverloren. Us de tijd daar is. zal ik dat wel Vertellen," klonk 1 «droog. En Fanshaw verliet het vertrek om zich "^het diner te gaan kleeden. -too, zoo", mompelde Ricky, toen hij alleen was. moet ik het mijne van hebben!" Door nieuwsgie- tyheid gedreven, maakte hij haastig toilet en ging hrot) naar de eetkamer, waar juffrouw Tuckle bezig de laatste hand aan den keurig-gedekten disch te *88en. De bejaarde vrouw wierp een vluohtigen blik de slanke gestalt e in onberispelijke avondkleeding glimlachte wrang. De neef van haar meester stond l!t bitster bij haar in de gunst, maar daar hij ten slotte *n üd van de familie was, waaraan zij haar hart had dttnd. deed zij haar uiterste best om vriendelijk te- ïtn bem te zijn. ••Hoort u eens, juffrouw Tuckle." begon Ricky luch- 8' „wanneer is Lionel thuis gekomen?" "Vanmorgen." lichtte de huishoudster in. ai 6r n°® iemand hier geweest vandaag?" "Alleen de tweelingen van „De Olmen". ^zoo!" Zei Gould nogmaals en liep weer naar de ..Neen. Juffrouw Pamela was zeker bij ze. hè?" -- ««oneer menara. z.e waren met ae gouvernante v.f, udt u me nu alstublieft niet langer op; ik moet er voor het diner zorgen." ould voldeed aan haar verlangen hij wist nu im- wat hij weten wilde! de Vhr de gouvernante!" mompelde hij, terwijl hij naar otheek teruS liep- beteekent niet veel goeds Inmiddels leven we in afwachting van de volgende ramp, die een rilling door de wereld zal doen gaan. Het is stom geluk, dat zo niet met korter tusschenpoozen op elkander volgen: de winzucht speelt nog even harts tochtelijk en even wreed met eigen en anderer leven als vroeger. GOEDKOOPE LAMMEREN. Zoo erg als met de biggen is het met de lammeren gelukkig niet, doch de eerste groote lammeren-markt, welke j.1. Dinsdag op Texel werd gehouden bleef nog aanmerkelijk beneden de laag gespannen verwachtin gen. De prijzen varieerden van 5 tot 10 gulden, doch het gemiddelde lag dichter bij de 5 dan bjj de.^10, zegt de Texelsche Courant. Deze geeft ook eenige vergelijkende cijfers, waar voor wij hier gaarne een plaatsje inruimen. Ze hebben betrekking op de eerste lammrenmarkt. 1892, aantal aangevoerde lammeren 2276, bestede prijzen: f 4.00—8.50. 1922: 2100 f 9.00—18.00. 1923: 4556 f 25.00—34.00, 1924- 4223 f 20.00—30.00, 1925: 3603 f 26.00 —32.50. 1926: 4011 f 14.50—21.00, 1927 3942 f 15.00—20.00 1928: 6734 f 16.00—22.50, 1929: 4223 f 16.00—22.50. 1930: 3671 22.00—28.00. 1931: 3807 f 19.00—25.00, 1932 3958 f 5.00—10.00. Het verschil met verleden jaar is dus wel enorm en voor die boeren, welke in hoofdzaak op de schapen fokkerij zijn aangewezen, zal 1932 met een zwarte kool gemerkt blijven. Er zijn echter ook goede jaren geweest en zelfs beste. Hoe zijn die gemerkt of vergeet men ze liever zoo spoedig mogelijk? Terwijl 1931 nog goede resultaten leverde, hebben de Centrale Landbouworganisaties nu reeds steun van de regeering gevraagd voor de schapenhouderij. Vlug ger had het toch moeilijk bekund! Die steun schijnt men mogelijk te achten door een toeslag op de wolprijzen. Op die wijze hoopt rren een subsidie van f l.SO per schaap machtig te worden. Of dat kan. kunnen wij niet bcoordeelcn en welke „S«j- men Betaal" voor de betaling zal opdraaien, is ons ook nirt erg duidelijk. Dit lijkt ons wel vast te staan, dat met al die steun toch eindelijk de wal het schip zal keeren. Niet gaar ne zounden wij zeggen: terug naar de tachtiger en ne gentiger jaren van de vorige eeuw. toen van steun aan werkgevers noch aan werknemers sprake was, doch wel is er reden voor de vraag: Waaop moet het uitloopen? In een paar woorden is men hier niet mee klaar, doch bij gelegenheid zullen wij deze belangrijke kwes tie toch eens aansnijden. WEINIG KLANTEN. MAAR GOEDE! Leveranciers van oorlogsmateriaal zijn er niet veel. Ook hun cliëntèle is weinig talrijk. Daartoe kan men immers alleen rekenen de regeeringen van de ver schillende landen, omdat deze het rijn, die de oorlogen voorbereiden en voeren. al of niet gedreven door machten welke broedermoord allicht voordeeliger vin den voor hun portemonnaie dan tarwe-bouwen of suikerbieten. Voor zoover men kan nagaan, is de wapen-industrie ■uitnemend georganiseerd. Van concurrentie is feitelijk geen sprake, zoodat de prijzen, welke men eigen en vreemde volken laat betalen, grenzen aan het fabel achtige. Wij vonden bijv. deze gegevens: In een groote, moderne locomotief en in modern snelvuurgeschut van zwaar kaliber zit ongeveer even veel arbeidsloon. Voor dit laatste is de prijs per ton gewicht 1000 Kg. echter omstreeks 25 keer zoo hoog als voor locomotieven! Voor een leverantie van 50.000 ton pantserplaten, kanonnen, enz. werd de 'prijs gesteld op 140 mlilioen mark. Bij vrije concurrentie zou zeker niet meer dan 40 millioen zijn betaald, terwijl er ook dan verdiend zou zijn. Nu werd er 100 millioen extra „verdiend", zoodat alle bondgenooten een graantje konden meepikken! Bovendien was er een flink bedrag beschikbaar om hun bewapeningspropaganda te financieren: wat daar aan wordt besteed, brengt honderdvoudige rente op. Het is een kringloop. De een maakt pantserplaten, die ondoordringbaar zijn voor de kogels van door anderen gefabriceerde kanonnen. Ieder koopt dus van die pantserplaten. Dan worden er kanonnen uitgevonden, die hun ko gels toch door die platen kunnen heenboren. Ieder koopt van die kanonnen. Nu komen er weer sterker platen, enz. enz. en de leveranciers houden niet op met verdienen, want de regeeringen gaan voort met koopen en betalen. Het kind van de rekening zijn de volkeren, vriend en vijand, niet alleen omdat zij de kosten moeten dra gen, maar ook omdat zij vallen als slachtoffers van de vaderlandsche industrie. Daarvan thans dit voorbeeld: in den wereldoorlog mocht het de Engelschen niet gelukken om den doortocht door de Straat der Darda- nellen te forceeren. zoodat zij geen kans kregen om Constantinopel te vermeesteren. En waarom niet? De kanonnen der Turken waren te goed. Een E n- gelsche firma had ze hun geleverd! STRAFZITTING VAN VRIJDAG 20 MEI 1932. De Kantonrechter afwezig. De bediening van het eerbiedwaardig kantonrech- tersambt was voor heden toebedeeld aan mr. P. Lan- geveld, die 46 diverse strafzaken had te berechten. DE OPPOSANT. DIE NIET TIJDIG AANWEZIG IS. KRIJGT GEEN KANS MEER. Of het nu betreft een edelman met 5 of meer vier- lettergrepige voornamen oftewel een colporteur met revolutionntire strooibiljetjea, Moet niets ter zake, doch ieder, die zich door een strafrechterlijke zaak, behandelt in zijn afwezigheid, benadeeld acht, en tegen dit vonnis in verzet komt, doch alsdan op den afgesproken dag en uur wederom niet present is, diens verzet vervallen wordt verklaard. Er blijft dan niet anders over dan in hoogcr beroep of cassatie te kó men. Deze gulle en geheel kostelooze raadgeving alstublieft goed te onthouden, anders vergaat het den belanghebbende gelijk den kermisreiziger A. H. B., bestuurder van het motor-rijtuig G 82470, die op 19 Augustus te Broek op Langendijk het alléén veiligheid waarborgend verkeersvoorschrift „rechts houden" ver waarloosd en alzoo een aanrijding veroorzaakt had. Hij was bij verstek oftowel afwezigheid op 5 Februari veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen en vermoede lijk, omdat hij met deze bediening niet content was, in verzet gekomen, doch heden niet op het appèl ver schenen. Een telefoontje uit Rotterdam had geen uit werking. Het verzet werd onherroepelijk vervallen verklaard. De Meervoudige Strafkamer is alsnu nog de laatste stroohalm, waaraan de veroordeelde zich kan vast klemmen. DE HEEREN KONDEN GEEN TELEPATHSCH CONTACT MET ELKANDER KRIJGEN. De Alkmaarsche Koningstraat is ondanks haar pro motie. want voorheen luisterde zij, tot ergernis van de bewoners, naar den naam Paardesteeg, nog niet veel ruimer geworden en dus 'n straatje, dat ieder voer man of chauffeur vooral, in de gaten dient te hou den. Er staat dan ook op drukke dagen, nu de bokke- brug zoo zwaar ziek ligt en niet gestoord mag worden, een verkeersagent, die door elegante en min of meer cabbalistische gebaren den weggebruikers in onder scheiden vorm aangeeft, hoe zij zich hebben te gedra- voor me; nu zal ik het veld moeten ruimen. Ik wilde maar, dat Rose geld had of dat ik de kracht bezat om van haar af te zien. Dan zou ik een rijke vrouw kunnen trouwen; ik moet toch langzamerhand aan de toekomst gaan denken". Hij stak een sigaret op en, leunend te gen den schoorsteenmantel; tuurde hij de omhoog-krin- gende rookwolkjes na, in gepeins verdiept over het vraagstuk, dat door de blijkbare trouwplannen van zijn neef plotseling in een acuut stadium was gekomen. „Dus ik zal mijn eigen vader en moeder moeten zijn, als jij met die gouvernante van „de Olmen" gaat trou wen en mij de deur uitgooit." zei hij kalm, toen Lionel, eveneens voor het diner gekleed, in de bibliotheek te rugkwam. Fanshaw schrok zichtbaar en kreeg een kleur. „Hoe kom je daaraan?" vroeg hij scherp. „Wind je niet op, mijn jongen," was het vriendelijk- spottende antwoord. „Juffrouw Tuckle vertelde me, dat die gouvernante hier vandaag geweest is en twee maal twee is vier, zou ik zeggen." „Je bent nogal haastig met je conclusies," meende Fanshaw. en zijn toon klonk 'n beetje stroef. „Dat kan wel," gaf Ricky toe. „De kwestie is of mijn conclusies onjuist zijn! Maar daar gaat de gong", viel hij zichzelf in de rede. „Laten we gaan eten." En zijn arm door dien van den landjonker stekend, trok hij hem vrooliik mee naar de eetkamer, waar de butler tuinman-huisknecht-koetsier, de eenige mannelijke be diende, die Fanshaw er op na kon houden, hen plecht statig verwelkomde. In William's tegenwoordigheid kon den ze het zooeven begonnen gesprek niet voortzetten en de neven praatten tijdens den eenvoudigen, maar uit- nemend-toebereiden maaltijd over onverschillige onder werpen. Fanshaws beperkte middelen lieten geen uitvoerige menu's toe. maar als juffrouw Tuckle niet zoo'n voor treffelijke kookster was geweest en ook overigens niet zoo buitengewoon goed de kunst had verstaan om te roeien met de riemen, die ze had, zouden de gevolgen van zijn betrekkelijke armoede den jonker nog heel wat zwaarder hebben gedrukt. Tafellinnen, porselein, kris tal en tafelzilver waren alle overblijfselen uit de glorie dagen van het geslacht Fanshaw; de kleine rood-om- kapte lampjes op zilveren voet verspreidden een zacht licht over de tafelversieringen van herfstbladen en kleu rige dahlia's. Inderdaad, het kleine, hupsche juffertje wist met weinig middelen wonderen te doen. William het factotum vulde de glazen, presen teerde de schalen en schotels en de wijze, waarop hij zyn butlerstaak vervulde, was boven alle lof verheven, gen in het belang der veiligheid van het verkeer. En de koetsier Pieter B., dia op 13 Mei geen gehoor gaf aan de herhaalde uitnoodiging van den dienstdoenden agent om een bepaalde richting met zijn aangespan nen voertuig in te slaan, had zich heden voor den Kantonreohter te verantwoorden. Zijn verontschuldi ging, dat hij de intensie van den verkeersdictator ab soluut niet had begrepen, werd als waardeloos aan gemerkt en de comparant veroordeeld tot een geld boete van 6 gulden of 6 dagen hechtenis bij niet vol doening der gevraagde penningen. HET HOTEL ..DE HOUTEN LEPEL" HAD REEDS ZIJN DEUREN WELWILLEND GEOPEND. Een te Alkmaar gevestigde garagehouder en repara teur. de heer W. S., mag zich zonder twijfel in een drukke begunstiging verheugen, althans is hij reeds meermalen veroordeeld ter zake overtreding der ar beidswet op grond van het feit, dat hij zijn werkne mers had doen arbeiden in verboden tijd. Ook thans was hij weer gelukkig gemaakt met een dagvaarding wegens een dergelijk conflict en werd gehoord de Oos- tenrijksche monteur Peter Hamits, die erkende op Za terdag 19 Maart na 1 uur n.m. arbeid te hebben ver richt. Het was een beroerd geval, aangezien de heer S. ook reeds op 12 Dec. voor een dergelijk feit was veroordeeld en hem thans alléén principale hechtenis kon worden opgelegd. En niemand van de heeren gun de een werkgever een gedwongen vacantie in een in richting. hoe onmisbaar ook in vele gevallen, waar hij allerminst thuis hoorde. Doch gelukkig bestaat in het Wetb. van Strafrecht nog een artikel, dat den rechter de bevoegdheid geeft, den veroordeelde voor de prin cipale hechtenis te bewaren en hem alsnog in de ge legenheid stelt door het afschuiven van een flink be drag, de rekening met de justitie te vereffenen. Van deze bevoegdheid maakte mr. Langeveld, daartoe krachtig geanimeerd door den heer Ambtenaar, dan ook gaarne gebruik en werd de niet verschenen heer S. veroordeeld tot f 30 boete of 30 dagen. Het was nu wel niet 'n bepaald koopje, maar het spreekwoord zegt niet ten onrechte: Alle dagen brui ne boonen is ook zoo lekker niet! KLOPGEESTEN IN DE BURGEMEESTER MOOIJ-STRAAT. De 52-jarige tuinder Jan Brantjes, een bewoner van de Burgemeester Mooij-straat te Castricum, zat op Zondag 3 April in de voorkamer gezellig te boomen met zijn huisgenooten, toen eensklaps het gezelschap heftig schrok van een hevigen slag op de ruiten, ver gezeld van een merg en Deen doordringend noodge schrei: Brand, Jan Brantjes, brand! De tuinder vloog op kousevoeten de voordeur uit en kreeg nog juist ge legenheid, den 19-jarigen krulharigen Pieter B. uit het maar daar de neven niet vrijuit konden praten, zoo lang hij in de eetkamer was, liet Fanshaw hem zoo gauw mogelijk gaan. Maar ook toen zij alleen waven, bleef de landheer zwijgen en Gould vond het niet noo dig hem op dit moment tot mededeelzaamheid te drin gen. Als Lionel iets prettigs te vertellen had. zou het niet wegloopen en wanneer het iets onaangenaams was, kon hij beter eerst op zijn gemak van het dessert ge nieten! Pas toen zij naar de bibliotheek gingen om hun koffie te drinken en te rooken. roerde Ricky het onder werp, dat zoozeer zijn belangstelling had. weer aan. Hij vond. dat hij een bewonderenswaardig geduld getoond had en kon nu ten slotte zijn nieuwsgierigheid niet lan ger bedwingen. ..Zeg eens. ouwe jongen, als je van plan bent me er uit te gooien, zegt het dan liever dadelijk." begon hij schijnbaar onverschillig, terwijl hij een paar lange ha len aan zijn pijp deed. Fanshaw kwam niet dadelijk met de ontkenning voor den dag, waarop Gould hoopte. Hij stak een sigaret aan en dacht er over na. hoe hij Ricky's stormachtige lief deshistorie op het tapijt zou brengen, zonder juffrouw Baxter in dat pijnlijke gesprek te betrekken. ..We moeten natuurlijk tot een of andere schikking komen" verklaarde hij ten slotte, een direct antwoord vermijdend en met een zijdelingschen blik op zijn neef. ..Ik zie niet in waarom de tegenwoordige toestand niet bestedigd kan blijven", pleitte Ricky. „Ik weet wel. dat mijn aanwezigheid geen zoden aan den dijk zet. want mijn armzalig inkomen gaat tot de laatste penny op aan mijn reizen. Maar je zou het zonder mij hier toch erg stil hebben." ..Dacht je heusch? Ik zou zeggen, dat ik op 't oogen- blik ook niet zoo overmatig vaak het genoegen van je gezelschap smaak." Gould haalde lachend de schouders op. „Je zou gauw- genoeg van me hebben, als je me vaker zag, Lionel! Maar zeg me nu eens zonder omwegen, wat je op het hart hebt, want ik merk heel goed, dat je een recht- streeksch antwoord ontwijkt" „Nu, als je het dan weten wil, ik bedoel, dat Rose Carr..." „Houdt alsjeblieft op," viel Ricky hem geprikkeld in de rede. ..dat is mijn zaak." „Dat kan wel zijn." antwoordde Fanshaw, nu even eens op scherpen toon sprekend, „maar het is in elk geval een zaak, waarover ik een woordje met je wensch te spreken. En ik meen, dat ik daar volkomen het recht toe heb. Als je met dat meisje trouwt, zul je hier niet kunnen blijven en moeten zien rond te komen van de voortuintje te z?en vluchten, om verder ïn gezelschap van eenige andere ginnegappende kornuiten fullspeed aan den horizon te verdwijnen. De heer Brantjes was niet gesticht door die zoutelooze grap, vooral omdat zijn toch al niet heel weerstandkrachtige vrouw hevig was geschrokken en hij gaf de politie kennis van 't gebeurde. De rijksveldwachter Gorter onderzocht de zaak en maakte proces-verbaal op met gevolg dat de heer Piet B. heden terecht stond als verdacht van de gepleegde baldadigheid. Piet ontkende evenwel met een stalen snuit alle schuld en een zijner vrienden, de heer S. Poel, die voor den rijksvcldwaohter een tamelijk bruikbare verkla- rihg had afgelegd, was thans zoo weinig positief ia zijn mededeelingen, dat de ambtenaar, om verdere moeilijkheden maar te voorkomen, vrijspraak requi- reerde. De Kantonrechter had blijkbaar ook geen lust, nog meer in dit aromatisch geuiende potje te roeren en sprak den laconischen Piet B. dus vrij uit bewijs- gebrek. DE LINKS RIJDENDE WIELRIJDER MOEST HET AFLEGGEN. Een 19-jarig formator van schilderachtige winkel etalages, de heer G. J. van D. te Alkmaar, had op 15 April, toen hij op zijn rijwiel met een aardig vaartje, vanaf de Zuidzijde van de Laat de Kapelsteeg wilde inschieten, de bocht te veel afgeknepen en was daardoor in aanrijding gekom -n met een anderen uit de Kapelsteeg komenden wielrijder, den chauffeur Karseboom. waardoor deze heer kwam te vallen en zijn fiets werd beschadigd. De etaleur, thans terecht staand, beweerde rechts te hebben gereden, doch de visscher Dirk Groen, die met rijn echtgenoote het verkeersincident had bijgewoond, ondersteunde krach tig de bezwarende verklaring van den aangereden chauffeur, zoodat de verdachte voor de overmacht moest bezwijken en werd veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen, alsmede f 4.25 schadevergoeding. BEWANPEL STEEDS DEN GULDEN MIDDENWEG. Het gebruik van verblindende verlichting is hoogst verderfelijk en de oorzaak van vele noodlottige ge beurtenissen op den rijweg, doch heelemaal geen licht op. valt evenmin goed te keuren en dus mocht de 18- jarige M.U.L.O.-scholier' J. C. H. uit Castricum. Zee weg no. 7 (voor hem, die soms een kaartje wil ren den) vandaag zichzelf wel de hand drukken toen hij tot slechts f 2 boete of 2 dagen werd veroordeeld, omdat hjj in den avond van 4 April op den Bakkumer- weg zonder de voorgeschreven illuminatie had ge fietst. Wij kennen wel slachtoffers, wier portemonnaie platter werd gebeukt. VOOR DE VERLEIDING BEZWEKEN. De 29-jarige heer Arie K.. momenteel kelner zonder engagement en alzoo aangewezen op stempelen, heeft dus geen dringende bezigheden en ruimschoots gele genheid een flinke wandeling te maken in de loover- groenbemantelde, zilvergetoste duinen van Kennemcr- land. Op grond echter van 't den natuurminnaar des- illusionneerende feit, dat de duinpartijen in zijn woon plaats Egmond aan Zee door allerlei verbodsbepalin gen een vrije wandeling niet mogelijk maken, had Arie zijn schreden gericht naar het naburige Schoorl, waar meer gelegenheid bestaat in de geheimen der maagde lijke wouden door t* dringen. Doch ook hier helaas mocht hij zijn noodlot niet ontloopen. wart hij vond op zijn pad eenige meeuwen-eieren, die hij niet kon nalaten op te zoeken en mee te nemen als 'n welkome versnapering bij het schrale souper. Een handeling, die echter als in strijd met de wet der vogelbescher ming de oorzaak was dat de wandelaai, die slechts het aangename aan het nuttige wilde paren, tot zijn niet bepaald onverdeeld genoegen heden werd veroor deeld tot f 10 boete of 10 dagen hechtenis. ZELFS EEN WAARNEMEND KANTONRECHTER KAN ZIJN GEDULD VERLIEZEN. De jeugdige koopman Bartholomeus W.. geboren en wonende te Uithoorn, had zich als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig op 27 Maart te Bergen op den Oosterweg schuldig gemaakt aan een verkeersover treding en was daarbij op heeterdaad betrapt door den chef-veldwachter der gemeente, Vermeulen, die bij dergelijke gelegenheden nog al eens met den neus in de boter pleegt te vallen. Gemelde heer Bartholomeus stond heden te dier zake terecht en ontwikkelde daarbij een merkwaardig flux de bouche, dat zich voornamelijk uitte iri de hard nekkigheid om een ander spreker, den kantonrechter of ambtenaar in de rede te vallen. Vooral was hij specialiteit in de uitdrukkingen „ziet u eres hier" en „wat zegt u?" waardoor hij den waar- nemenden kantonrechter zoo irriteerde, dat een scher- pft terechtwijzing het gevolg was. Voorts beweerde deze verdachte, die beslist geen talent had om zich de gunst van de groene tafel te verwerven, dat zijn dagvaarding niet klopte met het relaas door den heer ambtenaar voorgelezen, doch bij collationeering bleek niet het minste verschil te kunnen worden aangetoond. Het mocht dus wel verwondering baren, dat een zoo lastige cliënt er met f 10 boete of 10 dagen afkwam. Dit was wel een krachtige bevestiging van het mooie principe, dat hier recht werd gedaan, zonder aanziens des persoons! twee honderd pond rente per jaar, die je moeders erf deel opbrengt." „Wie zegt, dat ik met haar trouwen ga?" klonk het schamper. „Dat zegt iedereen." ..Dan zegt iedereen het verkeerd." ..O. dus dan ben je van plan. haar niet meer aan den jongen Tollhurst te betwisten!" „Neen ook dat niet." ..Maar Ricky, je wilt het meisje toch niet aan het lijntje houden en haar ongelukkig maken?" viel Lionel verontwaardigd uit. ..Als er nog 'n greintje fatsoen in je zit. moet je kiezen of deelen..." „Wind je niet zoo op. waarde neef." suste Gould. „Ik mag dan een avontuurlijk heerschap zijn, zoo'n slecht sujet, als jij schijnt te denken, ben ik toch niet." „Maar wat wil je dan eigenlijk?" „Als je het precies wilt weten: fortuin maken en met Rose trouwen." „En op welke manier ben je van plan fortuin te ma ken. als de vraag niet onbescheiden is?" „Dat mag Joost weten!" Ricky stond op en begon on gedurig heen en weer te loopen. „Ik heb van alles ge probeerd om geld te krijgen, dat ik het een of ander zou kunnen beginnen. De heele wereld heb ik rondgeworven en overal mijn oogen goed den kost gegeven, maar het noodlot schijnt mij geen succes te gunnen." „Maar waar zit dat dan toch in? Ik moet je tot je eer nageven, dat je werkelijk je uiterste best hebt gedaan om aan wat kapitaal te komen." ..Dat ligt nogal voor de hand." zei Gould gedrukt, „om dat ik geen behoorlijke zekerheid kan geven. En da monschen willen nu eenmaal vijf pooten van een schaap. Ik zou wel honderd manieren weten om fortuin te ma ken. maar je hebt nu eenmaal wat kapitaal noodig om te beginnen. Met geld maak je geld, Lionel. dat weet je wel. Zeg", zijn stem had opeens weer de gewone, levendige klank, „als je mij eens een bedrag..." De landheer liet hem niet uitspreken. „Daar hebben we het al eens vaker over gehad. Ricky" antwoordde hij 'n beetje ongeduldig, „en ik heb je dui delijk gemaakt., dat het mij absoluut onmogelijk is, ja geld te leenen of te geven. Ik heb dit huis, een paar bunder land en vijfhonderd pond per jaar en ik ver zeker je. dat het een heele toer voor me is om de eindjes aan elkaar te knoopen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 9