Alniiei Nitiis-
llmtiitit- üillmllii
Het dichten van het laatste gat*
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen.
De kroon op een titanenwerk*
Maandag 30 Mei 1932.
75ste Jaargang No. 9079
cöïrM
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden 1.80. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno,
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Roemvolle voltooiïng van een
ontzaglijk werk.
Aan boord van de „Splinx".
(Van onzen specialen verslaggever.)
Zaterdagmiddag te 13.02 is in het bijzijn van den
Minister van Waterstaat, de Zuiderzeeraad en bijna
alle technische autoriteiten, de verbinding tusschen
Holland en Friesland tot stand gebracht. Onmiddel
lijk na liet dichten van de laatste opening, werd een
telegram aan 11. M. de Koningin verzonden.
De M.U.Z. heeft van den dag waarop haar levens
week in een zijner belangrijkste onderdeelen voltooid
werd, een ware feestdag gemaakt.
Naast de hooge technische autoriteiten dc ge-
hcelc ceremonie zou een technisch karakter dragen
had men de heele Nederlandsche pers uitgenoodigd
om zoodoende door middel van dc „oogen en ooren
van het volk" de wereld te wijzen op en één oogen-
(blik aandacht te vragen voor het tot stand brengen
van het machtige afsluitingsplan.
De heer Ir. Van Gils was de pers toegevoegd als
gids.
Hij zette ons in 't kort uiteen hoe het verloop van
den dag zou zijn, gaf daarnaast een historisch over
zicht van dc ontwikkeling van de plannen tot afslui
ting en droogmaking der Zuiderzee.
Hierna scheepten we in op de „Sphinx", nadat de
„Zilvermeeuw" o.a. Dr. Colijn en Minister Reijmer
naar liet sluitgat had gebracht.
Het geheel zag er feestelijk uit. Aan de eene zijde
had men naast het sluitgat het groote voormalige
veerpont „Stavoren" neergelegd, waarvan het dek als
tribune was ingericht. Hierop namen de vele autori
teiten plaats. De Stafmuziek van Den Helder zorgde
.voor dc stemming.
Aan de andere Oeversclie zijde van het sluit
gat lagen o.a. booten van den heer O. .T. Bosker. waar
op we tal van bekende gezichten uit Holland s Noord-
jkop ontwaarden.
En tusschen deze beide geïmproviseerde tribunes
In lag onze „Sphinx", uitgerust met een apparaat
.Voor het opnemen van een klankfilm.
Om vier minuten voor half een zetten de twee grij
pers zich in beweging. Wiskundig zuiver mikten de
geroutineerde machinisten hun grepen in het sluit
gat. Vijf minuten over half een klonk een
fluit: staken!
Het gat bedroeg nog twee meter.
De grijpers kwamen in rust. Aan boord van de
„Stavoren" liep alles te hoop voor het officieele ge
deelte. Daar werden o.a. opgemerkt de volgende auto
riteiten: Minister Reijmer' Dr. Colijn, voorzitter van
den Zuiderzeeraad, Mr. G Vissering, voorzitter van
de Zuiderzeevereeniging, dan vanzelfsprekend de Di
recteur-Generaal van de Zuiderzeewerken Ir. de Blocq
van Kuffelcr en zijn voorganger Dr. Ir. Wortman.
Ook Dr. Ir. Ringers. thans Dir.-Generaal van den
Waterstaat, die zooveel gedaan heeft tot het tot stand
brengen van de M.U.Z., waardoor het risico der aan
nemers zoo verkleind werd: Ir. Lely, hoofdingenieur
uitvoerder der Z.ZW, enz. Verder wemeld het op de
„Stavoren" van ingenieurs-uitvoerders.
Ook Burgemeester Kolff van Wieringen was aanwe
zig, evenwel in zijn kwaliteit als hoofd der politie, die
wegens de drukte in aanzienlijk versterkte getale
aanwezig was.
Rede Dr. Colijn.
Dr. Colijn nam het eerst het woord na het stopzet
ten der kranen. Hij sprak als volgt:
Nu wij dan op het punt staan getuige te zijn van
de voltooiing van een arbeid, die negen jaren geleden
aangevangen is en nu ik hier aanwezig zie zoovele
persoonlijkheden, die van nabij dien arbeid betrokken
zijn geweest, nu komt mij onwillekeurig in de ge
dachte een woord uit dc Heilige Schrift: „Een ander
is het, die zaait en een ander is het die maait"
aldus ving dr. Colijn zijn rede aan.
Want, excellentie aldus wendde hij zich tot mi
nister Reymer hoewel wij U niet misgunnen, dat
gij het zijt, die straks de M.U.Z. zult uitnoodigen de
laatste hand te leggen aan de voltooiing van den dijk,
toch gaan onze gedachten terug naar den man,
wiens leven meer dan dat van iemand anders bij
dit werk betrokken is geweest. Wij denken in een
uur als dit allereerst aan Lely, aan den man, die van
het jaar 1887 af zijn belangstelling en zijn arbeid aan
dit werk geschonken heeft.
Het was in 1913, dat de Troonrede aankondigde
een ontwerp tot afsluiting van de Zuiderzee. Hij was
het ook, die als minister in 1916 het wetsontwerp bij
de Staten-Generaal indiende; en dit in 1918 tot wet
verheven mocht zien. Hij ook was het, die na zijn af
treden als minister, als voorzitter van den Zuiderzee
raad van nabij dien arbeid met de grootste belang
stelling volgen bleef. De voltooiing er van heeft hij
niet mogen zien.
Vlak voor het moment van de sluiting.
De beslissende grijper keileem
wordt gestort.
Anderen zijn het, die de plaats innemen, die hij
destijds innam en daarom kwam mij voor den geest
dat woord „Een ander is het, die zaait en een ander
is het, die maait".
En wanneer ik nu op deze gedachte doorga, dan
zie ik rondom mij nog eenige anderen, op wie dit
woord van toepassing is. Ook de heer Wortman, die
bij het begin van dezen arbeid met de leiding van
de uitvoering van rijkswege belast geweest is en die
het voorrecht heeft nog in ons midden te zijn, heeft
zijn taak moeten overdragen aan andere handen. Nog
een derde, aan wien ik denk, is dc tegenwoordige di
recteur van .den Rijkswaterstaat, den heer Ringers,
eerste hoofd-uitvoerder van de M.U.Z., die ook al
weer niet heeft voltooid het werk, dat hij heeft aan
gevangen, maar die het gelukkig heeft kunnen over-
s ov<
>n W
tl
t»
de
ArcbJ
oen.
UaSti
de»1
au
"vya®
«ö%V
De eerste enthousiasten banen zich, tot de knieën wegzakkend, een overtocht naar Friesland. Een vrouw
is ook van de partij; de rokken hoog opgetild.
dragen aan een man, wiens naam zoo nauw verbon.
den is aan het werk, aan den zoon van den schepper
van dit reuzenwerk. En er zijn er een paar, die in
de gelukkige omstandigheden verkeeren het werk
van het begin tot het einde te hebben meegemaakt,
de voorzitter van de Zuiderzee-Vereeniging, mr. G.
Vissering, die in ons volk de belangstelling heeft ge
wekt voor dit groote werk en die in zijn kwaliteit bij
de voltooiing aanwezig is.
Tenslotte zijn er nog twee. Een er van, over wien ik
niet zal spreken, ben ik zelf. Ik heb n.1. als minister
van financiën het voorrecht gehad in 1925 de mid
delen te kunnen beschikbaar stellen, die voor de ver
snelde uitvoering der werken noodig waren.
De andere is de oud-minister ir. M. C. E. Bon-
gaerts, die, geleerd door de ervaringen, opgedaan bij
dc afsluiting van het Amsteldiep, niet voornemens
was ook hier sprake te doen zijn van een kerkhof
van aannemers. Hij heeft er in de eerste plaats tos
medegewerkt dat de groote combinatie van de M.U.Z.
in het leven werd geroepen, waarvan wij hier het
machtige materiaal aanwezig zien. Dit heeft, naar
mijn meening, er alles toe bijgedragen dat de roem
de reputatie van ons land op dit gebiecl in lengte
van dagen, ook na de voltooing.van het werk, zullen
blijven.
Niet allen, die hebben meegewerkt, kunnen per
soonlijk of in hun functie tegenwoordig zijn. Als
voorzitter van den Zuiderzeeraad weet ik. dat ik
spreek uit naam van het Nederlandsche volk, dat ik
hun allen dank betuig. Gij allen, die hier tegenwoor
dig zijt, zijt de vertegenwoordigers van acht millioen
Nederlanders, die allen trotsch zijn op de voltooing
van dit werk op dezen dag."
Rede Blocq van Kufleler.
Spreker herdacht eerst dr. ir. C. Lely, den man dio
vorm wist te geven aan de afsluiting der Zuiderzee
en die de wet, welke de uitvoering van dit werk ge
last, naar het Staatsblad heeft geleid.
Dat de afsluiting tusschen Wieringen en Friesland
met kracht kon worden uitgevoerd, is in de eerste
plaats te danken aan het initiatief der regeering in
1925, toen de tegenwoordige voorzitter van den Zui
derzeeraad, de Minister van Staat, dr. H. Colijn, mi
nister-president en minister van financiën was en
de ondervoorzitter van dien raad ir. M. C. E. Bon-
gaerts, Minister van Waterstaat.
Spr. wees er dan op, hoe bij do voorbereiding van
dat werk veel voorlichting noodzakelijk was.
In de eerste plaats is deze gevonden in de studie
van de commissie die zoo terecht met den naam van
haar voorzitter Lorentz pleegt aangeduid te worden.
Daarnaast hebben de onderzoekingen in de water
bouwkundige laboratoria te Karlsruhe en Delft on
der leiding van prof. Rehbock en ir. J. Th. Thijssc een
inzicht gegeven in de stroomaanvallcn.
Zonder het juist gebleken inzicht door dit weten
schappelijk onderzoek verkregen, zou dc technische
verantwoordelijkheid voor het werk heel wat zwaar
der zijn geweest en dit zeker niet, zooals thans het
geval mocht zijn, zonder ernstige tegenslagen of moei
lijkheden zijn verloopen.
Dc dienst der Zuiderzeewerken heeft het groote
voorrecht gehad, door de regeering belast te worden
met de voorbereiding en de algemeenc leiding van
het werk, een blijk van vertrouwen, dat op hoogeti
prijs is gesteld, maar dat ook groote verantwoorde
lijkheid met zich bracht.
Wat de dienst ontwerpt, is echter nog niet in na-
tura aanwezig. Dit te scheppen was de taak van do
Maatschappij tot uitvoering van Zuiderzeewerken,
waarvan onze meest ervaren en kapitaalkrachtige
Nederlandsche aannemersfirma's de deelhebbers zijn.
De M.U.Z. heeft ten volle voldaan, waardoor de uit
voering der werken tot een groot succes is geworden.
Met een goede organisatie en het beste materieel
kan echter nog geen werk tot stand komen, daarvoor
zijn tenslotte de arbeiders noodig. Met stoere volhar
ding, verlaten in zee, en vaak onder moeilijke om
standigheden, hebben zij hier gewerkt en elk het
hunne bijgedragen om het succes van heden ie be
reiken. Hun arbeid zij hier met eere genoemd, ter-*