Uit onze omgeving.
De beker van koningin
Elizabeth
ANNA PAULOWNA
Boerenleenbank.
De Coöperatieve Boerenleenbank hield Zaterdag
avond haar algemeene vergadering in Veerburg.
Opening.
Er waren ruim 100 leden aanwezig, toen Burge
meester Lovink, Voorzitter-Directeur van de Bank de
vergadering ongeveer in de volgende bewoordingen
toesprak:
Het is mij bijzonder aangenaam namens Bestuur en
Raad van Toezicht der Coop. Boerenleenbank U al
len te mogen welkom heeten op deze vergadering,
waarin wij u rekening en verantwoording zullen doen
over ons beheer in 1931. Vroeger noemde ik de Boe:
renleenbank wel eens de thermometer van den alge-
meenen toestand in deze gemeente, omdat wii meen
den dat het zich steeds in de cijfers en uitkomsten
van onze Bank zou demonstreeren of het de boeren
goed of niet goed gaat. Maar, vergadering was dit
werkelijk zoo, dan zou het er op dit oogenblik met
den omzet van onze Bank wel heel treurig moeten
uitzien. Voor de producten worden slechte prijzen ge
maakt, sommige zijn zelfs zoo goed als onverkoop
baar! De algemeene toestand is al heel slecht, doch
In tegenstelling daarmede is de omzet van onze Bank
goed gebleven en de instelling is ondanks alles
springlevend en kerngezond.
Ik behoef dus dezen avond gelukkig niet over de
Crisis uit te wijden, want wij hebben een goed jaar,
niettegenstaande er nogal belangrijke extra-^iitgaven
waren, o.a. voor het vorig jaar opgerichte crisisfonds
f 328.60 en aan beveiliging van het kassierskantoor en
-huis f 341.06. Daarbij gaven wij aan de spaarders een
hoog percentage en brachten debiteuren een lage
rente in rekening. En ondanks dit alles liepen de za
ken, zooals gezegd, zeer naar wensch. Wij financier
den zoowat alles met eigen geld. Hadden wij veel
geld moeten opnemen, dan zou het verlies daarop ons
winstcijfer wel zeer gedrukt hebben en zouden dus
deze mooie resultaten niet bereikt zijn.
Wij maakte® dit jaar een zuivere winst van
f 2284-871», waardoor ons reservefonds stijgt tot
f 32543.2714, voor een bank als de onze zeker een be
langrijk kapitaal.
Waarom ik dan toch de crisis zoo even nog aan
roerde? Dat heb ik gedaan, vergadering, omdat deze
crisis, al lijdt onze Bank daaronder niet, ons toch
veel heeft te zeggen. Zij moet voor ons allen een
waarschuwing zijn, die wij wel zeer ter harte moeten
nemen; een attentiesein, dat ons met klem aanspoort
tot groo te voorzichtigheid. Ondanks
811e malaise over de geheele wereld en zeker niet het
minst in het bankwezen, is onze Coöperatieve Raif-
feissenbank nog onvoorwaardelijk be
trouwbaar, is zij nog onbesproken gebleven en is
haar reputatie nog ongerept. En dat, vergadering
móét zoo blijven, daaraan moeten alle leden mede
werken. Daarom moeten wij buitengewoon voorzich-
'tig zijn, zoowel in het belang van debiteuren als van
crediteuren, want wij moeten onzen spaarders een
behoorlijke rente kunnen blijven geven en hun daarbij
de meest mogelijke veiligheid kunnen garandeeren en
eveneens moeten wij onze debiteuren in deze tijden
aan goedkoop geld kunnen blijven helpen, want hooge
rente zal ongetwijfeld de bedrijven nog meer fnuiken.
Maar meer dan anders is daarvoor in deze tijden
noodiguiterste voorzichtigheid en
voor alles algemeene samenwerking. „Eén voor
allen", maar dan oók: Allen voor één."
Met den wensch en in het volle vertrouwen dat wij
dezen avond weer prettig zullen samenwerken, open
ik deze 25e jaarlijksche algemee vergadering. Ap
plaus.
Notulen en mededeeltogen.
Nadat de vergadering heeft goedgevonden, dat de
kassier, de heer D. Kaan, de functie van secretaris
waarneemt, leest deze de notulen. Zij worden onver
anderd vastgesteld.
De eenige mededeeling van belang betreft de door
de Raiffeisenbank berekende rente, welke van 4% op
4% is gebracht.
Verkiezingen.
Een drietal verkiezingen hebben tot resultaat, dat
alle aan de beurt van aftreden zijnde heeren in hun
functie worden herkozen; de heer G. J. Lovink als
bestuurslid; de heeren J. C. Geerligs en D. Stammes
als plaatsvervangende bestuursleden en de laatste
eveneens als lid van den raad van toezicht. Allen ne
men hun benoeming aan.
De heeren P. Kooiman, J. Stammes en v. d. Heuvel
zullen de commissie vormen voor het nazien der re
kening over 1932 en de heeren C. v. d. Linden, D.
Schenk en P. J. Waiboer zijn hun plaatsvervangers.
Rekening en Balans over 1931.
De heer P. Kooiman brengt namens de controle
commissie verslag uit.
De rekening sluit in ontvangst en uitgaaf met
f 1.696.094.98. De balans geeft aan in ontvangst en
uitgaaf f 758.754.45. De balans van de Spaarbank
f 649456.46. De winst is f 2284.8714.
FEUILLETON
OOQOOOQOOOOÖOiOOiOOOOOQOQO
aocxiaoaocxïaocxjoioaocxjoioao
Naar het Engelsch
FERGUS HUME.
13.
..Misschien wel", stemde de kolonel gelaten toe. „Het
zou niet de eerste maal zijn." voegde hij er bij. tot groote
ontsteltenis van Anita. die dit beschamende feit uit
haar vaders verleden niet kende. Hij zag. dat ze schrok
en vervolgde, een kort oogenblik op ernstigen toon
sprekend: ..ja. mijn familie heeft mij verstooten. om
dat ik. nu ja, laat ik zeggen, de handteekening van
een ander onder een chequé had gezet, en daarvoor heb
ik een paar jaar gevangenisstraf ondergaan. Na dien
tijd ben ik nooit meer gestraft, maar een mensch kan
nooit weten, wat hem boven het hoofd hangt". Hij
zweeg even. alsof hij aarzelde;«toen kwam hij boudweg
met zijn voorstel voor den dag.
„Kijk eens. Anita. je bent heel knap, een schoonheid
zelfs Als wij zouden samenwerken
„O. zwijg toch", riep zijn dochter wanhopig. „Ik heb
een eerlijken aard; ik ben niet opgevoed om te stelen
en te bedriegen en daarom wil ik op een behoorlijke
manier mijn brood verdienen. O!" ze klemde de han
den ineen en barstte in tranen uit. „Het is afschuwelijk
laag en gemeen. Ik kan u niet eens meenemen naar ..de
Olmen", omdat u daar uw handen misschien niet kunt
thuis houden."
De kolonel was volstrekt niet van zijn stuk gebracht
door haar tranen. „Nu. er zullen daar ongetwijfeld wel
dingen van waarde zijn."
Hij dacht even na en glimlachte. „En dien beker van
dien ouden kerel is minstens een duizend pond waard,
als
Trillend van woede keerde Anita zich naar hem toe.
„Hoe krijgt u 't in uw hoofd, om zooiets O" Ze
Verstopping verstoort
Uw gestel en humeur.
Neem geen sterk pur-
geerende middelen, doch
van tijd tot tijd de
zacht werkende Foster's
Maagpillen, het ideale laxeermiddel.
0.65 pet flacon.
maaypincu,
■■■MflflGPILl
De commissie dankt den kassier voor de wijze, waar
op hij het onderzoek heeft vergemakkelijkt en advi
seert de rekening goed te keuren. Dit geschiedt on
der dank aan de commissie en met een falicitatie aan
den kassier.
Jaarverslag.
De heer D. Kaan geeft daarop een overzicht van de
voornaamste gebeurtenissen in het afgeloopen jaar
en van den staat van zaken.
We memoreeren hieruit, dat op 10 Juni en 30 No
vember de heeren J. C. Geerligs en Jac, Lindenbergh
onverwachte kascontrole hielden. De geheele boekhou
ding en alle bescheiden over 1931 zyn door een in
specteur van de Centrale aan een nauwkeurig onder
zoek onderworpen. Steeds bleek alles in orde te zijn.
Het aantal spaarbankboekjes bedroeg aan het eind
van het jaar 585; het aantal voorschotboekjes 182 en
het aantal boekjes in loopende rekening 67. Het leden
tal op 1^ Jan. 1931 was 349. Er overleden 6 leden, 1
lid bedankte. 18 nieuwe leden traden toe. Een ver-
meerdering van 11 bracht het ledental dus op 360. De
cijfers van rekening en balans gaven we reeds boven.
Ter vergelijking laten we hier die van het vorige jaar
volgen, ze waren toen f 1.939.401.37 en f 748.685.08.
De volgende cijfers gelden de Spaarbank.
Op 1 Januari 1931 was gedeponeerd f 658.303.38, in
1931 werd ingebracht f 316.746.16. teruggenomen werd
f 325.593.08, de inleggers kregen aan rente f23.203.02,
daarvan is uitbetaald f 730.68 en in de spaarbank bij
geschreven f 22.472.34.
Voorschotten. Aan voorschotten was op 1 Jar.
1931 uitgeleend f 313.718. aan 43 personen werd geza
menlijk verstrekt f 64.150, afgelost werd f 54.901. op
't eind van het jaar was dus uitgeleend f 322.967, aan
rente werd ontvangen f 13.531.46.
Loopende Reken in gen. Op 1 Jan. 1931 had
de bank in L. R. te goed f 407.229.29, in mindering
ontvangsten schuld f 86.942.41. blijft te goed f 320.286.88.
Uitgegeven werd in L. R. f 1.252.924.42% en ontvangen
f 1.265.869.98. Op 31 Dec. 1931 was de bank dus te goed
f 307.341.32%. Aan rente werd in L. R. ontvangen
f 17.958.38, aan rente is uitgegeven f 2.807.86.
Winst en groei der reserve vermeldden we reeds
boven. 2742 posten werden geboekt tot een bedrag
van f 2.444.039.48. (In 1930 waren er 2406 posten tot
f 2.807.294.40).
Het Bestuur en de Raad van Toezicht schonken hun
volle aandacht aan de uitgeleende bedragen en de
borgstellingen, opdat de veiligheid der belegde gelden
verzekerd bleef.
Rondvraag en Sluiting.
Als de heeren Lovink en Geerligs zyn aangewezen
tot afgevaardigden ter algemeene vergadering te
Utrecht en de heeren Rezelman en List tot hun plaats
vervangers, volgt de rondvraag.
De heer Vergaaij zegt: Als men bollen verkoopt op
de veiling, kan men op z'n veilingsbrief een voorschot
van de veiling krijgen. Hij vraagt of de boerenleenbank
dat ook kan doen. De bank berekent minder dan de
veiling voor voorschotten. Dat zou dus voordeelig zyn
voor leden-bollenkweekers.
Voorzitter antwoordt, dat er niet veel leden-bollen
kweekers zijn. De meesten zullen wel lid zijn van de
r.k. boerenleenbank. Vroeger is dit punt reeds in be
spreking geweest en voelde men er niet veel voor.
Een voorstel in dien geest zou nu zeker geen gun
stiger ontvangst hebben. De risico is voorloopig te
groot. We mogen blij zijn, dat we het vroeger niet
gedaan hébben; we zouden er anders niet zoo goed
voor staan. Bovendien is er thans geen geld voor
disponibel.
De heer J. Stammes vraagt naar aanleiding van de
mededeeling over dé renteverhooging tot 4% of dat
wel noodig is. Het is nu geen tijd om reserve te maken
Voorzitter zegt, dat die mededeeling de Centrale be
trof. Maar als de bank bij de Centrale tegen 4%
moet leenen, kan zy zelf niet minder in rekening
brengen. Dan zou de reserve gauw interen.
De heer D. Stammes merkt daarbij nog op, dat de
winst die gemaakt is, niet verdiend is met transac
ties, maar grootendeels bestaat uit de rente van de
reserve.
Voorzitter wijst er op dat het volgend jaar de bank
25 jaar bestaat. Wel zal er ,als de toestand niet spoe
dig verbetert, van feestelijkheden geen sprake kun
nen zijn, maar toch zal het goed zijn even bij dien
mijlpaal stil te staan. Men kan er eens z'n gedachten
over laten gaan, hoe men het feit wil herdenken.
Hierna volgt sluiting.
maakte den zin niet af het was alsof ze de vreeselijke
gedachte niet onder woorden durfde brengen en tranen
van schaamte en afschuw stroomden langs haar wan
gen. „Het is verschrikkelijk! Waarom kunt u mij hier
niet met rust laten? Ik voel mij gelukkig, de menschen
hier houden van mij en nu komt u weer op het tooneel
en brengt schande en ellende over mij. Maar beste
kind", trachhte de kalonel, op wien haar uitbarsting
niet den minsten indruk had gemaakt, haar te kal-
meeren. „Je moet niet zoo overdrijven. Ik kom hier al
leen maar om wat geld te krijgen; als je het me geeft,
vertrek ik mogen weer. Het heeft me moeite genoeg
gekost om uit te vinden, waar je gebleven was, nadat
je mij zoo plotseling in den steek had gelaten."
„Hoe bent u er dan achter gekomen?"
„Ik ben naar juffrouw Genwin gegaan om naar je te
informeeren, ik dacht, dat die wel meer van je zou we
ten maar die weigerde je adres te geven, ofschoon
ik direct overtuigd was, dat ze het wist. Toen ze ever.
uit de kamer werd geroepen, nam ik de vrijheid ir
haar correspondentie te snuffelen en het geluk diende
me er was een brief van jou bij! Het ging heel ge
makkelijk."
De kolonel zag. dat er een nieuwe stortvloed van ver
wijten op komst was en zonder het meisje gelegenheid
te geven aan t woord te komen, vervolgde hij haastig
„Ik begrijp heel goed, dat deze manier van doen nie'.
met je opvattingen strookt, maar het was mijn eenige
kans en die moest ik aangrijpen; dat brengt geen geld
in en geld is, wat ik op het oogenblik noodig heb."
„Ik kan het u niet geven; ik heb geen geld", ver
klaarde Anita met gesmoorde stem.
„Je kunt me toch wel aan tien of twintig pond hel
pen". drong de kolonel aan.
„En als ik het niet doe?"
„Dan zal ik naar meneer Dawson moeten gaan en alles
vertellen."
„Maar u hebt toch nog wel zooveel eergevoel
„Eergevoel? Dat is een woord, dat ik al lang vergeten
ben", lachte Baxter luchthartig.- „Je moest dat nu toch
zoo langzamerhand wel weten. Geef me het geld en ik
verdwijn morgen. Ik hoop over een paar dagen uit En
geland weg te kunnen gaan. Er is een kans, dat ik met
'den president tot overeenstemming kom, dus
„Ik zal u het geld geven, als u me plechtig belooft,
naar Guatemala terug te gaan," stamelde Anita dof toe.
„Ik kan het wel niet missen, het is mijn heele bezit,
maar ik wil alles liever, dan dat u hier blijft en schande
NIEUWE N I EDO K P
Dienstweigeraar
verwelkomd.
Vrijdagavond had in de zaal van den heer Kossen
de vergadering plaats van de afd. Winkel der I. A.
M. V.. ter verwelkoming van den dienstweigeraar
Jb. Arts.
Voorzitter brengt in zijn openingswoord den heer
Arts hulde en biedt hem namens de afd. uit sym
pathie voor zijn daad, een boek aan.
Hierna treedt op de dichter-zanger Dumont, waar
na het woord wordt gevoerd door Ds. Schermerhorn
van Hoog-Soeren. Spr. richt allereerst een persoonlijk
woord tot Jb. Arts en zegt hem dankbaar te zyn voor
het offer van zijn vrijheid, dat hij heeft gegeven en
hoopt dat hy vol moed is teruggekomen, met in zijn
hart het vprlangen zijn beginsel te dienen en te hel-
pen verbreiden, nJ. de wereld te verlossen van het
militairisme, de gruwel van den oorlog.
Spr. zegt hoe er ook in Arts een groei-proces is
geweest. Eerst heeft hij als soldaat gediend, toen had
hij nog niet de kracht om te weigeren, maar In hem
is de zuiver menschelijke anü-militairistische ldée
gaan groeien. Toen die groot en sterk genoeg was,
heeft hij toen hij op moest komen voor herhalings
oefeningen, het woord „neen" uit kunnen spreken.
Het moet in ons zoo machtig worden, dat we er geen
weerstand meer aan kunnen bieden.
Waarom zyn we anti-militairist?
Omdat wij het militairisme beschouwen als iets on-
menschelijks, ten le. om het wezen van het mtlitairis-
me zelf; ten 2e. om het doel van het militairisme.
Het wezen is de absolute knechting van den
mensch. Het recht van de persoonlijkheid wordt door
het militairisme ontkend. Een soldaat is geenm ensch
en kan het niet zijn. De heerschappij over eigen leven,
het luisteren naar de stem van de rede wordt hem
ontnomen. Geen slavernij is ooit zoo geperfectionneerd
geweest dan de slavernij van het mllitairisme. Het is
de volkomen heerschappij over den mensch, waardoor
eigen denken en voelen wordt uitgeschakeld.
Het doel wordt nog erger. De Staat eischt de per
soonlijkheid op, omdat wanneer de soldaat actief
moet optreden, hij dingen moet doen die lijnrecht in
stryd zijn met het werkelijk willen. Van nature heeft
de mensch een afkeer van vernielingen gevoeld en
bloedvergieten. Dat tegennatuurlijke wordt juist van
hem gevraagd. Daarom is juist noodig die straffe
discipline.
Doel van het militairisme is eventueel oorlog te
voeren. Wy leven in een buitengewoon ernstigen tijd,
onheilspellend ernstig. De verschillende staten maken
zich klaar voor den oorlog, ten spijt van hetgeen ge
sproken wordt in Genève. De dwaze oorlog op econo
misch gebied is in vollen gang, alle landen staan vij
andig tegenover elkaar. De oorlog op economisch ter-
rein kan ieder oogenblik verplaatst worden naar het
strategisch terrein.
Wanneer de mensch verlost wil worden van de ver
nietiging, moet ze dat zelf doen. Van geen enkele
regeering is iets voor den mensch te verwachten. Men
zal net zoo lang slaaf zijn van zijn eigen noodlot tot
het volk zal begrijpen, dat het moet vertrouwen op
zijn eigen kracht, dat is de kracht van den geest,
van den onverzettelijken geest, die niet anders luiste
ren wil dan naar de stem van de rede.
Spr. verheugt er zich over, hoe hier vooral In Nd.-
Holland het ^nti-militairisme is geworden tot een
krachtig beginsel bij velen. Die idéé groeit. Tallooze
jonge menschen houden zich bezig met de vraag:
wat zal ik doen, dienstweigeren, ja of neen? Voor 25
jaar terug dacht men daar niet aan. Spr. trekt daar
de conclusie uit, dat die idéé steeds meer zal groeien
en er meer jonge menschen zullen komen die zullen
zeggen: daar doe ik niet aan mee.
De mensch, voor wien is opgegaan 't visioen, waarin
geen geweld meer bestaat, die vraagt alleen naar zijn
eigen geweten, die hen zal brengen tot de militaire
dienstweigering. Spr. doet een beroep op het zuiver
menschelijke in allen en vraagt: voelt ge iets van
verlangen, om groot en sterk mensch te worden? We
moeten ons voelen redelijke wezens, dan zullen we
nooit geweld kunnen aanvaarden. We moeten de vol
ken wakker roepen tot daadwerkelijken strijd, die
culmineert in militaire dienstweigering.
Hierna bespreekt Ds. Schermerhorn het revolution-
nair anti-militairisme. Voor spr. staat vast, dat deze
maatschappij geen recht van bestaan heeft, ze is ze
delijk veroordeeld. Kapitalisme en militairsime zijn on
verbrekelijk aan elkaar verbonden en zijn niet te
scheiden. Willen we den oorlog overwinnen, dan
moeten we ons stellen tegenover de kapitalistische
orde. Maar deze maatschappij kon niet bestaan Indien
ze niet voorstelde in den geest van den mensch zelf.
We denken en voelen soms nog zoo kapitalistisch.
Als men het leven goed bekijkt, wordt in laatste in
stantie het leven beheerscht door het streven stoffe
lijk niet onder te gaan. Dat is het noodlot waaron
der we leven.
De mensch moet de geestelijke schonheil gaan lief
hebben en niet meer hechten aan uiterlijken schijn en
materleele dingen. Spr. heeft vroeger geleerd: De
mensch is een met rede begaafd wezen, wat hem
onderscheidde van het dier. De mensch ls echter ge
daald beneden het dier. Menschen organiseeren massa
moord, dooden zonder noodzaak, niet uit zelfbehoud,
maar om macht en rijkdom. Aan deze onredelijkheid
kan een einde komen als in ons zelf de rede zal zege-
over mij brengt."
„Best hoor", prees de kolonel, terwijl hy zijn dochter
vaderlijk op den schouder klopte. „Jij belooft mij hei
£eld te geven en ik beloof uit Engeland weg te gaan.
Wanneer krijg ik het?"
Anita dacht een oogenblik na.
„U kunt u niet op „de Olmen" vertoonen.
maar als u naar „Het Vergulde Hert" gaat, kom ik daar
vanavond om negen uur bij u. De dochter van den waard
is ziek en die ga ik wel eens opzoeken, dus ik heb een
aannemelijke reden voor mijn komst. Maar zegt u ais-
stublieft niet. dat ik uw dochter ben."
„Mijn beste kind." zei de kolonel, opstaand. „Het is
niet mijn gewoonte onnoodige opmerkingen te maken.
Maar ik zou je er attent op willen maken, dat die oude
koster. Gould en die andere jongeman op de hoogte zijn
an onze verwantschap."
„Dat hindert niet. Als u het maar niet aan den herbier-
Tier vertelt." smeekte zij.
..Zooals je wilt. Dus ik verwacht je om negen uur. Dan
.vandel ik nu naar het dorp; ik verga van honger. Tot
ziens kind."
En met lichten tred ging hij zijns weegs
Anita bleef achter in het bosch; ze verborg het gezicht
in de handen, snikkend alsof haar hart zou breken,
leunde ze tegen een boomstam.
vul
's avonds.
Na hun tete-a-tete in het huisje van Tollhurst bracht
Ricky, die blijkbaar niet van haar scheiden kon, Rose
naar huis. Het meisje woonde aan den straatweg naar
Isley bij haar tante, Susan Tollhurst, een ongehuwde
zuster van haar overleden moeder de Tollhurst's
vormden een wijdvertakt geslacht in Hurton. Tante Su
san, aan wie volgens het algemeene gevoelen de koster
zijn geld zou nalaten, was een groote, forsche vrouw met
een rood gezicht en een venijnige tong, waarmee ze heel
wat dorpspraatjes hielp verspreiden.
De twee gelieven liepen, verloren in toekom6tdroamen.
langs een eenzamen landweg ze hadden voor niets
of niemand aandacht dan voor elkaar en dus- merkten
ze niet, dat tante Susan, groot en geweldig en met opge
stoken zeil, op hen toekwam door den aan schemerenden
avond.
Maar haar luide stem, daverend als een stormklok,
vieren. De eerste wet voor den mensch is dat hij op.
groeit tot een ware, zedelijke persoonlijkheid dat be-
teekent een tegenstander te zijn van deze maatschap
pij. Spr. herinnert aan de woorden die" voorkomen op
de gedenkpenning van het Nationaal Crisis-Comité:
Met Elkander, Voor Elkander. Voor spr. beteekenen
ze wel iets anders dan voor die personen. Voor spr,
beteekenen die woorden de revolutie. Niet de geweld-
dadige revolutie, maar de revolutie van den geest,
wat noodwendig tot gevolg zal hebben revolutie op
economisch terrein.
Spr. besluit zijn rede met de spreuk: Met Elkan
der. Voor Elkander, met daarnaast toegewenscht de
durf om na te denken over de consequenties daarvan
en tevens de durf om zich als redelijke wezens te
plaatsen voor de vraag: hoe moeten we staan tegen-
over mllitairisme, kapitalisme en oorlog?
Hierna zong Dumont nog eenige van zyn liedje*
Men weet eigenlijk niet wat men meer moet waardes,
ren, zyn liedjes zelf of hetgeen hij er bij zegt Hij
kan de dingen buitengewoon scherp, sarcastisch en
raak zeggen en toont zich een Ijverig propagandist
voor zijn beginselen.
Hierna volgde sluiting.
Ongeveer 150 personen waren aanwezig.
DEN n ET. D BB
Den Helder bezit ook zyn Methusale»
Als men tegenwoordig accuraat de dagbladen leest a
men herhaaldelijk berichten kunnen tegenkomen, di
een en ander behelzen betreffende wondermenschen.
de respectabele leeftijd bereikten van bijv. 2, 3. ja s
zelfs van 400 jaar.
Wat van dergelijke wonderen waar is. zal wel zeer g»
ring zijn. aangezien der menschen leeftijd beperkt is,
het reeds een unicum genoemd mag worden als men zija
leeftijd met het Latijnsche cijfer C. kan aanduiden. Êj
nu woont er op het Noordelijkste puntje van N.-Holland
zoo'n gelukkige sterveling, die nog wel niet de honderd
bereikt heeft, maar er toch in ieder geval aardig naa:
toe begint te loopen.
Het is de bekende heer Van Rijn, die woont in de Ar.
tilleriestraat, en die men aeker niet zal vergeten op
95sten verjaardag. Deze heeft a.s. Maandag plaats en
wij spreken bij deze de hoop uit dat er voor den heer
van Rijn nog ettelijke jaartjes zijn weggelegd. Want niet
elke stad heeft zulke unica.
Over de visschery-malals*
Inderdaad, ook op dit gebied is het „maalise" al over.
Waren aanvankelijk de prijzen voor haring vrij goed tt
noemen, tenminste in aanmerking genomen de allermi
serabelsten economischen toestand, en viel ook de ali-
kruiken- en g&malencampagne nog wat mee, het is m>
menteel weer droevig met de prijzen gesteld.
Op het oogenblik bestaat de vangst hoofdzakelijk ui*,
ansjovis. Hiervoor maakt men eenige weken geleden rio(
naar verhouding vrij goede prijzen, maar al spoedijl
sloeg de barometer van vrij goed op zeer slecht over es dei
zyn de prijzen abnormaal laag.
Reeds eerder hebben wij er aandacht op gevestigd, hoi
treurig dat is voor de betrokkenen, die toch al niet e«
„gouden" jaar meegemaakt hebben en best nog
klien douceurtje hadden kunnen gebruiken. Het h<
echter niet zoo mogen zijn.
Rest nog de geepvangst.
En ook deze is niet schitterend. Vee! geep werd ni«
aangevoerd en bovendien was de vraag niet groot
Bot en schol is nog te dun zoodat we kunnen besluit®
met de inhoud van bovenstaande titel, en wel dat htf
„malaise" is!!
LANGEND IJl
Pa
I
let
D
Zich spiegelende aan de ramp. die de aardappelzlekilj*^
verleden jaar aan Langendijk en omstreken heeft v» Kb
oorzaakt. is men thans allerwege bezig, de aardappel*:
te besproeien. Men kan dit nooit te vroeg doen. We i
namen dat deze ziekte reeds in geringe mate onder I
Pancras is geconstteerd.
Voor den autotocht voor de ouden van dagen
Zuidscharwoude en Broek op Langendijk hebben zidl
107 gegadigden opgegeven.
ZUIDSCHARWOUDE.
De uitslag van den gehouden kolfwedstrijd. waars»
door een groot aantal kolvers uit Noord-Holalnd werd
deelgenomen en die gehouden werd in de kolfbaan vu
De Vier Eenen te Spanbroek, had den volgenden uit'
slag.
Eerste klasse: le prijs K. Quant te Warmenhulzet
526 punten; 2e prijs P. Molenaar te Zuidscharwoude 5C
Hf
Din.-
tan
ttacl
p.; 3e prijs J. Klapper te Enkhuizen, 503 p.; Serlepriji
T. Roosje. Grootebroek 107 p.
Tweede klasse: le prijs G. Hop. Noordscharwoude 501
p.; 2è prys C. Goet. Nieuwe Niedorp 494 p.; 3e prijs I
Buis. Grootebroek 477 p.; Serieprijs L. Voorn, Opmea
108 punten.
Derde klasse: le prijs Sj. Maakal. Broek op Langen
dijk 421 p.; 2e prijs p. Duif, Spanbroek, 403 p.; 3e prlji
j. Kramer. Zuidscharwoude 402 p.; Serieprijs J. Koelemej
Spanbroek 94 punten.
st. pancras.
De afdeeüng van den Neutralen Bond van Boe re
Land- en tuinbouwers besloot, zich tot den betrok
Minister te wenden, ten einde op de noodzakelijkhe
te wijzen van het betrachten van spoed bij het verlf
van het tweede miljoen tot steun aan den tuinbouw.
gevo
riep den jongeman en het meisje terug tot de werto
heid.
„Zoo!" ruziede ze. terwijl ze zich midden op den
voor het tweetal plaatste en hen den doortocht
sperde, „loopen ze daar weer met elkaar te slenti
tot ergernis van alle fatsoenlijke menschen! Jij m<
een flink pak slaag hebben. Rose. en wat u betreft,
neer Gould. u moest u schamen, iemand van uw
maar het loopt nog eens slecht met u af hoor. wat]
zeg." En daarop weer tot haar nichtje met 'n soort
gische huilerigheid in haar stem: „en dan te mi
bedenken, dat jij een dochter bent van mijn bloedei
zuster! Heb ik je niet grootgebracht en eten en klei
gegeven en naar school gestuurd? Geef me daar
antwoord op. hè?"
„Wat schiet u er mee op, om zoo'n spektakel te ir*
ken", trachtte Ricky de oude vrouw te kalmeeren. d
hij ging tusschen haar en Rose staan, want het
was niet denkbeeldig, dat de verontwaardigde tante t*
hoefte zou voelen haar nichtje te slaan.
„Waar bemoeit u zioh mee. meneer Gould?" schreei
Susan, wier woede zich thans tegen den jongeman ketf*
de. „Ik weet heel goed, dat u met haar samen komt is
het huis van dien schavuit. Thomas is het me komen
vertellen en ik ben er maar eerst op uitgegaan om Ro*
mee naar huis te"halen. Water en brood krijgt ze van
avond."
„Dat zal niet gaan", repliceerde Rose brutaal. „Ik b411
van plan te eten en te drinken, waar ik trek in heb,
tante Susan.
„Het eten is van mij en daar blijf je af met je han
den", tierde de vrouw. „Je moest liever ik weet niet
wat d.oen dan op die manier schande over je vadert
naam te brengen."
„Er is geen kwestie van schande." bracht Gould koel
in het midden. „Je weet heel goed, wat ik met Rose voo?
heb. Ze wordt mijn vrouw."
„Ja, aan mooie praatjes mankeert 't u niet!" klow
het smalend. „Maar mij maakt u niets wijs. meneer;
weet wel beter! Heeren trouwen met dames, en
„Ik ben toch zeker ook een dame," viel Rose ha*
beleedigd in de rede. „De heele zaak is. dat u jaloers»
bent. tante Susan, omdat niemand ooit met zoo'n kwaad
aardige schreeuwleelijk als u heeft willen trouwen."
Wordt vervolgd.
■Vo
In V
ciers
att.u
■Na
Juite
•Sind
vaar
BHii
tdie-c
Vo
den
"leid
pitge
iite
beer
i V.D
I De
f towi
k ho
fijn
Jaard
klaar
*an I
tooch
Plan-'
dinK
vrijhc
Ree
digde
ciaal-
op ec
hij V,
kloek
Het
'aarc
ker.
ichre
Hierc
socia
steno
echte
Bij
ten s
ïerwi