Uit onze omgeving. De beker van koningin Elizabeth ANNA PAULOWNA Boerenleenbank. De Coöperatieve Boerenleenbank hield Zaterdag avond haar algemeene vergadering in Veerburg. Opening. Er waren ruim 100 leden aanwezig, toen Burge meester Lovink, Voorzitter-Directeur van de Bank de vergadering ongeveer in de volgende bewoordingen toesprak: Het is mij bijzonder aangenaam namens Bestuur en Raad van Toezicht der Coop. Boerenleenbank U al len te mogen welkom heeten op deze vergadering, waarin wij u rekening en verantwoording zullen doen over ons beheer in 1931. Vroeger noemde ik de Boe: renleenbank wel eens de thermometer van den alge- meenen toestand in deze gemeente, omdat wii meen den dat het zich steeds in de cijfers en uitkomsten van onze Bank zou demonstreeren of het de boeren goed of niet goed gaat. Maar, vergadering was dit werkelijk zoo, dan zou het er op dit oogenblik met den omzet van onze Bank wel heel treurig moeten uitzien. Voor de producten worden slechte prijzen ge maakt, sommige zijn zelfs zoo goed als onverkoop baar! De algemeene toestand is al heel slecht, doch In tegenstelling daarmede is de omzet van onze Bank goed gebleven en de instelling is ondanks alles springlevend en kerngezond. Ik behoef dus dezen avond gelukkig niet over de Crisis uit te wijden, want wij hebben een goed jaar, niettegenstaande er nogal belangrijke extra-^iitgaven waren, o.a. voor het vorig jaar opgerichte crisisfonds f 328.60 en aan beveiliging van het kassierskantoor en -huis f 341.06. Daarbij gaven wij aan de spaarders een hoog percentage en brachten debiteuren een lage rente in rekening. En ondanks dit alles liepen de za ken, zooals gezegd, zeer naar wensch. Wij financier den zoowat alles met eigen geld. Hadden wij veel geld moeten opnemen, dan zou het verlies daarop ons winstcijfer wel zeer gedrukt hebben en zouden dus deze mooie resultaten niet bereikt zijn. Wij maakte® dit jaar een zuivere winst van f 2284-871», waardoor ons reservefonds stijgt tot f 32543.2714, voor een bank als de onze zeker een be langrijk kapitaal. Waarom ik dan toch de crisis zoo even nog aan roerde? Dat heb ik gedaan, vergadering, omdat deze crisis, al lijdt onze Bank daaronder niet, ons toch veel heeft te zeggen. Zij moet voor ons allen een waarschuwing zijn, die wij wel zeer ter harte moeten nemen; een attentiesein, dat ons met klem aanspoort tot groo te voorzichtigheid. Ondanks 811e malaise over de geheele wereld en zeker niet het minst in het bankwezen, is onze Coöperatieve Raif- feissenbank nog onvoorwaardelijk be trouwbaar, is zij nog onbesproken gebleven en is haar reputatie nog ongerept. En dat, vergadering móét zoo blijven, daaraan moeten alle leden mede werken. Daarom moeten wij buitengewoon voorzich- 'tig zijn, zoowel in het belang van debiteuren als van crediteuren, want wij moeten onzen spaarders een behoorlijke rente kunnen blijven geven en hun daarbij de meest mogelijke veiligheid kunnen garandeeren en eveneens moeten wij onze debiteuren in deze tijden aan goedkoop geld kunnen blijven helpen, want hooge rente zal ongetwijfeld de bedrijven nog meer fnuiken. Maar meer dan anders is daarvoor in deze tijden noodiguiterste voorzichtigheid en voor alles algemeene samenwerking. „Eén voor allen", maar dan oók: Allen voor één." Met den wensch en in het volle vertrouwen dat wij dezen avond weer prettig zullen samenwerken, open ik deze 25e jaarlijksche algemee vergadering. Ap plaus. Notulen en mededeeltogen. Nadat de vergadering heeft goedgevonden, dat de kassier, de heer D. Kaan, de functie van secretaris waarneemt, leest deze de notulen. Zij worden onver anderd vastgesteld. De eenige mededeeling van belang betreft de door de Raiffeisenbank berekende rente, welke van 4% op 4% is gebracht. Verkiezingen. Een drietal verkiezingen hebben tot resultaat, dat alle aan de beurt van aftreden zijnde heeren in hun functie worden herkozen; de heer G. J. Lovink als bestuurslid; de heeren J. C. Geerligs en D. Stammes als plaatsvervangende bestuursleden en de laatste eveneens als lid van den raad van toezicht. Allen ne men hun benoeming aan. De heeren P. Kooiman, J. Stammes en v. d. Heuvel zullen de commissie vormen voor het nazien der re kening over 1932 en de heeren C. v. d. Linden, D. Schenk en P. J. Waiboer zijn hun plaatsvervangers. Rekening en Balans over 1931. De heer P. Kooiman brengt namens de controle commissie verslag uit. De rekening sluit in ontvangst en uitgaaf met f 1.696.094.98. De balans geeft aan in ontvangst en uitgaaf f 758.754.45. De balans van de Spaarbank f 649456.46. De winst is f 2284.8714. FEUILLETON OOQOOOQOOOOÖOiOOiOOOOOQOQO aocxiaoaocxïaocxjoioaocxjoioao Naar het Engelsch FERGUS HUME. 13. ..Misschien wel", stemde de kolonel gelaten toe. „Het zou niet de eerste maal zijn." voegde hij er bij. tot groote ontsteltenis van Anita. die dit beschamende feit uit haar vaders verleden niet kende. Hij zag. dat ze schrok en vervolgde, een kort oogenblik op ernstigen toon sprekend: ..ja. mijn familie heeft mij verstooten. om dat ik. nu ja, laat ik zeggen, de handteekening van een ander onder een chequé had gezet, en daarvoor heb ik een paar jaar gevangenisstraf ondergaan. Na dien tijd ben ik nooit meer gestraft, maar een mensch kan nooit weten, wat hem boven het hoofd hangt". Hij zweeg even. alsof hij aarzelde;«toen kwam hij boudweg met zijn voorstel voor den dag. „Kijk eens. Anita. je bent heel knap, een schoonheid zelfs Als wij zouden samenwerken „O. zwijg toch", riep zijn dochter wanhopig. „Ik heb een eerlijken aard; ik ben niet opgevoed om te stelen en te bedriegen en daarom wil ik op een behoorlijke manier mijn brood verdienen. O!" ze klemde de han den ineen en barstte in tranen uit. „Het is afschuwelijk laag en gemeen. Ik kan u niet eens meenemen naar ..de Olmen", omdat u daar uw handen misschien niet kunt thuis houden." De kolonel was volstrekt niet van zijn stuk gebracht door haar tranen. „Nu. er zullen daar ongetwijfeld wel dingen van waarde zijn." Hij dacht even na en glimlachte. „En dien beker van dien ouden kerel is minstens een duizend pond waard, als Trillend van woede keerde Anita zich naar hem toe. „Hoe krijgt u 't in uw hoofd, om zooiets O" Ze Verstopping verstoort Uw gestel en humeur. Neem geen sterk pur- geerende middelen, doch van tijd tot tijd de zacht werkende Foster's Maagpillen, het ideale laxeermiddel. 0.65 pet flacon. maaypincu, ■■■MflflGPILl De commissie dankt den kassier voor de wijze, waar op hij het onderzoek heeft vergemakkelijkt en advi seert de rekening goed te keuren. Dit geschiedt on der dank aan de commissie en met een falicitatie aan den kassier. Jaarverslag. De heer D. Kaan geeft daarop een overzicht van de voornaamste gebeurtenissen in het afgeloopen jaar en van den staat van zaken. We memoreeren hieruit, dat op 10 Juni en 30 No vember de heeren J. C. Geerligs en Jac, Lindenbergh onverwachte kascontrole hielden. De geheele boekhou ding en alle bescheiden over 1931 zyn door een in specteur van de Centrale aan een nauwkeurig onder zoek onderworpen. Steeds bleek alles in orde te zijn. Het aantal spaarbankboekjes bedroeg aan het eind van het jaar 585; het aantal voorschotboekjes 182 en het aantal boekjes in loopende rekening 67. Het leden tal op 1^ Jan. 1931 was 349. Er overleden 6 leden, 1 lid bedankte. 18 nieuwe leden traden toe. Een ver- meerdering van 11 bracht het ledental dus op 360. De cijfers van rekening en balans gaven we reeds boven. Ter vergelijking laten we hier die van het vorige jaar volgen, ze waren toen f 1.939.401.37 en f 748.685.08. De volgende cijfers gelden de Spaarbank. Op 1 Januari 1931 was gedeponeerd f 658.303.38, in 1931 werd ingebracht f 316.746.16. teruggenomen werd f 325.593.08, de inleggers kregen aan rente f23.203.02, daarvan is uitbetaald f 730.68 en in de spaarbank bij geschreven f 22.472.34. Voorschotten. Aan voorschotten was op 1 Jar. 1931 uitgeleend f 313.718. aan 43 personen werd geza menlijk verstrekt f 64.150, afgelost werd f 54.901. op 't eind van het jaar was dus uitgeleend f 322.967, aan rente werd ontvangen f 13.531.46. Loopende Reken in gen. Op 1 Jan. 1931 had de bank in L. R. te goed f 407.229.29, in mindering ontvangsten schuld f 86.942.41. blijft te goed f 320.286.88. Uitgegeven werd in L. R. f 1.252.924.42% en ontvangen f 1.265.869.98. Op 31 Dec. 1931 was de bank dus te goed f 307.341.32%. Aan rente werd in L. R. ontvangen f 17.958.38, aan rente is uitgegeven f 2.807.86. Winst en groei der reserve vermeldden we reeds boven. 2742 posten werden geboekt tot een bedrag van f 2.444.039.48. (In 1930 waren er 2406 posten tot f 2.807.294.40). Het Bestuur en de Raad van Toezicht schonken hun volle aandacht aan de uitgeleende bedragen en de borgstellingen, opdat de veiligheid der belegde gelden verzekerd bleef. Rondvraag en Sluiting. Als de heeren Lovink en Geerligs zyn aangewezen tot afgevaardigden ter algemeene vergadering te Utrecht en de heeren Rezelman en List tot hun plaats vervangers, volgt de rondvraag. De heer Vergaaij zegt: Als men bollen verkoopt op de veiling, kan men op z'n veilingsbrief een voorschot van de veiling krijgen. Hij vraagt of de boerenleenbank dat ook kan doen. De bank berekent minder dan de veiling voor voorschotten. Dat zou dus voordeelig zyn voor leden-bollenkweekers. Voorzitter antwoordt, dat er niet veel leden-bollen kweekers zijn. De meesten zullen wel lid zijn van de r.k. boerenleenbank. Vroeger is dit punt reeds in be spreking geweest en voelde men er niet veel voor. Een voorstel in dien geest zou nu zeker geen gun stiger ontvangst hebben. De risico is voorloopig te groot. We mogen blij zijn, dat we het vroeger niet gedaan hébben; we zouden er anders niet zoo goed voor staan. Bovendien is er thans geen geld voor disponibel. De heer J. Stammes vraagt naar aanleiding van de mededeeling over dé renteverhooging tot 4% of dat wel noodig is. Het is nu geen tijd om reserve te maken Voorzitter zegt, dat die mededeeling de Centrale be trof. Maar als de bank bij de Centrale tegen 4% moet leenen, kan zy zelf niet minder in rekening brengen. Dan zou de reserve gauw interen. De heer D. Stammes merkt daarbij nog op, dat de winst die gemaakt is, niet verdiend is met transac ties, maar grootendeels bestaat uit de rente van de reserve. Voorzitter wijst er op dat het volgend jaar de bank 25 jaar bestaat. Wel zal er ,als de toestand niet spoe dig verbetert, van feestelijkheden geen sprake kun nen zijn, maar toch zal het goed zijn even bij dien mijlpaal stil te staan. Men kan er eens z'n gedachten over laten gaan, hoe men het feit wil herdenken. Hierna volgt sluiting. maakte den zin niet af het was alsof ze de vreeselijke gedachte niet onder woorden durfde brengen en tranen van schaamte en afschuw stroomden langs haar wan gen. „Het is verschrikkelijk! Waarom kunt u mij hier niet met rust laten? Ik voel mij gelukkig, de menschen hier houden van mij en nu komt u weer op het tooneel en brengt schande en ellende over mij. Maar beste kind", trachhte de kalonel, op wien haar uitbarsting niet den minsten indruk had gemaakt, haar te kal- meeren. „Je moet niet zoo overdrijven. Ik kom hier al leen maar om wat geld te krijgen; als je het me geeft, vertrek ik mogen weer. Het heeft me moeite genoeg gekost om uit te vinden, waar je gebleven was, nadat je mij zoo plotseling in den steek had gelaten." „Hoe bent u er dan achter gekomen?" „Ik ben naar juffrouw Genwin gegaan om naar je te informeeren, ik dacht, dat die wel meer van je zou we ten maar die weigerde je adres te geven, ofschoon ik direct overtuigd was, dat ze het wist. Toen ze ever. uit de kamer werd geroepen, nam ik de vrijheid ir haar correspondentie te snuffelen en het geluk diende me er was een brief van jou bij! Het ging heel ge makkelijk." De kolonel zag. dat er een nieuwe stortvloed van ver wijten op komst was en zonder het meisje gelegenheid te geven aan t woord te komen, vervolgde hij haastig „Ik begrijp heel goed, dat deze manier van doen nie'. met je opvattingen strookt, maar het was mijn eenige kans en die moest ik aangrijpen; dat brengt geen geld in en geld is, wat ik op het oogenblik noodig heb." „Ik kan het u niet geven; ik heb geen geld", ver klaarde Anita met gesmoorde stem. „Je kunt me toch wel aan tien of twintig pond hel pen". drong de kolonel aan. „En als ik het niet doe?" „Dan zal ik naar meneer Dawson moeten gaan en alles vertellen." „Maar u hebt toch nog wel zooveel eergevoel „Eergevoel? Dat is een woord, dat ik al lang vergeten ben", lachte Baxter luchthartig.- „Je moest dat nu toch zoo langzamerhand wel weten. Geef me het geld en ik verdwijn morgen. Ik hoop over een paar dagen uit En geland weg te kunnen gaan. Er is een kans, dat ik met 'den president tot overeenstemming kom, dus „Ik zal u het geld geven, als u me plechtig belooft, naar Guatemala terug te gaan," stamelde Anita dof toe. „Ik kan het wel niet missen, het is mijn heele bezit, maar ik wil alles liever, dan dat u hier blijft en schande NIEUWE N I EDO K P Dienstweigeraar verwelkomd. Vrijdagavond had in de zaal van den heer Kossen de vergadering plaats van de afd. Winkel der I. A. M. V.. ter verwelkoming van den dienstweigeraar Jb. Arts. Voorzitter brengt in zijn openingswoord den heer Arts hulde en biedt hem namens de afd. uit sym pathie voor zijn daad, een boek aan. Hierna treedt op de dichter-zanger Dumont, waar na het woord wordt gevoerd door Ds. Schermerhorn van Hoog-Soeren. Spr. richt allereerst een persoonlijk woord tot Jb. Arts en zegt hem dankbaar te zyn voor het offer van zijn vrijheid, dat hij heeft gegeven en hoopt dat hy vol moed is teruggekomen, met in zijn hart het vprlangen zijn beginsel te dienen en te hel- pen verbreiden, nJ. de wereld te verlossen van het militairisme, de gruwel van den oorlog. Spr. zegt hoe er ook in Arts een groei-proces is geweest. Eerst heeft hij als soldaat gediend, toen had hij nog niet de kracht om te weigeren, maar In hem is de zuiver menschelijke anü-militairistische ldée gaan groeien. Toen die groot en sterk genoeg was, heeft hij toen hij op moest komen voor herhalings oefeningen, het woord „neen" uit kunnen spreken. Het moet in ons zoo machtig worden, dat we er geen weerstand meer aan kunnen bieden. Waarom zyn we anti-militairist? Omdat wij het militairisme beschouwen als iets on- menschelijks, ten le. om het wezen van het mtlitairis- me zelf; ten 2e. om het doel van het militairisme. Het wezen is de absolute knechting van den mensch. Het recht van de persoonlijkheid wordt door het militairisme ontkend. Een soldaat is geenm ensch en kan het niet zijn. De heerschappij over eigen leven, het luisteren naar de stem van de rede wordt hem ontnomen. Geen slavernij is ooit zoo geperfectionneerd geweest dan de slavernij van het mllitairisme. Het is de volkomen heerschappij over den mensch, waardoor eigen denken en voelen wordt uitgeschakeld. Het doel wordt nog erger. De Staat eischt de per soonlijkheid op, omdat wanneer de soldaat actief moet optreden, hij dingen moet doen die lijnrecht in stryd zijn met het werkelijk willen. Van nature heeft de mensch een afkeer van vernielingen gevoeld en bloedvergieten. Dat tegennatuurlijke wordt juist van hem gevraagd. Daarom is juist noodig die straffe discipline. Doel van het militairisme is eventueel oorlog te voeren. Wy leven in een buitengewoon ernstigen tijd, onheilspellend ernstig. De verschillende staten maken zich klaar voor den oorlog, ten spijt van hetgeen ge sproken wordt in Genève. De dwaze oorlog op econo misch gebied is in vollen gang, alle landen staan vij andig tegenover elkaar. De oorlog op economisch ter- rein kan ieder oogenblik verplaatst worden naar het strategisch terrein. Wanneer de mensch verlost wil worden van de ver nietiging, moet ze dat zelf doen. Van geen enkele regeering is iets voor den mensch te verwachten. Men zal net zoo lang slaaf zijn van zijn eigen noodlot tot het volk zal begrijpen, dat het moet vertrouwen op zijn eigen kracht, dat is de kracht van den geest, van den onverzettelijken geest, die niet anders luiste ren wil dan naar de stem van de rede. Spr. verheugt er zich over, hoe hier vooral In Nd.- Holland het ^nti-militairisme is geworden tot een krachtig beginsel bij velen. Die idéé groeit. Tallooze jonge menschen houden zich bezig met de vraag: wat zal ik doen, dienstweigeren, ja of neen? Voor 25 jaar terug dacht men daar niet aan. Spr. trekt daar de conclusie uit, dat die idéé steeds meer zal groeien en er meer jonge menschen zullen komen die zullen zeggen: daar doe ik niet aan mee. De mensch, voor wien is opgegaan 't visioen, waarin geen geweld meer bestaat, die vraagt alleen naar zijn eigen geweten, die hen zal brengen tot de militaire dienstweigering. Spr. doet een beroep op het zuiver menschelijke in allen en vraagt: voelt ge iets van verlangen, om groot en sterk mensch te worden? We moeten ons voelen redelijke wezens, dan zullen we nooit geweld kunnen aanvaarden. We moeten de vol ken wakker roepen tot daadwerkelijken strijd, die culmineert in militaire dienstweigering. Hierna bespreekt Ds. Schermerhorn het revolution- nair anti-militairisme. Voor spr. staat vast, dat deze maatschappij geen recht van bestaan heeft, ze is ze delijk veroordeeld. Kapitalisme en militairsime zijn on verbrekelijk aan elkaar verbonden en zijn niet te scheiden. Willen we den oorlog overwinnen, dan moeten we ons stellen tegenover de kapitalistische orde. Maar deze maatschappij kon niet bestaan Indien ze niet voorstelde in den geest van den mensch zelf. We denken en voelen soms nog zoo kapitalistisch. Als men het leven goed bekijkt, wordt in laatste in stantie het leven beheerscht door het streven stoffe lijk niet onder te gaan. Dat is het noodlot waaron der we leven. De mensch moet de geestelijke schonheil gaan lief hebben en niet meer hechten aan uiterlijken schijn en materleele dingen. Spr. heeft vroeger geleerd: De mensch is een met rede begaafd wezen, wat hem onderscheidde van het dier. De mensch ls echter ge daald beneden het dier. Menschen organiseeren massa moord, dooden zonder noodzaak, niet uit zelfbehoud, maar om macht en rijkdom. Aan deze onredelijkheid kan een einde komen als in ons zelf de rede zal zege- over mij brengt." „Best hoor", prees de kolonel, terwijl hy zijn dochter vaderlijk op den schouder klopte. „Jij belooft mij hei £eld te geven en ik beloof uit Engeland weg te gaan. Wanneer krijg ik het?" Anita dacht een oogenblik na. „U kunt u niet op „de Olmen" vertoonen. maar als u naar „Het Vergulde Hert" gaat, kom ik daar vanavond om negen uur bij u. De dochter van den waard is ziek en die ga ik wel eens opzoeken, dus ik heb een aannemelijke reden voor mijn komst. Maar zegt u ais- stublieft niet. dat ik uw dochter ben." „Mijn beste kind." zei de kolonel, opstaand. „Het is niet mijn gewoonte onnoodige opmerkingen te maken. Maar ik zou je er attent op willen maken, dat die oude koster. Gould en die andere jongeman op de hoogte zijn an onze verwantschap." „Dat hindert niet. Als u het maar niet aan den herbier- Tier vertelt." smeekte zij. ..Zooals je wilt. Dus ik verwacht je om negen uur. Dan .vandel ik nu naar het dorp; ik verga van honger. Tot ziens kind." En met lichten tred ging hij zijns weegs Anita bleef achter in het bosch; ze verborg het gezicht in de handen, snikkend alsof haar hart zou breken, leunde ze tegen een boomstam. vul 's avonds. Na hun tete-a-tete in het huisje van Tollhurst bracht Ricky, die blijkbaar niet van haar scheiden kon, Rose naar huis. Het meisje woonde aan den straatweg naar Isley bij haar tante, Susan Tollhurst, een ongehuwde zuster van haar overleden moeder de Tollhurst's vormden een wijdvertakt geslacht in Hurton. Tante Su san, aan wie volgens het algemeene gevoelen de koster zijn geld zou nalaten, was een groote, forsche vrouw met een rood gezicht en een venijnige tong, waarmee ze heel wat dorpspraatjes hielp verspreiden. De twee gelieven liepen, verloren in toekom6tdroamen. langs een eenzamen landweg ze hadden voor niets of niemand aandacht dan voor elkaar en dus- merkten ze niet, dat tante Susan, groot en geweldig en met opge stoken zeil, op hen toekwam door den aan schemerenden avond. Maar haar luide stem, daverend als een stormklok, vieren. De eerste wet voor den mensch is dat hij op. groeit tot een ware, zedelijke persoonlijkheid dat be- teekent een tegenstander te zijn van deze maatschap pij. Spr. herinnert aan de woorden die" voorkomen op de gedenkpenning van het Nationaal Crisis-Comité: Met Elkander, Voor Elkander. Voor spr. beteekenen ze wel iets anders dan voor die personen. Voor spr, beteekenen die woorden de revolutie. Niet de geweld- dadige revolutie, maar de revolutie van den geest, wat noodwendig tot gevolg zal hebben revolutie op economisch terrein. Spr. besluit zijn rede met de spreuk: Met Elkan der. Voor Elkander, met daarnaast toegewenscht de durf om na te denken over de consequenties daarvan en tevens de durf om zich als redelijke wezens te plaatsen voor de vraag: hoe moeten we staan tegen- over mllitairisme, kapitalisme en oorlog? Hierna zong Dumont nog eenige van zyn liedje* Men weet eigenlijk niet wat men meer moet waardes, ren, zyn liedjes zelf of hetgeen hij er bij zegt Hij kan de dingen buitengewoon scherp, sarcastisch en raak zeggen en toont zich een Ijverig propagandist voor zijn beginselen. Hierna volgde sluiting. Ongeveer 150 personen waren aanwezig. DEN n ET. D BB Den Helder bezit ook zyn Methusale» Als men tegenwoordig accuraat de dagbladen leest a men herhaaldelijk berichten kunnen tegenkomen, di een en ander behelzen betreffende wondermenschen. de respectabele leeftijd bereikten van bijv. 2, 3. ja s zelfs van 400 jaar. Wat van dergelijke wonderen waar is. zal wel zeer g» ring zijn. aangezien der menschen leeftijd beperkt is, het reeds een unicum genoemd mag worden als men zija leeftijd met het Latijnsche cijfer C. kan aanduiden. Êj nu woont er op het Noordelijkste puntje van N.-Holland zoo'n gelukkige sterveling, die nog wel niet de honderd bereikt heeft, maar er toch in ieder geval aardig naa: toe begint te loopen. Het is de bekende heer Van Rijn, die woont in de Ar. tilleriestraat, en die men aeker niet zal vergeten op 95sten verjaardag. Deze heeft a.s. Maandag plaats en wij spreken bij deze de hoop uit dat er voor den heer van Rijn nog ettelijke jaartjes zijn weggelegd. Want niet elke stad heeft zulke unica. Over de visschery-malals* Inderdaad, ook op dit gebied is het „maalise" al over. Waren aanvankelijk de prijzen voor haring vrij goed tt noemen, tenminste in aanmerking genomen de allermi serabelsten economischen toestand, en viel ook de ali- kruiken- en g&malencampagne nog wat mee, het is m> menteel weer droevig met de prijzen gesteld. Op het oogenblik bestaat de vangst hoofdzakelijk ui*, ansjovis. Hiervoor maakt men eenige weken geleden rio( naar verhouding vrij goede prijzen, maar al spoedijl sloeg de barometer van vrij goed op zeer slecht over es dei zyn de prijzen abnormaal laag. Reeds eerder hebben wij er aandacht op gevestigd, hoi treurig dat is voor de betrokkenen, die toch al niet e« „gouden" jaar meegemaakt hebben en best nog klien douceurtje hadden kunnen gebruiken. Het h< echter niet zoo mogen zijn. Rest nog de geepvangst. En ook deze is niet schitterend. Vee! geep werd ni« aangevoerd en bovendien was de vraag niet groot Bot en schol is nog te dun zoodat we kunnen besluit® met de inhoud van bovenstaande titel, en wel dat htf „malaise" is!! LANGEND IJl Pa I let D Zich spiegelende aan de ramp. die de aardappelzlekilj*^ verleden jaar aan Langendijk en omstreken heeft v» Kb oorzaakt. is men thans allerwege bezig, de aardappel*: te besproeien. Men kan dit nooit te vroeg doen. We i namen dat deze ziekte reeds in geringe mate onder I Pancras is geconstteerd. Voor den autotocht voor de ouden van dagen Zuidscharwoude en Broek op Langendijk hebben zidl 107 gegadigden opgegeven. ZUIDSCHARWOUDE. De uitslag van den gehouden kolfwedstrijd. waars» door een groot aantal kolvers uit Noord-Holalnd werd deelgenomen en die gehouden werd in de kolfbaan vu De Vier Eenen te Spanbroek, had den volgenden uit' slag. Eerste klasse: le prijs K. Quant te Warmenhulzet 526 punten; 2e prijs P. Molenaar te Zuidscharwoude 5C Hf Din.- tan ttacl p.; 3e prijs J. Klapper te Enkhuizen, 503 p.; Serlepriji T. Roosje. Grootebroek 107 p. Tweede klasse: le prijs G. Hop. Noordscharwoude 501 p.; 2è prys C. Goet. Nieuwe Niedorp 494 p.; 3e prijs I Buis. Grootebroek 477 p.; Serieprijs L. Voorn, Opmea 108 punten. Derde klasse: le prijs Sj. Maakal. Broek op Langen dijk 421 p.; 2e prijs p. Duif, Spanbroek, 403 p.; 3e prlji j. Kramer. Zuidscharwoude 402 p.; Serieprijs J. Koelemej Spanbroek 94 punten. st. pancras. De afdeeüng van den Neutralen Bond van Boe re Land- en tuinbouwers besloot, zich tot den betrok Minister te wenden, ten einde op de noodzakelijkhe te wijzen van het betrachten van spoed bij het verlf van het tweede miljoen tot steun aan den tuinbouw. gevo riep den jongeman en het meisje terug tot de werto heid. „Zoo!" ruziede ze. terwijl ze zich midden op den voor het tweetal plaatste en hen den doortocht sperde, „loopen ze daar weer met elkaar te slenti tot ergernis van alle fatsoenlijke menschen! Jij m< een flink pak slaag hebben. Rose. en wat u betreft, neer Gould. u moest u schamen, iemand van uw maar het loopt nog eens slecht met u af hoor. wat] zeg." En daarop weer tot haar nichtje met 'n soort gische huilerigheid in haar stem: „en dan te mi bedenken, dat jij een dochter bent van mijn bloedei zuster! Heb ik je niet grootgebracht en eten en klei gegeven en naar school gestuurd? Geef me daar antwoord op. hè?" „Wat schiet u er mee op, om zoo'n spektakel te ir* ken", trachtte Ricky de oude vrouw te kalmeeren. d hij ging tusschen haar en Rose staan, want het was niet denkbeeldig, dat de verontwaardigde tante t* hoefte zou voelen haar nichtje te slaan. „Waar bemoeit u zioh mee. meneer Gould?" schreei Susan, wier woede zich thans tegen den jongeman ketf* de. „Ik weet heel goed, dat u met haar samen komt is het huis van dien schavuit. Thomas is het me komen vertellen en ik ben er maar eerst op uitgegaan om Ro* mee naar huis te"halen. Water en brood krijgt ze van avond." „Dat zal niet gaan", repliceerde Rose brutaal. „Ik b411 van plan te eten en te drinken, waar ik trek in heb, tante Susan. „Het eten is van mij en daar blijf je af met je han den", tierde de vrouw. „Je moest liever ik weet niet wat d.oen dan op die manier schande over je vadert naam te brengen." „Er is geen kwestie van schande." bracht Gould koel in het midden. „Je weet heel goed, wat ik met Rose voo? heb. Ze wordt mijn vrouw." „Ja, aan mooie praatjes mankeert 't u niet!" klow het smalend. „Maar mij maakt u niets wijs. meneer; weet wel beter! Heeren trouwen met dames, en „Ik ben toch zeker ook een dame," viel Rose ha* beleedigd in de rede. „De heele zaak is. dat u jaloers» bent. tante Susan, omdat niemand ooit met zoo'n kwaad aardige schreeuwleelijk als u heeft willen trouwen." Wordt vervolgd. ■Vo In V ciers att.u ■Na Juite •Sind vaar BHii tdie-c Vo den "leid pitge iite beer i V.D I De f towi k ho fijn Jaard klaar *an I tooch Plan-' dinK vrijhc Ree digde ciaal- op ec hij V, kloek Het 'aarc ker. ichre Hierc socia steno echte Bij ten s ïerwi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 8