Geestes-Spoft en Hersen-Gymnastiek
ÜJ
B
11
m
ffj
88
SE
ip
m
u
18
S
1
a
H
in
H
I
Tot 1 Juli GRATI
Tot I Juli GRATI
VOOR ONZE SCHAKERS.
Vraagstuk No. 961.
sm
W9
EVENTJES DENKEN.
Vraagstuk No. 962.
Vraagstuk No. 963.
De beker van koningin
Elizabeth
VOOR ONZE DAMMERS.
M
8
8
m
8
8
'9
iÜ
8
Pi
8
8
Hf
f!
m
8
m
m
9
8
H
M
S!
Wm
JS
9
9
m
m
m
m
m
Si
9
HUMOR.
onder leiding van GEO VAN DAM.
van J. Kohtz en C. Kockelhorn.
Zwart: 1.
Jr<
f
a b e d
Wit: 5.
De diagramstand in cijfers behoort te luiden: Wit
Kb8, Ta2, Pd3, Ld5 en een pion op b4. Zwart Kb6.
Wit speelt en forceert mat in drie zetten.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 954,
van Dr. E. Palkoska. Praag.
De diagramstand in cijfers was: Wit Kfl, Df5, Pa3,
Pbl en pion f3. Zwart Kd4, Pa2 en een pion op f4. Wit
speelt als sleutelzet: Kflg2ü Op zwart Pb4 volgt dan
wit Pb5 enz. Op zwart 1. Pc3, wit 2. Pc2 enz. Op 1.
Pel wit 2. Db5 en geeft steeds op den derden zet mat!
Voor meerzettige uitbeelding op thematische
wijze leent blokkeering minder goed. Dat men er
echter toch wel „charmante" probleempjes mede kan
verkrijgen, bewijst het bovenstaande vraagstukje.
„DE IJVERIGE WINKELJUFFROUW".
Een winkeljuffrouw verdëélde eëh stuk laken in
«tukken van één Meter lengte, en merkte dat zij elke
twintig seconden éen Meter afknipte. Er zat 60 Meter
aan het stuk laken.
Hoe lang zou de juffrouw bezig zijn om dit gehel
aan stukken van 1 Meter lengte te knippen?
„MODERNE REKENKUNDE".
Als vijf maal vier, drie en dertig Is, wat zou dan een
Vierde deel van 20 zijn?
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 955,
„Gemakkelijk of moeilijk".
Dat getal is niet 999 maar:
9, er worden dus machten gevormd.
9
9 beteekent, zooals bekend, dat 9, negen maal met
zich zelf moet worden vermenigvuldigd. De uitkomst
Is dan 387.420.489. We kunnen dus in plaats van:
9
9 387.420.489
9 ook schrijven: 9 Dat wil zeggen, dat
FEUILLETON
aocxDöooooöOioaoaocxjooooao
000000000000000000000000
Naar het Engelsch
FERGUS HUME.
DEN VOLGENDEN MORGEN.
Juffrouw Pamela. die Zondags anders nooit den
vroegdienst in de kleine dorpskerk verzuimde, had een
lichte koude gevat en vond het daarom het beste, van
daag maar in bed te blijven. Toen Anita het kleine da
metje een kopje thee bracht, zag het meisje er zoo
vreemd-bleek en betrokken uit, dat de vriendelijke, oude
vrouw een opmerking over haar gemis aan kleur en de
,donkere kringen onder haar oogen niet kon onderdruk
ken.
„Maar lieve kind", riep ze uit, terwijl ze haar grijze
krullen schudde, „heb jij ook kou gevat? Het zou mij
niets verbazen, want je holde gisteravond dadelijk weg
naar dat kind van Maynard en kwam pas over tienen
thuis, zooals mijn neef mij verteld heeft."
„Ik kwam om half elf terug," verbeterde Anita met
een flauwen glimlach. Toen een pauze en daarop: „ik
heb mijn vader gesproken."
Juffrouw Pamela richtte zich zoo plotseling in bed
op, dat ze thee over de deken morste. „Maar kind, wat
bedoel je? Je vader?"
Het meisje knielde naast het bed en gaf. hoewel het
haar de grootste moeite kostte haar zelfbeheersching
te bewaren, een verklaring.
„Mijn vader kwam gisteren hier om mij te spreken.
Ik had liever, dat u het niet wist, maar daar meneer
iGould en meneer Fanshaw hem ontmoet hebben en het
u waarschijnlijk wel zullen vertellen, is het toch maar
negen zoo dikwijls als vermenigvuldiger moet worden
genomen, als door den exponent (in dit geval
387.420.489) wordt aangeduid.
Het getal dat de uitkomst vormt van deze bereke
ning is zóó groot, dat de duur van een menschenleven
niet voldoende is om het op te schrijven. Reeds het
aantal cijfers, waardoor het zou moeten worden uit
gedrukt is enorm. Meer dan 369.000.000 cijfers zijn
daartoe noodig. Om ze op te schrijven zou men een
strook papier moeten hebben van 18.485.000 meter
lengte, aannemende, dat op iederen c.M. 2 cijfers
worden gezet.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 956.
„Een twee persoons-puzzle".
Laat de dame 't koord ongeveer 8 c.M. van het
boveneinde af vasthouden. De heer schuift den ring er
over heen, pakt dan 't boveneind van 't koord vast
en trekt 't einde tusschen de vingers der dame door.
tot op 5 c.M. van 't andere einde. Het koord wordt
slap gehouden, en de ring hangt in het midden der
bocht. De heer trekt dan 't eind dat hij vasthoudt om
het tegenovergesteld gedeelte der bocht heen, haalt 't
door de aldus gevormde lus en daarmede is hij klaar.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 953,
van D. B o s m a, Amsterdam.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 10 schijven
op 8—10, 13. 18, 27, 31, 36, 37 en 39. Wit 10 schijven
op 22, 29, 30 34, 38. 40. 43, en 46—48. Wit speelt hier
zeer geestig: 47—41!!. 38—32!!, motiefstand. 34x43! en
43x5 wint. Een keurige, rein economische bewerking
van het gedeeltelijke „Waterval-Systeem". Een compo
sitie in het genre van den vermaarden problemist
S. E.v. d. Meer Jr„ te Arnhem.
PARTIJ-ANALYSE.
De volgende partij werd gespeeld op 8 December 1920
tusschen de heeren Isidore Weiss, de oud-wereld
kampioen, wonende te Parijs en F. Carlebur, een
der bekende Utrechtsche spelers, respectievelijk met
wit en zwart.
Wit: Zwart:
1. 34—30 20-25
Deze zet leidt tegen Weiss zoo goed als zeker tot zijn
geliefkoosde opsluiting met 3934. Het geeft een zeer
moeilijke partij, maar dit soort spel behoort ongetwij
feld tot het mooiste in het damspel. Er ligt het denk
beeld aan ten grondslag, dat wit rechts een stelling op
bouwt, welke niet aangevallen kan worden en daarna
links handelend optreedt; intusschen houdt hij nauwkeu
rig een oogje in het zeil of hij soms met voordeel de
opsluiting verkrijgen kan.
Dit spel is een specialiteit van Weiss en men geeft,
wanneer men niet een buitengewoon goed speler is,
een kans op remise of winst dus vrijwel prij3 door op
zijn uitnoodiging, om 2025 te spelen, in te gaan.
Daar staat dan echter tegenover als een soort troost,
dat men eens zien Kan hoe Weiss dit spel-systeem
behandelt, en daardoor veel zal kunnen leeren.
2. 39—34 14—20
3. 44—39 20—24
4. 33—28 1014
5. 49—44 5—10
6. 39—33 14—20?
Beter was 1520 of 1721 geweest, straks zal blij
ken, dat het door Zwart gespeelde zeer zwak is.
7. 44—39 9—14
8. 32—27 17—22
Om te voorkomen, dat wit 2722 speelt waardoor
zwart gedrukt komt te staan.
9. 28X17 12X32
10. 37X28 4—9
beter, dat u het direct van mij hoort. Ik heb het gister
avond ook aan meneer Dawson verteld."
„Maar lieve kind, waarom heb je hem niet meer hier
naar toe gebracht?"
„Mijn vader wilde liever niet." antwoordde Anita met
vasten stem. haar toevlucht nemend tot de beste ver
ontschuldiging. die ze zoo gauw kon bedenken. „Hij gaat
nu binnenkort terug naar Guatemala en kwam afscheid
van mij nemen. Hij logeert in „Het Vergulde Hert", en
we hebben gisteravond een lang gesprek gehad." Het
meisje zweeg even. „Ik moest hem wat geld geven."
Anita zou dit liever niet hebben gezegd, maar als
over enkele dagen de cheque, die ze van Dr. Dawson
gekregen had. van de bank terug kwam, voldaan ge-
teekend door haar vader zou juffrouw Pamela toch van
de zaak hooren. want ook in geldzaken was ze de ver
trouwde van haar neef en hij vond het heel gemakke
lijk. dat de oude dame. die in wereldsche aangelegen
heden heel wat meer bij de pinken was dan hij, een
wakend oogje hield op zijn bankrekening.
„Mijn vader heeft het sinds zijn terugkomst in Enge
land finantieel niet zoo gemakkelijk gehad", ging ze
voort. „Ik geloof, dat ik dat bij onze eerste kennis
making al verteld heb."
Juffrouw Pamela knikte.
„Ik vind het heel vriendelijk van je, dat je ja vader
geld gegeven hebt", zei ze. 'n beetje gemelijk. „Maar
tien pond is nogal veel. Simon vertelde me gisteravond,
nadat je was uitgegaan, dat je tien pond voorschot op
je salaris gevraagd had. Omdat je hier niets uitgeeft
en een paar weken geleden tien pond hebt ontvangen
begreep ik niet, waarvoor je het geld noodig kon heb
ben. Maar nu weet ik het. Natuurlijk gaat het mij niets
aan, kindlief, en meneer Dawson ook niet," besloot juf
frouw Pamela verontschuldigend, „maar we houden zoo
veel van je, dat jouw zaken om zoo te zeggen de onze
zijn. Je bent er toch niet boos om?"
En het dametje streelde de hand van het meisje even.
„Natuurlijk niet. jufrouw Pamela. Ik ben juist vree-
selijk blij. dat u zooveel belang in mij stelt. Maar u weet
nu, waarom ik het geld noodig heb. Ik had die tien
pond natuurlijk nog en heb hem die met de chèque ge
geven."
„Dus twintig pond," viel juffrouw Pamela tamelijk
ontstemd uit. „Ik ken je vader niet mijn kind. maar
ik vind, dat hij je wel wat had kunnen laten houden."
Anita lachte droefgeestig, terwijl ze bedacht, wat
juffrouw Pamela wel zou zeggen, als ze de. werkelijke
Wij voor ons zouden óf met dezen zet hebben ge
wacht óf 39 hebben gespeeld om dan later als Wit
ruit 22 bezet door 1318 te kunnen afruilen.
11. 42-37 7—12
12. 31—27 18—23
Ter vermijding van den uitruil 27—22 en 28—23.
13. 27—22 23X32
14. 37 X28 11—17
15. 22X11 16X7
16. 41—37 12—18
Wellicht had zwart hier beter gedaan met 1318 te
spelen ter betere ontwikkeling zijner schijven.
17. 46—41 7—12
18. 36—31 1—7
19. 31—27
Wit speelt telkens op den uitruil 27—22. 28—23 en
33X31, waardoor hij meer speelruimte verkrijgt.
19.
18—22
20.
27X18
12X32
21.
37X28
13-18
22.
41—37
7—12
23.
37—32
De
diagramstand
na den 23sten zet van wit
Zwart: 14.
I
5
6
10
11
15
16
20
21
25
26
30
31
SS
35
36
PP
40
41
45
46
<3
50
Wit: 14.
De diagramstand in cijfers is: Zwart 14 sch. op 2,
3. 6, 8—10. 12. 14, 15, 18, 19, 20, 24 en 25. Wit 14 sch.
op 28—30, 32—35. 38—40. 43. 45. 47, 48 en 50.
Hier toont wit zijn beter inzicht. Zwart heeft al dien
tijd gewacht op een gunstig oogenblik tot het bezetten
van ruit 23 om daarmede het zwarte centrum vast te
leggen, doch hij heeft niet voldoende aandacht ge
schonken aan de vraag of wit dan werkelijk niet 28
22 kon spelen, met wel antwoord Weiss hem verraste.
Zwart had dit reeds moeten overwegen vóói hij 712
speelde. Immers, wanneer zwart gezien had. dat hij
nlt 2823 mocht spelen, zou wit bij den volgenden zet
toch uitgeruild hebben met 28—22, ter voorkoming
waarvan zwart 6 of 711 had moeten spelen.
Hierbij dient nog opgemerkt te worden, dat het spel
van zwart heel wat beter geweest zou zijn Indien schijf
15 op veld 13 stond. Deze slechte stand ls het gevolg
van de verkeerde behandeling, aangeduid bi] den 6den
zet
Wij behouden, ondanks het voordeel dat wit thans
krijgt, den indruk, dat zwart in dit systeem beter
komt te staan bij vertftijding van de opgesomde tac
tische fouten.
23. 18—23
24. 28—22
Wat moet zwart nu doen?
Wit kan 2218 spelen, antwoordt zwart 8—13 of 9
13, dan komt 2218 of 3228. Bovendien moet zwart
rekening houden met 47—42, 5044 en de dreiging
daarna van 3329.
24. 23—29
25. 34X23 19X17
Na 19X37 zou zwart een schijf verliezen door 30—19.
35—30. 40 X 7. 33—28 en 38—32!
26. 30X19 14 X 23
27. 35—30 25 X 34
28. 40X7 2X11
Wegens beter centrumspel heeft wit thans een voor
deel, dat hij geleidelijk gaat vergrooten; wat echter
toch niet voldoende zou zijn geweest om te winnen.
29. 39—34 10—14
30. 4842 1419
31. 42—37 0—13
32. 50—44 13—18
33. 45—40 813
34. 40—35 17—2^
toedracht kende. Maar daar ze het bezoek van den ko
lonel zoo aannemelijk en vanzelfsprekend mogelijk wil.
de voorstellen, zoodat niemand op het idee zou komen
pijnlijke vragen te stellen, ging ze voort met haar ont
aarden vader in een gunstiger licht te stellen, dan hij
verdiende.
„O, hij zou mij alles gelaten hebben, wanneer ik dat
had gewild", hernam ze luchtig. „Hij kwam alleen maar
om afscheid te nemen. Maar hij moet. zoo gauw hij kan,
naar Guatemala vertrekken zijn spoedige terugkomst
daar is van wel veel belang, en omdat ik wist, dat hij
op het oogenblik niet veel geld heeft, was ik maar al
te blij hem van dienst te kunnen zijn."
„Nu. je kunt me niet overtuigen, dat hij veel con
sideratie met je gebruikt heeft." hield juffrouw Pamela
vol, „maar ten slotte komt het er niet zooveel op aan.
Ik zal je straks een biljet van vijf pond geven, dat ik
toevallig in mijn bureautje heb liggen."
„Ik heb het heusch niet noodig. juffrouw Pamela."
„Dat heb je wel. Je hebt alles, dat je tot nu toe ver
diend hebt. aan je vader gegeven en je moet toch wat
zakgeld hebben. Ik wilde, dat je je vader maar mee
hierheen gebracht had; hij zal wel denken, dat we ont
zettend ongastvrij zijn. Bovendien, mijn kind" en er
kwam even een ondeugende schittering in haar oogen,
„ben ik erg nieuwsgierig om kennis te maken met ko
lonel Baxter, en..."
Ze zweeg abrupt, want de deur van de slaapkamer
vloog opeens open en Almer. het jonge factotum van
de villa, kwam met een doodsbleek gezicht, starre oogen
en verwarde haren de kamer binnenstuiven. Juffrouw
Pamela, die er onwrikbare fatsoensbegrippen op na
hield, gaf een gilletje, trok de deken omhoog tot aan
haar hals ze zat rechtop in bed en vroeg, over
stelpt door verontwaardiging, hoe Almer het in zijn
hoofd kreeg om op deze schaamtelooze manier de slaap
kamer van een dame binnen te dringen. Maar de jon
gen had blijkbaar vreeselijk nieuws mede te deelen, want
juffrouw Pamela's ontzetting maakte niet den minsten
indruk op hem, en Anita, die onmiddellijk bedacht, dat
haar onberekenbare vader den nacht in „Het Vergulde
Hert" had doorgebracht, wachtte met stokkende adem
en trillende lippen op wat er komen zou. Zou hij iets
gedaan hebben, dat schande en jammer over haar
bracht...?"
„Er het vannacht stamelde Almer, niet in
staat den zin af te maken.
35.
4439
18—23
36.
37—31
13—18
37.
47—41
3—8
38.
41—36
8—13??
Zwart pleegt harakiri. Door 812 was de partij 1
goed als zeker remise geworden.
39. 31—27 22X 31
40. 36 X 27
Als schijf 13 nu op 12 stond, kon zwart 11—161
1217 spelen. Deze fout is eigenlijk de rechts!
oorzaak van het verlies der partij geweest!
27—22!
32X21
34—29
39X30
21—16
16X7
7X16
16—11
11—7
7—1
20—24
12X27
13—18
23X34
1822
23—27
6—11
27—31
3*187
37—41
Aangezien alle remise-verwachtingen in rook zijn J
gegaan gaf zwart terecht de partij op. De anal;
brengt verschillende interessante en leerzame fine$
naar voren, welke vooral beginners ter bestudeert!
worden aanbevolen.
Wie zich met Ingang
van I Juii a.s. abon
neert op ds
SI
Tl
Bi
da
lai
Fr
scl
lev
op
gei
hel
lijf
I
bed
stri
ver
nar
por
ver
bev
ling
uitf
E
<3el<
volf
ontvangt nog de ver
schijnende num
mers tot dien datum
gratis
Knecht: Kan ik vandaag vrij krijgen?
Baas: Waarvoor?
Voor een bruiloft.
Is het absoluut noodzakelijk, dat je er heen gai
Och dat niet. Maar ik ben de bruigom!
Toerist: Hoe laat is het?
Dorpsjongen: Twaalf uur!
Toerist: Twaalf uur? Ik dacht, dat het veel later wi
Nee. meneer. Het wordt hier In de buurt no
later. De klok loopt tot twaalf uur en dan begint
weer van voor af aan.
Ie Vrouw (opgewonden): Ik zoek nu al twee
naar mijn man!
2e Vrouw: Wind je toch niet zoo op! Ik zoek
twintig jaar naar een man!
Patiënt: Ik moet iets hebben, dat me opwekt, 4
me weer een beetje strijdlustig maakt!
Dokter: Juist, ik zal U mijn rekening sturen.
Jong vrouwtje: Ik zoek eigenlijk naar een gescil
cadeautje voor een jongen schrijver!
Bediende in het warenhuis: Wat zou U zeggen i
een prullemand
atol
TOP
volg
geer
kanc
worc
het
nonr
meei
Mi
Ik k
Fr ar
zeer
fabri
bewij
laten
We
„Al
gesm
Vijfji
mee
.zou a
opboi
„Gi
wijsg
Euro;
hebt
geld
sanat
larij
Bij
'dat
overv
defen
heilig
onder
het h
Düüï
Duit
*t Vre.
Onli
onze
„Wat is er vannacht?" drong Anita terwijl ze d
jongen b'ij de schouders pakte en hem in haar op«i
ding heen en weer schudde.
„De oude Tollhurst
„Heeft hij weer opium gerookt?" vroeg nu juffrc"
Pamela op haar beurt
„Hij is dood."
„Dood!" riepen de beide dames als uit één mond.
„Vennoord. Geworgd. En de beker is verdwenen.
„Is de oude Tollhurst vermoord en de beker gestolei
hijgde juffrouw Pamela.
„Ja, juffrouw", antwoordde Almer, aanstalten makl
om heen te gaan, omdat hij zag, dat de oude dame,
gewonden als ze was. door de ontstellende tijding wil
opstaan. „Toen meneer Gretton tegen acht uur bij
kerk kwam, zag hij, dat de deur nog gesloten was
van den ouden Tollhurst was nergens een spojir te b
kennen. De geestelijke begreep er niets van hij kwal
hierheen en vroeg aan meneer Dawson of ik even motf
gaan kijken, waar de oude man bleef, omdat hij V
gauw niemand anders bij de hand had. Meneer hier vos-
het natuurlijk goed. Ik ging naar het huisje en vos*
den ouden Tollhurst op zijn bed, een zakdoek stijf 02
zijn keel en gezicht heelemaal zwart. Ik holde terug o2
dadelijk aan meneer Gretton te zeggen, wat ik gezitf
had. Hij stond voor de kerk met een paar mensche*
die inmiddels waren gekomen om de dienst bij te wontf
Meneer Dawson en jongenheer Julius waren daar ooï
Ze gingen met zijn allen naar het huisje en men«j
stuurde mij hierheen om u te vertellen, wat er gebeurd
is. Juist toen ik naar binnen wilde gaan, kwam jong*
heer Julius aanrennen en zei, dat de beker ook verd«f
nen was..."
Almer wilde er nog wat bijvoegen, maar juffrouw P*
mela viel hem gejaagd in de rede:
„Ik weet nu genoeg. Almer ga nu maar. dari
ik opstaan." En zoodra het factotum de deur achter w-
had dichtgehaald. veerde ze uit bed, zoo kwiek, bI*
ze zeventien en niet zeventig was.
Juffrouw Pamela begon haastig toilet te maken
Anita ging naar beneden om de kinderen te zoeken. 2
moest beletten, dat deze ondernemende rakkers h®
nieuwsgierigheid op de plaats van het misdrijf gtofl*
bevredigen. Haar hersens werkten koortsachtig, tem
ze de trap afliep; in namelooze beklemming vroeg
zich af, of haar vader iets met de tragedie uitstaan
had. Hij had gisteren den beker in Tollhurst's hanaf
gezien
het pc
werp t
nel Ba
de mii
tets te
•f een
den ai
hoe sli
ZOU V€
getracl
trouwe
diepen
haar v
was hi
.Het
heer d
Imer
'erdwe
„Pra
Bon", v
ta's bl<
al heel
Pamela
„Nee:
gen,"
Ze is j
klnderi
Mene
daad,
studie
op.
„Waa
toe, da
„Dan
gouven
H»P. ..I
niet zi<
„Julii
°P- „H
kwam
„Is h
oogenbl
„Wat
hurst i
beker i
.)Ket|