Een rit met de nieuwe Ford.
Ingezonden Stukken.
Consternatie in een
watermolen.
AVONTUUR VAN HET
S.S. „BODEGRAVEN".
De scherpe grenscontrole.
TREINBOTSING TE
ALPHEN AAN DEN Rljj
Land- en Tumboi
Vervoer van Land- ei
Tuinbouwproducten.
De land- en tuinbouwprijz
en de crisis.
1
SCHAGEN' IHOLLANDLA I.
Hedenavond speelt Schagen I tegen Hollandla I een
vriendschappelijke ontmoeting. Daar R. Rus wegens een
voet-blessure niet mee kan spelen is het elftal als volgt
samengesteld. Hierin kan echter nog wel eenige veran
dering komen door verhindering.
C. Prins
V. Vlottes K. Rempt
A. Plakman J. Kakebeeke J. Watertor
W. Rus A. Watertor G. J. Boontjes J. Kossen E. Buiskool
Reserves: A. Bijlsma, doel; J. Koomen, midden; en
P. Molenaar, achter; E. Rus voor.
Het gansche menschdom is aan 't dwalen,
Zeg mij de oorzaak toch waarom?
Verklaar mij toch wat zijn de kwalen,
Wie zijn er toch zoo akelig stom?
Men redeneert in huis en zalen.
Maar heusoh, men blijft nog even dom.
Groote hooggeplaatste heeren.
Wonderwijs met vreemde namen,
Hopen het probleem te ontknoopen.
Maar zij blijven bij het hopen,
't Is zoo duister als de nacht.
MacDonald en Chamberlain.
Gaan weer prachtig aan het' spreken,
Hoover kan ook aardig preeken.
Ach m'n arme dwaze heeren.
Altijd zün het wilde veeren.
Die verstuiven door de lucht.
De malaise blijft bestaan.
En op 't eind is 't weer een klucht.
H. J. MINNEMA.
Geesterweg, Wieringen.
Geachte Redacteur.
Als het U niet verveelt, zou ik graag nog even willen
reageeren op het schrijven van P. Dekker.
De polemiek tusschen P. D. en mij gaat niet in goede
banen. Mijn bedoeling in een pennestrijd is altijd de
dingen in groote lijnen te zien en te ontleden, soms te
becritiseeren. Zoo min mogelijk persoonlijke meeningen,
op den voorgrond plaatsen, is alles objectief.
Deze tactiek is voor de meesten zeer moeilijk vol te
houden, altijd bijna treedt op een persoonlijke tendenz
in de gedachtenwisseling. Zoo ook hier weer.
Hinderlijk wordt echter de manier waarop P. D. on
juistheden debiteert. Aanvallen op dienstweigeraars
zou ik hebben gepleegd de dienstweigeraars hebben
geen moed. zou ik hebben beweerd.
De dienstweigering heb ik gekenschetst als
van hooge individueele waarde voor dienstwei-
geren is m.i. geen moed noodig dat heb ik ge
schreven en d a t handhaaf ik nog.
Ik verzoek P. D. dringend om mijn woorden en be
doelingen niet opzettelijk te verdraaien. Onder dienst
weigeraars zijn natuurlijk wel moedige kerels, maar wat
heeft de wereld aan dien moed, in de gevangenis be
reikt men bitter weinig met moed.
P. D. is het met mij eens, dat het in de komende
revolutie gewelddadig zal toegaan maar (en daar
komt weer de persoonlijke meening) dat hoeft toch niet
te beteekenen, dat de gewelddadige weg de juiste is?
Nu, goed dan, ik zal dan cok dat punt mijn persoon
lijk meening eens vertellen. Het geweld als Doel, Is
het meest immoreele wat ik mij als mensch kan voor
stellen. en geweer, een sabel, een klewang, zijn uit een
zuiver menschelijk standpunt bezien, monstruositeiten.
Als ik een militair vliegtuig hoor snorren, boven rustige
en vreedzame landerijen, vervult me dat met droefenis.
Als we lezen van hakpartijen door politie op onschul
dige demonstranten in alle deelen der wereld, ben ik
vol deernis met slachtoffers van dit bruut geweld. Als
we nu weer in de bladen lezen, dat de Nederlandsche
Onderzeevloot feest gaat vieren, omdat ze haar 25-jarig
bestaan herdenkt, dan vind ik zoo'n jubileum vrij lugu
ber. Liefde voor de Menschheld, doet ons dit alles
verafschuwen.
Nog ingrijpender dan de Liefde is echter: de Haat,
de Haat, die machtige Rebel. De Haat ls de factor die
Werelden o m bouwt. Maar i n diezelfde Haat is de
Liefde vertegenwoordigd, de Liefde n ur en tot de
Rechtvaardigheid.
We leven in de eeuw van het geweld. Nietzsche heeft
dit omtrent 1900 al voorspeld. Nu kunnen we zeggen: ik
aanvaard het geyeld niet. 't Zou hetzelfde zijn als we
in het water vallen en zeggen: ik aanvaard het water
niet. Maar iets bewust aanvaarden, wil nog niet zeg
gen. dat men dat zelfde verheerlijkt.
De verheerlijkers van het geweld, beheerschen thans
de gansche Christelijke Wereld. Het Fascisme viert
hoogtij, de onderdrukking, de terreur, zal vreeselijk
zijn. Wat kan hier tegenover gesteld worden? Figuren
als een Jezus, een Tolstoi, een Franciscus van Assisl,
zelfs in onze dagen b.v. Ghandi, al die profeten zijn
wel belangrijk, maar zij worden door de Christelijke
Beschaving op zij gezet. Men lacht om humaniteit en
menschenliefde. Men spot met rechtvaardigheid en
solidariteit. Vergeet niet, 25 millioen w«»kloozen telt
men in deze dagen. Nu is er voor velen van ons geen
andere uitkomst: of men wordt fatalist of de haat
tegen een wereld van bederf, vafi zedeloosheid komt
over ons gevaren. Hierbij behoeft men heelemaal het
hoofd niet te verliezen. Minderwaardige begeerten en
zinlooze verbijstering, zijn van dit alles geen begelei
dende verschijnselen. Nuchter en welbewust, met een
vast doel voor oogen. Grondslagen moeten gelegd
worden voor een anderen vorm van samenleving. Die
grondslagen worden niet gelegd in Lausanne en Genève.
De massa der menschen weet dat zij daar bedrogen
wordt. Met een MacDonald aan het hoofd, in samen
werking met andere grootheden, wordt daar vreeselijk
boerenbedrog gepleegd. Zoolang niet de werkers-massa
tegen dit alles opstaat, gaat dit door tot in het on
eindige. Staat de massa der werkers wel op tegen dit
gedoe, welnu dan wordt zij onherroepelijk neergeslagen.
Dit is het wereldbeeld wat wij in deze dagen aan
schouwen. En nu doet het er niets aan af. hoe P. D.
hoe ik, tegenover het geweld sta. De Wet van Oor
zaak en Gevolg we zouden kunnen zeggen: de groote
kringloop gaat zijn gang. Dit was de grondgedachte en
de opzet van mijn schrijven.
Volgens P. D. ken ik Freud niet, weet ik niets van
geweldlooze methodes, moet ik me vooral op de hoogte
stellen van het Anarchisme, en schrijf ik maar wat
neer, wat kant noch wal raakt.
Ik neem al deze verwijten in dank aan en denk maar
zoo: och, Piet Dekker is een beste jongen, maar op het
gebied van het leven is hij ook nog maar een broekje.
C. v. A.
Verschillende bestuursleden van een wa
terschap bewusteloos neergevallen. Nog
op tijd hulp komen opdagen.
Toen de groote watermolen nabij het dorp Pieterzijl
ging proefdraaien met een sterken electrischen mo
tor, zijn enkele bestuursleden van het waterschap on
wel geworden en na eenige oogeriblikken bewusteloos
gevallen. Een der aanwezigen wist zich nog naar bui
ten te begeven, waardoor het gebeurde werd opge
merkt en hulp kon geboden worden. De bewusteloozen
werden naar buiten gebracht, waar zij' vrij spoedig
weer bij kwamen.
Het is gebleken, dat zich uit het in beweging ge
brachte vuile water gassen hebben ontwikkeld, die
dit euvel hebben veroorzaakt.
In den molen zullen maatregelen worden getrof
fen om in de toekomst een herhaling van het ge
beurde te voorkomen.
Een flinke, gced zittende ruime wagen met
vlotte moderne lijnen.
Voor een paar maanden lazen we, dat de nieuwe
Ford „uit" was. Het eerst hooren we er van in be
richten uit Amerika, waar de nieuwe Ford, waarnaar
practisch de geheele automobielwereld maandenlang
had uitgekeken, 'door middel van een enorme pers
campagne aan het Amerikaansche publiek was voor
gesteld.
Het lang verwachte Ford-product, waarvan de ver
moedelijke constructie en prijs bijna een half jaar
lang stof voor een record-aantal gissingen en be
schouwingen hadden geleverd, stond nu in de show
rooms van het meerendeel der Amerikaansche dealers
voor bezichtiging gereed en meer dan 6000 bioscopen
in de Vereenigde Staten vertoonden een sprekende
film, welke de cinema-bezoekers met de bijzonderhe
den van het acht-cvlinder-model vertrouwd maakte.
Het oogenblik, waarop de nieuwe Ford nu weldra
over de gansche wereld verspreid zou zijn, was nog
maar een kwestie van enkele weke^ en snoedig ver
namen we dan ook, dat in de groote Nederlandsche
steden de nieuwe wagen zijn intrede gedaan had. Na
de groote steden volgden natuurlijk de kleinere plaat
sen en de Ford-dealers beijverden zich om het meest
de nieuwe Ford in hun showroom te doen prijken.
Zoo ook hier in S;Iiagen, waar de heer Blaauboer
van de fa. Blaauboer en Kossen alle pogingen in het
werk stelde om ee der wagens machtig te worden.
Mt is hem gelukt, en dezer daeen is een fonkelnieuwe
acht-cylinder gearriveerd. Onze nieuwsgierigheid
dreef ons al heel spoedig naar de garage op de
Nieuwe Laagzijde en de vriendelijke uitnoodiging of
we door een ritje niet eens nader kennis wilden ma
ken, namen we natuurlijk maar al te gaarne aan.
Zooals de nieuwe Ford daar voor ons stend, kregen
wij wel den indruk, dat de be ering, dat bij het ont
werpen van dezen automobiel als doel vooru gesteld
is, het vervaardigen van een geheel nieuwe Ford, die
de voordeelen van de duurste auton.obiclen binnen
het bereik brengt van diegenen, di ook met de eco
nomisch zijde van het vervoer rekening moeten en
wenschen te houde.i, volkomen naar waarheid was
geschilderd.
Reeds bij den eersten oogopslag merken we op, dat
we hier te doen hebben r t een geheel nieuwe auto.
Het is een flinke ruime wagen met vlotte moderne
lijnen, waarvan behalve dat het uiterlijk van deze
8-cylinder-wapens belangriik fraa'^r is ecworden, er
in de contstructie verschillende verbeteringen zijn
aangebracht, van welke we -r hier straks enkele zul
len laten volgen.
Zooals de wagen daar eeruischloos voorbij glijdt,
zou je er op een con .rs d'élégance eer mee inlegeen.
Om en bij de 120 k.m. p. uur kun je er ook mee rijden
en je kunt hem in elke kleur krijgen, die om
zoo te zeggen maar bij de Zondagsche jurk van je
vrouw past. In één woord, het is een wagen gewor
den!
De tijd is voorhij, dat het je gebeuren kon, dat je
een oud fornuis voor reparatie naar den smid stuur
de en dat je na een maand een ford thuisgestuurd,
kreeg met de mededeeling dat je wagen nog wel
heelemaal goed was, doch dat je een volgenden keer
beter deed er wat bij te leggen en een nieuwe te koo-
penDat was de tijd, dat Ford zelf deze mop
jes de wereld instuurde, toen de Ford nog geen auto,
maar enfin een Ford was.
Thans heeft Ford het niet meer noodig, een mop-
penredactie aan zijn fabriek te verbinden. Hij heeft
nu handen vol werk om zich tegen den wassenden
invloed van andere fabricatie-centra van goedkoope
auto's te verzetten en zijn eigen domein te vergroo-
ten en uit te breiden. In dat steeds wisselende schaak
spel is de verschijning van deze nieuwe Ford een
belangrijke zet.
Doch laten we nu tot den wagen zelve terugkee-
ren en onze belofte nakomen om
enkele constructie-verbeteringen en tech
nische bijzonderheden
van Ford's laatste product mede te deelen. Tijdens
we door den 65 P.K. sterken motor geruischloos en
trillingsvrij over den weg worden voortgetrokken,
hebben we alle gelegenheid onze aandacht hieraan
te besteden.
Veertien modellen verschijnen er op de markt,
ieder op zichzelf aantrekkelijke wagens. Zij kunnen
naar keuze van een vier- (50 P.K.), of een achtcylin-
der-motor (65 P-K.) voorzien worden. De achtcylinder
is gebouwd in V-vorm en een ophanging in het
chassis in rubber waarborgt een rustige en trilling-
vrije werking. Verder vertoont de wagen eenige in
teressante nieuwe constructies en vereenvoudigin
gen. De kleppen met een breeden voet, een Ford-pa-
tent, worden rechtstreeks gelicht door de nokken.
De uitlaatkanalen en het vliegwiel-carter zijn aan
één stuk met het cylinderblok gegoten. De inlaatlei-
ding is als een alluminium deksel uitgevoerd, dat
de ruimte tusschen de twee cylinderblokken afdekt.
Bovenop dit deksel is de z.g. „val-stroom" carbura
teur gemonteerd, voorzien van een luchtreiniger, in-
laatgeluiddeinper en automatische voorverwarming.
De ontsteking wordt automatisch geregeld bij de
nieuwe V-8 Ford, d w.z. bij zware belasting van don
motor wordt de ontsteking verlaat door tusscben-
komst van een op den onderdruk in den inlaat rea-
geerende vacuum-inrichting.
De motor kan, zooals hierboven reeds gezegd, 65
rem-paardekrachten ontwikkelen. Hij werd weer op
de principieele Ford-manier geheel en al op goede
toegankelijkheid en gemakkelijk onderhoud gecon
strueerd.
Door uitstekende materialenkeus en doeltreffende
constructie is de fabriek er in geslaagd het gewicht
van dezen nieuwen wagen zóó laag te houden, dat
dit slechts 45 K.G. meer bedraagt dan dat van het
vroegere model A 4-cylinder Ford.
De wagen kan snel optrekken. De maximum-snel
heid wordt opgegeven c.a. 120 K.M. per uur te zijn.
Het comfort en de bestuuring van de nieuwe Ford
hebben het onderwerp van speciale studie uitge
maakt. De achterveer is o.a. achter de achteras ge
plaatst, waardoor men deze zeer soepel heeft kun
nen maken en bovendien de achterzitplaatsen nog
5 c.M. lager zijn komen te liggen, hetgeen weer ten
goede komt aan de toen al vaste ligging op den weg.
De krachtige 4-wielremmen. welke mechanisch be
diend worden en het feit, dat alle ruiten van de car
rosserieën van triplex, onsplinterbaar glas zijn, dra
gen ook in niet geringe mate tot de veiligheid bij.
Een belangwekkend nieuw détail is de thermosta-
tische regeling van dubbelwerkende hydraulische
schokdempers. De bandenmaat is vergroot tot 18" X
5:25". De synchor-mesh gangwissel heeft drie ver
snellingen en een geruischlooze tweede.
Het carrosserie-interieur is. behalve aanmerkelijk
ruimer*, ook comfortabeler uitgerust dan vroeger
De vóórzitting kan gemakkelijk worden versteld en
het ovale, indirect verlichte instrumentenbord bevat
oen benzinestandmeter, groote snelheidsmeter, mo
tor-thermometer en Ampèremeter, plus de regel-
knoppen voor gas en choke. Het drie-spakige stuur
wiel heeft eert grootere middellijn en een dunne
velg.
Wat het uiterlijk aspect van den nieuwen wagen
betreft, zijn de gewijzigde daklijn, de schuin staan
de voorruit en do stompe V-vormige radiateurman-
tel wel de voornaamste, direct aanwijsbare veran
deringen.
Aldus hebben we kennis gemaakt met de jongste
creatie van Henry Edsel Ford en natuurlijk zal de
heer Blaauboer aan ieder ander, die daartoe den
wensch te kennen geeft, met de meeste bereidwillig
heid deze nadere kennismaking toestaan.
Saluutschoten met scherp.
STOP! REVOLUTIE!
Gisternacht is het stoomschip Bodegraven van de
Koninklijk Nederlandsche Stoomboot Maatschappij de
Rotterdamsche haven binnengeJoopen, na haar aan avon
turen rijke reis naar Chili. De gezagvoerder, kapitein G.
P. Vos vertelde over zijn wederwaardigheden het vol
gende:
Op mijn jongste uitreis kwam ik op 7 April uit Am
sterdam in de haven van Manta aan. Als passagiers
had ik o.a. aan boord den gezant van Equador te Parijs
en generaal Plasa met zijn familie. Op mijn vorige reis
had ik ook ai een generaal uit Equador onder de passa
giers gehad. Toen was het schip met veel eerbetoon
ontvangen. Ditmaal zou het echter heel anders gaan.
Het viel me alop. dat de havenautoriteiten van Manta
den generaal in het geheel niet groetten en om 5 uur
in den morgen ben ik maar gauw opgestoomd met be
stemming naar Guayuaquil. Omstreeks 8 uur ontmoet
ten wij een paar oorlogsschepen, welke geen vlagt oon-
den. Zoodra zij dicht bij ons waren begonnen zij te
schieten. De generaal en zijn familie dachten dat het
saluutschoten waren en zij lieten hun ontbijt In de steek,
om door de patrijspoorten naar buiten te kijken.
Onder vuur genomen.
Er werd evenwel met scherp geschoten. Het eerste
schot veroorzaakte een gat in den wand van de kom
buis. een volgende kogel doorboorde de deur van een
hut. in een windhapper werden drie gaten geschoten
en tenslotte werd een douanebeambte in zijn been ge
schoten; een volgende kogel scheurde zijn pet in flar
den en daarna kreeg hij nog een schot dwars door zijn
jaspandjes.
Ik had inmiddels last gegeven om de machines stop
te zetten, want de heele vertooning begon mij toch
minder goed te bevallen. De bootjes van onze aanvallers
werden door den stroom weer van 't schip weggedre
ven en het vuren werd gestaakt
Eenigen tijd daarna kwam er een motorboot langszij,
waarin een prachtig aangekleede meneer zat, die mij te
spreken vroeg. Ik zond eerst mijn stuurman, maar de
mooie meneer stond er op den kapitein te spreken. Toen
ik bij hem kwam. stelde hij zicfi voor als de admiraal
van Guayaquil. Zeer beleefd overigens, gaf hij mij in
overweging naar Puna te stoomen en Guayaquil niet
aan te doen. Het was daar lang niet pluis, vertelde hij.
Toen de man vertrokken was gaf ik bevel het anker
te laten vallen en ik zond een telegram af naar een
landgenoot in Guayaquil, den heer Jongbloedt, waarin ik
dezen verzocht mij nu eens precies te vertellen wat er
aan de hand was.
Op dit telgram kreeg ik geen antwoord, maar wel
ontving ik een schrijven van den havenmeester, waarin
deze de eenigszins verbijsterende mededeeling deed,
dat er geen vuiltje aan de lucht was. De bootjes van de
rebellen, die weer om ons schip draaio en, waren met
deze bewering in lijnrechten tegenspraak. Óm aan allen
twijfel een einde te maken, lichtte ik het anker en
stoomde door naar Guayaquil, dat ik, zonder dat
verdere incidenten voorkwamen, bereikte.
Daar begon bet lijden eigenlijk pas goed, want toen
wij aangekomen waren bemerkten wij dat er wel de
gelijk sprake was van een opstand.
De rebellen, die zich 's ochtends al meester gemaakt
hadden van de marinebooten, veroverden wat later op
den dag een oorlogsschip, dat zij echter al weer spoe
dig verlieten, omdat er met deze schuit blijkbaar niet
viel te manoeuvreeren. Daarna maakten zij zich van
een Engelsch olletankbootje meester en daarmee slaag
den zij er werkelijk in het fort Piedra, dat aan den
mond va nde haven ligt, te veroveren.
In de haven gevangen.
Toen zij dit fort in handen hadden, konden zij de
geheele baai van Puna bestrijken en ik vond het
raadzamer, om onder die omstandigheden niet uit te
varen. Het duurde vijf dagen, voordat het wettige ge
zag de rebellen uit het fort had. Na dit oponthoud
hebben wij de reis dadelijk voortgezet.
Het bleek, dat de rebellen in den nacht vóór dat
de Bodegraven arriveerde een paar in de haven van
Guayuequil liggende oorlogsschepen hadden opgenomen.
Een van de matrozen is toen over boord gesprongen
en hij wist zwemmende den wal te bereiken, waar hij
de autoriteiten heeft ingelicht. Het schijnt, dat de
minister van oorlog toen het plan heeft beraamd, om
de Bodegraven te confiskeeren en ons schip als oor
logsschip tegen de rebellen te gebruiken. Toen wij in
de haven van Guayuequil aankwamen bleek hem echter,
dat de Bodegraven voo rdat doel te groot was, zoodat
wij dien dans zijn ontsnapt.
Tegen de behandeling, welke ons schip te beurt was
gevallen heb ik protest aangeteekend bij den Neder-
landschen gezant te Lima, den heer Boissevaln.
Streng optreden der kommiezen.
Hoe een automobilist den dans
ontsprong.
Men meldt uit Beek bij Nijmegen aan de Msb.:
De controle der kommiezen wordt in verband met
toenemenden smokkelhandel steeds scherper en ook
onschuldigen worden soms slachtoffer van strenger
grenstoezicht.
Zoo beleefde een der voornaamste ingezetenen van
Den Haag. die met zijn luxe-wagen een korten uitstap
naar Rijnland wilde maken aan de grens te Beek bij
Nijmegen, een zeer onaangenaam avontuur.
Toen men bij de douane te Wijier aangekomen was,
werd gevraagd of geen artikelen waarvoor belasting
verschuldigd was, in den wagen lagen.
De eigenaar diens familie en de chauffeur verklaar
den niets wat „versteuert" moest worden, in den wa
gen te hebben.
De Duitsche dienstbode der familie, die mee mocht
rijden, om haar ouders te bezoeken, zweeg.
Of dat den kommiezen opgevallen was? In leder
geval gelastten zij den auto stop te zetten; de wagen
zou doorzocht worden. En toen vond men in den auto
een pakje koffie en thee en wat vet. Onmiddellijk werd
de auto-eigenaar ter verantwoording geroepen.
De auto zou in beslag genomen worden, tenzij de
eigenaar een cautie zou willen storten van 230 mark.
terwijl men hierover aan het onderhandelen was, kwam
een groote autobus uit Nijmegen aangereden. De luxe
auto uit Den Haag, welke in den weg stond, moest
even uitwijken en kwam daarbij op Hollandsch g».
te staan. Ómwonenden, die ter plaatse bekenü
ven nu onmiddellijk een wenk aan den Haagse
automobilist met zijn wagen op Hollandsch gebiec
het weiland te blijven staan. De Duitsche komn^
dreigden daarop te zullen schieten, waarop de
landsche politie, inmiddels gewaarschuwd te ke
gaf aan de Duitsche kommiezen, dat wanneer de i
miezen op „het Hollandsch" zouden schieten, z^j i
hun kant ook schoten zouden lossen.
De Haagsche auto, welke in het weiland was 1
gereden, werd met behulp der Beekenaren losge
En, nadat er een paar planken over een schelf
sloot waren gelegd, kon de autobestuurder een
door het weiland naar de hoofdroute naar Hollj
zoeken.
Veel materleele schade. Hoofdcondncb
en passagier een lichte verwonding b«|
men. Door tegenwoordigheid van gq
van den machinist grooter onheil voorkop
Gistermorgen is op het spoorwegemplacement te
phen aan den Rijn een ernstige treinbotsing gesctl
welke, dank zij de tegenwoordigheid van geest van
machinist, van den sneltrein, nog betrekkelijk goed
afgeloopen.
Door een verkeerden wisselstand kwam de sneltn
welke om 10.27 uit Leiden te Alphen aankomt, op
spoor terecht, waar een Ihnge goederentrein langa
voortreed om den toegang tot het perron vrij te mal
Onmiddellijk na het passeeren van den wissel bemai
de machinist van den sneltrein dat hij op een verka
spoor reed.
Door fluitsignalen en krachtig remmen trachtte
een botsing te voorkomen, welke echter onvermijdé
bleek. Hoewel de snelheid aanmerkelijk verminderd i
toen de botsing geschiedde, werden toch de tweed*i
derde wagen van den goederentrein eenige meters
hoog gedrukt en de rest van den trein 40 meter acb
uit geschoven.
Van de goederenwagens werd de inhoud over bet i
placement verspreid. Van den sneltrein ontspoorde
bagagewagen achter de locomotief. De zich daarin
vindende hoofdconducteur viel door den schok tc
den wand en liep een wond aan het achterhoofd q
De sneltrein bestond uit vier personenwagens, w»
zich weinig passagiers bevonden. De buffers van
wagens werden vernield, de inzittenden door elkaar
worpen. Een der reizigers had een vrij diepe wond
der het linker oog, de anderen liepen builen en scfan
men op. Zy zyn door een auto in de wachtkamer
bonden.
Het treinverkeer ondervond veel stagnatie. De t
gers voor Woerden en Utrecht moesten wachten
den volgenden trein van Lelden. Uit Utrecht arriva
een trein met bergingsmateriaal, zoodat spoedig
worden begonnen met het opruimingswerk, waan
wel een dag gemoeid zal zijn.
De materleele schade is aanzienlijk. De belde li
tleven zijn ernstig beschadigd.
al
Geen verlaging der spoorwegtarief
Door de heeren Kampschöer en van de Bilt wï
de volgende vragen aan den minister van Ecu
mische Zaken er arbeid gesteld:
„Is de minister bereid te bevorderen, dat, eva
het vorig jaar, een tijdelijke verlaging van de spc
wegtarieven zal plaats hebben voor het vervoer
vroege aardappelen?
Is de minister bereid te bevorderen, dat inzakt
z.g.n. reductie voor het vervoer per spoor van li
en tuinbouwproducten een betere regeling tot
zal komen, in dien zin, dat de voordeelen ree
streeks ten goede komen van de bedrijven van k
en tuinbouw zelve?"
Minister Verschuur heetf daarop het volgende;
antwoord:
„Niet in bet vorige jaar, zooals in de eerste vu
wordt vermeld, doch in hot jaar 1930 werd een
delijke verlaging van de spoorwegtarieven «f
o.m. bet vervoer van vroege aardappelen t»
staan. Sindsdien worden van Regeeringswege
meer recblstreeksche wijze maatregelen genomes
verlichting van den noodtoestand, waarin de 1«
en tuinbouw ten gevolge van de thans heerscla
economische depressie verkeeren. In verband 1
mede, en gelet op de conclusiën van de comms
de Vries, dat een algemeene verlaging der sp
wegtarieven niet kan plaats hebben, acht de oa
getcekende een maatregel als in de eerste vraag
doold, waarbij staun niet rechtstreeks, doch 1
den omweg eener vrachtverlaging geboden zou
den, niet wenschelijk.
De beantwoording van vraag 2 kan in veri
met het bovenstaande achterwege blijven.
Verkoopingen bij execs
Op vragen van het Tweede Kamerlid Braat:
Zijn de ministers bereid mede te deelen of
hen reeds wetgevende maatregelen zijn voorbd
en in uitzicht kunnen worden gesteld om rkooi
gen bij executie van land- of tuinbouwbedrijva
van daarbij behoorende inventarissen tegen te P
wanneer blijkt, dat de betrokken land- of tuin)
vver of eigenaar van die bedrijven niet aan zijn
nancieele verplichtingen voldoen kan door de ff
in die bedrijven?
Zoo niet, zijn de ministers dan bereid zoo 8J#
mog<elijk bedoelde maatregelen voor te bereiden'
hebben de ministers van oeconomische zaken
arbeid en van justitie geantwoord:
Roeds zijn verschillende steunregelingen tot 3
gebracht, welke helpen tegengaan, dat levensv^
landbouw- of tuinbouwbedrijven ten gevolge W
crisis zouden worden geliquideerd. Ook bij d?
voering van deze regelingen zal dit punt niet tö
oog worden verloren. Andere soortgelijke maai'
len zijn in overweging. Deze weg verdient in
gemeen de voorkeur boven het treffen van wett(
voorzieningen van burgerrechtelijken aard,
voor den debiteur werkende als een soort
rium, den crediteur op zijn beurt in moeilijk
kunnen brengen. Het is overigens bekend, dal
betrekkelijk zelden metterdaad tot executie
overgegaan. Geldt het een in de kern gezond
dan vinden partijen elkaar gewoonlijk in een
king.
Dit wat het heden betreft. De ondergete»'
kunnen zich met betrekking tot de toekomst'
immers onzeker is, niet uitspreken.
tei
de
he
pl<
25
lijl
Lij