Een rit met de nieuwe Ford. Ingezonden Stukken. Consternatie in een watermolen. AVONTUUR VAN HET S.S. „BODEGRAVEN". De scherpe grenscontrole. TREINBOTSING TE ALPHEN AAN DEN Rljj Land- en Tumboi Vervoer van Land- ei Tuinbouwproducten. De land- en tuinbouwprijz en de crisis. 1 SCHAGEN' IHOLLANDLA I. Hedenavond speelt Schagen I tegen Hollandla I een vriendschappelijke ontmoeting. Daar R. Rus wegens een voet-blessure niet mee kan spelen is het elftal als volgt samengesteld. Hierin kan echter nog wel eenige veran dering komen door verhindering. C. Prins V. Vlottes K. Rempt A. Plakman J. Kakebeeke J. Watertor W. Rus A. Watertor G. J. Boontjes J. Kossen E. Buiskool Reserves: A. Bijlsma, doel; J. Koomen, midden; en P. Molenaar, achter; E. Rus voor. Het gansche menschdom is aan 't dwalen, Zeg mij de oorzaak toch waarom? Verklaar mij toch wat zijn de kwalen, Wie zijn er toch zoo akelig stom? Men redeneert in huis en zalen. Maar heusoh, men blijft nog even dom. Groote hooggeplaatste heeren. Wonderwijs met vreemde namen, Hopen het probleem te ontknoopen. Maar zij blijven bij het hopen, 't Is zoo duister als de nacht. MacDonald en Chamberlain. Gaan weer prachtig aan het' spreken, Hoover kan ook aardig preeken. Ach m'n arme dwaze heeren. Altijd zün het wilde veeren. Die verstuiven door de lucht. De malaise blijft bestaan. En op 't eind is 't weer een klucht. H. J. MINNEMA. Geesterweg, Wieringen. Geachte Redacteur. Als het U niet verveelt, zou ik graag nog even willen reageeren op het schrijven van P. Dekker. De polemiek tusschen P. D. en mij gaat niet in goede banen. Mijn bedoeling in een pennestrijd is altijd de dingen in groote lijnen te zien en te ontleden, soms te becritiseeren. Zoo min mogelijk persoonlijke meeningen, op den voorgrond plaatsen, is alles objectief. Deze tactiek is voor de meesten zeer moeilijk vol te houden, altijd bijna treedt op een persoonlijke tendenz in de gedachtenwisseling. Zoo ook hier weer. Hinderlijk wordt echter de manier waarop P. D. on juistheden debiteert. Aanvallen op dienstweigeraars zou ik hebben gepleegd de dienstweigeraars hebben geen moed. zou ik hebben beweerd. De dienstweigering heb ik gekenschetst als van hooge individueele waarde voor dienstwei- geren is m.i. geen moed noodig dat heb ik ge schreven en d a t handhaaf ik nog. Ik verzoek P. D. dringend om mijn woorden en be doelingen niet opzettelijk te verdraaien. Onder dienst weigeraars zijn natuurlijk wel moedige kerels, maar wat heeft de wereld aan dien moed, in de gevangenis be reikt men bitter weinig met moed. P. D. is het met mij eens, dat het in de komende revolutie gewelddadig zal toegaan maar (en daar komt weer de persoonlijke meening) dat hoeft toch niet te beteekenen, dat de gewelddadige weg de juiste is? Nu, goed dan, ik zal dan cok dat punt mijn persoon lijk meening eens vertellen. Het geweld als Doel, Is het meest immoreele wat ik mij als mensch kan voor stellen. en geweer, een sabel, een klewang, zijn uit een zuiver menschelijk standpunt bezien, monstruositeiten. Als ik een militair vliegtuig hoor snorren, boven rustige en vreedzame landerijen, vervult me dat met droefenis. Als we lezen van hakpartijen door politie op onschul dige demonstranten in alle deelen der wereld, ben ik vol deernis met slachtoffers van dit bruut geweld. Als we nu weer in de bladen lezen, dat de Nederlandsche Onderzeevloot feest gaat vieren, omdat ze haar 25-jarig bestaan herdenkt, dan vind ik zoo'n jubileum vrij lugu ber. Liefde voor de Menschheld, doet ons dit alles verafschuwen. Nog ingrijpender dan de Liefde is echter: de Haat, de Haat, die machtige Rebel. De Haat ls de factor die Werelden o m bouwt. Maar i n diezelfde Haat is de Liefde vertegenwoordigd, de Liefde n ur en tot de Rechtvaardigheid. We leven in de eeuw van het geweld. Nietzsche heeft dit omtrent 1900 al voorspeld. Nu kunnen we zeggen: ik aanvaard het geyeld niet. 't Zou hetzelfde zijn als we in het water vallen en zeggen: ik aanvaard het water niet. Maar iets bewust aanvaarden, wil nog niet zeg gen. dat men dat zelfde verheerlijkt. De verheerlijkers van het geweld, beheerschen thans de gansche Christelijke Wereld. Het Fascisme viert hoogtij, de onderdrukking, de terreur, zal vreeselijk zijn. Wat kan hier tegenover gesteld worden? Figuren als een Jezus, een Tolstoi, een Franciscus van Assisl, zelfs in onze dagen b.v. Ghandi, al die profeten zijn wel belangrijk, maar zij worden door de Christelijke Beschaving op zij gezet. Men lacht om humaniteit en menschenliefde. Men spot met rechtvaardigheid en solidariteit. Vergeet niet, 25 millioen w«»kloozen telt men in deze dagen. Nu is er voor velen van ons geen andere uitkomst: of men wordt fatalist of de haat tegen een wereld van bederf, vafi zedeloosheid komt over ons gevaren. Hierbij behoeft men heelemaal het hoofd niet te verliezen. Minderwaardige begeerten en zinlooze verbijstering, zijn van dit alles geen begelei dende verschijnselen. Nuchter en welbewust, met een vast doel voor oogen. Grondslagen moeten gelegd worden voor een anderen vorm van samenleving. Die grondslagen worden niet gelegd in Lausanne en Genève. De massa der menschen weet dat zij daar bedrogen wordt. Met een MacDonald aan het hoofd, in samen werking met andere grootheden, wordt daar vreeselijk boerenbedrog gepleegd. Zoolang niet de werkers-massa tegen dit alles opstaat, gaat dit door tot in het on eindige. Staat de massa der werkers wel op tegen dit gedoe, welnu dan wordt zij onherroepelijk neergeslagen. Dit is het wereldbeeld wat wij in deze dagen aan schouwen. En nu doet het er niets aan af. hoe P. D. hoe ik, tegenover het geweld sta. De Wet van Oor zaak en Gevolg we zouden kunnen zeggen: de groote kringloop gaat zijn gang. Dit was de grondgedachte en de opzet van mijn schrijven. Volgens P. D. ken ik Freud niet, weet ik niets van geweldlooze methodes, moet ik me vooral op de hoogte stellen van het Anarchisme, en schrijf ik maar wat neer, wat kant noch wal raakt. Ik neem al deze verwijten in dank aan en denk maar zoo: och, Piet Dekker is een beste jongen, maar op het gebied van het leven is hij ook nog maar een broekje. C. v. A. Verschillende bestuursleden van een wa terschap bewusteloos neergevallen. Nog op tijd hulp komen opdagen. Toen de groote watermolen nabij het dorp Pieterzijl ging proefdraaien met een sterken electrischen mo tor, zijn enkele bestuursleden van het waterschap on wel geworden en na eenige oogeriblikken bewusteloos gevallen. Een der aanwezigen wist zich nog naar bui ten te begeven, waardoor het gebeurde werd opge merkt en hulp kon geboden worden. De bewusteloozen werden naar buiten gebracht, waar zij' vrij spoedig weer bij kwamen. Het is gebleken, dat zich uit het in beweging ge brachte vuile water gassen hebben ontwikkeld, die dit euvel hebben veroorzaakt. In den molen zullen maatregelen worden getrof fen om in de toekomst een herhaling van het ge beurde te voorkomen. Een flinke, gced zittende ruime wagen met vlotte moderne lijnen. Voor een paar maanden lazen we, dat de nieuwe Ford „uit" was. Het eerst hooren we er van in be richten uit Amerika, waar de nieuwe Ford, waarnaar practisch de geheele automobielwereld maandenlang had uitgekeken, 'door middel van een enorme pers campagne aan het Amerikaansche publiek was voor gesteld. Het lang verwachte Ford-product, waarvan de ver moedelijke constructie en prijs bijna een half jaar lang stof voor een record-aantal gissingen en be schouwingen hadden geleverd, stond nu in de show rooms van het meerendeel der Amerikaansche dealers voor bezichtiging gereed en meer dan 6000 bioscopen in de Vereenigde Staten vertoonden een sprekende film, welke de cinema-bezoekers met de bijzonderhe den van het acht-cvlinder-model vertrouwd maakte. Het oogenblik, waarop de nieuwe Ford nu weldra over de gansche wereld verspreid zou zijn, was nog maar een kwestie van enkele weke^ en snoedig ver namen we dan ook, dat in de groote Nederlandsche steden de nieuwe wagen zijn intrede gedaan had. Na de groote steden volgden natuurlijk de kleinere plaat sen en de Ford-dealers beijverden zich om het meest de nieuwe Ford in hun showroom te doen prijken. Zoo ook hier in S;Iiagen, waar de heer Blaauboer van de fa. Blaauboer en Kossen alle pogingen in het werk stelde om ee der wagens machtig te worden. Mt is hem gelukt, en dezer daeen is een fonkelnieuwe acht-cylinder gearriveerd. Onze nieuwsgierigheid dreef ons al heel spoedig naar de garage op de Nieuwe Laagzijde en de vriendelijke uitnoodiging of we door een ritje niet eens nader kennis wilden ma ken, namen we natuurlijk maar al te gaarne aan. Zooals de nieuwe Ford daar voor ons stend, kregen wij wel den indruk, dat de be ering, dat bij het ont werpen van dezen automobiel als doel vooru gesteld is, het vervaardigen van een geheel nieuwe Ford, die de voordeelen van de duurste auton.obiclen binnen het bereik brengt van diegenen, di ook met de eco nomisch zijde van het vervoer rekening moeten en wenschen te houde.i, volkomen naar waarheid was geschilderd. Reeds bij den eersten oogopslag merken we op, dat we hier te doen hebben r t een geheel nieuwe auto. Het is een flinke ruime wagen met vlotte moderne lijnen, waarvan behalve dat het uiterlijk van deze 8-cylinder-wapens belangriik fraa'^r is ecworden, er in de contstructie verschillende verbeteringen zijn aangebracht, van welke we -r hier straks enkele zul len laten volgen. Zooals de wagen daar eeruischloos voorbij glijdt, zou je er op een con .rs d'élégance eer mee inlegeen. Om en bij de 120 k.m. p. uur kun je er ook mee rijden en je kunt hem in elke kleur krijgen, die om zoo te zeggen maar bij de Zondagsche jurk van je vrouw past. In één woord, het is een wagen gewor den! De tijd is voorhij, dat het je gebeuren kon, dat je een oud fornuis voor reparatie naar den smid stuur de en dat je na een maand een ford thuisgestuurd, kreeg met de mededeeling dat je wagen nog wel heelemaal goed was, doch dat je een volgenden keer beter deed er wat bij te leggen en een nieuwe te koo- penDat was de tijd, dat Ford zelf deze mop jes de wereld instuurde, toen de Ford nog geen auto, maar enfin een Ford was. Thans heeft Ford het niet meer noodig, een mop- penredactie aan zijn fabriek te verbinden. Hij heeft nu handen vol werk om zich tegen den wassenden invloed van andere fabricatie-centra van goedkoope auto's te verzetten en zijn eigen domein te vergroo- ten en uit te breiden. In dat steeds wisselende schaak spel is de verschijning van deze nieuwe Ford een belangrijke zet. Doch laten we nu tot den wagen zelve terugkee- ren en onze belofte nakomen om enkele constructie-verbeteringen en tech nische bijzonderheden van Ford's laatste product mede te deelen. Tijdens we door den 65 P.K. sterken motor geruischloos en trillingsvrij over den weg worden voortgetrokken, hebben we alle gelegenheid onze aandacht hieraan te besteden. Veertien modellen verschijnen er op de markt, ieder op zichzelf aantrekkelijke wagens. Zij kunnen naar keuze van een vier- (50 P.K.), of een achtcylin- der-motor (65 P-K.) voorzien worden. De achtcylinder is gebouwd in V-vorm en een ophanging in het chassis in rubber waarborgt een rustige en trilling- vrije werking. Verder vertoont de wagen eenige in teressante nieuwe constructies en vereenvoudigin gen. De kleppen met een breeden voet, een Ford-pa- tent, worden rechtstreeks gelicht door de nokken. De uitlaatkanalen en het vliegwiel-carter zijn aan één stuk met het cylinderblok gegoten. De inlaatlei- ding is als een alluminium deksel uitgevoerd, dat de ruimte tusschen de twee cylinderblokken afdekt. Bovenop dit deksel is de z.g. „val-stroom" carbura teur gemonteerd, voorzien van een luchtreiniger, in- laatgeluiddeinper en automatische voorverwarming. De ontsteking wordt automatisch geregeld bij de nieuwe V-8 Ford, d w.z. bij zware belasting van don motor wordt de ontsteking verlaat door tusscben- komst van een op den onderdruk in den inlaat rea- geerende vacuum-inrichting. De motor kan, zooals hierboven reeds gezegd, 65 rem-paardekrachten ontwikkelen. Hij werd weer op de principieele Ford-manier geheel en al op goede toegankelijkheid en gemakkelijk onderhoud gecon strueerd. Door uitstekende materialenkeus en doeltreffende constructie is de fabriek er in geslaagd het gewicht van dezen nieuwen wagen zóó laag te houden, dat dit slechts 45 K.G. meer bedraagt dan dat van het vroegere model A 4-cylinder Ford. De wagen kan snel optrekken. De maximum-snel heid wordt opgegeven c.a. 120 K.M. per uur te zijn. Het comfort en de bestuuring van de nieuwe Ford hebben het onderwerp van speciale studie uitge maakt. De achterveer is o.a. achter de achteras ge plaatst, waardoor men deze zeer soepel heeft kun nen maken en bovendien de achterzitplaatsen nog 5 c.M. lager zijn komen te liggen, hetgeen weer ten goede komt aan de toen al vaste ligging op den weg. De krachtige 4-wielremmen. welke mechanisch be diend worden en het feit, dat alle ruiten van de car rosserieën van triplex, onsplinterbaar glas zijn, dra gen ook in niet geringe mate tot de veiligheid bij. Een belangwekkend nieuw détail is de thermosta- tische regeling van dubbelwerkende hydraulische schokdempers. De bandenmaat is vergroot tot 18" X 5:25". De synchor-mesh gangwissel heeft drie ver snellingen en een geruischlooze tweede. Het carrosserie-interieur is. behalve aanmerkelijk ruimer*, ook comfortabeler uitgerust dan vroeger De vóórzitting kan gemakkelijk worden versteld en het ovale, indirect verlichte instrumentenbord bevat oen benzinestandmeter, groote snelheidsmeter, mo tor-thermometer en Ampèremeter, plus de regel- knoppen voor gas en choke. Het drie-spakige stuur wiel heeft eert grootere middellijn en een dunne velg. Wat het uiterlijk aspect van den nieuwen wagen betreft, zijn de gewijzigde daklijn, de schuin staan de voorruit en do stompe V-vormige radiateurman- tel wel de voornaamste, direct aanwijsbare veran deringen. Aldus hebben we kennis gemaakt met de jongste creatie van Henry Edsel Ford en natuurlijk zal de heer Blaauboer aan ieder ander, die daartoe den wensch te kennen geeft, met de meeste bereidwillig heid deze nadere kennismaking toestaan. Saluutschoten met scherp. STOP! REVOLUTIE! Gisternacht is het stoomschip Bodegraven van de Koninklijk Nederlandsche Stoomboot Maatschappij de Rotterdamsche haven binnengeJoopen, na haar aan avon turen rijke reis naar Chili. De gezagvoerder, kapitein G. P. Vos vertelde over zijn wederwaardigheden het vol gende: Op mijn jongste uitreis kwam ik op 7 April uit Am sterdam in de haven van Manta aan. Als passagiers had ik o.a. aan boord den gezant van Equador te Parijs en generaal Plasa met zijn familie. Op mijn vorige reis had ik ook ai een generaal uit Equador onder de passa giers gehad. Toen was het schip met veel eerbetoon ontvangen. Ditmaal zou het echter heel anders gaan. Het viel me alop. dat de havenautoriteiten van Manta den generaal in het geheel niet groetten en om 5 uur in den morgen ben ik maar gauw opgestoomd met be stemming naar Guayuaquil. Omstreeks 8 uur ontmoet ten wij een paar oorlogsschepen, welke geen vlagt oon- den. Zoodra zij dicht bij ons waren begonnen zij te schieten. De generaal en zijn familie dachten dat het saluutschoten waren en zij lieten hun ontbijt In de steek, om door de patrijspoorten naar buiten te kijken. Onder vuur genomen. Er werd evenwel met scherp geschoten. Het eerste schot veroorzaakte een gat in den wand van de kom buis. een volgende kogel doorboorde de deur van een hut. in een windhapper werden drie gaten geschoten en tenslotte werd een douanebeambte in zijn been ge schoten; een volgende kogel scheurde zijn pet in flar den en daarna kreeg hij nog een schot dwars door zijn jaspandjes. Ik had inmiddels last gegeven om de machines stop te zetten, want de heele vertooning begon mij toch minder goed te bevallen. De bootjes van onze aanvallers werden door den stroom weer van 't schip weggedre ven en het vuren werd gestaakt Eenigen tijd daarna kwam er een motorboot langszij, waarin een prachtig aangekleede meneer zat, die mij te spreken vroeg. Ik zond eerst mijn stuurman, maar de mooie meneer stond er op den kapitein te spreken. Toen ik bij hem kwam. stelde hij zicfi voor als de admiraal van Guayaquil. Zeer beleefd overigens, gaf hij mij in overweging naar Puna te stoomen en Guayaquil niet aan te doen. Het was daar lang niet pluis, vertelde hij. Toen de man vertrokken was gaf ik bevel het anker te laten vallen en ik zond een telegram af naar een landgenoot in Guayaquil, den heer Jongbloedt, waarin ik dezen verzocht mij nu eens precies te vertellen wat er aan de hand was. Op dit telgram kreeg ik geen antwoord, maar wel ontving ik een schrijven van den havenmeester, waarin deze de eenigszins verbijsterende mededeeling deed, dat er geen vuiltje aan de lucht was. De bootjes van de rebellen, die weer om ons schip draaio en, waren met deze bewering in lijnrechten tegenspraak. Óm aan allen twijfel een einde te maken, lichtte ik het anker en stoomde door naar Guayaquil, dat ik, zonder dat verdere incidenten voorkwamen, bereikte. Daar begon bet lijden eigenlijk pas goed, want toen wij aangekomen waren bemerkten wij dat er wel de gelijk sprake was van een opstand. De rebellen, die zich 's ochtends al meester gemaakt hadden van de marinebooten, veroverden wat later op den dag een oorlogsschip, dat zij echter al weer spoe dig verlieten, omdat er met deze schuit blijkbaar niet viel te manoeuvreeren. Daarna maakten zij zich van een Engelsch olletankbootje meester en daarmee slaag den zij er werkelijk in het fort Piedra, dat aan den mond va nde haven ligt, te veroveren. In de haven gevangen. Toen zij dit fort in handen hadden, konden zij de geheele baai van Puna bestrijken en ik vond het raadzamer, om onder die omstandigheden niet uit te varen. Het duurde vijf dagen, voordat het wettige ge zag de rebellen uit het fort had. Na dit oponthoud hebben wij de reis dadelijk voortgezet. Het bleek, dat de rebellen in den nacht vóór dat de Bodegraven arriveerde een paar in de haven van Guayuequil liggende oorlogsschepen hadden opgenomen. Een van de matrozen is toen over boord gesprongen en hij wist zwemmende den wal te bereiken, waar hij de autoriteiten heeft ingelicht. Het schijnt, dat de minister van oorlog toen het plan heeft beraamd, om de Bodegraven te confiskeeren en ons schip als oor logsschip tegen de rebellen te gebruiken. Toen wij in de haven van Guayuequil aankwamen bleek hem echter, dat de Bodegraven voo rdat doel te groot was, zoodat wij dien dans zijn ontsnapt. Tegen de behandeling, welke ons schip te beurt was gevallen heb ik protest aangeteekend bij den Neder- landschen gezant te Lima, den heer Boissevaln. Streng optreden der kommiezen. Hoe een automobilist den dans ontsprong. Men meldt uit Beek bij Nijmegen aan de Msb.: De controle der kommiezen wordt in verband met toenemenden smokkelhandel steeds scherper en ook onschuldigen worden soms slachtoffer van strenger grenstoezicht. Zoo beleefde een der voornaamste ingezetenen van Den Haag. die met zijn luxe-wagen een korten uitstap naar Rijnland wilde maken aan de grens te Beek bij Nijmegen, een zeer onaangenaam avontuur. Toen men bij de douane te Wijier aangekomen was, werd gevraagd of geen artikelen waarvoor belasting verschuldigd was, in den wagen lagen. De eigenaar diens familie en de chauffeur verklaar den niets wat „versteuert" moest worden, in den wa gen te hebben. De Duitsche dienstbode der familie, die mee mocht rijden, om haar ouders te bezoeken, zweeg. Of dat den kommiezen opgevallen was? In leder geval gelastten zij den auto stop te zetten; de wagen zou doorzocht worden. En toen vond men in den auto een pakje koffie en thee en wat vet. Onmiddellijk werd de auto-eigenaar ter verantwoording geroepen. De auto zou in beslag genomen worden, tenzij de eigenaar een cautie zou willen storten van 230 mark. terwijl men hierover aan het onderhandelen was, kwam een groote autobus uit Nijmegen aangereden. De luxe auto uit Den Haag, welke in den weg stond, moest even uitwijken en kwam daarbij op Hollandsch g». te staan. Ómwonenden, die ter plaatse bekenü ven nu onmiddellijk een wenk aan den Haagse automobilist met zijn wagen op Hollandsch gebiec het weiland te blijven staan. De Duitsche komn^ dreigden daarop te zullen schieten, waarop de landsche politie, inmiddels gewaarschuwd te ke gaf aan de Duitsche kommiezen, dat wanneer de i miezen op „het Hollandsch" zouden schieten, z^j i hun kant ook schoten zouden lossen. De Haagsche auto, welke in het weiland was 1 gereden, werd met behulp der Beekenaren losge En, nadat er een paar planken over een schelf sloot waren gelegd, kon de autobestuurder een door het weiland naar de hoofdroute naar Hollj zoeken. Veel materleele schade. Hoofdcondncb en passagier een lichte verwonding b«| men. Door tegenwoordigheid van gq van den machinist grooter onheil voorkop Gistermorgen is op het spoorwegemplacement te phen aan den Rijn een ernstige treinbotsing gesctl welke, dank zij de tegenwoordigheid van geest van machinist, van den sneltrein, nog betrekkelijk goed afgeloopen. Door een verkeerden wisselstand kwam de sneltn welke om 10.27 uit Leiden te Alphen aankomt, op spoor terecht, waar een Ihnge goederentrein langa voortreed om den toegang tot het perron vrij te mal Onmiddellijk na het passeeren van den wissel bemai de machinist van den sneltrein dat hij op een verka spoor reed. Door fluitsignalen en krachtig remmen trachtte een botsing te voorkomen, welke echter onvermijdé bleek. Hoewel de snelheid aanmerkelijk verminderd i toen de botsing geschiedde, werden toch de tweed*i derde wagen van den goederentrein eenige meters hoog gedrukt en de rest van den trein 40 meter acb uit geschoven. Van de goederenwagens werd de inhoud over bet i placement verspreid. Van den sneltrein ontspoorde bagagewagen achter de locomotief. De zich daarin vindende hoofdconducteur viel door den schok tc den wand en liep een wond aan het achterhoofd q De sneltrein bestond uit vier personenwagens, w» zich weinig passagiers bevonden. De buffers van wagens werden vernield, de inzittenden door elkaar worpen. Een der reizigers had een vrij diepe wond der het linker oog, de anderen liepen builen en scfan men op. Zy zyn door een auto in de wachtkamer bonden. Het treinverkeer ondervond veel stagnatie. De t gers voor Woerden en Utrecht moesten wachten den volgenden trein van Lelden. Uit Utrecht arriva een trein met bergingsmateriaal, zoodat spoedig worden begonnen met het opruimingswerk, waan wel een dag gemoeid zal zijn. De materleele schade is aanzienlijk. De belde li tleven zijn ernstig beschadigd. al Geen verlaging der spoorwegtarief Door de heeren Kampschöer en van de Bilt wï de volgende vragen aan den minister van Ecu mische Zaken er arbeid gesteld: „Is de minister bereid te bevorderen, dat, eva het vorig jaar, een tijdelijke verlaging van de spc wegtarieven zal plaats hebben voor het vervoer vroege aardappelen? Is de minister bereid te bevorderen, dat inzakt z.g.n. reductie voor het vervoer per spoor van li en tuinbouwproducten een betere regeling tot zal komen, in dien zin, dat de voordeelen ree streeks ten goede komen van de bedrijven van k en tuinbouw zelve?" Minister Verschuur heetf daarop het volgende; antwoord: „Niet in bet vorige jaar, zooals in de eerste vu wordt vermeld, doch in hot jaar 1930 werd een delijke verlaging van de spoorwegtarieven «f o.m. bet vervoer van vroege aardappelen t» staan. Sindsdien worden van Regeeringswege meer recblstreeksche wijze maatregelen genomes verlichting van den noodtoestand, waarin de 1« en tuinbouw ten gevolge van de thans heerscla economische depressie verkeeren. In verband 1 mede, en gelet op de conclusiën van de comms de Vries, dat een algemeene verlaging der sp wegtarieven niet kan plaats hebben, acht de oa getcekende een maatregel als in de eerste vraag doold, waarbij staun niet rechtstreeks, doch 1 den omweg eener vrachtverlaging geboden zou den, niet wenschelijk. De beantwoording van vraag 2 kan in veri met het bovenstaande achterwege blijven. Verkoopingen bij execs Op vragen van het Tweede Kamerlid Braat: Zijn de ministers bereid mede te deelen of hen reeds wetgevende maatregelen zijn voorbd en in uitzicht kunnen worden gesteld om rkooi gen bij executie van land- of tuinbouwbedrijva van daarbij behoorende inventarissen tegen te P wanneer blijkt, dat de betrokken land- of tuin) vver of eigenaar van die bedrijven niet aan zijn nancieele verplichtingen voldoen kan door de ff in die bedrijven? Zoo niet, zijn de ministers dan bereid zoo 8J# mog<elijk bedoelde maatregelen voor te bereiden' hebben de ministers van oeconomische zaken arbeid en van justitie geantwoord: Roeds zijn verschillende steunregelingen tot 3 gebracht, welke helpen tegengaan, dat levensv^ landbouw- of tuinbouwbedrijven ten gevolge W crisis zouden worden geliquideerd. Ook bij d? voering van deze regelingen zal dit punt niet tö oog worden verloren. Andere soortgelijke maai' len zijn in overweging. Deze weg verdient in gemeen de voorkeur boven het treffen van wett( voorzieningen van burgerrechtelijken aard, voor den debiteur werkende als een soort rium, den crediteur op zijn beurt in moeilijk kunnen brengen. Het is overigens bekend, dal betrekkelijk zelden metterdaad tot executie overgegaan. Geldt het een in de kern gezond dan vinden partijen elkaar gewoonlijk in een king. Dit wat het heden betreft. De ondergete»' kunnen zich met betrekking tot de toekomst' immers onzeker is, niet uitspreken. tei de he pl< 25 lijl Lij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 6