Schager Courant
Afrika, het land der toekomst voor
de metaalindustrie.
Tweede Blad.
Het vliegdrama te Vaals.
AUTOBUS OVER DEN
AFSLUITDIJK.
Gevaarlijke speelplaats.
Tragisch ongeval.
Een zonderling geval
te Londen.
De techniek keert naar
haar oorsprong terug
PIRATEN-OORLOG
HET KANAAL.
IN
Dinsdag 28 Juni 1932.
75ste Jaargang. No. 9096
De machine in vlammen opgegaan. Ver
haal van een ooggetuige.
Het verhaal van een ooggetuige von het noodlottig
vliegongeluk op het vliegveld te Vaals, dat elders in dit
r.ummer door een abuis slechts gedeeltelijk is opgeno
men, laten we hieronder volledig volgen.
De heer S. Stubach, de eigenaar van den Wilhelmina-
toren, die aan den rand van het vliegveld op ongeveer
30 meter van de plaats van de ramp staat, was tegen 12
uur in zijn tuin werkzaam toen hij drie militaire vleig-
tuigen boven het landingsterrein zag verschijnen. Een
der drie vliegtuigen scheen een motordefect te hebben
en daalde in een groote bocht in de richting van het
vliegveld.
Het vliegtuig was reeds zoover gedaald, dat de beide
Andere toestellen in Noordelijke richting vertrokken.
Plotseling in de laatsto bocht voor de landing aldus
de zegsman zag ik het toestel in het bosch terecht
komen.
Het was een hevig gekraak.
Onmiddellijk snelde ik naar de plaats waar het toe-
Stel was neergevallen.
Toen ik daar aankwam, was daar reeds een student
uit Aken, die op het vliegveld nad gestaan en eveneens
bet ongeval had waargenomen.
Het vliegtuig was in brand geraakt, doch een der
Inzittenden konden wij nog bereiken. De man zat ech
ter vast en daarom holde ik weg om een bijl te halen.
Nauwelijks nadat ik was vertrokken hoorde ik een
geweldige ontploffing en spoedig daarop stond zoowel
het toestel, als het bosch, dat zich daar omheen bevond,
in lichte laaie. De heer Stabaoh heeft daarop telefo
nisch de autoriteiten en de brandweer van Aken en
[Vaals gewaarschuwd.
De burgemeester van Vaals, de heer Rhoen. en de
«doktoren Bloem en Keunen waren spoedig ter plaatse.
Ook de opperwachtmeester der marchaussée kwam
Bpoedig met politiehulp op het terrein.
De Vaalser brandweer had het vuur spoedig ge-
bluscht. Toen de brandweer uit Aken verscheen, be
hoefde zij geen dienst meer te doen.
Nadat het vuur was gebluscht, werden de beide vlie
gers uit het geheel vernielde toestel gehaald. Hun lij
ken waren grootendeels verkoold. Per auto zijn zij
yoorlocpig naar Vaals overgebracht.
Ook de militaire autorieien te Soesterberg en Den
Helder werden op de hoogte gesteld en deze hebben on
middellijk een vliegtuig en twee auto's naar Vaals ge-
■nden. Het terrein, waarop het vliegtuig is neerge
komen, is door de marechaussee, die weigerde inlich
tingen te geven, afgezet. De naam van het tweede
Slachtoffer is W. J. Nijhof, sergeant-vliegtuigmaker.
De aanvraag van een Frlesche onderne
ming door twee ondernemingen uit Hol
lands Noorderkwartier betwist.
.Een commissie uit Ged. Staten van Noordholland
Aeeft gisteren behandeld een aanvraag van W. Velt
man te Leeuwarden voor vergunning tot het in wer
king stellen van een autobusdienst Amsterdam-
Leeuwarden v.v. via Purmerend, Hoorn, Den Oever en
den afsluitdijk.
Bezwaar werd gemaakt door mr. De Groot, aange
zien de W.A.C.O. reeds een dergelijke aanvraag had
ingediend.
Namens een combinatie- van autobusondernemers
}n Noordhollands Noorderkwartier, vereenigd in een
N.Y., maakte Mr. Buiskool te Schagen, bezwaar,
aangezien volgens hem de lijn naar Leeuwarden be
schouwd moet worden als een voortzetting en een uit
breiding van de lijnen dezer N.V. Er moet nu niet
.weer een andere ondernemer tusschendoor gaan loo-
'pcn.
j De aanvraag van den heer Veltman werd verde
digd door den heer Kraak Steemann. Deze erkende
'de aanvraag van de W.A.C.O. niet en had op juridi
sche gronden bezwaar tegen de aanvraa~ van de N.V.
Noordhollands Noorderkwartier, aangezien deze N.V.
jvolgens hem niet bestond. In geen geval mag conces
sie aan de A.T.O. worden gegeven.
Na re- en dupliek deelde de oorzitter der commis
sie, mr. H. Brach, mede, dat Ged. Staten hun beslis-
ising nader bekend zullen maken.
v. d
Twee kleuters onder een houtstapel geraakt.
Een hunner gedood, de ander zwaar ge
wond.
Gistermiddag had op den Achterweg te Arnhem een
fernstig ongeval plaats. Een tweetal kinderen was op
'ten hoop balken en planken aan het spelen, toen piot-
teling een gedeelte der balken aan het rollen ging. Een
Vijfjarig jongetje werd dood onder een der balken van-
Kan gehaald, terwijl het tweede kind, een driejarig
sisje, ernstig werd gewond. Zij is naar het ziekenhuis
ergebracht
Nader vernamen wij nog dat het slachtoffer is de vijf-
Jarige Godefriedus van Lïerop, wonende in de Rijnwijk.
Het meisje, de drie-jarige Catharina van Mlerle is
ar het kinderziekenhuis overgebracht. Zij had o.a. een
nstige hoofdwonde. Haar toestand is redelijk wel.
Omtrent het ongeval zelf vernemen wij nog, dat de
enaar van de woningen aan den Achterweg al se-
fdert eenige maanden een stapel hout aan dezen weg
r jhad staan. De houtstapel werd bij voorkeur do© rde kin-
- 'deren als speelplaats gebruikt. Zoo ook hedenmiddag,
yjji inet het noodlottig gevolg. Het jongetje heeft een balk
op den nek gekregen en was op slag dood. Het gebeur-
j de verwekte groote verslagenheid in de volkrijke buurt.
Op zijn verjaardag verdronken.
f Gisteravond heeft, te Alphei, a. d. Rijn een tragisch
^hgeval plaats gehad. De 19-ja.rige W. Blijbag uit
<- Zaandam, die bij familie alhier logeerde en juist zijn
verjaardag vierde, ging met twee neven in den Ou
den Lijn zwemmen. Toen Blijbag, die het eerst te wa-
r ter ging, zich in het midden van den Ouden R:mi be-
I vond, riep hij plotseling om hulp om onmiddellijk
daarna in de diepte t~ verdwijnen. Zijn neven spron-
gen hem na, doch slaagden er niet in hem te redde
v, pol!,ie' (,.ie onmiddellijk ter plaatse was, mocht
f 20.rninuten gelukken het lijk „van den jongen
met den dreg op te halen,
Van moerd, zelfmoord en bigamie.
Drama in een hotel-kamer.
In een van de groote hotels van het Londensche
Westend lieten zich aan het eind van de vorige
week een heer en een dame inschrijven als kapitein
J. F Blockley, oud 30 jaar, en zijn vrouw Helen
Blockley, 27 jaar. Zij hadden heel wat bagage bij
zich en het hotelpersoneel had al gauw vernomen,
dat het een pasgetrouwd echtpaar was, dat dezer
dagen naar Indiö zou vertrekken. Klaarblijkelijk
was daar het garnizoen van den kapitein.
Toen echter Vrijdag een der kamermeisjes op haar
herhaald kloppen aan de deur van do kamer van
het echtpaar steeds maar geen antwoord kreeg en
men tot de ontdekking kwam, dat de deur op slot
was, kreeg men achterdocht. Met een looper werd
de deur geopend en toen bleek, dat de achterdocht
maar al te zeer gegrond was geweest. Op den grond
lag het lichaam van den kapitein, gekleed in pyama.
Hij was dood. Op het bed lag de vrouw, ook reeds
overleden. Een leger-revolver lag niet ver van het
lijk van den man.
Een dokter, die onmiddellijk te hulp geroepen was,
constateerde, dat de dood al eenige uren tevoren
moest zijn ingetreden. De vrouw had een kogelwon-
de in het hoofd, terwijl de man zich door den mond
geschoten had. Drie brieven vond men, waarvan er
een gericht was aan den directeur van het hotel,
en verontschuldigingen bevatte voor de eventueele
overlast, die deze moord en zelfmoord hem zou be
rokkenen.
Bij het politieonderzoek bleek de doode man in
derdaad kapitein Blockley te zijn, de vrouw was
Helen Diamond. Kapitein Blockley was twee jaar ge
leden uit lndië met zijn gezin in Engeland geko
men, waar hij te Glasgow een militaire cursus volg
de. Hier had hij Ilelen Diamond leeren kennen. Iiij
had zijn vrouw verlaten cn was met het meisje, dat
hij eerst geruimen tijd in een sanatorium had laten
verplegen, getrouwd, echter zonder van zijn eerste
vrouw te scheiden. Deze daad van bigamie was tot
dusver verborgen gebleven.
Kapitein Blockley had een merkwaardige loop
baan achter den rug. Officieel staat hij geboekt als
te zijn geboren in 1893. Echter staat het ook vast,
dat hij gevochten heeft in den oorlog tegen de Boe
ren, welke in 1899 begon. Ook heeft hij aan den groo-
ten oorlog deelgenomen. Om als vrijwilliger dienst
te kunnen nemen, wist hij zich valsche papieren tc
verschaffen, waarop zijn leeftijd in stede van als
35 als 22 werd opgegeven.
Prof. P. JENSEN.
Afrika, dat, is het werelddeel, dat op de landkaart
van onze jeugd nog tallooze witte plekken vertoonde,
witte plekken, die on-ontdekt gebied golden. Nu is
Afrika bezig afzetgebied te worden voor Europa cn
zijn industrie. Toch zou het onjuist zijn in Afrika
slechts het offer van de alles veroverende machine
te zien. Juist daar is het continubedrijf bij uitnemend
heid, de mijnindustrie, reeds eeuwen bekend. Ontzet
tend groot is het aantal der gemakkelijk gelegen en
zorgvuldig opgebouwde mijnen in de goud-, koper
en tinaistricten van Zuid-Afrika. Naar het Noorden
toe heeft de voor-historische mijnwerker tot Kan
tanga, dat op dezelldc hoogte ligt als het Noordelijke
gedeelte van het Xvassa-meer, in het Zuiden tot aan
Pretoria, het gebied geologisch gekend cn beheerscht
en daarbij een verbluffend opsporingsvermogen aan
den dag gelegd. Biina alle tegenwoordige mijnen be
rusten op de een of andere wijze op voorhistorischen,
baanbrekenden arbeid.
Het is interessant, dat men in vele
van deze oude, een reusachtig ge
bied doorsnijdende mijngangen
naast de steenen hamers zonder
greep, zeer harde stalen beitels heeft
gevonden. Deze bestaan uit bundels-
gewijze tezamen gesmeede stalen
banden, die gehard werden door ze
in koud ter te dompelen. Het is
dus stc-al, dat uit afkoeling ontstaan
is, -ooals wij dat ook uit het oude
lndië kennen. Men behoeft slechts
aan de technische prestaties van de
oude Egyptenaren en de Karthage-
nen te denken, om vast te stellen,
dat in Afrika de techniek reeds in
hoogen bloei verkeerde, toen Euro
pa nog slechts door zwervende hor
den bewoond was. Wij beleven
thans enkel slechts de ommekeer,
dat Afrika uit zijn duizendjarigen
technischen slaap door Europa ge
wekt wordt.
De uitvoer van ijzererts komt voor
Afrika nauwelijks in aanmerking,
want het vervoer dat eerst over
land en daarna per zeeschip zou
moeten plaats vinden, zou veel te
te veel kosten. Slechts door een
ijzerindustrie in Afrika zelf zouden
de ijzerertsen benut kunnen worden.
Daartoe werd in 1928 de Engelsche South Africah
Iron and Steel Industrial Corp. Ltd. gesticht, die als
basis voor de uitbreiding van de Zuid-Afrikaanschc
hoogovenindustrie het door het hoogovenbedrijf „De
Goede Hoop" te Oberhausen uitgebrachte „German
Report" aannam.
Deze maatschappij bezit ijzerertslagen bij Pretoria
met 45 ijzergehalte en een tweede bij Vliegpoort
met 68 ijzergehalte. Men mengt deze ertsen zoo,
dat een ton ruw ijzer op ongeveer 30 Sh. komt. Dat
is zeer weinig, als men in aanmerking neemt dat
het over Antwerpen aangevoerde ruwe ijzer per ton
komt op 127 Sh. loco Zuid-Afrika.' Er wordt gewerkt
met een soort cokes, die uit Transvaalsche kolen, ge
mengd met 25 kolen uit Natal, gestookt wordt. De
inrichting omvat 57 cokesovens, die eiken dag 450
ton cokes kunnen produceeren, één hoogoven met een
dag-productie van 500 ton ruw ijzer, twee 100-tons
Als tegenpool tot het Engelsche industrie-complex
moet men het Fransche koloniale gebied in het
Noorden en Westen van Afrika beschouwen. Frank-
Tijk is hier eerst begonnen met industrialiseeren, na
dat Engeland het over de gcheele wereld zijn kolo
niën had weggekaapt. Des te verwonderlijker is het,
wat het sedert de in bezit name van Algiers in het
jaar 1830 daar tot stand heeft weten te brengen. Het
opbloeien van Algiers hield gelijken tred met de
ontwikkeling van zijn landbouw. Een groote toekomst
hebben de groenten-, fruit- en tabaks-cultures, ter
wijl de mijnindustrie, ondanks de aanwezigheid van
ijzer, phosphor en zink nog geen beteekenende rol
speelt.
In Tunis vinden we dergelijke verhoudingen. Ook
Marokko heeft een vruchtbaren bodem en voldoende
bewateringsmogelijkheden. Daarbij zijn zijn bodem
schatten zoo beduidend, dat Frankrijk naast de uit
gesproken agrarische koloniën Algiers en Tunis be
zig is van Marokko een mijnbouwindustrie-kolonie
te maken. Het steekt bijna ongelegitimeerde kapita
len in zijn koloniaal bezit. De economische bloei is
er dan ook buitengewoon groot en blijkt reeds uit het
havenverker van Algiers en Oran, voor welks uitbrei
ding milliarden francs werden uitgegeven. De bevol
king van Algiers steeg vanaf 1900 tot thans van
40.000 tot 250.000, die van Oran van 25000 tot 175000.
De ijzerertsvoorraden van Algiers worden op 100
Zoo ziet Afrika's industrie er tegenwoordig nog nit.
En straks?
SiemonsMartin-ovens, een 400-tons mengmachine cn
twee pletbancn. Rails, drempels, bouwijzer, sjaafijzcr,
getrokken draad en kleine ijzeren vormen staan op
het programma. Men heeft, er bij den aanleg reke
ning mede gehouden dat de werkplaatsen voor een
tweetal zoo groote productie dienstbaar gemaakt kun
nen woiden. Op het oogenblik is ongeveer een dorde
gedeelte van de Zuid-Afrikaansche ijzer- en staalbc-
hoefte gedekt.
De kosten van den aanleg waren betrekkelijk hoog,
nl., 65 millioen gulden. Des ondanks rekent men op
een goede rentabiliteit, dank zij de geringe onkos
ten en de reusachtige vrachtvoorsprong op de Eu
ropeesefee leveranciers. Enkele gedeelten voor den
opbouw van het bedrijf konden reeds in het land zelf
worden gemaakt. Het overige werd door Engel and
en Duitschland geleverd, waar ook de later in dienst
te nemen ingenieurs hun opleiding genieten.
Aan den band ZGnder einde in het zwarte wereld
deel. Kikuyu-meisjes bij het vlasdrogen.
millioen ton geschat met een ijzergehalte van 52 mil
lioen ton. De winning is voortdurend gestegen. Zij
bedroeg in 1913 1.3 millioen ton, in 1930 reeds 2.2
millioen ton, die bij het ontbreken van een hoogoven-
bedrijf geheed werden uitgevoerd. Tunis bezit vol
gens nauwkeurige schattingen 90 millioen ton ijzer
erts mei een ijzergehalte van 46 millioen. De delving
is sedert 190S begonnen. In 1930 bedroeg de -op
brengst over een jaar 600.000 ton. In 1927 was dit cij
fer 915.000 ton, om in 1930 tot 828000 ton te dalen.
Van zeer groot belang is de aanwezigheid van Man
gaan in Ghardimaon.
De ertshoeveelheid in Marokko wordt geschat op
30 millioen ton met een ijzergehalte van 19 millioen
ton. Het erts is bijna geheel vrij van phosphor en
slaat wat zijn kwaliteit betreft bijna gelijk met het
Zweedsche Dannomora-erts. 60 van den ertsuit-
voer gaat naar Duitschland.
Duidelijk teekenen zich reeds
thans de gebieden van Afrika af,
waar de toekomstige „zwaar-indu-
strie" zal ontstaan. Zij liggen in de
punt van het werelddeel, waar het
wereldverkeer om heen gaat. Van
daaruit zal stralenvornnng de indu-
strialiseering en techniseering van
het zwarte werelddeel plaats vin
den. De behoefte aan industriepro
ducten zal enorm zijn, zoodat het
waarschijnlijk nog heel wat tiental
len jaren zal duren, voordat de
Afrikaansche industrie de behoefte
zal kunnen bevredigen. Steeds weer
en in stijgende mate zal de aan
voer van afgewerkte producten of
van nieuwe «machine-installatie*
uit Europa noodig zijn. Want in de
tropen wordt meer verbruikt dan
in Europa. Dit heeft velerlei oorza
ken. Hetgeen door de klimaat niet
wordt aangetast, wordt spoediger
door den nog niet volledig ge-
school den arbeider versleten. Bovendien ontbreekt
het aan wetenschappelijke leiding en een pers, die
met haar dagbladen ons Europeanen geleerd heeft
de voortbrengselen der techniek te benutten.
Dit alles doet de bewering van Spengler, den
auteur van het bekende boek: „De ondergang van
het avondland", van het verraad aan de techniek
naar het rijk der theorie verwijzen. Bovendien is met
opzet in het begin van dit artikel betoogd, dat Afri
ka technisch geen „nieuw land", maar omgekeerd
het stamland van een oeroude mijnbouw en staalin
dustrie is. Langs lange omwegen keert de techniek
in het land terug, dat zoowel om zijn voortreffelijk
klimaat als ook wegens het daar oplosbare pro
bleem, van de benutting der zonenergie nog groote
menschenmassa's tot immigratie en nederzetting
zal bewegen.
In den oorlog schijnt hij goed werk verricht te
hebben, daar hij al spoedig bevorderd werd. Toen de
vrede kwam, was hij een van de weinig „tijdelijke"
officieren, die in vverkelijken dienst mochten over<
gaan. Hij werd geplaatst bij het leger in lndië.
Zijn kameraden wisten wel. dat hij veel ouder
moest zijn, dan hij opgaf te zijn, inaar nooit is er of
ficieel een onderzoek naar ingesteld. Zijn houding en
staat van dienst bewaarden hem daarvoor. Over het
algemeen werd zijn leeftijd geschat op 50 jaar.
HET GOUD VAN DE EGYPT VRIJGEGEVEN.
Maajadag is bevolen het goud van de „Egypt", dat,
zooals elders in dit nummer wordt gemeld, in de
haven van Plymouth in beslag was genomen, weer
vrij te geven. Het edelmetaal was aan boord van
een Italiaansch bergingsschip naar Plymouth ge
bracht. Onder de oogen van duizenden belangstel
lenden werden de staven uitgeladen en per specia-
len trein naar Londen getransporteerd.
CHOLERA TE TOKIO.
V.D. verneemt uit Tokio:
Officieus wordt gemeld, dat de geruchten volgens
welke te Tokio cholera „om gaat", bevestigd wor-;
den. Tot nu toe zijn reeds zes ziektegevallen gerap
porteerd.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Gisteravond omstreeks kwart voor zeven werd de
19-jarige C. Stokbroek. toen hij den Rijksweg Weert*-
Nedervveert wilde oversteken, door een luxe auto ge
grepen en overreden. De jonge man was bijna op
slag dood.
VAN TWEE KAFFERS EN EEN LEEUW.
V.D. verneemt uit Kaapstad:
In den Dierentuin tc Kaapstad heeft een bewa
ker gisteren een door leeuwen verscheurden jon
gen kaffer gevonden. Het is nog onzeker op welke
wijze de jonge man in de kooi, is terecht gekomen,
doch vermoed wordt, dat hij de kooi is ingejaagd na
een twist met een anderen kaffer.
MEISJE AANGEREDEN EN GEDOOD.
Gisteravond omstreeks 8 uur is het S-jarig meisje
Cornelia Blok uit ue Josephlaan, in Mathenesserlaan
te Rotterdam, toen zij plotseling den rijweg overstak,
door een personenauto overreden. In bewusteloozen
toestand werd zij naar het ziekenhuis aan den Cool<
singel gebracht, waar een schedelbreuk geconsta
teerd werd. Eenigen tijd later is zij aldaar overleden.
De politie stelt een onderzoek in. Den bestuurder van
den auto treft waarschijnlijk geen schuld.
Nachtelijke botsingen tusschen Engelsche
en Fransche visschers. Engelsch offensief
voorbereid.
Naar uit Hastings, het Engelsche visschersplaatsje
aan de Msb. wordt gemeld, wordt sinds maanden aan
de Engelsche kust ïn het gebied de Rye baai een
kleine oorlog gevoerd die van dag tot dag en van nacht
tot nacht verbitterder wordt. Een oorlog, die aanvan
kelijk „particulier" was, doch thans zelfs een min of
meer officieel karakter krijgt.
Het is de visschersoorlog FrankrijkEngeland, want
zoo wordt hij bereids in Engeland en ook aan de Fran
sche zeekust genoemd.
Sinds maanden speelt zich des nachts het volgende
af: Bij het invallen van de duisternis duiken complete
flotiles Fransche vischersbooten op in de Engelsche
driemijls-zöne en laten daar haar groote sleepnetten in
zee dalen. Op dié manier worden den Engelschen vis
sohers niet alleen haringscholen en andere zeevisschen
voor den neus weggevangen,doch hun eigen grondnetten
worden hierdoor vernield en zooals bekend, vormt het
net het vermogen van den visscher.
Daar de Fransche schepen aanvankelijk met gedoof
de lichten kwamen, was het moeilijk ze te ontdekken.
Eerst toen een Fransch piratenschip met een Engelsch
in botsing kwam ontbrandde er een ware guerilla-oor-
log in volle zee. De Franschen konden zich echter te
rugtrekken terwijl de zwaar beschadigde trawler aan
zijn eigen redding denken moest.
Met deze ontdekking hield echter de invasie der
Franschen in de zeer vischrijke Reybaai niet op. Inte
gendeel. nu kwamen zij nog talrijker om beter tegen
het verzet der Engelschen opgewassen te zijn.
Volgens verklaringen van het Engelsche bureau van
toezicht op de visscherij, zijn den laatsten tijd op één
Engelsch schip drie Franschen omgekomen
De Engelsche visscherij beschermingskruiser „Godetia"
werd voor buitengewone doeleinden in de Rye-baai ge-
stationneerd. Dit had geen resultaat. lederen nacht kwa
men de Franschen, vernielden thans opzettelijk de En
gelsche netten, voerden, wanneer zij twee Engelsche
stoomtrawlers met een sleepnet zagen, met gedoofde
lichten tusschen hen door en vernielden aldus het kost
bare sleepnet. Zij vielen Engelsche booten aan, wanneer
de bemanning juist de netten inhaalde.
De „Godetia" was onmachtig, ja zelfs konden de
Engelsche visschers zich niet meer verdedigen, wijl de
Fransche booten gecamoufleerd werden. De tuigage en
vorm der booten werd zooveel mogelijk naar het typische
Engelsche trawlermodel nagemaakt, zoodat zij, zelfs
wanneer ze gezien werden, niet konden worden aange
houden.
Thans willen de Engelschen tot een groot offensief
overgaan. Er zijn nog twee kruisers naar de Rye-baai
gedirigeerd, waarop geen matrozen der Royal Navy,
doch Engelsche visschers uit de omgeving v. Hastings
dienst doen, wijl zij beter met de methodes der Fran
sche visschers-piraten bekend zijn. Zij hebben zich vrij
willig ter beschikking gesteld en dat bewijst beter dan
wat ook, de groote verbittering, die onder de Engelsche
visschers heerscht, wien door de Fransche booten hun
bestaan en hun brood ontnomen is.
POLITIE SCHAGEN:
Verloren: een groen taschje.
ZELFS IN DEZE TIJDEN EEN GOEDE
ILLUSTRATIE ONDER IEDERS BEREIK.
Hebt U al eens kennis gemaakt met het GEÏLLU
STREERD ZONDAGSBLAD Het is voor onze abocfl^'*
tegen den gereduceerden prijs van;
73 cent per drie maanden
verkrijgbaar. Wij raden U aan om van deze gelegenheid
tot bezuiniging gebruik te maken, daar het blad werke
lijk zeer mooi is. Zij. die zich per 1 Juli als abonné laten
inschrijven, krijgen de Juni-nummers gratis, waarin een
spannend vervolgverhaal en een foto-wedstrijd begint,
alsmede een boeiend boekwerk, getiteld:
„Wolven der Zee".
NAAM:
STRAAT:
PLAATS:
abonneert zich per 1 Juli op het ZONDAGSBLAD en
verzoekt gratis toezending van de Juni-nummers en
het boekwerk: „Wolven der Zee." (Kan in open enve-
lo p met cents postzegel toegezonden worden aan
ona bureau.).