Raad Anna Paulowna. De ultkeerlngen door het Burger lijk Armbestuur. De geruchten over de liquidatie van de Bloem bollenveiling svereeniglng. Vergadering van den Raad op Woensdag 27 Juli 1932 des middags 3 uur. Voorzitt er de heer G. J. Lovink, burgemeester, secretaris de heer C. Keijzer. Afwezig is de heer Komen, die een poosje later ter vergadering komt. De V oorzitter opent de vergadering, waarna de notulen door den Secretaris worden gelezen, ze wor den onder dankzegging goedgekeurd. Naar aanleiding van de notulen merkt, de heer Dekker op, dat hij een opmerking had gemaakt over de voorgenomen verlaging van uitkeering door het Burgerlijk Armbestuur en toen de Voorzitter had gezegd dat we daaromtrent wel gerust konden zijn. Het is nu aan spr. gebleken, dat verschillende uit- keeringen zijn verlaagd en in het rayon van den heer Van Stipriaan zelfs met een derde. Als dat nu ge ruststellend moet zijn, gaat het naar spr.'s oordeel toch wel wat ver, want de omstandigheden van dien persoon zijn niet veranderd. De Voorzitter zegt nog van oordeel te zijn, dat we deze zaken gerust aan het Burgerlijk Armbestuur over kunnen laten, over het speciale geval, dat de heer Dekker op T oog heeft, zullen we wel eens spre ken. Voor de mededeelingen verwijzen we naar ons nummer van Dinsdag j.1. Wat de ingekomen rekening en begrooting van de Gezondheidscommissie betreft, vraagt de heer Smit of de Gezondheidscommissie reeds is aangeschreven over de kwesties door den heer Raven en spr. naar voren gebracht. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. met die ge vallen bezig zijn. Voor kennisgeving wordt aangenomen het verzoek van de gemeente Jisp om adhaesie te betuigen aan het verzoek aan Ged. Staten om steun voor verschil lende bedrijven en verlaging der tarieven van het P.W.N. en P.E.N. Van Ged. Staten was een schrijven ingekomen over de rentebetaling van de voorschotten aan tuinbouw- en akkeibouwbedrijven verstrekt. Indien noodig wil de provincie de rente van de tuindersvoorschotten over 1932 voor rekening van de provinciale kas ne men, mits de gemeente 30 van die rente voor haar rekening neemt. Door de akkerbouwers dient de ren te over 1932 betaald te worden en voor geregelde af- jossing te worden gezorgd. B. en w. zullen.zich met deze kwestie bezig houden. Van het gemeentebestuur van Alkmaar kwam be richt in dat het verschil van tarieven voor de verple ging in het Centraal ziekenhuis thans is opgeheven. De heer Keuris merkt op, dat nu nog alleen dit verschil bestaat, dat bijdragende gemeenten het eerst recht hebben op barakverpleging. De Voorzitter zegt dat deze gemeente daarvoor toch op Den Helder is aangewezen. De aankoop van den boezem van Wierin- gerwaard. De Voorzitter doet mededeeling van de correspon dentie van den Anna Paulownapolder over even- tuecler. aankoop door de gemeente van de afgesloten «boezem van Wieringerwaard. De boezem is groot #50.30 H.A., de naastgelegen kade 5.90.40 H.A., teza men dus 29.40.70 H.A. en Dijkgraaf en Heemraden «ijn bereid om aan Hoofdingelanden voor te stellen voor den verkoop een prijs van f20.000 te bedingen. De Voorzitter zegt aan den Secretaris gevraagd te hebben of we hier niet te doen hadden met een type fout, of er soms 1 of 2 nullen te veel stonden, maar inderdaad was het bedrag f20.000. B. en W. hebben terug geschreven dat die koopsom van dien aard was, dat afgezien werd van verdere pogingen om het eigendom van dat terrein te verkrijgen. Spr. wijst op de polderlasten ad f28.—, als de gemeente eige nares wordt en zegt dat hij in'dat aanbod één licht punt heeft ontdekt, n.1. c.*t dijkgraaf en heemraden, waarvan vooral de heemraden toch allen landbou wers zijn, toch optimistisch blijken te zijn en blijk- Jbaar niet naar de lage prijzen heen willen. Dat heeft spr. aangenaam getroffen in dit aanbod. De heer Kuiken zegt, dat het hier ging om werk verschaffing en vraagt zich af of de polder het ter rein niet in orde zou kunnen laten brengen en dat de gemeente daarbij helpt. De heer Dekker oordeelt dat op dit aanbod niet is in te gaan. Als het terrein voor niets of bijna voor Jniets was aangeboden, zou het een mooi werkobject zijn geweest en zou het de gemeente toch nog heel [wat hebben gekost. Spr. verwonderd er zich over, dat (het terrein, nu het nog niet in orde is, al zooveel (waard is. De heer Stammes zegt dat nog niet gebleken is, jdat het dit bedrag waard is, het wordt gevraagd. En j'e hebt er maar één voor noodig die het geven wil. De Voorzitter tot den heer Stammes: Doet u dan den polder den dienst dien persoon aan te bren gen. De heer Van Nuland verkrijgt op zijn verzoek ver laging van zijn schoolgeldaanslag. De rekening over 1931. Aangeboden worden de verschillende rekeningen over 1931, met de volgende cijfers: Gemeenterekening: A. Gewone dienst: inkomsten f270948.88, uitgaven f240128.11, batig saldo f30820.77. B. Kapitaaldienst: inkomsten f447393.35, uitgaven f490877.28, nadeelig saldo f43383.93. Gemeentelijk Grondbedrijf: Afdeeling I (baten en lasten): Baten f2547.91, lasten f4311.05, nadeelig saldo f 1763.14. Afd. II: (kap. inkomsten en uitgaven): Kap. in komsten f 60013.83, kap. uitgaven f 55693.47, batig sal do f4320.36. Burgerlijk Armbestuur: Ontvangsten f23031.93, uit gaven f23031.93. Subsidie gemeente f 18398.96. Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf: Afdeeling I (ba ten en lasten): Baten f64578.82y2, lasten f63366.83y2, batig saldo f 1211.99. Afdeeling II (kap. inkomsten en uitgaven): Kap. inkomsten f8974.34, kap. uitgaven f 29802.85Vjj, na deelig saldo f 20828.51^4- Tot leden van de commissie van onderzoek dezer rekeningen worden aangewezen de heeren Van der Berg, Smit, Stammes en Dekker. De heer Smit weet niet of hij voor die taak bere kend is. De Voorzitter meent dat de heer Smit dat dan maar moet leeren. Hoe wil hij anders over den fi- nantieelen toestand van de gemeente kunnen oordee- len. De heer Smit vraagt zich af of het niet beter is een accountant te nemen, want als spr. prutswerk ervan maakt,, daar heeft spr. niet veel zin in. De Voorzitter gelooft dat de heer Smit wel de ge schiktheid heeft om een oordeel te vellen. De aangewezenen nemen de benoeming aan. De winkelsluitingswet. Volgt het voorstel tot gewijzigde vaststelling van de verordening als bedoeld in art. 9, lid 1, der Winkel sluitingswet 1930, in verband met een daaromtrent ontvangen brief van den Minister van Economische 7aken èn Arbeid. Uit 't schrijven van den Minister blijkt, dat behalve dat de winkels op de kermis-Zondagen van 12 uur tot 's nachts 12 uur geopend mogen zijn, op dagen van sportfeesten, harddraverijen en concoursen de zaken waarin vooral brood, koek, banket, suikerwerken, chocolade, fruit en tabaksartikelen worden verkocht des Zondags van 12 uur tot 8 uur des namiddags ge opend mogen zijn, evenwel tot een maximum voor de geheele gemeente van zes Zondagen, voorts voor de zelfde zaken, doch ook voor bloemenwinkels, op z.g. bollen-Zondagen te Breezand. ook maximum 6 Zon dagen, van 12 uur tot 8 uur des namiddags. De hierboven vermelde vergunning geldt dus niet voor slagerswinkels, enz. De heer Smit wijst op het feit. dat de monschen b.v. de coöperatie, niet van de ontheffing zullen pro- fiteeren, omdat er nooit en feest te Van Ewijcksluis wordt gehouden. De heer Stammes: Houden jullie dan voor die menschen maar een feest. De heeren Van den Berg en Dekker wijzen op de ongelijkheid wat het bezorgen van melk betreft. De Voorzitter deelt mede, dat de melkwinkels melk die besteld is, mogen doen bezorgen. Spr. zegt dat die menschen dan maar eens moeten toonen dat die melk inderdaad besteld is. De heer Keuris vreest het ergste, als het dien kant uit moet. er zullen mazen genoeg zijn. De heer Smit zegt, gehoord te hebben dat de bar biers 's avonds om 8 uur moeten sluiten. De Voorzitter deelt mede. dat voor den verkoop van eau-de-cologne enz. de kapperswinkels gedu rende den zomertijd tot 9 uur geopend mogen zijn, de kapperszaken evenwel aan de hand van de ar beidswet tot 8 uur. Met'den Inspecteur van den Ar beid zal deze kwestie worden besproken. Medezegglng.schap in loonen en arbeids voorwaarden. B. en W. stellen voor. om in beginsel te besluiten tot het verleenen van een bijdrage aan den Anna Paulownapolder in de kosten van het nemen van een proef met het teren van het gedeelte N. Molenvaarts- weg van Zandvaart tot Ballastvaart en van het ge deelte Zwinweg vanaf Kruisweg tot voorbij de school. De Voorzitter zegt, dat B. en W. oordeelen, dat de kosten van deze proef nooit hoog kunnen zijn, maar dat zij het polderbestuur er op willen wijzen dat de gemeente door deze bijdrage geen enkele toezegging doet voor de toekomst. Zij willen de proef wel zien genomen, maar willen zich voor de toekomst niet binden, al was het alleen maar met het oog op de finantiën der gemeente. De heer Kuiken is groote voorstander van goede wegen en wijst op de goede wegen in Koegras, daar bij opmerkende dat het onderhoud van teerwegen goedkooper is. Maar dat het polderbestuur, dat zoo veel duizenden ontvangt, voor het nemen van deze proef een bijdrage van de gemeente vraagt, vindt spr. kleingeestig. De Voorzitter gelooft niet, dat de proef zal worden genomen op de wijze als te Koegras heeft plaats ge had. De heer Stammes: Iets meer! De heer Dekker is nipt. tegen het verleenen van een bijdrage, doch wil alleen de medewerking verlee nen als de gemeente medezeggingschap krijgt over de loonen en de arbeidsvoorwaarden en dat niet de polder de wetten in dat opzicht voorschrijft. De Voorzitter meent, dat dit voor lateren tijd is, want het betreft hier een klein stukje. De heer Dekker wil ook voor dit gedeelte dat prin cipe vastgelegd zien Als iemand bijdraagt, dient h!J ook medezeggingschap te hebben. De Voorzitter vreest, dat gezien do kas der ge meente. het toch wel niet gauw tot hot teren dier wegen zal komen. De heer Smit vraagt, of de weggedeelten ook onder profiel zullen worden gebracht en of er dus nog iets door de werkloozen is te verdienen. Het wordt 1500 meter f 1.60 per strekkende meter, dui de kosten zullpn totaal bedragen f2400. Spr vindt het ook jam mer als de gemeente niets te zeggen heeft over de loonen. De heer Kuiken zegt. dat voor het teren toch een knap loon wordt betaald, maar de hoer Dekker zegt, dat er gauw wat afgenomen kan worden. De heer Stammes gelooft ook wel dat de polder zal trachten zoo goedkoop mogelijk te werken. Ook de polder heeft rekening te houden met de inkomsten, het is geen philantropische instelling. De Voorzitter wil loonen en arbeidsvoorwaarden aan den polder overlaten. De heer Dekker wil dat ook, maar toch medezeg gingschap hebben. De heer Smit kan zich niet indenken dat het nog minder moet worden dan f 4 per dag. voor teren. De heer Dekker heeft het niet over het bedrag, maar wil medezeggingschap. De heer Keuris zegt, dat de heer Smit mag denken dat het loon niet minder zal worden en de heer Kui ken mag tevreden zijn over het uitbetaalde loon, maar zekerheid hebben we niet. Het voorstel-Dekker om de bijdrage te verleenen mits de gemeente medezeggingschap krijgt over de loonen en de arbeidsvoorwaarden, wordt aangeno men met 6 tegen 5 stemmen, voor stemden de heeren Dekker, Raven, Smit, Koorn, Van den Berg en Keuris. De huren van de woningen der bouw- vereeniging. Ingekomen is een adres van bewoners van wo ningen der bouwvereeniging om de huren met f 1. per week te verlagen. In het adres wordt gewezen op de daling der loo nen en gevraagd wordt het exploitatietekort dat bij verlaging van de huren zal ontstaan, voor rekening der gemeente te nemen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. het er mee eens zijn, dat de loonen minder rijn, maar het tekort voor rekening der gemeente te nemen, dat kan niet. En daar is ook geen aanleiding voor. B. en W. stellen voor een verzoek tot den Minister te richten, waarin wordt gevraagd de rentevergoeding te verlagen of de bijdrage in de exploitatie zoodanig te verhoogen, dat door de verlaging van de huren met f 1.— per week, het daardoor ontstane exploitatietekort niet voor re kening der gemeente komt. De heer Kuiken wil probeeren de huren met f2 verlaagd te krijgen. De Voorzitter ontraadt dit, laten we een verlaging van f 1 per week vragen en bij den minister op audiëntie gaan. De heer Dekker bepleit bezoek aan den Minister, want spr. vreest, dat de brief anders tot in lengte van dagen zal blijven liggen Spr is het ermee eens dat f 1 verlaging tekort is, maar voorloopig zou spr. niet verder willen gaan. Spr. herinnert aan de mede deeling van Minister Verschuur in de Kamer dat het levenspeil naar f 12 toe moet. De heer Smit acht het gewenscht in het schrijven in te lasschen dat de verlaging zal gelden in de ge vallen waar het noodig is. Want er zullen bewoners zijn die de huidige huur wel kunnen betalen. De heer Komen wil de kwestie echter zakelijk be schouwen. het zijn arbeiderswoningen en de verla ging dient dus voor alle woningen te worden ge vraagd. De heer Keuris zegt, dat het exploitatietekort ook een zakelijk iets is, en dat moet zoo laag mogelijk worden gehouden. De heer Smit wil de zwakston het eerst helpen. De heer Rezelman is het met den heer Komen eenS en vreest gevaar voor het vragen van uitzonderingen. De Voorzitter denkt, dat de Minister wel een op gave van de loonen zal vragen. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. Openbare aanbesteding of niet? Door den heer J. Paardekooper werd. verzocht om een voorschot ingevolge de bepalingen van de Land- arbeiderswet. De kosten van grond en woning worden geraamd op f 3400. maar de aanvrager kocht den grond reeds in Februari 1930 voor f 1250, zoodat een voorschot wordt gevraagd op f 2150. De Voorzitter merkt op, dat vorig maal is gespro ken over openbare aanbesteding van dergelijke wo ningen, maar is dat in dit geval wel noodig? De heer Koorn acht deze aanvrage wel in orde, en wil verder aan B. en W. overlaten of openbare aan besteding al dan niet gewenscht is. De heer Raven wijst erop. dat voorheen geklaagd is over te weinig toezicht en dat nadien het toezicht door den heer Dekker van Schagen is verkregen. Open bare aanbesteding acht spr. niet gewenscht, spr. vreest er juist knoeierij door. De heer Komen verklaart zich 1n 't algemeen wel voor openbare aanbesteding en wil dan liever één Hjn getrokken zien. De Voorzitter acht het gewenscht, elk geval op zich zelf te beschouwen en als blijkt dat er een aannemer knoeit, dan dient zoo iemand op de zwarte lijst ge plaatst te worden. De heer Smit zegt dat in dit geval de aanvrager in contact is met een solleden bouwer, spr. wil echter in 't algemeen spijkers met koppen slaan en beslissen of aanbesteding zal plaats vinden of dat het aan B. en W. overgelaten zal worden. De heer Dekker is tegen openbare aanbesteding, spr. acht het niet gewenscht voor den aanvrager van het voorschot en niet in het belang der gemeente. De heer Stammes wil leder geval op zich zelf be- oordeelen. Het resultaat is. dat de aanvrage wordt toegestaan en dat in dit geval geen openbare aanbesteding zal worden verlangd. Wijziging begrooting. Volgt wijziging van de begrooting 1932 in verband met daaromtrent door Ged. Staten gemaakte opmer kingen. De aan te brengen wijzigingen zijn in hoofdzaak van administratieven aard. Door B. en W. was de bijdrage van het rijk in de kosten der werkverschaffing op 40 pet. geraamd, van de provincie eveneens op 40 pet., Ged. Staten merken evenwel op, dat de provincie niet meer bijdraagt dan 10 rijk en provincie gezamenlijk niet meer dan 75 pet., zoodat de bijdrage 5 pet. te hoog ls geraamd. Met de voorgestelde wijzigingen gaat de raad accoord. D© geldleenlngen. B. en W. stellen voor om te besluiten tot het aan gaan van verschillende geldleeningen. De Voorzitter licht toe, dat de gemeente bij het Rijk een geldleenlng heeft loop.en van f 235.000, doch dat het rijk verlangt dat volgend jaar f 16000 daarvan wordt afgelost, n.1. 8 pet. der leening. zoodat de lee- ning in 12% jaar afgelost zou zijn. De leening is voor verschillende objecten noodig geweest, n.1. voor scholen touw.bloembollenveiling, terreinen grondbedrijf en uit breiding electrisch bedrijf en de looptijden daarvan zijn langor dan 12% jaar. Het is daarom beter zelf ■geldleeningen te sluiten, hoewel de rente hooger zal zijn dan bij het rijk, waar. de gemeente 5 pet. betaalt De heer Kuiken oordeelt dat het Rijk toch wel ge voelt dat die aflossing van 8 pet. niet mogelijk is. De Voorzitter zegt dat het rijk gewoon het bedrag van de uitkeering der forensenbelasting afhoudt. Wel heeft het rijk ons aardig geholpen, maar we willen er wel af. De heer Kuiken zegt, dat het voor sommige ge meenten mischien wel goed is zoo onder curateele te staan. De Voorzitter deelt dan verder mede, dat voor de R.K. school te Breezand nog een bedrag van f 39.000 noodig is, voor de Christelijke school te Breezand f 24971.56, tesamen f 63971.56, aan te gaan tegen hoog*- stens 6 pet. rente, af te lossen in 30 jaar; voor de bloembollenveiling f 30000, rente hoogstens 6 pet., af te lossen in 20 jaar; voor terreinen grond bedrijf f 122.000, rente hoogstens 6 pet, af te lossen in 40 jaar; voor uitbreidingen electrisch bedrijf f 22.809.04, rente hoogstens 6 pet, af te lossen in 30 jaar. Voor al deze leeningen het recht van vervroegde of gedeeltelijke aflossing te bedingen. De heer Kuiken vraagt of het geld niet tegen minder rente ls te verkrijgen, de geheele gemeente staat er toch voor. De heer Komen vraagt of rente en aflossing uit de gewone middelen betaald zullen kunnen worden. De Voorzitter zegt van de f 8000 voor bovenvermel de "leeningen wel, niet de f 16.000 die het rijk verlangt Overeenkomstig de voorstellen van B. en W. wordt besloten. De rondvraag. De heer Stammes vraagt wanneer de begrooting voor 1933 behandeld zal worden. De Voorzitter hoopt er spoedig mee te beginnen. Als de rekening Is vastgesteld, zal het spoedig kunnen ge beuren. denkelijk de volgende maand, want alles wat eenlgszins nagelaten kan worden, zal geschrapt wor den. Spr. noemt bijv. het onderhoud der scholen enz., alles ls goed onderhouden en wordt de tijd weer goed dan Is de achterstand weer spoedig ingehaald. En wordt de tijd niet goed, Ja, dan zal alles anders moeten De bedeeling door het Burgerlijk Arm bestuur. De heer Smit zegt dat hem als een brok in de keel is het besluit om de arme bedeelden te bekorten. Spr. heeft verschilende gevallen opgespoord en noemt 2 menschen met houten beenen die f 2 ls gekort, omdat ze een jongen hebben die f 12 verdient. Maar die jon gen moet toch gekleed worden en heeft zijn zak centje noodig. De twee menschen krijger f 8 per week, wat spr. veel te erg vindt. Spr. heeft toch ln de cou rant gelezen dat het levensonderhoud voor de ,armen slechts met 1 pet. is gedaald en met 4 pet. voor de ge goeden. Spr. noemt verder een vrouw in den Nieuwe- weg, die 2 kwartjes is gekort, een geval in den Veer- weg, waarbij van de f 16 er f 2 zijn afgegaan. Waar het vandaan komt, komt het vandaan, maar bij de be grooting wil spr. het in ieder geval bespreken. Kunnen we daar nu niets aan doen? Het is niet democratisch en spr. kan er zich dan ook niet bij neerleggen. Als spr. het geweten had, had hij het besluit willen laten vernietigen. De Voorzitter zegt dat de heer Smit dat niet kan. het is een zaak van het Armbestuur. Spr. vraagt of de menschen bij den heer Smit zijn gekomen of dat de heer Smit er op losgetrokken is. De heer Smit zegt dat hij naar de menschen is ge gaan .waarop de Voorzitter zegt: juist, als U dat niet gedaan had, misschien dat de menschen dan de geschie denis niet hadden verteld. Spr. merkt op dat 't eers+ge noemde geval betreft, twee ongelukkige menschen. die nooit te klagen hebben gehad. Een paar jaar geleden zijn ze in de gemeente gekomen, maar omdat ze in deze gemeente geboren en getogen zijn, zijn ze direct gehol pen. Dien jongen wilden zij bij zich houden tn dat heeft het Armbestuur goedgevonden, maar nu hij f 12 per week verdient, is het dan zoo erg dat het Armbestuur daar rekening mee houdt? U kan wel zeggen dat die jongen zakgeld noodig heeft, maar het Armbestuur heeft deze drie menschen steeds als één gezin beschouwd. Na tuurlijk houdt het Armbestuur rekening met die ont vangst van f 12. Als de jongen straks niet verdient, wordt er weer voor gezorgd. De heer Smit vraagt of de gemeente geen zegging schap heeft in het Armbestuur en wijst verder op den achterstand dien de menschen hebben. De Voorzitter ontkent dit. want gedurende den winter hadden ze f 2 per week meer. U behoeft die menschen niet na te gaan. de menschen zijn hier goed geborgen. De heer Smit zegt dat er meer gevallen zijn en dat er leden van het Armbestuur zijn. b.v. de heer Schenk, die de verlaging beroerd vinden. De Voorzitter zegt dat deze vermindering in geen ge val het gevolg is van de aanschrijving van Ged. Staten. De heer Smit vindt het niet democratisch van dezen gemeenteraad. De Voorzitter tot den heer Smit: Wat wil U dan? De heer Smit zou van bovenaf willen beginnen, niet altijd van onderaf. De Voorzitter zegt zich daar boven te verheffen en als de heer Smit zelf lid van het Armbestuur was, zou hij er wel anders over denken. Spr. ziet menschen op de kermis loopen, laat in den nacht, menschen die hij hier hoeft gehad en spr. gunt die menschen graag dat genoegen, maar het moet ook niet te erg wezen. Spr. kreeg Zaterdag ook iemand bij zich; die met tranen in zijn stem om hulp vroeg, maar 's avonds zat hij in de bioscoop en Maandag of Dinsdag in het cabaret bij Slik ker onder een glaasje bier. En dat nu vindt spr. net erg genoeg, al kan men wel zeggen, dat die menschen daar recht op hebben. Over het algemeen wordt er meer geleden door een klasse menschen, die daar boven staan Spr. geeft den heer Smit in overweging: loop de men- sohen niet af, weest geen opper-armmeester. De heer Smit zegt dat ook spr. gevallen kent, zooals de Voorzitter ze schildert, maar die kitst spr. af. Maar enfin, zegt spr., hoe staat het echter met de plaatsing van de menschen in 't Westerlicht"? Hoeveel plaatsen zijn er aangewezen en wat zijn de kosten? De Voorzitter vraagt in welke kwaliteit de heer Smit deze vraag stelt, want van de gemeente is geen enkele plaats aangewezen. De heer Smit: Hè! dan zijn we klaar. De Voorzitter: En toch zijn er menschen heen, ra-ra, hoe is dat! Dat zou U wel willen weten zeker? De heer Smit zegt dat dit niet hoeft als de gemeente ze er niet heenzendt De geruchten over de bloembollenvelllng. De heer Smit zegt verder, dat er ernstige praatjes gaan over de bloembollenveiling, die te wankelen zou staan. Als die geruchten op waarheid berusten, vraagt spr. of het noodig is dat de gemeente maatregelen neemt om binnen te komen. Men vertelt dat er Vrijdag verga dering is geweest, maar waarover ls ons niet bekend. De Voorzitter zegt dat er een heeleboel gesproken wordt, dat do veiling gaat liquideeren en meerdere din gen. Voor zoover spr. bekend, is dat niet zoo. Dat de toestand niet rooskleurig is weten we allemaal: De kosten van een bunder bloembollen zijn een paar dui zend guWten, en als men dan enkele hondorden guldens haalt, is het geen vette boel. De opbrengst is slecht en de prijzen zijn laag. Er is een vergadering geweest, het vellingbestuur heeft ook zijn zaken, maar men doet met elkaar zooveel mogelijk. Het krijgt de lastigste vragen op te lossen en meerderen zijn in handen van advokaten gesteld. Het plan bestaat nu om den heer Mr. Bulskool te vragen directeur te willen worden. De heer Smit zegt dat er 2 aanvragen om geld waren, en die geholpen zouden worden, doch dat dit nog niet is gebeurd. Komt dat misschien dan al omdat de zaak wrak staat? De Voorzitter zegt dat die kwestie er heelemaai bui ten staat, en die zaak ls nog niet afgehandeld, omdat de hoofdambtenaar van het departement tot 29 Juli met vacantie was. En wat de vraag betreft of de gemeente zal trachten binnen te komen, de gemeente heeft hypo theek op de veiling. De toestand is natuurlijk slecht, maar wat is tegenwoordig niet slecht? de menschen kunnen de aardappelen ook niet kwijt. De heer Smit hoopt, dat hij 't aan 't verkeerde eind heeft, maar spr. heeft er altijd een slechte kijk op ge had. De heer Stammes: Denk je dat wij er een beste kijk op hebben? De overdracht van het electrisch bedryf. De heer Smit heeft toevallig den heer Zondervan van het P.E.N. weer bij zich gehad, juist op 't moment dat spr. weg moest en toen heeft de heer Zondervan een brief voorgelezen van B. en W. of van den burgemeester zelf, en in dien brief soheen wel te staan dat de ge meente met dat onderzoek niet zoo'n haast had. Zoo ongeveer was het, spr. weet het niet zeker, want zooals gezegd, spr. moest weg. De Voorzitter zegt dat het goed is dat de heer Smit er bij zegt, het niet zeker te weten, want wij hebben nooit geschreven dat we geen haast hadden. Integen deel ls aan het P.E.N. gevraagd aan Dr. Verhoex alle opgaven te verschaffen, die hij voor zijn onderzoek noo dig had. De heer Smit wijst dan op den slechten tijd, hoe goedkooper we een en ander kunnen krijgen, hoe beter en als we den electrischen stroom goedkooper kunnen krijgen, laten we dan ook haast maken met de over dracht. Spr. zal den brief wel eens opvragen. De Voorzitter vindt dat wel goed. De heer Koorn heeft een quitantie van Iemand uit de Zijpe gezien, die over de maanden Februari en Maart 42 kilowatt had gebruikt, spr. over diezelfde twee maan den 1 kilowatt minder en tooh moest spr. f 5.08 meer betalen. De Voorzitter vraagt of de heer Koorn den heer Zon dervan ook bij heeft gehad, doch de hr. Koorn zegt den heer Zondervan niet eens te kennen. De Voorzitter raadt den heer Koorn aan de vergelijking eens over een geheel jaar te maken. Andere leden noemen weer gevallen, waarbij de ver schillen juist aan den anderen kant zijn te constateeren. Een persoonlijk feit. De heer Kuiken zegt dat het gerucht gaat dat spr. voor steun aan de bloembollen telers heeft gestemd, om dat hij zelf steun kreeg. Spr. vraagt den Voorzitter in 't openbaar te willen mededeelen of dit zoo ls. Den Voorzitter doet het veel plezier te kunnen mee- deelen dat de heer Kuiken niet om 6teun gevraagd heeft, en geen steun ontvangt. De heer Kuiken zegt dat het wel gemakkelijk is iemand de kroon van zijn hoofd te slaan, maar niet gemakkelijk die er weer op te plaatsen. Spr. heeft dit antwoord van den Voorzitter uitgelokt omdat een der raadsleden dit had gezogd, nog wel jong en onbedreven, maar mis schien is hij dan volgend maal voorzichtiger. Als spr. steun noodig had zou hij zioh van stemming hebben ont houden en er verder eerlijk voor uit komen. Er ls er niet een die spr. aan zijn jasje kan trekken. Spr. deelt dan mede dat de heer Dekker dat tot den heer Smit gezegd zou hebben. De heer Smit beaaimt het waarop de heer Dekker zegt dat de heer Smit dat liegt, en de Voorzitter aanmaant parlementair te blijven. De heer Smit zegt, dat hij na de stemming heeft op gemerkt: „nu stemt de heer Kuiken ook voor", en toen antwoordde de heer Dekker: „die heeft ook bloembol len." De Voorzitter denkt dat de heer Dekker met die op merking bedoeld zal hebben dat daarom de heer Kuiken er gezicht op had. De heer Kuiken is thans tevreden gesteld. Hierna volgt sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 7