Het Godsdienstig Leven in den Wieringermeerpolder. Het Pad langs de Klip Zaterdag 30 Juli 1932 SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9115 Een felle s t r ij d. Over eenige Jeugdherbergen in Duitschland. Het Classicaal Bestuur van Hoorn in het gelijk gesteld. Ds. riSCHER BENOEMD. Een felle strijd is ontbrand in de Xed. Hen'. Kerk naar aanleiding van het feit, dat door het Classicaal Bestuur van Hoorn voor een jaar is benoemd tot hulp prediker Ds. J. A. Fischer. Het Classicaal Bestuur, voornoemd, was daartoe gerechtigd, aangezien de nieuwe polder kerkelijk werd toegewezen aan de Classis Hoorn. Dat echter de benoeming des heeren Ds. Fischer niet tot ieders tevredenheid is blijke wel uit de mo tie, welke de Classicale vergadering van Leiden zond aan de Algemeeno Synode der Nederlandsch Her vormde Kerk en die als volgt luidde: De Classicale Vergadering van Leiden; Met droefenis en verontwaardiging kennis ge nomen hebbende van het feit, dat het Classicaal Bestuur van Hoorn, doende wat des Kerkeraads is, voor Slootdorp (Wicringermeer), zonder ge hoor te geven aan het adres van een groot aantal tijdelijke en vaste inwoners om den hulppredi ker, die reeds geruimen tijd de godsdienstige ver zorging op zich genomen had. tot predikant te be roepen, het aangedurfd heeft, om. overeenkomstig het verzoek van ternauwernood dertig personen, een predikant te beroepen, die slechts voor een kleine minderheid aannemelijk kan zijn, gevoelt zich verplicht tegen dit bedrijf ten ernstigste bij uwe hooge vergadering te protesteeren. Aldus luidde de motie. Zooals maar al te duidelijk blijkt is 't hier zuiver en alleen een richtingskwestie en gaat het er om, de godsdienstige belangen opgedragen te zien óf aan een vrijzinnig predikant (Classis Hoorn) óf aan een rechtszinnig predikant (Classicale vergadering Leiden). De leden der Algemeene Synode, die dezer dagen bijeen kwam, verschilden over de kwestie even eens van meening. Stellen sommige leden van het Synodale Bestuur de vraag of 't hier een richtingskwestie betreft, an dere weer verdedigen de handelwijze van het Classi caal Bestuur van Hoorn, dat. zoo verklaren zij, het noodig oordeelde, dat iemand met ervaring en be voegdheid om de sacramenten te bedienen als Herder hier zal arbeiden. Lang werd er in de Algemeene Synode over deze zaak gediscussieerd. Na verdaging der vergadering werden 2 moties ingediend, welke we gevoegelijk pro- en contra-moties kunnen noemen. De eerste motie (contra het Classicaal Bestuur van Hoorn) dienden de heeren Addink en baron Prisse in. De>-e motie had den volgenden inhoud; De algemeen synode der Nederlandsche Her vormde Kerk, bericht ontvangen hebbende van het classicaal bestuur van Hoorn betreffende de benoeming van den hulpprediker te Wieringer meerpolder, gelezen het protest der classicale vergadering van Leiden, waarin erop wordt gewezen, dat het classicaal bestuur van Hoorn, doende wat des kerkeraads is voor de nieuw gestichte gemeente Wieringermeerpolder, de belangen dezer ge meente niet genoegzaam zou hebben behartigd, daar het „overeenkomstig het verzoek van ter nauwernood dertig personen'" een predikant van elders tot hulpprediker aangesteld heeft, terwijl de meerderheid der belanghebbende bevolking had verzocht om de benoeming „van den hulp prediker, die reeds 'geruimen tijd tevoren de godsdienstige verzorging der inwoners op zich had genomen", en nog heeft, gehoord de gehouden bespreking over deze zaak, draagt het provinciaal kerkbestuur van Noord- Holland op aan deze aangelegenheid bijzondere aandacht te schenken. Daarnevens werd een motie ingediend door den heer Tammers, waarin deze het besluit van het Clas sicaal Bestuur van Hoorn verdedigde. Deze tweede (pro-) motie luidde als volgt: FEUILLETON. UIT HET ENGELSCH VAN J. S. FLETCHER. 1L Pike was. gelijk vele lieden van zyn slag. in sommige opzichten buitengewoon handig en intelligent. Boorde vol van opgeblazen eigenliefde en van zijn listig-overleg- de plannen, ontging hem de onverholen minachting en afkeer in de oogen van het meisje. En hij lachte, ver standig naar hij meende, maar in werkelijkheid verre gaand onnoozel. „Iedereen verlangt een tegenprestatie voor wat hij doet." verklaarde hij. ..En het zou ons aller voordeel zijn. juffrouw Letty; spreek dat eene woord en geen syllabe van wat ik u verteld heb, zal ooit over mijn lippen komen." ,.U moet mij gelegenheid geven na te denken." zei Letty na een korte stilte. „Laat u me nu alstublieft gaan ik wil naar huis." Pike stapte opzij, dadelijk: zijn ijdelheid was zoo sterk, dat hij stellig geloofde dat de dochter van zijn meester de zakelijke voordeelen van den koop die hij Aaar had voorgesteld, ernstig overwoog. Er was een glimp van triomf in zijn oogen, toen hij zijn hoed af nam. „Ik ben een man van mijn woord." klonk het zacht. „Dat eene woord juffrouw Letty en de zaak is zoo diep begraven, alsof zij op den bodem van de zee lag. Ik zal het onderwerp nooit weer aanroeren; zelfs niet tegen over u." Letty liep door zonder te antwoorden. Enkele minu ten later was zij thuis en ze ging rechtstreeks naar de telefoon. Zij had. toen ze van Pike was weggegaan, be sloten onmiddellijk te handelen. Zy was Iel verontwaar De Algemeene Synode der Nederlandsche Her vormde Kerk. overwegende, dat het Classicaal Be stuur van Hoorn hij de benoeming van ds. Fischer tot hulpprediker de grenzen zijner bevoegdheid niet heeft, overschreden: dat het ook op geen enkele wijze de kerkelijke reglementen heeft geschonden, acht verdere bespreking van deze zaak onge- wensebt. en gaat over tot de orde van den dag. De Algemeene Synode nam van heide moties ken nis en ze nam met*2 stemmen meerderheid f 10S) de motie-Tammers aan. De motie van de heeren Addink en baron Prisse werd verworpen. Zoo hoeft dus de Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk het besluit van de Classis Hoorn goedgekeurd en werd Ds. .1. A. Fischer voor een jaar tot hulppre diker in de Wicringermeer benoemd, met stand plaats Slootdorp. De mededeeling van het Classicaal Bestuur van Hoorn, dat de nieuwe gcmeenle „de Wieringermeer polder" was gesticht, werd door de Alg. Synode niet blijdschap vernomen. Wat allemaal niet. wegneemt, dat het betreurenswaardig blijft, dat ook reeds hier over strijd moet worden gevoerd. Zoo heeft het protesteeren van de Classicale Ver gadering te Leiden geen succes gehad. De vergadering was verontwaardigd over 't feit dat hef Classicaal Be stuur van Hoorn het heeft aangedurfd. Ds. J. A. Fi scher te benoemen. Het was echter niet een kwestie van durven, want hier was de benoeming recht streeks aan de Oasis Hoorn en lag het toch ook wel in de lijp der verwachtingen, dat zou worden be noemd een vrijzinnige voorganger. (Vereenvoudigde spelling). Wat een geweldige vooruitgang in zo weinige jaren. Voor enige jaren terug, als je op reis was en van de ene plaats naar de andere ging, moest je 's avonds een plek zoeken, waar je de tent kon opslaan. Op de meest primitieve en onherbergzame oorden stond je dan, soms van allerlei nuttige en nodige dingen ver stoken. Nu is voor de trekkers alles veel ten goede veran derd. Na een dag van zwerven, komt men 's avonds aan een jeugdherberg, die plaats biedt voor velen, en waar allen een thuis vinden. Veelal heerscht er een kameraadschappelike ge©3t. een geest van elkander ver dragen. Nieuwe reisplannen kunnen dan weer ontworpen wor den. Reisindrukken worden verteld. Bemoedigende woorden om een of andere mooie streek te bezoeken worden vernomen. Rustig zitten de nazi's naast kommunisten, de kris- teliken naast vrijdenkers. Hier bloeit een gemeen schapsleven op, dat van belang is. Men leert elkander waarderen, en komt tot de konklusie, dat dit de eerste schrede is, waarmee de jeugd en ook vele ouderen, de sektariese instelling voor een oogenblik loslaten, en hun levenshouding opgaat in een hoger gemeen- schappelik verband. Een verband wat toch eigenlik de basis is, waarop zuivere menselike verhoudingen zich verder kunnen ontwikkelen. Het is echter een verblijdend teken, dat de kiemen zich langzaam aan in de praktijk omzetten. Naast vele kleine, min of meer primitieve jeugd herbergen, zijn er ook ware model-inrichtingen, die alle gemakken bieden, die een modern ingericht huis kunnen bieden, al blijft alles dan ook strikt eenvoudig. We denken dan in de eerste plaats aan de jeugd herberg te Keulen. Deze herberg is in een lelike straat gelegen. Van buiten geeft het de indruk dat wij met een kazerne te doen hebben. Inderdaad heeft het ge bouw vroeger als zodanig dienst gedaan. Bij de intrede krijgen we direkt een prettige indruk. Mooie ruime opgang en de muren zün in verschillende kleuren afgewerkt. Een ruime eet-zitzaal biedt plaats digd dat Pike zelfs maar durfde veronderstellen, dat zij in staat zou zijn dergelijke hoogst-emstige dingen voor haar vader verborgen te houden en begeerde niets vu riger dan hem van alles op de hoogte te brengen, zoo dra ze hem bereiken kon. Zij wist, dat hij naar Hallith- waite was gegaan en nadat ze tevergeefs zijn kantoor in de stad en de beurs had opgebeld, vond ze hem ten slotte op de club. Uit den toon waarop hij haar ant woordde, concludeerde het meisje, dat hij in zijn gewoon- goed humeur moest zijn. „Hebt u meneer Getherfield nog gezien", vroeg zij. „Hij is op het oogenblik hier bij me op de club," luid de het antwoord. „Waarom wil je dat weten?" „Heeft hij u alles verteld wat hij gisteravond van mij heeft gehoord?" vroeg Letty verder. „Ik denk van wel." antwoordde Etherton laconiek. „Wat zou dat overigens?" „Bent u er niet boos om?" „Geen sprake van", klonk het opgewekt, „Maak je maar niet ongerust, hoor." „Luistert u eens even." zei Letty daarop, „ik zou erg graag willen dat u dadelijk thuiskwam, allebei." Het antwoord liet enkele seconden op zich wachten en toen Etherton weer sprak, was zijn toon lichtelijk verstoord. „Wij zouden juist gaan lunchen," protesteerde hij. „Neen," hield Letty ferm aan. ,.U moet heusch allebei thuis komen: Ik heb u dringend noodig." „Is er iets bijzonders?" vroeg Etherton. „Ja, komt u alstublieft dadelijk zoo gauw u kunt. Ik zal zorgen dat de lunch klaar is." Zij legde den hoorn neer vóór haar vader gelegen heid had meer te vragen en ging zich bezighouden met de toebereidselen voor de koffietafel. Ze had uitgere kend, dat haar vader en meneer Getherfield om half twee op de Hall zouden kunnen zijn. Letty was de laatste vier- en twintig uur gewoon geraakt aan verrassingen, maar niets had haar tot nu toe zóó in verbazing gebracht als de rustige, onbezorg de stemming, waarin haar vader 't huis betrad.Iemand die van niets wist. zou aan Lucas Etherton niet hebben gezegd, dat er in Litherdale een schokkend drama had plaatsgegrepen. Hij deed zijn dochter schertsende verwijten dat ze hem en haar peetvader van hun weelde rige lunch op de club beroofd had en dook daarop in den kelder om een merk rooden wijn te halen, waarvoor meneer Getherfield een bijzondere voorliefde had. Toen ze met hem alleen was, keek Letty den ouden aan een 200 personen. De zindelike tafels worden door de bezoekers zelf in goede orde gehouden. Hier en daar zijn in de zaal bakken met reinigingsgereed schappen opgehangen. Voor is de kantine, waar men van alles kan kopen. Daartegenover is de keuken gelegen, met moderne kookinstallatie. Aan 't eind van 't gebouw bevindt zich de leeszaal, voorzien van vele boeken. Keurig en harmonies ingericht, is dit een rus tige omgeving, waar gelegenheid tot ontspanning en ontwikkeling is. Boven bevinden zich de slaapzalen voor jongens en voor meisjes. De ledikanten zijn goed en zien er zinde lijk uit. Elke kamer bevat ongeveer 20 slaapplaatsen, terwijl er ook slaapzalen zijn voor meerderen. Die genen die er slapen, maken 's morgens zelf hun bed op. Ook is er een ruime waskamer, met douches en voet- bakken. terwijl voor de nacht closets boven bij de slaap zalen disponibel zijn. Voor daggebruik zijn deze en de urinoirs in een apart gebouwtje gelegen. De meisjes- en jongens-afdeeling is gesoheiden. Er heerst in deze herberg een prettige geest, die nog bevorderd wordt door een zeer sympathieke herbergvader. Langs welke lijnen men het leven in de jeugdher berg tracht te leiden, blijkt duidelik uit de spreuken die in de hal hangen, n.1.: „Hier is niets verboden wat zich zelf niet verbiedt", en „Hier is alles geoorloofd, wat anderen niet hindert". Een ieder zal de zuivere betekenis van deze twee spreuken direkt begrijpen. En we hebben bij ons zelf gedacht, dat deze verandering van de bestemming van het gebouw, van kazerne tot jeudherberg, de eerste schrede mag zijn, dat de in richtingen die eerst hebben gediend om de mensen voor onmenselik werk te bekwamen, nu in dienst ko men van menselijke ontwikkeling en opvoeding. Trekken we Zuidwaarts de Rijn langs, dan komen we tussen Bonn en Neuwied, voorbij het plaatsje Ober-Hammerstein. Evenals op vele plaatsen langs de Rijn, bevinden zich hier mooie bergen, waarop oude burchten, min of meer in verval zijnde, staan. In Ober-Hammerstein staat aan de voet van een berg een oud slot, dat geheel is gerestaureerd en voor jeugdherberg ingericht. Zelden zagen we een inrich ting, die in alle uithoeken en gaten zo zindelijk was. Heerlike oude vertrekken waren ingericht voor zit-, eet- en slaapzalen. Grote oude massieve deuren met hengsels van hand smeedwerk sluiten de ruimten af. Boven uit de torens heeft men een wonderlik schoon uitzicht op de zich tusschen de bergen doorslingerende Rijn, en de bergen van de naaste omgeving. In een van de zalen bevindt zich een muurtekening die een eend voorstelt en reeds 500 jaar oud is. Het geheel maakt en gezellige, een voudige indruk. En een moment dachten we dat de vroegere bewoners van dit oude slot. dat van een voorbije kuituur spreekt, wel niet hebben kunnen ver moeden welke bestemming er eens aan hun bezit ge geven zou worden. Voor vele trekkers zal er doojr deze omgeving, die van honderden jaren terug spreekt, ongetwijfeld een stille bekoring uitgaan, die een rustige poos vormt in 't rusteloze trekkersleven. Ook te Andernach staat een typiese jeugdherberg. Een oude ronde vestingtoren daterende van 1451 ir hiervoor ingericht. Onderin is de eet- en zitzaal inge richt. Door de verschillende nissen heeft men een uitzicht over het oude stadje. Een van de oudste ste den langs de Rijn. Terwijl boven bij de uitkijktoren men een prachtig panorama heeft van de Rijn en in de verte Neuwied. Boven in de toren zijn de diverse slaapzalen gelegen. Sympathieke herberg-moeder en -vader maken het verblijf tot een genot en vreugde. Van hieruit kan men ook allerlei uitstapjes onderne men naar de Laacher See enz. man onderzoekend aan. „Heeft u hem alles verteld?" vroeg ze. „Alles. Dat was het beste." „En wat zei hij?" „Niet veel; behalve dat hij het altijd wel gedaoht had. dat Pike een stil water met een diepen grond was. En verder is het precies zooals ik zei, kindlief: je vader gaat heelemaal op in zijn uitvinding. Hij is er bijna mee klaar en er is niets waar je je angstig over hoeft te maken." „Dacht u van niet?" riep Letty uit. „U-zult er straks wel anders over denken, als u hebt gehoord wat ik te vertellen heb." Toen ze met hun drieën aan tafel zaten, stuurde Letty het meisje weg en gaf haar vader en haar ouden vriend een uitvoerig verslag van haar laatste gesprek met Pike. Getherfield luisterde aandachtig en schudde nu en dan het hoofd: Lucas Etherton lachte en bleef zich met gezonden trek aan spijs en drank wijden. ,„Wat een wonderlijke kerels heb je toch in de wereld", zei hij ten slotte, zich voor de tweede maal van een duchtige portie koud vleesch bedienend. „Ik wist, dat Pike een raar soort vent is. met een bijzondere neiging, om zijn langen neus overal in te steken, waar hij niet mee te maken heeft, maar ik had nooit kunnen droomen, dat, hij me nog eens tot zijn schoonvader zou willen pro- moveeren. Ha, ha, wat een mop! En wat 'n idioot." „U neemt het nogal luchtig op," verklaarde Letty op half- verwijtenden toon. „Moet ik me er dan misschien druk over maken," spotte Etherton. „Poeh. die kerel is in sommige opzich ten zoo stom als hij in andere dingen sluw en gesle pen is. Als ik geweten had, dat dit alles was, dat je me te vertellen had, Letty zou ik op de club gebleven zijn ik had afgesproken vanmiddag met Sam Marsden te biljarten." „Maar Pike schijnt je vannacht toch op de Zwarte Klip te hebben gezien", merkte meneer Getherfield op. „Dat heeft hij ongetwijfeld," bevestigde Etherton. „Ik heb niet het minste bezwaar om jullie te vertellen wat ik sinds gisterenmiddag heb uitgevoerd. Ik ging om zes uur tien naar Hallithwaite en stapte daar over in een lokaaltreintje naar Elsley ik heb daar in de buurt in het diepste geheim een werktuigkundige zitten, die me met het een en ander helpt. Ik heb in Elsley in het hotel gegeten en daarna ben ik tot half elf druk bezig geweest met zijn assistent. Het was een prachtigen avond en ik kreeg opeens een sterk verlangen om over. In Riidesheim, een stadje gelegen aan de voet vaa het Niederwald, tegenover Bingen, ligt boven op eea berg. de nieuwe jeugdherberg. Dit is wel een van de mooiste, die Duitschland heeft. Uit de zitzaal heeft men een schoon uitzicht.. Riidesheim aan de voet van de berg, in de verte Geisen- heim, met een belangrijke tuinbouwschoo», op de an- dere Rijnoever Bingen en Bingerbrück, met in de verte de bergen van de Hunsrück, die tot vele prach tige tochten noden. Daartussen door de brede machtige Rijn, waarlangs vele schepen zich met moeite voort* bewegen, om het Bovenrijnland van ae nodige goederen te voorzien. ll De herberg zelf is zeer prakties ingericht. Overal stromend warm en koud water. Alle vertrekken sen- traal verwarmd. Ruime frisse slaapzalen. Goede was* gelegenheid, schoenpoetskamer. Flinke keuken, waar in trekkers die zelf hun eten koken, alles wat zij nodig hebben tot hun beschikking vinden. De ligging is ida- aal. Rustig met een wijds uitzicht. Een echt jeugd- en trekkersheim. In de naaste omgeving staat het Natio nale Denkmal, dat een symboliese voorstelling geeft van de overwinning op de Fransen in 1870'71 en het herstel van 't keizerrijk in Duitschland. Dit is een geweldig monument van 371,» M. hoog, dat op velen indruk maakt. Al zullen de indruk ken wel eens verschillend zijn. De nationale Duitsers hebben voor dit monument grote eerbied, hetgeen o.a. bleek, dat zij het hoofd ontbloten wanneer zij 't Denk mal passeren. Op de bergen beoefent men de druiventeelt. Terwijl de druiven weer tot wijn worden verwerkt. Voor trek kers is deze herberg een heerlik oord om zich te sterken voor nieuwe tochten. Ook Frankfort heeft een uitstekende jeugdherberg, van zeer grote afmetingen. Wat inrichting betreft komt hij veel met die van Riidesheim overeen. Is bui ten de stad, in een rustige omgeving gelegen, met eea uitzicht over rijpende tarwevelden met op de achter grond het Taunus-gebergte. Neemt men deze jeugdherbergen als uitgangspunt van zijn uitstapjes, dan zal men geen berouw hebben, In Riidesheim konstateerden we tot ons genoegen, dat verleden jaar. in die jeugdherberg Prof. Sprenger uit Wageningen met studenten van de Landbouwschool, gelogeerd hadden. En de herbergvader liet ons in het vreemdelingenboek een schrijven van Prof. Sprenger lezen, waarin deze zijn hartelike dank betuigde voor de prettige en goede behandeling, welke hij en de stu denten in Riidesheim ondervonden hadden. Ook in Keulen ontmoetten we een gezelschap Hol landse meisjes met een leidster. Terwijl in Andernach een onderwijzer met een klasse meisjes in de jeugd herberg gelogeerd was. Gelukkig maakt men steeds meer gebruik van deze inrichtingen. En wordt het vertrouwen van velen ge wonnen. Ook in ons land zal het verblijven in jeugd herbergen door schoolkinderen en verenigingen wel meer opgang maken, als men van het goede en pret tige wat een jeugdherberg biedt, meer overtuigd ge raakt. De inrichtingen zijn het ten volle waard. Goedkoop, zindelik en een vertrouwen-wekkende sfeer, die ver* schillende groepen van het volk bijeenbrengt en na der kenis leert maken met elkanders leven en werken: opbouwende karakter hebben de jeugdherbergen in de praktijk bewezen. Laten we dit zo mogelijk bevorde ren. r>. de heide naar huis te wandelen. Omstreeks twaalf uur moet ik zooals Pike zei bij de Zwarte Klip ge weest zijn en inplaats van hier de heele zaak in het holst van den nacht wakker te maken, sliep ik op mijn sofa in de fabriek, zooals ik vaak genoeg in mijn leven heb gedaan. Dat is alles nogal gewoontjes en on romantisch. nietwaar, maar toch wil ik niet. dat een kerel als Pieke het Letty lastig maakt en angst aan jaagt met verhalen over vreeselijke dingen, die hij be weert te weten. We zullen daar zoo gauw mogelijk een stokje voor steken." Hij voltooide zijn lunch in alle kalmte en stak een sigaar op en liep de hall in. Het volgende oogenblik hoorden zij hem aan de telefoon, even daarna was hij veer tr 'le kamer terug en geen tien minuten later, diende het binnenmeisje Pike aan. De secretaris kwam met zijn gewone, haastige, slui- perige, bijna geluidlooze tred het vertrek Sn. Het was duidelijk aan hem te zien. dat hij letterlijk tintelde van gespannen verwachting. Maar de uitdrukking van zijn gezicht veranderde als bij tooverslag, toen zijn oogen die van de drie mensohen aan de tafel ontmoetten. Ze keken hem alle drie aan, ieder op een verschillende ma nier, maar op geen van de gezichten was iets dat hen» hoop of aanmoediging kon geven; integendeel. Ten slotte bleef Pike's blik rusten op zijn patroon en op iets dat vóór dezen op tafel lag. Etherton leunde ge makkelijk achterover in zijn stoel, zijn duimen in ds armsgaten van zijn vest; hij had een groote sigaar in. den mond en nam die er uit, toen hij begon te spreken. ..Wel. mijn waarde heer." zei hij. „luister eens kalm naar wat ik je te zeggen heb. Mijn dochter, een jon gedame met een behoorlijke dosis gezond verstand en die er niet van houdt geheimen voor haar vader te heb ben of achter zijn rug tegen hem samen te zweren, heeft mij alles verteld, wat jij gisteravond en vanmorgen met haar besproken hebt. En mijn conclusie daaruit is. Pike, dat het oogenblik is gekomen, dat we moeten scheiden. Je bent me een beetje tè glad, vrindlief. Hier is een cheque voor drie maanden salaris steek die in je zak, mijn jongen, en pak je weg. Neen, geen woord zorg dat ik je niet op kantoor vind, als ik zoo aan stonds kom." Pike aarzelde een oogenblik, toen kwam er een rood kleurtje op zijn beide wangen. Hij nam de obeque op en liep naar de deur. „Heel goed. meneer Etherton," zei hij rustig. „Maat» ik vertel u, dat ud e grootste fout hebt gemaakt, die U

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5