Het Godsdienstig Leven
in den Wieringermeerpolder.
Het Pad langs
de Klip
Zaterdag 30 Juli 1932
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9115
Een felle s t r ij d.
Over eenige
Jeugdherbergen
in Duitschland.
Het Classicaal Bestuur van Hoorn in het
gelijk gesteld.
Ds. riSCHER BENOEMD.
Een felle strijd is ontbrand in de Xed. Hen'. Kerk
naar aanleiding van het feit, dat door het Classicaal
Bestuur van Hoorn voor een jaar is benoemd tot hulp
prediker Ds. J. A. Fischer. Het Classicaal Bestuur,
voornoemd, was daartoe gerechtigd, aangezien de
nieuwe polder kerkelijk werd toegewezen aan de
Classis Hoorn.
Dat echter de benoeming des heeren Ds. Fischer
niet tot ieders tevredenheid is blijke wel uit de mo
tie, welke de Classicale vergadering van Leiden zond
aan de Algemeeno Synode der Nederlandsch Her
vormde Kerk en die als volgt luidde:
De Classicale Vergadering van Leiden;
Met droefenis en verontwaardiging kennis ge
nomen hebbende van het feit, dat het Classicaal
Bestuur van Hoorn, doende wat des Kerkeraads
is, voor Slootdorp (Wicringermeer), zonder ge
hoor te geven aan het adres van een groot aantal
tijdelijke en vaste inwoners om den hulppredi
ker, die reeds geruimen tijd de godsdienstige ver
zorging op zich genomen had. tot predikant te be
roepen, het aangedurfd heeft, om. overeenkomstig
het verzoek van ternauwernood dertig personen,
een predikant te beroepen, die slechts voor een
kleine minderheid aannemelijk kan zijn, gevoelt
zich verplicht tegen dit bedrijf ten ernstigste bij
uwe hooge vergadering te protesteeren.
Aldus luidde de motie.
Zooals maar al te duidelijk blijkt is 't hier zuiver
en alleen een richtingskwestie en gaat het er om,
de godsdienstige belangen opgedragen te zien óf aan
een vrijzinnig predikant (Classis Hoorn) óf aan
een rechtszinnig predikant (Classicale vergadering
Leiden). De leden der Algemeene Synode, die dezer
dagen bijeen kwam, verschilden over de kwestie even
eens van meening.
Stellen sommige leden van het Synodale Bestuur
de vraag of 't hier een richtingskwestie betreft, an
dere weer verdedigen de handelwijze van het Classi
caal Bestuur van Hoorn, dat. zoo verklaren zij, het
noodig oordeelde, dat iemand met ervaring en be
voegdheid om de sacramenten te bedienen als Herder
hier zal arbeiden.
Lang werd er in de Algemeene Synode over deze
zaak gediscussieerd. Na verdaging der vergadering
werden 2 moties ingediend, welke we gevoegelijk pro-
en contra-moties kunnen noemen.
De eerste motie (contra het Classicaal Bestuur van
Hoorn) dienden de heeren Addink en baron Prisse
in. De>-e motie had den volgenden inhoud;
De algemeen synode der Nederlandsche Her
vormde Kerk, bericht ontvangen hebbende van
het classicaal bestuur van Hoorn betreffende de
benoeming van den hulpprediker te Wieringer
meerpolder,
gelezen het protest der classicale vergadering
van Leiden, waarin erop wordt gewezen, dat het
classicaal bestuur van Hoorn, doende wat des
kerkeraads is voor de nieuw gestichte gemeente
Wieringermeerpolder, de belangen dezer ge
meente niet genoegzaam zou hebben behartigd,
daar het „overeenkomstig het verzoek van ter
nauwernood dertig personen'" een predikant van
elders tot hulpprediker aangesteld heeft, terwijl
de meerderheid der belanghebbende bevolking
had verzocht om de benoeming „van den hulp
prediker, die reeds 'geruimen tijd tevoren de
godsdienstige verzorging der inwoners op zich
had genomen", en nog heeft,
gehoord de gehouden bespreking over deze
zaak,
draagt het provinciaal kerkbestuur van Noord-
Holland op aan deze aangelegenheid bijzondere
aandacht te schenken.
Daarnevens werd een motie ingediend door den
heer Tammers, waarin deze het besluit van het Clas
sicaal Bestuur van Hoorn verdedigde. Deze tweede
(pro-) motie luidde als volgt:
FEUILLETON.
UIT HET ENGELSCH VAN
J. S. FLETCHER.
1L
Pike was. gelijk vele lieden van zyn slag. in sommige
opzichten buitengewoon handig en intelligent. Boorde
vol van opgeblazen eigenliefde en van zijn listig-overleg-
de plannen, ontging hem de onverholen minachting en
afkeer in de oogen van het meisje. En hij lachte, ver
standig naar hij meende, maar in werkelijkheid verre
gaand onnoozel.
„Iedereen verlangt een tegenprestatie voor wat hij
doet." verklaarde hij. ..En het zou ons aller voordeel
zijn. juffrouw Letty; spreek dat eene woord en geen
syllabe van wat ik u verteld heb, zal ooit over mijn
lippen komen."
,.U moet mij gelegenheid geven na te denken." zei
Letty na een korte stilte. „Laat u me nu alstublieft
gaan ik wil naar huis."
Pike stapte opzij, dadelijk: zijn ijdelheid was zoo
sterk, dat hij stellig geloofde dat de dochter van zijn
meester de zakelijke voordeelen van den koop die hij
Aaar had voorgesteld, ernstig overwoog. Er was een
glimp van triomf in zijn oogen, toen hij zijn hoed af
nam.
„Ik ben een man van mijn woord." klonk het zacht.
„Dat eene woord juffrouw Letty en de zaak is zoo diep
begraven, alsof zij op den bodem van de zee lag. Ik zal
het onderwerp nooit weer aanroeren; zelfs niet tegen
over u."
Letty liep door zonder te antwoorden. Enkele minu
ten later was zij thuis en ze ging rechtstreeks naar de
telefoon. Zij had. toen ze van Pike was weggegaan, be
sloten onmiddellijk te handelen. Zy was Iel verontwaar
De Algemeene Synode der Nederlandsche Her
vormde Kerk. overwegende, dat het Classicaal Be
stuur van Hoorn hij de benoeming van ds. Fischer
tot hulpprediker de grenzen zijner bevoegdheid
niet heeft, overschreden:
dat het ook op geen enkele wijze de kerkelijke
reglementen heeft geschonden,
acht verdere bespreking van deze zaak onge-
wensebt.
en gaat over tot de orde van den dag.
De Algemeene Synode nam van heide moties ken
nis en ze nam met*2 stemmen meerderheid f 10S) de
motie-Tammers aan. De motie van de heeren Addink
en baron Prisse werd verworpen.
Zoo hoeft dus de Algemeene Synode der Ned. Herv.
Kerk het besluit van de Classis Hoorn goedgekeurd
en werd Ds. .1. A. Fischer voor een jaar tot hulppre
diker in de Wicringermeer benoemd, met stand
plaats Slootdorp.
De mededeeling van het Classicaal Bestuur van
Hoorn, dat de nieuwe gcmeenle „de Wieringermeer
polder" was gesticht, werd door de Alg. Synode niet
blijdschap vernomen. Wat allemaal niet. wegneemt,
dat het betreurenswaardig blijft, dat ook reeds hier
over strijd moet worden gevoerd.
Zoo heeft het protesteeren van de Classicale Ver
gadering te Leiden geen succes gehad. De vergadering
was verontwaardigd over 't feit dat hef Classicaal Be
stuur van Hoorn het heeft aangedurfd. Ds. J. A. Fi
scher te benoemen. Het was echter niet een kwestie
van durven, want hier was de benoeming recht
streeks aan de Oasis Hoorn en lag het toch ook wel
in de lijp der verwachtingen, dat zou worden be
noemd een vrijzinnige voorganger.
(Vereenvoudigde spelling).
Wat een geweldige vooruitgang in zo weinige jaren.
Voor enige jaren terug, als je op reis was en van de
ene plaats naar de andere ging, moest je 's avonds
een plek zoeken, waar je de tent kon opslaan. Op de
meest primitieve en onherbergzame oorden stond je
dan, soms van allerlei nuttige en nodige dingen ver
stoken.
Nu is voor de trekkers alles veel ten goede veran
derd. Na een dag van zwerven, komt men 's avonds
aan een jeugdherberg, die plaats biedt voor velen, en
waar allen een thuis vinden. Veelal heerscht er een
kameraadschappelike ge©3t. een geest van elkander ver
dragen.
Nieuwe reisplannen kunnen dan weer ontworpen wor
den. Reisindrukken worden verteld. Bemoedigende
woorden om een of andere mooie streek te bezoeken
worden vernomen.
Rustig zitten de nazi's naast kommunisten, de kris-
teliken naast vrijdenkers. Hier bloeit een gemeen
schapsleven op, dat van belang is. Men leert elkander
waarderen, en komt tot de konklusie, dat dit de eerste
schrede is, waarmee de jeugd en ook vele ouderen,
de sektariese instelling voor een oogenblik loslaten,
en hun levenshouding opgaat in een hoger gemeen-
schappelik verband. Een verband wat toch eigenlik
de basis is, waarop zuivere menselike verhoudingen
zich verder kunnen ontwikkelen. Het is echter een
verblijdend teken, dat de kiemen zich langzaam aan in
de praktijk omzetten.
Naast vele kleine, min of meer primitieve jeugd
herbergen, zijn er ook ware model-inrichtingen, die
alle gemakken bieden, die een modern ingericht huis
kunnen bieden, al blijft alles dan ook strikt eenvoudig.
We denken dan in de eerste plaats aan de jeugd
herberg te Keulen. Deze herberg is in een lelike straat
gelegen. Van buiten geeft het de indruk dat wij met
een kazerne te doen hebben. Inderdaad heeft het ge
bouw vroeger als zodanig dienst gedaan.
Bij de intrede krijgen we direkt een prettige indruk.
Mooie ruime opgang en de muren zün in verschillende
kleuren afgewerkt. Een ruime eet-zitzaal biedt plaats
digd dat Pike zelfs maar durfde veronderstellen, dat zij
in staat zou zijn dergelijke hoogst-emstige dingen voor
haar vader verborgen te houden en begeerde niets vu
riger dan hem van alles op de hoogte te brengen, zoo
dra ze hem bereiken kon. Zij wist, dat hij naar Hallith-
waite was gegaan en nadat ze tevergeefs zijn kantoor
in de stad en de beurs had opgebeld, vond ze hem ten
slotte op de club. Uit den toon waarop hij haar ant
woordde, concludeerde het meisje, dat hij in zijn gewoon-
goed humeur moest zijn.
„Hebt u meneer Getherfield nog gezien", vroeg zij.
„Hij is op het oogenblik hier bij me op de club," luid
de het antwoord. „Waarom wil je dat weten?"
„Heeft hij u alles verteld wat hij gisteravond van mij
heeft gehoord?" vroeg Letty verder.
„Ik denk van wel." antwoordde Etherton laconiek.
„Wat zou dat overigens?"
„Bent u er niet boos om?"
„Geen sprake van", klonk het opgewekt, „Maak je
maar niet ongerust, hoor."
„Luistert u eens even." zei Letty daarop, „ik zou erg
graag willen dat u dadelijk thuiskwam, allebei."
Het antwoord liet enkele seconden op zich wachten
en toen Etherton weer sprak, was zijn toon lichtelijk
verstoord.
„Wij zouden juist gaan lunchen," protesteerde hij.
„Neen," hield Letty ferm aan. ,.U moet heusch allebei
thuis komen: Ik heb u dringend noodig."
„Is er iets bijzonders?" vroeg Etherton.
„Ja, komt u alstublieft dadelijk zoo gauw u kunt. Ik
zal zorgen dat de lunch klaar is."
Zij legde den hoorn neer vóór haar vader gelegen
heid had meer te vragen en ging zich bezighouden met
de toebereidselen voor de koffietafel. Ze had uitgere
kend, dat haar vader en meneer Getherfield om half
twee op de Hall zouden kunnen zijn.
Letty was de laatste vier- en twintig uur gewoon
geraakt aan verrassingen, maar niets had haar tot nu
toe zóó in verbazing gebracht als de rustige, onbezorg
de stemming, waarin haar vader 't huis betrad.Iemand
die van niets wist. zou aan Lucas Etherton niet hebben
gezegd, dat er in Litherdale een schokkend drama
had plaatsgegrepen. Hij deed zijn dochter schertsende
verwijten dat ze hem en haar peetvader van hun weelde
rige lunch op de club beroofd had en dook daarop in
den kelder om een merk rooden wijn te halen, waarvoor
meneer Getherfield een bijzondere voorliefde had.
Toen ze met hem alleen was, keek Letty den ouden
aan een 200 personen. De zindelike tafels worden door
de bezoekers zelf in goede orde gehouden. Hier en
daar zijn in de zaal bakken met reinigingsgereed
schappen opgehangen. Voor is de kantine, waar men
van alles kan kopen. Daartegenover is de keuken
gelegen, met moderne kookinstallatie. Aan 't eind van
't gebouw bevindt zich de leeszaal, voorzien van vele
boeken. Keurig en harmonies ingericht, is dit een rus
tige omgeving, waar gelegenheid tot ontspanning en
ontwikkeling is.
Boven bevinden zich de slaapzalen voor jongens en
voor meisjes. De ledikanten zijn goed en zien er zinde
lijk uit. Elke kamer bevat ongeveer 20 slaapplaatsen,
terwijl er ook slaapzalen zijn voor meerderen. Die
genen die er slapen, maken 's morgens zelf hun bed op.
Ook is er een ruime waskamer, met douches en voet-
bakken. terwijl voor de nacht closets boven bij de slaap
zalen disponibel zijn. Voor daggebruik zijn deze en de
urinoirs in een apart gebouwtje gelegen. De meisjes-
en jongens-afdeeling is gesoheiden. Er heerst in deze
herberg een prettige geest, die nog bevorderd wordt
door een zeer sympathieke herbergvader.
Langs welke lijnen men het leven in de jeugdher
berg tracht te leiden, blijkt duidelik uit de spreuken
die in de hal hangen, n.1.: „Hier is niets verboden wat
zich zelf niet verbiedt", en „Hier is alles geoorloofd,
wat anderen niet hindert". Een ieder zal de zuivere
betekenis van deze twee spreuken direkt begrijpen. En
we hebben bij ons zelf gedacht, dat deze verandering
van de bestemming van het gebouw, van kazerne tot
jeudherberg, de eerste schrede mag zijn, dat de in
richtingen die eerst hebben gediend om de mensen
voor onmenselik werk te bekwamen, nu in dienst ko
men van menselijke ontwikkeling en opvoeding.
Trekken we Zuidwaarts de Rijn langs, dan komen
we tussen Bonn en Neuwied, voorbij het plaatsje
Ober-Hammerstein. Evenals op vele plaatsen langs de
Rijn, bevinden zich hier mooie bergen, waarop oude
burchten, min of meer in verval zijnde, staan.
In Ober-Hammerstein staat aan de voet van een
berg een oud slot, dat geheel is gerestaureerd en voor
jeugdherberg ingericht. Zelden zagen we een inrich
ting, die in alle uithoeken en gaten zo zindelijk was.
Heerlike oude vertrekken waren ingericht voor zit-,
eet- en slaapzalen.
Grote oude massieve deuren met hengsels van hand
smeedwerk sluiten de ruimten af. Boven uit de torens
heeft men een wonderlik schoon uitzicht op de zich
tusschen de bergen doorslingerende Rijn, en de bergen
van de naaste omgeving. In een van de zalen bevindt
zich een muurtekening die een eend voorstelt en reeds
500 jaar oud is. Het geheel maakt en gezellige, een
voudige indruk. En een moment dachten we dat de
vroegere bewoners van dit oude slot. dat van een
voorbije kuituur spreekt, wel niet hebben kunnen ver
moeden welke bestemming er eens aan hun bezit ge
geven zou worden.
Voor vele trekkers zal er doojr deze omgeving, die
van honderden jaren terug spreekt, ongetwijfeld een
stille bekoring uitgaan, die een rustige poos vormt in
't rusteloze trekkersleven.
Ook te Andernach staat een typiese jeugdherberg.
Een oude ronde vestingtoren daterende van 1451 ir
hiervoor ingericht. Onderin is de eet- en zitzaal inge
richt. Door de verschillende nissen heeft men een
uitzicht over het oude stadje. Een van de oudste ste
den langs de Rijn. Terwijl boven bij de uitkijktoren
men een prachtig panorama heeft van de Rijn en in
de verte Neuwied. Boven in de toren zijn de diverse
slaapzalen gelegen. Sympathieke herberg-moeder en
-vader maken het verblijf tot een genot en vreugde.
Van hieruit kan men ook allerlei uitstapjes onderne
men naar de Laacher See enz.
man onderzoekend aan.
„Heeft u hem alles verteld?" vroeg ze.
„Alles. Dat was het beste."
„En wat zei hij?"
„Niet veel; behalve dat hij het altijd wel gedaoht had.
dat Pike een stil water met een diepen grond was. En
verder is het precies zooals ik zei, kindlief: je vader
gaat heelemaal op in zijn uitvinding. Hij is er bijna mee
klaar en er is niets waar je je angstig over hoeft te
maken."
„Dacht u van niet?" riep Letty uit. „U-zult er straks
wel anders over denken, als u hebt gehoord wat ik te
vertellen heb."
Toen ze met hun drieën aan tafel zaten, stuurde
Letty het meisje weg en gaf haar vader en haar ouden
vriend een uitvoerig verslag van haar laatste gesprek
met Pike. Getherfield luisterde aandachtig en schudde
nu en dan het hoofd: Lucas Etherton lachte en bleef
zich met gezonden trek aan spijs en drank wijden.
,„Wat een wonderlijke kerels heb je toch in de wereld",
zei hij ten slotte, zich voor de tweede maal van een
duchtige portie koud vleesch bedienend. „Ik wist, dat
Pike een raar soort vent is. met een bijzondere neiging,
om zijn langen neus overal in te steken, waar hij niet
mee te maken heeft, maar ik had nooit kunnen droomen,
dat, hij me nog eens tot zijn schoonvader zou willen pro-
moveeren. Ha, ha, wat een mop! En wat 'n idioot."
„U neemt het nogal luchtig op," verklaarde Letty op
half- verwijtenden toon.
„Moet ik me er dan misschien druk over maken,"
spotte Etherton. „Poeh. die kerel is in sommige opzich
ten zoo stom als hij in andere dingen sluw en gesle
pen is. Als ik geweten had, dat dit alles was, dat je me
te vertellen had, Letty zou ik op de club gebleven
zijn ik had afgesproken vanmiddag met Sam Marsden
te biljarten."
„Maar Pike schijnt je vannacht toch op de Zwarte
Klip te hebben gezien", merkte meneer Getherfield op.
„Dat heeft hij ongetwijfeld," bevestigde Etherton. „Ik
heb niet het minste bezwaar om jullie te vertellen wat
ik sinds gisterenmiddag heb uitgevoerd. Ik ging om
zes uur tien naar Hallithwaite en stapte daar over in
een lokaaltreintje naar Elsley ik heb daar in de buurt
in het diepste geheim een werktuigkundige zitten, die
me met het een en ander helpt. Ik heb in Elsley in
het hotel gegeten en daarna ben ik tot half elf druk
bezig geweest met zijn assistent. Het was een prachtigen
avond en ik kreeg opeens een sterk verlangen om over.
In Riidesheim, een stadje gelegen aan de voet vaa
het Niederwald, tegenover Bingen, ligt boven op eea
berg. de nieuwe jeugdherberg.
Dit is wel een van de mooiste, die Duitschland
heeft. Uit de zitzaal heeft men een schoon uitzicht..
Riidesheim aan de voet van de berg, in de verte Geisen-
heim, met een belangrijke tuinbouwschoo», op de an-
dere Rijnoever Bingen en Bingerbrück, met in de
verte de bergen van de Hunsrück, die tot vele prach
tige tochten noden. Daartussen door de brede machtige
Rijn, waarlangs vele schepen zich met moeite voort*
bewegen, om het Bovenrijnland van ae nodige goederen
te voorzien. ll
De herberg zelf is zeer prakties ingericht. Overal
stromend warm en koud water. Alle vertrekken sen-
traal verwarmd. Ruime frisse slaapzalen. Goede was*
gelegenheid, schoenpoetskamer. Flinke keuken, waar
in trekkers die zelf hun eten koken, alles wat zij nodig
hebben tot hun beschikking vinden. De ligging is ida-
aal. Rustig met een wijds uitzicht. Een echt jeugd- en
trekkersheim. In de naaste omgeving staat het Natio
nale Denkmal, dat een symboliese voorstelling geeft
van de overwinning op de Fransen in 1870'71 en het
herstel van 't keizerrijk in Duitschland.
Dit is een geweldig monument van 371,» M. hoog,
dat op velen indruk maakt. Al zullen de indruk
ken wel eens verschillend zijn. De nationale Duitsers
hebben voor dit monument grote eerbied, hetgeen o.a.
bleek, dat zij het hoofd ontbloten wanneer zij 't Denk
mal passeren.
Op de bergen beoefent men de druiventeelt. Terwijl
de druiven weer tot wijn worden verwerkt. Voor trek
kers is deze herberg een heerlik oord om zich te
sterken voor nieuwe tochten.
Ook Frankfort heeft een uitstekende jeugdherberg,
van zeer grote afmetingen. Wat inrichting betreft
komt hij veel met die van Riidesheim overeen. Is bui
ten de stad, in een rustige omgeving gelegen, met eea
uitzicht over rijpende tarwevelden met op de achter
grond het Taunus-gebergte.
Neemt men deze jeugdherbergen als uitgangspunt
van zijn uitstapjes, dan zal men geen berouw hebben,
In Riidesheim konstateerden we tot ons genoegen, dat
verleden jaar. in die jeugdherberg Prof. Sprenger uit
Wageningen met studenten van de Landbouwschool,
gelogeerd hadden. En de herbergvader liet ons in het
vreemdelingenboek een schrijven van Prof. Sprenger
lezen, waarin deze zijn hartelike dank betuigde voor
de prettige en goede behandeling, welke hij en de stu
denten in Riidesheim ondervonden hadden.
Ook in Keulen ontmoetten we een gezelschap Hol
landse meisjes met een leidster. Terwijl in Andernach
een onderwijzer met een klasse meisjes in de jeugd
herberg gelogeerd was.
Gelukkig maakt men steeds meer gebruik van deze
inrichtingen. En wordt het vertrouwen van velen ge
wonnen. Ook in ons land zal het verblijven in jeugd
herbergen door schoolkinderen en verenigingen wel
meer opgang maken, als men van het goede en pret
tige wat een jeugdherberg biedt, meer overtuigd ge
raakt.
De inrichtingen zijn het ten volle waard. Goedkoop,
zindelik en een vertrouwen-wekkende sfeer, die ver*
schillende groepen van het volk bijeenbrengt en na
der kenis leert maken met elkanders leven en werken:
opbouwende karakter hebben de jeugdherbergen in de
praktijk bewezen. Laten we dit zo mogelijk bevorde
ren.
r>.
de heide naar huis te wandelen. Omstreeks twaalf uur
moet ik zooals Pike zei bij de Zwarte Klip ge
weest zijn en inplaats van hier de heele zaak in het
holst van den nacht wakker te maken, sliep ik op mijn
sofa in de fabriek, zooals ik vaak genoeg in mijn leven
heb gedaan. Dat is alles nogal gewoontjes en on
romantisch. nietwaar, maar toch wil ik niet. dat een
kerel als Pieke het Letty lastig maakt en angst aan
jaagt met verhalen over vreeselijke dingen, die hij be
weert te weten. We zullen daar zoo gauw mogelijk een
stokje voor steken."
Hij voltooide zijn lunch in alle kalmte en stak een
sigaar op en liep de hall in. Het volgende oogenblik
hoorden zij hem aan de telefoon, even daarna was hij
veer tr 'le kamer terug en geen tien minuten later,
diende het binnenmeisje Pike aan.
De secretaris kwam met zijn gewone, haastige, slui-
perige, bijna geluidlooze tred het vertrek Sn. Het was
duidelijk aan hem te zien. dat hij letterlijk tintelde van
gespannen verwachting. Maar de uitdrukking van zijn
gezicht veranderde als bij tooverslag, toen zijn oogen
die van de drie mensohen aan de tafel ontmoetten. Ze
keken hem alle drie aan, ieder op een verschillende ma
nier, maar op geen van de gezichten was iets dat hen»
hoop of aanmoediging kon geven; integendeel.
Ten slotte bleef Pike's blik rusten op zijn patroon en
op iets dat vóór dezen op tafel lag. Etherton leunde ge
makkelijk achterover in zijn stoel, zijn duimen in ds
armsgaten van zijn vest; hij had een groote sigaar in.
den mond en nam die er uit, toen hij begon te spreken.
..Wel. mijn waarde heer." zei hij. „luister eens kalm
naar wat ik je te zeggen heb. Mijn dochter, een jon
gedame met een behoorlijke dosis gezond verstand en
die er niet van houdt geheimen voor haar vader te heb
ben of achter zijn rug tegen hem samen te zweren, heeft
mij alles verteld, wat jij gisteravond en vanmorgen met
haar besproken hebt. En mijn conclusie daaruit is. Pike,
dat het oogenblik is gekomen, dat we moeten scheiden.
Je bent me een beetje tè glad, vrindlief. Hier is een
cheque voor drie maanden salaris steek die in je zak,
mijn jongen, en pak je weg. Neen, geen woord
zorg dat ik je niet op kantoor vind, als ik zoo aan
stonds kom."
Pike aarzelde een oogenblik, toen kwam er een rood
kleurtje op zijn beide wangen. Hij nam de obeque op
en liep naar de deur.
„Heel goed. meneer Etherton," zei hij rustig. „Maat»
ik vertel u, dat ud e grootste fout hebt gemaakt, die U