Het Pad langs de Klip Donderdag 11 Augustus 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9122 Brieven over Engeland. - Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Staatsloterij. 6 Augustus 1932. Eenige maanden geleden, Maart of April zal het geweest zijn, in elk geval in die eerste warme lente dagen, dat wij beginnen te denken aan reisplannen voor de zomervacantie, besloten we een eigenaardige proef te nemen. We wilden de tijdsklok ditmaal eens achteruit zetten, en, om het goed te doen, liefst zes tien jaar. Dat is een heele onderneming, die nu eenmaal niet tot in bijzonderheden kan slagen. Een grijze baard zou nog wel zwart te maken zijn, maar er zijn an dere dingen. Wij besloten ons tot het bereikbare te beperken. 1932—1916. Wij woonden toen in een Londensche voorstad, in C.chiswick. In een stille straat, vlak bij een drukken hoofdweg, in de Cheveland Avenue. 23 was het nummer van ons huis. In diezelfde straat, al was het dan op nummer 3, woonden toen, en wonen nog steeds, goede vrienden van ons. Evenals wij gingen zij, en gaan ze nog elk aar in de zomervacantie uit. Waarom zouden wij dit aar hun buis niet eens betrekken? Een brief, een antwoord 't was voor elkaar. Ach teruit zou de tijdsklok gaan. Evenals zestien jaar ge leden zouden we wonen in onze oude Cleveland Avenue, en winkelen op onze oude, drukko Chis- wick High Road. En het zouden is doen geworden. Voor de ramen van nummer 3 zit ik thans mijn brief te schrijven aan de Schager Courant, zooals ik er zoovele heb geschreven voor de ramen van 23. Slechts tien hui zen verder. Dat is wel bijna hetzelfde. Maar veel is niet het zelfde. Toen ter tijd lag een klein jongetje van twee jaar boven in zijn bedje. Nu zit hij in de kamer naast me, en ik merk juist op, dat hij zich noodig scheren moet. Hij gaat ook niet om half zeven naar zijn bedje. Die kleine jongen had een zusje, dat anderhalf Jaar ouder was. Dat zusje, nu een zuster, is niet met pns meegekomen. Ze heeft zich een eigen woning gemaakt. En ten slotte ligt er toch een kleine jongen, eigen lijk een groote kleine jongen, want hij is negen jaar, boven in zijn bedje. Maar aan dien kleinen jongen dachten wij nog niet, zestien jaar geleden. Dit zijn de dingen, die we wisten, dat veranderd waren. Maar wij waren verlangend te zien, hoe het met andere dingen zou zijn. Met alles wat we vier en een half jaar achtereen, van Maart 1912 tot Juli 1916 in deze buurt hadden gekend, en dat ons zoo eigen was geworden. We voelden ons vreemd, de eerste dagen. Vreemd in onze eigen strhat, in onze eigen buurt. Maar nu, na een week, is al dat 'Teemde al weg. Weer is de Cleveland Avenue onze straat geworden, en we win kelen op de HighRoad, alsof we het geen zestien ja ren hebben onderbroken. Wij zijn ook niet de eenigen, die die zestien jaar hebben overleefd. Kwam de grijze dame in de gele japon, met den lichten parasol, gister niet naar mijn vrouw toe, en zei ze niet: „Is u het dan toch? Ik heb het al direct gezegd van de week. O, het is of de goeie, ouwe tijd weer terug is gekomen." Mijn vrouw herkende haar ook. Geen wonder! Ze had dezelfde, of misschien niet dezelfde, maar in elk pevol een soortgelijke gele japon aan, en droeg een lichten parasol. En Mrs. Johnston van den aardewerkwinkel is er nog steeds, en Souter, onze kruidenier, is nog*de zelfde Souter. Maar hoe komt het, dat de dame in de gele japon, en Mrs. Johnston, en Souter niet ou der zijn geworden? Geen dag ouder dan zestien jaar geleden? Ik schaam mij heusch over mijn sterk ver kleurden baard. Weet U, wat veranderd is? 't Is hier netter gewor den. De winkels zijn netter. Zestien jaar geleden stal de zoo goed als de heele Chiswick High Road zijn winkelwaren op het trottoir uit. Vooral hij de sla gers maakte dat voor ons Hollanders een onprettigen, laten we maar een een viezen indruk. Dat is af- geloopen, of zoo goed als afgeloopen. Nog zie ik ze voor me, die slagerswinkels, met hun schreeuwende slagersbedienden. „Koop, dames, koop!" En de vrouwen, die het vleesch betastten, ttroor ze een keus doden. Afgeloopen is die onsmakeliike vertooning. Het vleesch ligt achter de ramen van de slagerswinkels. Juffrouw Smith en juffrouw Brown kunnen het niet meer bevoelen met haar vingers. Een andere verbetering is e nog bijgekomen. Het vleesch is in stukken uitgestald. Op elk stuk staat den prijs, en bij sommige slagers tevens het gewicht. Je hoeft alleen den winkel binnen te gaan en te zeggen: „Geef mij dat stuk daar, van IV2 pond voor 80 cent." FEUILLETON. UIT HET ENGELSCH VAN J. S. FLETCHER. 18. "IX XXLLSCLiOOH Het Inquest wordt verdaagd. Opnieuw was er gemompel en beweging bij het au ditorium, dat verried welk een verrassende indruk Etherton's veronderstelling had gemaakt, Sindal wachtte tot het weer stil was en stelde toen zijn volgende vraag: ..Dat." concludeerde hij, „zou er op wijzen, dat de een of ander wist, dat Sir Cheville uw papleren bij zich had?" „Inderdaad." stemde Etherton toe. „Kunt u zich iemand bedenken, die ervan op de hoogte kon zijn geweest?" Etherton dacht geruimen tijd, eer hij antwoordde. „Ik gaf Sir Cheville de bewuste papieren toen wij de afgesloten kamer verlieten," zei hij eindelijk. „Maar ik kan me niet goed voorstellen, dat Iemand kon weten, dat hij ze had." .Hij was niet de soort man om ze aan een ander te laten zien of er over te praten?" „Ik ben er zeker van dat hij dat niet heeft gedaan; hij hield er heel strenge, ouderwetsohe begrippen om trent eer op na. Toen hij de papieren in zijn zak stak zei hij: „Zij zijn veilig bij me, Etherton. En morgen breng ik ze weer terug." ,En toch is het een niet te ontkennen feit, dat zij zijn verdwenen met het testament." ,Dat valt inderdaad af te lelden uit wat wij gehoord hebben." Ik noem zoo maar een prijs. Naar alle* waarschijn lijkheid is die geheel verkeerd. Maar over het alge meen is het leven hier niet duur. En nu zal ik eens even de hulp van mijn vrouw inroepen (die midden in een boeiend verhaal zit, en nog niet weet, wat haar boven het hoofd hangt), om u te vertellen, wat enkele dingen hier tegenwoordig kosten. Ik zal de prijzen omrekenen in Hollandsch geld, waarbij ik een shilling berken op 45 cent, en een penny op 4 cent. Dan ben ik nog aan den hoogen kant. Wanneer ik spreek over ponden (gewichtsponden bedoel ik), moet u evenwel bedenken, dat een Engelsch pond minder is, dan een Hollandsch pond. Het is iets meer dan 4^ ons. Welnu. Voor een pond boter betalen wij hier op het oogenblik, naar gelang van de kwaliteit, 40 tot 67V£ cent. Dus minder dan in Holland. Suiker kost nojif geen dubbeltje per pond. Aardappelen zoowat een dubbeltje per kilo. Vleesch ja, dat is moei lijk, zegt mijn vrouw. Het gemiddelde zal zoowat twee kwartjes per-pond zijn. Maar er is verschil tus- schen lapjes en ossehaas, niet waar? Een pondspot marmelade kost 30 cent, en jam een kwartje. Thee per ons van 16 tot 32 cent. Brood is precies hetzelfde als in Holland. Gepasteuriseerde melk 24 cent een liter. Dus dat is duur! Eieren, waar je een beetje op kunt rekenen, zes cent. Ik zou zoo door kunnen gaan, maar de nu ge noemde prijzen geven voldoende aan om te toonen. dat een Hollander, die zijn guldens in Engelsch geld heeft omgezet, hier niet duur uit is. Althans voor zijn levensmiddelen. Er zijn natuurlijk zooveel meer dingen. De luci fers, die ik toevallig uit Holland bij me had, waren op, en voor een nieuw pak moest ik 32 cent betalen. Dat is een schrik over een Hollandsch hart. Hoogst waarschijnlijk zijn er meer van die dingen. Ik zou u nu nog niet kunnen vertellen, hoe hoog de be lastingen zijn, hoeveel de gemiddelde huishuur be draagt, of wat de dokter berekent, en de tandarts. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZITTING VAN 9 AUGUSTUS 1932. SPELEN MET VUUR. Hemelvuur en hoolbroel brengen ons ten allen dag ontstellende plattelandsbranden. Het ls dus absoluut niet noodig, dat ook de menschen opzettelijk en met voorbedachten rade deze plaag der dorpen nog ver- grooten. De In nijpenden geldelijken nood verkeerenden timmerman en palingrooker Jh. Jac. H. te Helloo speel de echter in den avond van 7 April dit gevaarlijke spel letje met den rooden haan en liet de vuurvlam mede spelen in zijn huiskamer op hoop van het verzekerings geld uit de assurantie. Zijn schamel huisraad was voor f 2000 verzekerd en dus zou hij kunnen roepen: In den brand, uit den brand! De gemeenteveldwachter was er echter als de kippen bij en de Alkmaarsche brandweer sloeg in vlugheid het wereldrecord en zoo werd het vuur ln minimumtijd bedwongen. Den met lucifers spe lenden houtbewerker werd 't vuur eens nader aan de schenen gelegd. Hij bleek bij deze proef niet vuurvast te zijn, erkende zijn zwakheid en betrok het hem aange boden gratis logies in het huis van bewaring. Heden stond hij terecht en werd door den president, Mr. Holsteijn, die vandaag zelf de strafzaken eens waarnam, nader aan den tand gevoeld. De verdachte erkende het feit en openbaarde de mo tleven die hem daartoe hadden geleid. De eenige belanghebbende bij deze affaire, die bofte, was de brandverzekering; zij kon de koorden van de beurs gesloten houden. Gevorderd werd 8 maanden gev. met het oog op den zwakken gezondheidstoestand van den verdachte, eventueel door te brengen ln een bijz. strafgevangenis. Pleiter, mr. Belonje, verzocht de uiterste clementie. Uitspraak 23 Augustus. EEN RARE SNIJBOON. Tot voor korten tijd vertiefde te Den Helder de 36- jarlge zich noemde vlsscher Gerrit C., 'n wonderlijke sinjeur, die aan werken niet één maar wel 10 broertjes dood had. Zijn financieele toestand was dan ook niet rooskleurig te noemen en zijn toevlucht was ten slotte het politiebureau, alwaar hij gratis logies met ontbijt genoot. Aanvankelijk werd deze logée nog zoo'n beetje geduld, doch toen bleek, dat hij ook nog wel kans zag z'n biertje te consumeeren en hij in een dolle bui 'n 7- tal glasruiten in een gebouwtje van Waterstaat aan gruzelementen smeet, liep de maat toch ten slotte wel over en werd de heer Gerrit C. ingerekend en in Alk maar gedeponeerd. Men had daar nogal „puur" met hem op en zelfs Dr. Kruitbosch, den psychiater, ultgenoo- digd omtrent Gerrit's geestestoestand een rapport sa men te stellen. Sindal nam weer plaats en na een oogenblik stond Mr. Drayne opnieuw op. Hij had de stafkaart openge vouwen voor zich liggen en schoof deze over de tafel naar de getuigenbank. „Wilt u mij even precies aanwijzen, waar u mevrouw Stanbury ontmoette", verzocht hij. „Daér," zei Etherton, den vinger houdend bij een bepaald punt op de kaart, die door een politieagent zóó werd gehouden, dat de autoriteiten aan de tafel haar goed konden zien. Een meter of twintig aan deze zijde van de Zwarte Klip. Er komen daar twee paden sa men het eene loopt over de Zwarte Klip; het andere gaat van een rotskant van het dorp langs de rotsen aan den voet van de klip." „Langs welk pad kwam Mevrouw Stanbury?" „Het pad dat beneden langs de rotsen loopt." „U ontmoette haar waar de beide paden samen ko men?" „Ja." „Getuige Pike heeft verklaard dat Mevrouw Stanbury eenige papieren in haar rechterhand had. Heeft u die opgemerkt?" „Zeker." „Vertelde ze u wat het voor papieren waren?" „Neen, daarover heeft ze zich niet uitgelaten." „Waarover praatte u met Mevrouw Stanbury?" „Als u het graag weten wilt, over Sir ChevJlle's voor genomen huwelijk," antwoordde Etherton met een glim lach. „En daarover gaf ze natuurlijk haar ernstige ontevre denheid te kennen?" „Ik denk niet, dat Mevrouw Stanbury er iets tegen heeft dat ik de waarheid vertel." antwoordde Etherton. „Zij zal u waarschnijlijk precies hetzelfde vertellen als ik. Ze was inderdaad heel verontwaardigd en ik was het volkomen met haar eens. Nadat wij wederzijds onze meeningen hadden uitgesproken, namen we afsoheid en gingen elk een verschillenden kant uit" Mr. Drayne scheen in het laatste getuigenis aanlei ding te vinden tot ernstig nadenken. Hij zweeg gerui men tijd en wendde zloh toen tot den coroner. „Ik zou gaarne den agent nogmaals hooren die Sir Cheville Stanbury Maandagavond in het dorp ontmoet heeft," zei hij. Toen die bewuste getuige weer voor het hekje ver scheen, vervolgde hij: „Kun je je ook precies den tijd herinneren, waarop je Sir Cheville Maandagavond zag. Denk eens goed na." „Ik kan het u op de minuut af zeggen," antwoordde Maar photografeeren doet ge hier voor een koopje. Een Agfa rolfilm 6 bij 9 c.M., de gewone soort, kost 45 cent, de isochrome 53 cent. De film wordt voor u ontwikkeld voor 12 cent. Maar genoeg van de prijzen. U zoudt per slot van rekening nog denken, dat ik hier bezig was rijk te worden, en dat is. tot mijn spijt, niet het geval. Want natuurlijk blijven we hier niet zitten in onze Cleveland Avenue, 's Morgens, 's middags trekken we er op uit. Zelf hebben wij de meeste dingen in Londen al vaak gezien, maar nu gaan we ze zien met de kinderen. Weet u, wat ik deze week aan trammen, bussen en ondergrondtreinen heb uitgege ven? Twee pond zestien shilling en 5Vfc penny, dus omgerekend in Hollandsch geld f25.42. En daar is geen enkel fooitje oij: want fooien worden hier aan conducteurs nooit gegeven. Weet u, wat ook veranderd is in Londen? De win kel iers zijn beleefder geworden. Beleefd en voorko mend. Zestien jaar geleden kreeg je dikwijls den in druk dat je den winkelier min of meer tot last was, als je kwam koopen. Je stoorde hem in zijn wijsgee- rige overpeinzingen, en hij liet je dit dikwijls onge zouten merken. Dat is voorbij. Zelfs de slager is een beleefd mensch geworden, en heusch, de slager van zestien jaar geleden was een schrik voor menige huisvrouw. Ik heb in de afgeloopen week nog maar één echten, onafhankelijken Brit ontmoet, en die kon tot zijn verontschuldiging aanvoeren, dat hij ge stoord werd in zijn middagmaal. Wij hebben de tijdsklok zestien jaren terug gezet. Er zijn dingen veranderd, zooals ook wij zelf ver anderd zijn, maar er zijn vele gelijk gebleven. Tik- tik, gaat de klopper van de deur, Twee korte, harde slagen. Dat is de post, evenals zestien jaar geleden. Niemand, behalve de post, heeft het recht om met twee korte slagen te kloppen. Er is een brief uit Holland. Maar dat is, zooals u zult begrijpen, het einde van dezen brief. Het wonderlijke kereltje stond dan heden terecht en vermaakte het gansche auditorium met zijn orlglneele prestaties. Volgens Dt. Kruitbosch was Gerrit wel on evenwichtig, maar niet ontoerekenbaar. De Officier had hem echter allang in de doppen en requireerde 3 jaar opzending naar Veenhuizen, 'n reuze trainingsplaats voor arbeids3chuwe staatsburgers. Door mej. mr. Bets van den Berg, die heden geheel vrij van buhnen-fiber haar maidenspeech hield, werd met een lief stemmetje geproposeerd de opzending van haar protégé naar een psyohopaten-asyl, maar de Of ficier gaf 'n repliekje, waaruit kon worden gedis tilleerd de quintessens: God beware hem voor zoo'n ramp! Uitspraak 23 Augustus. MIATTNé VAN DEN POLITIERECHTER. EEN GLOBETROTTER TE WESTERBLOKKER. De crimineele atmospiheer was geheel doortrokken van bedelaars en landloopers. De politierechter had al direct zijn interesse te bepalen op een waardig eerelid van dit edele gilde met een staat van dienst om ja- loersch op te worden. Deze pelgrim, genaamd Roelof H.. opereerde op 27 Juli te Blokker en had zich, voor stellende als „werklooze" reeds bij verschillende mil- dadige ingezetenen de hem toegedachte liefdegave ge ïncasseerd, tot de veldwachter Lub aan de vertooning een eind maakte en den bedelaar over de grens zette. De heer Officier qualificeerde den op het appèl man keerden Roel als een schipbreukeling op de levenszee en requireerde 3 dagen hechtenis en 2 jaar opzending naar de boerderij. Een voorstel waarmede de politie rechter zich volkomen vereenigde. ALWEER 'N NADEEL VAN DE DROOGLEGGING. In den nacht van 17 Mei J.1. had de 22-jarige Friesehe jongeling Harm M. de brutaliteit te Schoorl uit een rijwielstal een jongensfiets te harpoeneeren, met welk karretje hij een goed heenkomen zocht naar zijn Hei mat Lemsterland. De zwijntjesjager maakte natuur lijk gebruik van den afsluitdijk, prachtgelegenheid om naar het Noorden te kunnen smeeren. Deze snuiter had echter meer op zijn kerfstok en ook te Schagen in den nacht van 21 op 22 Mei een onbehoorlijk gijntje uitgehaald door een etalageruit te vernielen in de slijterij van den heer J. J. C. Vermeulen, alwaar hij een flesch wijn en een dito likeur buitmaakte. De dader werd gelukkig opgespoord en om deze gap- kunsten te voorkomen, te Alkmaar Ingesloten. Hij stond heden terecht en bleef zoo gesloten als een jodenkoeken- bus. zoodat de officier ten einde raad maar twee maan den gevangenisstraf requireerde. De verdediger Mr. Judel van Bergen, die ook al op schoot met zijn cliënt als een onze lieve Heers beestje op een teerton, liet het vliegertje op van een voorw. veroordeeling, waarop de politierechter figuurlijk ge sproken, ln zijn handen spuwde en het voornemen te kennen gaf. het nog eens met Harm te willen pro; beren. Op 5 September uitslag van deze krachttoer! de man. „Het was precies vijf minuten vóór half twaalf." „En Sir Cheville sloeg het pad van de heide in?" „Ja Sir." „Hoeveel tijd had hij noodig om van het punt waar je hem gezien hebt, de Zwarte Klip te bereiken?" Voordat de agent kon antwoorden, stond Inspecteur Calvert op. „We hebben al met de uiterste nauwkeurigheid uit gerekend," deelde hij mede, „Sir Cheville zou daar twin tig minuten voor noodig hebben gehad." C „Dat wil dus zeggen, dat hij om kwart voor twaalf bij de Zwarte Klip was," stelde Mr. Drayne vast. „Juist". Met een handbeweging gaf hij te kennen dat de agent kon heengaan en hij vestigde den blik weer op Etherton. „U zegt dat u Mevrouw Stanbury om kwart over twaalf ontmoette?" vroeg hij. Etherton antwoordde bevestigend, waarop Drayne hem een teeken gaf, dat hij kon heengaan en weer naar den coroner keek, „Het half uur tussohen elf uur vijf en veertig en twaalf uur vijftien," zei hij veelbeteekenend voor zich heen. Toen zijn stem verheffend vervolgde hij: .Jk heb meneer Etherton niets meer te vragen," en ging zitten. De spanning ln de zaal nam nog toe. toen Mevrouw Stanbury naar de getuigenbank ging. Het was duidelijk dat zjj hevig geprikkeld en verontwaardigd was en brandde van ongeduld om aan het woord te komen. Sindal opende het verhoor. „U hebt de verklaringen van de belde vorige getuigen, meneer Pike en meneer Etherton gehoord. mevrouw Stanbury," begon hij. „Wilt u zoo vriendelijk zijn ons te vertellen hoe het kwam dat u zich Maandag om middernacht op de heide, bij de Zwarte Klip bevond?" ,Ik zou het al een half uur eerder verteld hebben als u mij aan het woord had laten komen," barstte Mevrouw Stanbury uit. „Mijn vroegere keukenmeid Jane Wardle, is op het oogenblik ernstig ziek en ik heb haar geregeld opgezocht tijdens haar ziekte. Maandagavond laat ging ik ook nog naar het dorp om naar haar te kijken; ik was er al tweemaal geweest dien dag. Ik ging om elf uur naar haar toe en bleef, zooals zij en haar dochter kunnen getuigen, tot even voor twaalven bij haar. Toen ging ik naar huis terug over het pad dat onder langs de rotsen loopt. Ik ontmoette meneer Etherton vlak bij de Zwarte Klip aan deze zijde ervan en bleef een poosje met hem staan praten. Nu weot u de geheele geschiedenis." „Wat waren dat voor papieren, die u in uw reohter- OPNIEUW DE VERLEIDELIJKE AFSLUITDIJK Ook de 66-jarige Ci-devant grondwerker Toeke A., oorpsronkelijk een product uit Hindeloopen, doch al sinds tal van jaren een zwerver in het Water-Chineezen- land, had zich onlangs op den verlokkenden afsluitdijk begeven en arriveerde uit Friesland te Wieringen, in het bezit van een bescheiden collectie naphtalineballetjes voor den handel en een flesch brandspiritus om den moed er zoo'n beetje in te houden. Hij zelf gaf voor om zijn rheumatisch been te smeeren. doch deze toe lichting moet slechts onder het grootste voorbehoud worden aanvaard. De handelaar in naphtalinepillen zette zijn zwerftocht voort naar Enkhuizen en de Streek, waar vele avonturen hem wachtten. Nadat hij de Enk- huizer gastvrijheid der politie had genoten, kwam hij terecht te Broekshaven en als gevolg van het overmatig aanwenden van het smeersel tegen rheumatiek werd hij door veldwachter Keij aan den weg in het gras ge vonden, zijn roes uitsnurkende. De veldwachter expedi- eerde den man, toen hij was uitgeslapen, in het schuurt- tje, maar ondervond al niet veel dankbaarheid, aan gezien de logé in een vlaag van benauwdheid eenige glasruiten en houtwerk vernielde. Heden stond deze ondanks rheumatiek en brandspiritus nog flinke oude heer, reeds door tal van rechtbanken hier en in Duitsch land veroordeeld, terecht en werd na eenig marchan- deeren veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en 1 jaar en 3 maanden opzending. Trekking van Dinsdag 9 Augustus. 2e Klasse 2e Lijst. Hooge prijzen. No. 4240 met f 1500. No. 4427 9018 21962 ieder f 1000. No. 23161 met f 200. No. 83 9120 10089 10797 21506 21727 22178 22437 iedei; f 100. Prijzen van f 30. 262 267 303 357 358 399 524 558 583 603 608 638 758 803 805 825 831 872 910 968 981 990 1010 1102 1133 1164 1197 1233 1242 1291 1316 1329 1369 1393 1408 1413 1491 1508 1562 1567 1704 1708 1816 1824 2015 2077 2167 2216 2234 2249 2256 2271 2295 2440 2524 2570 2575 2666 2758 2759 2881 2883 2918 2940 3041 3157 3170 3186 3226 3227 3265 3266 3298 3344 3542 3549 3697 3700 3702 3709 3733 3769 3812 3870 3987 4010 4034 4043 4055 4120 4146 4250 4269 4311 4403 4436 4524 4581 4632 4732 4786 4816 4821 5015 5037 5201 5246 5252 5256 5385 5392 5773 5881 5932 6001 6003 6011 6030 6137 6153 6185 6231 6267 6312 6335 6340 6365 6384 6396 6567 6671 6757 6811 6825 6884 6972 7009 7053 7089 7202 7271 7354 7369 7373 7390 7408 7490 7495 7508 7564 7621 7723 7772 7780 7841 7282 7888 7910 7984 8042 8053 8124 8127 8132 8154 8174 8179 8188 8263 8325 8336 8411 8417 8463 8518 8519 8575 8595 8598 8669 8672 8692 8742 8768 8851 8882 8916 9012 9124 9148 9156 9299 9324 9357 9383 9384 9398 9428 9547 9586 9605 9611 9625 9663 9666 9679 9704 9715 9792 9839 9845 9944 9949 10031 10110 10117 10249 10268 10310 10313 10319 10389 10464 10479 10600 10621 10693 10699 10721 10739 10746 10821 10903 10950 10974 10983 11048 11059 11080 11092 11158 11228 11282 11318 11323 11335 11451 11524 11526 11641 11652 11840 11854 11931 11972 11977 12002 12128 12140 12197 12224 12232 12247 12272 12412 12578 12611 12614 12616 12632 12742 12784 12822 12862 12889 12897 12937 12948 12990 13005 13033 13048 13108 13160 13182 13272 13293 13296 13314 13367 13394 13439 13477 13494 13596 13597 13604 13655 13658 13664 13689 13886 14019 14032 14033 14060 14172 14194 14219 14311 14333 14346 14383 14395 14469 14487 14503 14526 14527 14622 14623 14728 14819 14866 14943 15043 15047 15056 15064 15087 15142 15149 15186 15230 15281 15290 15359 15426 15588 15681 15702 15731 15764 15789 15798 15827 15837 15866 15918 15969 15976 15985 16270 16351 16364 16402 16406 16403 16409 16591 16693 16804 16832 17016 17037 17041 17119 17130 17194 17205 17319 17382 17400 17454 17594 17642 17649 17651 17740 17851 17965 17981 18017 18031 18114 18116 18130 18162 18179 18260 18273 18362 18427 18453 18548 18600 18625 18630 18703 18752 18773 18861 18918 19049 19143 19146 19280 19299 19428 19456 19488 19546 19559 19586 19888 20027 20048 20088 20115 20128 20283 202S5 20311 20410 20505 20565 20586 20634 20701 20716 20828 20844 20900 20940 21007 21061 21429 21502 21548 21583 21633 21673 21676 21677 21680 21712 21730 21750 21922 22267 22315 22341 22356 22417 22457 22488 22567 22633 22686 22734 22858 22893 22921 22968 22973 23040 23082 23098 23163 23245 23278 23287 23304 23457 23528 23557 23571 23583 23603 23642 23667 23684 23743 23812 23905 23906 23974 hand had. mevrouw Stanbury?" .Stukken die betrekking hebben op een kleine bezit ting van Jane Wardle," antwoordde Mevrouw Stanbury met een blik vol minachting op Pike, die tegenover de getuigenbank stond en geen oog van haar afhad. „Zij is altijd een zuinige vrouw geweest en van wat ze heeft kunnen sparen, heeft ze een klein huisje gekocht als geldbelegging. Maandagavond vroeg ze mij of ik de documenten over dat huisje en haar testament eens wilde doorkijen om te zien hoe haar dochter achter zou blijven als zij er niet meer was. Ze had zelf geen verstand van dergelijke officieele papieren, zei ze. Ik nam ze mee om ze op mijn gemak door te lezen. Als u ze wilt zien ze liggen thuis in mijn schrijfbureau mijn zoon zal ze binnen een paar minuten hier brengen." „Ik geloof niet, dat we Sir Marston behoeven lastig te vallen," meende Sindal. „Wat mij betreft, is dat ten minste volkomen overbodig. Maar om op de zaak terug te komen, mevrouw Stanbury. U was dus omstreeks kwart over twaalf, half een, in de nabijheid van de Zwarte Klip. Heeft u toen iets bijzonders gehoord of gezien?" „Absoluut niet" „Niets gezien of gehoord van uw zwager?" Mevrouw Stanbury's hand kwam met kracht op den rand van de getuigenbank neer. „Ik weet van Sir Cheville'e aanwezigheid dood of levend op die plaats, niet meer dan u," riep ze woe dend uit Sindal vermaande mevrouw Stanbury om kalm te blij ven, ging zitten en keek Drayne aan. De vertegenwoordiger van het openbaaT ministerie verhief zich nogmaals van zijn zetel en hield de oogen weer gericht op zijn stafkaart. „U kwam van de Oostzijde van het dorp, nietwaar Mevrouw Stanbury, langs het pad aan den voet van de rotsen?" begon thans Mr. Drayne de ondervraging. Hij bewoog zijn vinger wijzend over de kaart en ging voort. „Dat is het pad, dat hier staat aangegeven; het loopt langs den voet van de Zwarte Klip. Ik wilde graag van weten, of u, sinds het droevig voorval, de plaats hebt gezien, waar het lichaam van uw zwager gevonden is?" „Ja, ik ben gistermiddag gaan kijken. De plek werd door de politie ^angewezen." „Hoe ver is het pad, waarlangs u liep, verwijderd van het punt, waar het lichaam lag?" „Ik taxeer een meter of acht." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5