BLUE BAND
PUROL
Kantongerecht te Schagen.
Raad Harenkarspel.
Raad
Warmenhuizen.
Smetten, Doorzitten
Stukloopen der Huid
Het Pad langs
de Klip
Zaterdag 20 Augustus 1932.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9127
I i I 1 I I Versch gek;
//lil 25 °/0 alle
HOLLAND'S
BESTE KWALITEIT
Versch gekarnd met
25 °/0 allerfijnste
Roomboter onder
Rijkscontrole.
jfTTING VAN DONDERDAG 18 AUGUSTUS.
afwachten geblazen.
De rij van weergalooze boosdoeners werd geopend op
dezen zomerschen dag door den 50-jarigen, beroeploozen
heer J. de K. uit de Jutterstad.
Genoemde seigneur werd beschuldigd dat hij op een
warmen Juli-dag in de nabijheid van de wereldstad
Warmenhuizen met z'n auto arbeider Duinmeijer van de
sokken had getuft. Verdachte is zoo ruiterlijk en be-
ikend, maar wijt het ongeval aan een hoopje zand. dat
aan den weg lag, daar men hier bezig was de weg
te herstellen. Verdachte offreert den Officier van Justitie
een keurige schets, aangebracht op een velletje post
papier alsmede een beschrijving van de éénacter.
De getuige Duinmeijer, alzoo de man waarop de
wagen zoo'n aantrekkingskracht uitoefende, vertelde ook
het een en ander over 't drama. Ook hij mag even
de schets bezien, maar aangezien hij niet tot de generale
6laf heeft behoord van ons dappere leger, snapt hij er
weinig van.
't Eind van het liedje is, dat de zaak over 3 weken
weer zal dienen, maar dan met meer getuigen.
Vol verwachting klopt ons hart
een kanaal-duiker.
In deze drukkende atmosfeer bracht het volgende
waterballet wel wat verkoeling. Vriend J. A. H., een
vormengieter van de Marinewerf te den Helder was
met zijn Crysler model 1845 tegen de veewagen aan-
getornd van café-houder Jan Bakker, die bij de Stol-
pervlotbrug gelegenheid biedt om de droge keel wat
te smeren. Heer Bakker had zijn l*4-tons wagen in rust
staan, maar de vormgieter goot het in een andere vorm
en duwde de vleeschwagen des heeren Bakker in het
Noord-Hollandsch kanaal.
Verdachte bekend het ten laste gelegde, hij piakte
eventjes de veewagen, die zoo brutaal was een duik
te nemen.
Getuige Bakker had f 92.5 schade en de verzekering
is Oost-Indisch doof.
Getuige Burger kwam juist met zijn karnemelkvige-
lante aan rijden om de ongewenschte liefkoozing te
kunnen aanschouwen.
Daar alles precies klopte vroeg het O. M. 25 gulden
dokken of 25 dagen met verlof. De officier was minder
scheutig en gaf f 20 of 20 dagen.
EEN DUUR SLEEPJE.
Niet verschenen was de heer J. P. L, die waarschijnlijk
met vacantie naar Monts Carlo is gegaan.
Vriend L. staat als verdachte terécht terzake dat hij
op een Juli-avond om 11 uur zich te Anna Pau-
lowna met een onvoldoend verlichte auto op den weg
bevond. Er brandde maar één lampie en hij sleepte
nota bene nog een onverlichte auto op de koop toe.
Hierdoor veroorzaakte L. een botsing met een motor,
waarop een paar tortelduifjes waren gezeten.
Als getuige komt voor het front de aanminnige jonk-
vrouwe Boerma. oud 24 lentes. Als de officier haar
vraagt of ze gehuwd ls, moet ze tot haar spijt ontken
nend antwoorden ('t wordt wel anders!). Zij vertelt boe
ze met haar boezemvriend Smit op 'n tuffie een toertje
maakte en de hakkepuf tot appelmoes werd gemaakt
door de botsing. Ze had haar blanke arm bezeerd, maar
nu was alles weer „kits".
Dan komt de 22-jarige „amant de coeur" van haar,
de heer Smit, monteur van beroep, naar voren om even
zoo te getuigen. Smit kreeg voor de contante betaling
een bloeduitstorting in de knie. Hun huwelijksbootje
was aan gort, wat een schade is van 140 guldentjes.
Het O. M. eischte voor deze roekeloosheid f 60.of
60 dagen brommen. De officier van justitie gaf hem
40 pop of 40 X 24 uur om 't af te leeren.
DIE KAN ZE BRUIN BAKKEN.
Dan een verzet-zaak, die vóór 3 weken ons ook
amuseerde.
Nu kwam de heer S. L., een 25-jarige bakker uit
B'horn zelfs eens een kijkje nemen. De vorige maal
zond hij zijn bloedeigen vrouw ter opluistering in. Deze
cadetjesman was veroordeeld tot f 50 of 50 dagen,
omdat hij de 17-jarige Bregje Vader met fiets en al in de
sloot had gewerkt bij Oudesluis. Dezo boete was hem
te hoog en hij laat zioh geen kaas van zijn warme
bollen eten. Dezelfde getuigen worden gehoord, die bij
hun eens gedane verklaringen blijven. Ons bakkertje
ontkent alles, (gelijk heeft ie!)
Hij denkt met brutaliteit iets te winnen, wat 't O. M.
hem niet ten kwade duidt. Eisoh is ten minste f 150
of 150 dagen in plaats van 50. maar de officier meent
dat jc zoo'n klant in eere moet houden en bekrachtigd
't vonnis.
Slotde bollenman gaat het hooger opzoeken.
Goede reis!
OP 'T VERKEERDE PAD.
Camera II. de 33-jarige A. S. uit Dirkshorn. staaf
terecht, terzake dat hij op een verboden weg met zijn
2-piiter reed, toen hü op weg was naar het koele water
van onze nooit volprezen Noordzee.
S. bekent 't. maar het gaat boven zijn pet. waarom
die dienaar van de Heilige Hermandad er 30 laat gaan
en hem pikt.
Van deze pik-theorie snapt niemand veel. maar het
O. M. moet toch eischen en vraagt f 1.of 1 dag. De
officier denkt om de schatkist en maaakt er f 3.
van of 3 dagen uitpuffen op Rijks kosten.
DURE BAARS.
G. V.. een 30-jarige landbouwer uit Oudkarspel, heeft
gevischt In verboden water. Mitsgaarders stond hij op
de bon. Hier vischt hij weer achter 't net. Eisch
f 6.— boete of 6 dagen vrij logies-ontbijt.
Vonnis 4 pop of 4 dagen naar de kaasstad.
EEN ONDEUGEND VROUWTJE.
De lieve 22-jarige E. K. komt wat zon brengen
in de zaal. Ze is een vroolljke Oudkarspelsche dienst
bode, die de euvele moed heeft gehad met 2 vriendinnen
op éen rij te fietsen. Dat mag nu eenmaal niet, schoone
maagd
Het O. M. wil haar ter nagedachtenis f 4.laten
sohuiven of 4 dagen vrjj van dienst geven, maar de
officier kan dat niet over zijn hart verkrijgen en deelt
haar zachtjes mee, dat ze f 2.kan neertellen of 2
dagen mag brommen.
DAT STOUTE BOLLETJE.
Weer komt een van Eva's dochters ons gezelschap
houden. Nu de 18-jarige A. V. van Schagerbrug, die
zonder licht reed op den openbaren weg. Ter verdedi
ging voerde ze aan dat haar bolletje was geknapt van
de electrische lantaarn.
Nu we toch aan 't knappen waren werd ze opgeknapt
met f 2.of 2 dagen, eisch f 3.of 3 dagen.
OP ZONDAG VENTEN
KOST JE CENTEN!
Achtereenvolgens stonden terecht de melkventers J.
B.; D. de Gr.: en P. B., allen uit Anna Paulowna. Deze
heeren hadden op een dag des Heeren melk gevent
in het .darp".
De officier wees voor de zooveelste maal op die idiote
wet. maar moest zich er tooh aan houden.
Het O. M. eischte tegen elk der verdachten f 3.of
3 dagen. Hier deed de officier geen water bij de melk
en liet 't zoo.
EEN VLIJTIGE BAKKER
IS 'S NACHTS OOK WAKKER.
Weer vereerde bakker S. L. uit E'horn ons met een
visite. Nu stond hij terecht omdat hij na bezetten tijd
in zijn cadettenfabriek had gewerkt. De hooge heeren
prezen zijn ijver. Eisch f 2.— of 2 dagen niet bakken.
De officier vond nu 50 centjes of 1 dag genoeg.
Een regiment verstekzaken hield ons nog langen tijd
gezellig bijeen, maar ten slotte was 't fini voor vandaag!
Dc Raad dezer gemeente vergaderde Donderdag
middag 18 Augustus 1932, ter behandeling van één
agendapunt n.1.: Geldleening voor dc tuindersvoor
schotten.
Voorzitter dc EdelAchtbare Heer H. Nolet.
Secretaris do heer Dam.
Aanwezig zijn alle leden.
Na opening worden de notulen der vorige verga
dering onveranderd vastgesteld, onder dankzegging.
Geldleening tuindersvoorschotten.
Aan de orde komt nu 't aangaan van een geldlee
ning ten behoeve van tuinderscredieten. Van Ged.
Staten is een schrijven ingekomen, meldende dat de
gemeente Harenkarspel van dc Provincie kan lee-
nen f20.000, tegen een rentevoet van 5% af te
lossen in hoogstens 20 jaar. De jaarlijksche aflossing
gedurende de eerste 5 jaar houdt verband met de
terugstortingen door de tuinders, die voorschot ont
vangen. Het restant moet m 15 jaar worden afgelost.
Voorgesteld wordt nu een leening aan te gaan van
f 20.000.
Voorzitter deelt dan nog mede, dat een particulier
bereid is f8000.— te leenen aan de gemeente tegen
zeer aannemelijke voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt dan besloten een
crediet aan te gaan met de Provincie voor een be
drag van f20.000, verminderd met de f 8000 die van
particuliere zijde zal kunnen worden geleend.
Ambtenaar Burg. Stand.
Van den heer Groot is ingekomen het verzoek om
ontslag als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
daar de heer Groot meent, dat een van de Wethou
ders als regel deze functie behoort.
Voorzitter dankt den heer Groot voor alles wat hij
als zoodanig deed en beaamt, dat steeds een der wet
houders ambtenaar is.
Benoemd wordt dan als zoodanig wethouder De
Vries met 10 stemmen; 1 stem blanco.
De rondvraag levert weinig belangrijks op, waar-
na sluiting volgt van deze spocdeischende vergade
ring.
De Raad dezer gemeente kwam in spoedeischende
openbare vergadering bijeen op Donderdag 18 dezer
om 5 uur n.m..
Voorzitter dc Edelachtbare Heer H. Nolet, burge
meester, secretaris de heer Rijs.
Aanwezig zijn alle leden.
Voorzitter opent met een woord van welkom deze
vergadering en wijst op de belangrijke besluiten die
hier genomen moeten worden in verband met steun
aan de noodlijdende tuinders.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is een schrijven van Burgemeester en
Wethouders van Alkmaar betreffende de opheffing
van de Arrondissements Rechtbank aldaar, waarin
verzocht wordt een verzoekschrift aan den Minister
van Justitie te richten, waarin erop wordt aange
drongen, de rechtbank te handhaven.
Do Raad kon hiertoe besluiten. Bijgevoegd zal wor
den en toelichting waarin gewezen zal worden op
de onbillijkheid dat 't veel drukkere arrondissement
Alkmaar zal worden opgeheven inplaats van Haar
lem. Voorgesteld zal worden Alkmaar's rechtbank
te laten en Haarlem op te heffen, waar toch Amster
dam blijft bestaan.
verzacht en geneest men met
In d oten van 30-60 en 90 ct. Tube 80 ct
Bij Apoth. en Drogisten
Gredietverleening.
Voorstel tot vaststelling raadsbesluit in zake cre-
dietverleening.
Ingevolge schrijven van den Minister van Econo
mische Zaken en Arbeid, moet opnieuw een raads
besluit genomen worden, waarbij Burgemeester en
Wethouders worden gemachtigd een renteloos crediet
van ten hoogste f20.000.te verleenen ten behoeve
van noodlijdende tuinders.
Met algemeene stemmen wordt dit voorstel goed
gevonden.
Een geldleening van f 20.000.
Vaststelling besluit tot het aangaan van een geld
leening. De benoodigdc gelden voor het verleenen van
tuinderscredieten ad f20.000.— zullen door de Pro
vincie aan de gemeente worden verstrikt.
Voorgesteld wordt te besluiten tot het aangaan van
een geldleeniug groot f20.000.— met de provincie
Noordholland, tegen een rente van en op de
oude, bekende voorwaarden.
Allen verklaren zich vóór het aangaan van deze
leening.
De winkelsluiting.
Nadere vaststelling van de verordening op de win-1*
kelsluiting. In verband met een schrijven van den
Minister van Economische Zaken en Arbeid wordt
voorgesteld de verordening op de winkelsluiting na
der te wijzigen.
Bedoeld wordt hier de algeheele sluiting voor alle
zaken op Zondagen.
Van de R.K. Middenstandsvereeniging „de Hanze"
is een adres ingekomen, waarin er sterk op wordt
aangedrongen de verordening in dien zin te wijzigen.
Daartegenover zond de Alg. Middenstandsvereeni
ging „Samenwerking" een verzoek in, of de raad zich
zuiver aan de wet zou willen houden, zoodat de
daarvoor in aanmerking komende winkels geopend
zouden mogen zijn op bepaalde tijden. Dc raad is
van meeening, dat al die diverse adressen en verzoe
ken nu maar eens moeten ophoudn een unaniem be
sluit men, de wet te handhaven. Wel kan desnoods
worden voldaan aan 't verzoek van de houders van
visch- en fruitwinkels om. zoo dat gewenscht wordt,
de openingsuren te veranderen van 812 v.m. op
48 n.m.
Met algemeene stemmen aldus besloten.
Een benoeming.
In de vacature, ontstaan door het bedanken van
mej. Slijkerman als onderwijzeres in het handwer
ken, wordt benoemd mej. De Wit met 4 stemmen,,
terwijl 3 stemmen worden uitgebracht op mejuf
frouw Krom.
Hierna volgt de
rondvraag.
De heer Slot wil gaarne dat de politieverordening
in dien zin wordt gewijzigd, dat losloopende eenden
na sluitingsdatum, na ernstige waarschuwing van do
eigenaren, door de politie mogen worden doodge
schoten. Al vinden de leden van den raad dit wel ecu
drastische maatregel, algemeen is men hekend met. de
groote schade, welke door de eenden in de erwten
o.a. wordt aangericht. Tenslotte wordt besloten, da
zaak nog eens nader te bespreken.
Hierna volgt sluiting.
itijd 25ct. pur pond
FEUILLETON.
UIT HET ENGELSCH VAN
J. S. FLETCHEB.
23
„Natuurlijk," zei Sindal lachend. „Dat heb ik Sir
Marston gisteren ook al verteld. Sir Marston is in de
laatste twee jaar, tot voor een maand of zes wegge
weest. anders had hij het zelf ook gezien. Inderdaad
liep Birch die gouvernante na! En ik heb hem en
Mademoiselle samen in de heide gezien. Ongetwijfeld
was hij tot voor korten tijd veel met haar samen,
totdat Sir Cheville op het tooneel verscheen. Toen
nou, ik denk dat hij wel begreep hoe alles verder ging.
Tegen rijkdom en een titel is ook al niet te concurreeren,
hé? En nu is Sir Cheville dood!"
„En honderdduizend pond valt Mademoiselle ten deel,
als het testament te voorschijn komt!" merkte Marston
droog op. „Hm!"
De twee audere mannen wisselden een beteekenis-
vollen blik en Marston zag dat.
„Krijgen jullie een idee is er iets verdachts met
Birch?"
Sindal keek weer naar Etherton.
„Och," zei hij, ,,'t is wel heel merkwaardig, dat Sir
Cheville Stanbury op zoo'n vreemde manier aan zijn
einde moest komen, nadat hij in zijn testament bepaald
had, dat hij een zeer behoorlijk bedrag naliet aan een
jonge vrouw, voor wie zijn eigen zaakwaarnemer zich
■blijkbaar levendig interesseerde! Zoover mij bekend is,
wist alleen Birch het juiste bedrag. En nu Sir Cheville
dood is, zal Birch wel zijn plaats innemen! Dat zou
ik er uit concludeeren."
„Wat moeten we doen?" vroeg Marston, „gaat u dat
aan de politie vertellen?"
„Dat zijn we nu juist niet van plan!" antwoordde
Sindal, met een blik van verstandhouding naar den
fabrikant. „Neen, Sir Marston, we zullen wat we weten
nog even voor ons houden! U moet aan niemand iets
zeggen zelfs niet aan uw moeder. Maar we zullen
Weabherhaw op eenige feiten wijzen. Waar is hij?"
„Hij inspecteert mijn kluiskamer aileen," zei
Etherton.
„Waarom doet hij dat?" vroeg Sindal. „Heeft hij eenig
idee
„Als hij er een heeft, dan zegt hij dat toch aan nie
mand!" merkte Marston op. „De meest gesloten kerel,
dien ik ooit gezien heb! Hij
Maar op dat oogenblik schoof Weathershaw de gor
dijnen uiteen en kwam opgewekt binnen, met den sleutel
van de kluis aan zijn vinger bengelend. Hij knikte Sindal
toe legde den sleutel voor diens eigenaar neer.
„Gauw gedaan!" merkte Etherton op.
„Ja," antwoordde Weathershaw. Sommige dingen knapt
men gauw op en andere niet."
,,'t Heeft zeker geen doel. als we u naar het resultaat
van uw onderzoek vragen?" polste Etherton hem.
„Absoluut niet, mijnheer! Ik zou 't u in geen geval
vertellen," lachte Weathershaw. „Ik vertel nooit iets
zoolang het onderzoek nog niet geëindigd is.
Sindal ging zitten en wees den detective een stoel.
„Nu, wij zijn dan niet zoo gesloten, Weathershaw,"
merkte hij op.
,Wij zullen je integendeel eenige feiten mededeelen.
Kijk dit eens!" ging hij door, op het plakkaat wijzend,
dat op Ebherton's bureau lag. „Weer een geval!"
Weathershaw las de groote, gedrukte regels zonder
eenig teeken van verrassing of belangstelling.
„Nog een belooning?" vroeg hij. „Ik zie, dat dit alleen
is voor het terugvinden van het testament. Wel, meneer
Etherton, als u dan ook nog vijfduizend pond uitlooft
voor uw verloren papieren, dan is er totaal vijftien
duizend pond in de waoht te sleepen: een niet onaardig
sommetje!"
Sindal keek naar de anderen; ze merkten allen wel
dat Weathershaw niets losliet.
„Uitstekend, kerel!" zei hij tot den detective. „Ver
borgen gedachten en een open vizier, nietwaar? En wat
ben je nu van plan om te doen?"
„Is een van de heeren hier lid van de Hallithwaite
club?" vroeg Weathershaw, het aanplakbiljet opzij schui
vend. „Ik bedoel die club, waarover bij het onderaiek
gesproken is?"
„Wij allemaal." verklaarde Sindal lakoniek. „Alle drie.
Etherton is al jaren lang lid, ik tien jaar. Sir Marston
is pas gekozen."
„Ik zou graag willen, dat iemand me daar mee naar
toe nam, dat is alles," zei Weathershaw.
Sindal keek op zijn horloge.
„Kom dan maar mee," verzocht hij. „We kunnen nog
net een trein naar Hallithwaite halen. Ga met mij op
de club lunchen."
Weathershaw ging met Sindal weg: en Etherton, nu
alleen met Marston, glimlachte raadselachtig,
„Diepgaande kerel is dat!" merkte hij op. „Ik vraag
me af wat hij in mijn kluiskamer uitgevoerd heeft!"
„Denkt u, dat hij het ons later zal vertellen?" vroeg
Marston.
„Ongetwijfeld! Daar kun je zeker van zijn: in ieder
geval is hij daar niet gaan rondkijken zonder een of
ander idee in z'n hoofd!" antwoordde Etherton.
Marston ging naar de deur.
„Ik moet gaan," zei hij. Ik heb nog een massa te
regelen, de begrafenis en zoo."
„Ja," beaamde Etherton. „Wanneer zal die plaats
vinden
„Zaterdag," antwoordde Marston.
„Kan ik iets voor je doen?" vroeg Etherton. „Laat
't me dan maar weten."
Marston knikte en ging weg. Het nieuws, dat hij juist
van Sindal gehoord had, verwonderde hem. Vanaf het
oogenblik dat hij, Marston, bij hem was gekomen, na'
den dood van Sir Cheville, had Birch zonderling ge
daan; zijn gedrag bleef mysterieus, zoodra men hem
begon te verdenken. Was er misschien een of ander ge
heim tusschen Birch en de Francaise? wisten die
twee meer dan ze zeiden? was de waarheid nog niet
aan het licht gekomen? was er een geheim plan
geweest, een
Nadat hij de weverij verlaten had, liep Marston de
heuvel op naar „Low Hall", met het doel Letty op
te zoeken, voordat hij naar Winterfold terug ging.
Halverwege den top, waar een paar oude hutten tegen
een groep iepen stonden, hoorde hij zijn naam roepen
en omkijkend, zag hij een van de boschwachtei-s van
zijn gestorven oom, een man op leeftijd, Garrett ge-
heeten. Hij was bezig geweest in het tuintje voor zijn
huisje, had zijn schop neergelegd en liep nu snel naar
het pad.
Marston wist. dat de oude man het grootste deel van
zijn leven in Sir Cheville's dienst had doorgebracht en
wendde zich dadelijk naar hem toe.
„Wat is er Garrett?" vroeg hij, toen ze in de schaduw
van de iepen bij elkaar stonden. „Kan ik iets voor je
doen?"
Garrett, een rustig, bezadigd man, keek voorzichtig
om zich heen, toen hij den nieuwen baronet naderde
en tikte tegen zijn pet.
„Ik zou even met u willen praten, Sir Marston," begon
hij op zachten toon. „Ik had er eerst over gedacht gister
avond naar u toe te komen, maar ik dacht, dat u het
al druk genoeg zoudt hebben en ik wist wel, dat ik u
binnenkort toch hier of daar zou zien. Ik moet u iets
zeggen, Sir Marston
De oude man zweeg toen.
„Je wilt me iets vertellen in vertrouwen?" zei Marston
begrijpend.
„Juist, mijnheer," antwoordde Garrett haastig. „Dat
is het, Sir Marston, maar het blijft tusschen u en mij,
meneer. Niemand moet er iets van af weten, tot u het
tijd vindt om ermee voor den dag te komen dat laat
ik aan u over."
„Heel goed, Garrett!" verklaarde Marston. „Het blijft
tusschen ons. Wat heb je op het hart?"
De oude man leunde tegen de heg en keek peinzend
over de heide voor hen.
„Sir Marston!" hernam hij op zachten toon. „U weet,
dat ik een van uw oom's opzichters ben geweest, jaren
lang minstens veertig jaar. Ik ben heelemaal van
streek door zijn dood, ik ben er gewoon kapot van.
Vooral, nu het zoo gegaan isEn nu zal ik u wat
vertellen, meneer, er zijn nu eenmaal van die dingen
die gezegd moeten worden, of je wilt of niet! Het is
dit, meneer er zijn een paar eigenaardige dingen
in verband met den dood van Sir Cheville, daar ben
ik zeker van. Ik was gistermorgen bij het onderzoek
en ik luisterde en luisterde, maar wat ik daoht tc hoo-
ren, werd verzwegen. En als de reelater liet niet vpgfi