KOOPT
Het Pad langs
de Klip
Ingezonden Stukken.
De moord te Naaldwijk
Sanjurjo ter dood
veroordeeld.
VlOff aJ&tijoC QSdspsA, funxdS'paJc^e.
Holland's beste stan-
daardmerk versch ge
karnd met 25 °/o aller
fijnste roomboter onder
Rijkscontrole.
Noordschanvoude, 24 Augustus 1932.
Mijnheer de Redacteur,
Namens de commissie uit de verschillende omroe
pen, verzoekt ondergeteekende beleefd opname van
het volgende.
Uit de verschillende omroepvereenigingen is een
commissie gevormd, welke zich ten doel stelt wer-
keloozen en daarmee gelijk gestelden en die aange
sloten zijn bij de Radiocentrales, maandelijks reduc
tie te verleenen op het abonnementsgeld. Hiertoe is
de samenwerking gezocht met de centralehouders
en hebben wij van de Firma Hart en Kuit volledige
medewerking ondervonden en zijn wij in staat ge
steld de abonné's aan de Oostzijde van den Langen-
dijk tegemoet te komen. Daarvoor onzen dank aan
genoemde firma, die wel op zijn plaats is. Tot ons
leedwezen is de centralehouder Schuitemaker niet
bereid de commissie met dit nuttig sociaal werk te
gemoet te komen en zijn dus de abonné's aan de
Westzijde daarvan verstoken. De verwachting dat de
heer Schuitemaker hiertoe alsnog bereid zou zijn
is jammer genoeg niet bewaarheid. En wordt ons
nuttig werk helaas voor de abonné's aan de Westzij
de onmogelijk gemaakt.
Bovenstaande wordt ook hiermede ter kennis ge
bracht aan de abonné's aan de Westzijde.
Bij voorbaat onzen dank, namens de commissie.
A. KWADIJK Jr., Voorzitter,
Noordschanvoude.
St. Maarten, 24 Aug. 1932.
Beleefd verzoekt ondergeteekende een plaatsje
voor onderstaande in Uw veelgelezen blad.
HET: WAAROM?
Ik zit zoo in jnijn eentje te mijmeren. Ik heb van
morgen heel wat menschen zien voorbij gaan met
borden en opschriften. Zij gingen naar Alkmaar te
demonstreeren voor hun en tevens de algemeene be
langen. Ik vraag mij af: Waarom? Ik tracht die
vraag op te lossen, goedschiks of kwaadschiks. Ik
kan niet, totdat ik in mij zelf zeg: Och, wat bazel
je toch. Ik vraag mij zelf af, waarom ik hier toch
over pijns. Ik haal mij de klacht van den bouwer
van Zaterdag jl. in uw blad geschreven, in mijn
hoofd. Ook daartegenover sctel ik mij weer de vraag,
waarom. Totdat opeens mijn oog valt op een adver
tentie, ook in de Schager, waar wordt aangekondigd
dat men voor -4 cent 3 K.G. aardappelen en 3 pond
snijboonen of slaboonen of 2 kooien of 3 krop andij
vie of 3 pond stoofperen kan koopen. Ik mijmer weer
verder en denk dan aan het vele werk en kosten
aan deze producten verbonden en denk dan: mag en
kan dat zoo nog langer voortgaan? Dan krijg ik een
antwoord, dat zegt: neen duizend maal neen.
Nu zie ik voor mij een groote fabriek met heel
veel arbeiders. De directie zegt de arbeiders aan dat
- zij genoodzaakt is door den nood der tijden het loon
met vijftig procent te verminderen. Nu zie ik ook
een heele groep arbeiders die zeggen: dat nemen wij
niet, voor niets werken dat kunnen wij niet; vanaf
Maandag gaan we in staking.
Voor niets werken gaat niet, maar, zoo vraag ik
mij zelf weer af, waarom werkt de tuinbouwer dan
wel voor niets? Wel tienmaal vraag ik, waarom.
Wie kan mij in hemelsnaam voor niets laten werken?
zoo vraag ik mij af. Waarom staken zij dan ook
niet?
Ik zie nu een groote plantage met een groot leger
van hazen en een even groot leger werkgevende land
arbeiders. Hun wordt niet een loonsverlaging aange
zegd. Zij worden genoodzaakt door den nood der tij
den voor niets te werken en niet allen voor niets
werken, maar tevens nog geld toegeven. En indien
zij niet meer hebben om bij te passen, wel aan, dan
teekenen zij een Staatsschuldbekentenis, om ook die
weer bij hun gratis arbeid toe te geven, om zoo
doende het Nederlandsche volk van voedsel te voor
zien. Maar, zoo vraag ik mij af welke macht, welke
baas, kan toch in hemelsnaoam deze menschen
dwingen voor niets te werken en nog geld toegeven?
Waarom? Ook over dit waarom zit ik te pijnzen»
totdat ik uit mijn binnenste een antwoord krijg, dat
luidt: Omdat deze werkgevende iandarbeiders niet
voldoende, althans onvoldoende zijn georganiseerd.
Want waren zij dat wel, zij zouden dan, evenals
die andere arbeiders uit die fabriek, hun eischen
kunnen stellen en zeggen: wij willen wel producee-
ren, maar dan loon naar arbeid ontvangen. Zoo niet,
dan zijn wij genoodzaakt, door den nood der tijden
op te houden met produceeren van voedsel. Dus met
andere woorden: het parasiteeren van en zeker deel
van het Nederlandsche volk van onze producten voor
niets, moet ophouden.
Nu reist bij mij de vraag weer, waarom ik dit alle
maal schrijf. Want het kan immers toch niet en
nooit geen werkelijkheid worden, dat een zekere
groep tuinbouwers eischen kan stellen Alléén om de
volgende reden niet: Als men hoort de uitlating van
een minister in de Harmonie te Alkmaar en als slot
deze spreker zei, dat al de tegenwoordige ellende
Gods hand is. En men weet, daar mag men niet
aan kr
Waarom ik dit allemaal schrijf, ik weet het niet.
Laten de betrokkenen zichzelf ook eens afvragen,
waarom het zoo is en het zoo heel anders kon zijn.
Geachte Red., bij voorbaat mijn welgemeenden
dgnk.
't Rijpje. H. V.
Rechtswezen.
Vijf jaar gevangenisstraf.
Jiispraak van het Haagsche Hof.
Het Haagsch Gerechtshof wees heden arrest in de
gisteren behandelde zaak tegen den 22-jarigen letter
zetter J. P.P Th. de B., die door de Haagsche Recht
bank wegens moord op de 16-Jarige Jacoba van der
Caay te Naaldwijk veroordeeld is tot 6 jaar gevan
genisstraf aoor te brengen in een bijzondere stra
gevangenis, met ter beschikking stelling van de
Regeering.
Het Hof heeft het vonnis der Rechtbank vernie
tigd en overeenkomstig de conclusie van het door
Dr. F. J. Soesman uitgebracht rapport den verdachte
veroordeld tot gcfbne gev.N renisstraf en deze op
gelegd voor den tijd van vijf jaar.
HOOFDPIJN NA HOOFDPIJN.
Nu er volkomen vrij van.
Een vrouw schrijft ons: „Ik zou iedereen, die aan
hoofdpijnen lijdt, willen aanraden om Kruschen
Salts te nemen. Voordat ik Kruschen gebruikte, was
ik bijna nooit zonder hoofdpijn. Maar sinds ik het
nu regelmatig neem heb ik nauwelijks meer hoofd
pijn gehad, waar ik uiterst dankbaar voor ben, want
hoofdpijnen kunnen iemand zich werkelijk ziek doen
voelen. Eiken morgen voor mijn ontbijt neem ik
steeds die kleine dosis Kruschen Salts in een glas
warm water, en ik voel me nu uitstekend."
Mevr. A. E. D.
Hoofdpijnen kunnen gewoonlijk worden toege
schreven aan een slechten toestand van de maag en
aan een gestadige ophooping in het organisme van
achtergebleven afval-stoffen, die het bloed vergifti
gen en de algeheele gezondheidstoestand benadee-
len. Verdrijf deze giften voorkom dat ze zich
ooit weer kunnen vormen en U zult nooit meer
eenige last hebben En dat is de manier, waarop Kru
schen Salts verlichting brengt voor hoofdpijnen
vlug en blijvend.
Kruschen Salts helpt de natuur om uw lichaam
volkomen* te zuiveren van alle achtergebleven, ver
stoppende afvalstoffen. Begin morgen direct met
„de kleine dagelijksche dosis" Kruschen Salts. Dan
zult U heel gauw hebben afgedaan met al uw hoofd
pijnen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle
apothekers en drogisten a f 0 90 en f 1.60 per flacon.
(Adv.)
Dcch later gratie verkregen en zijn vonnis
in levenslangen dwangarbeid gewijzigd.
Na de revolntiepoging ln Spanje.
Aanvankelijk werd uit Madrid gemeld, dat het
Spaansche hooggerechtshof Donderdag generaal
Sanjurjo, den leider van de laatste revolutionnaire
actie in Spanje, wegens rebellie ter dood had ver
oordeeld.
Voorts werd generaal Herrens tot levenslange ge
vangenisstraf veroordeeld en luitenant-kolonel Infan
te tot 12 jaar gevangenisstraf. Justo Sanjurjo, de
zoon van generaal Sanjurjo, werd vrijgesproken.
De doodstraf in levenslange gevangenis
straf veranderd.
Later werd echter gemeld:
Op aanbeveling van het kabinet heeft president
Zamora het doodvonnis tegen generaal Sanjurjo in
levenslange gevangenisstraf veranderd.
Geen gemakkelijk besluit voor de regee
ring geweest
Minister-president Azana verliet Donderdagavond
om 20.45 de particuliere woning van den president
der republiek, waarheen hij zich na den ministerraad
in het parlementsgebouw had begeven. Hij deelde
den persvertegenwoordigers de begenadiging van
Sanjurjo mede.
Naar het schijnt is het voor de regeering niet ge
makkelijk geweest tot het besluit te komen, begena
diging aan te bevelen. Op een zonder resultaat ver-
loopen ministerraad van Donderdagmorgen volgde
allereerst een bespreking met den president der re
publiek, waarbij men evenmin tot een besluit
kwam. Des m'ddags vond in het parlementsgebouw
wederom een ministerraad plaats, welke 2& uur
duurde en die ten 9lotte de beslissing bracht De re
geering had daarbij vele zaken te overwegen, o.a, dat
bij de begenadiging van den militairen leider van
den opstand ook de leiders van den opstand te Ma
drid niet konden worden geëxecuteerd In Madrid
is echter veel bloed gevloeid, dat in ieder geval bij
zondere maatregelen eischt
Het proces tegen de opstandelingen zal in het be
gin van de volgende week plaats vinden. Er zijn ver
schillende doodvonnissen te wachten.
Naar het schijnt heeft het feit dat slechts zeer
weinig verzoeken om gratie voor Sanjurjo zijn inge
diend, ook indruk op de regeering gemaakt. Onder
de afgevaardigden waren er velen, die onder alle
omstandigheden Sanjurjo wilden zien geëxecuteerd
Dia waren in de eerste plaats afgevaardigden van de
uiterst linksche zijde. Maar ook de gehec-le radicaal-
socialistische fractie had voor de doodstraf gestemd.
In verband met dit alles_ spreekt men dan ook
reeds van de mogelijkheid van een regoeringcrisis,
voor het geval nl. dat de beide radicaal socialistische
ministers mochten aftreden.
Ook de geruchten over een onmiddellijk voor de
deur staande omwenteling blijven hardnekkig de
ronde doen.
VRACHTAUTO TEGEN EEN BOOM.
Chauffeur door slaap overmand.
Te Ede, op den Arnhemscheweg, is een vrachtauto
van de Geldersche Packet uit Amsterdam tegen een
boom opgereden. De chauffeur was door slaap over
mand. Hij liep ernstige verwondingen op en is naar
het ziekenhuis teArnhem overgebracht. De auto
werd zwaar beschadigd.
n
Door de zee meegetrokken]
13-JARIGE JONGEN TE SCHEVENINGEN VER-
DRONKEN VOOR DE OOGEN VAN ZIJN
OUDER BROERTJE. OP EEN AUTO-
BAND ZEE IN GEDREVEN. RED
DINGSPOGINGEN MISLUKT.
Het is dezen zomer op de badplaatsen, vooral aan het
stille strand, een veel beoefende sport, om steunend o>
een opgeblazen autoband zich peddelend door het wa
ter te bewegen. Helaas is gebleken, dat deze sport vooi
niet-zwemmers en kinderen, gevaarlijk kan zijn.
Om vijf uur Donderdagmiddag waren twee kleine jon
gens aan het stille strand te Scheveningen bij vrij kal
me zee met een autoband aan het spelen. Om beurte
gingen zij er op zitten en lieten zich eenigen tijd ronddr
ven. De krachtige Oostenwind veroorzaakte evenwt
een bovenstroom in Zuidwestelijke richting, dus van d
kust af. Deze .stroom is een der knapen, een S-jarigei
jongen, noodlottig geworden, want opeens bemerkte zijl
oudere broertje, dat de band met zijn berijder zee
waarts werd getrokken. Toen de jongen aan den kan
zijn broertje attent maakte op het gevaar, was het al U
laat. Snel werd de band naar een landhoofd getrokken
Belde knapen riepen luid om hulp. Het ongeluk zou
waarschijnlijk nog goed zijn afgeloopen, wanneer di
wegdrijvende knaap In zijn angst niet van den auto
band was gegleden. Terstond begonnen politie en bur
gers reddingspogingen aan te wenden. Tegelijkertijd dal
iemand met een reddingslijn naar den drenkeling toe-
zwom, werd een der op het strand gestationneerde red
dingsbooten in zee gebracht. De zwemmer met de red
dingslijn bereikte den jongen iets eerder dan de boot,
zoodat de zwemmer trachtte het knaapje boven water
te houden tot men hem in de boot kon halen.
Reeds aanstonds bleek de jongen er zeer ernstig aan
toe te zijn: hij had veel water naar binnen gekregen
en gaf weinig teekenen van leven meer. Op het strand
heeft men nog geruimen tijd getracht met kunstmatige
ademhaling de levensgeesten op te wekken, doch het
mocht niet meer baten. Het oudere broertje was, zooalt
te begrijpen is, zeer overstuur en was aanvankelijk niet
in staat inlichtingen omtrent hun identiteit te geven.
Ter kalmeering Is de jongen liefdevol in de tent van
een der kampeerders opgenomen, terwijl de politie het
lijkje wegvoerde. Dit droevig ongeval moge een waar
schuwing zijn voor de velen, die zich zonder de zwem
kunst machtig te zijn, op een autoband ver in zee wa
gen.
In een vlaag van waanzin,
Achtjarig meisje door een jongeman
ernstig aan de oogen gewond.
Gistermiddag om vijf uur heeft de 23-jarige B. A
M. K. te Leiden in een vlaag van waanzin gepro
beerd zijn achtjarig buurmeisje J M. beide oogen
uit te steken. Hij overviel het kind in een brand
gang in de buurt van de ouderlijke woning. Met een
aardappelschilmesje heeft hij het kind onder het
linker en rechter oog een vrij diepe wonde toege
bracht. Een courantenbezorger is er in geslaagd den
man te grijpen en aan de politie over te leveren Hef
kind Is door den eersten hulpdienst naar het acade
mische ziekenhuis vervoerd, waar het geopereerd i?
om de oogen te behouden. K. is naar het gesticht En
degeest overgebracht.
NOODLANDING VAN EEN HELDERSCHE
VLIEGENIER,
BU een landing op het vliegveld Molenheide, te GA»®-
kwam het marine-verkeersvliegtuig F 8. bestuurd door
den korporaal-vliegenier Kronenburg, uit Den Helder,
in een kuil terecht en ging over den kop. Een wiel brak
en het toestel bekwam nog verdere schade, zoodat het
later door personeel van het vliegveld De Kooy ter
plaatse moest gedemonteerd worden. De bestuurder be
kwam geen letsel.
"""blue band
FEUILLETON.
UIT HET ENGELSCH VAN
J. S. F L E T O H E R.
HOOFDSTUK XVII
Chantage.
Indien Marston niet zoo diep in gedachten was ge
weest over de jongste gebeurtenissen en niet zoo met
gebogen hoofd naar Low Hall geloopen was, dan zou
Bradwell Pike, die zooals gewoonlijk zacht als een
kat kwam aansluipen, op zijn weg ontmoet hebben.
Maar hoewel Marston, Pike niet zag, zag deze hem wel,
en hij hoorde ook, dat Carret Marston aanriep. En toen
de baronet stil stond en zich omdraaide om naar den
ouden heide-opzichter te gaan, besloot Pike, die onver
zadigbaar nieuwsgierig was, het gesprek af te luisteren.
Hij trok dus zijn schoenen uit, kroop door de hooge
brem-struiken, tot achter de olmen en bevond zich toen
dicht bij de plek, waar Marston en Garret bij de heg
stonden. Ieder woord kon hij nu hooren.
De oude man en zijn nieuwe landheer spraken, zonder
te vermoeden dat er een luistervink in de buurt was.
En Pike's ingenieus brein was hard aan het werk. Hij
was er den geheelen morgen al over aan het prakkizee-
ren geweest, hoe hij 'n voordeeltje zou kunnen slaan uit
hetgeen hij wist van die Zwarte Klip-zaak: en hier
wat 'n geweldige bof was een nieuwe kans voor hem!
Uit wat de oude Garret zei, bleek duidelijk dat 't tegen
Birch en de Fransche juffrouw ging. En daar moest hij
van profiteeren!
Toen het gesprek geëindigd en Marston heengegaan
was, sloop Pike voorzichtig weg en liep naar huis en
dacht, zooals hij in z'n geheele leven nog niet gedacht
had. Zoo was hij in zijn overpeinzingen verdiept, dat hij
het maal, dat zijn hospita hem bracht, eerst onaan
geroerd liet; en toen hij het eindelijk zag, en met eten
klaar was, wist hij nie.t eens wat hij gegeten had, maar
zijn plan was voor elkaar.
„Wat ik doen moet", mompelde Pike, toén hij naar
het spoorboekje zocht, dat kan geen uitstel lijden."
Tot bij drieën was er geen trein naar Hallithwaite, en
onder 't wachten overlegde hij alles nog eens zorgvul
dig. En dientengevolge wandelde hij heel vrijmoedig,
even over drieën, het kantoor van Birch en Zoon bin
nen en vroeg naar den heer Holworth Biroh. Deze, die
weinig meer van Pike af wist, dan dat hij bij het on
derzoek een getuigenis had afgelegd, keek zijn bezoeker
koel aan; het was enkel uit nieuwsgierigheid dat hij
hem een onderhoud had toegestaan. Maar Pike was één
van die menschen, die door koelheid niet geïntimideerd
worden. Hij nam een stoel dicht bij het bureau van den
rechtsgeleerde en knikte hem toe met een vertrouwe
lijkheid. die Birch het voorhoofd deed fronsen.
„Middag, meneer Birch!" begon Pike; hij deponeerde
zijn hoed op den grond en vouwde zijn lange beenige
vingers om zijn knieën. „U kent me, en ik heb het een
en ander met u te bepraten. Zijn we hier veilig, me
neer Birch?" vervolgde hij, naar de deur van het privé-
kantoor kijkend. „Geen luistervinken in de buurt?"
„Wat wenscht u?" vroeg Biroh.
Pike stond plotseling op, ging op z'n teenen naar de
deur en opende die zachtjes. Toen hij er zich van over
tuigd had, dat die goed sloot en bedekt was met dik
groen vilt, en dat er nog een deur achter was, ging hij
weer zitten en grinnikte tegen Biroh, die nog boozer
werd dan tevoren. Hij ergerde zich aan Pike's gedrag,
maar hij had geen idee van wat er komen zou.
„Men kan soms niet te voorzichtig zijn, meneer Birch!"
merkte Pike op, weer met een vertrouwelijk knikje. „En
wat ik u te zeggen heb, gaat niemand anders aan!"
„Nu?" vroeg Birch ijskoud. „Wat is er?"
„Natuurlijk," zei Pike peinzend, „had ik wel naar de
politie kunnen gaan. Het zou ze wat waard zijn. te we
ten wat ik weet. En ook naar meneer Sindal, hier te
genover. En ook naar den jongen Sir Marston. Maar
bij nader inzien vond ik het beter, naar u te gaan. Tus-
schen ons gezegd en gezwegen, meneer Biroh, laat het
mij ijskoud, dat Sir Cheville dood is."
„Wat is het doel van uw bezoek?" vroeg Birch. Hij
keek zijn bezoeker scherp aan en de eigenaardige schit
tering in Pike's groene oogen viel hem op. „U hebt ge
dronken", viel hij plotseling uit.
Pike's dunne lippen krulden verachtelijk.
„Streng geheel-onthouder!" antwoordde hij. „Nooit in
mijn leven een druppel gehad. Neen, meneer Birch, maar
er is mij iets bekend, en u zoudt voor geen geld ter we
reld willen, dat iemand dat „iets" wist! Dat is alles."
Birch ging rechtop zitten en staarde Pike aan. Er
kwam een dikke rimpel In zijn voorhoofd. Hjj zei niets,
Pike zag het effect van zijn laatste woorden en ging
door:
„U hoorde mijn getuigenis bij het onderzoek?" vroeg
hij. zachter sprekend. „Wel meneer Birch, er zijn
menschen die niet alles wat ze weten, vertellen. Ik zou
veel meer hebben kunnen zeggen, over u."
Birch gaf nog geen antwoord en Pike boog zich dich
ter naar hem toe.
„Over u!" herhaalde hij. „En over dat Frangaisetje
Nu, meneer Birch?"
Pike zag dat zijn schot raak was. Birch schrok, de
kleur trok uit zijn gezicht weg. Het bleef even stil; toen
snauwde hij zijn onwel komen bezoeker toe:
„Vertel op!"
Pike grijnsde en wreef zich de lange vingers.
„Goed zoo!" antwoordde hij. bijna vroolijk. „Ik houd
er van. als een man de dingen onder de oogen durft te
zien. Prachtig, meneer Birch. Zooals ik zei, ik had heel
wat meer kunnen vertellen! U zult zioh herinneren, ze
vroegen mij of ik daar boven bij de Zwarte Klip nog
iemand anders had gezien gehalve Etherton en Mevrouw
Stanbury. Ik zei van neen, Dat was een leugen, ik
wilde het toen niet zeggen. Natuurlijk zag Ik nog ande
ren. U en Mademoiselle!"
Bjtoh. die tot op dat oogenblik onafgebroken naar zijn
bei|>eker had gestaard, kreunde even. keek van links
naar rechts, als een dier. dat In een val zit. Maar Pike's
doordringende oogen bleven op Birch gericht.
„U hebt me ook hooren zeggen, dat ik in den laatsten
tijd 's nachts dikwijls op de heide ben geweest," ging
hij door. „Precies. Wel, om u de waarheid te zeggen,
heb ik u en Mademoiselle elkaar dikwijls zien ontmoe
ten. Bij het boschje van Swales. Meestal om ongeveer
elf uur. U kwam vanuit het dal zij uit de richting
van het huis van den kolonel. Liefdes-afspraakjes niet
waar. meneer Birch? Nu, van zooiets ben ik ook niet af-
keerig! Maar was het niet jammer dat u op dien
specialen nacht, Maandagnacht, zoo diciht bij de Zwarte
Klip was? En op ongeveer dien bewusten tijd? Het
uur van den moord? Begrijpt u dat, als ik iets hiervan
zou loslaten, sommige menschen dadelijk zouden ver
klaren dat u... de moordenaar was."
Biroh, wiens handen slap op de leuningen van zijn
armstoel lagen, keek nu strak naar het tapijt. Toen hief
hij het gezicht op en Pike zag dat het bleeker was dan
ooit.
„Hebt u hierover met niemand gesproken?" vroeg hij
heesch. .Met niemand?"
„Weest u maar niet bang", zei Pike met een begrijpen
de blik. „Zoo'n gek ben ik niet! Dat. zou een leelijk
ding voor u kunnen worden. U begrijpt wat men zou
zeggen, dat u den ouden man naar de andere we
reld geholpen had om het meisje en haar aardig le
gaatje te krijgen. Natuurlijk. Nou, ik vraag u niet. of
u het niet of wel deed dat kan me geen lor schelen.
Ik vertel u alleen maar, wat ik weet. Dat hoeft niet
verder bekend te worden, meneer Birch. Ik kan me ge
rust houden aan wat ik gisteren getuigde. Om de waar
heid te zeggen ik legde er een beetje den nadruk op,
wat betreft Etherton en mevrouw Stanbury, om de ver
denking van u af te schuiven. Dat moet u bedenken,
als we^het eens worden, nietwaar?"
„Eens worden?" vroeg Biroh.
„Ja, als we tot zaken komen", antwoordde Pike opge
wekt. „Het is maar een kwestie van hoeveel. Snapt
Birch gaf geen antwoord en Pieke liet hem even na
denken. Maar toen het zwijgen hem lang genoeg had
geduurd, ging hij verder:
„Dat testament zal wel terecht komen," zei hij. „U
hebt het natuurlijk zelf. Daar twijfel ik niet aan. En
als de zaak in den doofpot Is, dan trouwt u met Made
moiselle en haar honderd duizend pond en alles komt in
orde. Dus kunt u best een beetje royaal zijn tegen
over mij."
Birch keek weer op. Hij had wat meer kleur in zijn
gezicht gekregen en hij sprak vlotter.
„U hebt ongelijk!" zei hij. „Ik heb 't testament niet.
Het is vanmiddag gevonden. Marston Stanbury heeft
het. Ze hebben het gevonden in het loketje van Sir Che
ville op de club, waar hij het waarschijnlijk Maandag
avond in gelegd heeft. U hebt het bij 't verkeerde eind."
Het was nu zijn beurt, Pike doordringend aan te kij
ken. Maar Pike kon vlugger denken dan Birch, en zijn
eigenaardig gezicht en sluwe oogen veranderden niet
van uitdrukking.
„Zoo?" zei hij. „Hindert niet, meneer Birch. Dat
maakt geen verschil ten opzichte van twee absolut*
feiten. Het eene, dat u en Mademoiselle MaandagnacM
om twaalf uur in de buurt van de Zwarte Klip waren;
ten tweede, dat er een legaat aan haar vermaakt is.
Daar is niets aan te veranderen, behalve natuurlijk..."
voegde hij er aan toe, met beteekenisvollen blik.
„Wat?" vroeg Birch.
„O, ik denk niet, dat ze het geld krijgt, als be
wezen wordt, dat ze betrokken was bij den moord op
den ouden man," zei Pike, met 'n zekere bestudeerde