RAAD VAN SCHAGEN. Vergadering van den Raad op Vrijdag 26 Augustus 1932, des avonds kwart over zeven uur. Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester; loco-secretaris de heer C, Mol. Afwezig de heeren Mr. Buiskool en Blaauboer, de laatste met kennisgeving van verhindering wegens ongesteldheid. Voorzitter zegt, één mededeeling te hebben voor comité. De notulen worden onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken en adressen. Ingekomen is het verslag over 1931 van de N.V. Spoor(Tram)weg WieringenSchagen, waaruit blijkt Jat het verliessaldo f 5891.36% bedroeg. Bericht van Ged. Staten, dat hetpresentiegeld voor de raadsleden op f 3 per lid is bepaald, idem dat met ingang van 1 Juli 1931 de jaarwedde der wethouders op f 400 voor elk is bepaald. Dankbetuiging van den heer L. Wurkum voor de bij drage in de onderwijskosten van zijn zoontje. De heer Van Nuland vraagt, wat B. en W. verder in deze hebben gedaan. Spr. was voor toestaan van de hulp. maar wcnschte eveneens pogingen zien aan gewend om subsidie van Rijk en Provincie te krij gen. Voorzitter zegt, dat de raad besloten heeft het afwijzend voorstel van B. en W te verwerpen en het verzoek van Van Wurkum toe te staan. Verder is er niet besloten. De notulen wijzen dit uit. De heer Van Nuland meent, dat volstrekt niet is uitgesloten om te pogen subsidie van Rijk en Pro vincie te krijgen. Voorzitter weet niet of dat kan, maar meent dat er niets op tegen is het te probeeren. Proces-verbasl van kasopname bij den gemeente-ont vanger op 29 Juni 1932. In kas was en moest zijn f 55620.16, waarvan f 43500 bij de Hoornsche Crediet- en Effectenbank en f 8704..31 op den postcheque- en giro dienst. Op 14 Juli was bij kasopneming van het gas- en electriciteitsbedrijf overeenkomstig boeken en bescheiden in kas f 8006.02. Jaarstukken der bedrijven. Ter voldoening aan het bepaalde in art. 265, le lid der Gemeentewet zijn de rekeningen der bedrijven over 1931 door het Verificatiebureau van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten onderzocht en deugdelijk verklaard. De saldi van de rekeningen bedragen: Electriciteitsbedrijf, batig slot f 44^7-74 Van dit bedrag zal een gedeelte van f 2500 ten goede komen aan de gemeentekas krachtens raadsbesluit van 5 April j.1. B. en W. stellen den Raad voor het resteerend be drag ad f 1967.74 te storten in het vernieuwingsfonds van het bedrijf. Grondbedrijf. Het nadeelig slot bedraagt 5361.58. In verband met het bepaalde in art. 16, 3e lid der be- drijfsverordening stellen B. en W. den Raad voor 1/5 gedeelte of f 1072.32 door de gemeente uit den gewonen dienst 1931 aan het bedrijf te doen uitkeeren. Gasbedrijf. Batig slot f 3494.S9. B. en W. stellen den Raad voor dit bedrag toe te voe gen aan het vernieuwingsfonds van het bedrijf. E ierveiling. De exploitatie van het bedrijf le verde over 1931 geen batig of nadeelig slot op. Alles voor kennisgeving aangenomen. Bijdrage in de kosten van de U.L.O. Overgelegd werden de beschikkingen van de verschil lende gemeentebesturen op het verzoek om een bij drage in de kosten van de U.L.O. De gemeenten Zijpe, Wieringerwaard, St. Maarten, Harenkarspel, Barsingerhorn. zegden een bijdrage van f 10 per leerling toe, de gemeenten Winkel en Anna Paulowna waren niet tot bijdragen bereid. De heer Schoorl informeert of het verzoek wel in den raad van Barsingerhorn is geweest. Uit een brief blijkt, dat B. en W. het niet aan den raad wenschten 'voor te dragen. Voorzitter zegt, dat hij 't niet weet. uit den brief is te concludeeren dat de raad niet heeft beslist. Als in Schagen B. en W. zoo iets te behandelen krij- |gen en zij staan er afwijzend tegenover, dan bren- igen zij het voor een beslissing in den raad. De heer De Vries meent te weten, dat de raad van iBarsingerhorn wel degelijk een besluit heeft geno- !men. Dan noemt de heer Schoorl dezen brief van B. en ,W. van Barsingerhorn misleidend. Spr. wil echter, als na onderzoek is gebleken dat de raad van Bar- rsingerhorn niet heeft beslist, nogmaals om finan- [tieelen steun vragen. i De heer Orsel wilook aan Anna Paulowna nog maals vragen. Spr. kan niet aannemen dat het de [bedoeling is zich te onttrekken, waar de kinderen [hier nog gratis leermiddelen krijgen. Voor Winkel, dat zelf een school heeft, is de af wijzing begrijpelijk en de heer Van Nuland vraagt waarom deze gemeente wel en bij Oude Niedorp niet 'is gevraagd. Zijn daar gen leerlingen? Voorzitter wil wel aan Barsingerhorn vragen, als blijkt dat de raad niets heslist heeft, maar niet aan iAnna Paulowna, dat wil spr. liever een jaar laten [wachten. Spr. noemt het wel een moreele plicht om Schagen in deze te steunen. Het is echter geen moe ien en daarom brengt spr. de gemeentebesturen die ^bijdragen hebben toegezegd, dank daarvoor. Teeke- 'mau van instemming. Een Jaar In de gemeente. De afdeeling Schagen van den Ned. Bond van arbei ders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf ver zocht m.i. de personen die nog geen jaar in de gemeente zijnde, doch die voor het inwerking treden der steun regeling in Schagen woonachtig waren, gelijk te stellen 'met hen, die reeds langer in de gemeente zijn; 2e de personen, die na de inwerkingtreding der steunregeling 'kwamen, in de gemeente, in ieder geval de rijkssteun toe te kennen, aangezien zij hier als Nederlanders toch Seker recht op hebben. De afdeeling verwacht, dat de gemeenteraad zal be grijpen, dat deze werklooze menschen, indien zij zonder «teun blijven, langzaam maar zeker door U worden uitgebuit. Naar aanleiding van dit verzoek merken B. en W. op, dat wat de vraag sub 1 betreft, de Raad deze bepaling heeft vastgesteld op grond van de omstandigheid, dat zooveel werklooze arbeiders uit andere gemeenten zich hier vestigden en het gevolg hiervan zou kunnen zijn, dat ingezetenen zouden worden achter gesteld. Overigens zou onze gemeente bij opheffing van dezen maatregel een aantrekkelijke plaats worden voor werk- loozen en steuntrekkers. Door te voldoen aan het sub 2 gevraagde, zou de ge- heele door den Raad vastgestelde regeling krachteloos worden gemaakt. Verder wijst het College er op, dat het reeds meer malen is voorgekomen, dat personen waarvoor de op heffing van de gewraakte bepaling wordt gevraagd, naar tydsgelang van vestiging te werk zijn gesteld ln de Wieringermeer, voor zooverre de plaatsen niet konden worden bezet door hen, die alhier langer dan een jaar woonachtig zijn. Op grond van een en ander stellen B. en W. voor op het verzoek afwijzend te beschikken. De heer Van Nuland vindt het optreden als nu geschiedt wel wat hard. Spr zegt dat deze maatregel door den raad vastgesteld, door het optreden van B. en W. terugwerkende kracht heeft gekregen, dat acht spr. verkeerd. Toen sommige menschen zich hier vestigden, was deze bepaling er nog niet en kon den zij er dus geen rekening mee houden en nu worden zij er eensklaps door getroffen. Spr. wil dat B. en W. voor die menschen van de bepaling af stappen. Voorzitter zegt, dat door de bijzondere positie waar in Schagen verkeerde, er hier veel menschen zich vestigden, die weldra zonder werk. op gemeentehulp aanspraak maakten. Dat gaf tot groote moeilijkhe den aanleiding en had tot gevolg, dat eigen men schen. die hier jaren woonden, achter gesteld zouden moeten worden. Waarom komen die menschen zich hier toch ves tigen? Zelfs menschen die elders werk hadden, kwa men naar hier. Zelfs nu, nadat de bepaling bekend is gemaakt, komen er nog menschen. Door tusschenkomst van den directeur van de ar beidsbemiddeling te Helder, dien wij daarvoor zeer dankbaar zijn. zijn er 20 werkloozen in de Wierin germeer te werk gesteld. Er is een lijst opgemaakt en 2.0 Schagers, die hier 1 jaar en langer wonen, er voor aangewezen. Er vielen echter van deze men schen uit en toen hebben B. en W. evengoed de men schen genomen die hier minder dan 1 jaar wonen, precies naar gelang van den datum van vestiging. B. en W. hebben hier dus zoo rechtvaardig mogelijk gehandeld. De heer Van Nuland erkent dat, maar blijft be zwaar maken tegen den maatregel door B. en W. ge troffen voor hen die hier reeds woonden, toen dat bekend werd. Dat noemt spr. hard. Wij kennen de redenen niet waarom of de menschen hier gekomen zijn en men kan de menschen niet aan hun lot overlaten. De heer Bakker is met de wijze waarop B. en W. dit alles regelen, zeer tevreden De menschen die hier minder dan 1 jaar waren, worden, zoodra dat maar eenigszins mogelijk is. door B. en W. te werk gesteld. Spr. meent, dat niet verder kan worden ge gaan, wil het niet op een fiasco uitloopen. Spr. wijst op de werken aan den primairen weg en het kanal dat zal. wat de werkverschaffing betreft, wellicht op een teleurstelling uitloopen. De heer Orsel is het echter met den heer Van Nu land eens. en er is iets hards in om deze menschen teleur te stellen. En spr. dringt aan op zoo mogelijk de meest soepele behandeling. Voorzitter meent, dat toch wel gebleken is dat dit geschiedt en ook de heer De Vries legt nog eens uit voerig uit, dat B. en W. zoo rechtvaardig en soepel mogelijk optreden. De heer Van Erp is het met het optreden van B. en W. eens. Spr. heeft de bekendmaking gelezen, die op deze bepaling betrekking heeft, spr. vraagt nog een paar maal plaatsing dezer annonce, al kost dat wat geld. Spr. informeert verder, in hoeverre het juist is wat de heer Bakker heeft gezegd over de te leurstelling wat het tewerkstellen van de werkeloo- zen aan primairen weg en kanaal betreft. Als dit juist is, vraagt spr. aan B. en W. in deze zeer actief te zijn. De heer Bakker zegt, dat de heer Van Erp hem niet heeft begrepen, hij heeft alleen bedoeld dat de werkzaamheden aan wegen en kanalen niet zooveel voortgang zullen hebben. Bovendien is Voorzitter zelf naar Kolhorn geweest en de besprekingen daar zijn voor hem zeer zeker ook niet onheteekenend ge weest. Voorzitter zegt, dat de latere besprekingen meer bevrediging gaven. Immers 25 van de arbeiders moeten uit Barsingerhorn en Schagen komen en voor 75 is er nog toezegging uit Barsingerhorn en Schagen zooveel mogelijk. Ook de heer Orsel geloofd, dat de heer Van Erp de bedoeling des heeren Bakker niet juist aange voeld heeft. Ja, ja. zegt de heer Van Erp, ik zal juist een dutje gedaan hebben. Het voorstel van B. en W. wordt nu aangenomen. Maatschappelijk hulpbetoon. De S.D.A.P.raadsfractie verzoekt ernstig ln over weging te willen nemen alhier een commissie van maat schappelijk hulpbetoon te stichten. Zij zijn er van over tuigd, dat zulks in de tegenwoordige tijdsomstandighe den noodzakelijk is. Ten eerste zijn zij van oordeel dat de werkzaamheden van B. en W. thans van dien aard zijn, dat er zeer groote belangen op den achtergrond wor den geschoven. Ten 2e is de verantwoording van B. en W. van dien aard, dat die onherroepelijk verlicht moet worden. Zij zijn gaarne bereid een en ander ter vergadering toe te lichten. Naar aanleiding van dit verzoek stellen B. en W. den Raad voor aan het verzoek van genoemde fractie te voldoen door instelling van een Burgerlijk Armbestuur, met ingang van 1 Januari a.s. Blijkens het ontwerp-reglement zal het Burgerlijk Armbestuur bestaan uit 7 leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door den Gemeenteraad. Jaar lijks treedt één lid af, het aftredende lid is herbenoem baar. De Gezondheidscommissie kan zich met het ontwerp vereenigen. Voorzitter zegt dat het hem spijt, dat er staat dat groote belangen op den achtergrond worden geschoven. Dit is niet juist. De heer Orsel: Dit is niet de bedoeling geweest. We willen niet het college van B. en W. op zijn fouten wijzen. We zijn er van overtuigd, dat het college zijn best doet maar juist door de vele werkzaamheden zullen er punten zijn, die niet voldoende kunnen worden onder zocht. Ik geef toe dat de uitdrukking, alhoewel niet zoo bedoeld, wat scherp is, maar ik hoop dat U me dit niet ten kwade zult duiden. De heer Bakker zegt het college van B. en W. dank baar te zijn voor de bereidwilligheid om 't adres hier te hebben willen brengen. Het is reeds eerder ons verlan gen geweest. Juist door de toename van steunaanvra gen is 't o.i. voor B. en W. ondoenlijk om een goed overzicht te hebben. Daarom geven wij dezen weg aan. Voorzitter dankt voor de goede en vriendelijke woor den. Het reglement ls zeer eenvoudig en daarom stelt Voorzitter dan voor dat 't geheel niet zal worden gele zen, maar dat degene die aanmerkingen- heeft, hiermee naar voren komt. De heer Schoorl zegt dit een formeele kwestie te vin den. Zoo vindt spreker in art. I van het reglement dat de samenstelling van de commissie is aan 't Burgerlijk Armbestuur, maar aan wie dan de eerste samenstelling, waar er hier geen B. A. is? Voorzitter zegt dat dit dan op een volgende vergade ring kan worden opgelost. De heer Schoorl: Ik kan me er anders over 't alge meen wel mee vereenigen. Wel wil ik vragen: Hebben B. en W. zich wel beraden over de jaarwedde van den aan te stellen secretaris-penningmeester? Zeer waar schijnlijk zal dit toch wel een gemeente-ambtenaar moe ten zijn, die pensioenbijdrage met zich brengt. Ik zou hiervan wel graag de kosten willen weten. Nogmaals, ik ben er niet tegen, maar loop er ook niet zoo warm voor. Ik vrees, dat zoo'n commissie zoo nu en dan in dividueel zal gaan werken, en dat brengt zeker wel meer kosten met zich. Er zal wel een tijd over heen gaan voor de commissie de noodige routine zal hebben, want elk geval staat op zich zelf. Maar mijn stem zal ik er niet aan onthouden. Voor alles vraag ik, welke jaarwedde de secretaris-penningmeester zal krijgen. Ik zou niet graag zien dat de kosten zoodanig werden, dat de men schen die moeten worden gesteund op kosten worden ge jaagd. Voorzitter: Ook mijn bezwaar was, dat deze instelling meerdere kosten met zich zou brengen. Een secretaris penningmeester moet worden gesalarieerd en een uit gebreide administratie zal moeten worden gevoerd. De jaarwedde moet niet zyn een levenspositie, maar iemand 1 met andere middelen van inkomen moet het er bij waarnemen. Maar nu de wensch zoo sterk wordt geuit wil 't college van B. en W. zich er niet langer tegen verzetten. Ik beschouw het dan als een gemeentebedrijf met eigen kapitaal en eigen kosten. Meer weet ik er ook niet van mede te deelen. De heer Van Nuland zegt, dat er maar eens rustig over moet worden "gepraat. Ik vraag nu, aldus spreker, af, of een commissie voor maatschappelijk Hulpbetoon wel noodig is. We hebben immers de noodige colleges en daarover is niets te klagen. Bovendien vraag ik me af: zijn wc met 't in 't leven roepen van zoo'n instelling niet op den verkeerden weg? U zegt, mijnheer de Voor zitter, wel, dat van alle kanten de wensch er naar wordt geuit, maar daarvan heb ik nooit iets gehoord en ik beweeg me onder alle gemeentenaren. Juist hoort men allerwege woorden van hulde aan 't college van B. en W: Men roemt zijn royale opvatting bij de wijze van bedeeling. Is dan de urgentie van 't geval wel aanwezig? Ik kan dat niet inzien. Mijn grootste argument er tegen is wel deze. Ik twijfel niet, of 't zal den gemeente veel meer gaan kosten, terwijl we er niet van doordrongen zijn, dat t voordeelen met zich zal brengen, 't Is wel 't moeilijkste onderwerp om zich in 'te werken; vele de licate gevallen zullen zich ook dan nog voordoen. U. bur gemeester, zijt reeds vele jaren in deze gemeente. U kent dit werk van zeer nabij. U is dus de aangewezen persoon en dan hebben we geen Burgerlijk Armbestuur noodig. Een nieuwe commissie zal van voren af aan moeten beginnen. Juist in dezen tijd, nu 't den ge meente finantleele offer3 zal kosten, moeten we een en ander goed overwegen. U zegt wel, dat de secretaris moet worden betaald. Maar dat ben lk nog niet eens. 't Is wel beroert, dat er van menschenliefde zoo weinig is te bespeuren, maar anders zou een persoon het wel be langeloos willen doen. Dan staat er ln art. 9. dat de ge meente zal worden verdeeld in wijken en dat de aan te stellen wijkmeesters in spoedgevallen zelf mogen hande len. Dit is iets, waar ik me heelemaal niet voor kan verklaren en na rype overweging moest ik besluiten, mijn stem er niet aan te geven. Voorzitter dankt den heer Van Nuland voor zijn waar- deerende woorden en zegt dat hij 't werk steeds serieus en met groote liefde heeft vervuld. Steeds pleegde ik, aldus Voorzitter, waar noodig, overleg met besturen en geneesheeren. Hoe dat dan met een commissie zal moe ten, weet ik niet. Vooral waar 't een kwestie is van ab soluut vertrouwen en groot geheim, lijkt 't me zeer moeilijk voor een commissie. Ook Voorzitter twijfelt niet of 't zal den gemeente meer geld kosten. Maar in den raad werden wenschen geuit, daarom wil Voorzit ter er niet tegen zyn. Ook de heer Van Erp. aldua Voor zitter, heeft wel eens gezegd er voor te voelen. De heer Van Era: Nou... Voorzitter: en w heb me er bij neergelegd. De heer Van Erp: Nu U mijn naam noemt, voorzitter, zal ik maar direct 't woord vragen. Op 29 Januari, dus voor de S.D.A.P. raadsfractie, heb ik er wei over ge sproken. Maar nu deel ik de bezwaren van de heeren Schoorl en van Nuland. Het college van B. en W. is ge heel ingewijd en de kosten, aan een instelling als hier bedoeld, verbonden, schrikken me terug. Bovendien t feit, #dat art. 24 zegt, dat de raad, wat betreft de reke ning en verantwoording alle rechten uit handen geeft kan me niet bevredigen, 't College van B. en W. geniet het volste vertrouwen en gezien de te verwachten kos ten ben ik er momenteel niet voor. Als later de tijdsom standigheden beter zyn en de gemeentefinanciën van dien aard zijn, dat we daarover geen zorg behoeven te hebben, kan mijn standpunt wellicht wyzigen. Straks zouden we dan een commissie van 7 personen hebben, die 't vertrouwen van den raad en vAn de ge meente moeten hebben. Ook dit moeten we niet uit *t oog verliezen. Ik ben er alzoo voor 't voorloopig zoo te laten als 't is. Den heer Orsel spijt het dat het voorstel zooveel tegenkanting ondervindt al kan hij de juistheid van de bezwaren niet ontkennen. Spr. wyst erop dat juist in verdere gemeenten i3 overgegaan tot instel ling van commissies voor maatschappelijk hulpbe toon en spr. begrijpt vooral het bezwaar van den heer Van Erp niet. Spr. dacht dat deze vorig maal geen bezwaar had en hij vraagt zich dan ook af of nu de bezwaren ér zijn omdat het voorstel van de S.DA.P.- fractie komt. Spr. herhaalt dat hij niet ontkent dat er bezwaren bestaan; spr. is altijd recht door zee gegaan. Maar de heeren moeten niet vergeten, dat er mis schien menschen zijn, die thans niet naar B. en W. gaan, maar zich weldra wel om hulp zullen wenden tot maatschappelijk hulpbetoon. Spreker had liever ge zien dat het hoofd van het reglement anders luidde, nJ. de raad besluit tot instellen van een instelling voor maatschappelijk hulpbetoon, liever dan een Burgerlijk Armbestuur. Den Voorzitter zijn gevallen bekend,, dat de men schen zich juist liever tot den burgemeester wenden inplaats van tot een kerkgenootschap. De heer Bakker zegt dat het de bedoeling van zijn fractie is om het Dag. Bestuur te ontlasten van de zware taak van de armenzorg. Als een instelling voor maatschappelijk hulpbetoon wordt gesticht, zullen men schen van alle richtingen daarin zitting hebben en bovendien, er wordt steeds overleg gepleegd met de berkgenootschappen. En als een dokter over een ziektegeval een verklaring afgeeft, dan zal de regeling dezelfde blijven als thans, of de burgemeester teekent of de voorzitter van maatschappelijk hulpbetoon, zal hetzelfde zijn. Spr. wijst erop dat Schagen een unicum is. waar het geen B. A. heeft en waar In andere plaat sen het B. A. wel omgezet wordt in een commissie voor maatschappelijk hulpbetoon, welk bezwaar is er dan om hier direct over te gaan tot vorming van een Instel ling van maatschappelijk hulpbetoon. Spr. geeft de verzekering, dat dan niet met kwistige hand zal worden uitgegeven. De gemeente zal in wijken worden verdeeld, de leden zullen dus de menschen kennen en mits goeden wil zal dus een goed geheel zijn te verkrij gen. Wat de kosten betreft voor den secretaris-penning meester, deze behoeven niet van beduidenden aard te zijn. Door den heer van Erp is gewezen op art. 24 maar ook B. en W. leggen eenmaal per jaar over de kosten van armenwezen. Spr. herhaalt dat het voorstel niet wordt gedaan, omdat B. en W. het niet goed doen, maar om dit college te ontlasten. Spr. is niet bang dat ér zoo veel meerdere kosten zullen komen. Het ls gebruikelijk dat ln een dergelijk bestuur alle richtingen vertegenwoor digd zijn en spr. hoopt dan ook, dat de raad het voorstel zal aanvaarden, tot heil van de steuntrekkenden. De heer Van Nuland verklaart den heer Orsel dat het hem niet uitmaakt van wien een voorstel komt. Door den heer Bakker is gesproken over de ontlasting van de taak van B. en W., maar wij als raadsleden hebben nooit de klacht gehoord, dat die taak, wat het armenwezen betreft, zoo geweldig zwaar is. Spr. vraagt of de heer Bakker, die nimmer wethouder is geweest, wel voldoende op de hoogte is van die taak. En spr. wijst er dan verder op dat de raad in comité meerdere malen over armenzorg heeft gesproken. Dat zullen we dan aanstonds missen en alleen een begrooting en reke ning kunnen goed- of afkeuren. Juist omdat de raad sa mengesteld is uit personen van alle groepen en maat schappelijke klassen, wil spr. de tegenwoordige* regeling handhaven. We weten zeker dat het niet zal verbete ren, maar wel .verslechteren. De heer Orsel wijst er den heer Van Nuland op, dat te Alkmaar, met medewerking van de Roomsch-Ka- tholieken een commissie voor maatschappelijk hulpbetoon is opgericht. En al zal het dan wat meer kosten, daarvoor zullen de gevallen grondiger worden onder zocht, dan nu uit tijdsgebrek het geval kan zijn. De heer Van Erp zegt dat de heer Orsel tot spr. de de opmerking maakte, dat wellicht de bezwaren bij spr. gelden omdat het voorstel van de S. D. A. P.- fractie kwam. Spr. merkt op dat door hem meerdere malen de belangen van de S.D.A.P.-ers beter gediend zijn dan, door d« voormalige S.D.A.P.-fractie. Spre ker hoopt dat de heer Orsel van hem zal aanemen dat elk voorsel, van wien ook afkomstig, en dat spr. in het belang van de gemeente acht. door hem zal worden gesteund. Spr. wijst op de plicht van elk raadslid dat wanneer er een of ander geval is. dit onder de aandacht van B. en W. behoort te worden gebracht. Spr. heeft nog heel weinig gehoord dat hier iemand gebrek lijdt. Daarom wil spr. het voor loopig maar in handen laten van B. enW. De heer De Vries is getroffen door de waardeeren- de woorden die tot B. en W. zijn gericht. De reden, dat spr. voor een B. A. is is dat het college van B. en W. bestaat uit 3 personen en de vraag bij spr. wel eens rijst of zy wel voldoende op de hoogte zijn van de nooden en behoeften der gemeen tenaren. Daarom acht spr. een grooter commissie ge- wenscht. een commissie waarin het stilzwijgend is. aan genomen, dat die zal bestaan uit vertegenwoordigers van alle lagen der bevolking. Spr. wijst op de groote verant woordelijkheid van B. en W. in uiterst moeilijke gevallen. Die verantwoordelijkheid is de 3 menschen boven 't hoofd gewassen. De heer Orsel heeft met genoegen de verklaringen van de heeren Van Nuland en Van Erp gehoord en zegt dat men ook ln dit opzicht steeds op den steun zal kunnen rekenen. Spr. hoopt zoo lang mogelijk in vrede te leven. De heer Van Erp wijst er den heer De Vries op, dat de raad met B. en W. de verantwoordelijkheid draagt. De heer Schoorl zegt dat de besprekingen hem ln verbetering hebben gebracht. Spr. was niet voldoen de ingelicht over de kosten en spr. vreest dat het een belangrijke som zal kosten. Als er klachten wa ren over de wijze waarop het armenwezen verzorgd werd, dan zou spr. er anders over denken, doch zelfs de aanvragers zijn niet anders dan vol lof over die wijze. Het bevreemdt spr. dat men dan op verande ring aandringt. We moeten in dezen tijd geen dingen doen die geld kosten en waarvan men niet zeker is dat ze verbetering brengen. Wat de vrees betreft dat de taak 3 menschen boven 't hoofd is gegroeid, spr wijst op de samenwerking met de kerkelijke armbe sturen. Spr. stapt dan ook nu verder van de zaak dan in de eerste instantie. De heer Bakker zegt dat hij nu reeds 3 jaren de rekening der gemeente heeft nagegaan en de com missie getroffen was door het respectabele bedrag voor ziekenzorg en armenwezen en het kras werd ge vonden dat die verantwoordelijkheid op B. en W. be rustte. Wij wisten echter dat de Voorzitter erop ge steld was die verantwoordelijkheid te houden, doch door de tijdsomstandigheden is die verantwoordelijkheid nog grooter en stelt de S.D.A.P.-fractie voor B. en W. te ontlasten. De heer Stam vraagt of het noodzakelijk ls dat de secretaris-penningmeester gesalarieerd wordt, het Is liefdewerk. De heer De Vries denkt niet dat het werk gratis zal worden gedaan. De heer Stam wil die kosten dan maar besteden aan armenzorg. De heer Klaver zegt dat waar hulde aan B. en W. wordt gebracht voor de wijze waarop zij het armen wezen verzorgen, maar begrijpt dan niet waarom verandering noodig is. Nu wenscht een der wethouders ontlast te worden. De heer De Vries: Niet om het werk, maar om de verantwoordelijkheid. De heer Van Nuland wijst er den heer De Vries op dat als men wethouder is, men alle verantwoordelijk heid draagt. De heer Klaver wijst er dan verder op dat als de armenzorg door 7 menschen wordt behartigd, zij goed zullen moeten zwijgen. De zaken moeten geheim en coulant behandeld worden, soms zoo dat de men schen zelf niet weten dat ze door het B. A. worden geholpen, want anders zouden ze de hulp niet accep teeren. De Voorzitter onderstreept de opmerkingen van den heer Klaver. Het voorstel van B. en W. wordt verworpen met 6 tegen 3 stemmen, voor stemden de heeren De Vries, Orsel en Bakker. Goen adhesiebetuiging. I>e gemeente Jisp verzocht adhaesie aan hare pogin gen om een steunregeling voor noodlijdende bedrijven te verkrijgen en verlaging van tarieven van het P.E.N. en het P.W.B. B. en W. stellen voor het verzoek voor kennisgeving aan te nemen, uit overweging dat deze pogingen behoo- ren uit te gaan van andere organisaties, bijv. Vereeniging van Pluimveehouders, de Hollandsohe Maatschappij van Landbouw, de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten e.d. Aldus wordt besloten. Door de vereeniging voor Chritselijk Nationaal School onderwijs alhier werd gevraagd om een voorschot op de vergoeding bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 over 1932, en wel naar een aantal van 76 leerlingen en berekend naar de kosten van f 10.80 per kind. B. en W. stellen den Raad voor overeenkomstig de overgelegde berekening aan de bovengenoemde vereeni ging een voorschot toe te kennen van f 437.76, uit te betalen in twee termijnen. De heer Orsel vindt het jammer dat de gemeente ook moet btealen voor de buitengemeenten. De Voorzitter merkt echter op dat dit weer wordt verhaald. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. De Noorderstoomtram. Ingekomen is het verslag der N.V. Noorderstoomtram- wegmaatschappij over 1931. Het dividend zal bedragen 2pet. te betalen in twee termijnen. Naar aanleiding van dit verslag merken B. en W. op, dat h.i. tot opheffing van de tram SchagenWarmenhui- zen nog niet behoeft te worden overgegaan, daar als dividend nog 2% pet. kon worden uitgekeerd. Opheffing zou naar de meening van B. en W. met het oog op uitvoering van kanaalplannen thans ontijdig zijn te meer daar de tram in deze streek de eenige vervoer- gelegenheid is. B. en W. stellen voor het verslag overigens voor ken nisgeving aan te nemen. De Voorzitter deelt mede, verleden Maandag ln Alk maar een vergadering van de N.V. Noorder stoom tramwegmaatschappij te hebben bijgewoond en bij de rondvraag deze kwestie ter sprake te hebben ge bracht. Er is breedvoerig over gesproken, maar er zal nog een afzonderlijke vergadering over deze zaak gehouden worden. Spr. heeft aan de wethou ders gevraagd met hem mede te gaan naar die ver gadering, omdat een voltallig college daar gewenscht is. Wat het 2% dividend betreft, moet spr. opmer ken, dat die dividendbetaling verband houdt met de ga rantie van de spoorwegmaatschappij, het ls dus schijn die dividenduitkeering. De belangen van de gemeente zullen zooveel mogelijk door B. en W. behartigd wor den. zij oordeelen dat waar de wegen nog ln dezen toestand zijn, de tram niet gemist kan worden. Het verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. De rekeningen. Aangeboden wordt de gemeenterekening en de reke ningen der bedrijven over 1931. De gemeenterekéning sluit wat den gewonen dienst betreft met een batig slot van f 6251.44, de kapitaaldienet met een batig slot van f 7511.98. De commissie van onderzoek. Aan de orde is de benoeming van 3 leden, waarbij wordt opgemerkt, dat de heer Schoorl niet voor be noeming tot commissielid inaanmerking komt, omdat hij een gedeelte van het jaar 1931 wethouder is ge weest. Bij eerste stemming worden met meerder heid van stemmen benoemd de heeren Van Nuland en De Veer. De heer Van Nuland bedankt, de heer De Veer neemt de beoneming aa. Bij tweede stemming verkrijgt de volstrekte meer derheid de heer Baker, die de benoeming aanneemt. Bij de derde stemming wordt de heer Mr. Buiskool gekozen, aan wien bericht van benoeming zal worden gezonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 14