Raad Anna Paulowna.
Het rijk draagt niet bij in buurver-
laging. De finantieele toestand der
gemeente. 87a pensioensbijdrage.
De geldleeningsvoorwaarden van de
regeering maken belastingverhooging
noodzakelijk. 50 Opcenten op de
vermogensbelasting en de opcenten op
personeele belasting met 50°/o verhoogd.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 30 Augus
tus 1932, des middags 3 uur.
Voorzitter de heer G. J. Lovink, burgemeester,
secretaris de heer C. Keijzer.
Alle leden zijn aanwezig.
Na opening volgt lezing der notulen.
Naar aanleiding van de notulen vraagt de heer
Kuiken, of door den Voorzitter nog is nagegaan of de
rente door de bloembollenveilingsvereeniging niet be
taald kon worden. Spr. herinnert er aan, dat toen
over het crediet aan de veilingsvereeniging is gespro
ken, er op is gewezen dat er 73 deelhebbers waren,
waaronder mannen met ruggen. Was het nu niet mo
gelijk geweest dat die deelhebbers voor de te betalen
rente waren aangezocht, dat zou zijn geworden f 17
per persoon. Zooals het nu gaat, is het heel onplei-
Eierig en men raakt het vertrouwen kwijt. Steeds
Wordt de mooie kant van de zaak maar voorgedraaid,
maar de gemeente wordt er de dupe van.
De Voorzitter zegt dat de zaak der rentebetaling
een zaak van de veiling zelf is. Of de menschen sterk
genoeg zijn om de rente te betalen, spr. gelooft het
niet. ïn het belang van Breezand is het crediet ver
strekt en daarom ook in het belang van de gemeente
en spr. is nog altijd blij dat het gebeurd is.
De heer Kuiken is daar ook nog blij om, maar spr.
zou gewild hebben dat die mannen met ruggen hun
rug nu er eens onder gezet hadden. Met de Hobao zou
het niet gebeurd zijn.
De heer Keuris: Die vilt de menschen.
De Voorzitter: Die verklaart de menschen failliet.
De heer Smit zegt, dat des Zondags melk mag wor
den weggebracht door menschen die een winkel heb
ben en nu zijn er 3 menschen bekeurd. Melk is 'een
dusdanig artikel, dat spr. het gewenscht acht dat de
verordening in dat opzicht soepel wordt toegepast.
Melk is een behoefte voor kleine kinderen, enz.
De Voorzitter merkt op, dat hij in den aanvang de
verordening soepel heeft toegepast, maar in iedere
vergadering werd over het bezorgen van de melk ge
sproken en daarom wordt de verordening nu sterk
toegepast en heeft spr. tot de politie gezegd, de wet
te handhaven. De kantonrechter moet dan maar een
oordeel uitspreken.
De heer Smit zegt dat de kantonrechter het ook
niet zoo zwaar opneemt.
De Voorzitter zegt er nu niets meer aan te kunnen
Teranderen. Spr. vond eerst ook dat de melk voor
zieke menschen of voor kleine kinderen bezorgd dien
de te worden, maar toen er in iedere vergadering een
aanmerking werd gemaakt, heeft spr. een andere ge
dragslijn gevolgd. Met de warme dagen werd ook
ontheffing gevraagd, maar spr. heeft gezegd dat er
geen sprake van is, dat volgens de wet gehandeld
wordt^ Trouwens we kunnen er ook niet mee begin
nen, want tenslotte zit dan de een onder de klanten
van den ander.
De notulen worden onder dankzegging goedge
keurd.
Mededeelingen.
Aan den Anna Paulownapolder is een bijdrage van
40 verleend in de kosten van het éénmaal teren
van een paar weggedeelten bij wijze van proef, tot
een maximum-bedrag van f500.
Door het bestuur van den polder was medegedeeld,
dat aan aibeidcrs belast met het teren, een loon van
i i.per dag zal worden uitbetaald, aan de overige
arbeiders f 3.per dag. Het eenmaal teren zou f 1275
kosten, het tweemaal teren f 1000 meer en B. en W.
vonden het een bezwaar dat de gemeente 40 in de
kosten van tweemaal teren zou bijdragen. Voor een
proef werden de kosten te hoog gevonden. Daarop
heeft het polderbestuur bericht, dat dan genoegen zou
■worden genomen met een bijdrage van 40 s% in de
kosten van eenmaal teren en hebben B. en W. een
bijdrage tot maximum f500 toegezegd.
Aan den heer L. H. E. de Ridder is eervol ontslag
verleend, met ingang van 15 September a.s. uit zijne
betrekking van ambtenaar ter secretarie.
De Voorzitter zegt, dat het ons spijt, dat de heer
De Ridder, die op 15 December 1930 bij de gemeente
in dienst trad, ons zoo spoedig gaat verlaten. Daar
entegen verheugt het ons dat de heer De Ridder zoo'n
mooie promotie maakt. Hij heeft zich een zeer goed
'en bruikbaar ambtenaar betoond, en we hopen dat
het hem in zijn nieuwe gemeente goed zal gaan en
hij daar een mooie promotie zal maken.
De huur der woningen. Als er niet betaald
wordt, worden de bewoners er uit gezet.
Van den Minister van Binnenlandsche Zaken is be
richt ontvangen, dat de gevolgen van eventueele
huurverlaging geheel door de gemeente zouden moe
ten worden betaald.
De Voorzitter merkt op dat dit natuurlijk niet gaat.
Er zijn 66 woningen, zoodat de gemeente dan bij een
huurprijsverlaging van f 1.f3400.zou moeten be
talen. Dat kan niet, er is geen geld.
De heer Dekker zegt dat daar de menschen niet
mee geholpen zijn en dacht, dat de geheele Raad van
oordeel was, dat verlaging noodzakelijk is. De men
schen kunnen die hooge huur niet betalen en als
niet tot verlaging van de huur wordt overgegaan, zit
dit er aan vast, dat de huur niet meer betaald wordt.
De Voorzitter zegt, dat het zoo gemakkelijk niet
gaat, want als de l.uur niet betaald \vordt, komen die
bewoners op straat. Wij hebben het niet noodeloos
duur gemaakt. Er is voorheen hier steeds gezegd er
moet gebouwd worden en inderdaad er moest wat ge
beuren; de keten mochten niet blijven staan, maar
dan gaat het niet op om nu maar te zeggen, dat de
menschen de huur dan niet zullen betalen. Dat gaat
niet zoo gemakkelijk.
De heer Dekker weet dat wel, maar daar zal het
toch op uitdraaien.
De Voorzitter herhaalt dat de gemeente absoluut
niet kan betalen.
De heer Dekker „leent, dat er dan een middel ge
zocht moet worden.
De Voorzitter: Als u een middel weet, houden wij
ons aanbevolen.
De heer Dekker zegt zijn medewerking te zullen
verlccnen bij de belastingvoorstellen, die voor spr.
aanvaardbaar zijn, maar t.a.v. de huren moet er een
middel worden gevon.'.en.
De Voorzitter zegt, dat als men de begrooting na-
feiet, men wel tot de conclusie zal komen dat de ge
meente deze f 3000 niet betalen kan.
De heer Dekker wijst op de houding van den Mi
nister. Aan alle kanten wordt op versobering aange
drongen, maar t_t huurverlaging verleent de Minister
geen medewerking. De menschen moeten meer dan
y± van hun loon aan huur betalen. Spr. heeft er zich
over verwonderd dat de menschen dc huur steeds
hebben betaald.
De Voorzitter acht dit ereen verdienste, dat moet
ook gebeuren. Als ie niet betalen, worden ze op straat
gezet.
De heer Keuris merkt op, dat de heer De..ker vo
rig maal heeft voorgesteld dat de kwestie in Den
Haag zou worden besproken.
De Voorzitter zegt, dat dit zal gebeuren, spr. wil
graag alle moeite doen om wijziging in den huur
prijs te krijgen, want de huur is te hoog.
De heer Kuiken is het met den heer Dekker eens,
dat de menschen het niet kunnen betalen. Maar is
het hier niet het paard achter den wagen spannen?
Cérès was te duur, geen meter grond wordt er van
verkocht en spr. eelooft dat d.. Minister nu denkt,
redt jullie je nu maar. Daarom hebben dc heer Koorn
en spr. zich steeds met hand en tand teger. dien aan
koop verzet.
De Voorzitter: De heer Hoorn, voorzitter van de
Woningbouwvereenigine? Nu breekt mijn klomp!
De heer Kuiken zegt, dat toen reeds alles achteruit
ging en het is dan ook een heel aardige strop.
De heer Raven kan zich de houding van den Mi
nister niet indenken. De huur wordt op Ml gehou
den, terwijl de minister alle moeite doet om de loo-
nen tot f 12 per week te drukken. Dat is met elkaar
in strijd.
De heer Koorn is het met den 1 eer Dekker eens. Er
moet handelend ongetreden. De achterstand wordt
steeds grooter en alvoorzitter van de Woningbouw-
vereeniging kan spr. die verantwoordelijkheid niet op
zich nemen. Spr. dringt cr op aan dat de Woning
bouwvereeniging een vergadering houdt.
De Voorzitter zeg! dat de heer Koorn die vergade
ring dan zelf als voorzitter moet beleggen.
De heer Dekker zegt, dat de woningbouwvereeni-
ging zelf geen middelen heeft.
De Voorzitter acht het wel goed, dat de woning-
bouwvereeniging eens vergadert. Maar voor huursta-
king gaat de gemeente niet uit den weg, dan gaan
ze er uit. Dat is niet toelaatbaar, orde en regelmaat
moet er zijn.
De heer Dekker zegt, ook niet op huurstaking te
hebben gedoeld.
De Voorzitter: Neen, maar we hooren iets derge
lijks wel eens.
De heer Smit zegt, dat bijne alle categoriëen van
menschen worden geholpen en spr gelooft dat ook
deze menschen wel geholpen kunnen worden. Is het
nu niet mogelijk om een gedeelte uit de begrooting
te halen, om de kosten, verbonden aan huurverla
ging, daarmee te dekken? De menschen kunnen het
niet betalen en als ze tenslotte uit de woninger^ge-
zet moeten worden, zal het hard tegen hard gaan en
wordt het een benarde toestand.
De heer Rezelman zegt, dat de vergadering van de
woningbouwvereeniging toch niet gerechtigd is om
verandering in de huur te brengen zij heeft te zor
gen voor een sluitende exploitatierekening. De vraag
behoort dus meer bij den raad thuis.
De Voorzitter zegt, dat de woningbouwvereeniging
een verzoek -tot den Minister kan richten, welk ver
zoek door B. en W. kan worden gesteund en dat dan
één van de woningbouwvereeniging en een van B. en
W. naar Den Haag gaan.
Algemeen wordt dit gewenscht geoordeeld.
Verhaal pensioensbijdragen.
B. en W. deelen mede, dat ontworpen is eene ver
ordening tot verhaal van pensioensbijdragen, welke
om advies is gezonden aan de ambtenarenvereeni-
gingen. Het ligt in de bedoeling 8H te heffen, doch
met aftrek van f 1000.
De heer Komen dacht, dat het meer in de lijn lag
om de salarissen te herzien dan om pensioensbijdra
ge te helfen. Spr. weet er niet van dat hier een der
gelijk verhaal plaats vond en men heeft zich altijd
gesteld op het standpunt van premievrij pensioen.
De Voorzitter antwoordt, dat het tenslotte op het
zelfde neerkomt. Als de kortingen van het rijk tijde
lijk zijn, is het met pensioensverhaal gemakkelijker
te herstellen. Maar deze zaak wordt nog niet behan
deld.
Ged. Staten hebben de beslissing over het besluit
tot het aangaan van een geldleening voor het G.E.B.
verdaagd, de overige geldleeningsbesluiten goedge
keurd, evenals een suppletoire begrooting voor 1932.
Al deze mededeelingen worden voor kennisgeving
aangenomen.
Verlaging van jaarwedde.
B. en W. stellen voor tot verlaging van de jaar
wedde van den 2en ambtenaar ter secretarie van
f 1000 op f 800.
De Bond van Gemeente-ambtenaren achtte het ge
wenscht periodieke verhoogingen in uitzicht te stel
len, tot f 1000 en voor het bezit van diploma A {can-
didaat secretaris) een verhooging van -f50 toe te
kennen.
B. en W. gaan hiermede accoord en stellen dus
voor, het salaris te bepalen op f800, met vier één-
jaarlijksche verhoogingen van f50, waarbij alleen de
dienstjaren in deze gemeente doorgebracht, zullen
gelden en voorts voor het bezit van genoemd diplo
ma f50 per jaar.
De heer Smit vindt het eigenaardig deze jaarwedde
met f200 te verlagen. Het is wenschelijk in de plaats
van den heer De Ridder weer een goede kracht te krij
gen. Men spreekt wel over verlaging van den levens
standaard, maar als men bij iemand in de kost moet,
is een jaarwedde van f800 wel weinig.
De Voorzitter zegt, dat het toch betreft een jong
ambtenaar, die nog studeeren moet en als hij dan 4
dienstjaren heeft, geniet hij f 1000 en bij bezit van
het diploma direct f50 meer.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen.
De vacantictoeslag blijft.
B. en W. stellen voor tot intrekking van den va
cantictoeslag. te beginnen met 1933
De Bond van personeel in Overheidsdienst spreekt
zijn teleurstelling uit over dit voornemen en wijst op
de cultureele beteekenis van vacantje en vacantie-
toeslag. De Bond van gemeente-ambtenaren kan zich
met het voorstel van B en W vereenigen.
De Voorzitter rnerkt op: dat de vacantietocslag f 10
per jaar bedroeg. We moeten nu eenmaal bezuinigen
en dit is tenslotte een soort luxe.
De heer Dekker kan zich niet met het voorstel ver
eenigen. Het is een kleine bezuiniging, maar een die
juist de laagst-bezoldigd en treft Spr vindt de cultu
reele beteekenis veel grooter dan het bedrag dat de
gemeente er mee wint.
De heer Smit is het met den heer Dekker eens. De
toeslag is een jaar terug gegeven en het kost de ge
meente geen cent per inwoner per jaar. Meer dan
eens is gezegd, dat we trotsch kunnen zijn op onze
ambtenaren en spr. noemt bijv. Muntjewerf, het is
een buitengewone kerel, zoo netjes als de begraaf
plaats eruit ziet. Mogen we dien nu f10 vacantietoe-
slag onthouden?
De heer Kuiken kan wel met het idéé van B. en W.
meegaan. Alles wordt opgeschroefd, maar een ieder
heeft zijn plicht te vervullen. De ambtenaren hebben
een fatsoenlijk tractement. Van de burgerij heeft nie
mand vacantietoeslag en het kan niet lijden om een
dag met den pleiziertrein mee te gaan. We moeten
roeien met de riemen die we lubben.
De heer Smit wijst op de 8H verhaal pensioens
bijdrage, hoewel spr. die heffing met het oog op den
pensioensgrondslag beter acht d^n salarisverminde
ring.
De Voorzitter wijst er op, dat die cultureele waar
de meer slaat op ambtenaren uit groote steden. Die
moeten naar buiten kunnen. Wij moeten bezuini
gen en beschouwen dit als een soort luxe. Uit de
plattelandsche gemeenten gaat men niet zoo naar de
vacantie-oorden.
De heer Raven beschouwt het niet als een soort
luxe en als de menschen van het platteland in de ge
legenheid zijn, maken ze wel degelijk gebruik van de
vacantieoorden. Wij hebben zelf het geluk gehad, dat
een paar man naar het Troelstra-oord konden. En al3
de vacantie-toeslag wordt ingetrokken, zal men ver
plicht zijn in den polder te blijven.
De heer Stammes: Nou, nou, U moet het niet te
erg maken.
De heer Keuris deelt mede. dat hij in dit opzicht
een andere meening was toegedaan dan de andere
leden van het college van B. en W.
Als tot stemming wordt overgegaan, wil de heer
Rezelman blanco stemmen, doch er wordt op aange
drongen dat de heer Rezelman zijn stem voor of te
gen uitbrengt.
De heer Rezelman zegt, vorig jaar tegen den va
cantietoeslag te hebben gestemd, maar toen heeft
de meerderheid besloten vacantietoeslag te geven.
En als bezuiniging beteekent het voor spr. niets.
Met 2 voor en 9 tegen wordt het voorstel van B. en
W. verworpen. Voor intrekking stemden de heeren
Kuiken en Lubbert.
De belastlngschroef. 50 Opcenten op de
vermogensbelasting en de opcenten op de
personeele belasting met 50 verhoogd.
Aan de orde komt het voorstel van B. en W. tot
wijziging van de verordening betreffende de heffing
van personeele belasting en tot heffing van opcenten
op de vermogensbelasting.
In hun prae-advies zeggen B. en W het volgende:
Zooals bekend is heeft deze gemeente een kasgeld-
leening ontvangen van het Rijk. Bij de desbetreffende
ontwerp-overeenkomsten werd o.m. de voorwaarde
gesteld, dat op die leening moest worden afgelost, ten
laste van den dienst 1933 van het eerstopgenomen be
drag van f200.000, zestien duizend gulden en van het
daarna opgenomen bedrag .van f 20.000 f 1500, waar
bij als eisch werd gesteld dat die aflossingsbedragen
moesten worden gevonden uit de gewone middelen
der gemeente.
In de op 27 Juli jl. gehouden vergadering werd be
sloten tot het aangaan van verschillende geldlcenin-
gen, teneinde, wanneer het mocht gelukken, deze lee-
tiingen geplaatst te krijgen, de kasgeldleening bij het
Rijk af te lossen. Het totaal der in die besluiten ge
noemde aflossingsbedragen vooi het dienstjaar 1933
beloopt een bedrag van f7800 fbij een totaal der te lee-
nen sommen van f238861.60)
Het blijkt derhalve dat door het Rijk een extra
aflossing wordt geëischt van f9r00. waarbij dan nog
niet in aanmerking is genomen dat. door het Rijk
nog niet voorzien is in de. geheele kapitaal-behoefte
der gemeente.
B. en W. hebben pogingen aangewen i om de hier-
bovengenoemde zeer bezwarende voorwaarden in de
overeenkomsten met het Rijk gewijzigd te krijgen,
doch mochten daarin niet slagen Noodgedwongen
zijn daarna die overeenkomsten geteekend, waar
mede zij tevens voor de taak gesteld zijn, te zorgen
dat genoemd bedrag kan worien betaald.
Het is uitgesloten, dat een bedrag van f9700 op de
begrooting van 1933 kan worden gevonden, waar nog
meerdere uitgaven zullen worden gevraagd, verband
houdende met den nood der tijden. Genoemd bedrag
zal derhalve alleen kunnen worden verkregen door
belastingverhooging.
B. en W. stellen mitsdien voor te besluiten tot het
heffen van 50 opcenten op de vermogensbelasting,
waardoor een bate zal worden verkregen, naar de ra
ming van den heer Inspecteu. der Directe Belastin
gen van f 1500, waarvan 85 ten voordeele komt van
den dienst 1933 en :ot het verhoogen der bedragen ge
noemd in de verordening betreffende de heffing der
personeele belasting met 50 waardoor een bate zal
worden verkregen, eveneens naar de raming van ge
noemden Inspecteur van f9000.
De wijziging van de heffing der personeele belas
ting zal in den loop dezer maand moeten geschieden,
wil zij over het belastingjaar 1933 kunnen worden toe
gepast.
De Voorzitter merkt op dat door de regeering aan
verschillende gemeentebesturen, die geld wilden lee-
nen, de verplichting werd opgelegd In een hoogere
klasse voor de gemeentefondsbelasting te gaan. Die
dwang is ons niet opgelegd. Als we in de tweede klasse
gingen zou dat een meerdere ontvangst worden van
f 3000, ind e derde klasse van f 6000. Thans begint de
belasting bij een inkomen van f 800, bij plaatsing in de
tweede klasse zou ze beginnen met een inkomen van
f 700 en met de derde klasse met een inkomen van
f 600. De laagste salarissen zouden er dus het meest
door worden getroffen. B. en W. komen met een voor
stel tot verhooging van de personeele belasting, omdat
er nog zijn, die geen inkomen hebben doch die toch
goed ingericht zijn en op deze wijze dus wat belasting
betalen. Trouwens verleden jaar is het percentage
van 17 op 14 teruggebracht, pu wordt het dan 21 zoo
dat de verhooging feitelijk 4 pet. bedraagt. Wat de
vermogenbelasting betreft, voorgesteld wordt tot het
maximum te gaan. Er zullen ook hierbij menschen zijn
die 't niet kunnen missen maar tenslote kan niemand
het missen.
De heer Smit vindt het heel jammer dat deze voor
stellen worden gedaan. Spr .vreest dat zoo aan 't mel
ken wordt gegaan dat we tenslotte aan hot melken
raken onder droge koeien. Vooral wat de personeele
belasting betreft,^worden de menschen die de beenen
nog onder 't lijf hadden, veel te zwaar getroffen. Spr.
dacht dat er uit de begrooting nog wel wat was te
halen. Het wordt op deze manier wat bar. Het scheelt
ook nog veel op welke wijze een dienstbode wordt ge
houden. De een houdt haar uit weelde, de ander uit
armoede en als men dan voor een dienstbode nog
f 15.30 moet betalen en daarboven nog voor meu
bilair.
De Voorzitter vraagt den heer Smit wie er nu een
dienstbode uit weelde heeft.
De heer Smit noemt het een weelde als mevrouw
zelf onder de boomen zit en de dienstbode moet het
werk doen.
De Voorzitter: Men weet niet wat mevrouw te doen
heeft Spr. gelooft niet dat de heer Smit competent is
om dit te beoordeelen,
De heer Smit vindt in ieder geval 50 pet. veel te
erg en acht 40 pet. al erg genoeg.
De Voorzitter wijst erop dat we niet weten wat voor
winter we voor ons hebben. We hebben alle hoop dat
een extra aflossing niet noodig zal zijn, maar het be-
bedrag van f 9700 hebben we in ieder geval noodig.B. en
W. kunnen dat bedrag niet uit de begrooting vinden en
of nu 50 of 40 pet. wordt genomen, dat verschil is
zeer gering.
De heer Smit vindt den Minister een beetje onmen-
schelijk wat de voorgeschreven aflossing betreft. Als
er f 50.000 voor de bloembollenkweekers wordt gegeven,
moet de gemeente ook f 50.000 geven en het loon der
arbeiders worden bepaald op f12. Wij zitten hier
toch voor de gemeentehuishouding en wij moeten toch
probeer enrond te kunnen komen. Loonsverlaging en
uitkleeden wat de belasting betreft, we krijgen zoo een
rare scheeve boel.
De heer Keuris zegt dat als de gemeente in een
andere klase voor de fondsbelasting gaat, de laag
ste inkomens worden getroffen.
De heer Smit maant aan, voorzichtig te zijn met
de ramingen van den Inspecteur, want wat de vermo
gensbelasting betreft, er zullen er zijn die hun 2 a 3
kinderen op de boerderij moeten helpen en van die
menschen zal dan ook moeilijk wat te halen zijn.
De heer Komen oordeelt dat het thans het oogen-
blik is om de gemeente in een andere klas te rang
schikken, zoo mogelijk in de derde en in ieder geval in
de tweede klasse. Spr. heeft verleden jaar al op de
onbillijkheden gewezen wat de personeele belasting
betreft. oVor paarden en auto's wordt al een crisis
belasting geheven en om die nu nog eens met 50 pet.
te verhoogen. Spr. meent dat nu ook den anderen kant
maar eens aangesneden moet worden en niet alles op
de personeele belasting dient te worden gelegd. Het is
mogelijk dat er menschen zijn die een staat ophouden
en geen inkomstenbelasting betalen, maar of die men
schen nu 50 opcenten moeten betalen, is voor spr. de
vraag. Spr. geeft ernstig in overweging de 50 pet. voor
de personeele belasting te veranderen in 25 pet. en dan
veranderig te brengen in de classifcatie der gemeen
tefondsbelasting.
De heer Stammes ia het in groote trekken met den
heer Komen eens. Verleden jaar is de opcentenheffing
op de personeele belasting in verband met de onbil
lijkheden verlaagd. Straks is gezegd dat de menschen
geen 4% gulden kunnen betalen, welnu die menschen
zouden dan aanstonds weer meer personeele belasting
moeten betalen. Spr. vraagt zich daarom af of een
andere klasse van de gemeentefondsbelasting niet
voordeeliger zal zijn. En wat de belasting voor paar
den en auto's betreft, zou het straks niet zoo worden,
dat de menschen ertoe overgaan om hun auto's te
laten staan? De bedoeling van B. en W. is, om meer
dere inkomsten te verkrijgen, maar tenslotte zou het
wel kunnen blijken, dat men de kip slacht, die de
eieren legt
De heer Kuiken gelooft ook dat men tenslotte zal
afschaffen, waar de belasting vat op heeft.
De heer Raven is het er niet mee eens om de ge
meente in een hoogere klasse voor de gemeentefonds-
belasting te plaatsen. Door den heer Komen toch.
wordt gezegd, dat de belasting ook van den anderen
kant gehaald moet worden, maar spr. acht dit niet
mogelijk bij een loon van f 12 per week.
De heer Stammes: Die betalen dan geen inkomsten
belasting.
De heer Dekker is geen bewonderaar van de perso
neele belasting, maar thans gaat hij met het voorstel
van B. en W. mee, omdat er nu menschen worden go-
troffen, die in geen enkel opzicht zich iets behoeven
te ontzeggen en toch geen inkomstenbelasting betalen.
Bovendien, als de toestand zich wijzigt is deze begroo
ting 't gemakkelijkst te veranderen.
De heer Stammes: We komen hier niet voor ons
gemak!
De heer Rezelman is ook geen voorstander van ver
hooging der personeele belasting en meent dat we no4
niet voldoend den toestand kunnen beoordeelen. Er
zullen heel wat menschen zijn die een flink huis bo-
wonen en goed meubilair hebben, maar die toch geen
hoogere persoeele belastig kunnen betalen. In 't on
mogelijk om de opcenten op de gemeentefondsbelas
ting hooger dn 80 te stellen?
De Voorzitter zegt dat dit niet kan en het zou ook
onvoldoende helpen. Als de gemeentefondsbelasting
f 10.000 opbrengt, beteekent een verhooging met 10 op
centen nog maar een meerdere belastig ontvangst van
f 1000.
De heer Rezelman had gehoopt dat het zonder ver
hooging van personeele belasting kon. dat uit het ba
tig saldo van f 30.000 geput kon worden.
De Voorzitter zegt dat van die f 30.000 reeds f 18.000
opgesoepeerd is.
De heer Kuiken vraagt of deze voorstellen niet aan
gehouden kunnen worden tot de behandeling van de be
grooting.
De Voorzitter zegt dat dit niet mogelijk is en wijst
er den heer Komen op dat als de gemeente in de
tweede klas wordt geplaatst, dit een verschil van
f 3000 wordt, Als du sde heffing van opcenten op de
personeele belasting met 25 pet. werd verhoogd, in-
plaats van met 50 pet., zou de gemeente in de derds
klas moeten worden geplaatst. Spr. wijst op het ver
schil en noemt als voorbeeld iemand met f 800 inko
men. Deze betaalt nu f 1 plus 80 opcenten is f 1.80, bij
plaatsing in de tweede klasse f 5.40, bij plaatsing in
de derde klasse f 7.20. En bovendien moet dan reeds
belasting worden betaald respectievelijk bij inkomens
van f 700 en f 600.
De heer Stammes vraagt hoeveel de verhooging ech
ter bij het voorstel van B. en W. is van de personeele
belasting.
De Voorzitter zegt dat dit bij een huur van f 4.50 een
verhooging is van f 5.
De heer Komen zegt dat dit enkele gevallen betreft,
terwijl de heer Stammes opmerkt, dat menschen die
minder inkomen hebben dan het minimum aanslag-
ollchtige bedrag toch personeele belasting znillen moeten
betalen.
De heer Keuris zegt dat het geld er moet zijn en wat
de opcenten op de gemeentefondsbelasting betreft,
daarmee zijn we aan de grens, tenzij de gemeente in
een andere klas wordt geplaatst. Daarmee treffen we
echter de menschen met de laagste inkomens. Wel wor
den, met de verhooging van opcenten op de personeele
belasting ook menschen met de laagste inkomens ge
troffen, maar dat zijn er slechts enkelen. Daarom
meent spr. dat in dit geval de verteringsbelasting voor
verhooging in aanmerking komt.
De heer Koorn wijst op het feit, dat er menschen
zijn, die voor hulp noodzakelijk een dienstbode moeten
hebben, als zakenmenschen, en om daarvoor nu de be
lastlngschroef zoo aan te draaien, vindt spr. niet goed.
Het zelfde bezwaar heeft spr. t.a.v. de auto's.
De heer Stammes gelooft niet dat de belasting zal
worden opgebracht als door den Inspecteur geraamd.
De heer Keuris zegt dat we toch op de ramingen
van den Insnecteur af moeten gaan.
Het voorstel van B. en W. om de heffing van op
centen op de personeele belasting te verhoogen met
50 pet wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen,
tegen stemden de heeren Rezelman, Smit. Koorn, Ko
men en Stammes.
Het voorstel tot heffing van 50 opcenten op de ver
mogensbelasting wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
Op het verzoek van G. Tiel om vermindering van
schoolgeld wordt gunstig beschikt
Opnieuw worden vastgesteld de pensioensgrondsla
gen van enkele ambtenaren.
Waar het besluit was genomen dat een tijdelijke
geldleening bij de Hoornsche Bank zou worden ge
sloten tegen een rentevoet van IV* pet boven het
nromesso-disconto der Ned. Bank doch het geld nu
van het riik tegen 5 pet. rente verkrijgbaar is, wordt
het betrekkelijke raadsbesluit gewijzigd. De leening ad
f 239.000 uit de buitengewone middelen te betalen uiter
lijk 30 November 1933.
De rekeningen over 1931.
Aan de orde is de vaststelling der gemeenterekening
over 193L
De heer Smit is de rapporteur voor de co missie, die
de rekeningen had nagezien, omdat aldus deei de heer
Smit mede. de commissie had geoordeeld dat. hij die de
meeste praatjes had. rapport diende uit te brengen.
Spr. deelt dan mede dat over een drietal punten dc
commissie een opmerking had. In de eerste plaats was
opgevallen dat de sigaren steeds werden geleverd door
Mej. Schenk en het werd gewenscht geoordeeld de leve
ring te verdeelen.
In de tweede plaats werd opgemerkt, dat de benzine
steeds door Jonker werd geleverd, en waar deze reeds
een aardig inkomen genoot, werd het wenschelijk ge
acht ook deze levering te verdeelen.
De heer Stammes, mede-commissielid, zegt dat deze
opmerking is gemaakt los van het inkomen van Jonker.
De derde opmerking betreft de kwade posten van het
electrisch bedrijf. De commissie oordeelt dat er van deze
posten nog wel heel wat te verhalen is. want er is heel
wat bij van personen met een goed inkomen, doch die
den polder uitgaande, een flinke schuld achterlaten. De
commissie wil desnoods trachten de gelden per deur
waarder binnen te krijgen. Het bedrag der kwade posten
beloopt ongeveer f 3000.
En dan heeft de heer Smit zelf een vraag, n.1. de re
kening van f 1008 voor boomen geleverd door den heer
Pennekamp. Spr. vindt dat een heel bedrag en mijnheer
Keijzer heeft gezegd dat het hier betreft, boomen en
heesters geleverd bij het huls van den burgemeester.
De Voorzitter vraagt of den heer Smit dan niet is me
degedeeld dat het hier een levering van vorig jaar be
trof, wat den heer Stammes bekend was.