Het Onbereikte
Uit onze Omgeving.
Maatschappelijk werk.
50-Jarig bestaan van de Veemarkt
te Hoorn.
Een Samenspraak.
ANNA P AU LOW NA
ALGEM. VERGADERING B.K.C.
Als gewoonlijk was de opkomst van de leden en
vooral van de eerste elftalspelers niet schitterend op de
Alg. Verg. van Dinsdag j.1.
Voorzitter Kaan betreurde het voor de zooveelste
maal en wees er op dat zij die niet aanwezig zijn, dan
ook geen recht van spreken hebben ten aanzien van de
beslissingen die hier worden genomen.
De notulen werden door den 2en secretaris, den heer
T. Post, gelezen en zonder op- of aanmerkingen goed
gekeurd.
In deze notulen van de vergadering van 16 Juni jJ.
kwam speciaal naar voren het bedanken van den heer
A. Wcijers als secretaris en bestuurslid.
Wegens drukte waren we toen niet ln staat verslag
uit te brengen van deze vergadering. We voelen ons
evenwel verplicht enkele woorden van dank aan den
heer Weijers te wijden.
Vanaf de oprichting is hij bestuurslid geweest van
„B.K.C.", later „Breezand" en ,3-K.C." In al die jaren
heeft hij met zeer deskundige hand het secretariaat
beheerd. Op tallooze vergaderingen bleek zijn onver
droten liefde voor de voetbalsport en zijn medeleven
met het wel en wee der vereeniging sprak uit al zijn
daden.
Nu de moeilijke tijdsomstandigheden en de drukke
werkzaamheden hem dwinger van de voetbalsport af
scheid te nemen, moeten wij als tegenprestatie een
oprecht woord van dank tot hem richten!
Na de lezing der notulen wordt overgegaan tot de
behandeling van den beschrijvingsbrief voor de Alge-
meene vergadering van den N.H.V.B., die Zondag 4
September a.s. in „de Unie" te Alkmaar gehouden
wordt.
Op voorstel van het bestuur zal de heer C. Kaan,
voorzitter, afgevaardigd worden.
Niet bij alle punten wordt stilgestaan. De bestuurs
verkiezing de bezetting van de vacante plaats door
het bedanken van den heer Vlam ontstaan is een
kwestie die tot veel discussie aanleiding geeft.
Verzoeken zijn ingekomen van „Succes". „H.R.C." en
„Helder" om hun respectievelijke candldaten Oden,
Jansen en Al te steunen.
Ofschoon de vergadering opmerkt, dat de rechte
man op de rechte plaats in haar oog ontbreekt by de
c&ndidaten, besluit zij den heer Kaan op te dragen de
candldatuur-Oden te steunen en zoo mocht blijken dat
er geen voldoende belangstelling bestaat voor den heer
Oden, den afgevaardigde vrij mandaat te geven.
Dan wordt het voorstel, Ingediend door B.K.C., voor-
gelezen. Hierin wenscht de vereeniging dat strafzaken
met den meesten spoed worden behandeld, in elk geval
binnen zes weken, om daarna met den meesten spoed
te worden bekrachtigd door het bestuur en gepubli
ceerd in het Officieel Orgaan.
De kwestie-Huisman, die zoover de vereeniging weet,
nog nooit behandeld is, was aanleiding tot het voor
stel.
De voorzitter zegde toe al zijn krachten aan te zul
len wenden om te trachten deze zaak tot klaarheid
te brengen en de instanties die mochten hebben go-
faald op hun fouten te wijzen.
Verder werd den afgevaardigde vrij mandaat mee
gegeven.
Daarna was aan de orde een bestuursvoorstel om de
leden te laten uitspreken of Huisman nog verder mee
zou mogen spelen of niet Voor en tegen behoefden
niet uitvoerig te worden toegelicht, daar elkeen wel
wist hoe hij tegenover dezen speler als speler staat
Er werden 14 stemmen uitgebracht Twaalf stemden
*ÓAr. één tegen en 6en blanco.
Voorzitter Kaan hoopte dat Huisman het vertrouwen
dat hier op zoo ondubbelzinnige wijze in hem werd
uitgesproken, waardig zou zijn.
De rekening en verantwoording van den penning
meester toonde de volgende cijfers over het le half
jaar 1932.
Ontvangsten plus saldo 1 Januari f 465.50. Uitgraven
f 381.69. Saldo 1 Juli f 83.90. Ontvangsten over Juli
Augustus plus saldo 1 Juli f 187.70. Uitgaven Juli—
Augustus f 22.55.
Er is dus ln kas f 165.15. Rekening moet er nog ge
houden worden met de niet ontvangen rekening-cou
rant van den N.H.V.B.
De penningmeester verwacht hooge kosten dezen
winter, vooral door bussen.
Een voorloopige regeling wordt getroffen, waarbij
bepaald wordt dat de leden per eigen gelegenheid naar
Wieringerwaard. Julianadorp. Oudeslula en Den Helder
gaan. Andere plaatsen voorlooplg per kostelooze bus.
Door bedanken van de heeren Weijers en De Vries
(wegens vertrek) zijn twee vacatures ln de eltfal-
commissie ontstaan. Een plaats wordt door de ver
gadering aan den heer Overmeer toegewezfci. Voor een
vijfde lid zal het bestuur een geschikt persoon, liefst
uit Breezand, kiezen.
In de komende competitie komt B.K.C. met twee
hoogere en één adspiranten-elftal uit.
Opgegeven zijn aan den bond 25 spelers voor de
hoogere elftallen en 14 adspiranten. Op deze 39 kan ten
allen tijde worden gerekend.
De rondvraag gaf den heer Webellng gelegenheid nog
eens te wijzen op het verbod van voetballen achter de
doelen tijdens den wedstrijd en de leden te verzoeken
vooral in de rust even de ballen mee te nemen.
Nadat de voorzitter nog mededeelde, dat Zondag a.s.
Oudesluis 2 op bezoek komt bij B.K.C. 2 en het elftal
wordt voorgelezen, vraagt hij, alvorens tot sluiting
over te gaan, volledige volmacht om spelers die niet
genegen zijn de hun toegewezen plaats te vervullen,
te straffen.
SINT MAARTEN
VALKKOOG.
Begunstigd door prachtig weer, heeft alhier de
jaarlijksche kermis plaats gevonden en kan gezegd
worden, dat het een rustig, plaatselijk kermisje is
geweest. Ja, het was stil. Dit baart geen verwonde
ring, gezien den alhier heerschenden toer-rand. Maar,
al was de „buur niet zwaar, het hoofd heeft men
niet laten hangen, daar liet er evengoed vroolijk
door ging.
Door de plaatselijke tooneelvereeniging „Nieuw
Leven", welke pas was opgericht, werd een vroolijk
blijspel opgevoerd in café „de Valk", getiteld „De
verjongde professor". Nu was goed te zien dat deze
jonge vereeniging niet bestond uit beginnelingen,
maar leden welke al eerder op plankenland hebben
rondgegaan. Het spel was mooi tc noemen en het
stuk, een echt kermisstukje, daar men kon lachen.
De vereeniging heeft alle lof verdiend en ter aan
moediging zij hier verteld, dat men op een weder op
treden hoopt.
Voorts werden er Dinsdag volksspelen gehouden
en werd voor heeren en dames afzonderlijk de gele
genheid tot kegelen (zonder ruzie, zooals elders)
opengesteld. Als prijswinnaars kwamen uit de vol
gende heeren:
le prijs P. Kronenburg; 2e prijs Jn Schoorl; 3e
prijs H. Kuiper; 4e prijs J. Langeveld; 5e prijs W.
Bijpost; 6e prijs J. Dekker; 7e prijs P. Eenhoorn; 8e
prijs G. Appel.
Dames kegelen: le prijs Mej. Dekker; 2e prijs Gré
Bijpost; 3e prijs mej. Eenhoorn; 4e prijs mej. K. Borst;
5e prijs mej. v. d. Molen; 6e prijs mej. Schipper; 7e
prijs mej. Witte en 8e prijs mej. L. Speets.
Voorts was voor de dames gelegenheid om muilen
wedstrijd te. houden, waarbij uitkwamen:
le prijs M. Buik; 2e prijs M. Kuiper: 3e prijs Tr.
Bronder; 4e prijs A. Schager; 5e prijs T. Broekhui
zen; 6e prijs M. Broekhuizen; 7e prijs mej. Quacks.
HEERHUGO WAARD
VEENHUIZEN.
Spottenderwijs wordt de Kerkweg alhier tegenwoordig
wel eens een waschbord genoemd. En waarlijk, de wiel
rijders, wiens weg over onze plaats voert, kan door de
vele kuilen en kuiltjes zijn pad slechts moeilijk en al
hobbelende en op zijn vehikel heen en weer wippend,
vervolgen. Met gToote hardnekkigheid tracht het pol
derbestuur deze gaten met bazaltslag te dichten, maar
met nog grooter hardnekkigheid weigeren de bazalt-
steentjes zich met het wegdek te vereenigen en springen
dadelijk, geholpen door zware autowielen, van de hun
toegedachte plaats weg, overal meer of minder dikke
lagen vormend. Wee den argeloozen fietser, wiens wiel
bij ongeluk in een van die vele losse lagen terecht komt.
Zijn rijwiel glipt onder hem vandaan en hij heeft voor
hij 't weet, de geheele aarde tot zadel. Bijna dagelijks
komen hier wielrijders te vallen, zich steeds in meer
dere of mindere malen bezeerend.
Gisteravond werd de echtgenoote van den heer Sch.,
van Opmeer het slachtoffer. Met een kind fietsende,
kwam ze zoo hevig te vallen, dat in de dij een zeer
breede en diepe wond ontstond. Gelukkig was Dr. Pool
van Hoogwoud juist ter plaatse, die een verband legde
en haar per auto naar haar ouders, alhier wonende,
vervoerde.
Zoo slecht is de weg al maanden. Wij ijzen vaak bij
de gedachte, wat er zal gebeuren als iemand komt te
vallen bij het uitwijken voor een auto of en bij het
naderen ervan.
Moet die toestand nag lang duren? Zal het polderbe
stuur zijn Hollandsche gemoedelijkheid eindelijk eens
van zich afschudden en afdoende maatregelen tegen dit
gevaarlijke euvel nemen. Wij hopen het allen.
BARSINGERHORI
Politie. Verloren: een armbandhorloge.
Burgerlijke Stand over de maand Augustus 1932:
Geboren: Saakje, dochter van Willem Rosier en van
Geertje Hoekstra. Hendrik, zoon van Girbe Wind en
van Eelkje van der Woude. Guurtje Jansje, dochter
van Jan Bakker en van Guurtje Stuij. Mathilde Jose-
phina, dochter van Carolus Adrians Boone en van Ma
ria Apolonia Cappendijk. Petroneela, dochter van Jas
per Jacobus Werner en van Louise Hendrika de Graaf.
Ondertrouwd: Christiaan Willem Slijboom, oud 27
jaren, bakker, wonende te Hoorn en Wilhelmina
Nlerop, oud 22 jaren, zonder beroep, wonende te Bar-
singerhorn. Cornelis Joren, oud 25 jaren, walsrr.achl-
nist en Betje Catharina Nierop. oud 21 jaren, zonder
beroep, beiden wonende te Barsingerhorn.
Getrouwd: Anne Schenk en Geertje Smit; Cornelis
Moermond en Grietje Kuiper; Christiaan Willem Slij-
bom en Wilhelmina Nierop.; Cornelis Joren en Betje
Catharina Nierop; Harm Stevens en Mathilde Knau-
Hr-
Overleden: Arend Jan Rouwenhorst, oud 45 jaren.
Loop der bevolking over de maand Augustus 1932:
Ingekomen: Jb. Broersen van Alkmaar naar A 78;
Jb. de Roo van Hengelo (O.) naar Kolhorn, ark; E.
Unkel van Arnhem naar Kolhorn E 34; P. Meijer en
gezin van Medemblik naar Kolhorn, ark; C. Verboven
en gezin van Wieringen naar Kolhorn F 55; Mej. M.
A. Krap va Schagen naar A 60; C. Marees van Scha-
gen naar Krell B 33; A. Rentenaar van Winkel naar
A 23.
Vertrokken: A. Hooiveld en gezin naar Medemblik;
Sluis m, ark; A. Wiegman naar Marum, de *Wilp F
231; P. van der Veen naar Marum, de Wilp F 302; B.
Burgstra naar Marum, Zevenhulzen E 33; J. Jonkman
naar Marum, de Wilp F 264; A. de Vries naar Marum,
de Wilp F 25; J. Ploegh naar Marum, de Wilp F 245;
Mej. C. Gijssel naar Wieringen. Korte Quarantaineweg
5; G. de Smit en J. de Smit naar Haarlemmermeer,
Hoofddorp. Krnuisweg 120; echtg. P. Buisman naar Alk
maar, Liefdelaan E 18; J. Leijcn en echtg, naar Win
kel A 21; JP. J. Vink naar Heiloo A 241; Mej. C. Prins
naar Sint Maarten B 29; H. Gort naar Wieringer
waard A 144 Mej. J. Niehoff naar Den Helder, Smit-
straat 14; G. Jonker naar Schoterland, Hoornsterzwaag
267; N. Wams en gezin naar Amersfoort, Barchman
Wuytierslaan 5; H. Mulder naar Slochteren, Siddebu-
ren A 452; Mej. M. Seehaus naar Alkmaar, Achterweg
2A; J. Rietveld naar Medemblik, Middenmeer; echtg.
Jb. Stins naar Den Helder, Spoorstraat 110; Mej. A.
Ijboer naar Odoorn, Valthermond, Zuiderdiep 19.
WIERINGERilEER
SLOOTDORP.
Maandagavond vergadering in het gebouw van Maat
schappelijk werk. geconvoceerd door de Directie van
den Wieringermeerpolder.
Ingenieur Mr. Roebroek leidde de vergadering en gaf
een uitvoerige uiteenzetting waarvoor deze vergadering
was opgeroepen, n.1. voor den opbouw van sociaal en
maatschappelijk werk, door alle partijen tezamen te
verrichten, en hoopte en verwaohtte ln de toekomst
hier wel nuttig en goed werk van. Elke thans bestaan
de organisatie heeft voor volgende week twee menscfaen
aan te wijzen, die dan zullen zitting nemen in de z.g.
dorpscommissie, mede ter behartiging ook van alle
dorpsbelangen. Aan het hoofd van de dorpscommissie
zal staan de burgemeester van Medemblik, die de ver
gaderingen zal lelden met adviseerende stem, welke
vergaderingen ongeveer om de twee maanden zullen
worden gehouden. Deze commissie zal wel blijven be
staan totdat offlcieele personen zullen worden gekozen
of aangesteld, die deze taak waarschijnlijk als raad zal
overnemen.
De voorzitter van de Holl. Mij. v. Landbouw afd. Wie-
ringermeer sprak zijn voldoening uit over het instellen
van deze commissie, omdat de commissie van 6 al
reeds bestaande uit de verschillende organisaties saam-
geteld juist Vrijdag j.1. zou vergaderen over vrijwel de
zelfde aangelegenheden, zoodat de gedachte van de or
ganisaties hier ter plaatse en van de Directie van de
Wieringermeer geheel parallel gaan. Hier zijn zeker alle
grondslagen aanwezig, die doen vermoeden, dat door
deze commissie vruchtbaar werk zal worden verricht.
Na nog enkele vragen te hebben beantwoord sluit Mr.
Roebroek deze geanimeerde vergadering.
Z IJ P E
We verwijzen naar de in dit blad voorkomende ad
vertentie betreffende de hervatting der kindersamen
komsten onder leiding van Z. G. Meijer van Alkmaar,
met medewerking van Mej. A. Slikker.
SCHAGERBRUG.
In een op jl. Dinsdagavond ten lokale van den
heer Modder alhier gehouden vergadering, werd be
sloten een voetbalclub op te richten. Deze vereeni
ging zal den naam dragen van V.E.S.D.O.
HARENKARSPEl
DIRKSHORN.
Politie.
Verloren: Een belastingmerk 1932—1933 te Dirks-
horn.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van do
veemarkt te Hoorn, worden er feesten georganiseerd.
Zaterdag 3 September a.s. wordt de jaarlijksche stie
rcnmarkt gehouden, met keuring en tentoonstelling
van rundvee en des middags Watersportfeestcn. Des
Zondags demonstratie van landelijke rijvcreenigin-
gen, des Maandags Handicap-draverij en tot slot
schitterend vuurwerk.
Men leze de advertentie in dit nummer.
OP DE KORTE GOLF.
Over bet juiste genieten van
Radio-uitzendingen.
„Hallo, kerel! In lang niet gezien! Hoe gaat het met
je? En thuis alles goed?"
Ik ontmoette mijn vriend Jim. Hij was altijd een beste
kerel, een man, waarvan men kan zeggen, dat hij zicb
interesseerde voor alles wat het leven den menschen
biedt; hij is voor iedere zaak, die een aantrekkelijke,
onbekende zijde heeft, snel gewonnen en ijvert daar dan
voor met een bepaalde energie, die weinig menschen
bezitten. Maar ontdekt hij, dat een bepaalde zaak hem
niet kan bevredigen, dat hij geen afdoende resultaten
zal bereiken, dan houdt hij er even resoluut mee op en
weigert standvastig er zich ooit weer mee te bemoeien.
Dus een man, die weet wat hij wil en niet tusschen
zekerheid en onzekerheid tracht voort te komen.
Zoo heb ik U mijn vriend Jim voorgesteld. Maar van
mijzelf za! ik U maar meteen meedeelen, dat lk een
hartstochtelijke Radioluisteraar ben, een luisteraar „par
exellence" Daar komt het toch in hoofdzaak op aan.
Een driejarig bezit van een luidspreker met toebehooren
hebben mij nog niet kunnen ontnuchteren. Het is een
passie geworden, evenals het spelen voor een avontu
rier.
Daar zitten we samen ln het café, Jim en ik. En
haast dadelijk na onze ontmoeting had ik hem (denk
aan mijn passie!) gevraagd: „Luister je nog wel eens
naar de Radio?" En dan wil lk doorgaan en hem ver
tellen hoe het luisterspel, dat de V.A.R.A. gisteravond
uitzond, of de zoo geslaagde „vroolijke avond" van de
A.V.R.O. op hem hebben ingewerkt. En in de geest hoor
ik reeds hoe zich een levendige gedachtewisseling ont
wikkelt over het thema „Radlo-aanhooren", een gedach
tewisseling, die zeer leerzaam en belangrijk moet wor
den. tengevolge van onze totaal verschillende opvattin
gen inzake sommige geestelijke en artistieke kwesties.
Maar mijn vriend valt mij geërgerd in de rede-
„Wat, Radio? Daar luister lk al lang niet meer naar!
Spreek me daar niet van! Nee geen woord meer!...
Ik: ..Deksels, hoe is dat mogelijk? Eerst was je zoo
enthousiast voor de Radio! En nu ben je al Radiohater?"
"Ach' Ja- zie Je Radio is ln theorie Iets prach
tigs, iets heerlijks! Radio brengt het leven, de muziek.
ln. huis en dat ,s volgens mij nog steeds haar ge
wichtigste taak wekt je daarmede op. heft je ziel
op tot schoone dingen. Maar nu de praktijk, beste kerel!
In de praktijk is dat wel een beetje anders een beetje
heel veel anders. Ik heb om zoo te zeggen dag en nacht
voor den luidspreker gezeten, in ieder geval Iedere mi
nuut die ik vrij had. Eerst was het een openbaring,
het leven, de wereld van verre zoo in mijn kamertje te
kunnen halen. Zooals ik je zeg: Geen vrije minuut
zonder Radio! En plotseling was ik volkomen afgestompt,
onverschillig ervoor geworden...."
Ik: (in mijzelf): „Ah, daar komt de aap uit de mouw!"
(tot hem): „En hoe verklaar je voor jezelf dat plotse
linge gevoel van afstomping voor de radio, waar jo
eerst zoo geestdriftig voor was"
Hij: „Verklaren? Er is niets te verklaren! Ik ben
teleurgesteld, ontnuchterd. Ik kan niet meer onder den
indruk komen, mijn gevoel blijft onaangedaan! Allo
spanning is geweken!"
Ik: „Luister eens Jim, dat is een kwestie die ik reeds
van alle kanten bekeken heb. Je bedriegt jezelf, als je
zegt, dat er hier niets te verklaren valt. Laten we dit
onderwerp eens even vast houden en er onze wederzijd-
sche meeningen eens over uitspreken. Je zei zooeven
zelf. dat de radio iets prachtigs is. In de praktyk heb
je echter het genot van het luisteren zelf tot een ob-
cessie gemaakt. Niet de Omroep, maar jijzelf zijn er de
schuld van dat jy de radio moe bent geworden. Je hebt
de eenvoudigste wetten waarvan de overtreding al
tijd het graf van iedere genieting beteekent met voe
ten getreden."
Hij: „Neen maar. je wilt toch niet..."
Ik: „Halt! Val me niet ln de rede. laat ik je eerst mijn
gedachtengang duidelijk maken! Daartoe wil Lk je
eerst een klein verhaaltje vertellen, dat ik kortgeleden
ln de krant vond, en dat zich uitstekend leent om mijn
meening te illustreeren. Daarin komt een echtpaar voor,
dat een uitgestrekt hoenderpark bezit. De vtouw verliest
bij het voederen der dieren een kostbare brillant en on
danks haar ijverig zoeken kan ze de edelsteen nergens
meer terugvinden. Ergo: een kip heeft haar inge
dikt
Hij: „Houdt op, kerel wat heeft dat hoenderpark
en die ingeslikte diamant of brillant nu te maken met
de radio... dwaal toch niet zoo af!"
Ik: „Rustig, rustig... wacht eerst de moraal van mijn
vertelsel maar eens af! Nu dus: Wat blijft er voor den
eigenaar van het hoenderpark anders over dan alle kip
pen te slachten, da een na de ander? Eindelijk bij de
162ste vindt men de verloren brillant in den krop. Maar
wat gebeurt er met de 162 andere geslachte dieren? Zij
worden daar het hoenderpark, ver van de pluimvee-
markt verwijderd is, door het echtpaar opgepeuzeld,
s Morgens kip, 's middags kip, 's avonds kip, altijd kip
kip, kip! Kip wordt een Idee fixe! Tenslotte kunnen zij
beiden geen kip meer zien en als iemand over een kip
spreekt, krijgen zij koude rillingen.
Merk je nu, Jim, waar ik naar toe wil! Precies het
zelfde in anderen vorm had er bij jou en de
radio plaats. Je erkent zelf: ,,Ik heb dag en nacht
voor den luidspreker gezeten, in ieder geval ln iedere
vrije minuut". Je hebt namelijk teveel radio gehoord,
zonder keuze, één groote mengelmoes van uitzendin
gen, zonder te bedenken, dat hetgeen je aanhoort ook
moet harmonieeren met je gevoelstoestand op dat be
paalde oogenblik! Dan móet er wel een catastrophe
komen! Even zeker als leder lekker hapje, te dikwijls
geproefd, ten slotte de smaak afstompt, verliest ook
de geest tenslotte het vermogen de uitzendingen zoo
danig op te nemen, dat het een genot blijft. Zie je,
beste kerel, deze matiging bij het luisteren naar de
radio-uitzendingen, deze voorzichtige, Innerlijk-gedane
keuze uit het omvangrijke Omroepprogramma is het
alpha en omega van het radio luisteren! Slechts door
zich streng aan deze wet te houden, zooals ik altijd
gedaan heb kan het luisteren naar de radio een bron
van een onuitsprekelijk genot en vreugde worden en
blijven. Ik zou je nog verschillende andere, wetten van
het luisteren kunnen noemen, maar ik weet, dat dit
de eerste en grootste wet is, waartegen velen, zeer
velen en daartoe behoor ook jij, Jim telkens en
telkens weer zondigen. Radio aanhooren is namelijk
een kunst die men moet begrijpen. Maar zij onder
scheidt zich van andere kunsten daardoor, dat zij aan
te leeren is. Daarenboven zou het te veel worden om in
één keer te kunnen verwerken, Jim. Denk er dus aan:
in de éerste plaats: Matiging Een keuze vormen
overeenkomstig je geestelijke toestand! Vast en zeker,
zal je me eens op een dag dankbaar zijn voor deze
les. En tot weerziens, ouwe jongen!"
En ik laat mijn vriend tamelijk onthutst achter aan
zijn tafeltje. Als hij maar eens er over wilde nadenken!
Als hij het maar wilde inzien! Dan zou de radio al
heel spoedig weer zijn beste vriend zijn. Het is treurig
te moeten bedenken, hoeveel menschen het pleizier ln
de radio verliezen door hun eigen schuld!
Kort verhaal
door
W. A. SOMFORD.
DAT John Macpherson te gronde zou gaan,
voorspelde iedereen, die hem goed kende.
Waaraan, was moeilijker te voorspellen. Hij
bezat verschillende eigenschappen, die ieder op zich
zelf voldoende waren, om hem in het ongeluk te
brengen. Het bleef lang twijfelachtig of het ziin
hartstocht voor het spel, in geldzaken, of wel zijn
fantastische koppigheid zou zijn. Het werd, wat te
verwachten was, een combinatie van zijn eigen
schappen.
Het was tvpisch voor dezen waaghalzigen en roe-
keloozen speler, alles op één kaart te zetten.... op
één vrouw. Zijn koppigheid belette hem, in dit geval
wispelturig te wezen. Hij zou Lily nooit hebben
kunnen opgeven, voordat hij haar had veroverd en
Lily liet zich eenvoudig niet veroveren.
Ze was anders heelemaal geen overmatig scrupu
leus vrouwtje, maar wilde ze niet uit een gril, een
onoverwinbaar gevoel van antipathie
Niemand wist het. Er waren hier twee stijfhoofdige
menschen gebotst. John was rijker dan de andere
aanbidders, die Lily bezat, bij elkander, maar Lily,
die van luxe hield en met geld om zich heen
gooide, bleef ontoegankelijk voor dit feit
Hij overstroomde haar met geschenken en atten
ties, hij was bereid, haar krankzinnigste wenschen in
te willigen.... doch Lily lachte en wenschte niet. Zij
werd zijn ongeluk.
Om haar te vergeten begon hij als een gek t*
leven, ruïneerde zich en verdween toen plotseling,
niemand wist waarheen. Men hoorde nooit meer iet»
van hem. Nog een tijdje sprak men over zijn dwaafr
heden en zijn charme, over zijn dolle grillen en
zonderlingen ondergang. Toen werd hij, behalve door
enkele getrouwen, vergeten.
En een van die getrouwen, zijn jeugdvriend Her-
bert, ontmoette Lily toevallig op een balmasqué. Zij
soupeerde met een van zijn kennissen, die zich bij
Herbert en zijn gezelschap aansloot. Het feest was
zeer vroolijk, tegen den morgen waren Herbert en
Lily de nuchtersten en de minst vroolijken. Herbert
had altijd een rancune tegen deze vrouw gehouden
en hij zei plotseling uitdagend: „Nu zit misschien
ergens in de kolonies of in een achterbuurt de
dwaze, charmante jongen, die John Macpherson was,
trots alles."
De jonge vrouw, die er bekoorlijk uitzag in het
Spaansche costuum, keek hem aan met een glim
lach. Iets in dien glimlach verwonderde hem. Hij
had haar niet in staat geacht tot de weemoedige
ironie van dit glimlachje.
„Ja," zei ze langzaam, „en U zoudt er graag willen
bijvoegen: de vrouw, die hem zoover bracht, viert'
feest, terwijl hij misschien honger lijdt. Maar, als;
ik vragen mag, wat heb ik eigenlijk misdreven? Ik
hem „neen" geantwoord van den aanvang af. Mag
men me dat kwalijk nemen? Heb ik geen recht, de
liefdesverklaringen en huwelijksaanzoeken van
mannen te weigeren? Ik heb hem nooit iets ge
vraagd.... de waanzinnige geschenken, die hij me gaf,
stuurde hij uit zichzelf. Hij wilde niet anders."
„Ja, hij wilde niet anders," stemde Herbert toe,
„misschien is het inderdaad* onbillijk, U iets te ver
wijten. Te gronde zou hij toch zijn gegaan met zijn
natuur, zijn fouten.... het had de roulette, het hadden
de kaarten, de paarden, of andere hartstochten en
dwaasheden kunnen zijn..- nu was het toevallig.... U.
Een vrouw."
„Een vrouw die weigerde."
Ze zei het zoo zonderling smartelijk, dat hij haar
verwonderd aankeek. Haar oogen dwaalden van
hem weg, staarden in de verte. Toen nam ze haar
champagneglas op, dronk en lachte nerveus.
„Ik zal U iets vertellen, iets, dat niemand weet.
Ik zal U vertellen, waarom ik weigerde."
Ze keek hem aan over haar glas. De groote, don
kere oogen gloeiden koortsachtig.
„Ik weigerde hem, omdat ik hem liefhad. Ja, nu
kijkt U verbaasd en ongeloovig. Ik was gek op hem,
daar! En daarom zei ik „neen". Omdat ik wist, dat
alleen dat „neen"' hem aan me kon boeien. Hij hoor
de tot de menschen, die niet van een speeltafel weg
gaan zoolang ze nog iets te verliezen hebben. Ik
was de speeltafel."
„Hij zette op mij, telkens opnieuw, bij iedere wei
gering. Mijn „neen" hitste hem op, zooals het nood
lottige balletje, dat steeds niet rollen wil, zooals men
wenscht, kan ophitsen, gek maken, blind voor al
het andere. Wat zou ik voor hem beteekend hebben,
van het oogenblik af, dat ik hem had bekend, dat
ik hem liefhad! Een vrouw méér.... een gril.... een
korte episode.... een <- verwinning die men even ge
niet.... om dat verder te gaan, zoekend naar nieuwe
moeilijkheden."
Ze zwegen beiden. Door het feestrumoer heen zong
de weemoedige wijs van een tango.
„Nu hebt U hem toch ook verloren," zei Herbert
tenslotte.
Zij stond op, rekte haar mooie lichaam, met iets
vijn bijna koninklijke trots.
„Ja, maar niet aai. een andere vrouw, niet aan
iets anders.... als hij nog leeft, dan denkt hij nog
aan mij. Als hij ooit terugkomt, zal hij terugkomen
naar mij. Ik ben. wat voor een man als hij het
begeerlijkste, mooiste, verlokkendste is: een onver
vulde wensch."
Herbert keek haar aan. „En als hij terugkomt....
zult U dan ook weigeren?"
Ze stond een oogenblik in gepeins. Haar mond
trilde, een wonderlijke en tegelijkertijd teere en
hartstochtelijke uitdrukking gleed over haar gelaat;
Toen legde zij een hand op zijn arm:
„Kom, laten wij dansen," zei ze.
Weg met de hel van Cayenne!
Frankrijks strafkolonie wordt gemoderni
seerd.
Een door de Fransehe Kamer benoemde commissie be
staande uit juristen, gevangenisdirecteuren etc. houdt
zich sinds eenigen tijd met de hervorming van het-
strafrecht bezig. Napoleons Code pénal, die al meer dan
100 jaar in gebruik is, dient op verschillendee punten
te worden gewijzigd. Reeds vele jaren beschouwt men
b.v. de strafkolonie als een barbaarsch overblijfsel uit
vervlogen tijden. Men overweegt ernstig de gestraften,
die tot nu toe naar de koloniën werden gestuurd, ergens
anders onder te brengen.
In de kranten wordt over de moderniseering der straf
kolonies heftig gedebatteerd. Al zal het dan nog eenige
jaren duren, voor de hervorming practisch wordt door
gevoerd, de hoofdzaak blijft tooh, dat het Duivelseiland
in de toekomst geen belangrijke rol meer zal spelen.
De Fransohe kapitQin Dreyfus kon van geluk spreken,
dat hij maar korten tijd op het Duivelseiland behoefde
door te brengen. Wie daar eenmaal is geweest ziet ge
woonlijk zijn geboorteland niet meer terug, want hij
wordt gedwongen om als „vrij man" dé rest van zijn
leven in de strafkolonie te slijten. Kortgeleden is men
erin geslaagd den Duitsch-Elzasser Paul Schwarz te
verlossen. Hij is een van de weinigen die naar zijn vader
land mocht teruekeeren.