Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Dwaasheid
uitvinders.
van
Donderdag 8 September 1932.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9138
1
HFRFST-MODE
MEERVOUDIGE STRAFKAMER,
Strafzitting van Dinsdag 6 September.
MISDRIJF. DOOD DOOR SCHULD.
Aanrijding met doodeLijken afloop.
Do 30-jarige chauffeur, Joh. K. te Helder, Doolhof 12.
stond heden terecht ter rake dat hij op of omstreeks
22 Mei J.l. te Zijpe, als bestuurder van een vierwielig
motorrijtuig, waarmede hij reed op den openbaren Rijks
weg langs 't N.H. Kanaal, door zijn schuld veroorzaakte
dat een achtjarig knaapje, genaamd Jacob Bakker,
werd gedood, zulks door, toen hij een vóór hem rijdende
vrachtauto wilde Inhalen en voorbijrijden, onnoodig en
hoogst onvoorzichtig en' onoplettend geheel of gedeel
telijk met zyn wagen links van den weg te rijden, althans
veel te ver naar linkf uit te wijken, tengevolge waarvan
geheel onnocdig genoemde Jacob Bakker aan en over
reden werd, op 't moment dat deze knaap zich links van
den weg bevond. Door deze aan- of overrijding werd het
kind de borstkas saam gedrukt, de longen verwond, trad
bloed en lucht toe uit de beide borstkashelften en trad
spoedig de dood in, tengevolge var» een dubbelzijdige
pneumo Thorax, dat is luchtintrede tussohen de longen
en de borstkas, waardoor de longen niet meer kunnen
functioneer© n.
In deze zaak waren gedagvaard 6 getuigen a decharge,
waaronder de alombekende justitiedeskundige Dr. Hulst
uit Lelden, die het lijkje van den overreden knaap had
geautopseerd en thans aan de rechtbank een uitvoerig
rapport uitbracht.
De verdachte 'werd voorts juridisch bijgestaan door
Mr. Buiskool, advocaat te Schagen.
Door verdachte werd de hem tenla^te gelegde roeke
loosheid ontkend. Hij passeerde de vrachtauto en kon
niet verklaren, waar het kind eensklaps vandaan kwam.
Het was niet meer mogelijk door remmen de aanrijding
te voorkomen.
In antwoord op de desbetreffende vraag van verdedi
ger. of het vervoer van het kind, na de aanrijding van
Invloed was geweest op de doodsoorzaak, antwoordde
Dr. Hulst ontkennend.
De Gebrs. G. en J. v. Teulingen uit Anna Paulowna,
die zich bevonden in de voorrijdende auto, hadden vóór
zich rechts een wielrijder opgemerkt, links bevonden
zich kinderen, twee jongens, die tolden. Achteruit zien
de, bemerkten zij een auto, links van den weg, die daar
bij een knaapje overreed. Een signaal van die auto had
den zij niet gehoord, 't Was de plicht geweest van dien
bestuurder, om méér rechts uit te halen. Een wielrijder
die hen tegemoet reed, hadden deze getuigen niet gezien.
De verdachte had achter moeten blijven. De aangereden
knaap trachtte den auto te ontvluchten en had nage
noeg de bermgoot bereikt, toen hij door het linkerwiel
van de auto werd overreden.
Verdachte had sporen van de vingers van het slacht
offer op het linker spatbord gevonden. Hij meende dat
het kind dit spatbord had gegrepen en toen ls meege
sleurd.
Een fietsrijder, de heer Camilius van Donselaar deelde
„Slechts de wetenschap die daad wordt, kan
de menschheld van nut zijn."
LillenthaL
Het bovenstaande motto verklaart in zekeren zin alle
pogingen van moedige uitvinders om de natuurmaohten
aan banden te leggen en ze in het juk der menschelijke
techniek te wringen. Sedert onheuglijke tijden probeeren
enkelingen steeds weer dingen te scheppen, die hun me-
demenschen later kunnen gebruiken om zich het leven
aangenamer te maken.
Gedurende de laatste tien jaren van de vorige eeuw
werden er talrijke plannen gevormd, het een nog fan
tastischer dan het andere, maar die allen tot doel had
den de wereld bewoonbaarder te maken. Helaas bleek
geen ervan voor uitvoering vatbaar. In de eerste plaats
dienen we melding te maken van
Karl RedJ's reddings-doodklst.
Deze maakte eenigen tijd veel opgang. Het kwam
vroeger vaker voor dan nu, dat een schijndoode werd
begraven. De medische wetenschap was nog niet in
staat om met zekerheid vast te stellen, of iemand schijn
dood was, of inderdaad overleden. Het gebeurde niet
zelden, dat om de een of andere reden een lijkkist moest
Karl Redl's reddingsdoodkist.
worden opengebroken en dan bleek meer dan eens, dat
de begravene oorspronkelijk schijndood was geweest en
naderhand den verstikkingsdood was gestorven. Om dit
te voorkomen, had Karl Redl een toestel gebouwd met
behulp waarvan ieder officieel overledene veilig kon
worden geborgen. Hij werd dan gewoon begraven, maar
zijn kist, die zich uiterlijk niet onderscheidde van een
gewone doodkist, bleef in contact met een soort waar
schuwingshuisje. Dit was voorzien van alarmsignalen en
electrische schel en zorgde voor den toevoer van versche
lucht. Bovendien werd eenig proviand in de kist ge
daan, opdat de herleefde lijder zich de eerste uren zou
kunnen redden. Wanneer Redl's apparaat In de prac-
tijk zou zjjn gebruikt, dan had dat o.a. ten gevolge
gehad, dat wij Europeanen, evenals sommige volkeren
uit het verre Oosten, onze dooden van voedsel waren
gaan voorzien.
Het bleek echter, dat Redl's uitvinding allesbehalve
mede, dat de vrachtwagen een wielrijdend militair voor
bij reed. Hij heeft toen gezien dat de achterop komende
luxe auto een jongetje overreed. Signalen had hij niet
gehoord. De luxe auto bevond zich naast de auto, meen
de deze getuige.
De 11-jarige Jan de Jonge van de Stolpe, die met
Japie Bakker aan 't tollen was geweest, had op verzoek
van den veldwachter een heel knap opstellingtje van
de droevige gebeurtenis en ook nog een teekeningetje
gemaakt. Hij verklaarde alsnu, dat Jaap naar den kant
van den weg liep om de auto te ontwijken. Hij werd aan
gereden, 'n heel klein eindje meegesleurd en toen ging de
auto over hem heen. Jan had ook nog een fietsrijdende
marinier gezien.
Ten slotte werd nog gehoord de 65-jarige heer D. Geer
vliet uit Den Helder, die zich destijds in het rijtuig van
den verdachte bevond en rechts naast hem zat. Getuige
had geen tollende jongens nooh een militair gezien. Wel
had hij opgemerkt dat de vrachtauto naar links uit
week, toen de auto van verdachte dien vrachtauto wilde
passeeren.
Door verdediger waren nog 3 getuigen a decharge
voorgebracht, die daarop werden gehoord. In de eerste
plaats Mej. Geervliet, de echtgenoote van vorige ge
tuige. Ook zij bevond zich destijds in de luxe auto. Nog
twee andere dames waren in het rijtuig aanwezig. Zij
verklaarden, dat hun chauffeur moest uitwijken naar
links. Overigens hadden deze getuigen niet veel gezien.
Gevorderd 14 dagen hechtenis en 6 maanden ontzeg
ging-
De heer officier, in de gelegenheid gesteld requisitoir
te houden, gaf een expose van het gebeurde, daarbij
voegende een woord van deernis aan de ouders van het
kleine slachtoffer.
De officier kon echter niet nalaten hierbij aan het
adres van eventueele ouders een ernstige waarschuwing
te doen hooren, teneinde te voorkomen, dat op een der-
lijk drukken verkeersweg kinderen spelen, meermalen
met een noodlottigen afloop. Voorts bleek de officier
overtuigend, dat de verdachte in dit geval roekeloos had
gereden en de noodige voorzichtigheid en oplettendheid
niet had betracht, zooals door spr. nader werd gepreci
seerd. De grove schuld van den verdachte al zoo wettig
en overtuigend bewezen achtende, requireerde de offi
cier ten slotte 14 dagen hechtenis en 6 maanden ont-
eegging rijbevoegdheid.
Pleiter Mr. Bulskool sprak, mede op verzoek van ver
dachte een woord van deelneming aan de ouders en
sloot zioh voorts aan bij de waarschuwing van den offi
cier, met betrekking tot het gevaar, door spelende kin
deren op een zoo drukken verkeersweg veroorzaakt.
Overigens kon pleiter niet medegaan met de opinie van
den officier, die grove schuld ten laste had gelegd.
Verdediger was daarentegen de meening toegedaan,
dat de aanrijding moest worden toegeschreven aan een
samenloop van voor den verdachte ongunstige om
standigheden en hem dus c.q. geen schuld trof.
Een en ander werd door pleiter ln extenso uiteen
gezet.
Resumeerende concludeerde pleiter dus tot vrijspraak,
subsidiair het opleggen van een minder zwaren en den
gunstig bekend staanden verdachte niet vernietigenden
practisch was en bovendien maakte de wetenschap spoe
dig vorderingen, zoodat een veiligheidsdoodkist vrij over
bodige luxe werd. De enkele malen dat het ding werd
benut, heeft men er weinig plezier van beleefd.
Op zeker oogenblik ging dan de alarmschei, men be
gon met koortsachtige haast te graven en als men de
kist opende... vond men een lijk in half ontbonden toe
stand. Wanneer het geval niet zoo luguber was, zou
men aan een kwajongensstreek denken.
Toch zijn de pogingen van Redl niet zoo ridicuul als
zij lijken. Zelfs ln den tegenwoordigen tijd is het nog
mogelijk, dat iemand, die in werkelijkheid niet dood is,
wel als zoodanig wordt behandeld. Een of andere ma
chinerie, die een dag of veertien na de ter-aarde-bestel
ling zou kunnen verwijderd worden, zonder dat men de
kist behoefde uit te graven, zou ons voor „dokterlijke"
dwalingen kunnen behoeden.
Ligt en wenteltrap naar den top van de
„Jungfrau."
Een lift naar den top der „Jungfrau". Dat was wel
het toppunt van bergbeklimmerspret voor luie alpinis
ten. Men staat 's ochtends vroeg op, laat zich met een
Lift en wenteltrap naar den top der „Jungfrau."
trammetje of door vier dragers naar den voet van de
„Jungfrau" brengen, en stapt in de lift
straf als door den heer Officier gerequireerd. Ten dien
aanzien refereerde pleiter zich gaarne aan het welover
wogen oordeel der rechtbank.
Uitspraak volgende week.
MEINEED IN CIVIELE PROCEDURE.
SLUITING DER DEUREN GELAST!
De 37-jarige winkelier Nic G., wonende te Egmond
aan Zee, had heden rekenschap af te leggen, betref
fende de tegen hem bestaande verdenking, dat hij in
een civiele procedure, tegen hem ingesteld door zekere
mej. Cornelia Zwart, onder eede gehoord, een valsche
verklaring zou hebben afgelegd. In deze zaak werden
5 getuigen a charge, waaronder een R.K. priester en
den gemeente-veldwachter van Egmond aan Zee gehoord.
Mr. v. d. Loos, advocaat te Alkmaar, opponeerde als
raadsman en verdediger. Door hem waren eenige
getuigen a décharge gedagvaard.
In verband met het twijfelachtige gehalte van deze
strafzaak, had op verzoek van den heer Officier de
behandeling plaats buiten tegenwoordigheid van pu
bliek.
Gerequireerd werd: vrijspraak!
KOPPENSNELLE RIJ IN HET BIOSCOOPPORTAAL.
In den nacht van Zondag 17 April had er te Schagen
ln of bij de bioscoop „Royal" een heftig conflict plaats
tusschen twee tegenstanders van de leus: „vroeg in
de veeren", een ontmoeting, die niet alleen politie en
justitie, doch ook de medische wetenschap in volle
werking bracht Een zekere Berend Filipsen werd als-
toen bedacht door den 26-jarigen koopman Jelke de Gr.
met een messteek in het schedeldak, waardoor een
zoodanige gevaarlijke wonde ontstond, dat het slechts
aan de bekwaamheid van den chirurg Dr. Van Dam
te Alkmaar, was te danken, dat de getroffene er het
leven afbracht.
De vermoedelijke dader van dezen bloedigen aan
slag werd gearresteerd en stond op 14 Juni terecht
doch de behandeling dezer zaak, waarin slechts twee
getuigen, genoemde Filipse en Dr. Barnhorn waren
gedagvaard, gaf geen bevredigend resultaat, weshalve
hervattihg van het onderzoek werd gelast, teneinde
nog meerdere getuigen te hooren.
Heden werd in het middaguur deze zaak dan voort
gezet en waren ter zitting als getuigen opgeroepen
de heeren J. H. Wiggers, reclasseeringsambtenaar, B.
Filipsen, E. Stuurman, T. Schenk en Dr. Barnhorn,
psychiater te Heiloo.
De beschadigde partij, Filipsen, diende een elsch In
tot schadevergoeding tot een bedrag van f 48.50, waar
mede de verdachte accoord ging.
Dr. Barnhorn was thans in het bezit van „The
missing link", het stukje van Filipsen's schedel waar
in de mespunt paste.
De getroffene is wel vrijwel hersteld, doch gevoelde
zich niet meer zoo lekker als vóór de hersenbeschadi
ging.
De landbouwer E. Stuurman, destijds aanwezig in de
balzaal van Theater Royal, had na een ontstane on-
eenlgheid de heeren Filipsen en de Graaf de zaal zien
verlaten. Buiten hadden ze elkaar te pakken, waarop
de bioscoopportier de kemphanen scheidde. Stuurman
had ook gezien, dat Filipsen met het hoofd tegen de
ruit van de bioscoop-cassa tuimelde. Een mes had
getuige niet gezien, wel bloed!
De bouwmaatschappijen, welken het plan werd voor
gelegd, zagen spoedig in, dat het niet mogelijk was een
verticalen tuimel te construeeren binnen in een berg.
De toenmalige technische hulpmiddelen waren geheel
ontoereikend, te meer daar de maker van het project
ook een wenteltrap had willen oprichten, waaraan man-
nlakkale trappenloopers plezier hadden beleefd. Maai
de „Jungfrau" is verschoond gebleven van het bezoek
van allerlei toeristen, die liever lui dan moe zijn.
Eén der eerste stoomfletsen.
De ontwerper hiervan kon geen fabrikant vinden, die
het risico aandurfde een dergelijk voertuig te bouwen
en in den handel te brengen. Misschien is geen uitvin
der ooit zoo bespot als de schepper der stoom-velocipède
en toch werd zijn idee later in practijk gebracht. De
constrüctie van zijn machine was zeer eenvoudig, maar
het zou levensgevaarlijk zijn geweest, van het ding ge
bruik te maken. Ook was men niet in staat een motor
te construeeren, die bij het geheel paste.
Nieuwe stoom-velocipède.
In den tegenwoordigen tijd worden er evenals vroeger
inventies gedaan, waarom wij niet kunnen nalaten te
lachen. Deze zullen over vijf en twintig jaar waarschijn
lijk het onderwerp worden van een beschouwing over
de dwaasheden der uitvinders. Wij moeten ons evenwel
hoeden voor een te snel oordeel: Niet alles wat onmo
gelijk lijkt, is het Inderdaad.
Het monsterschip.
Deze vinding moest voor alles gebruik maken van de
„rollende" beweging der golven. Hierdoor zouden on
gewone snelheden bereikt kunnen worden. De uitvinder
hield er evenwel geen rekening mee, dat genoemde be
weging maar schijn is, in zoo verre dat de waterdeel
tjes door den wind worden op en neer, en heen en
weer bewogen. De groote, holle, met lucht gevulde ijze
ren raderen zouden dus weinig weerstand hebben on
dervonden en zelfs wanneer stoommachines waren ge
bruikt. was het succes twijfelachtig gebleven. Wij willen
eindigen met de vermelding van
De verdachte erkende in woede een mes te hébben
getrokken. Hij wist echter niet of hij daarmede had
gestoken.
Een glasscherf kan een dergelijke wonde niet maken,
decreteerde Dr. Barnhorn.
De 66-jarige bioscoopportier T. Schenk had de Graaf
hooren roepen: Ik ben niet bang! Toen Filipse beet
pakte en hem op het hoofd stompte. Getuige scheidde
de vechtenden. Hij zag dat Filipse hevig bloedde. Ook
had getuige gezien, dat Filipse met het hoofd door de
ruit van de cassa viel.
De heer Wiggers, reclasseeringsambtenaar, noemde de
reclasseeringskansen voor verdachte zeer gunstig.
De nogal wereldsche vrouw van verdachte heeft be
terschap beloofd.
De Officier was thans over de bewijslevering opper
best tevreden en vorderde voor dit ernstig feit een ge
mengde straf en wel 1 jaar gev., waarvan 6 maanden
onvoorwaardelijk met 3 maanden aftrek en 9 maanden
voorwaardelijk met 3 proefjaren.
De verdediger. Mr. G. A. de lange, noemde de hou
ding van verdachte sympathiek en verzocht een alge-
heele voorw. veroordeeling.
Nu de zomer ten einde spoedt en de tijd weer gaat
aanbreken van kille morgens en avonden, van de zoo
trieste herfstdagen, nu zien de dames weer uit naar do
herfstmode. Voor dezen tijd brengen we U eenige mo
dellen van japonnen.
Links: Donkergroene japon met opgestikte naden}
zwarte ceintuur met gesp. Shawlkraag van bont, dia
onder het hoog opgeknoopte voorpand doorgehaald wordt
Rechts: Bruin gewerkte wollen stof is voor deze ja
pon gekozen, waarvan de rok een klokmodel heeft. Het
jakje Is vóór rond geknipt en heeft ragianmouwen, bon
ten kraag en lichte ceintuur.
Een kloek
emigrantengeslacht.
Van Nedexlandsche afkomst.
We lezen in „De Tel", het volgende, dat we voor
onze lezers gaarne overnemen.
Op het kerkhof te New Dorp op het Stateneiland
hebben bandieten getracht, het graf te openen van
Cornelius Vanderbilt. den „Commodore", zooals zijn
titel luidde, toen hij nog met zijn vloot van zeilsche
pen de wereldzeeën bevoer. Wat de bandieten er pren
cies mee voor hadden, is duister. Vermoedelijk was
de grafschennis bedoeld als een wraakoefening, ge-
richt tegen Amerikas geldvorsten. De poging mis
lukte, de zware zerk liet zich niet verwrikken, maar
sindsdien heeft men op het kerkhof een extra-politie
bewaking geplaatst, ten einde te voorkomen, dat
schennende handen zich vergrijpen aan het stoffe
lijk overschot van den man. die door de Vanderbilts
wordt beschouwd als de grondvester van hun mil-
liardairsdom.
Het was in 1650, dat Jan Aersten van der Bilt in
Amerika voet aan wal zette. De naam duidt reeds
^ijn herkomst aan; evenals zoovele landverhuizers
uit die dagen, waren ook de Van der Bilts van Neder-
landschen stam, kloeke lieden, die huis en haard
verlieten, ten einde zich in de Nieuwe Wereld een
nieuw bestaan te scheppen. En dit is hun, ieder weet
het, wonderwel gelukt.
In 1715 verhuisden de Vanderbilts naar het Staten*
eiland en hier was het dat in 1794 Cornelius Vander*
bilt werd geboren en zich ontwikkelde tot een echt-
Amerikaansch ondernemend jongmensch. Op 24-ja-
rigen leeftijd kocht hij een zeilboot en spoedig had
hij een bloeiend bedrijf georganiseerd, namelijk een
vervoerdienst van landbouwproducten en passa
giers tusschen Stateneiland en New York. En lateii
waren het opnieuw Vanderbilts, die na de ontdek
king der stoomkracht den eersten veerdienst met
stoomschepen organiseerden.
Trouwens, op de zee is steeds het oog van dit oudo
emigrantengeslacht gericht gebleven en wanneer
hun zaken hun maar even den tijd laten, genieten zij
aan boord van hun luxe-jachten van het spel van
wind en golven. Het is nog niet zoo lang geleden,
dat een der leden van het milliardairgeslacht, Wil-
liam Kissam Vanderbilt, met zijn jacht „Alva" een
kortstondig bezoek bracht aan Amsterdama Vele
hoofdstedelingén zullen zich dit grootste luxejacht,
dat de wereld bezit het schip meet 2275 ton en
werd te Kiel gebouwd nog levendig herinneren,
Het monsterschip.