Op marsch naar Londen.
Zaterdag 17 September 1932.
SCHAGER COURANT.
Vijfde biad. No. 9143
EEN TRIP NAAR DE
BRITSCHE HOOFDSTAD.
Het vreeselijk oorlogswapen
van Ir. Barlow.
Strenge winter in aantocht?
Overval op geldtransport
auto te Berlijn.
Vreeselijke heuvelsl
Van stoomwagens en gloeiende
torpedonaven
IV.
Of het zoo wezen moest, den eersten dag in En
geland was het als steeds het mooiste weer van de
wereld.
We waren er al weer vroeg uit: de stralende zon
wekte!
We hadden ons niet te haasten. We zouden over
den afstand Dover—Londen, die 75 mijl of ongeveer
115 K.M. bedraagt, twee dagen doen.
Het Engelsche ontbijt was heel goed. Onze twee
Duitsche kameraden en de Turk moesten voortma
ken. Onmiddellijk na het ontbijt zouden zo vertrek
ken. Ze wilden in één ruk naar Londen.
Wij hadden slechts Canterbury als einddoel voor
den eersten dag. Dus gingen wij eens een praatje
aanknoopen met een Engelschen trekker. Het ge
sprek ging zoo vlot en de onderwerpen die we aan
sneden waren zoo interessant, dat er een uur om
was voor we er erg in hadden.
Toen zijn we Dover nog wat in gegaan. We konden
niet nalaten een kijkje te nemen op den heuvel waar
op het kasteel van Dover ligt. Een aardige kronkel
weg loopt omhoog langs dc helling. Hier en daar
ziet men door de boomen al een panorama van de
stad. Maar als men heel boven is. daar waar de Ro-
meinsche vuurtoren en de Romeinsche kerk staan
en men kijkt over den rand. dan ligt er in het ge-
zichtveld mo'h schitterend panorama van de stad
en de haven, dat men wel een kwartier lang kan
kijken voor ipen alles met zorg heeft gesavoureerd.
Jammer was het alleen dat dc lucht er niet vrij van
nevel was, waardoor menig detail werd verdoezeld
en het intense van het landschap niet zoo tot zijn
recht kwam.
Boven op de rotsen die aan den Noordkant van Do
ver liggen, bevinden zich groote kazernes. Bijna het
geheel garnizoen bestaat uit Schotten. We troffen
het net dat een heele troep aan het exorceeren was.
Alle soldaten en officieren hadden een geruite steek
op. We zagen een paar officieren die een paars
blauwe rijbroek aan hadden met een rood ruitje.
De soldaten die aan het oefenen waren, hadden
hun daagsche rokken aan. Die zijn van hetzelfde
goed gemaakt als de soldatenjassen Op hun Zondag-
sche rok zijn de Schotten, zooals vanzelf spreekt, zui
nig. Aan den voorkant dragen ze er dan mooie paar-
deharen kwasten overheen Typisch is het dat tot
de uitrusting van de soldaten in Engeland ook behoort
een klein rottinkje met leer bekleed, waarmee men
elk soldaat in de hand ziet lopen als hij vrij-af heeft
en langs de straten flaneert.
Heel boven staat hét kasteel van Dover. Machtig
en onneembaar moet het geweest zijn. als men het
daar ziet met zijn ongenaakbare muren, die oprijzen
van rotsen van tientallen meters hoogte.
Aan den rand van de rotskammen. bijna overhel
lend. staat op een kleine vlakte een oude Romein-
Bche vuurtoren en een kerk.
De vuurtoren is ongeveer 15 meter hoog en bestaat
uit bonkige brokken vuursteen die met zandsteen
aan elkaar zijn gemetseld. Onmiddellijk ziet men hoe
de overwegende westenwinden eeuwenlang ge
knaagd hebben aan het bouwwerk: aan de westzijde
rijn de zandsteenvoegen grootendeels uitgevreten en
dreigen bonken vuursteen los te gaan en naar bene
den te storten.
De kerk, ook een prachtig oud bouwwerk, uit iets
later tijd heeft door ondeskundige restauratie veel
van haar oorspronkelijk karakter verloren.
Dc zon begon al aardig naar haar hoogsten stand
te komen en het werd tijd dat we de fietsen pakten
en naar Canterbury gingen.
We kruisten nu nog even heel Dover door. In de
hoofdstraat gaven tal van winkels aanleiding tot op
merkingen. Prijzen werden vergeleken; de inrichting
gemeten met maten van oud-Hollandsche degelijk
heid.
Wat opviel was het prijsverschil van foto-artike
len. In Holland houdt men o.i. de prijzen van films
ontwikkelen en afdrukken behoorlijk op peil.
In den winkel, zoowel als in de automaten kost
een filmpje van 8 opnamen, formaat 6X9 c.M., 1
shilling. Dat is 42V* cent!
Bij ons betaalt men toch altijd nog 75 cent. De
automaten geven U er pas één voor den ongehoorden
prijs van 1 gulden.
We namen afscheid van Mr. Forwood, wisselden
enkele echte Zeeuwsche juffers tegen ponden cn
trokken linkshoudend Dover uit.
Als wc die ééne heuvel vlak na Dover over waren,
had Mr. Forwoord gezegd( dan zou het verder wel
gaan. Die eerste heuvel was inderdaad een knaap.
Maar ongelukkigerwijs kwamen we voor een tweede
en een derde te staan.
Een meevaller was altijd nog dat de wegen zoo
schitterend waren. Waar het teermacadam ook maar
even los liet was men aan het teren en walsena
Na een mijl of zes van zware beproeving in de
brandende zonneschijn moesten we eens rusten. Dat
was meteen een mooie gelegenheid om de overtollige
kleeding uit te gooien, een slok of wat lauw gewor
den water te drinken, te constateeren hoeveel kilo
meter het nog wel was, een foto te nemen van een
stel marcheerende Schotsche soldaten, voorafgegaan
door een paar doedelzakspelers, en met en wrang
gezicht te bedenken, dat een (huis zoo uitgelachen
j-.loffiets nu met de meeste dankbaarheid aanvaard
zou worden.
En met den moed der wanhoop gingen we weer
verder. De tanden op elkaar! Dan kropen we weer
tegen een heuvel op. Natuurlijk ging je altijd weer
een stuk omlaag ook. Maar dat duurde te kort. Je
reed met een duizelingwekkende vaart naar bene
den. de voeten even op de terugtraprem. Gelukkig
hoefde je niet bang te wezen dat er uit één of ander
zijweggetje iets aan kwam. Verkeer op den hoofd
weg gaat voor in Engeland en iemand uit een rijweg
dient zoolang te wachten dat hij zonder het verkeer
op den hoofdweg een duimbreed in den weg te leg
gen, zijn kans kan waarnemen Zodoende behoef
je in Engeland ook niet als een wildeman te bellen.
Toch heeft dat naar beneden gaan met een 40 a
50 K.M, vaart niet zoo'n groote bekoring. Je weet dat
je het weer met je „zweet en bloed" moet betalen.
Onderwijl bood het landschap in het lachende zo
merweer heel veel schoons. Heuvels en heerlijke da
len rondom. Groene bosschen en goud-gele koren
velden en hier en daar een hel groene weide met
roodbont vee lagen in bonte afwisseling over de rim
pelige aardkorst uitgespannen.
Er is in Kent veel ooftbouw. Talrijk zijn de stal
letjes langs de verkeerswegen, waar men appels,
peren en tomaten verkoopt. Onder het rijden zijn er
tal van dingen die den Hollander opvallen.
Het verkeerswezen.
Zooals bij ons ook het geval is. onderscheidt men
eerste, tweede en derde klasse wegen.
Voorzoover wij hebben ondervonden worden ze
allen zeer goed onderhouden.
De eerste klasse of primaire wogen geven hun be
rijders alle voorkeur. Met onverminderde snelheid
mag men daarop rijden, uitgei-ondcrd door dorpen en
steden, waar met groote witte letters „slow" op den
weg is geschilderd.
Maar van zijwegen hoeft men zich niets aan te
trekken Men hoeft daar niet als een bezetene te
toeteren. Die uit een tweede klasse weg komt en den
primaire op wil. heeft, we zeide het hierboven al,
eenvoudig zijn kans af te wachten.
Hetzelfde geldt voor derde klasse wegen ten op
zichte van tweede klasse ditos.
Op plaatsen waar heele drukke tweede klasse we
gen op den hoofdweg komen, staat een verkeers
agent. En wel een particuliere! In Engeland zijn
twee groote automobielclubs: de Automobile Asso-
ciation cn de Royal Automobile Club; de A.A. en de
R.A.C.
Deze vereenigingen zorgen niet alleen voor die
verkeersagenten, maar tevens voor telefoonhokjes
langs den hoofdweg. Verder plaatsen zij de A.A.
dan voornamelijk wegwijzers.
Tot goed begrip dient gezegd dat de A.N.W.B. op
het gebied van bewegwijzering in geen enkel land
wordt geëvenaard!
Maar ter zake. Die verkeerswegen worden om
zoomd door servicestations. Dat zijn inotorherstel-
plaatsen met een in- en een uitrit Een batterij van
benzinepompen meestal een stuk of zes cn
oliepompen staat er voor. Alle merken benzine en
olie kan men er kr-gen. Dergelijke stations
die geheel op snelverkeer zijn ingesteld, vindt men
zeker elke kilometer langs den weg
Na de anti-lawaai-actie in Engeland is het verkeer
merkwaardig stil. Dat valt een Hollander bepaald
op. Ook bij passeeren wordt zelden of nooit signaal
gegeven. Even soms als dc uiterste noodzaak dwingt.
Maar dan niet zoo hartverscheurend als in Holland.
De reden van het feit dat men hier haast ge1-
Aordt van de signalen wordt in alle motor- en auto
vakbladen tot in den treure herhaald. Dat rijn de
desbetreffende artikelen in do motor- en rijwielwet
„Telkens, wanneer de veiligh5 d van het verkeer
zulks vordert" moet men signaal geven. En dan gaat
verkeer van rechts voor. zoodat men met angst en
vreeze voor elk gat of steeg die zich rechts mocht
voordoen, kan toeteren. En altijd vraagt de politie
hier: „Heeft U signaal gegeven?" als »r iets ge
beurt. Het lijkt ons niet nuttig verder op deze kwes-
tio in te gaan.
Terwijl we zoo door Kent heenreden viel ons op.
dat hier en daar van die eigenaardige gebouwtjes
in het land stonden. Twee ronde, van boven kegel
vormig toeloopende. stcenen torentjes, met elk een
draaibaren schoorsteen van hout er boven op. welke
op ongeveer 5 meter afstand stonden en verbonden
waren door een schuur. Meestal zag je twee van
die torens bij elkaar. Soms wel 8. die telkens twee
aan twee stonden. We waren natuurlijk nieuwsgie
rig om te weten wat dat in had.
Men bleek daar hop in te drogen. Op een rooster
dat pl.m. ter halver hoogte in de torens zit, ligt de
geplukte hop. die goed geventileerd gedroogd moet
worden. Onder in de torens stookt men nu een zacht
vuur om dc lucht droog te houden. Door de met den
wind meedraaiende schoorsteenen wordt de vochtige
lucht weggezogen.
Er groeit veel hop in Engeland. Zooals men weet
wordt hop bij de bierbereiding gebruikt om den bit
teren smaak er aan te geven.
Canterbury bereikten we om vier uur in den mid
dag. Aangezien het prachtig stil was, besloten we
nog een eindje door te gaan. Charing kozen we
toen als einddoel. Het was nog 16 mijl of ongeveer
25 K.M. Achter Canterbury werd het eerst recht heu
velachtig.
Maar a propos, Canterbury is een magnifieke
oude stad.
Canterbury.
Deze plaats is niet voor niets genoemd „de moe
der van Engeland". Het is het middelpunt van Oost-
Kent. Zooveel gebeurtenissen in de Engelsche ge
schiedenis hebben zich hier afgespeeld dat het den
naam verwierf van de bakermat der Engelsche histo
rie. In 54 voor Christus werd Canterbury door Julius
Caesar ingenomen.
De grootste bezienswaardigheid van Canterbury
is de kathedraal, de zetel van reeds zoovele aarts
bisschoppen van de Engelsche kerk.
Op weg naar Charing moesten we van den primai-
ren weg afslaan. Niettemin bleven de wegen mooi.
En wat bepaald een voordeel was, een heerlijke na-
tuurpracht ontrolde zich daardoor dos te gaver aan
onze oogen. Bijna niets kwamen we op de kleinere
wegen tegen. Geweldig stijgen en dalen. Geen zuchtje
wind. En steeds maar door brandde de zon op het
gloeiende teerdek van den weg.
Het werd zwaar! We verlangden naar een rust
plaats en vooral naar wat eten en dan wat stevigs!
Tegen de laatste groote helling moesten we loo-
pen. Zoo steil was het. De gedachte aan een flink
bord tomatensoep, waarin de lepel rechtop zou kun
nen blijven staan, gevolgd door een stuk biefstuk
met brood was de ecnige die ons op dat oogenblik
bezig hield.
Of we soms een paar lui waren van die 20 Hollan
ders, die ze verwachtte dien avond, vroeg de her-
bergsmoeder in Charing.
Dat was niet het geval, maar we waren er meteen
van op de hoogte, dat er 20 Hollanders zxrnden ko
men. Naderhand bleek, dat we er niet veel aan had
den. Inplaats van geschikte trekkers, waar we wat
aanspraak aan konden hebben, was het een deputatie
dames van den V.C.J.B.. onder hoede van twee man
nelijke leiders, die ook niet te veel loslieten. Ze
maakten een voettocht; dat was alles wat we hoor
den.
Ondertusschen hadden we onze tent eens opgezet.
Om dat ding niet te gebruiken als je hem toch bij
je had leek ons zonde en bovendien, de herbergs-
moeder kon ons eerst geen uitsluitsel geven over de
„kunne" van het 20-tal. Waren het dames, dan had
ze slaapgelegenheid. Waren het heeren, dan was de
heerenzaal vol.
We zijn het dorp ingegaan om wat in te slaan.
Noodgedwongen kwamen we in een kapperswinkel
terecht, de eenige „shop" die open was. Daar zat een
heer, die ons wel even helpen zou. Nu, hij wees ons
goed den weg. „Achterdeurtjes" bleken ook hier te
bestaan. Eerst maakte hij dat een slager de deur
voor ons open deed. Na onzen hartelijken dank in
Avonturen
van twee
afgestudeerde
H,B.S.=ers.
ontvangst genomen te hebben, liet hij ons met den
slager alleen.
Biefstuk moesten we hebben. Een half pond, het
geen ongeveer 25 cent kostte. De kwaliteit was naar
rato. De slager kwam inderdaad met een stuk rund-
vlecscb aandragen, maar van snijden had hij naar
Hollandsere begrippen geen verstand. Vet. pees en
spier tezamen gingen door voor biefstuk. Platslaan
en de verdere bewerking van biefstuk moesten wc
den goeden man nog leeren. Dankbaar dat we ten
minste iets hadden, verlieten we hem.
Toen naar den kruidenier. Van de achterdeur
»iaar don winkel ging het via dc huiskamer en de
keuken, welker vredige rust me met onze profane
Hollandsche klanken verstoorden. Blikgroeriten wa
ren helaas niet te krijgen. Illusies aan heerlijke Hol
landsche dubbele spercieboonen waren niet meer
noodig.
In de jeugdherberg trokken we aan het bakken
en koken. De kwaliteit van de soep was buitenge
woon. Een gedeelte van de biefstuk rees als een ca-
detje. Dat was echte biefstuk. Het andere gedeelte
dat van het eerste gescheiden was door een onver
teerbare reep zeen. bleef zoo plat als een dubbeltje
en trok zoo krom als een schol.
Met gespannen aandacht hebben we de werking
van de inwendige krachten in dat stuk vleesch ge
volgd; we wachtten de catastrophe evenwel niet af.
Voor dat de natuurwetten hun rechtmatig beloop
hadden gehad, hebben we er een eind aan gemaakt
en het. geconsumeerd met versch brood, bruine jus
en het restje echte 40 plus, dat ik nog uit mijn rug
zak opdiepte.
Den anderen morgen na een goeden maar kou
den nacht buiten in de tent hebben wc nog eens
flink ontbeten, alles ingepakt en de wijk naar het
station genomen.
Daar hebben we driekwart van de bagage op den
trein gezet: terug naar Mr. Forwood in Dover!
Alleen een rugzak met het hoogst noodige er in
hielden we.
De houvels hadden ons dit geleerd, dat het met
zoo'n zware bepakking en zonder drie-versnellings
naaf geen doen is in Kent.
We fietsten daarna veel lichter en zonder er tegen
op te zien, begonnen we dan ook aan de 75 K.M. die
ons van Londen scheidden.
De weg bleef even riik aan klimpartijen. Zelfs
meenden we op te merken dat het hoogteverschil
telkens gr »oter werd. Enfin, den heelen dag hadden
we voor ons en als we er niet zouden komen, onder
weg waren Jeugd-Herbergen genoeg.
Ondertusschen hadden we kennis gemaakt met een
zeer eigenaardig soort auto's. Deze waren voorzien
van een stoommachine. Geheel en al ingesteld op
zwaar vervoer en het nemen van hellingen, hebben
ze een heele lage eerste versnelling. Treft men het
nu dat er juist zoo'n stoomwagen achterop komt, dan
is dat een groote zegen. Je nakt je maar vast en heel
gedwee sukkelt zoo'n Jumbo je tegen de helling op.
Dan schakelt hij met onrustbarend geknars over cn
rolt in zijn derde naar beneden, meteen kracht zet
tend voor het- nemen van de volgende helling.
Het eenige nadeel is, dat ze zoo vreeselijk roe
ten! Vooral tegen het nemen van een beetje aan
zienlijke helling gooit de stoker er in den letterlijken
zin van het woord een schepje op en begint te poken.
Een regen van kolengruis daal. dan op je neer en zet
zich op je transpireerende huid vast. Bovendien
wordt je zoowat gerookt, vooral als de wind de rook
vlak over den wa^en heenstrijkt.
Al fietsend passeerden we Maidstone en meer
aardige oude stede Aan de gedenkteekenen te zien,
moeten de Romeinen hier heel wat afgewandeld
hebben overal ter minste ziet men in Kent herinne
ringen aan Romeinsch bezoek.
De uitvinder z^gt er den oorlog onmogelijk
me© te willen maken. Heeft hij het mon
sterwapen nu aan Rusland verkocht?
Het bericht dat de Amerikaansche ingenieur Barlow
zijn luchttorpedo aan Rusland verkocht heeft, heeft
in de geheele wereld een groote opschudding teweeg
gebracht. Zijn moorddadig wapen zal In staat zijn om
een gebied met een straal van 1500 K.M. totaal te
vernietigen.
Leslie P. Barlow, die reeds tijdens den oorlog op
ultnoodiging van de Britsche admiraliteit naar Enge
land kwam en daar de z.g. onderzeeërsbommen tot af
weer voor vijandelijke duikbooten construeerde, heeft
indertijd reeds verschillende mededeellngen over zijn
„Wapens der toekomst" gedaan. Toen heeft men er
geen waarde aan gehecht en thans is men er bang
voor.
Toen ik mijn uitvinding geheel voltooid voor me
zag, heeft Barlow eens gezegd, en de uitwerking er van
bepeinsde werd ik door een koude huivering bevangen.
Het nieuwe wapen is een combinatie van vliegtuig en
bommenwerper en de torpedo's bevatten 15000 een
heden van een door hem samengestelde springstof en
bovendien 100 K.G. explosieve gassen of brandbommen.
Zij gaan onbemand de lucht in. worden uit de verte,
draadloos bestuurd en ook de machines worden draad
loos ln werking gebracht. Van uit een centrale plaats
kan de bestuurder draadloos en zonder eenig gevaar
den weg der machine controleeren en zelf bepalen,
wanneer de explosie-schoten, gasgranaten en brand
bommen hun vernietigend werk moeten verrichten. Hij
kan de luchttorpedo's 1600 K.M. ver laten vliegen en
deze moeten zelfs op de laatste kilometer nog reagee-
ren op ieder bevel dat zij draadloos ontvangen.
Over de uitwerking van zijn helsche machine vertel
de Barlow: Een leger van 5000 man is voldoende om
met behulp der machine iedere groote stad binnen 24
uur met den grond gelijk te maken zonder dat de
mogelijkheid bestaat het vernietigend werk van deze
machine te verhinderen. De handgrepen die daarbij ge
daan moeten worden zijn zeer eenvoudig en iedereen
kan de bediening In een minimum van tijd leeren.
Zooals indertijd reeds gemeld, heeft Barlow ver
klaard, dat hij met zijn nieuwe uitvinding voor goed
een einde wil maken aan den oorlog. Hij zei daarbij
letterlijk: „Ik zal mijn uitvinding aan den volkenbond
bekend maken. Ik wil er geen geld mee verdienen of
eer mee behalen. Het eenige wat ik zou wenschen is
dat dit wapen in de macht van den volkenbond komt
omdat hij er mee zou kunnen dreigen en iedere oor
logspoging mee zou kunnen onderdrukken en zoo
doende aan de wereld een blijvenden vrede verzekeren.
Daarom juist heeft het bericht dat Barlow zijn uit
vinding aan Rusland verkocht zou hebben, een gewel
dige opschudding te weeg gebracht. De uitvinder, die
zoo juist uit sovjet-Rusland is teruggekeerd, weigert
iedere verdere mededeeling of verklaring.
Tusschon Maidstone en 'Vrotham lag een particu
lier vliegveld langs den weg. Prachtig golvend lag
het daar tusschen de bosschen.
Er stond een vehikel van een toestel met een hord
er op dat tochtjes tegen 2V£> shilling (pl.m. 1 gulden)
te maken waren. Een sportief jongmensch met een
vooruitstekende kin. een paar dure motorlaarzen en
een vervaarlijke vliegkap op, lag er in benijdens
waardige behagelijkheid in dc schaduw van zijn toe
stel te geeuwen, wachtend op klanten.
Voorbij Wrotha.- kwamen we dc hoogste kam
tegen die zich in Oost-Kent verheft. Reeds enkele
tientallen kilometers tevoren zagen we het aanko
men in de wazUe verte. De oprit was in de lengte
richting van dc g gemaakt en was bijna een kilo
meter lang. Toch was de helling te sterk om er te
gen op te fietsen. En juist op het ode oogenblik
kwam er een stoomwagen aan! We hielden ons vast
en, hoewel zwart als Moren, kwamen wc zonder
moeite aan den top. Als een wervelwind ging het
naar beneden.
Het ergste leed was geleden. Een paar kleine kam
metjes lagen er nog om de beenen fit te houden,
maar voor de rest bleef het vlak.
Londen ligt ecniirszins in een vlakte, waarvan het
niveau bijna overal gelijk is Dat peil hadden we be-
•eikt cn in een flink tempo naderden we de groote
stad.
De symphtomen van het naderen van Londen wa
ren slechts in zooverre waarneembaar, dat het ver
keer drukker werd. Langzaam werd de bebouwing
dichter en zonder erg zaten we in een voorstad. En
die voorstad ging ongemerkt in het groote centrum
over. We reden zoover mogelijk Londen In.
De eerste indruk is geenszins verbijsterend. Er is
gemakkelijk te fietsen, als -en \ar uitkijkt en on
middellijk stopt als de witte mouw van een agent
omhoog gaat.
Veel, bussen a!le twee hoog rijden er. Dat is
het eenige merkwaardige dat het stratentafercel op
het eerste gezicht biedt. De huizen zijn er niet hoo-
ger dan in Amsterdam. Maar langzamerhand, als je
dieper in de wereldstad indringt, wordt het wel zoo
druk. dat je fiets je te veel is. We kozen daarom den
wijsten weg. Voor een shilling gaven we hem af in
een garage in de Denmarkstreet, met de mededeeling
dat we na een weekje wel eens terug zouden komen.
We zaten nog in 't Zuid-Oostelijke gedeelte van Lon
den. Het adres van het Jeugd-Huis dat we hadden
was Camden Road 250 en dat was N.W.
Wij in de bus. Je staat er bij het eerste bezoek aan
Londen paf van dat zoo'n zware bus zoo'n snelheid
durft te ontwikkelen en zonder signalen passeert cn
snijdt en pleinen overvliegt. Alles berust er blijkbaar
op fyet vertrouwen dat ieder heeft in de verkeersrege
ling.
Over de Theems ging het, langs Big-Ben, langs
het monument van Nelson. Vervolgens jakkerden
we door winkelstraten en eindelijk zei de conducteur
dat we ei uit moesten.
In Camden Road, een der verkeersaders naar de
Noordelijke voorsteden en Midden-Engeland, hadden
we 125 huizen af te loopen voor we 250 hadden. Het
ongeluk wilde dat het juist alle breede heerenhuizen
waren. Rekent elk huis op 8 meter, ze stonden nog
niet eens zij aan zij, dan begrijpt u dat we aardig
„loof" waren, om het nu maar eens op zijn West-
Friesch uit te drukken, toen we aan het Jeugdhuis
aanbelden.
Het Jeugdhuis kon ons niet bergen. Maar schuin er
tegenover, op 201, konden we misschien terecht.
Hier bleek een kamerverhuurster te wonen. Op het'
huis stond heel def.ig: ..Myrlowe Bank". De hospita
toonde ons de kamers. Zonder stroomend water he
laas. En: wie zou dat bet len! Het mensch was voor
overreding vatbaar en na lang praten kwamen we
klaar voor ongeveer 9 gulden Hollandsch geld,
samen voor een tweepersoons kamer, zonder ontbijt.
Er was een badkamer; maar natuurlijk was er toe
vallig een lady in tho bath".
Op de kamer stonde, twee zeer geschikte fau
teuils. Ik behoef u niet te vertellen dat we er in
minder dan geen tiid bezit van hadden genomen en
onze op de proef gestelde ledematen er hun welver
diende rust genoten.
Ons home kreeg „een goede pers", behoudens het
ontbreken van stremmend water.
HENK JONKER Hz.
(Wordt vervolgd.)
De geweldige uitbarstingen van de vulkanen, die
over een oppervlakte van 400 vierkante mijlen verspreid
liggen in het grensgebied van Argentinië en Chili,
hebben de temperatuur in Zuid-Amerika aanmerkelijk
verlaagd. De vulkanische asch,. die tot in de allerhoog
ste lagen van de atmosfeer werd omhoog gespoten,
houdt de zonnestralen veel meer tegen dan 't zwaar
ste wolkendek. Wanneer de erupties eenigen tijd aan
houden, kan de temperatuur over een grooter gebied
zelfs over de geheele aarde, verscheidene graden dalen.
Alle heftige vulkanische uitbarstingen werden door
een koude-periode gevolgd. De strenge winter en de
koude zomer van 1910 waren voorafgegaan door de
geweldige uitbarstingen van den Temboro op het eiland
Soembawa (Nederlandsch-Indië).
De koude-periode van 1884'86 was een gevolg van
de uitbarsting van den Krakatau (27 Augustus 1883).
Het koude jaar 1903 volgde op de ontzettende ramp
van de Pelée op het eiland Martinique en de koude
winter van 1912'13 op de uitbarsing van de Katmai.
Op grond van deze waarnemingen voorspellen de
meteorologen een strengen winter als een gevolg van
de vreeselijke uitbarstingen van de Zuid-Amerikaansche
vulkanen in het afgeloopen iaar.
Buit vermoedelijk 40.000 Kt.
Donderdagmorgen werden zooals gewoonlijk de da-
gelijksche ontvangsten van de trams en autobussen
naar het girokantoor gebracht, dat in het gebouw van
het raadhuis van Charlottenburg is ondergebracht.
Terwijl een aantal bfeambten bezig waren om de
geldkistjes van de autobus, waarin zij waren ver
voerd, naar binnen te brengen, reed een elegante auto
voor waaruit vier opgeschoten jongens sprongen. Op
hetzelfde oogenblik trokken zij hun revolvers en scho
ten op de beambten, van wie er vier werden gewond.
De roovers maakten zich van drie cassetten meester
en verdwenen daarmee in hun auto.
Vermoedelijk is hun 40.000 M. in handen gevallen.
De overval moet gepleegd zijn door menschen, die
van de aflevering der gelden geheel op de hoogte wa
ren.
Hoewel het verkeer voor het raadhuis zeer druk
was, gebeurde alles zoo snel, dat voorbijgangers van
de daders geen signalement konden geven.
Van de vier beambten zijn drie niet ernstig gewond.
Een der slachtoffers is later overleden.
De auto, waarin de aanvallers ontkwamen, was een
gestolen Mercedes Benz limousine. Deze werd op den
weg naar Moorlake later teruggevonden.
Voor de arrestatie der daders is 2000 M. belooning
uitgeloofd.