Op marsch naar Londen. Zaterdag 17 September 1932. SCHAGER COURANT. Vijfde biad. No. 9143 EEN TRIP NAAR DE BRITSCHE HOOFDSTAD. Het vreeselijk oorlogswapen van Ir. Barlow. Strenge winter in aantocht? Overval op geldtransport auto te Berlijn. Vreeselijke heuvelsl Van stoomwagens en gloeiende torpedonaven IV. Of het zoo wezen moest, den eersten dag in En geland was het als steeds het mooiste weer van de wereld. We waren er al weer vroeg uit: de stralende zon wekte! We hadden ons niet te haasten. We zouden over den afstand Dover—Londen, die 75 mijl of ongeveer 115 K.M. bedraagt, twee dagen doen. Het Engelsche ontbijt was heel goed. Onze twee Duitsche kameraden en de Turk moesten voortma ken. Onmiddellijk na het ontbijt zouden zo vertrek ken. Ze wilden in één ruk naar Londen. Wij hadden slechts Canterbury als einddoel voor den eersten dag. Dus gingen wij eens een praatje aanknoopen met een Engelschen trekker. Het ge sprek ging zoo vlot en de onderwerpen die we aan sneden waren zoo interessant, dat er een uur om was voor we er erg in hadden. Toen zijn we Dover nog wat in gegaan. We konden niet nalaten een kijkje te nemen op den heuvel waar op het kasteel van Dover ligt. Een aardige kronkel weg loopt omhoog langs dc helling. Hier en daar ziet men door de boomen al een panorama van de stad. Maar als men heel boven is. daar waar de Ro- meinsche vuurtoren en de Romeinsche kerk staan en men kijkt over den rand. dan ligt er in het ge- zichtveld mo'h schitterend panorama van de stad en de haven, dat men wel een kwartier lang kan kijken voor ipen alles met zorg heeft gesavoureerd. Jammer was het alleen dat dc lucht er niet vrij van nevel was, waardoor menig detail werd verdoezeld en het intense van het landschap niet zoo tot zijn recht kwam. Boven op de rotsen die aan den Noordkant van Do ver liggen, bevinden zich groote kazernes. Bijna het geheel garnizoen bestaat uit Schotten. We troffen het net dat een heele troep aan het exorceeren was. Alle soldaten en officieren hadden een geruite steek op. We zagen een paar officieren die een paars blauwe rijbroek aan hadden met een rood ruitje. De soldaten die aan het oefenen waren, hadden hun daagsche rokken aan. Die zijn van hetzelfde goed gemaakt als de soldatenjassen Op hun Zondag- sche rok zijn de Schotten, zooals vanzelf spreekt, zui nig. Aan den voorkant dragen ze er dan mooie paar- deharen kwasten overheen Typisch is het dat tot de uitrusting van de soldaten in Engeland ook behoort een klein rottinkje met leer bekleed, waarmee men elk soldaat in de hand ziet lopen als hij vrij-af heeft en langs de straten flaneert. Heel boven staat hét kasteel van Dover. Machtig en onneembaar moet het geweest zijn. als men het daar ziet met zijn ongenaakbare muren, die oprijzen van rotsen van tientallen meters hoogte. Aan den rand van de rotskammen. bijna overhel lend. staat op een kleine vlakte een oude Romein- Bche vuurtoren en een kerk. De vuurtoren is ongeveer 15 meter hoog en bestaat uit bonkige brokken vuursteen die met zandsteen aan elkaar zijn gemetseld. Onmiddellijk ziet men hoe de overwegende westenwinden eeuwenlang ge knaagd hebben aan het bouwwerk: aan de westzijde rijn de zandsteenvoegen grootendeels uitgevreten en dreigen bonken vuursteen los te gaan en naar bene den te storten. De kerk, ook een prachtig oud bouwwerk, uit iets later tijd heeft door ondeskundige restauratie veel van haar oorspronkelijk karakter verloren. Dc zon begon al aardig naar haar hoogsten stand te komen en het werd tijd dat we de fietsen pakten en naar Canterbury gingen. We kruisten nu nog even heel Dover door. In de hoofdstraat gaven tal van winkels aanleiding tot op merkingen. Prijzen werden vergeleken; de inrichting gemeten met maten van oud-Hollandsche degelijk heid. Wat opviel was het prijsverschil van foto-artike len. In Holland houdt men o.i. de prijzen van films ontwikkelen en afdrukken behoorlijk op peil. In den winkel, zoowel als in de automaten kost een filmpje van 8 opnamen, formaat 6X9 c.M., 1 shilling. Dat is 42V* cent! Bij ons betaalt men toch altijd nog 75 cent. De automaten geven U er pas één voor den ongehoorden prijs van 1 gulden. We namen afscheid van Mr. Forwood, wisselden enkele echte Zeeuwsche juffers tegen ponden cn trokken linkshoudend Dover uit. Als wc die ééne heuvel vlak na Dover over waren, had Mr. Forwoord gezegd( dan zou het verder wel gaan. Die eerste heuvel was inderdaad een knaap. Maar ongelukkigerwijs kwamen we voor een tweede en een derde te staan. Een meevaller was altijd nog dat de wegen zoo schitterend waren. Waar het teermacadam ook maar even los liet was men aan het teren en walsena Na een mijl of zes van zware beproeving in de brandende zonneschijn moesten we eens rusten. Dat was meteen een mooie gelegenheid om de overtollige kleeding uit te gooien, een slok of wat lauw gewor den water te drinken, te constateeren hoeveel kilo meter het nog wel was, een foto te nemen van een stel marcheerende Schotsche soldaten, voorafgegaan door een paar doedelzakspelers, en met en wrang gezicht te bedenken, dat een (huis zoo uitgelachen j-.loffiets nu met de meeste dankbaarheid aanvaard zou worden. En met den moed der wanhoop gingen we weer verder. De tanden op elkaar! Dan kropen we weer tegen een heuvel op. Natuurlijk ging je altijd weer een stuk omlaag ook. Maar dat duurde te kort. Je reed met een duizelingwekkende vaart naar bene den. de voeten even op de terugtraprem. Gelukkig hoefde je niet bang te wezen dat er uit één of ander zijweggetje iets aan kwam. Verkeer op den hoofd weg gaat voor in Engeland en iemand uit een rijweg dient zoolang te wachten dat hij zonder het verkeer op den hoofdweg een duimbreed in den weg te leg gen, zijn kans kan waarnemen Zodoende behoef je in Engeland ook niet als een wildeman te bellen. Toch heeft dat naar beneden gaan met een 40 a 50 K.M, vaart niet zoo'n groote bekoring. Je weet dat je het weer met je „zweet en bloed" moet betalen. Onderwijl bood het landschap in het lachende zo merweer heel veel schoons. Heuvels en heerlijke da len rondom. Groene bosschen en goud-gele koren velden en hier en daar een hel groene weide met roodbont vee lagen in bonte afwisseling over de rim pelige aardkorst uitgespannen. Er is in Kent veel ooftbouw. Talrijk zijn de stal letjes langs de verkeerswegen, waar men appels, peren en tomaten verkoopt. Onder het rijden zijn er tal van dingen die den Hollander opvallen. Het verkeerswezen. Zooals bij ons ook het geval is. onderscheidt men eerste, tweede en derde klasse wegen. Voorzoover wij hebben ondervonden worden ze allen zeer goed onderhouden. De eerste klasse of primaire wogen geven hun be rijders alle voorkeur. Met onverminderde snelheid mag men daarop rijden, uitgei-ondcrd door dorpen en steden, waar met groote witte letters „slow" op den weg is geschilderd. Maar van zijwegen hoeft men zich niets aan te trekken Men hoeft daar niet als een bezetene te toeteren. Die uit een tweede klasse weg komt en den primaire op wil. heeft, we zeide het hierboven al, eenvoudig zijn kans af te wachten. Hetzelfde geldt voor derde klasse wegen ten op zichte van tweede klasse ditos. Op plaatsen waar heele drukke tweede klasse we gen op den hoofdweg komen, staat een verkeers agent. En wel een particuliere! In Engeland zijn twee groote automobielclubs: de Automobile Asso- ciation cn de Royal Automobile Club; de A.A. en de R.A.C. Deze vereenigingen zorgen niet alleen voor die verkeersagenten, maar tevens voor telefoonhokjes langs den hoofdweg. Verder plaatsen zij de A.A. dan voornamelijk wegwijzers. Tot goed begrip dient gezegd dat de A.N.W.B. op het gebied van bewegwijzering in geen enkel land wordt geëvenaard! Maar ter zake. Die verkeerswegen worden om zoomd door servicestations. Dat zijn inotorherstel- plaatsen met een in- en een uitrit Een batterij van benzinepompen meestal een stuk of zes cn oliepompen staat er voor. Alle merken benzine en olie kan men er kr-gen. Dergelijke stations die geheel op snelverkeer zijn ingesteld, vindt men zeker elke kilometer langs den weg Na de anti-lawaai-actie in Engeland is het verkeer merkwaardig stil. Dat valt een Hollander bepaald op. Ook bij passeeren wordt zelden of nooit signaal gegeven. Even soms als dc uiterste noodzaak dwingt. Maar dan niet zoo hartverscheurend als in Holland. De reden van het feit dat men hier haast ge1- Aordt van de signalen wordt in alle motor- en auto vakbladen tot in den treure herhaald. Dat rijn de desbetreffende artikelen in do motor- en rijwielwet „Telkens, wanneer de veiligh5 d van het verkeer zulks vordert" moet men signaal geven. En dan gaat verkeer van rechts voor. zoodat men met angst en vreeze voor elk gat of steeg die zich rechts mocht voordoen, kan toeteren. En altijd vraagt de politie hier: „Heeft U signaal gegeven?" als »r iets ge beurt. Het lijkt ons niet nuttig verder op deze kwes- tio in te gaan. Terwijl we zoo door Kent heenreden viel ons op. dat hier en daar van die eigenaardige gebouwtjes in het land stonden. Twee ronde, van boven kegel vormig toeloopende. stcenen torentjes, met elk een draaibaren schoorsteen van hout er boven op. welke op ongeveer 5 meter afstand stonden en verbonden waren door een schuur. Meestal zag je twee van die torens bij elkaar. Soms wel 8. die telkens twee aan twee stonden. We waren natuurlijk nieuwsgie rig om te weten wat dat in had. Men bleek daar hop in te drogen. Op een rooster dat pl.m. ter halver hoogte in de torens zit, ligt de geplukte hop. die goed geventileerd gedroogd moet worden. Onder in de torens stookt men nu een zacht vuur om dc lucht droog te houden. Door de met den wind meedraaiende schoorsteenen wordt de vochtige lucht weggezogen. Er groeit veel hop in Engeland. Zooals men weet wordt hop bij de bierbereiding gebruikt om den bit teren smaak er aan te geven. Canterbury bereikten we om vier uur in den mid dag. Aangezien het prachtig stil was, besloten we nog een eindje door te gaan. Charing kozen we toen als einddoel. Het was nog 16 mijl of ongeveer 25 K.M. Achter Canterbury werd het eerst recht heu velachtig. Maar a propos, Canterbury is een magnifieke oude stad. Canterbury. Deze plaats is niet voor niets genoemd „de moe der van Engeland". Het is het middelpunt van Oost- Kent. Zooveel gebeurtenissen in de Engelsche ge schiedenis hebben zich hier afgespeeld dat het den naam verwierf van de bakermat der Engelsche histo rie. In 54 voor Christus werd Canterbury door Julius Caesar ingenomen. De grootste bezienswaardigheid van Canterbury is de kathedraal, de zetel van reeds zoovele aarts bisschoppen van de Engelsche kerk. Op weg naar Charing moesten we van den primai- ren weg afslaan. Niettemin bleven de wegen mooi. En wat bepaald een voordeel was, een heerlijke na- tuurpracht ontrolde zich daardoor dos te gaver aan onze oogen. Bijna niets kwamen we op de kleinere wegen tegen. Geweldig stijgen en dalen. Geen zuchtje wind. En steeds maar door brandde de zon op het gloeiende teerdek van den weg. Het werd zwaar! We verlangden naar een rust plaats en vooral naar wat eten en dan wat stevigs! Tegen de laatste groote helling moesten we loo- pen. Zoo steil was het. De gedachte aan een flink bord tomatensoep, waarin de lepel rechtop zou kun nen blijven staan, gevolgd door een stuk biefstuk met brood was de ecnige die ons op dat oogenblik bezig hield. Of we soms een paar lui waren van die 20 Hollan ders, die ze verwachtte dien avond, vroeg de her- bergsmoeder in Charing. Dat was niet het geval, maar we waren er meteen van op de hoogte, dat er 20 Hollanders zxrnden ko men. Naderhand bleek, dat we er niet veel aan had den. Inplaats van geschikte trekkers, waar we wat aanspraak aan konden hebben, was het een deputatie dames van den V.C.J.B.. onder hoede van twee man nelijke leiders, die ook niet te veel loslieten. Ze maakten een voettocht; dat was alles wat we hoor den. Ondertusschen hadden we onze tent eens opgezet. Om dat ding niet te gebruiken als je hem toch bij je had leek ons zonde en bovendien, de herbergs- moeder kon ons eerst geen uitsluitsel geven over de „kunne" van het 20-tal. Waren het dames, dan had ze slaapgelegenheid. Waren het heeren, dan was de heerenzaal vol. We zijn het dorp ingegaan om wat in te slaan. Noodgedwongen kwamen we in een kapperswinkel terecht, de eenige „shop" die open was. Daar zat een heer, die ons wel even helpen zou. Nu, hij wees ons goed den weg. „Achterdeurtjes" bleken ook hier te bestaan. Eerst maakte hij dat een slager de deur voor ons open deed. Na onzen hartelijken dank in Avonturen van twee afgestudeerde H,B.S.=ers. ontvangst genomen te hebben, liet hij ons met den slager alleen. Biefstuk moesten we hebben. Een half pond, het geen ongeveer 25 cent kostte. De kwaliteit was naar rato. De slager kwam inderdaad met een stuk rund- vlecscb aandragen, maar van snijden had hij naar Hollandsere begrippen geen verstand. Vet. pees en spier tezamen gingen door voor biefstuk. Platslaan en de verdere bewerking van biefstuk moesten wc den goeden man nog leeren. Dankbaar dat we ten minste iets hadden, verlieten we hem. Toen naar den kruidenier. Van de achterdeur »iaar don winkel ging het via dc huiskamer en de keuken, welker vredige rust me met onze profane Hollandsche klanken verstoorden. Blikgroeriten wa ren helaas niet te krijgen. Illusies aan heerlijke Hol landsche dubbele spercieboonen waren niet meer noodig. In de jeugdherberg trokken we aan het bakken en koken. De kwaliteit van de soep was buitenge woon. Een gedeelte van de biefstuk rees als een ca- detje. Dat was echte biefstuk. Het andere gedeelte dat van het eerste gescheiden was door een onver teerbare reep zeen. bleef zoo plat als een dubbeltje en trok zoo krom als een schol. Met gespannen aandacht hebben we de werking van de inwendige krachten in dat stuk vleesch ge volgd; we wachtten de catastrophe evenwel niet af. Voor dat de natuurwetten hun rechtmatig beloop hadden gehad, hebben we er een eind aan gemaakt en het. geconsumeerd met versch brood, bruine jus en het restje echte 40 plus, dat ik nog uit mijn rug zak opdiepte. Den anderen morgen na een goeden maar kou den nacht buiten in de tent hebben wc nog eens flink ontbeten, alles ingepakt en de wijk naar het station genomen. Daar hebben we driekwart van de bagage op den trein gezet: terug naar Mr. Forwood in Dover! Alleen een rugzak met het hoogst noodige er in hielden we. De houvels hadden ons dit geleerd, dat het met zoo'n zware bepakking en zonder drie-versnellings naaf geen doen is in Kent. We fietsten daarna veel lichter en zonder er tegen op te zien, begonnen we dan ook aan de 75 K.M. die ons van Londen scheidden. De weg bleef even riik aan klimpartijen. Zelfs meenden we op te merken dat het hoogteverschil telkens gr »oter werd. Enfin, den heelen dag hadden we voor ons en als we er niet zouden komen, onder weg waren Jeugd-Herbergen genoeg. Ondertusschen hadden we kennis gemaakt met een zeer eigenaardig soort auto's. Deze waren voorzien van een stoommachine. Geheel en al ingesteld op zwaar vervoer en het nemen van hellingen, hebben ze een heele lage eerste versnelling. Treft men het nu dat er juist zoo'n stoomwagen achterop komt, dan is dat een groote zegen. Je nakt je maar vast en heel gedwee sukkelt zoo'n Jumbo je tegen de helling op. Dan schakelt hij met onrustbarend geknars over cn rolt in zijn derde naar beneden, meteen kracht zet tend voor het- nemen van de volgende helling. Het eenige nadeel is, dat ze zoo vreeselijk roe ten! Vooral tegen het nemen van een beetje aan zienlijke helling gooit de stoker er in den letterlijken zin van het woord een schepje op en begint te poken. Een regen van kolengruis daal. dan op je neer en zet zich op je transpireerende huid vast. Bovendien wordt je zoowat gerookt, vooral als de wind de rook vlak over den wa^en heenstrijkt. Al fietsend passeerden we Maidstone en meer aardige oude stede Aan de gedenkteekenen te zien, moeten de Romeinen hier heel wat afgewandeld hebben overal ter minste ziet men in Kent herinne ringen aan Romeinsch bezoek. De uitvinder z^gt er den oorlog onmogelijk me© te willen maken. Heeft hij het mon sterwapen nu aan Rusland verkocht? Het bericht dat de Amerikaansche ingenieur Barlow zijn luchttorpedo aan Rusland verkocht heeft, heeft in de geheele wereld een groote opschudding teweeg gebracht. Zijn moorddadig wapen zal In staat zijn om een gebied met een straal van 1500 K.M. totaal te vernietigen. Leslie P. Barlow, die reeds tijdens den oorlog op ultnoodiging van de Britsche admiraliteit naar Enge land kwam en daar de z.g. onderzeeërsbommen tot af weer voor vijandelijke duikbooten construeerde, heeft indertijd reeds verschillende mededeellngen over zijn „Wapens der toekomst" gedaan. Toen heeft men er geen waarde aan gehecht en thans is men er bang voor. Toen ik mijn uitvinding geheel voltooid voor me zag, heeft Barlow eens gezegd, en de uitwerking er van bepeinsde werd ik door een koude huivering bevangen. Het nieuwe wapen is een combinatie van vliegtuig en bommenwerper en de torpedo's bevatten 15000 een heden van een door hem samengestelde springstof en bovendien 100 K.G. explosieve gassen of brandbommen. Zij gaan onbemand de lucht in. worden uit de verte, draadloos bestuurd en ook de machines worden draad loos ln werking gebracht. Van uit een centrale plaats kan de bestuurder draadloos en zonder eenig gevaar den weg der machine controleeren en zelf bepalen, wanneer de explosie-schoten, gasgranaten en brand bommen hun vernietigend werk moeten verrichten. Hij kan de luchttorpedo's 1600 K.M. ver laten vliegen en deze moeten zelfs op de laatste kilometer nog reagee- ren op ieder bevel dat zij draadloos ontvangen. Over de uitwerking van zijn helsche machine vertel de Barlow: Een leger van 5000 man is voldoende om met behulp der machine iedere groote stad binnen 24 uur met den grond gelijk te maken zonder dat de mogelijkheid bestaat het vernietigend werk van deze machine te verhinderen. De handgrepen die daarbij ge daan moeten worden zijn zeer eenvoudig en iedereen kan de bediening In een minimum van tijd leeren. Zooals indertijd reeds gemeld, heeft Barlow ver klaard, dat hij met zijn nieuwe uitvinding voor goed een einde wil maken aan den oorlog. Hij zei daarbij letterlijk: „Ik zal mijn uitvinding aan den volkenbond bekend maken. Ik wil er geen geld mee verdienen of eer mee behalen. Het eenige wat ik zou wenschen is dat dit wapen in de macht van den volkenbond komt omdat hij er mee zou kunnen dreigen en iedere oor logspoging mee zou kunnen onderdrukken en zoo doende aan de wereld een blijvenden vrede verzekeren. Daarom juist heeft het bericht dat Barlow zijn uit vinding aan Rusland verkocht zou hebben, een gewel dige opschudding te weeg gebracht. De uitvinder, die zoo juist uit sovjet-Rusland is teruggekeerd, weigert iedere verdere mededeeling of verklaring. Tusschon Maidstone en 'Vrotham lag een particu lier vliegveld langs den weg. Prachtig golvend lag het daar tusschen de bosschen. Er stond een vehikel van een toestel met een hord er op dat tochtjes tegen 2V£> shilling (pl.m. 1 gulden) te maken waren. Een sportief jongmensch met een vooruitstekende kin. een paar dure motorlaarzen en een vervaarlijke vliegkap op, lag er in benijdens waardige behagelijkheid in dc schaduw van zijn toe stel te geeuwen, wachtend op klanten. Voorbij Wrotha.- kwamen we dc hoogste kam tegen die zich in Oost-Kent verheft. Reeds enkele tientallen kilometers tevoren zagen we het aanko men in de wazUe verte. De oprit was in de lengte richting van dc g gemaakt en was bijna een kilo meter lang. Toch was de helling te sterk om er te gen op te fietsen. En juist op het ode oogenblik kwam er een stoomwagen aan! We hielden ons vast en, hoewel zwart als Moren, kwamen wc zonder moeite aan den top. Als een wervelwind ging het naar beneden. Het ergste leed was geleden. Een paar kleine kam metjes lagen er nog om de beenen fit te houden, maar voor de rest bleef het vlak. Londen ligt ecniirszins in een vlakte, waarvan het niveau bijna overal gelijk is Dat peil hadden we be- •eikt cn in een flink tempo naderden we de groote stad. De symphtomen van het naderen van Londen wa ren slechts in zooverre waarneembaar, dat het ver keer drukker werd. Langzaam werd de bebouwing dichter en zonder erg zaten we in een voorstad. En die voorstad ging ongemerkt in het groote centrum over. We reden zoover mogelijk Londen In. De eerste indruk is geenszins verbijsterend. Er is gemakkelijk te fietsen, als -en \ar uitkijkt en on middellijk stopt als de witte mouw van een agent omhoog gaat. Veel, bussen a!le twee hoog rijden er. Dat is het eenige merkwaardige dat het stratentafercel op het eerste gezicht biedt. De huizen zijn er niet hoo- ger dan in Amsterdam. Maar langzamerhand, als je dieper in de wereldstad indringt, wordt het wel zoo druk. dat je fiets je te veel is. We kozen daarom den wijsten weg. Voor een shilling gaven we hem af in een garage in de Denmarkstreet, met de mededeeling dat we na een weekje wel eens terug zouden komen. We zaten nog in 't Zuid-Oostelijke gedeelte van Lon den. Het adres van het Jeugd-Huis dat we hadden was Camden Road 250 en dat was N.W. Wij in de bus. Je staat er bij het eerste bezoek aan Londen paf van dat zoo'n zware bus zoo'n snelheid durft te ontwikkelen en zonder signalen passeert cn snijdt en pleinen overvliegt. Alles berust er blijkbaar op fyet vertrouwen dat ieder heeft in de verkeersrege ling. Over de Theems ging het, langs Big-Ben, langs het monument van Nelson. Vervolgens jakkerden we door winkelstraten en eindelijk zei de conducteur dat we ei uit moesten. In Camden Road, een der verkeersaders naar de Noordelijke voorsteden en Midden-Engeland, hadden we 125 huizen af te loopen voor we 250 hadden. Het ongeluk wilde dat het juist alle breede heerenhuizen waren. Rekent elk huis op 8 meter, ze stonden nog niet eens zij aan zij, dan begrijpt u dat we aardig „loof" waren, om het nu maar eens op zijn West- Friesch uit te drukken, toen we aan het Jeugdhuis aanbelden. Het Jeugdhuis kon ons niet bergen. Maar schuin er tegenover, op 201, konden we misschien terecht. Hier bleek een kamerverhuurster te wonen. Op het' huis stond heel def.ig: ..Myrlowe Bank". De hospita toonde ons de kamers. Zonder stroomend water he laas. En: wie zou dat bet len! Het mensch was voor overreding vatbaar en na lang praten kwamen we klaar voor ongeveer 9 gulden Hollandsch geld, samen voor een tweepersoons kamer, zonder ontbijt. Er was een badkamer; maar natuurlijk was er toe vallig een lady in tho bath". Op de kamer stonde, twee zeer geschikte fau teuils. Ik behoef u niet te vertellen dat we er in minder dan geen tiid bezit van hadden genomen en onze op de proef gestelde ledematen er hun welver diende rust genoten. Ons home kreeg „een goede pers", behoudens het ontbreken van stremmend water. HENK JONKER Hz. (Wordt vervolgd.) De geweldige uitbarstingen van de vulkanen, die over een oppervlakte van 400 vierkante mijlen verspreid liggen in het grensgebied van Argentinië en Chili, hebben de temperatuur in Zuid-Amerika aanmerkelijk verlaagd. De vulkanische asch,. die tot in de allerhoog ste lagen van de atmosfeer werd omhoog gespoten, houdt de zonnestralen veel meer tegen dan 't zwaar ste wolkendek. Wanneer de erupties eenigen tijd aan houden, kan de temperatuur over een grooter gebied zelfs over de geheele aarde, verscheidene graden dalen. Alle heftige vulkanische uitbarstingen werden door een koude-periode gevolgd. De strenge winter en de koude zomer van 1910 waren voorafgegaan door de geweldige uitbarstingen van den Temboro op het eiland Soembawa (Nederlandsch-Indië). De koude-periode van 1884'86 was een gevolg van de uitbarsting van den Krakatau (27 Augustus 1883). Het koude jaar 1903 volgde op de ontzettende ramp van de Pelée op het eiland Martinique en de koude winter van 1912'13 op de uitbarsing van de Katmai. Op grond van deze waarnemingen voorspellen de meteorologen een strengen winter als een gevolg van de vreeselijke uitbarstingen van de Zuid-Amerikaansche vulkanen in het afgeloopen iaar. Buit vermoedelijk 40.000 Kt. Donderdagmorgen werden zooals gewoonlijk de da- gelijksche ontvangsten van de trams en autobussen naar het girokantoor gebracht, dat in het gebouw van het raadhuis van Charlottenburg is ondergebracht. Terwijl een aantal bfeambten bezig waren om de geldkistjes van de autobus, waarin zij waren ver voerd, naar binnen te brengen, reed een elegante auto voor waaruit vier opgeschoten jongens sprongen. Op hetzelfde oogenblik trokken zij hun revolvers en scho ten op de beambten, van wie er vier werden gewond. De roovers maakten zich van drie cassetten meester en verdwenen daarmee in hun auto. Vermoedelijk is hun 40.000 M. in handen gevallen. De overval moet gepleegd zijn door menschen, die van de aflevering der gelden geheel op de hoogte wa ren. Hoewel het verkeer voor het raadhuis zeer druk was, gebeurde alles zoo snel, dat voorbijgangers van de daders geen signalement konden geven. Van de vier beambten zijn drie niet ernstig gewond. Een der slachtoffers is later overleden. De auto, waarin de aanvallers ontkwamen, was een gestolen Mercedes Benz limousine. Deze werd op den weg naar Moorlake later teruggevonden. Voor de arrestatie der daders is 2000 M. belooning uitgeloofd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 17