Ons verblijf in Londen.
Zaterdag 24 September 1932.
SCHAGER COURANT.
Vijfde biad. No. 9147
EEN TRIP NAAR DE
BRITSCHE HOOFDSTAD.
De dame
die zich Rancroft noemde
Avonturen
van twee
afgestudeerde
H.B.S.=ers.
Omzwervingen door de
wereldstad.
Gelukkige kennismaking.
V.
Dinsdagavond was het dat we bij Mrs. Walker «en
kamer huurden.
Woensdagochtend werden we wakker door het ver
keer. Camden Road is een zeer drukke straat. Met
groote snelheid spoedt alles zich naar de Noordelijke
voorsteden. Maximum snelheid bestaat hier niet.
Op zijstraten hoe talrijk zij ook zijn wordt niet
gelet. In een rij jakkeren de ronkende vehikels over het
van olie glimmende wegplaveiael.
Het is een zenuwsloopend geluid. Vooral de trams
en autobussen en de noodige motor- en stoom vrachtwa
gens hebben een groot aandeel in de geluid-productie.
Camden Road helt n.1. eenigszins en daar bus en
tram ook nog vlak bij ons huis een stopplaats hadden,
moest de geheele buurt het bekende overschakelingspro
ces van al die voertuigen in zijn onverzwakte uitbundig
heid volgen.
Eén ding is gelukkig. En wel dat er zoo goed als niet
getoterd wordt. Slechts zoo nu en dan een kleine stoot
op een hoorn en dan van een zware toon.
We kleedden ons, hingen het fototoestel om en stapten
de deur uit. In de city zouden we wel een goedkoope
restaurant vinden. We pikten een tram en lieten ons
naar Charing Cross zeulen. Op dat plein gekomen stap
ten we uit en schoten een zijstraat in. In de hoofdstra
ten zijn de eetgelegenheden te duur: met onze beurs
moesten we op alle kleinigheden letten.
We waren gelukkig in onze keus. Een redelijk goed
koope prijslijst hing voor het raam, dus stapten we
binnen. Brood en thee en ohocolamelk moest er ko
men.
Alle drie gerechten smaakten goed. 't Brood was
versoh en heel goed gesmeerd, de thee en chocolade
goed en we kregen een groote kom vol.
Het innerlijk van dit restaurant dat den naam van
„Noon's" droeg, geleek veel op dat van een arbeiders-
trein. Aan weerszijden van een looppad dat van de deur
af naar het diepste binnenste liep had je een soort van
coupé's met lage tusschenschotten. Marmeren tafels,
met gedraaide ijzeren pooten stonden in de betonnen
vloer vernageld en namen de ruimte tusschen twee te
genover elkaar liggende banken in beslag. De „schade"
bedroeg 60 cent. Daarvoor waren we beiden volkomen
verzadigd.
We zijn toen aan het zwerven geraakt. Loopen en
nog eens loopen was het eenige wat we deden. Zoo nu
en dan eens een paar appels en bananen vooral de
laats ten zijn in Londen heel goedkoop om op krachten
te blijven.
's Middags om vier uur kwamen we weer bij Noon's
terecht, 't Zelfde recept. Alleen permiteerdcn we ons
de luxe van kaas op ons brood te eten. Dat ging er als
koek in. We bestelden een bord soep vooraf. Misschien
heeft u wel eens mosselen gekookt. Als men nu dat wa
ter er van afgiet en die vloeistof kruidt met peper
dan nadert U met groote zekerheid van slagen tot de
kookkunst van den kok die zich daaraan vergrepen
heeft.
In het buitenland weet men nu eenmaal niet hoe men
In Holland een soepje op prijs stelt, waarna je in een
regel zegt: „Hè, hè, ik ben er dik van!" U weet wel
zoo'n soepje op „lessiesdag".
Ik zal de juichende af keur ingsk reten en de kwalifica-
tjes in de meest dierbare en geeigende Hollandsche ter
men, die we door Noon's heen gaimden niet herhalen.
Je kunt daar nog eens iets zeggen. Niemand verstaat je
toch.
We gingen met gevulde maag, en dus welgemoed de
straat weer op. Na een paar uur loopen en overal kij
ken belandden we doodmoe op Trafolgar Square. Dit
is een groot plein, niet ver van de Theems, waar het
beele uitgaande leven van Londen haar middelpunt heeft.
Later zal ik U er meer van vertellen. Nu alleen dit; mid
denin staat het monument van Nelson, de Engelsche
Michiel de Ruyter. Nelson die op een 50 meter hooge
zuil staat heeft aan zijn voeten twee leeuwen staan.
Aan den grooten zeeslag, die Nelson in 1807 bij Trafalgar
won heeft het plein (square) zijn naam te danken.
Verder is er een fontein en een breede muur die een
vijvertje begrenst,
FEUILLETON.
Roman van Norberfc Ga rui.
5.
De president stoof op: „Wat beteekent dat. Mister
Kosley? Staat u ons hier soms voor den gek te hou
den?"
„Wat denkt u van me. meneer de rechter! Ik zei:
Meisje... laat u mij nu alstublieft even uitspreken, me
neer de rechter... ik weet niet. of je wel voldoende ta
lent hebt... Daarom zal ik je oorloopig een plaats ge
ven ais cassière! Als cassière. meneer de rechter! Niet
als actrice! Want eerst een half jaar geleden heb ik
haar voor de eerste maal een rol toevertrouwd en wel
die van Ophelia..."
„Juist, nu komen we er langzamerhand. De verdachte
was dus ongeveer een half jaar als cassière aan uw the
ater verbonden. En heeft zij gedurende dien tijd geen
aanleiding tot klachten gegeven? Ik bedoel: klopte de
kas altijd of was er wel eens een tekort bij die afre
kening?"
„Nooit, meneer de rechter. Ik ben nooit een cent te
kort gekomen, ook niet Zondags, hoewel wij dan zelfs
twee voorstellingen geven. Zoover ik Nicole Irvine heb
leeren kennen, is het een volkomen eerlijk meisje, voor
wie ik mijn hand in het vuur zou durven leggen..."
De volgende getuige. Mr. Bollman, de directeur van
het Savoy hotel, bleek Kosley"s gunstige meening ech
ter geenszins te deelen. Hij schilderde in schrille kleu
ren de houding van de verdachte, tijdens haar verblijf
in zijn hotel en de geraffineerde wijze, waarop zij het
geheele personeel om den tuin had weten te leiden. „Op
28 Januari", zoo vertelde hij, „bestelde een dame, die
voorgaf secretaresse van de Bancroft Company te zijn,
telefonische eenige luxueus», ingerichte appartementen
voor Miss Evelyn Bancroft, die, naar zij zeide, nog dien
zelfden dag in Londen zou arriveeren."
i „Blg-Ben" op het oogenblik, dat een dreunende
slag vertelde dat het half drie was.
Op die muur nu zaten we eens heel lekker uit te
rusten. Je kijkt dan meteen ongestoord naar het drukke
verkeer, dat over het plein in de straten wordt gestuwd
als bloed in slagaders.
Op het groote trot-toir dat om de leeuwen van Nel
son. de vijver en de zuil heen ligt, trippelen honderden
duiven. Zoo mak en tam zijn deze beesten, dat ze. uit de
hand van het publiek eten.
In massa's trippelen ze daar, spelen krijgertje op de
manen van dq leeuwen of doen wie 't vlugst bij Nelson's
neus is. En toch zijn die duiven er niet met opzet ge
bracht. Ik las dezer dagen nog In een krant dat de
gemeente honden, speciale duivenvangers, in dienst heeft
genomen, omdat er wat al te veel komen. Die onschul
dige dieren brengen rust en bezinning in het drukke
wereldstadgedoe.
'n Aardige meneer sprak ons aan. Wij antwoordden.
Of we mee gingen een eindje loopen. Nou, wij waren er
vlak voor. ondanks onze vermoeidheid. Onder een groote
poort door kwamen we op een breeden weg. dien docr
een park loopt en voor het Koninklijk Paleis eindigt
The Mali, het Koninklijk Paleis, het bekende
Buckingham Palace, is heel gfoot. Geweldig pompeus
als alle paleizen. Je moet daar bepaald van houden.
Voor de vreemdelingen is het afwisselen van de wacht
een zeer gewilde attractie.
Dit geschiedt eiken morgen om half elf als de Ko
ninklijke familie in 't Paleis is.
Wij waren er des avond's om half acht en bovendien
was de Koning naar Wight, waar we hem geen ongelijk
in konden geven.
Voor het palels marcheerde er een pracht van een
soldaat op en neer in roode jas met witte koorden en
gouden knoopen en een hooge kolbak op het hoofd.
Wy Hollanders zouden dat niet nemen op den duur.
Die arme drommel liep n.1. nog met een geweer over
den schouder en moest elke keer dat hij terugkeerde een
voorbeeldige heele draai rechts uitvoeren met hoog knie-
optrekken. En dan met zoo'n warmte. Maar daarvoor
geldt bij den Engelschman de traditie! Traditie, gebruik,
gewoonte, is dit niet altijd een kenmerkende eigenschap
van onze „groote broer" geweest
Vanzelfsprekend kwam het gesprek op de ziekte van
den Engelschen koning. Duizenden hebben tijdens zijn
De president wendde zich tot Nicole: „Die dame aan
de telefoon was u, verdachte?"
Nicole knikte.
„De kamers werden gereserveerd", vervolgde Bollman.
Het waren de beste appartementen van het gansche
hotel. Twee dagen lang stonden ze leeg. Miss Bancroft
liet zich niet zien. maar wel meldden zich in deze twee
dagen eenige loopknechts van de eerste Londensche
modezaken bij den portier, wien zij een aantal pakken
en doozen voor Miss Bancroft overhandigden. Wellicht
zou het onder deze omstandigheden argwaan hebben
gewekt, dat de Amerikaansohc haar appartementen nog
niet had betrokken, wanneer niet de z.g. secretaresse
nog twee maal had opgebeld om mede te deelen, dat
Miss Bancroft nog eenige dagen bij familie in de omge
ving van Londen dacht te blijven. Alles was dus zoo
tot in de puntjes geënsceneerd, meneer de president,
dat wij geen oogenblik wantrouwen koesterden."
De officier van justitie, John. Merrydith. in de mis-
dadigerswereld „Beccon Merrydith" genaamd, omdat hij
in het proces tegen den terrorist Beccon en diens kor
nuiten tot vijf maal toe een ter doodveroordeeling had
weten te bewerkstelligen, verhief zich thans van zijn
plaats en zei: „Uit de verklaringen van dezen getuige
blijkt wel. dat de verdachte volgens een vooruit vastge
steld plan te werk ging.
De gedupeerde winkeliers werden om den tuin ge
leid met de mededeeling, dat de pseudo Evelyn Ban
croft in het Savoy Hotel logeerde en de directie van
dit hotel koesterde op haar beurt niet het minste arg
waan, wijl verschillende eerste klaszaken de duurste
toiletten voor Evelyn Bancroft aan het hotel aflever
den."
„Het spijt me, dat ik deze meening moet tegenspre
ken, meneer de Officier!" mengde thans de verdedi
ger zich in het debat. „De verdachte handelde aller
minst volgens een vooruit vastgesteld plan toen zij de
kamers ongebruikt liet. Zij miste n.1. twee dagen lang
den moed deze te betrekken."
Hierna werden nog eenige zakenmenschen als ge
tuige gehoord, die eveneens tot de gedupeerden be
hoorden. Unaniem waren zij van oordeel, dat de ver
dachte door haar optreden overal het vertrouwen had
weten te winnen. Met de meeste bereidwilligheid had
men dan ook de bestellingen van de bekende Ameri-
kaansche aangenomen en tegen levering op crediet
aan een adres als het Savoy Hotel bestond natuurlijk
ziekte voor de hekken van Buckingham Palace gestaan.
Ons koningshuis is niet populair bij de massa, konden
wij vertellen. Bij ons vereenzelvigt een groot deel dier
massa het koningshuis mét de kapitaal-bezittende klasse
tegen wie zij den strijd heeft aangeboden. Wij Hollan
ders waren een typisch volk vond de Engelsche meneer.
Maar met meer trots dan daarvoor over het misschien
niet juiste standpunt tegenover 't koningshuis konden
we gewag maken van de diepe antl-militairistische zin
van ons volk en vooral van jong Nederland.
De meneer die goede sigaretten weggaf en daar
door zeer in onze achting steeg zou ons wel eenige
theaters aanwijzen waar we voor een beetje een mooie
film zouden kunnen zien. Het was namelijk te vroeg om
huiswaarts te gaan en we waren te moe om nog weer
een eind te loopen.
Talrijke bioscopen waren er. Vooral op het „Strand",
een zeer drukke en breede winkelstraat, waar de heele
uitgaande wereld doorkomt stonden er zeer vele.
In sommige draait men een heel programma met een
of meer hoofdnummers af. In andere weer ziet en hoort
men precies een uur lang al het laatste wereldnieuws.
De toegang daarvoor is 7 pence of 30 cent.
M'n vriend wilde beslist niet meer op zijn beenen
staan. Bij mij woog de besparing van 60 cent meer dan
de genoegens van een uur biosbezoek.
Ondertu8schen had de meneer ons voor een bioscoop
neergeplant en we hadden afscheid van hem genomen
na hem hartelijk voor zijn vriendelijkheid te hebben
bedankt. We kregen zijn adres, hij woonde in Blackburn
in Midden Engeland en bleek directeur van een katoen-
fabriek te zijn.
Of we ook in goede handen geweest waren. Als we
eens in die buurt komen, moeten we er vast eens kij
ken!
Zooals gezegd stonden wij voor die bios te bekvech
ten of we er in zouden gaan of niet.
Mijn betoog dat neerkwam op het betrachten van de
grootst mogelijke zuinigheid zegevierde: we zouden heel
rustigjes een uurtje op het muurtje op Trafalgar-
Spuaro gaan zitten. Het leven in Londen was duur
genoeg en om het gemiddelde van f 1.25 per dag per
persoon te behouden, hadden we ons wat in te binden.
„Zijn jullie Finmen?"
Met deze woorden sprak een heer ons aan, net toen
we bij de uitgang van de „Underground" op Trafalgar-
Square naar de groote lichtreclames stonden te kijken.
Neen, Finnen waren we niet. Ik wilde het hierbij
laten; wie weet wat voor snuiter het was.
M'n vriend echter hield de conversatie aan den gang.
En was het mijn goede zet om niet naar de bios te
gaan, hem komt de eer toe de kennismaking tot stand
gebracht te hebben met deze meneer, die zich ontpopte
als een trouwe vriend, onverbeterlijke gids en... redder
in den nood.
En weldra liepen we met onzen nieuwen kameraad
rond. We hadden hem al gauw ingelicht, dat we met
een beetje toe moesten.
Maar inplaats van ons levenspeil als grondslag aan
te nemen „troonde" hij ons mee naar de Ondergrond-
sche spoorweg en we mochten niets betalen van hem!
Z'n vrienden waren uit de stad, hjj was heelemaal
vrij en hij achtte zich het een plicht ons een vroolijke
en genoegelijke avond te bezorgen.
Wat was die ondergrondsche goed en schitterend
ingericht. Met groote roltrappen gaat men naar om
laag, ziet daar heele stations, plaatskaartenbureaux en
winkels liggen, alle badend in een zee van licht.
Het is er heerlijk koel. Tal van sterke ventilatoren
zorgen voor versche lucht.
Kaartjes waarop de verschillende lijnen staan ver
meld, zijn gratis te verkrijgen.
Om de twee minuten ikan men eiken kant op.
Wij gingen naar Hyae Park". Dit is een heel groot
park in het midden van Londen. Het is ongeveer 2%
kilometer lang en 1% K.M. breed.
In de lengterichting ligt In het midden een vijver.
Deze heet „The Serpentine".
Tweemaai daags wordt er in den zomer concert ge
geven. Ook dien avond was dat het geval.
Duizenden lagen in het gras naar de muziek te luis
teren. 't Was een prachtige, stille avond en een wande
ling van een paar uur werd een reeks van genietingen.
Om Hyde Park heen loopt een mulle weg. Deze heet
„Rotten Row". Hier wordt de ruitersport beoefend. In
den hoek van het Park bij het station waar wij aankwa_
men, vindt men groote bloembedden.
Hier bloeien in het voorjaar o.a. veel door Holland
sche kweekers geschonken bloemen.
Bloemenmagazijn „CORONA",
KONINGSTRAAT 67 - - DEN HELDER,
levert U alle moderne bloemstukken
Telefoon 216. Postgiro 99555.
Onze vriend wandelde maar onvermoeid door. Later
zou nog tal van keeren blijken wat een capaciteiten er
op dat gebied in hem schuilden.
De praatten over allerlei dingen. We leerden hem een
paar Hollandsche woorden; „goedenavond" en „dag!";
dit laatste met de welbekende, niet nader te omschrij
ven a kon hij al spoedig zeggen.
Ondertuschen waren we ook een magnifieke zwemge-
legenheid tegengekomen in Hyde Park. Het plan werd
al gemaakt om er den volgenden morgen zoo spoedig
mogelijk heen te gaan.
Onze vriend bracht ons naar Camden Road en nam
op de kamer afscheid van ons.
Hij had ons een verkieslijke dagindeeling gegeven
voor den volgenden dag.
Om vier uur zouden we elkaar weer zien bij de groo
te ingang van het Victoria en Al-bert Museum.
Hij gaf ons zijn naam en zijn adres op.
Langzamerhand hadden we ons een denkbeeld kun
nen vormen van de identiteit van onzen nieuwen vriend.
Hij was Rus van geboorte, na de revolutie gevlucht
naar Finland en in 1920 naar Engeland gekomen. Z'n
beroep was architect en hij had voor ingenieur gestu
deerd. Door de revolutie werd zijn studie afgebroken.
Z'n naam was Nicolas Fedorow.
Hij had een slank en lenig lichaam en geen vermoeid
heid scheen hem te deeren. Oonafscheidelijk waren
zijn pijp en zijn wandelstok. Ik zou me Mr. Fedorow
tenminste niet voor den geest kunnen halen zonder
,pipe" en „stick".
Om half twaalf ging hij weg. We kleedden ons uit en
in pyama ijsbeerden we nog wat op de kamer rond. Toen
hebben we de fauteuils bij elkaar geschoven en hebben
den ganschen dag nog weer eens opgehaald.
Mr. Fedorow kon ons nog heel wat plezier bezorgen
bedachten we.
Camden Road produceerde nog steeds, het late uur
ten spijt, het daverende stadsrumoer.
In de kamer bij ona had U eens een kijkje moeten
nemen, 't Was wei-kelijk een tofe gezicht.
In twee canapé's weggezonken twee bruingebakken
Hollandsche jongens in pyama met de voeten in een
waschkom met water.
De heele vermoeidheid en al het stof loste dan in het
water op. Ik heb tevoren nooit geweten, dat een uurtje
het water zitten met je voeten zoo'n weldadigen in
vloed op geest en gestel had.
Voor het naar bed gaan nog zagen we dat Mr. Fedo
row zijn pijp op de schoorsteenmantel had laten lig
gen. Door hem terug te brengen konden we hem dan
eindelijk ook eens een dienst bewijzen.
niet het minste bezwaar
De laatste getuige, die voor de rechters verscheen,
was Lord Berry Davis Hij ging Nicole voortij, zonder
haar met een blik te verwaardigen
Op een desbetreffende vraag van den president
verklaarde hij, dat hij de verdachte in het clubhuis
van de Westminster Poloclub had leeren kennen Daar in
de lokaliteiten van deze club slechts leden van de
eerste Londensche familie plegen samen te komen,
bestond er voor hem niet de minste reden tot twijfel,
toen zij zich als Evelyn Bancroft voorstelde.
De verdediger verzocht tot dezen getuige eenige
vragen te mogen richten.
„Lord Davis, uw gevoelens jegens de verdachte wa
ren van dien aard, dat u besloten had u met haar te
verloven, nietwaar?"
De getuige knikte bevestigend.
„Maar u zou toch niet tot dat besluit gekomen zijn,
als u er niet van overtuigd was geweest, dat ook zij u
werkelijk lief had
„Daarvan was ik inderdaad overtuigd", antwoordde
Lord Davis op bitteren toon. „Zij verstond even goed
de kunst mij ten opzichte van haar ware gevoelens te
misleiden als anderen ten opzichte van haar ware iden
titeit."
Aller oogen richtten zich thans op Nicole, die doods
bleek op haar bankje zat, verpletterd door zijn woor
den, waaruit slechts diepe verachting sprak.
De verdediger trachtte de situatie te redden.
„Lord Davis, u bent verbitterd en dat is te begrijpen,
want de verdachte heeft u ernstig teleurgesteld."
„Meneer de president." wendde Lord Davis zich thans
tot Mr. Elkins, „ik gevoel geen lust over deze onver
kwikkelijke aangelegenheid meer woorden te verliezen
dan strikt noodzakelijk is. Ik heb de vragen van den
verdediger beantwoord, maar zijn persoonlijke meerling
interesseert mij niet."
Nlcole's raadsman vatte vuur,
„De verdachte had u lief, Lord Davis! Uit liefde tot u
is zU met den strafrechter in aanraking gekomen! Niets
geeft u het recht..."
Als zij my waarlijk had lief gehad", onderbrak
Lord Davis den verdediger, „dan zou zij er niet aan
gedacht hebbben mij belachelijk te maken.! Zij heeft mij
als werktuig gebruikt om zich een plaats te kunmen
veroveren in kringen, die voor haar gesloten waren."
Zijn verontwaardiging kende nu geen grenzen meer
HENK JONKER Hz.
(Wordt vervolgd).
CHRONISCHE ISCHIAS.
Pijn nu weg. Stok overbodig.
Niemand kan er aan twijfelen of deze man heeft
voorgoed afgedaan met het loopen met een stok,
want het is nu al vier jaar geleden, sinds hij hem af
dankte. Hij schrijft:
„18 Maanden leed ik aan chronische ischias en
rhcumatiek en het was mij onmogelijk te loopen zon
der stok. Maar nadat ik korten tijd Ivruschen Salts
had gebruikt kon ik de stok wegdoen. Het is nu vier
jaar geleden dat dit gebeurde; de pijn is nooit, terug
gekeerd en ik heb geen dag meer behoeven te ver
zuimen op mijn werk. Ik zou dan ook nooit meer
buiten Kruschen willen, want het is zijn gewicht in
goud waard. U kunt van dit, schrijven naar goed
dunken gebruik maken, want ik kan Kruschen Salts
werkelijk aan ieder lijder aanbevelen. C. F.
Als de afvoer-organen traag gaan werken, wordt
het schadelijke urinezuur vrijheid gelaten zich op te
hoopen en zich te nestelen in-de weefsels, spieren en
gewrichten in den vorm van naaldscherpe kristallen.
Deze kristallen zijn het, die, doordat zij de zenuw-
wanden doorboren, de ondragelijke rheumat.ische pij
nen veroorzaken. Kruschen Salts lost de kwaadaar
dige urinezuur-kristalien op. om ze daarna zacht
maar volkomen uit het lichaam te verwijdern. Wan
neer U dan trouw blijft aan de kleine, dagelijksche
dosis, zullen de zes verschillende zouten in Kruschen
Salts de afvoer-organen blijven aansporen tol ge
zonde, geregelde werking. Het kwaadaardige urine
zuur krijgt dan geen kans meer zich ooit weer op te
hoopen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle
apothekers en drogisten f 0.90 en f 1.60 per flacon.
(Adv.)
Hij haatte Nicole. Door haar was hij het middelpunt
geworden van een pijnlijke schandaal-affaire. Hij kon
niet verkroppen, dat hij, Lord Berry Davis, zich door
een onbeteekenend tooneelspeelstertje had laten beetne
men. Ja, laten beetnemen! Hij was er vast van over
tuigd, dat dit meisje niets meer of minder was dan een
gevaarlijke avonturierster, die op de meest geraffineer
de wijze oplichterijen pleegde, welke zij dan trachtte te
verontschuldigen door het te doen voorkomen alsof ze
hem had lief gehad en niet alleen hij, maar ook zijn fa
milie en zijn vrienden waren van oordeel, dat aan een
dergelijk brutaal optreden door de justitie paal en perk
moest worden gesteld!
„Lord Davis", nam de officier thans weer het woord,
„hebt u misschien bepaalde redenen om aan te nemen,
dat de verdachte u niet heeft lief gehad, maar u' alleen
als werktuig gebruikte?"
„Ja, zeker," antwoordde Davis. „Vóór de verdachte
heimelijk te middernacht de woning van Lady Astor
verliet, gaf zy een der bedienden een aan mij gerichten
brief, waaruit mij bleek, dat een garderobier van het
Century theater haar nader aan het hart lag dan ik."
„Hebt u dien brief bij u?"
Berry knikte en legde den brief op de tafel, waarach
ter de rechters troonden. De president nam het epistel
uit de enveloppe en las den inhoud voor.
Lord Berry Davis!
Als je dezen brief ontvangt, zal je alles reeds weten.
Ik ben niet Evelyn Bancroft, maar een eenvoudige ac
trice van het Century Theater.
De moed ontbreekt me je om vergiffenis te vragen.
Ondanks alles zie ik me echter genoodzaakt een beroep
te doen op je welwillendheid. Het Julianacostuum, dat
de garderobier van het theater mij geleend heeft, is, zoo
als je weet, ernstig beschadigd. Ik smeek je, daarom
dezen man vijftien pond te willen zenden, daar hy an
ders zeker zal worden ontslagen.
Ik heb niemand in de wereld tot wien ik me wenden
kan en ik verzoek je daarom dringend deze, mijn laat
ste wensch, te willen vervullen. Ik zal je nooit meer
lastig vallen.
NICOLE IRVINE,
De president legde den brief in het dossier.
„Een Juliana-costuum?" vroeg hij, „waarvoor had de
verdachte een Julianacostuum noodig, getuige?"
„Lady Astor gaf den 13en Februari een Venetiaansch