11(11111 NillIS-
Ulttllllit- Ülülllllll
Het water stijgt hooger en hooger.
Uitgevers: N.V. v.h, TRAPMAN Co., Schagen.
Heele stukken land en akkers
staan blank.
HET ONTWERP-STEUNWET VOOR DEN
TUINBOUW.
[mijnhardfs
Een kwart meter water
gevallen.
De Rijkslandbouwwinterschool te Schagen
verstrekte ons de volgende gegevens:
Woensdagmiddag, dus over de 26 eerste
dagen van de maand October, wees de regen
meter een stand van 222.3 m.M. aan. In dat
tijdvak was dus bijna een kwart meter
water gevallen. Slechts 1 dag heeft het in al
die dagen niet geregend.
De grootste regenval had plaats op de vol
gende dagen:
10 October 29,5 m.M.
15 October 22,0 m.M.
20 October 16,8 m.M,
24 October 20,6 m.M.
26 October 27,7 m.M.
Donderdag 27 October 1932.
SCÏACEÏ
76ste Jaargang No. 9166
cl ürTït.
^4
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk ln het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330 INT TELEF. No 20
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëNvan 1 tot 5 regels f 0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno,
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Als wij op het oogenblik door het vlakke land in
Hollands Noorderkwartier gaan, dan doet ons de
toestand denken aan dien van 12 Juni 1930, toen een
geweldig onweer, gepaard gaande met een ontzetten-
den regenval, verschillende plaatsen onder water
zette. Het. was echte, toen slechts plaatselijk. Lang
niet overal had het weer op dezelfde erge wijze huis
gehouden.
Nu is dat heel anders. Nu heeft heel onze omge
ving en volgens de courantenberichten, ook ln
andere streken v in het land te lijden van den ont-
zettenden regenval, die de afgoloopen drie .veken het
land teistert. Wij hebben het water hooger en hoo
ger zien stijgen, zoo hoog zelfs, dat den 18den Octo
ber het bestuur der Vereeniging tot Ontwikkeling van
den Landbouw in Hollands Noorderkwartier zich
reeds tot den Minister van Waterstaat wendde met
het dringende verzoek om het waterpeil te verlagen,
teneinde de waterafvoer van Noordholland in het IJs-
selmccr te verbeteren.
Verder hangt hier de afwatering in stérke mate af
van het peil in het Noordhollandsch Kanaal en de
GrootsJoot of in *t kort genomen van het peil in
den Schermerboezem.
Indien het Noordhollandsch Kanaal niet kan spuien
en dat schijnt thans sterk het r^al ;e zijn dan
kunen de polders hier niets van hun water
kwijtkomen. En dit laatste is thans maar al te zeer
het geval. Tot groote ~c' rde van weideland en akker
bouw en als het water nog hooger stijgt, zal de scha
de zich zeker niet hiertoe beperken. In ons nummer
van gisteren hebben we al gemeld, hoe de Westfrie-
sche tuinbouw, die toch al o noodlijdend is, nu ook
hog grooten last van het hooge water ondervindt.
Is op sommige stukken land eenig werk totaal on
mogelijk omdat z blank staan, ook op andere ge
deelten ïs niets uit te richten, zoodat men groote par
tijen aardappelen in den grond moet laten zitten, ter
wijl de gladiolen niet geplant kunnen worden, terwijl
in de bouwpolders niet veel werk verricht kan wor
den.
Wil dus de schade hier nog niet grooter worden,
dan is het te hopen, dat aan deze aanhoudende re
gens spoedig een einde komt. En dat er veel water
gevallen is, moge het staatje hierboven bewijzen, dat
ons door de Rijkslandbouwwinterschool te Schagen
werd verstrekt. We zien er uit, dat in de maand
October tot op het oogenblik van Woensdagmiddag
bijna een kwart meter water gevallen is. Het
is begrijpelijk, dat indien er dan niet in enorme hoe
veelheden gespuid kan worden, men met het water
geen weg meer weet. Met het gevolg dat de greppels
op het land tot hun kop toe vol staan, de slootjes
breede slooten zijn geworden, zóó zelfs, dat het wa
ter in die slooten langs de wegen over den kant loopt,
en bij nog hooger stand die wegen dreigen te over-
etroomen. Meren hebben zich hiei en daar gevormd.
Om ons van de juistheid daarvan te overtuigen,
zijn we gister in onze onmiddellijke omgeving eens
even wezen kijken en hebben we een paar foto's ge
nomen, die wij hierbij voor onze lezers afdrukken
Ze spreken duidelijk genoeg.
In de Zijpe op sommige
punten reeds hooger
dan de weg.
In Schagerbrug is het water in het slootje aan
den linkerkant, komende van Schagen af, zóó hoog
gestegen, dat het sommige aanliggende erven en
tuintjes overstroomt en tevens een deel van den
berm aan den wegkant. Zelfs is het water gestegen
tot aan het dek der bruggetjes die toegang geven tot
de woningen aan de overzijde. Een van dc bewoners
vertelde ons, dat het water tot onder de vloeren der
huizen staat, dus kan men zich indenken, dat die
menschen verlangend uitzien naar verlaging van den
waterstand. Men kan zich nauwelijks heugen, dat
het ooit zoo hoog gestaan had.
Van hier gingen wij naar de St. Maartensbrug tus-
schen St Maarten en St. Maartensbrug. Hier liet zich
de toestand nog wat ernstiger aanzien, zooals ook
wel uit de foto hiernaast blijkt. Het water was zóó
hoog gestegen, dat men maatregelen had moeten ne
men, dat een deel van den weg werd overstroomd.
Deze maatregelen bestonden in het slaan van een
houten bekisting ter lengte van ongeveer 50 meter
en het aanbrengen van aarden walletjes. Het water
sijpelde echter nog door de bekisting heen en als een
klein beekje stroomde het aan de andere zijde van
het op de foto zichtbare damhok in een lager gelegen
sloot. Zoo op het oog af er was geen deskundige
ter plaatse om onze veronderstelling te bevestigen
zoo te zien dan scheen ons het water verscheidene
centimeters hooger te staan dan het wegdek op de
gevaarlijke plek. Ook hier dus alle reden om te ho
pen, dat het waterpeil spoedig zal zakken of op z'n
minst aan dien aanhoudenden regenval een einde zal
komen, aan welk laatste men gezien de sombere
weersvoorspellingen zou gaan twijfelen en temeer,
waar op dit oogenblik, dat wij dit neerschrijven, het
water opnieuw als met bakken vol uit den hemel
geworpen wordt.
Hieronder: Te Schagerbrug overstroomt het water
ln den wegsloot voor een deel de ahnllggende erven
aan de eene zijde en den wegberm aan den
anderen kanfc
De aangebrachte bekisting aan den St. Maartensweg,
waar het water den weg dreigt te overstroomen.
De grootste regenval reeds overtroffen.
Gistermorgen 8 uur bedroeg volgens mededeeling
an de Amsterdamsche filiaal-inrichting van het
Met. Instituut de totale regenval voor October in den
Hortus aldaar 205, aan de Filiaal-Inrichting 180 m.m.,
hoeveelheden die de tot nu toe bereikte regenval van
deze maand overtroffen.
De grootste October-val in den Hortus was 197
aan de Filiaal-Inrichting 142, beide in 1917. De waar
nemingen in den Hortus vingen in 1909 aan, die aan
de inrichting in 1887. Dat de Filiaal-Inrichting steeds
minder regen vangt dan de Hortus, vindt zijn oor
zaak in de minder gunstige opstelling van den re
genmeter.
Uit den stand van den regenmeter der Rijksland
bouwwinterschool te Schagen, die wij hierboven
vermelden, blijkt dus, dat hier in het noorden nog
aanmerkelijk' meer water gevallen is.
LANGENDIJK.
Het is te begrijpen, dat de tuinbouwers, die in zoo
grooten nood verkeeren, zich de vraag stellen, of de
inhoud van het ontwerp-steunwet voor den tuin
bouw van zoodanige beteckenis is, dat, komt de wet
tot stand, er voor hen een steun uit voortvloeit, die
hen eenigszins zal opheffen uit de ellende, waarin
ze de laatste jaren zijn geraakt. De steun, dien zij in
den vorm van rentelooze voorschottan hebben ont
vangen. heeft voor hen zoon wrangen bijsmaak ge
had, doordien de schulden, die de meesten reeds
hadden, nog grooter werden; verschillenden die noo-
dig gesteund moesten worden, werden uitgesloten en
ten slotte het bedrag, dat de .gelukkigen' ontvingen
op verrena niet voldoende bleek, om op eenigszins re
delijke en afdoende wijze het bedrijf in stand te hou
den.
Het ontwerp-steunwet, nu aan de orde, heeft intus-
schen een heel andere basis dan de steunregeling,
boven bedoeld. Wat nu zal worden ontvangen, moet
niet worden terugbetaald en in dat opzicht verdient
het met meer recht den naam van steun, dan die van
Maart en Juni van dit jaar.
Waar het echter nu voor de tuinders op aankomt,
is het bedrag, dat zij bij oen maximum van de be
schikbaar gestelde 5 millioen zullen ontvangen. Men
mag aannemen, dat dit bedrag, gezien de toelichting
welke de Minister bij zijn wetsontwerp geeft, niet zal
worden verhoogd. Verder dient in aanmerking ge
nomen te worden, dat de steunverlecning nu niet
uitsluitend den groven tuinbouw in Westfriesland
geldt doch den geheelen tuinbouw en de fruitteelt.
Helaas moet hier dus gelden dat veel varkens de
spoeling dun maken. Wie vergelijkingen zou willen
maken met de verleende 2 millioen aan den West-
frieschen tuinbouw, vergete niet, dat toen maar een
deel der tuinders voor die rentelooze voorschotten in
aanmerking kwam, terwijl nu ook allen, die zich zelf
nog kunnen helpen of die nog wei op andere wijze
ETSij HoOTa-en
Doos A-5ct.Perstuk 81
Bij Uw drogist.
geholpen zouden kunnen worden, onder de steun-
wet zullen vallen. Zij, die bij de vorige verleening
der rentelooze voorschotten werden uitgesloten, om
dat naar de meening van betreffende colleges of
commissies het bedrijf toch niet was te redden, zul
len nu mede van den steun genieten, zoodat we niet
te ver van de waarheid af zullen zijn. als we be
weren, dat 4 millioen uitgekeerd had moeten wor
den, indien allen die nu voor steun in aanmerking
komen, indertijd ook tot de steuntrekkenden hadden
behoord en op denzolfden voet waren gesteund.
Zij, die vergelijkingen willen maken met de ont
vangen rentelooze voorschotten, zullen dit dus moe-
ton doen op basis van een bedrag van 4 millioen voor
West-Friesland tegen 5 millioen over den heelen
tuinbouw en de ooftteelt. Daar de steun wordt ver
leend in verhouding tot de veilingomzetten, kunnen
afgescheiden van den aard der producten, die aan de
verschillende veilingen worden aangevoerd, die om
zetten tot basis dienen voor een berekening van het
bedrag, dat aan iedere veiling kan worden uitge
keerd, aannemende dat het verlies, door de tuinders
geleden, niet minder dan 5 millioen zal blijken te
zijn geweest.
Aan de veilingen in West-Friesland, welker aan
gesloten tuinders voor de rentelooze voorschotten
in aanmerking kwamenf hoewel, zooals we boven
uiteenzetten, niet alle waardig zijn geacht, zoo'n voor
schot te krijgen), bedroeg de omzet over 1931 rond
8 millioen, terwijl de omzet aan alle veilingen, aan
gesloten bij de „Groep Veilingen" van den Neder-
landschen Tuinbouwraad" rond SO.OOO.OCO bedroeg,
alzoo tienmaal zooveel. Dit zou dus neerkomen op
een bedrag van f 500.000, die voor de tuinders in
West-Friesland beschikbaar zou komen, doch in aan
merking genomen de omstandigheid, dat het vooral
de grove tuinbouw is geweest, die de grootste ver
liezen heeft geleden, zal dit bedrag wel verdubbeld
kunnen word«i en alzoo op een millioen gesteld.
Ten bewijze, dat vooral Noord-Holland de ergste
klappen heeft gekregen diene, dat van de 80 mil
lioen, die aan alle veilingen werd omgezet, er 46
millioen voor rekening van Zuid-Holland komen en
13 voor Noord-Holland en dat in 1929 de omzet aan
de Zuidhollandsclie veilingen f 4S.384.000 bedroeg en
in 1931 f 46.700.000, terwijl die cijfers voor de Noord-
hollandsche veilingen f 22.000.000 in 1&29 en f 13.000.000
in 1931 beliepen.
Houden we nu den steun van 1 millioen voor d6
Westfricsche veilingen vast, dan zullen, dus diege
nen, die van de rentelooze voorschotten genoten, on
geveer het vierde gedeelte van dat bedrag kuniren
ontvangen- op grond van de nu aanhangige steun-
wet. Deze berekening is globaal genomen en de be
dragen zullen ook kunnen verschillen in veroand
met de soort van producten, die de bouwers indivi
dueel hebben geteeld De verschillende koolsoorten
en de aardappelen, die in West-Friesland in groote
hoeveelheden worden verbouwd. zijn er dit jaar al
zeer slecht afgekomen en het is niet onmogeiuu ol
deze omstandigheid is nog van invloed om een -..au.-
stiger verhoudingscijfer te verkrijgen voor de tuiw-
bouwers, die zijn aangesloten bij de groenteveiling!-,,
van de Langendijker Groentencenirale te Broek op
Langondijk en dèn Noordermarktbond te Noord
scharwoude.