Alumni Kitiis-
AlratiDile- LuiliiiM
Adverteerders
GEESTELIJK LEVEN.
Maderne Foto's en Vergrootingen
voor St. Nicolaas.
Ziét U slechts de PRIJS-PUZZLE in dit nummer.
Uitgevers: N.V. v.h, TRAPMAN Co, Schagen.
eerste blad
dit nummer bestaat uit zes bladen
Christus
fotografische atelier
ARPAO MOLDOVAN,
nieuwe niedorp: - - -
Uw advertentie MOET gelezen
worden; het kan niet anders*
Zaterdag 19 November 1932.
SCHAGE1
76ste Jaargang No. 9179
CDURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag eo Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
ientiên nog zooveel mogelijk In het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 2Ï330 INT TELEF. No
20
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno,
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
WAAR mij gebleken is, dat do beide artikelen
over „God" zéér veel belangstelling hebben
gehad, daar durf ik het aan om nu de
aandacht to vestigen op het Christus-probleem, het
Christusvraagstuk, in clc vaste overtuiging ook hier
bij op evengroote belangstelling te kunnen rekenen.
Het Christusprobleem.
Natuurlijk zijn er honderden, duizenden, voor wie
dit probleem niet bestaat. Wat praat, ge van een
probleem, roepen zij uit. Het is immers een uitge
maakte zaak en dan zegt de roomsche: „Jezus Chris
tus is God de Zoon, die voor ons mensch geworden
is; wij noemen hem Onzen Heer, omdat. Hij met den
Vader en den Heiligen Geest ons heeft geschapen
en omdat Hij ons door zijn Bloed heeft vrijgekocht.
Ongeveer in gelijken zin spreekt ook de orthodoxe
protestant.
Daarnaast zijn er weer massa's vrijzinnigen van
allerlei kleur die Christus beschouwen als een
zeer voortreffelijk mensch, die aan het begin onzer
jaartelling een nieuwe godsdienst heeft gesticht en
die daarom nog steeds als het groote voorbeeld ter
navolging kan worden gesteld.
Al deze menschen toonen zich min of meer ver
baasd wanneer men over een Christusprobleem
spreekt.
Hoe komt dat
Het is een gevolg van het zeer algomeene verschijn
sel, dat de prootc meerderheid der menschen gewoon
is te blijven bij wat hun van jongs af aan is geleerd,
aangepraat, ingeprent, omdat zij zelden of nooit ko
men tot een dapper, eerlijk, kritisch denken over het
aangeleerde.
Daarom blijft de roomsche en de orthodox-pro
testant rustig gelooven in zijn God-Christus en de
vrijzinnige in zijn braven Jezus.
En nu wil ik een poging doen om die rust te ver
storen. Dit vindt menigeen natuurlijk heel verkeerd
van mij. Ik begrijp het. Daar zijn nu eenmaal men
schen, die 't afkeuren, dat er getornd wordt aan de
bestaande meeningen en opvattingen vooral op gods
dienstig en zedelijk gebied.
Is het niet merkwaardig?? Net heb ik het boven
staande geschreven en er wordt op mijn deur ge
klopt. Er wordt mij een uitnoodiging bezorgd voor
een lezing, die gehouden zal worden. En in die uit
noodiging lees ik de volgende woorden: „Komen nu
ook diegene, die nog zelden, of nog nimmer, een
lezing bezocht hebben, want u kunt het zon
der Jezus niet stellen in uw leven".
Ik moet toch even glimlachen. Ik zie op de uitnoodi
ging, dat de spreker nog een jongmensch is: een
Candidaat tot den Heiligen Dienst. En ik denk bij
me zelf: je moet toch maar brutaal wezen! Brutaal
èn bekrompen in den hoogsten graad.
Brutaal is zulk een bewering, omdat zij eenvoudig
weg het feit negeert, dat rhillioenen menschen het
zonder Jezus heel best kunnen stellen en er niets
minder om zijn bekrompen is zij, als uiting van
een geest, die door dogma's is ingekerkerd en daarom
niet meer in staat is het betrekkei ij k-ware van iedere
opvatting te erkennen.
Evenwel versterkt zulk een uiting mij in dc mee
ding, dat 't toch van zeer groot belang is het Chris
tusprobleem aan dc orde te stellen. Als er alleen maar
dit door bereikt wordt, dat men erkent dat 't pro
bleem bestaat, dan is er reeds veel gewonnen. Want
deze erkenning zal dwingen tot het zoeken van klaar
heid.
Ik begin met te wijzen op het verschijnsel, dat
onder de wetenschappelijke beoefenaars van de ge
schiedenis van het Christendom in den laatsten tijd,
mannen worden gevonden die op grond van hun on
derzoek zijn gekomen tot de ontkenning van do histo
riciteit van Jezus Christus. Dit wil zeggen derhalve
dat zij gekomen zijn tot de overtuiging dat er nooit
een mensch Jezus heeft geleefd, dat alles wat van
dien Jezus wordt verhaald in dc evangeliën en in
andere oude geschriften niet betrekking heeft op
iemand, die zichtbaar en tastbaar heeft bestaan, maar
op een goddelijk wezen dat als ieder goddelijk we
zen slechts een product was van de menschelijke
fantasie. In ons lancl is deze meening verdedigd
door mannen als prof. Bolland en dr. van den Bergh
van Eysinga. Zeer belangwekkend is het door den in
de tweede plaats genoemde geschreven bock, het
Christusmysterie.
Ik laat hier in het midden aan welke zijde de
waarheid is. Ik constateer eenvoudig het feit, dat
ei zijn die het bestaan-hebben van Jezus op grond
van hun studie loochenen.
Maar er is méér.
Ook als ik aanneem, dat Jezus Christus werkelijk
geleefd heeft, rijzen er tal van vragen.
Ik heb al terstond zeer ernstig bezwaar tegen de
roomsch-orthodoxe-protestantsche opvatting, dat die
Jezus op een bovennatuurlijke wijze zou zijn geboren,
't Klinkt heel oneerbiedig misschien, maar ik kan niet
anders zeggen, dan dat ik die bovennatuurlijke ge
boorte koraf onzin vind. En deze onzin bij de Chris
tenen is niet eens oorspronkelijk. Lang vóór er sprake
was van Christendom in de wereld, dus nog in den
tijd, toen heel de wereld heidensch was, leefden reeds
de opvattingen, die gewaagden van het verwekken
van kinderen door goden bij menschen. Van goden
zonen werd reeds eeuwen vóór onze jaartelling ge
sproken. De domme, ongeletterde, bijgcloovige massa
was met zulke verhalen vertrouwd en geloofde ze
gaarne. Wij behoeven slechts kennis te nemen van
den ouden godsdienst der Egvptenaren en der Grie
ken om hiervan overtuigd te worden.
Ik kan hier onmogelijk uitvoerig op ingaan. Het
zou de lezers wellicht ook niet voldoende interessee
ren. Maar iets moet ik er toch ter staving van mijn
uitspraak van vertellen. Daartoe kies ik dan iets
uit het oude Egypte.
Vele eeuwen voor onze jaartelling werd in Egypte,
in 't bijzonder in de stad Saïs dc godin Neith ver
eerd. En hoe werd zij vereerd? Een medcdeeling uit
het verre verleden vertelt ons dat de Egyptenaren
de slaapplaats van een maagd vereerden en kniel
den voor een pasgeboren, in een kribbe gelegd
kind. En er wordt aan toegevoegd dat toen koning
Ptolemeus (die geen Egyptenaar was, maar na
Alexander den Groote in 323 vóór Chr. tot heer
schappij over Egypte kwam) vroeg naar de reden
van deze vereering, hij van de priesters te hooren
kreeg dat zulks een aan hun vaderen overgeleverde
verborgenheid was. Het gesluierde beeld van de
godin Neith droeg als opschrift: „ik ben degeen, die
is, was en zijn zal, niemand der stervelingen heeft
mijn kleed opgelicht cn het kind, dat ik gebaard
heb is de zon."
Denkt eens even na over de woorden „niemand der
stervelingen heeft mijn kleed opgelicht." Gij zult
daarin terugvinden wat van Maria, wordt verteld,
die een zoon baarde zonder dat een sterveling haar
(geslachtelijk) had aangeraakt
Deze indruk wordt versterkt, wanneer wij buitendien
bedenken dat ter eere van Neith lichtfeesten werden
gevierd. Vindén we hierin niet het vóórbeeld van
Maria—lichtmis?
Wijlen de beroemde prof. Tiele, een der grondleg
gers van de wetenschap der vergelijkende godsdienst
geschiedenis vertelt ons dat de oude Egyptenaren on
der meer ook leerden, dat de god Ptah de uitver
koren koe bevruchtte, welke koe echter maagd bleef
en ook na de geboorte van den goddelijken zoon geen
tweede kalf voortbracht. En dan zegt genoemde
Tiele: „een grofzinnelijke vorm van dat leerstuk, dat
het Egyptische en dc verwante volken op verschil
lende wijs inkleedden en dat de bespiegeling der eer
ste christenen in lieflijke poëzie zou herscheppen".
Derhalve: de christelijke kerk neemt oude, bestaan
de godsdienstige voorstellingen over. De opvatting
van een Godzoon geboren uit een maagd is in oor
sprong niet Christelijk maar zuiver heidensch.
En nu kome men niet met de bewering dat toch
het Nieuwe Testament, de geboorte van Christus uit
een maagd verkondigt. Want als dit iets zou bewij
zen, dan toch alleen maar dit, dat dc schrijvers
daarvan zich van de oude bijgeloovige voorstellingen
hebben bediend om daardoor het tot bijgeloof en won
dergeloof geneigde volk voor hun Christus-opvatting
te winnen.
Iedere lezer t rekke als eerlijk mensch uit het bo
venstaande zijn conclusie.
Wat mij persoonlijk betreft, ik verwerp absoluüt
de wonderbare geboorte van Jezus. Zij is voor mij niet
anders dan een legende. Dat er nog duizenden zijn,
die deze legende als een historisch feit aanvaarden,
is mij slechts een reden om mij te verbazen.
Ik kom nu aan het tweede punt. Aangenomen dan
dat Jezus Christus een mensch is geweest, geboren
als ieder ander mensch, dat hij is geweest de stich
ter van een nieuwen godsdienst, de sterke persoon
lijkheid van wie een machtige beweging is uitgegaan,
die een groot deel der wereld heeft beroerd en nog
steeds doorwerkt wat weten wij dan eigenlijk van
hem?
Een bitter beetje!
Als gevolg van een eeuwenlange prediking, durft
men !t gewoonlijk niet aan om er zich duidelijk re
kenschap van te geven. Dc oude traditie blijft hevig
nawerken. Daarom wordt voor de niet dogmatische
christenen, voor de vrijzinnigen Jezus tot een verhe
ven, liefdevol, ja, zondeloos mensch.
Indien wij echter lezen wat er van den mensch Je
zus wordt verhaald in dc oude geschriften, dan is 't
ons (wanneer wij alle wonderverhalen die den God-
mensch betreffen uitzonderen) volstrekt onmogelijk
om ons een juist beeld van zijn persoon te vormen.
Dan komt alles neer op dit éénc, dat hij is geweest
een mensch, die als prediker onder zijn volk rond
trok, enkele aanhangers, maar vele vijanden had en
die ten laatste door die vijanden ten val werd ge
bracht en om zijn revolutioncercnd optreden werd ver
oordeeld en gevonnisd.
En we zien in hem een der velen uit de geschiedenis
die, omdat hunne ideeën niet werden geduld, een
voudig uit den weg zijn geruimd.
Wat de Joodsche wereld aan dien Jezus heeft mis
dreven, dat heeft later de christelijke kerk misdre
ven aan hondorden anderen en ze hedït 't geclaan
in naam van Jezus!!
Verschillende geleerden hebben een poging gedaan
om het leven van Jezus te beschrijven. Ze hebben
getracht aan de wonderverhalen zin te geven. Ze
hebben hem occulte krachten toegeschreven. Wan
neer men in de evangeliën las, dat hij dooden op
wekte en zieken genas, dat hij stommen deed spre
ken en blinden deed zien (wat soms zeer onsmakelijk
wordt beschreven. Zie Marcus VIII: 23, waar hij een
bjinde in de oogen spuwt) en dooven deed hooren,
dan zeide men dat dit in geestelijken zin was op te
vatten. En de dooden en zieken werden gemaakt tot
menschen, wier geest niet leefde, of afwijkingen ver
toonde. Dc stommen waren dan menschen, die niet ge
tuigden; de blinden waren zij, die de waarheid niet
zagen; de dooven werden beschouwd als wezens, die
hunne ooren niet openden voor de blijde mare van
het evangelie enz. enz. Want de u i tlegkunde van den
bijbel werd tot i nlegkunde. D.w.z. men wist altijd
wel een middel to vinden om in de bijbelwoorden
eigen meening vertolkt te zien.
Ik constateer dus: als Jezus werkelijk geleefd heeft
dan moeten wij toch erkennen, dat we heel weinig
van hem weten. Veel minder dan b.v. van een So-
cratos, een Plato, die toch vóór hem leefden.
Er Is derhalve een Christus-, een Jezus-probleem.
Welke houding moeten wij tegenover dit probleem
aannemen?
Mij dunkt, dat wij genoodzaakt zijn tc kiezen tus-
schen twee mogelijkheden.
De eerste mogelijkheid is, dat wij ons stellen tegen
over Jezus als tegenover iedere andere historische
persoonlijkheid en wij kunnen hem dan trachten to
begrijpen in zijn strijd om hooger leven en wij zullen
ons daardoor aan zijn voorbeeld kunnen inspireeren.
(Dit geldt natuurlijk niet voor hen die meencn dat
hij nooit bestaan heeft.)
De tweede mogelijkheid is dat Jezus ons wordt de
belichaming van een ieder. En dan spreken wij bij
voorkeur niet van Jezus maar van Christus. En dan
wordt ons deze Christus het symbool van het rein-
menschelijke. Dan vatten wij in Christus samen alles
wat ons hoog en verheven is. Hij wordt ons als 't ware
dc zichtbare verwerkelijking van de rechtvaardigheid,
de waarheid, dc liefde.
Op deze wijze wordt vaak gehandeld in dezen tijd
door vele vrijzinnigen.
Ik heb 't zelf ook lang gedaan, ben er echter van
teruggekomen omdat het m.i. verwarring sticht. Hier
kan ik verwijzen naar wat ik in de beide vorige arti
kelen schreef over God.
Want ook hier geldt, dat iedereen den Christus als
symbool op zijn eigen wijze denkt.
Buitendien mogen wij geen oogenblik vergeten, dat
reeds het uitspreken van den naam Christus bij tal
loos velen bepaalde voorstellingen oproept.
Ik kan om een voorbeeld ter illustratie te geven
spreken van Christus als de verlosser der wereld.
Dan bedoel ik daarmede dat ik in de idéé, welke
in hem belichaamd is, de redding der wereld zie.
Of anders gezegd: dat ik de beginselen, die ik in hem
als symbool samenvat, beschouw als de beginselen,
die wanneer zij door de menschheid worden aanvaard
en belééfd, de wereld zullen herscheppen.
Maar als ik dit doe, dan is het onvermijdelijk, dat
oen groote meerderheid mijn woorden anders opvat
dan ik ze bedoel. Zij zal terstond gaan denken aan
wat dc Kerk altijd verkondigd heeft en zij zal Christus
Van het eenvoudige tot de meesi artistieke
uitvoering
Groote keuze in alle soorten LIJSTEN.
Bestellingen voor St. Nicolaas gelieve men
ZOO SPOEDIG MOGELIJK
te doen om teleurstellingen te voorkomen.
Geopend dagelijks van 8—8 uur; 's Zondags den
geheclen dag tot n.ra. 10 uur.
voor zich zien oprijzen als den God-mensch, die sterft
aan het kruis cn door zijn bloed den zondigen mensch
vrijkoopt van dc eeuwige straffen.
Daarom acht ik het beter met de oude traditie te
breken.
Wanneer ik in het kort samenvat, wat ik hierboven
heb betoogd, dan kan ik mijn meening over Christus
aldus weergeven:
Ik ontken de waarheid van het oud-christe
lijke dogma, dat Christus beschouwt als den Zoon
Gods, die op bovennatuurlijke wijze is geboren uit de
maagd Maria.
Ik ontken dat wij genoeg van den mensch Je
zus weten om ons een juist beeld van zijn persoon
lijkheid tc vormen.
Ik sta twijfelend tegenover de vraag of Je
zus werkelijk geleefd heeft cn ben sterk geneigd dit
eveneens te ontkennen.
Ik heb Christus als symbool, als zinnebeeld van liet
hoogste menschenleven niet noodig. „Mensch" zijn
stel ik ei' voor in de plaats. En ik ben van oordeel dat
hierdoor veel misverstand wordt vermeden. Want
als ik van mensch-zijn spreek, voelt ieder terstond
dat daarmede bedoeld wordt: de diepste en zuiverste
strevingen zich openbarend in de persoonlijkheid.
Ik weet wel, dat ook hier nog verschil van opvatting
mogelijk is. Als Multatuli uitroept: „de roeping van
den mensch is mensch tc zijn", dan zullen ongetwij
feld velen daarvan uitecnloopcnde meeningen kun
nen hebben. Daaraan is nooit te ontkomen. Maar wij
zullen althans dit gewonnen hebben, dat wij niet
langer den schijn wekken dat wij nog gelooven in een
goddelijke of menschelijke persoonlijkheid, die door
zijn offer of door zijn voorbeeld ons bijstaat. Wij
zullen daardoor wijzen op dc noodzakelijkheid om te
arbeiden aan zichzelf, om zich te ontwikkelen in de
richting van den diepsten en züiversten inncrlijken
drang den drang van het Stuwende Leven, dat als
de hoogste realiteit in de wereld en in ons werkzaam
is.
Tenslotte dit.
Misschien is voor sommigen dit artikel pijnlijk
geweest. Mogen zij bedenken dat het geschreven is
niet om te kwetsen, maar om verheldering te bren
gen. En laten zij vooral niet vergeten, dat welke ter
men men ook moge bezigen, dc hoofdzaak voor ons
moet blijven: samen arbeiden, zoeken, streven om de
n.enschheid, en dus in de eerste plaats onszelf, hooger
op to Voeren en te veredelen.
Kunt ge daarbij het Christus-symbool niet missen.
Het zij zoo. Ik heb 't niet noodig.
ASTOR.
P.S. Wie zich voor de behandelde quaestie ver
der interesseert cn er zich nader in wenscht te ver
diepen, dien geef ik den raa<3 om te lezen het boek
van Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga, getiteld:
Leeft Jezus.of heeft hij alleen maar geleefd.
Ik voeg er echter dadelijk aan toe: het is een studie
boek en de lezing vraagt dus eenigc inspanning.