Haar Malaga, de stad van den wijn. liefde de Sterkste. Alkmaarsche Causerie. Zaterdag 19 November 1932. SCHAGER COURANT. Zesde blad. No. 9179 de herinnering aan een dictator. door de bergen naar de middellandsche zee. e ,N aardsch paradijs. anderhalve eeuw oude wijn. (Van onzen reizenden correspondent.) MALAGA, 5 November. Tusschen Granada. de oude stad der Moorenvor sten èn de klist der blauwe Middellandsche Zee, ver heffen zich hoog en trots de massa's van woeste, dun bewolkte bergen. Voor een goed, sterk motorrijtuig vormen deze evenwel gee. beletsel meer, want een uitstekende weg is aangelegd van Granada naar Ma laga een rotsen. Ook deze weg kwam tot stand onder het be stuur van den dictator Primo de Rivera. Deze gene- r al is in ballingschap gestorven en sedert dien heb ben er in Spanje zoovele politieke veranderingen plaats gegrepen, at men hem bijna vergeten heeft. Geheel vergeten kan men hem echter niet, want gijn nuttige werken herinneren telkens weder aan zijn testuur. Als men zijn werken aanschouwt, zou men ertoe kunnen komen voor vele landen eens een tijde lijke dictatuur te wenschen. De onder zijn bestuur aangelegde wegen hebben de ontwikkeling van menig industrie bevorderd, o.a. (hoe eigenaardig dit klin ken moge! de visscherij tot grooter bloei gebracht, de volksvoeding en dus ook de volksgezondheid verbe terd. Als men door Spanje reist, ontmoet men op de wogen herhaal del ij k grootc, witte, gesloten automo bielen. Dat zijn oeiwagens, waarmede de visch van de kust het binnenland wordt ingevoerd. Daar Spanje slechts een dun spoorwegnet heeft, konden de spoor wegen voor zulk een uitgebreide vischverzending niet jn aanmerking komen. Bovendien is een speciaal daarvoor ingerichte automobieldienst natuurlijk ver kieslijker. De automobieldiensten kunnen geheel wor den ingesteld naar de aankomst der visch en men heeft niet te n aken met spoorwegdienstregelingcn, welke niet gemakkelijk naar behoefte kunnen worden gewijzigd. Deze vischbezorgingsdienst werd natuurlijk eerst mogelijk, nadat Primo de Rivera liet uitstekende wegennet had ge 'uipen. Thans ontvangt elke Spaan- srhc stad, elk Spaansch dorp, ook die in het binnen land, eiken dan verschc, goedkoonc visch, wat van te meer belang is. omdat cie vleeschprijzen in Spanje hoog, aanmerkelijk hooger dan in ons and zijn. De afstand van Granada naar Malaca bedraagt ruim honderddertig kilometer. De eerste tientallen kilometers golft de weg slechts licht, eerst daarna begint de stijging van 1 et woeste gehorctc, dat het binnenland scheidt van de Middellandsche Zee. We waren van Granada vertrokken zonder te heLben ont beten en voordat we den tocht door liet gebergte be gonnen, wilden we ons versteK'en. Wc vonden langs den weg een echte plattelandsherherg, waar men eie ren had en zelf vervaardigde worst, maar waar men ons geen koffie met melk kon verstrekken daar dc nienschen geen melk hadden. Daarvoor schonk men echter goedkoopen en u:lstekenden wijn, die, meer nog-dan in Frankrijk, in Spanje volksdrank is, zon- weg. die leidt over en tusschen de hqogo In een wjjnpakhuis te Malaga. Onze correspondent (rechts met het glas in de hand, drinkt jaargang 3780. FEUILLETON. Naar het Engelsch van Mrs. Patrick MacGill. ack Pevivalc sprak eenvoudig en oprecht, zooals zijn kern dat ingaf. Zijn goedhartigheid was spreek- oorxielijk bij de andere officieren van zijn regiment en aaraan was het ook te wijten, dat zijn naam voorkwam 0I5t klantenlijst van Max Reiss. Tranen verblindden Hetty's oogen en verstikten haar em. „0, je .bent zoo goed, liefste, zoo heel anders dan »e®e.mannen zei 8ebroken- ««Ik kan niet „neen" God moge mij vergeven, indien ik er verkeerd doe dooi met je te trouwen, maar mijn liefde voor «te machtig alles moet ik daaraan opofferen, zoo?" vroeg Hetty zeven uur later, toen zij «en nacht afscheid van elkaar namen, ten Ur^k. kindje. Het ls dwaasheid zich te verzet- toen vfl6en *'efde aIs de onze-" Zijn jonge stem trilde, teerio i blonde hoofd naar zich toetrok en haar een ^ere ku8 0p het blanke voorhoofd gaf. iouw°L-fen zul.Je mÜn vrouw zijn, Hetty. Niet blozen. Wa e,ne. kinderachtige baby!" zei hij, toen Hetty's f:n en"1 za?en als twee Papavers. „Denk er aan, DitWee UUr moi'Senmiddag aan de Parochiekerk." er>n ,Waren d« laatste woorden, die Jack voor een lan- roeven tijd tot zijn meisje zou spreken. Lady Olga bemoeit zich ermee. han^?1 Jf°k de studeerkamer verlaten had met Hetty's pedaal1 2ijne' 23,1 Lord Perivale uren lang stil in gedachten verzonken. zoon k5rinnering aan het vastberaden gezicht van zijn kwam Z'^n hartstochtelijke stem en vertoornde oogen daohtprT S. Gen z°° levendig, terug in de ge- sering %an de oude man, wiens geheele ziel in beslag yenomeu wem dour zij„ l£uoilletrots. De woeste bergkammen tusschen Granada en Malaga. rlcr dat ln het algemeen de Spanjaard er zich aan te buiten gaat. Ken beschonken Spanjaard is een groote zeldzaamheid. Weder ruim duizend meter hoog moesten we met ons motorrijwiel en zijspanwagentje klimmen langs een weg in serpentine-vorm, wat van den bestuur der, mijn reismakker, veel omzichtigheid eischte. Ons motorvoertuig op drie wielen ligt in bochten natuur lijk niet zoo vast op den weg als een automobiel. Op vlakke, rechte wegen hebben wc nu en dan reeds snelheden van over de honderdveertig kilometer per uur ontwikkeld; in bochten cchtor moet de snelheid worden teruggebracht, tot enkele tientallen kilometers per uur. Bovendien, in dit bergland, met zijn nu stij genden, dan weer dalenden weg hadden we zoowel met horizontale als met verticale bochten te maken. Waar de weg tegen een hoogte steeg om dadelijk daarna weder te dalen, moesten wc rekening houden met van de andere zijde komende, voor ons tot het laatste oogenblik onzichtbare voertuigen. Meer dan ergens anders is het natuurlijk bij zulke hellingen noodzakelijk re.chts te houden, maar niet alle chauf feurs doen dat. Van een hoogte zagen wc soms den weg weder da len en dan verderop als een grijs lint zich opslin geren tegen woeste, hoogc rotsmassa's, waarachter ergens de zee moest zijn. Dat zij er was, viel reeds waar te nemen, doordat het blauw des hemelfc daar ijler, doorzichtiger scheen. Langs huiveringwekkende diepe afgronden tuften we weder. Hier moet men als chauffeur geen last van duizeligheid hebben, anders zouden de ergste ongelukken kunnen geschieden. Mijn makker kent zulke zwakheden gelukkig niet. In zijn veelbewogen leven is hij ook aviateur geweest bij den vliegdienst DiarbckirStamboel en dat was het eenige. wat me zorg baarde. Als we bij een bocht van den weg weder kwamen voor een afgrond, een honderden meter hoogc steilte, met daarachter de wijdte van verre dalen, in de blauwe verte begrensd door nieuwe, wilde rotswanden, kwam liet me wel eens in de gedachte: „Als hij nu in 's hemels naam maar niet «ienkt. dat hij weder in een vliegmachine *it, en recht over den afgrond wil." Telkens verwachtten wc achter de vóór ons opdoe mende bergen de zee te zullen zien, maar het duur de langer dan we gedacht hadden. De zon straalde aan een klaar-blauwen hemel en we kregen dorst. We spraken echter af eerst ergens in het gezicht van de Middellandsche Zee halt te zullen houden en we snel den verder, nu en dan dalend, maar meest scherp stijgend met nu en dan een ver uitzicht over diepe dalen met in groen enkele huizen, een kerktorentje. Eindelijk, na weder een lange, steile holling, lag ver voor ons de zee, zóó blauw, dat ze de voortzetting van den hemel op aarde scheen. De horizont teekende zich in de verte niet eens af en we zouden niet eens bemerkt hebben, dat daar beneden de zee vloeide, indien er niet een stoomboot, bad gedreven, die aan kinderspeelgoed dt~d denken. Daar, op den ton van een berg, stond een kruide- nicrswinkel-café-restaurant-logement, waar we ons onder een loofdak nederzetten en iets dronken, mijn makker limonade, ik bier, want zoo lang mijn reisge noot nog op onzen motorfiets heeft, te zitten, onthoudt hij zich van alle alcoholhoudende dranken. Zijn theorie is: „Gedurende onze tochten onthoud ik me van alcohol, niet omdat ik angst heU van een beetje lichten wijn of van een enkel glas bier beschonken te worden, maar als ons eens een ongeluk zou over komen, bijvoorbeeld door de, schuld van een ander, zou men kunnen zeggen, dat ik, de bestuurder, naar alcohol rook en dat zou onze positie in rechten sterk verzwakken." Enkele honderden meters voorbij het café. waar we hadden gerust, begon de afdaling langs den phan- tastisch slingerenden weg. We bevonden ons nog zes tien kilometer van Malaga, dat we heneden ons aan de blauwe zee zagen liggen: een witte stad met lioo- gen toren temidden van groen; in de haven vele sche- pen. Deze laatste zestien kilometer legden we vrijwel ge heel af zonder benzine te gebruiken. De zwaarte kracht zorgde voor dc voortbeweging, waarbij natuur lijk van de remmen veel werd geëischt. Verrassend was de overgang van het wilde, woeste rotsgebergte naar de stad beneden, die met haar pal- menpark vol bloemen en \ogels op den eersten aan blik als een aardsch paradijs aandoet. In een goed pension vonden we onderdak en daar maakten we kennis met een Duitsclier, die ons nog denzelfden middag een der belangwekkendste er» meest typische dingen van Malaga liet zien. Malaga is de stad van den wijn en de Duitschci bracht óns in de groote wijnlagerplaatscn van Scholtz Hermanos, waar de oudste wijn wordt, bewaard op daar dronken we wijn van liet jaar 1780, wijn dus waarvan misschien reeds mijn overgrootvader heeft gedronken. Voor belangstellenden in de motorsport zij hier even vermeld, dat we met onzen zwaar beladen motorfiets en zijspan voor dc reis MadridMalaga, 562 KM., voor een groot deel door liet gebergte met drie stij gingen van over de duizend meter, hebben verbruikt ruim een-en-twintig liter benzine, wat nog geen vier liter per honderd kilometer uitmaakt. J. K. BREDERODE. Klets eerste klas over lichtgas, kookgas, lachgas, traangas, vergiftgas, stinkgas. Terwijl in de Tweede Kamer de messen geslepen worden ter onthalsing van hei Schager Kantongerecht, onze goede burgervaar Willem Wendelaar op den rand van zijn ledikant zit te weenen over de vergankelijkheid de Volksgunst, en de identiteit van den schrijver B. in de Schager Courant over het actueele onderwerp „ver keerde opschriften", terwijl de Steencommissie in pleno is vergaderd bij de slapende dame, Professor Mullens' dochter, om zich met betrekking tot het onderzoek naar den vermoedelijken dader dêr gevelgedenksteenschen- nis te doen voorlichten, zit ik, mijn beste tot het lezen van deze kletskoek gedoemde lezers van de Schager Courant, alweer te ezelen achter mijn bureau de mi- nistre, afkomstig van de veiling, om te trachten nog wat lezenswaardigs bijeen te scharrelen. En uitziende in de sluimer des doods op den rijweg, de grauwe mist, klauteren in mijn geest voor zoover aanwezig beelden uit mijn kindsche jaren en zie ik m'n zelf weer, ongeveer 50 jaar geleden, op de binnen plaats van de oude gasfabriek, waar ik „geoutileerd" met 12 halfmuds zakken en 'n gehuurde handwagen, compareerde om voor mijn patroon geklopte cokes te halen. Reeds toen stond menig eerbaar Alkmaarsch bur ger in het teeken van den zuinigen Weiter en zijn mede- miereptkkers. Die oude gasfabriek zag er niet netjes uit, eerlijk ge zegd was het een smerige rommel, 'n zwijnenboel, maar het was er knus! en de directeur Holst, die zijn affaire voor een zacht prijsje aan de gemeente wist aan te smeeren en bewonende de directeurswoning op lde Paardenmarkt tusschen rook en sintels, had niet veel pretenties. Hij had niet den minsten aanleg voor ge- denksteenen en er ook geen behoefte aan. Z'n voor naamste ideaal was z'n s t e e n e n pijp! Het zag er lang niet zoo fijn uit op die fabriek, als op het tegenwoordige kasteel van Hofman op den Hel- derschen weg. maar het gas was heel wat beter van kwaliteit. Ik zal niet zeggen, dat het naar Coty rook. maar het miste toch dien akeligen hoest- en tranenwek- kenden stank, waarmee de smerige oorlogserzats, 'n glorieuze uitvinding van Kees Brikhof (ik hoop dat'ik me nu niet „verslabherezeer" en Van Deventer den eer toekomt, zoodat ik zal vervolgd worden wegens smaad schrift), ons nog altijd het huiselijk leven verpest. J[)p die gasfabriek ging het er heel gezellig toe. Het 'jifmfort voor den werkman was enorm. Hij droogde zijn transplratievooht, om het even netter te zeggen, het zweet zijns aanschijns. waarin hij zijn droog brood en Zaterdagavondborreltjes op de lat verdiende, bij het uit- laaiende vuur der retorten. Zijn middagmaal werd ge nuttigd op de vuil-zwarte hoopen der Duitsche Ruhr- kolen in de tochtige stookloods, en na het dessert, be staande uit pekelharing, diende diezelfde mollige kolen- heuvel hem tot divan voor zijn middagtukje van 10 mi nuten. want het schaftuur bedroeg 1. zegge één uur. De werktijd zelf was eindeloos. Begon om half vier in den morgen tot 's avonds 7 uur. Het was 'n gezellig leventje, zoo 15 uur in de kolen stof! Mijn vader, die ook dit begeerenswaardige baantje bekleedde, zorgde als hij leeg liep, (figuurlijk bedoeld) des winters voor de economische verzorging van den potkachel. Als mijn goede oude heer begon te hoesten, kon mijn. moeder de kolenschop wel met rust laten, zóóveel kolenstof had hij vergaard in zijn luchtpijpen! Inderdaad, er werd in dien goeden ouden tijd heel wat gedaan voor het hygiënisch welzijn van Jan Boezeroen! Dat beloof ik je! Gegapt werd er in die dagen ook al. Die kwaal dateert trouwens al uit de tijden van Vader Jacob, die zyn ouden Vader, Izak, wist. te betoeteren, en schijnt onuitroeibaar te zijn. Integendeel, de symp- tonen nemen voortdurend in omvang toe... evenals het bedrag! Maar in de gloriedagen van de Alkmaarsche gasfabriek ging het meer om de cokes! Wie van de vriendjes wa? en een mud cokes moest hebben, kwam met 'n tweepersoons beddezak voor de pinnen. Hij „Om juist van alle vrouwen ter wereld Lorlng's doch ter te kiezen! Wat kan ik doen? Hoe kan ik zooiets vreeselijks verhinderen?" Het was den ouden aristocraat diepe ernst. Voor hem zou het verliezen van den oorlog veel minder be langrijk zijn geweest dan het accepteeren van een bur germeisje in zijn oude en aanzienlijke familie. De Parivale's waren altijd in hun eigen stand ge trouwd en het gevoel van den ouden man deelde zich in zekere mate mede aan den bediende die eenige uren later op zijn schellen binnenkwam en de opdracht kreeg uit te vinden of Lady Purnell thuis was. „Lady Purnell heeft juist gedineerd en zal in tien minuten bij u zijn, mijnheer", kwam de bediende kor ten tijd later, na de boodschap overgebracht te hebben, zeggen. In haar rijk gemeubileerde slaapkamer klopte het hart van Hetty's mededingster hoopvol en met snelle slagen. Lady Olga wreef haastig een klein beetje rouge op haar gladde, donkere wangen om daardoor haar schoon heid nog te verhoogen. In haar hardrood fluweelen ja pon zag zij er zoo statig en mooi uit, dat men zich nau welijks kon voorstellen, dat er een man was. die voor haar verschijning zoo absoluut onverschillig bleef. Zij hulde zich in een weelderigen bontmantel en toen Lord Perivale bij haar binnenkomen zijn vermoeide oogen op haar liet rusten, dacht hij bij zichzelf: „Wat ziet die jonge dwaas in dat miserabele kleine winkel- jufje, wanneer men dat vergelijkt met deze schitterende vrouwenschoonheid „Wat is er gebeurd, beste oom James? U ziet er uit als een geest?" waren Lady Olga's eerste woorden,ftdie met lieftallige bezorgdheid uitgesproken werden. Haar ongerustheid vond spoedig weerklank in haar toen zij de reden van Lord Perivale's haastige boodschap ver nomen had. „Jack mijn zoon een Perivale en de laatste van het geslacht heeft besloten met een klein burgerlijk winkeljufje te trouwen", begon hij met zooveel drama- tischen klem, alsof hij den val van het geheele Brit- sche keizerrijk verkondigde. f Het zou bijna komiek geweest zijn, ware zijn ai-isto- cratisoh gezicht niet asohgrauw geweest van doodelijken ernst en ontsteltenis. En het mooie gezichtje, dat hem aankeek in de grim mige stilte van de vorstelijk gemeubileerde studeerka mer weerspiegelde een niet minder groote angst en een niet minder hevige ontsteltenis dan het zijne. Maar waar bij Lord Perivale het overheerschende ge voel woede was. had bij zijn bezoekster haat de over hand. een zoo wilde en? ongebreidelde haat. als men bij de meest primitieve wilden nauwelijks zou kunnen verwachten. Lady Olga's lange, slanke vingers plukten zenuwach tig aan haar rijken mantel en zij boorde haar rose na geltjes met kracht in het bont, met een kwaadaardige kracht, want zij verlangde er naar de wangen van haar mededingster zoodanig te krabben, totdat zij de bloed sporen van haar haat zouden vertoonen. „Hoe heet zij?" vroeg zij met droge, krakende stem, hoewel zij natuurlijk wel wist wat het antwoord zou zijn. „Hetty Loring; ik zou niet de moeite genomen hebben haar naam te onthouden, indien zij niet toevallig de dochter van een misdadiger was, van een dief en zelfs een moordenaar, hoewel dit laatste destijds niet bewezen is", was het bittere antwoord van den ouden man. Gretig nam.de vrouw deze mededeelingen in zich op. Eindelijk was er een lichtstraal door haar duistere ge dachten gebroken. „Maar dat weet Jack toch zeker niet? Hij moet toch nog eenig respect hebben voor u en de eer van zijn familie", merkte zij langzaam op, terwijl haar brein haastig in een geheel andere richting werkte. „Ik heb het hem vandaag in tegenwoordigheid van het meisje verteld, maar de kwajongen heeft mij in mijn gezicht getrotseerd en het voornemen aangekon digd morgen met een speciale vergunning te trouwen. Natuurlijk kan ik niets doen om hem dit te beletten, want hij is zeven-en-twintig jaar, maar ik ontzeg hem 't recht op zijn moeders fortuin als hij zonder mijn toe stemming vóór zün dertigste jaar trouwt. Ik kan hem dat wel is waar ontnemen, maar het is een rampzalige troost voor het feit, dat de toekomstige Lady Perivale een winkeljuffrouw is en bovendien de dochter van een galeiboef, die den oom van haar man vermoord heeft." Er sprak zoo'n innig verdriet uit de woorden van den ouden man, dat zelfs de koude, zelfzuchtige vrouw tot medelijdens toe geroerd was. „Wees u niet zoo bedroefd, oom James. Waarom zoudt u het bij dit meisje niet eens met een aanzienlijke som prbbeeren? Gewoonlijk is dat soort wel af te koopen. Ik ken dit meisje Loring heel goed. Zij was inderdaad mannequin bij mijn modiste, tot ze wegens diefstal ont slagen werd. Blijkbaar is ze een dochter van haar va der en zal ze waarschijnlijk maar al te blij zijn als u haar afkoopt, want ze moet verstandig genoeg zijn om kreeg dan maar één zak voor 8 stuivers, maar er zat wel drie mud in! Een andere, maar nu onmiskenbare schurkachtige streek (dat andere was maar 'n goocheltrucje) werd toegepast door de heeren kolenleveranciers. Ze wisten den voorman van de ploeg, meestal ook de schepper en opgever, ter onderscheiding van de dragers, om te koo pen om met de turfjes te knoeien, 'n Turf is geen turf, maar vier streepjes met een schuine streep er door. Dat beteekende dat weer 5 mud was gelost, begrijpt u! Ja, ik heb zelf ook nog meegedaan, dus ik weet er nog wel wat van De kwestie zat 'm hier. dat de leveranciers leverden beneden den prijs, om er de concurrenten uit te houden. Ze verdienden dus niet genoeg aan de leverantie en moesten zich nu op 'n andere, maar oneerlijke manier sohadelobs stellen. En het viel hen niet moeilijk om een geschikt sujet, laat ik maar zeggen, 'n armen donder, tot hun mede plichtige te maken. Met 'n lapje' van f 40, 'n schat in die dagen, werd de voorman lekker gemaakt en bekon kelde het dan zoo, dat ettelijke mudden méér werden opgegeven, dan ei- geleverd waren. Als de eene hand de andere wascht. enfin, u kent de rest! Al heel wat gasfabriekdirecteuren zijn in den loop der tijden gekomen en vertrokken. De een per trein, de an der per doodkist. Eerst hadden we den grondlegger van de latere ge- denksteenen, den heer Izak Holtz, begiftigd rtiet het praedicaat kiezer te zijn voor de Tweede Kamer en Provinciale Staten, 'n reuze eer in dien onschuldigen en licht-tevreden gestelden tijd. Vervolgens kwam mijnheer Keenens. ik zie hem nog voor mij, 'n lange, rossige mesjeu met 'n snor als een slordig uitgeplozen kabeltouw. Hij had zich op een of andere wijze populair gemaakt en als dan 's avonds vanwege de zuinigheid de straatlantaarns werden uit gedraaid, zeiden de burgers knipoogend: Keenens maakt zijn kousebanden los! Toen verscheen, meen ik, Mister Kees Birkhof, de vriend van burgerpapa Gerrit Ripping. Die kwam, fa briceerde welriekend waterstofgas en smeerde 'm. Daarop arriveerde de groote Van Deventer, die meer malen de eer genoot den gast te zijn aan de tafel der burgemeesters. Maar nu is 't uit met de kippensoep en de "ïiors d'oeuvre! De vriendschap is thans gekomen in stadium van de open brieven iri de Stadskrant! Als dergelijke litteraire lekkernijen worden opgedisoht, gaat de smaak voor tongfileetjes en ossenhaas niet pikante saus totaal verloren! Het pikante ontaard dan gauw in pikanterie. Snapt U deze aardigheid? Ik niet! Na Van Deventer werden we gelukkig gemaakt met den persoon van den heer Hofman uit 's Hertogenbosch, het lustoord van Bossche koe en Schiedammer onver- sneeje! Dat is nu inderdaad niet de vorst der duister nis,. maar de koning des lichts! En niet alleen dat hij heerscht over alle lichtverschijnselen dezer stad, tot Verkade's nachtpitjes incluis, maar hij beschikt ook over de mysterieuse krachten in den aether, want hij is nu ook directeur der gemeentelijke radiodistributie, het troetelkind van wethouder Bonsema. verzamelaar van gedenksteenen in welken vorm ook. Het is mij een raadsel hoe men dezen „lichtmast", dit genie in den Bosch heeft willen missen! En evenmin snap ik dat deze lichtkoning zich heeft verwaardigd zijn ster te la ten schijnen in deze City of heele gort, de stad met de 20 standen en dat gemoedelijke den Bosch, met zijn gezellige straten, met telkens twee koekwinkels en 1 jandoedelspie. den rug kon tcekeeren. Nu, hij kan daar nog plezier van beleven! De Alkmaarders zijn gediplo meerde kankeraars en het is met 8 October al begonnen Toen was het niet Keenens, maar Hofman, die zijn kou sebanden losmaakte! Man, Hofman, wat ben je begonnen! CAVE CANEM. te begrijpen, dat als Jack met haar trouwt, iedereen hen zal mijden, zoodra haar onverkwikkelijke geschie denis bekend is gemaakt." Lord Perivale greep dit denkbeeld aan met een ijver, die maar al te duidelijk toonde hoe intens zijn wan hoop was. „Je hebt gelijk, lieve. Waarschijnlijk heeft het onge lukkige meisje nog niet gerealiseerd wat haar lot zal zijn als ze met ra*/) zoon trouwt. Maar er is nog maar zoo weinig ti.'A zn willen morgenmiddag om twee uur den grooten si'-- ondernemen!" Er was een weeklacht in de stem van den ouden man, die Lady Olga lichtelijk hinderde. „Weet u, het eenige wat Jack noodig heeft is weg te komen van dit ellen dige winkeljufje. dat hem in haar netten verstrikt heeft, opdat hij haar kan vergeten en weer een normalen kijk op het leven krijgt Denkt u dat ook niet?" Ademloos vroeg zjj het met haar klanklooze, diepe stem; er hing zooveel van het antwoord af. Lady Olga wierp een vluggen blik rond de weelderig ingerichte ka mer en haar eigen onzekere, bijna armoedige toestand kwam haar voor den geest als een leelijk droombeeld. „Al deze rijkdom en weelde zij mogen niet door mijn vingers glippen! Geen winkeljuffrouw zal mij den loef afstoken!" mompelde zij binnensmonds. Zij booft zich nog eens vooover en raakte zacht Lord Perivale's arm aan. „Als u maar een ernstig genoeg beeld ophangt, van Jack's volkomen armoede als zij met hem wil trou wen, denk ik niet, dat u veel moeilijkheden met haar zult hebben, vooral niet wanneer de som. die li haar aanbiedt, maar groot genoeg is. En er is nog allen tijd voor haar om vóór twee uur morgenmiddag weg te gaan naar een of ander afgelegen klein dorpje. Het gevoel, wat Jack voor dit meisje heeft is niet meer dan een dwaze verliefdheid en als ik een weeklang ongestoord van zijn gezelschap kon genieten, zou ik hem haar kun nen doen vergeten ik ben er zeker van, dat mij dat gelukken zou!" Een bijna wilde triomfklank trilde door haar stem. toen zij eindigde: „Als u dat meisje maar uit den weg ruimt, beste oom James, zult u de schoondochter krij gen, die u zoo gaarne hebben wilt." Omdat Lady Olga zoo vurig wenschtc, dat haar nlan zou gelukken, had zij een onbeperkt vertrouwen in naar eigen macht inderdaad meende zij reeds, dat haar taak volbracht was, toen zij zich vooroverboog en Lord Perivale's verwelkte wang kuste. „Ik zou u raden, al is het nog zoo laat, naar Hamp-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 21