Liefde de Sterkste. Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Uit onze Omgeving. OOGONDERZOEK-INRICHTING GROOTSTE KEUZE BRILMONTUREN EN GiftZEN SPECIALE REPARATLErlKRiCHTING W. C.VAN GEELEN GEDIPLOMEERD OPTICIEN - RE FR ACTIONIST LAGEZIJDE B40. TEL. 26. SCHAGEN. OOGONDERZOEK GEHEEL* GOATIS MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 15 Dec. Uitspraken van 6 en 13 Nov. fl November: SLmon G.. arbeider Grootcbroek. Diefstal. 3 maanden gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren. Cornelis de Gr., autobushouder, Egmond aan Zee. Hoo- ger beroep, vonnis overtreding wet op de openbare mid delen van vervoer in casu ongeregelde autobusdienst Vrijgesproken. Nlc. Fred. Zw., arbeider te Lutjebroek. Hooger beroep vonnis overtreding jachtwet: vonnis kantonrechter Hoorn bevestigd. Martinus R., chauffeur, Wognum. Hooger beroep, von nis overtreding art 22 motor- en rijwielwet; art 22 niet bewezen, ontslagen van alle rechtsvervolging (verdedi ger Mr. C. A. de Groot). 13 November: Jan de Gr., zonder vaste woonplaats, thans in voor arrest. Voortgezet misdrijf van rijwieldiefstal. Verdere instructie belast Petrus Sn., bakker Heerhugowaard. Hooger beroep vonnis kantongerecht ter zake ordeverstoring In staat van dronkenschap. Vrijgesproken. Corn. Chr. R„ grossier. Alkmaar. Hooger beroep von nis overtreding motor- en rijwiel reglement (De bevende richtingaanwijzers). Vonnis vernietigd, f 0.50 boete of 1 dag. Sander L, bakker Barsingerhorn. Hooger beroep von nis kantongerecht Schagen t.z. overtreding motor- en rijwielwet art. 22. Voorzetting op 10 Januari e.k. EEN WEINIG SUCCESVOL HOOGER BEROEPELING UTT SIJBEKARSPEL. De heer Arie Br., 35-jarlg landbouwer te Sijbekarspel. was in hooger beroep gekomen tegen een kantonrech ter hik vonnis, waarbij hij was veroordeeld ter zake on rechtmatig beschikken over een weg of iets dergelijks. De voorlezing der daarvaarding was nogal onverstaan baar. Het bleek echter dat de heer B. aan 't verkeerde kantoor had aangeklopt. Hij moest bij den Hoogen Raad wezen en werd dus niet ontvankelijkheid gerequireerd. TJ NACHTWANDELAAR MET KUNSTLICHT. 14 Dagen prlnclpleele hechtenis voor een stroopers- overtredlng vond de 28-jarige Jan D. V. te Egmond aan Zee. toch wel wat al te peperig en kwam hij tegen dit vonnis in hooger beroep. De zaak werd nu opnieuw on der de loupe genomen. Als corpus delict! was aanwezig een prachtvolle carbldlantaarn, 'n kostbaar stuk mate riaal. 'n ware vuurtoren in miniatuur. De heer Kramer, veldwachter van Egmond Binnen had den appellant Indertijd geattrappeerd en het feit werd door Jan ruiterlijk toegegeven. De officier was dan ook heel welwillend in zijn ap preciatie en releveerde dat het voor de gemeente Eg mond aan Zee voordeellger is de boete te betalen, dan het gezin van veroordeelde te onderhouden als het ge zinshoofd in het huis van bewaring zit. Gevorderd werd ten slotte bevestiging van het vonnis van den kanton rechter. die dergelijke practijken wenscht te voorkomen, door het opleggen van principieele hechtenis, wat de Officier kon billijken. Appellant, die beweerde uitzicht op werk te hebben, verzocht beleefd clementie. DE VERDWENEN OLIEJAS. Nic. v. d. O., 'n 19-jarige sohippersfactotum te Medem- blik, compareerde voor de meervoudige strafkamer, we gens een tegen hem bestaande verdenking, dat h{J op 12 Juli te Medemblik of elders In het koninkrijk der Ne- tolanden zich wederrechtelijk zou hebben toegeelgend W olie jas- Het jonge mensch erkende nu wel zijn be- Jraadbeid met de oliejas. eigendom van den varensgezel Eule Bergsma, maar hij wilde de rechtbank trachten whs te maken, dat hij die Jas aan boord van een ander schip had gevonden, zonder kwaad opzet meegenomen en vergeten had terug te geven. Het was echter in zijn voordeel geweest, indien hij deze verontschuldigende verklaring ook voor de politie had afgelegd, doch toen debiteerde hij een geheel ander praatje. Verdachte was destijds in dienst bij den beurtschipper Jan Kemper, deze gaf geen ongunstige getuigenis van Klaas. De ver standhouding was perfect? wel was zijn portefeuille eens weg geweest, doch hij had zijn kneoht daar niet van verdacht Ondanks do aandoenlijke aansporingen van den pre sident scheen echter de jongeling op het zondaarsbank je er niet toe te kunnen besluiten, 't feit te erkennen. De bewuste oliejas. die er niet erg smakelijk, noch begeerlijk uitzag, werd door getuige Bergsma op verzoek van den president, aangepast. We kunnen echter niet zeggen dat het uiterlijk aanzien van Bergsma door dit krakende opperkleed werd verfraaid. Mej. Lammetje Bergsma, echtgenoot© van den heer Bergsma, had de bewuste jas gelegd op 'n waschmand; verder ging haar wetenschap niet Die waschmand moest door Kemper vervoerd worden. FEUILLETON. Naar het Engelsch van Mrs. Patrick MacGill. Het onvruchtbare gebied van den haat. Lady Olga Purnell, nu Lady Perivale, was acht maanden getrouwd. Uiterlijk was het huwelijk een succes, in zooverre men dit beoordeelen kon naar de overdreven en voortdurende attenties van Lord Pe rivale jegens zijn jonge vrouw. Het slecht bij elkaar passende paar zag men over al tezamen en als de oude edelman ook soms zuch tend verlangde naar zijn ongebreidelde vrijheid van voorheen, dan zorgde hij er wel voor dit niet te laten merken; niemand vermoedde, dat hij eigenlijk de meest beklagenswaardige aller stervelingen was een oude man, die al zijn best doet om de jeugd te imiteeren, doch die haar genoegens niet waardeert en tevergeefs op aarde de rust zoekt, waarop zijn leef tijd hem eigenlijk het recht geeft. Zij hadden hun eersten ernstigen twist over Jack gehad, dien dag bij de lunch. Lady Olga had ge vraagd om een zekere bezitting, die nooit bewoond werd, te verkoopon; haar echtgenoot had haar ge antwoord dat hij niet geneigd was dit landgoed van de hand te doen, omdat Jack er altijd zooveel van gehouden had en hij wilde graag het bewustzijn hebben, dat de jongen die bezitting na zijn dood zou erven en er misschien nog een gelukkigen tijd kon doorbrengen. „Wat bedoel je daarmee? Heb je dan niet gezegd, dat Jack onterfd zou worden en geen cent zou krij gen? vroeg Lady Olga scherp Haar echtgenoot schudde eenige malen zijn oude grijze hoofd. In een stem, waaruit zooveel zelfverwijt sprak, dat Ja^k zich verwonderd zou hebben als hij het had kunnen hooren, zei hij: „Mijn lieve Olga, als iemand dicht bij het graf is als ik en hij dacht aan zijn ernstigen hartaanval, waarbij Lady Olga hem in han den van de doktoren en verpleegsters overliet en zelf naar een danspartij ging wanneer iemand zoo De heer officier wees op de tegenstrijdige verklarin gen van den delinquent en had voorts zooveel bezwaren tegen hem, dat voldoende motief werd gevonden, veroor deeling te verzoeken tot f 30 boete of 30 dagen hechte nis. Mr. Josephus Juta optredende als rechtsgeleerde raads man en verdediger van den oliejassenliefhebber. die 30 gulden boete wel wat veel vond, scheen niet volkomen tevreden te zijn over dit vooronderzoek en gaf zulks In gepaste woorden te kennen. Pleiter deelde voorts mede, prijs te stellen op het verhoor van zekere Mej. Hart kampSchaap, die nog eenige belangrijke verklaringen zou kunnen afleggen. Eigenaardig was het, vermeende verdediger, dat zijn cliënt voortdurend werd verdacht van diefstallen, waarvan geen enkel bewijs kan worden overgelegd: Daarna werden door pleiter nog eenige grie ven tegen dit onvolledig onderzoek naar voren gescho ven en het geleverde bewijs der wederrechtelijke toe- eigenlng ontkend. De aandacht werd ook nog door plei ter gevestigd op destijds heerschende weersgesteldheid en zou de daad van verdachte genoemd kunnen worden een fructum usus (vruchtgebruik), en daad van prac- cisch zelfbehoud om zich tegen den regen te beveiligen. Het pleidooi werd beëindigd met ae conclusie verdachte vrij te spreken. De verdachte beschuldigde hierop zijn vroegere pa troon Kemper, 10 gulden die hij in zijn bezit had om hem uit te betalen, dit geld niet te hebben overgedragen De heer Kemper verklaarde dit geld aan Kooien, een vroegere werkgever van verdachte, te hebben terugge geven. Het hooren van Mej. HartkampSchaap werd door d<j reohtbank geweigerd. Volgde nog eenlg debat tusschen parket en Balie, waarop de president den motor afzette. DE LITTERAIRE STROOPERS IN APPEL. De Egmond aan Zeesohe inboorlingen Jan V. en En gel Pr., dezelfde heeren, die het Leven zooveel geillus- treerdo strooperscople verschaften, spannende duinavon turen ln den stil-donkeren nacht, waardoor echter dui delijk naar voren kwam. hoe omvangrijk dit opwindend bedrijf is, waren indertijd door den kantonrechter te Alkmaar veroordeeld tot 8 dagen principieele hechtenis, op grond van het feit dat zij in den middag van 30 Juli jJ. zich bevindende in de duinen van den heer v. d. Vliet, onder Egmond Binnen, een drietal tot in hun gezelschap behoorende honden, die wild of schadelijk ge dierte opspoorden, niet hadden teruggeroepen. De ver balisant was de jachtopziener Jos. v. d. Berg. welke jachtopziener onlangs de noodlottige ontmoeting had met den thans overleden visscher Krijn Dekker. De veroordeelden konden zich blijkbaar met het vonnis niet vereenigen en kwamen in hooger beroep, dat thans behandeld werd. Beiden ontkenden zich des tijds aldaar ln de duinen te hebben bevonden. De Jachtopziener v. d. Berg volhardde bij zijn ln eer sten aanleg afgelegde verklaring Hij had appellanten pertinent herkend, ook door zijn zeer sterken veldkijker. De verdachten waren door hem niet gehoord, welk verzuim door den President werd betreurd. De Officier kon niet anders dan bevestiging van het vonnis requlreeren. Appelaten bleven bij hun ontkentenis. A.s. week uitspraak. DE KAASDIEFSTAL IN DE „KARPERTON". GEREQUIREERD: 6 MAANDEN GEV. In de mlddagzittlng stond terecht de 24-jarige los werkman Nlc. de Vr.. geboren te Castricum en gedomi cilieerd te Den Helder, thans voor andere strafbare feiten gedetineerd te Haarlem en vandaar onder pollr tlegelelde hierheen gevoerd. Aan hem was ten laste gelegd: diefstal van 14, al thans een aantal kazen door hem ontvreemd, na ver breking van een ketting, uit een schuur van de zuivel fabriek „De Karperton" te LImmen, Directeur de heer Judel te Bergen, gepleegd ln den nacht van 13 op 14 Januari 1931. Onder de getuigen behoorde nog een anderen gede tineerde, genaamd Pleter Hoogland, die door een rijks veldwachter en een marechaussee werd bewaakt met een zorg of het de brandkast van Henry Ford was! De verdachte Nic. de Vr. had te voren eenigen tijd aan boven aangeduide zuivelfabriek werk gevraagd en was dus eenlgermate bekend met den plaatselijken toe stand. Als eerste getuige werd gehoord de heer H. Wilbrink, arbeider te LImmen, die destijds voor den bewusten nacht de schuurdeur van „de Karperton" had gesloten met ketting en hangslot, 's morgens deze sluiting ver broken vond en voorts uit die schuur 14 kazen miste. In het kantoortje bij de eschuur hing een reclameplaat, voorstellende een levensgrooten man, zichtbaar van den openbaren weg, 'n omstandigheid die later van belang bleek te zijn De arbeider Piet Hoogland uit Sassenheim, thans ge dicht bij het graf is als ik, gaat men over alles na denken. Ik wil, dat Jack krijgt wat hem toekomt om den titel hoog te kunnen houden, dien hij eens zal dragen", eindigde Lord Perivale langzaam en be droefd. Er volgde een woedende en vulgaire twist, die den ouden man tot de lippen bleek deed worden en zijn hart vervulde met een namelooze ellende. Waarom was hij zoo gek, zoo stapelgek geweest om maar één enkele oogenblik te gelooven, dat, een jon ge vrouw ergens anders om gaf dan om zijn geld en zijn postitie, vroeg hij zich af. Hij bleef in de eetkamer achter om te overdenken, wat zijn vrouw hem voor haar vertrek naar den sa lon had toegesnauwd en dat verontrustte hem zoo danig, dat hij verplicht was zich een sterke whiskey- soda in te schenken. „Wanneer je even je gedachten van je dierbaren zoon wilt laten afdwalen, kan ik je vertellen, dat je in den herfst een tweeden kunt verwachten, hoe wel het natuurlijk ook, wat ik niet hoop, een doch ter kan zijn", zei Lady Olga. terwijl zij opstond en hem zonder een verder woord achterliet. De oude man was totaal onderste boven. Hij wist niets van kleine kinderen en had er zelfs als jonge man, niet van gehouden. Toen Jack, het eenige kind uit zijn eerste huwe lijk geboren werd, was hij onderweg op een lange ontdekkingsreis in het hooggebergte en hij had hem niet gezien voordat zijn eerste baby-stadium voorbij was. En nu zou hij wellicht nog een zoon krijgen! Lord Perivale voelde zich merkwaardig huipeloos en on geschikt voor de hem toegedachte positie. Terwijl hij zoo in de eetkamer zat te mijmeren, lag Lady Olga op een zijden divan in den salon en haar gedachten joegen in wilde, woedende vaart door haar brein. Natuurlijk zou haar kind een jongen zijn; zij zou het vreeselijk vinden een meisje als eerstgeborene te hebber, zij zei bij zichzelf en zij weigerde zelfs om met die mogelijkheid rekening te houden. De gedachte om een kind te hebben was niet onsympa thiek, maar wat haar hinderde waren andere fei ten, waarvan wel het voornaamste was, dat haar zoon zoolang Jack leefde, den titel niet zou kunnen erven en wanneer Jack door een of ander wonder I-Ietty Loring nog zou vinden en haar trouwen, zou die vrouw Lady Perivale worden als de oude Lord stierf, terwijl zij dan in haar volle bloei en op het hoogtepunt van haar socialen triomf op den achter grond zou moeten treden. Zoo bracht Lady Olga den dag door met allerlei visioenen van wat het leven in de toekomst voor haar zou zijn; haar gezicht werd hard en verbit detlneerd ln de „Parplule" te Haarlem, blijkbaar ©en zeer belangrijke getuige, wien gewezen werd op het eedsgewicht, waar hij absoluut niet bevreesd voor was, deelde mede, dat hij in 1931 met verdachte woonde te Den Helder in het woonschuitje van zijn broeder. Ver dachte had Hoogland toen medegedeeld, dat hij had Ingebroken te Limmen in „de Karperton". De verdachte ontkende eohter aan Hoogland, dat In brekers-avontuur te hebben medegedeeld, hoewel Hoog land precies op de hoogte was en zelfs kon meepraten over de reclameplaat in het kantoortje van „de Kar perton"! Getuige Hoogland had in Alkmaar een onderhoud met verdachte gehad en deze had hem toen het plan mede gedeeld, te willen Inbreken ln de fabriek „Uithoorn" te Alkmaar. Ook had verdachte aan get. Hoogland een boek ter hand gesteld, waarin hij op een schutblad een plannetje had uitgewerkt van die inbraak in „Uithoorn", gelegen nabij het gebouw der groenteveiling, wat, zoo men weet, geheel juist is. We willen er ter verduidelijking der 3ituatle nog even en passant bijvoegen, dat Petrus Hoogland en Nicolaas de Vr. op 18 October te Alkmaar terecht stonden ter zake het inbreken in een houtloods van de firma Vlnke te Den Helder en toen door den brigadier Horsman op heeterdaad werden betrapt. De Officier requlreerde des tijds tegen leder hunner, wegens poging tot diefstal, 5 maanden gevangenisstraf en werden alstoen op 25 Oc tober veroordeeld ieder tot 2 maanden, welke straf zij bijna hebben uitgebromd. Aan den heer Nic. Bruin, boekhouder der firma Judel, exploitante van „de Karperton" werd vertoond een exemplaar van het bewuste reclamebiljet, dat ln deze zaak ook een rol speelde tot ontmaskering van den Inbreker. Deze heer had assistentie verleend om dit hel gekleurde biljet in het kantoor te bevestigen. De verdachte had geen kennis aan de monsterachtige Spaansche reclameplaat, zooals hij althans voorgaf. De president verloor onder het verhoor zijn bril, die ondr tafel wipte, maar hij paste er wel zalig voor op, om den verdachte mee te laten zoeken. Voorkomen ls beter dan genezen! Verdachte, die zijn onbekendheid met het biljet bleef loochenen, werd door den president geanimeeerd maar liever vlak te vallen, maar verdachte toonde geen lust deze acrobatische toer ten uitvoer te brengen. Door gemeente-veldwachter v. d. Sande was een on derzoek ingesteld, maar er waren hoegenaamd geen stille getuigen, voorheen aanwijzingen, te vinden. Verdachte persoonlijk was bij den veldwachter geen onbekende. Hij had een tijdje op Limmen gewoond en zijn zuster diende destijds in „de Karperton". Hij zelf had zich ook wel eens vervoegd aan de fabriek om werk te vragen, dit was ln 1930. De heer Officier, uitgenoodigd tot het houden van zijn requisitoir, verbaasde zich over de houding van ver dachte, die ondanks het ernstige misdrijf, waarvan hij werd beticht, zich zoo doodleuk kon houden. Dit optreden gaf den Officier de overtuiging dat verdachte inderdaad de schuldige was. Na het gebeurde nog eens In extenso te hebben gememoreerd, kwam de Officier dan ook tot deze conclusie, en werd gerequireerd een gevangenisstraf voor den tijd van zes maanden. Uitspraak a.s. week. LANGEND IJ K NOORDSCHAKWOUDE. Anti-militairisme. Verwelkoming der dienstweigeraars nit Veenhnizen. De I. A. M. V. hield in „Concordia" te Noordscharwou- de een vergadering op Dinsdag 13 December, ter ver welkoming van de dienstweigeraars. Een 50-tal personen was aanwezig. De Voorzitter, de heer H. Meeldijk, opende de verga dering met een woord van welkom, ln het bijzonder tot de dienstweigeraars, die uit Veenhuizen zijn terugge keerd. Spr. wilde niet uitweiden over de behandeling van de dienstweigeraars, doch verwees daarvoor naar de a.s. Zondag te Alkmaar te houden vergadering. Hierna sprak de heer Wim Wiese over „De beteeke- nls van de dienstweigering", wat spr. ln het raam van de omstandigheden van nu plaatste. Wij leven, aldus spr., In een kapitalistische samenleving. Deze toestand moet men niet alleen wijten aan het productie-systeem, dat we thans hebben. Het is ook wel onze schuld, dat het productie-systeem zoo is. In de kapitalistische samen leving regeert het egoïsme en heeft men de groote te genstellingen van de ergste armoede tegenover de grootst mogelijke weelde. In deze maatschappij zal terd wanneer zij er maar aan dacht, dat een andere vrouw over haar zou kunnen zegevieren en toen het tijd voor de thee was. had zij zich opgewonden tot een harer moeilijkste en meest zwartgallige buien. In z-ulke tijden sidderde de heele huishouding voor haar; voor de minste tekortkomingen ontsloeg zij haar personeel en weigerde dan zelfs de ongeluk kige bedienden een getuigschrift te geven: hoewel zij het zelf niet wist, waren deze buien te wijten aan een geërfde vlaag van krankzinnigheid. Zonder twijfel leidde dit tezamen met andere phy- sieke redenen tot de ellendige, koel berekende mis daad, die ten slotte tot haar val leidde. Eén gedachte overheerschte met grimmige volhar ding haar verward brein en die was: „Mijn zoon zal Lord Perivale zijn en zal niet beroofd worden van zijn erfenis." De antipathie tegen haar stiefzoon, die haar eigen zoon het erfrecht zou betwisten, werd een obsessie en met de gewone slimheid der halfwaanzinnigen deed zij zich zacht en meegaand voor tegenover hen, die het meest bij haar duivelsche plannen betrokken waren. Lord Perivale had zijn jonge vrouw nog nooit zoo zachtaardig en handelbaar gezien en hij schreef dit toe aan den toestand waarin zij verkeerde. „Natuurlijk mag je een nieuwe auto hebben, kind lief", zei de oude edelman vriendelijk en Lady Olga kocht er een, maar het was goed, dat haar echtge noot niet wist, waarheen zij ging toen zij er voor het eerst in uitreed. Lady Olga stond er op zelf te chauffeeren en haar eerste bezoek was bij Max Reiss, die een klein kan toor in zijn oude buurt in Finsbury Pavement had en het was wel een ironie van het noodlot, dat het armoedige kleine kamertje precies tegenover zijn vor stelijke bureaux van voorheen was gelegen. De man, die bijrra weer op het punt was gekomen, waar hij dertig jaar geleden begonnen was, keek af en toe uit het raam met een half angstigen, half wan- hopigen blik. Hij was op dat oogenblik rijp voor ie dere onderneming, bereid om alles aan te grijpen, wat hem geboden zou worden. In die stemming vond Lady Olga hem. toen zij dien dag bij hem kwam. „Is er niemand anders hier?" vroeg zij, voorzich tig rondkijkend, toen zij do kamer betrad. „Niemand, mylay", verzekerde Max Reiss haar op springend, want hij voelde zijn veerkracht terugkee- ren toen hij zijn bezoekster herkende en zijn hoop volle gedachten bereikten hun toppunt, toen Lady Perivale hem met een eentonige stem en schitterende oogen vroeg: „Zoudt u een heelebocl geld willen ver dienen, mijnheer Reiss, laat ik duidelijk zijn en zeg gen vijf duizend Pond?" Het blped scheen Max Reiss naar het hoofd te stij steeds weer oorlog komen, want „oorlog beteekent winst" voor de kapitalisten. Ook de werkloosheid ls een gevolg van deze maatschappij. Spr. wees er op, hoe in Amerika en Duitschland geheele categorieën van Jonge menschen geen werk kunnen krijgen, wat voor hen verschrikkelijk moet zijn. Spr. wees op de vernietiging van allerlei producten over de geheele wereld, terwijl op vele plaatsen de menschen verhongeren. Het is moeilijk de schuldige aan te wijzen. Doch men kan er ln zien, dat de arbeiders de zaak in handen moeten nemen om het beter te maken. Het gaat niet alleen om het productie-systeem. Spr. wees er op, dat het een goede betrekking is, rood te zijn en in de Kamer te zitten, doch daar gaat het niet om. Spr. wees op verschillende misstanden bij de S.D-A.P. zooals de premies der Arbeiderpers voor de Zesdaagsche en het suggereeren dat de menschen, die om de 4 jaar rood stemmen, in den hemel zullen komen. Ondanks dat steeds naar voren wordt gebracht het verderfelijke van het militairisme, blijft men trouw be lasting betalen en geeft men zijn zonen. Dit houdt de vooruitgang tegen. Daarom is het zoo goed, als er jongeren zijn, die zeggen: Ik weiger. De dienstweigeraars, die noch willen dooden, noch den staat dienen, worden naar Veenhuizen gestuurd. Eerst gingen ze naar Scheveningen, doch, omdat men de jongelui meer ln de buitenlucht wilde laten, werden ze naar Veenhuizen getransporteerd. Uit de gegevens ls echter wel gebleken, dat er van de buitenlucht niet veel waar is. De barakken, waarin de dienstweigeraars vertoeven hebben hun ventilatie en krijgen hun licht alleen van boven. Verder worden ze net als te Scheve ningen tweemaal per dag een half uur „gelucht", zoo dat het al niet veel beter is of men in Veenhuizen dan wel in Scheveningen zit. Spr. wees er op, dat tien dienstweigeraars zijn ver trokken, dooh dat er 9 zijn teruggekomen. Een wordt thans nog verpleegd in een krankzinnigengesticht. Hoe ver men echter gaat, demonstreerde spr. door het feit, dat dezen persoon zijn ontslagbrief van Veenhuizen In het krankzinnigengesticht werd uitgereikt, zoodat hij thans op kosten van zijn vader moet worden verpleegd. Hier moet tegen worden geprotesteerd. Eén middel ls het zekerste hiervoor. Er moeten meer dienstweigeraars komen. Doch men zal vast in de schoenen moeten staan om het vol te houden. Het moet voortkomen uit de gedachtensfeer en er zullen In het latere leven meer dere dergelijke daden moeten volgen. Men zal allen achter de dienstweigeraars moeten staan. Hierna sprak de heer A. L. Constandse over „Oor log, Crisis en Kapitalisme". Spr. wees er op, dat door de economische moeilijkheden het anti-militairisme een beetje op den achtergrond is geraakt. Het verband tus schen miltairlsme en de crisis is echter zeer nauw. Het oorlogsgevaar blijft bestaan. Vroegere crisissen waren van voorbijgaanden aard. doch deze duurt nu reeds van 1912 af en is de ellende niet van de lucht geweest. De werkloosheid neemt steeds toe. De crisis zal blijven, omdat geen nieuw afzetgebied te verkrijgen is en de bourgeoisie stelt zich te weer tegen het onvermijdelijke wat komen zal, „de revolutie". Deze revolutie zal niets te maken hebben met een staats greep of zoo iets, doch zal bestaan in het weigeren van belasting betalen en het weigeren van betaling van huur en rente. Als 10 pet. der menschen zoo ver zijn, volgt de rest vanzelf. Maar om die eerste 10 pet. te krijgen. Als de kapitalisten de bedrijven niet meer kunnen voe ren, zallen de arbeiders het moeten overnemen. Spr. gaf een breedvoerige toelichting hoe hij zich de maatschappij na de revolutie indacht en hoe deze zou worden bestuurd, n.1. door gelijke rechten en gemeen schappelijk beheer. Spr. wees er op, dat de techniek en de toestand rijp zijn voor het socialisme. Als het socia lisme ten gronde gaat, zal het de schuld der arbeiders zijn. De heer Stoop maakte van de gelegenheid tot debat gebruik. Spr. had gemeend, dat men hier bij elkaar was gekomen om den teruggekomen dienstweigeraar te huldigen. Spr. becritlseerde verschillende opmerkingen der sprekers ten opzichte der S.D.A.P. Spr. had eerbied voor de stakers in het Stroocartonbedrijf. Spr. wees er op, dat demonstraties der S.D.A.P. altijd door menschen die geen demonstratie bij elkaar kunnen krijgen, in een verkeerd daglicht worden gesteld. De arbeiders moesten elkaar de hand reiken om het militairisme en kapita lisme te bestrijden. Nadat de heer Groet van Warmenhuizen nog eenige opmerkingen ten beste had gegeven en beide sprekers door den heer Constandse waren beantwoord, sloot de voorzitter te pl.m. 11 uur. gen als een zingend, wilde, vroolijke vloed. Vijf duizend Pond! Het duizelde hem; hij zou met genoegen zijn ziel en zaligheid voor slechts een tiende deel van het bedrag gegeven hebben. „M... m.... meent u dat?" vroeg hij, stotterend van opwinding. „Ik kan u verzekeren, dat ik niet bij u zou ko men om grapjes te maken mijnheer Reiss", was Lady Olga's vernietigend antwoord. Haar verontwaardigde woorden werkten als een koude douche, die zich onverwachts over Max Reiss' rug uitstortte; hij moest zich nu wel bedwingen en de vroegere listige uitdrukking kwam weer in zijn gezicht, toen hij kalm zei: „Natuurlijk had ik niet gedacht, dat u hier zoudt komen om grapjes te ma ken, lady Olga! maar daar mijn tijd kostbaar is; zal ik u dankbaar zijn, als u mij wilt vertellen wat u bedoelt" Volkomen zelfbewust sprak hij op deze wijze, hij wist het beste hoe men vrouwen van lady Olga's soort moest behandelen. En zijn woorden hadden ook de goede uitwerking. Lady Olga's stem klonk bijna onderdanig, toen zij het doel van haar bezoek uiteen zette en eindigde met de woorden: „Het zal heel ge makkelijk zijn om van hem af te komen, nu hij heelemaal uit onzen kring verdwenen is. Ieder jaar verdwijnen er duizenden menschen uit Londen en nooit wordt er meer iets van hen gehoord. Ik zal u de vijf duizend pond contant uitbetalen zoodra het het Hoe door en door slecht de vrouw tegenover Max Reiss ook was, kon zij toch het woord „moord" niet over haar lippen brengen. „Zoodra uw werk gedaan is, krijgt u het geld", besloot Lady Parivale. „Dat meent u niet!" Max Reiss begeleidde deze woorden met een hoonenden lach. Hij zag zich in gedachten reeds in het bezit dier vijfduizend, maar het zou niet aan hem liggen als Lady Olga ze niet verdubbelde. „Waarom? Is het niet genoeg?" De vrouw met de verwilderde donkere oogen be vochtigde de lippen met haar tong. „Vijf duizend is een nietig prijsjo voor zulk vuil werk als u gedaan wilt hebben, en denkt u dan eens als let wel, ik zeg slechts „als" het een» niet luk ken zou: wat zou er dan van mij worden? Maak er tienduizend van ei. dan zal ik het jen zoodra we zijn verblijfplaats uitgevonden hebben", en Max Reiss leunde achterover in zijn stoel e.i bespiedde het don kere, mooie gezicht met halfgesloten, sluwe oogen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 7