Liefde de Sterkste.
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Uit onze Omgeving.
OOGONDERZOEK-INRICHTING
GROOTSTE KEUZE BRILMONTUREN EN GiftZEN
SPECIALE REPARATLErlKRiCHTING
W. C.VAN GEELEN
GEDIPLOMEERD OPTICIEN - RE FR ACTIONIST
LAGEZIJDE B40. TEL. 26. SCHAGEN.
OOGONDERZOEK GEHEEL* GOATIS
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 15 Dec. Uitspraken van 6 en 13 Nov.
fl November:
SLmon G.. arbeider Grootcbroek. Diefstal. 3 maanden
gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Cornelis de Gr., autobushouder, Egmond aan Zee. Hoo-
ger beroep, vonnis overtreding wet op de openbare mid
delen van vervoer in casu ongeregelde autobusdienst
Vrijgesproken.
Nlc. Fred. Zw., arbeider te Lutjebroek. Hooger beroep
vonnis overtreding jachtwet: vonnis kantonrechter
Hoorn bevestigd.
Martinus R., chauffeur, Wognum. Hooger beroep, von
nis overtreding art 22 motor- en rijwielwet; art 22 niet
bewezen, ontslagen van alle rechtsvervolging (verdedi
ger Mr. C. A. de Groot).
13 November:
Jan de Gr., zonder vaste woonplaats, thans in voor
arrest. Voortgezet misdrijf van rijwieldiefstal. Verdere
instructie belast
Petrus Sn., bakker Heerhugowaard. Hooger beroep
vonnis kantongerecht ter zake ordeverstoring In staat
van dronkenschap. Vrijgesproken.
Corn. Chr. R„ grossier. Alkmaar. Hooger beroep von
nis overtreding motor- en rijwiel reglement (De bevende
richtingaanwijzers). Vonnis vernietigd, f 0.50 boete of
1 dag.
Sander L, bakker Barsingerhorn. Hooger beroep von
nis kantongerecht Schagen t.z. overtreding motor- en
rijwielwet art. 22. Voorzetting op 10 Januari e.k.
EEN WEINIG SUCCESVOL HOOGER BEROEPELING
UTT SIJBEKARSPEL.
De heer Arie Br., 35-jarlg landbouwer te Sijbekarspel.
was in hooger beroep gekomen tegen een kantonrech
ter hik vonnis, waarbij hij was veroordeeld ter zake on
rechtmatig beschikken over een weg of iets dergelijks.
De voorlezing der daarvaarding was nogal onverstaan
baar. Het bleek echter dat de heer B. aan 't verkeerde
kantoor had aangeklopt. Hij moest bij den Hoogen Raad
wezen en werd dus niet ontvankelijkheid gerequireerd.
TJ NACHTWANDELAAR MET KUNSTLICHT.
14 Dagen prlnclpleele hechtenis voor een stroopers-
overtredlng vond de 28-jarige Jan D. V. te Egmond aan
Zee. toch wel wat al te peperig en kwam hij tegen dit
vonnis in hooger beroep. De zaak werd nu opnieuw on
der de loupe genomen. Als corpus delict! was aanwezig
een prachtvolle carbldlantaarn, 'n kostbaar stuk mate
riaal. 'n ware vuurtoren in miniatuur.
De heer Kramer, veldwachter van Egmond Binnen
had den appellant Indertijd geattrappeerd en het feit
werd door Jan ruiterlijk toegegeven.
De officier was dan ook heel welwillend in zijn ap
preciatie en releveerde dat het voor de gemeente Eg
mond aan Zee voordeellger is de boete te betalen, dan
het gezin van veroordeelde te onderhouden als het ge
zinshoofd in het huis van bewaring zit. Gevorderd werd
ten slotte bevestiging van het vonnis van den kanton
rechter. die dergelijke practijken wenscht te voorkomen,
door het opleggen van principieele hechtenis, wat de
Officier kon billijken.
Appellant, die beweerde uitzicht op werk te hebben,
verzocht beleefd clementie.
DE VERDWENEN OLIEJAS.
Nic. v. d. O., 'n 19-jarige sohippersfactotum te Medem-
blik, compareerde voor de meervoudige strafkamer, we
gens een tegen hem bestaande verdenking, dat h{J op
12 Juli te Medemblik of elders In het koninkrijk der Ne-
tolanden zich wederrechtelijk zou hebben toegeelgend
W olie jas- Het jonge mensch erkende nu wel zijn be-
Jraadbeid met de oliejas. eigendom van den varensgezel
Eule Bergsma, maar hij wilde de rechtbank trachten
whs te maken, dat hij die Jas aan boord van een ander
schip had gevonden, zonder kwaad opzet meegenomen
en vergeten had terug te geven. Het was echter in zijn
voordeel geweest, indien hij deze verontschuldigende
verklaring ook voor de politie had afgelegd, doch toen
debiteerde hij een geheel ander praatje. Verdachte was
destijds in dienst bij den beurtschipper Jan Kemper,
deze gaf geen ongunstige getuigenis van Klaas. De ver
standhouding was perfect? wel was zijn portefeuille
eens weg geweest, doch hij had zijn kneoht daar niet
van verdacht
Ondanks do aandoenlijke aansporingen van den pre
sident scheen echter de jongeling op het zondaarsbank
je er niet toe te kunnen besluiten, 't feit te erkennen.
De bewuste oliejas. die er niet erg smakelijk, noch
begeerlijk uitzag, werd door getuige Bergsma op verzoek
van den president, aangepast. We kunnen echter niet
zeggen dat het uiterlijk aanzien van Bergsma door dit
krakende opperkleed werd verfraaid.
Mej. Lammetje Bergsma, echtgenoot© van den heer
Bergsma, had de bewuste jas gelegd op 'n waschmand;
verder ging haar wetenschap niet Die waschmand
moest door Kemper vervoerd worden.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
Mrs. Patrick MacGill.
Het onvruchtbare gebied van den haat.
Lady Olga Purnell, nu Lady Perivale, was acht
maanden getrouwd. Uiterlijk was het huwelijk een
succes, in zooverre men dit beoordeelen kon naar de
overdreven en voortdurende attenties van Lord Pe
rivale jegens zijn jonge vrouw.
Het slecht bij elkaar passende paar zag men over
al tezamen en als de oude edelman ook soms zuch
tend verlangde naar zijn ongebreidelde vrijheid van
voorheen, dan zorgde hij er wel voor dit niet te laten
merken; niemand vermoedde, dat hij eigenlijk de
meest beklagenswaardige aller stervelingen was
een oude man, die al zijn best doet om de jeugd te
imiteeren, doch die haar genoegens niet waardeert
en tevergeefs op aarde de rust zoekt, waarop zijn leef
tijd hem eigenlijk het recht geeft.
Zij hadden hun eersten ernstigen twist over Jack
gehad, dien dag bij de lunch. Lady Olga had ge
vraagd om een zekere bezitting, die nooit bewoond
werd, te verkoopon; haar echtgenoot had haar ge
antwoord dat hij niet geneigd was dit landgoed van
de hand te doen, omdat Jack er altijd zooveel van
gehouden had en hij wilde graag het bewustzijn
hebben, dat de jongen die bezitting na zijn dood
zou erven en er misschien nog een gelukkigen tijd
kon doorbrengen.
„Wat bedoel je daarmee? Heb je dan niet gezegd,
dat Jack onterfd zou worden en geen cent zou krij
gen? vroeg Lady Olga scherp
Haar echtgenoot schudde eenige malen zijn oude
grijze hoofd.
In een stem, waaruit zooveel zelfverwijt sprak,
dat Ja^k zich verwonderd zou hebben als hij het had
kunnen hooren, zei hij: „Mijn lieve Olga, als iemand
dicht bij het graf is als ik en hij dacht aan zijn
ernstigen hartaanval, waarbij Lady Olga hem in han
den van de doktoren en verpleegsters overliet en
zelf naar een danspartij ging wanneer iemand zoo
De heer officier wees op de tegenstrijdige verklarin
gen van den delinquent en had voorts zooveel bezwaren
tegen hem, dat voldoende motief werd gevonden, veroor
deeling te verzoeken tot f 30 boete of 30 dagen hechte
nis.
Mr. Josephus Juta optredende als rechtsgeleerde raads
man en verdediger van den oliejassenliefhebber. die 30
gulden boete wel wat veel vond, scheen niet volkomen
tevreden te zijn over dit vooronderzoek en gaf zulks In
gepaste woorden te kennen. Pleiter deelde voorts mede,
prijs te stellen op het verhoor van zekere Mej. Hart
kampSchaap, die nog eenige belangrijke verklaringen
zou kunnen afleggen. Eigenaardig was het, vermeende
verdediger, dat zijn cliënt voortdurend werd verdacht
van diefstallen, waarvan geen enkel bewijs kan worden
overgelegd: Daarna werden door pleiter nog eenige grie
ven tegen dit onvolledig onderzoek naar voren gescho
ven en het geleverde bewijs der wederrechtelijke toe-
eigenlng ontkend. De aandacht werd ook nog door plei
ter gevestigd op destijds heerschende weersgesteldheid
en zou de daad van verdachte genoemd kunnen worden
een fructum usus (vruchtgebruik), en daad van prac-
cisch zelfbehoud om zich tegen den regen te beveiligen.
Het pleidooi werd beëindigd met ae conclusie verdachte
vrij te spreken.
De verdachte beschuldigde hierop zijn vroegere pa
troon Kemper, 10 gulden die hij in zijn bezit had om
hem uit te betalen, dit geld niet te hebben overgedragen
De heer Kemper verklaarde dit geld aan Kooien, een
vroegere werkgever van verdachte, te hebben terugge
geven. Het hooren van Mej. HartkampSchaap werd
door d<j reohtbank geweigerd.
Volgde nog eenlg debat tusschen parket en Balie,
waarop de president den motor afzette.
DE LITTERAIRE STROOPERS IN APPEL.
De Egmond aan Zeesohe inboorlingen Jan V. en En
gel Pr., dezelfde heeren, die het Leven zooveel geillus-
treerdo strooperscople verschaften, spannende duinavon
turen ln den stil-donkeren nacht, waardoor echter dui
delijk naar voren kwam. hoe omvangrijk dit opwindend
bedrijf is, waren indertijd door den kantonrechter te
Alkmaar veroordeeld tot 8 dagen principieele hechtenis,
op grond van het feit dat zij in den middag van 30
Juli jJ. zich bevindende in de duinen van den heer
v. d. Vliet, onder Egmond Binnen, een drietal tot in hun
gezelschap behoorende honden, die wild of schadelijk ge
dierte opspoorden, niet hadden teruggeroepen. De ver
balisant was de jachtopziener Jos. v. d. Berg. welke
jachtopziener onlangs de noodlottige ontmoeting had
met den thans overleden visscher Krijn Dekker.
De veroordeelden konden zich blijkbaar met het
vonnis niet vereenigen en kwamen in hooger beroep,
dat thans behandeld werd. Beiden ontkenden zich des
tijds aldaar ln de duinen te hebben bevonden.
De Jachtopziener v. d. Berg volhardde bij zijn ln eer
sten aanleg afgelegde verklaring Hij had appellanten
pertinent herkend, ook door zijn zeer sterken veldkijker.
De verdachten waren door hem niet gehoord, welk
verzuim door den President werd betreurd.
De Officier kon niet anders dan bevestiging van het
vonnis requlreeren.
Appelaten bleven bij hun ontkentenis.
A.s. week uitspraak.
DE KAASDIEFSTAL IN DE „KARPERTON".
GEREQUIREERD: 6 MAANDEN GEV.
In de mlddagzittlng stond terecht de 24-jarige los
werkman Nlc. de Vr.. geboren te Castricum en gedomi
cilieerd te Den Helder, thans voor andere strafbare
feiten gedetineerd te Haarlem en vandaar onder pollr
tlegelelde hierheen gevoerd.
Aan hem was ten laste gelegd: diefstal van 14, al
thans een aantal kazen door hem ontvreemd, na ver
breking van een ketting, uit een schuur van de zuivel
fabriek „De Karperton" te LImmen, Directeur de heer
Judel te Bergen, gepleegd ln den nacht van 13 op 14
Januari 1931.
Onder de getuigen behoorde nog een anderen gede
tineerde, genaamd Pleter Hoogland, die door een rijks
veldwachter en een marechaussee werd bewaakt met
een zorg of het de brandkast van Henry Ford was!
De verdachte Nic. de Vr. had te voren eenigen tijd
aan boven aangeduide zuivelfabriek werk gevraagd en
was dus eenlgermate bekend met den plaatselijken toe
stand.
Als eerste getuige werd gehoord de heer H. Wilbrink,
arbeider te LImmen, die destijds voor den bewusten
nacht de schuurdeur van „de Karperton" had gesloten
met ketting en hangslot, 's morgens deze sluiting ver
broken vond en voorts uit die schuur 14 kazen miste.
In het kantoortje bij de eschuur hing een reclameplaat,
voorstellende een levensgrooten man, zichtbaar van den
openbaren weg, 'n omstandigheid die later van belang
bleek te zijn
De arbeider Piet Hoogland uit Sassenheim, thans ge
dicht bij het graf is als ik, gaat men over alles na
denken. Ik wil, dat Jack krijgt wat hem toekomt om
den titel hoog te kunnen houden, dien hij eens zal
dragen", eindigde Lord Perivale langzaam en be
droefd.
Er volgde een woedende en vulgaire twist, die den
ouden man tot de lippen bleek deed worden en zijn
hart vervulde met een namelooze ellende.
Waarom was hij zoo gek, zoo stapelgek geweest om
maar één enkele oogenblik te gelooven, dat, een jon
ge vrouw ergens anders om gaf dan om zijn geld en
zijn postitie, vroeg hij zich af.
Hij bleef in de eetkamer achter om te overdenken,
wat zijn vrouw hem voor haar vertrek naar den sa
lon had toegesnauwd en dat verontrustte hem zoo
danig, dat hij verplicht was zich een sterke whiskey-
soda in te schenken.
„Wanneer je even je gedachten van je dierbaren
zoon wilt laten afdwalen, kan ik je vertellen, dat je
in den herfst een tweeden kunt verwachten, hoe
wel het natuurlijk ook, wat ik niet hoop, een doch
ter kan zijn", zei Lady Olga. terwijl zij opstond en
hem zonder een verder woord achterliet.
De oude man was totaal onderste boven. Hij wist
niets van kleine kinderen en had er zelfs als jonge
man, niet van gehouden.
Toen Jack, het eenige kind uit zijn eerste huwe
lijk geboren werd, was hij onderweg op een lange
ontdekkingsreis in het hooggebergte en hij had hem
niet gezien voordat zijn eerste baby-stadium voorbij
was.
En nu zou hij wellicht nog een zoon krijgen! Lord
Perivale voelde zich merkwaardig huipeloos en on
geschikt voor de hem toegedachte positie.
Terwijl hij zoo in de eetkamer zat te mijmeren,
lag Lady Olga op een zijden divan in den salon en
haar gedachten joegen in wilde, woedende vaart
door haar brein.
Natuurlijk zou haar kind een jongen zijn; zij zou
het vreeselijk vinden een meisje als eerstgeborene
te hebber, zij zei bij zichzelf en zij weigerde zelfs
om met die mogelijkheid rekening te houden. De
gedachte om een kind te hebben was niet onsympa
thiek, maar wat haar hinderde waren andere fei
ten, waarvan wel het voornaamste was, dat haar
zoon zoolang Jack leefde, den titel niet zou kunnen
erven en wanneer Jack door een of ander wonder
I-Ietty Loring nog zou vinden en haar trouwen, zou
die vrouw Lady Perivale worden als de oude Lord
stierf, terwijl zij dan in haar volle bloei en op het
hoogtepunt van haar socialen triomf op den achter
grond zou moeten treden.
Zoo bracht Lady Olga den dag door met allerlei
visioenen van wat het leven in de toekomst voor
haar zou zijn; haar gezicht werd hard en verbit
detlneerd ln de „Parplule" te Haarlem, blijkbaar ©en
zeer belangrijke getuige, wien gewezen werd op het
eedsgewicht, waar hij absoluut niet bevreesd voor was,
deelde mede, dat hij in 1931 met verdachte woonde te
Den Helder in het woonschuitje van zijn broeder. Ver
dachte had Hoogland toen medegedeeld, dat hij had
Ingebroken te Limmen in „de Karperton".
De verdachte ontkende eohter aan Hoogland, dat In
brekers-avontuur te hebben medegedeeld, hoewel Hoog
land precies op de hoogte was en zelfs kon meepraten
over de reclameplaat in het kantoortje van „de Kar
perton"!
Getuige Hoogland had in Alkmaar een onderhoud met
verdachte gehad en deze had hem toen het plan mede
gedeeld, te willen Inbreken ln de fabriek „Uithoorn" te
Alkmaar. Ook had verdachte aan get. Hoogland een
boek ter hand gesteld, waarin hij op een schutblad een
plannetje had uitgewerkt van die inbraak in „Uithoorn",
gelegen nabij het gebouw der groenteveiling, wat, zoo
men weet, geheel juist is.
We willen er ter verduidelijking der 3ituatle nog even
en passant bijvoegen, dat Petrus Hoogland en Nicolaas
de Vr. op 18 October te Alkmaar terecht stonden ter
zake het inbreken in een houtloods van de firma Vlnke
te Den Helder en toen door den brigadier Horsman op
heeterdaad werden betrapt. De Officier requlreerde des
tijds tegen leder hunner, wegens poging tot diefstal, 5
maanden gevangenisstraf en werden alstoen op 25 Oc
tober veroordeeld ieder tot 2 maanden, welke straf zij
bijna hebben uitgebromd.
Aan den heer Nic. Bruin, boekhouder der firma
Judel, exploitante van „de Karperton" werd vertoond
een exemplaar van het bewuste reclamebiljet, dat ln
deze zaak ook een rol speelde tot ontmaskering van den
Inbreker. Deze heer had assistentie verleend om dit hel
gekleurde biljet in het kantoor te bevestigen.
De verdachte had geen kennis aan de monsterachtige
Spaansche reclameplaat, zooals hij althans voorgaf.
De president verloor onder het verhoor zijn bril, die
ondr tafel wipte, maar hij paste er wel zalig voor op,
om den verdachte mee te laten zoeken. Voorkomen ls
beter dan genezen!
Verdachte, die zijn onbekendheid met het biljet bleef
loochenen, werd door den president geanimeeerd maar
liever vlak te vallen, maar verdachte toonde geen lust
deze acrobatische toer ten uitvoer te brengen.
Door gemeente-veldwachter v. d. Sande was een on
derzoek ingesteld, maar er waren hoegenaamd geen
stille getuigen, voorheen aanwijzingen, te vinden.
Verdachte persoonlijk was bij den veldwachter geen
onbekende. Hij had een tijdje op Limmen gewoond en
zijn zuster diende destijds in „de Karperton". Hij zelf
had zich ook wel eens vervoegd aan de fabriek om
werk te vragen, dit was ln 1930.
De heer Officier, uitgenoodigd tot het houden van zijn
requisitoir, verbaasde zich over de houding van ver
dachte, die ondanks het ernstige misdrijf, waarvan hij
werd beticht, zich zoo doodleuk kon houden. Dit
optreden gaf den Officier de overtuiging dat verdachte
inderdaad de schuldige was. Na het gebeurde nog eens
In extenso te hebben gememoreerd, kwam de Officier
dan ook tot deze conclusie, en werd gerequireerd een
gevangenisstraf voor den tijd van zes maanden.
Uitspraak a.s. week.
LANGEND IJ K
NOORDSCHAKWOUDE.
Anti-militairisme.
Verwelkoming der dienstweigeraars
nit Veenhnizen.
De I. A. M. V. hield in „Concordia" te Noordscharwou-
de een vergadering op Dinsdag 13 December, ter ver
welkoming van de dienstweigeraars.
Een 50-tal personen was aanwezig.
De Voorzitter, de heer H. Meeldijk, opende de verga
dering met een woord van welkom, ln het bijzonder tot
de dienstweigeraars, die uit Veenhuizen zijn terugge
keerd. Spr. wilde niet uitweiden over de behandeling
van de dienstweigeraars, doch verwees daarvoor naar de
a.s. Zondag te Alkmaar te houden vergadering.
Hierna sprak de heer Wim Wiese over „De beteeke-
nls van de dienstweigering", wat spr. ln het raam van
de omstandigheden van nu plaatste. Wij leven, aldus
spr., In een kapitalistische samenleving. Deze toestand
moet men niet alleen wijten aan het productie-systeem,
dat we thans hebben. Het is ook wel onze schuld, dat
het productie-systeem zoo is. In de kapitalistische samen
leving regeert het egoïsme en heeft men de groote te
genstellingen van de ergste armoede tegenover de
grootst mogelijke weelde. In deze maatschappij zal
terd wanneer zij er maar aan dacht, dat een andere
vrouw over haar zou kunnen zegevieren en toen het
tijd voor de thee was. had zij zich opgewonden tot
een harer moeilijkste en meest zwartgallige buien.
In z-ulke tijden sidderde de heele huishouding
voor haar; voor de minste tekortkomingen ontsloeg
zij haar personeel en weigerde dan zelfs de ongeluk
kige bedienden een getuigschrift te geven: hoewel
zij het zelf niet wist, waren deze buien te wijten aan
een geërfde vlaag van krankzinnigheid.
Zonder twijfel leidde dit tezamen met andere phy-
sieke redenen tot de ellendige, koel berekende mis
daad, die ten slotte tot haar val leidde.
Eén gedachte overheerschte met grimmige volhar
ding haar verward brein en die was: „Mijn zoon
zal Lord Perivale zijn en zal niet beroofd worden
van zijn erfenis."
De antipathie tegen haar stiefzoon, die haar eigen
zoon het erfrecht zou betwisten, werd een obsessie
en met de gewone slimheid der halfwaanzinnigen
deed zij zich zacht en meegaand voor tegenover hen,
die het meest bij haar duivelsche plannen betrokken
waren.
Lord Perivale had zijn jonge vrouw nog nooit zoo
zachtaardig en handelbaar gezien en hij schreef dit
toe aan den toestand waarin zij verkeerde.
„Natuurlijk mag je een nieuwe auto hebben, kind
lief", zei de oude edelman vriendelijk en Lady Olga
kocht er een, maar het was goed, dat haar echtge
noot niet wist, waarheen zij ging toen zij er voor
het eerst in uitreed.
Lady Olga stond er op zelf te chauffeeren en haar
eerste bezoek was bij Max Reiss, die een klein kan
toor in zijn oude buurt in Finsbury Pavement had
en het was wel een ironie van het noodlot, dat het
armoedige kleine kamertje precies tegenover zijn vor
stelijke bureaux van voorheen was gelegen.
De man, die bijrra weer op het punt was gekomen,
waar hij dertig jaar geleden begonnen was, keek af
en toe uit het raam met een half angstigen, half wan-
hopigen blik. Hij was op dat oogenblik rijp voor ie
dere onderneming, bereid om alles aan te grijpen,
wat hem geboden zou worden. In die stemming vond
Lady Olga hem. toen zij dien dag bij hem kwam.
„Is er niemand anders hier?" vroeg zij, voorzich
tig rondkijkend, toen zij do kamer betrad.
„Niemand, mylay", verzekerde Max Reiss haar op
springend, want hij voelde zijn veerkracht terugkee-
ren toen hij zijn bezoekster herkende en zijn hoop
volle gedachten bereikten hun toppunt, toen Lady
Perivale hem met een eentonige stem en schitterende
oogen vroeg: „Zoudt u een heelebocl geld willen ver
dienen, mijnheer Reiss, laat ik duidelijk zijn en zeg
gen vijf duizend Pond?"
Het blped scheen Max Reiss naar het hoofd te stij
steeds weer oorlog komen, want „oorlog beteekent
winst" voor de kapitalisten. Ook de werkloosheid ls een
gevolg van deze maatschappij. Spr. wees er op, hoe in
Amerika en Duitschland geheele categorieën van Jonge
menschen geen werk kunnen krijgen, wat voor hen
verschrikkelijk moet zijn.
Spr. wees op de vernietiging van allerlei producten
over de geheele wereld, terwijl op vele plaatsen de
menschen verhongeren.
Het is moeilijk de schuldige aan te wijzen. Doch men
kan er ln zien, dat de arbeiders de zaak in handen
moeten nemen om het beter te maken. Het gaat niet
alleen om het productie-systeem. Spr. wees er op, dat
het een goede betrekking is, rood te zijn en in de
Kamer te zitten, doch daar gaat het niet om. Spr. wees
op verschillende misstanden bij de S.D-A.P. zooals de
premies der Arbeiderpers voor de Zesdaagsche en het
suggereeren dat de menschen, die om de 4 jaar rood
stemmen, in den hemel zullen komen.
Ondanks dat steeds naar voren wordt gebracht het
verderfelijke van het militairisme, blijft men trouw be
lasting betalen en geeft men zijn zonen. Dit houdt de
vooruitgang tegen. Daarom is het zoo goed, als er
jongeren zijn, die zeggen: Ik weiger.
De dienstweigeraars, die noch willen dooden, noch
den staat dienen, worden naar Veenhuizen gestuurd.
Eerst gingen ze naar Scheveningen, doch, omdat men
de jongelui meer ln de buitenlucht wilde laten, werden
ze naar Veenhuizen getransporteerd. Uit de gegevens
ls echter wel gebleken, dat er van de buitenlucht niet
veel waar is. De barakken, waarin de dienstweigeraars
vertoeven hebben hun ventilatie en krijgen hun licht
alleen van boven. Verder worden ze net als te Scheve
ningen tweemaal per dag een half uur „gelucht", zoo
dat het al niet veel beter is of men in Veenhuizen dan
wel in Scheveningen zit.
Spr. wees er op, dat tien dienstweigeraars zijn ver
trokken, dooh dat er 9 zijn teruggekomen. Een wordt
thans nog verpleegd in een krankzinnigengesticht. Hoe
ver men echter gaat, demonstreerde spr. door het feit,
dat dezen persoon zijn ontslagbrief van Veenhuizen In
het krankzinnigengesticht werd uitgereikt, zoodat hij
thans op kosten van zijn vader moet worden verpleegd.
Hier moet tegen worden geprotesteerd. Eén middel ls
het zekerste hiervoor. Er moeten meer dienstweigeraars
komen. Doch men zal vast in de schoenen moeten
staan om het vol te houden. Het moet voortkomen uit
de gedachtensfeer en er zullen In het latere leven meer
dere dergelijke daden moeten volgen. Men zal allen
achter de dienstweigeraars moeten staan.
Hierna sprak de heer A. L. Constandse over „Oor
log, Crisis en Kapitalisme". Spr. wees er op, dat door de
economische moeilijkheden het anti-militairisme een
beetje op den achtergrond is geraakt. Het verband tus
schen miltairlsme en de crisis is echter zeer nauw.
Het oorlogsgevaar blijft bestaan. Vroegere crisissen
waren van voorbijgaanden aard. doch deze duurt nu
reeds van 1912 af en is de ellende niet van de lucht
geweest. De werkloosheid neemt steeds toe.
De crisis zal blijven, omdat geen nieuw afzetgebied te
verkrijgen is en de bourgeoisie stelt zich te weer tegen
het onvermijdelijke wat komen zal, „de revolutie". Deze
revolutie zal niets te maken hebben met een staats
greep of zoo iets, doch zal bestaan in het weigeren van
belasting betalen en het weigeren van betaling van huur
en rente. Als 10 pet. der menschen zoo ver zijn, volgt
de rest vanzelf. Maar om die eerste 10 pet. te krijgen.
Als de kapitalisten de bedrijven niet meer kunnen voe
ren, zallen de arbeiders het moeten overnemen.
Spr. gaf een breedvoerige toelichting hoe hij zich de
maatschappij na de revolutie indacht en hoe deze zou
worden bestuurd, n.1. door gelijke rechten en gemeen
schappelijk beheer. Spr. wees er op, dat de techniek en
de toestand rijp zijn voor het socialisme. Als het socia
lisme ten gronde gaat, zal het de schuld der arbeiders
zijn.
De heer Stoop maakte van de gelegenheid tot debat
gebruik. Spr. had gemeend, dat men hier bij elkaar was
gekomen om den teruggekomen dienstweigeraar te
huldigen. Spr. becritlseerde verschillende opmerkingen
der sprekers ten opzichte der S.D.A.P. Spr. had eerbied
voor de stakers in het Stroocartonbedrijf. Spr. wees er
op, dat demonstraties der S.D.A.P. altijd door menschen
die geen demonstratie bij elkaar kunnen krijgen, in een
verkeerd daglicht worden gesteld. De arbeiders moesten
elkaar de hand reiken om het militairisme en kapita
lisme te bestrijden.
Nadat de heer Groet van Warmenhuizen nog eenige
opmerkingen ten beste had gegeven en beide sprekers
door den heer Constandse waren beantwoord, sloot de
voorzitter te pl.m. 11 uur.
gen als een zingend, wilde, vroolijke vloed.
Vijf duizend Pond!
Het duizelde hem; hij zou met genoegen zijn ziel
en zaligheid voor slechts een tiende deel van het
bedrag gegeven hebben.
„M... m.... meent u dat?" vroeg hij, stotterend van
opwinding.
„Ik kan u verzekeren, dat ik niet bij u zou ko
men om grapjes te maken mijnheer Reiss", was
Lady Olga's vernietigend antwoord.
Haar verontwaardigde woorden werkten als een
koude douche, die zich onverwachts over Max Reiss'
rug uitstortte; hij moest zich nu wel bedwingen en
de vroegere listige uitdrukking kwam weer in zijn
gezicht, toen hij kalm zei: „Natuurlijk had ik niet
gedacht, dat u hier zoudt komen om grapjes te ma
ken, lady Olga! maar daar mijn tijd kostbaar is; zal
ik u dankbaar zijn, als u mij wilt vertellen wat u
bedoelt"
Volkomen zelfbewust sprak hij op deze wijze, hij
wist het beste hoe men vrouwen van lady Olga's
soort moest behandelen. En zijn woorden hadden ook
de goede uitwerking. Lady Olga's stem klonk bijna
onderdanig, toen zij het doel van haar bezoek uiteen
zette en eindigde met de woorden: „Het zal heel ge
makkelijk zijn om van hem af te komen, nu hij
heelemaal uit onzen kring verdwenen is. Ieder jaar
verdwijnen er duizenden menschen uit Londen en
nooit wordt er meer iets van hen gehoord. Ik zal
u de vijf duizend pond contant uitbetalen zoodra
het het Hoe door en door slecht de vrouw
tegenover Max Reiss ook was, kon zij toch het woord
„moord" niet over haar lippen brengen. „Zoodra uw
werk gedaan is, krijgt u het geld", besloot Lady
Parivale.
„Dat meent u niet!" Max Reiss begeleidde deze
woorden met een hoonenden lach. Hij zag zich in
gedachten reeds in het bezit dier vijfduizend, maar
het zou niet aan hem liggen als Lady Olga ze niet
verdubbelde.
„Waarom? Is het niet genoeg?"
De vrouw met de verwilderde donkere oogen be
vochtigde de lippen met haar tong.
„Vijf duizend is een nietig prijsjo voor zulk vuil
werk als u gedaan wilt hebben, en denkt u dan eens
als let wel, ik zeg slechts „als" het een» niet luk
ken zou: wat zou er dan van mij worden? Maak er
tienduizend van ei. dan zal ik het jen zoodra we
zijn verblijfplaats uitgevonden hebben", en Max Reiss
leunde achterover in zijn stoel e.i bespiedde het don
kere, mooie gezicht met halfgesloten, sluwe oogen.
Wordt vervolgd.