Een blik in Rusland. Vereeniging van Oudleerlingen der Rijkslandbouwwinterschool te Schagen. Plaatselijk Nieuws. In de Landbouwsociëteit „Cérès" van den heer J. Schenk, werd Maandag 19 December 1932 de 63ste al- gemeene ledenvergadering van deze vereeniging gehou den. onder voorzitterschap van den heer K. Koster Jz. te MidwoudL De Voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering, in 't bijzonder tot de eereleden, die aanwe zig zijn, tot den heer Lienesch, den nieuwbenoemden directeur der school, en spreekt den wensch uit dat de heer Lienesoh in die functie met de vereeniging zal wil len meewerken. Voorts heet spr. welkom den heer Ir. Muntinga, die vanmiddag ons zal vertellen van zijn reis door Rusland, en den heer Mas Hoehn, oudleerling der school, die mededeeling zal doen over de rubbercultuur op Z.O. Borneo. Spr. wijdt daarna woorden aan den tegenwoordigen economischen toestand, er op wijzende, dat deze malaisetijd zicb kenmerkt door belemmeringen in het handelsverkeer en door de onmogelijkheid om de productiekosten voldoende te verlagen, in verband met de sociale en andere lasten en de kosten van levens onderhoud. Spr. wekt vooral op zich zooveel mogelijk aaneen te sluiten. De Secretaris, de heer J. Sijp Jr., Alkmaar, leest de notulen, die onveranderd worden goedgekeurd. Medegedeeld wordt dat de rekening van het Station voor Melkonderzoek te Schagen door het bestuur is goedgekeurd. Dezen winter zullen er twee cursusverga deringen worden gehouden en wel op 9 Januari door Dr. Wibaut en op Woensdag 25 Januari door Dr. Biere- ma Verder wordt mededeeling gedaan van een groot aan tal ingekomen brochures, verslagen enz. enz. Naar aanleiding van het vertrek van het eerelid, den heer Ir. G. Veenstra, wensoht de Voorzitter hem in zijn nieuwe werkkring alle goeds "toe. Door den Secretaris wordt het jaarverslag uitgebracht Het aantal leden verminderde met 10. wat wel aan den ongunstigen economischen toestand geweten kan wor den. Het aantal donateurs daalde van 3 op 2. De cur susvergaderingen zyn weer zeer goed geslaagd, deze bij eenkomsten genieten vooral in onze omgeving veel be langstelling. Onder applaus der vergadering dankt de Voorzitter den Secretaris voor zijn verslag. Bij monde van den heer D. van der Oord wordt door de finantieele commissie verklaard dat de rekening over 19311932 in orde is bevonden. Het jaar begon met een batig saldo van f 57.42, terwijl aan het einde van het boekjaar het batig saldo f 115.50 bedroeg; een vooruit gang dus, wat, zooals de rapporteur opmerkte, in vele bedrijven niet het geval zal zijn geweest. De rekening wordt goedgekeurd. Eveneens wordt goedgekeurd de begrooting 19321933. Door den heer Ir. L. de Vries was de mededeeling ge daan betreffende het Veevoederbureau. In de laatstge houden vergadering van Noorderkwartier zijn deze me- dedeelingen door den heer Ir. De Vries gedaan, zoodat we meen en te kunnen volstaan met naar dat verslag te verwijzen. De mededeelingen geven den heer H. Visser aanlei ding tot het stellen van een paar vragen, en het maken van een paar opmerkingen, die uitvoerig door den heer De Vries worden beantwoord. De Voorzitter dankt den heer Ir. de Vries voor zijn mededeelingen. De Zomervergadering zal te Hoorn worden gehouden en waarschijnlijk zal dan een derde lezing worden ge houden. Door den Secretarie wordt verslag uitgebracht van de algemeene vergadering van den Algemeenen Bond. Hierna is aan de orde de verkiezing van twee leden van het bestuur wegens periodieke aftreding van de heeren D. Cz. Rezelman (niet herkiesbaar) en J. Sijp Jr. (herkiesbaar). De verkiezing had tot uitslag dat de heer Sijp met nagenoeg algemeene stemmen werd her benoemd en de benoeming aannam, terwijl in de vaca ture werd voorzien door de benoeming van den heer R, Waiboer Rz De rubbercultuur. Na een inleidend woord van den Voorzitter wordt vervolgens het woord verleend aan den heer Coehn, die ons het een en ander mededeelt over de rubbercultuur op Z.O. Borneo. In aangenamer causerievorm behan delt spr. ziin onderwerp, ons mededeelende de wijze waarop de Westersche methode naast de bevolkings rubbercultuur een zeer belangrijke plaats innam, hoe proefstations zich met de rubberselectie bezig hielden, kweekbedden werden gemaakt en het gevolg dan ook was dat door die moderne rubberproductie de rubber boom en driemaal zooveel voortbrachten. Spr. behandelt de veranderde tijdsomstandigheden, de daling van de rubberprijzen, de moeilijkheden die ontstonden bij de pogingen om in verband hiermee de productiekosten, als arbeidslonen, te verlagen. Het voordeel van den ma laisetijd is dat men leert om geheel andere wijze te wer ken. dan men In een tijd van hoogconjunctuur gewend is. En dit is ook met de rubbercultuur het geval ge weest, Enorm is bezuinigd geworden, de cultuur bleek ook zeer goed mogelijk met wat minder achoone tuinen Verschillende toestanden op de plantages deelt spr. me de, de verzorging der tuinen, de ziektebestrijding, de samenwerking ter voorkoming van branden enz. de be werking van de latex (het aftapsel) tot de rubber, waar toe iedere onderneming een fabriek heeft. De rubberondernemingen kunnen zeer moeilijk con- curreeren tegen de bevolkingsrubber, in verband met de hooge kosten aan de eene zijde en de lagere productie kosten anderzijds. Juist het feit dat de rubbercultuur een zeer eenvoudige cultuur is. is oorzaak dat de cul tuur in zoo hooge mate in handen van de bevolking is. De vraag rijst dan ook of aan de Westersche methode niet te veel kosten worden besteed en of men niet meer moet afdalen tot de bevolkingsmethode. Ook de rubbercultuur maakt een zeer slechten tijd mee. maar spr. eindigt met de raadgeving dat men ook in de andere bedrijven met de ondervinding van thans zijn voordeel doe. Onder applaus dankt de Voorzitter den heer Coehn voor zijn interessante mededeelingen, den wensch, uiten de, dat de rubbercultuur weldra weer bloeiend moge zijn. Naar aanleiding van de causerie worden nog een paar vragen gesteld, die door den heer Coehn worden beantwoord. Hierna wordt gepauzeerd. Over den toestand In Sovjet-Rns- land. Mededeelingen van een ooggetuige. Na de pauze houdt de heer Ir. J. Muntinga, leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool alhier, een voor dracht over de toestanden in Sovjet-Rusland. In zijn inleidend woord deelt de geachte spreker mede, dat hij door middel van den Algemeenen Bond van Oud leerlingen van middelbaar landbouwonderwijs, het ge noegen had om dit jaar van 14 Juli tot 1 Augustus een excursie naar Sovjet-Rusland mee te maken. Reisind rukken. Van het programma, dat er zeer aanlokkelijk uitzag, le weinig terecht gekomen en dat is misschien op zich zelf nog niet eens zoo'n groot bezwaar en tevens zij er op gewezen, dat een tocht van zoo'n simpel aantal af getelde dagen met een reisgezelschap en gebruik ma kende van een Staatsreisbureau, iemand geen zuiver inzicht kan geven van de toestanden, die in dit groote Rijk heerschen. Bovendien hebben we op onze reis ook gevoeld, dat er wel degelijk op gelet wordt, welke kost men den vreemdeling voorzet Spr. zal echter trachten zoo onbevooroordeeld, zoo on partijdig mogelijk zijn reisindrukken mede te deelen. enkele lantaarnplaatjes toonen, alles met de hoop dat de aanwezigen het willen beschouwen als een reisver haal over Toeristen Sovjet-Rusland. Allereerst verzocht spr. ons Polen in ons gezichtsveld te betrekken. Polen is, vooral na Warschau, tenminste vanuit den trein gezien, een gebied met zéér achterlijke landbouwtoestanden. Slechte gewassen, vooral van bie ten, tarwe, rogge en klaver trekken aan ons oog voor hij. Een aardappelveld is er om te zien gewoonweg een mengelmoes van bloemkleur. Slechte of geen slooten, lichte magere paarden, en slecht vee. In groote dorps- poelen doen in de idyllische dorpen, die we passeeren, de Poolsohe huisvrouwen hun wasch. Den volgenden dag. dus 15 Juli, bereiken we tegen 4 uur in den middag het Russische grensstation en rij den door een groote poort met de roode vlag en de Sovjetletters S.S.S.R. getooid, de ons onbekende wereld binnen. Zoodra men de Russische grens gepasseerd is, voelt men iets van een oorlogsstemming. Vele soldaten van het roode leger met bajonet op het geweer inspecteeren den trein. De douane blijkt hier meer een formaliteit te zijn. Van nu af reizen we op harde banken, in Rus land heeft men geen klassen. Erg zindelijk zien de spoorwagens er nu juist niet uit. En bij de stations is het heel gewoon, dat de menschen voor, achter of on der de treinen door, overal maar naar willekeur, een uitweg zoeken. Bangs het spoor, op ieder belangrijk punt staat een soldaat van het Roode leger op post. De huizen zijn hier van hout, met een paar donkere raampjes, en rieten daken, voor ons ziet alles er slecht onderhouden, grauw en verveloos uit. Punctueel op tijd, n.1. tegen negen uur des Zaterdags morgens, komen we in Moskou aan, waar een Duitsch sprekende Russin van Intourist (is Sovjet-reisbureau) ons op het station overneemt. Op onze geheele reis zijn we verder door zoo'n dame, zoo'n „Genossin" begeleid. Moskou! Hier huist dus Stalin, Dzoegas Wili is zijn eigenlijke naam, de Kaukasische schoenmakerszoon, de fanatieke communist, een mensch die verafgood en ge haat wordt. Waar hij eigenlijk precies woont? niemand weet het. In deze stad van bijne 4 millioen inwoners treft men in sommige buurten zeer breede met keien geplaveide straten aan. met groote ruime vervallen hulzen, de straten waar vroeger de Russische adel woonde. Op vele andere plaatsen ziet men nauwe kronkelende, ook weer keiige straten en pleinen, met zeer bouwvallige hui zen; de vroegere armere buurten. Maar overal, in alle steden die wij bezochten, is men haastig bezig met het afbreken van al dit oude en het opnieuw leggen van asfaltwegen, het bouwen van alle mogelijke nieuwe ge bouwen en fabrieken, groote scholen voor politieke op voeding, hypermoderne clubgebouwen, onafzienbare complexen woonhuizen enz. Alles, in scherpe tegenstelling met het vroegere, zon der eenige versiering, leelijke eenvoudige hooge ge bouwen, die bij uitzondering van tijd tot tijd doorsneden worden door een kaarsrechten weg. Hier is iets gepres teerd, maar gelijktijdig rijst de vraag: wordt dit alles niet wat geforceerd. Op straat trekken allerlei menschentypen voorbij, tot van rassen in Oost-Azië toe, terwijl het publiek een ver- proletariseerden indruk maakt. Allen zijn sober en een voudig gekleed. Als wij den volgenden dag in Moskou ronddwalen is het voor ons. Zondag. -Maar hier merkt men daar niets van. want in Sovjet-Rusland heeft men de Zondagen afgeschaft. Men heeft er gewoon bij den datum van de maand en werkt dan vier dagen en heeft den vijfden dag vrij. Is bij ons het ideaal dat de vrouw niet zal medewerken, in Rusland doet de vrouw -precies het zelfde als de man. Voor de wet is de vrouw in alle op zichten gelijk met den man. De Russische moeder wordt aangespoord haar kinderen naar chreches, kinderbe waarplaatsen, kindertuinen te brengen. Het huwelijk is er een losse band, een eenvoudige zaak van inschrijving van namen, het scheiden gewoon een schrappen der na men uit de registers, maar alles dan tegen betaling van een paar roebels. Buiten Moskou bezochten we per autobus het staats bedrijf voor pluimveeteelt en voor groenteteelt en maak ten daarbij nader kennis met de Russische wegen. Ver harde wegen heeft men er bijna niet en anders verkee- ren ze nog in een erbarmelijken toestand. Op het staatsbedrijf voor pluimveeteelt kweekt men speciaal piepkuikens van een halve kilogram schoon ge wicht en kan per dag 1000 Kg. afleveren. Daarvoor heeft men een groote broedcentrale van 100.000 eieren, opfokinrichtingen voor 140.000 dieren. Overal en steeds weer ziet men het streven mechaniseeren. Het geheele bedrijf lijkt goed te functioneeren. Het bedrijf voor groenteteelt bevatte talrijke waren huizen. In de stad Moskou bezochten we nog het „Boerenhuis", vroeger een groote restaurant voor de bourgeoisie, thans een inrichting, een centrum waar de boeren uit geheel Rusland inlichtingen kunnen be komen. De bezoekers worden hier gratis ontvangen of betalen een kleinigheid, dat berekend wordt naar hun inkomen. Vanuit deze plaats worden groepen, be staande uit een arts, een jurist, een landbouwkundige en een tooneelgezelschap, naar de afgelegen plaatsen, de z.g. „doovee" plaatsen gezonden. Over geheel Rus land, zouden er 5000 van deze boerenhuizen boeren huizen verspreid zijn. Behalve in clublokalen en bioscopen zoekt men ontspanning in de volksparken, Kulturparken. Over het bezoek aan een dergelijk park deelt spr. een en ander mede. Ieder gedraagt zich hier keurig, maar de groote tegenstelling vormt de groote troep jongens van 8 tot 12 jaar, die hier manoeuvres uitvoert. Men voelt dat men in Moskou is en denkt onwillekeurig aan „Wereldrevolutie". In fabrieken, in clubgebouwen, in kerken en kloosters zagen we mededeelingen, dat ieder arbeider bereid moet zijn, zijn plaats in het Roode leger in te nemen. Zelfs in scholen, met kinderen van pl.m. 10 jaar, zagen we een uitstalling met afbeeldingen van allerlei soort geweren, hoe een geweer ingericht is, hoe het functioneert. Waar is hier de roode lap? Een Duitsch bouwkundig ingenieur fluisterde mij op deze vraag toe: Roemenië! Na het verblijf is Moskou worden we naar het op ruim 1200 K.M. zuidwaarts gelegen Rostov, aan de Don, gebracht. Ook nu is er weer veel te vertellen van deze treinreis en blijkt uit alles de leergierigheid van het Russische volk. Rostov is veel vriendelijker, netter, wereldscher stad dan Moskou, alles ziet er veel beter onderhouden en levendiger uit. Do staatslandbouwbedrijven. Hier zullen we de Staatslandbouwbedrijven en fa brieken zien. Van Staatswege zijn landbouwonderne mingen ingesteld, gemiddeld met een oppervlakte van 30.000 60.000 HA.., oorspronkelijk met de bedoeling als proef om het vereischte graan voor de regeering te krijgen, die de groote boeren niet wilden afstaan. Deze ondernemingen noemt men Sowchozen, terwijl hier naast dan nog weer de coöperatieve landbouwonder nemingen of Kolchozen ingesteld zijn. De grond is in het geheele rijk Staatseigendom. Steeds gaan we oostr waarts, om tenslotte in de barre, unheimliche steppen te komen. Een onafzienbare, kale, troostelooze vlakte strekt zich voor ons uit Hier groeit geen gras, hier zijn geen boomen, geen huizen, alleen wat taaie, stug ge kruiden. En als geheel toevallig passeeren we daar een kudde lichtgebouwde, roodbonte trekossen, een paar kamelen, een groote koppel geiten met een paar Mongoolsche menschentypen en ginds, heel in de verte, nog een groote troep paarden. Wat nog een onontgonnen gebied! Als eindelijk voor ons oog een overweldigend gebouwencomplex opdoemt, zijn we bij het hypermoderne staatslandbouwbedrijf „Werbljoet" aangekomen, van een oppervlakte van 116.000 H.A., een grootte dus als onze halve Zuiderzee als ze droog gelegd is. Het is een landbouwstad met 10.000 men schen en een eigen spoorweg. Dit bedrijf is in 1929 in de steppen gesticht voor 3 doeleinden: le. experimenteeren; 2e. opvoeden en op leiden; 3e. productie. De technische leiding berust bij 'n Amerikaan, de landbouwkundige bij een Bulgaar. Vroeger behoorde al dit land aan de Kozakken, die men het gewoonweg ontnomen heeft. Op onze rondgang bezichtigden we diverse laborato ria en op het laboratorium voor grondonderzoek naar een grondanalyse vragende, kwam tevc*i9 do nuchtere vraag op of wel ten volste van deze kourige inrichting wordt geprofiteerd. Gemiddeld had de grond hier 33 pet. klei, 60 pet zand en een hoog humusgehalte van 7 pet. Het zou een zeer goede structruur hebben, zeer veel kali en kalk en weinig fosforzuur bevatten. Op een stukje tarwe van 1000 H.A. zagen we 5 stuks maaldorschmachlnes, de z.g. Combines, achter elkaar rijden. Een tractor diende voor de voortbeweging, terwijl op de machine een automobielmotor staat, die voor de aandrijving dient van mes, elevator en dorschmachine. Het graan valt vrij schoon in een grooten bak met een inhoud van misschien 1500 K.G., welke laatste dan van tijd tot tijd weer in zakken afgetapt wordt. Men maait bijna al leen maar de kappen, terwijl het stroo op den akker blijft. Eén zoo'n combine doet misschien 20 HA. per dag. De vrees dat het eerste te onrijp, het laatste veel te rijp wordt, behoeft niet te bestaan, want het is een soort gebaarde tarwe. Rustig kan worden afgewacht, totdat de korrel spijkerhard is en daarna kan het ge was de korrel nog vijf weken vasthouden zonder dat er ook maar iets uitwaait. Den volgenden morgen bezochten we de groote Staatsmachinefabriek voor landbouwwerktuigen „Sel- masjstroi", met een personeel van 17000 jonge land arbeiders en waarvan de leiding berust bij buiten- landsche deskundigen. Men heeft er ook een fabrieks- courant, waar alles in vermeld wordt, de aangelegen heden van de fabriek betreffende. De loonen zijn zeer verschillende, „loon naar verdienste". De geachte inleider behandelt dan de vraag: wat kan men nu voor zijn geld, zijn loon krijgen? Er is inflatie. De staat heeft alle levensbehoeften gerantsoeneerd, ieder krijgt een bon en kan hierop bij de coöperatieve winkels tegen zeer lage. door den Staat vastgestelde prijzen zijn goederen halen. Medicamenten zijn er niet, vooral aan kleeren was een enorm tekort. De prijzen op de vrije markt zullen op verschillende plaatsen vari- eeren. Er is beperking van consumptie. Voorts werd verteld, dat vooral het leger het goed had en dat voor al de Israëlieten, door hun verkregen vrijheid, tevre den waren. Iedereen hoopt verder op betere toestanden. Een spoorreisje van 16 uren bracht ons daarna naar Charkov. waar we een reusachtige tractorenfabiek zouden bezichtigen, maar welk bezoek werd afgelast, omdat de arbeiders te veel afgeleid werden. Van ande re zijde hoorden we echter dat er oorlogsmateriaal ge maakt werd, terwijl weer anderen beweerden, dat er heel wat arbeiders weggetrokken waren naar het plat teland, om graan op te koopen van de boeren om het weer duur te verkoopen in de stad. Het volgende bezoek geldt een Inrichting voor opvoeding van verwaarloos de kinderen. Het betreft hier kinderen, die op de één of andere manier van hun ouders zijn afgeraakt, in Rusland rond zwerven, maar wier lot de Staat zich in 1927 heeft aangetrokken en inrichtingen voor opvoeding heeft la ten bouwen. In de inrichting, die wij bezochten, waren 330 kinderen, waarvan 90 meisjes. Er zijn clublokalen, tooneelzalen, slaapzalen, alles keurig netjes, er wordt aan sport gedaan, gelezen, gewerkt in een kleine fa briek: Electrische preparaten worden gemaakt, alles weer uitgevoerd in brigades en stukloon. Op de gan gen stond een kleine jongen met een ernstig gezicht en een heel groot geweer met bajonet, 's Is de klnder- wacht. Wil iemand haar of zijn kamer bezoeken, dan moeten eerst de verlofbriefjes op d^ bajonet gestoken worden De colehozen. Wij spoorden, boemelden In 18 uurtjes van Charkov verder naar Klew, een traject waar het landschap een wat florisanter indruk maakt. Den volgenden dag passeerden we de machtige breede rivier van West- Rusland, de Dnjpr. Geheimzinnige orders worden ge geven: alle raampjes sluiten, tydens de overtocht mochten ze niet meer geopend worden. Misschien uit militaire doeleinden? Om twaalf uur: Kiew, onze laatste pleisterplaats, waar we de Colchozen, de coöperatieve landbouwbe drijven zullen bezichtigen. Deze collectieve bedryven kan men in drie groepen verdeelen: le. S o s e n, waarby 't land gemeenschappeiyk wordt bewerkt. Paarden en werktuigen zijn dan gemeen schappeiyk bezit. 2e. Ar tel. De meeste collectieve bedrijven behooren hiertoe. Alles is gemeenschappelijk behalve het woon huis, stal, 1 koe, wat klein vee, enz. 3e. Kommune. Hier is alles gemeenschappeiyk. Het werken in colchozen geschiedt voorts in stukken. En nu heet het volgens het vijfjarenplan, dat pl.m. 80 pet. van den landbouw in colchozen speciaal in artel-vorm gelegd moet worden. We popelen om hier nu iets te zienmaar de echte boerencoöperatie konden wy niet te zien krygen, hoeveel moeite wy ook deden. Waarom niet? Hier in de Oekraine moeten toch beslist colchozen zyn. Waar om dat te verheimelijken? Een diplomatiek ontwijkend antwoord en alles blyft voor ons als door een ondoor dringbaar omhulsel omgeven. Wy maken per auto een tocht over de stadswallen over de Dnjpr, door dennenbossohen enz. met als doel de commune We passeeren een akker, waar 14 span paarden achter elkaar ploegen, we komen lang3 kerk hoven, een groote verzameling houten kruizen midden in een vlakte. „Slachtoffers van den burgeroorlog", legt de gids uit. We zyn immers gekomen in het gebied waar gedurende 19181921 het centrum was van de tegenrevolutie. We komen op een groot klaverveld, overal bezet met helder witte plekken, 't Zyn ooievaars, honderden en nog eens honderden stuks. Eindelijk de commune. Hartlijk enthousiast worden we door de bevolking ont vangen. Vroeger behoorende aan één eigenaar, is het bedryf sedert 1927 In gebruik door een groote groep ge zinnen, waarvan ieder in een kamer is ondergebacht. tezamen 530 menschen. Het bedijf is 1072 H.A. groot, er waren 134 koeien, 200 stuks jongvee, 82 paarden 190 varkens en heel wat machines. De grond was goed, als vermoedeiyke opbrengst werd genoemd 600 K.G. per H.A. Het bedryf moet vroeger wel zeer deskundig be heerd zyn en het zal hier niet zooze.er een kwestie ge weest zijn van samenvoegen van boerderyen, maar mer van een gewone in bezitname. 't Is intusschen laat geworden, we moeten afscheid nemen en als In een razende drift, donderen we na zonsondergang over de gryze vlakten 't Is reed.-* nacht als we weer ln Kiew terug zyn. Klew is een zeer oude stad, met 600.000 inwoners, keiige straten, talryke massieve kerken en prachtige uitzichten. Overal op onze reis zagen we de kerken, in verval, hier en daar was men zelfs bezig ze af te bre ken. Mannen met groote houweelen kappen de massie ve muren omver, wanneer er blykbaar officieel geen voldoende belangstelling was. Dat men hier plotseling atheïst, ongeloovig is geworden, zal wel toegeschreven moeten worden aan het feit, dat de kerkdienst zich voornamelijk toelegde op ceremoniën. De primitieve boer kon tusschen zyn eigen belangen en dat uiterlyk vertoon geen band voelen, 't Is meer een vorm ge weest. niet iets voor zyn innerlyk leven. In de stad zien we zeer groote afbeeldingen van Lenin, uitgevoerd in mozaïk, in Moskou het Mousoleum op het Roode Plein, waar zyn overblyfselen liggen en duizenden menschen staan er als een file voor en gaan er schuivelend voetje voor voetje heen, om hem te zien en onwillekeurig komt men tot de gedachte: men heeft hier een nieuw geloof trachten in te voeren, het geloof aan het communisme, met Lenin, als profeet, die aardsche zaligheid belooft. De terugreis. Maar het wordt tyd om te vertrekken, we moeten afscheid nemen van onze geleidster, die ons uitstekend heeft verzorgd, die heel wat moeilykheden voor ons uit den weg heeft geruimd en er dan ook vermoeid uitzag. Wy stappen in den trein, richting Warschau. Aan het Russische grensstation wordt alles zeer streng ge controleerd, van een troepje Duitschers werden er vier vastgehouden. In de z.g. neutrale zóne moeten de raampjes weer dicht. Dan de Poolsche douane. En hoe meer we nu naar het Westen komen, hoe beter het wordt. Wat ziet alles tn Polen er nu keurig uit. Wat is alles toch betrekkelijk! In dat groote land daar achter ons hebben we alleen maar even wat oppervlak kige feiten beroerd. Om alles juist te kunnen beoon- deelen. moet men een vergeiyking maken met de toe standen van voor de revolutie. Rusland is een land waar men de schade in een bepaald aantal jaren wil inhalen en de eischen die men daar aan het leven stelt, zyn momenteel veel lager dan in West-Europa. Op onzen terugweg doen we Berlijn even aan. Ber lijn!, de wereldstad, met haar drukke, hel verlichte straten, geëtaleerde winkels, de volle cafe's en zien we overal jolyt en vertier. We gaan naar het „Haus Va- terland". een reusachtig gebouw, waar allerlei type'a van cafe's onder één dak samengebracht zyn. Een sterm van jaszmuziek galmt ons toe. Wat een luxe, wat een verblindende weelde. Het is hier propvol met menschen met kostbare costumes en dure consump tie. En men vraagt zich af. is hier crisis, ellende, groote ellende? Maar de krantenberichten vertellen het ons, en wanhopige menschen smeken er om een aalmoes. Ja renlange werkeloosheid doet mannen, vrouwen, ja zelfs kinderen hun lichaamsgebreken weer ten toon spreiden om medelijden op te wekken. Wat is er over van het machtige Duitschland. zoo trotsch op zyn orde, tucht, wetenschap en Duitsche cul tuur. De droom van wereldheerschappy is voorbij, ver pletterd en gebukt gaat het onder de hopelooze politieke verdeeldheid. Hoe zuchten alle volkeren onder de gevolgen van den oorlog. Ontwaakt weer de strijdlust onder de volkeren? Als ik aan Rusland terugdenk, zie ik daar die vele roode soldaten, vrouwen als soldaten, kinderen met bajonet op het geweer. Het schreit ten hemel! Mogen de lessen der geschiedenis toch beter worden verstaan. Vooruitgaande tyden eindigen zoo zegt men in oor logen. achteruitgaande tyden gaarne in revolutie. Zal de mensch dan nooit wijzer worden. Geen vernietiging, maar opbouwen zy de leuze. Geen verdeeldheid maar samenwerking! Uitgedrukt in de taal van het vak dat sprekers HeV de heeft: Geen hand geslagen aan het zwaard, maar aan den ploeg! Met deze woorden eindigt de heer Ir. Muntinga zijn interessante mededeelingen, zijn mededeelingen die nog verduideiykt werden door de lantaarnplaatjes die wer den vertoond. Een warm en hartelijk applaus beloonde den spre ker voor zijn zeer interessante en vloeiend voorgedra gen rede en de voorzitter, de heer Koster, bracht on der instemming der vergadering den heer Muntinga dank voor de buitengewoon belangwekkende beschrij ving die deze van zijn reis naar Rusland had gege ven. Spreker brengt daarna nog dank aan den heer Re zelman, het afgetreden bestuurslid, om dan mee te deelen dat vanwege de vereeniging op 9 en 25 Januari lezingen zullen worden gehouden door den heer Dr. Wibaut en den heer Bierema. respectievelijk over: Planmatige ordening dor Wereldformatie en: De toe komstige ontwikkeling van den Ned. Landbouw in verband met de gewijzigde internationale verhoudin gen. Hierna sluiting. VEREEN. VOOR CHRIST. NAT. SCHOOLONDER WIJS SCHAGEN. Benoemd als onderwijzer de heer P. H. Weyling, thans tijdelijk. GEKOZEN. Tot leden van den Kerkeraad der Doopsgezinde Ge meente te Barsingerhorn c.a., zijn Zondag j.1. in de vertoeving gehouden na de godsdienstoefening geko zen, de heeren: K. Roggeveen Dz. tc Schagen en C Schenk Az., Meeldijk, Barsingerhorn. Tot leden van de kascommissic werden gekozen de heeren P. Blaauboer, Waardpolder en A. Slikker, Schagen. PLOTSELING STERFGEVAL. Zaterdagmiddag, toen de gemeentebode, de heer De Vries, zooals eiken Zaterdag ten huize kwam van Mej. de Wed. Jimmink geb. Zeeman, wonende aan den Stationsweg, vond hij hij tot zijn schrik de oude vrouw, die sinds jaren alleen woonde, dood op den grond liggen. De dood kon nog niet lang geleden zijn ingetreden. De heer De V. nam dadelijk de noodige maatrege len en waarschuwde dokter, politie en familie. IN HET MIDDERNACHTELIJK UUR. Zondag, even na middernacht zagen we, de Waag passeerende, dat er vóór en in ons politiebureau iets niet in den haak was. Een 5-tal jongens, die zicht baar te veel aan Bacchus hadden geofferd, bewerk ten met beenen en armen de deuren, onder het uiten van de noodige verwenschingen. Daarop openden ze de deur en stapten naar binnen. We konden zien hoe ze een even lazeloozen, kameraad uit de handen van den dienstdoenden agent wisten te bevrijden om hem mee naar buiten te voeren. De deur werd achter hen gesloten. Nog wel een half uur hebb3n ze geconfereerd voor het anthieke radhuis. Maar de deur van „de Waag" was dicht en bleef dicht. De politie in de doos, de boosdoeners op postl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 2