Calvin Coolidge t
De ramp van
„Atlantique".
Zaterdag 7 Januari 1933.
SCHAGER COURANT.
Vierde biad. No. 9206
DE MOOISTE FOTO
Plotselinge dood van den voormallgen
president der Vereen. Staten.
DERTIG DAGEN NATIONALE BOUW.
Uit New York: De oud-president der
Vereonigde Staten van Amerika, Calvin
Coolidge, is Donderdag op 61-jarigen ieeftyd
overleden.
Omtrent het overlijden van den vroegeren president
der Vereenigde Staten, Calvin Coolidge, wordt nader ge
meld, dat Coolidge Donderdagochtend vroeg, zooals ge
woonlijk naar zijn buerau is gegaan. In den loop van
den ochtend keerde hij evenwel vergezeld van zijn se
cretaris in huis terug, daar hij zich niet wèl gevoelde.
Toen mevrouw Coolidge van een wandeling thuis
kwam, trof zij haar man dood aan. Het was toen 18
uur 55 A.T. Hoover werd direct in kennis gesteld van
het overlijden van Coolidge.
30 Dagen rouw in leger en vloot.
President Hoover maakt bekend, dat hij zal aanwezig
zijn bij de teraardebestelling van Coolidge. Deze teraar
debestelling za.1 met volledige militaire eer plaats vinden
Voor leger en vloot is een rouw van 30 dagen uitgeschre
ven. De Amerikaansche garnizoenen zullen op den
dag der teraardebestelling bij de reveille 13 kanonscho
ten lossen, terwijl daarna tot en met den taptoe ieder
half uur een schot gelost zal worden.
Uit de geheele wereld komen condoleantietelegrammen
binnen. De dag der bijzetting is nog niet bekend.
Donderdag j.1. heeft de vroegere particuliere secretaris
nog een schrijven van Coolidge ontvangen, waarin deze
merkwaardigerwijze schreef: „Mijn werk is gedaan."
Naar bekend wordt, heeft Coolidge in de laatste dagen
en weken herhaaldelijk over zijn' gezondheidstoestand
geklaagd, zonder dat hij evenwel bizondere beteekenis
aan zijn toestand had geschonken. Thans wordt mede
gedeeld. dat men den vroegeren president heeft gevon
den in de gang, welke naar zijn slaapkamer leidt. Coo
lidge is, naar het schijnt, door den dood verrast toen hü
op een stoel zat en daarna op den grond gevallen. Het
schijnt dat Coolidge toen hij werd gevonden, reeds een
kwartier dood was.
Uit zijn loopbaan.
Calvin Coolidge, de zoon van een farmer uit den staat
Vermont, heeft eerst wiskunde gestudeerd en later
rechtswetenschappen. Hij begon zijn carriers als advo
caat, werd daarna president van een bankinstelling en
ging in het jaar 1911 over naar het gemeentebestuur.
Later werd hü lid en vervolgens voorzitter van den Se
naat van Massachussetts.
Eenlge jaren lang was Coolidge plaatsvervangend gou
verneur van dezen staat, totdat hü tot gouverneur werd
gekozen. In Maart 1021 werd Coolidge vice-president en
na den dood van Harding. In Augustus 1923, president
der Vereenigde Staten. Na afloop van zijn ambtsperiode
werd hü in November 1924 als republikeinsch candidaat
met groote meerderheid van stemmen herkozen.
In zijn ambtsperiode viel het groote olieschandaal, het
Teapotdome. voor. doch Coolidge's positie werd hierdoor
niet geschokt. De houding van Coolidge op het gebied
der buitenlandsohe politiek wordt gekenmerkt door zün
absoluten afkeer van den Volkenbond, zün energiek op
treden in zake ontwapening en zün standpunt dat de
oorlogsschulden der geallieerden moeten worden be
taald.
Het mislukken der Amerikaansche politiek ter Mari
tieme Ontwapeningsconferentie van Genève leidde er
toe dat Coolidge in het jaar 1928 niet weer werd gecan-
dideerd. Hij stelde als zijn opvolger voor Herbert Hoo
ver, die dan ook met groote meerderheid van stemmen
werd gekozen. Hij zelf nam toen de functie op zich van
directeur der New York Life Insurance.
Te Northampton (Massachussetts), waar hij jaren
lang als advocaat, bankpresident. burgemeester en gou
verneur heeft gewerkt en waar hü zich weer gevestigd
had, is hü onverwachts ten gevolge van een hartaanval
overleden.
Sneltrein grijpt autobus.
Noodlottig ongeluk op de Tsjechi
sche grens. Drie dooden. Ze
ven gewonden.
WEENEN, 5 Jan. (V.D.). De sneltrein Praag-
Weenen, welke om half negen te Weenen moet aan
komen, is Donderdagavond met een uur vertraging
gearriveerd.
Naar thans bekend wordt, is de oorzaak der ver
traging een botsing tusschen den trein en een auto
bus, welke plaats vond in de buurt van het op Tsje-
cho-Slowaaksch grondgebied liggende grensstation
Lundenburg. Bij deze botsing werden drie personen
gedood, vier ernstig en drie licht gewond.
Dokters, die zich toevallig in den trein bevonden,,
hébben den gewonden de eerste hulp verleend. De
laatste wagen van den trein werd ontruimd om
plaats te bieden aan de gewonden, die naar Lunden
burg werden vervoerd, waar zij in het naastbijgele-
gen bospitaa.1 werden opgenomen. De chauffeur
eigenaar van de autobus, werd slechts licht gewond.
De inzittenden van de autobus zijn boeren, die terug
Voerden van een in de buurt gehouden jaarmarkt.
De griep te New-York.
Neemt steeds In omvang toe. Deze week
reeds ruim honderd dooden.
Uit NEW YORK: Do influenzaepidemie, die de stad
teistert, neemt nog steeds in omvang toe en gaat verge
zeld van ernstigü gevallen van longontsteking, tenge
volge waarvan reeds verscheidene personen om het le
ven zijn gekomen. Sedert het begin van deze week zijn
85 personen gestorven aan longontsteking en 19 aan in
fluenza. lederen dag worden honderden nieuwe geval
len gemeld, en het is te vreezen, dat het aantal slacht
offers nog belangrijk zal stijgen.
Driehonderd dooden in één weok in Enge
land en Wales.
Uit LONDEN: In de groote bevolkingscentra van
Engeland en Wales zijn volgens officieele gegevens in
de week, geëindigd op 31 December j.1. driehonderd per
sonen aan de griep overleden.
Belasting=aanslagen in
Noord=Holland.
Vaststelling voorloopig aangehouden.
Echter niets anders dan een maat
regel van orde.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben d.d. 16 No
vember 1932 een rondschrijven gericht aan de gemeente
besturen in die provincie, waarvan de aanhef luidde:
De Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken, heeft ons de bevoegdheid verleend binnen 10
dagen na den aanvang van het belastingjaar voor een
bepaalde gemeente en een bepaalde belasting de vast
stelling van de aanslagen te stuiten op grond van het
feit, dat het voornemen bestaat op het heffen van meer
belasting aan te dringen".
Naar aanleiding van vragen van het Tweede Kamer
lid den heer Mavchant deelt de Minister van Binnen
landsche Zaken mede, dat bedoeld rondschrijven een
uitvloeisel is van de telkenjare van de züde der regee
ring uitgezonden aanwijzingen omtrent de behandeling
van belastingverordenigen. Voor het jaar 1933 bevatten
deze aanwüzingen, vergeleken bij vorige jaren, enkele
nieuwe punten, met name de samenwerking tusschen
direct of indirect belastingscheppende autoriteiten en
de Rij ltsbe lastingad m in.ist ratie
Deze aanwijzingen, waarvan het verleenen van de
bevoegdheid er één is, berusten niet op eenig wettelijk
voorschrift, maar zijn te beschouwen als maatregelen
van orde.
De onderhavige bepaling heeft ten 'doel, de Rijks
administratie onnoodige werkzaamheden te besparen.
Het komt n.1. veelvuldig voor, dat Ged. Staten de ge
meenten, als gevolg van het onderzoek der gemeente-
begrooting, nog na den aanvang van het desbetreffende
belastingjaar, wanneer de rijksadministratie met de
aanslagregeling een aanvang heeft gemaakt, in over
weging moeten gven, de blastingen te verhoogen.
De bedoelde maatregel van orde zal nimmer mogen
dienen voor een gebruik, als verondersteld. Bedoeling
toch is, dat als regel de vaststelling van de aanslagen
wordt aangehouden, hangende de beslissing over de be
lastingheffing zelf, ongeacht de strekking van die be
slissing.
Aangezien het hier geldt een regeling onder meer ten
behoeve van de rijksbelastingadministratie, geldt zij
alleen voor die belastingen, welke door de administratie
worden ingevoerd.
In verband met het karakter van maatregel van orde,
aan bedoeld voorschrift eigen, behoort de rijksbelasting
administratie zich, overeenkomstig de voorschriften,
door den minister van Financiën~ten deze gegeven, naar
de aanwijzingen te gedragen.
In verband met het bepaalde in art. 296, lid 1, eerste
zinsnede der Gemeentewet, zal het vaststellen van de
aanslagen der rijksbelasting in hoofdsom moeten
wachten, totdat omtrent de opcentenheffing zekerheid
is verkregen.
2150 wagons minder.
De achteruitgang van het vervoer
aan de laadplaats te Broek op
Langendijk sedert 1930.
Dat de tuinbouw aan den Langendijk en omstre
ken zoo langzamerhand in zijn vollen omvang door
den slechten economischen toestand op handelsge
bied wordt getroffen, moge wel hieruit blijken dat
de verzending van groenten per wagon alleen aan
de laadplaats te Broek op Langendijk vanaf 1930 is
achteruitgegaan, met rond 2150 wagons van pl.m.
10000 K.G.
Vervalsching door verzekeringsagent?
Door de politie gearresteerd.
Uit Hilversum. Een dezer dagen ontving de
ambtenaar van het successie-kantoor van een Rotter-
damsche verzekeringsmaatschappij het bericht, dat een
zekere Vaasen te Hilversum overleden was en dat deze
maatschappü in verband hiermede een bedrag van f 500
had uitgekeerd aan een agent te Hilversum, M. ge
naamd. Bij het treffen van maatregelen aangaande de
belasting, bleek evenwel, dat V. niet gestorven was en
zelfs niet in de registers van den Burgerlijken Stand
ingeschreven stond. De verzekeringsmaatschappij was
echter in het bezit van de overlijdensacte, afkomstig
van den Burgerlijken Stand te Hilversum, welke even
wel vervalscht bleek te zün. De verzekeringsagent had
n.1. de acte laten drukken en had ook de handteeke-
ningen nagemaakt. De machtiging tot het ontvangen
der gelden bleek eveneens vervalscht te zijn. De agent
is in hechtenis genomen.
Amerika's drankverbod.
De Senaatscommissie vóór opheffing.
Uit Washington wordt aan Reuter bericht:
De juridische sub-commissie uit den Senaat, welke
belast is met het bestudeeren der voorstellen inzake het
drankverbod, heeft zich uitgesproken ten gunste van
een opheffing van dit verbod. Volgens de by de com
missie aanhangige voorstellen zullen de „droge" staten
beschermd worden en zal het Congres gemachtigd wor
den het openen van slyteryen te verbieden.
Brand op een Franschen onderzeeër.
Het vuur met eigen bluschapparaten ge-
bluscht
Uit TOULON: Aan boord van den in de haven van
Toulon liggende onderzeeer „Fresnel" is brand uitgebro
ken. De bemanning slaagde er in het vuur met de aan
boord zijnde bluschapparaten meester te worden. Twee
matrozen hebben lichte brandwonden gekregen. De ma-
terieele schade zou van geen beteekenis zün.
Portret-Atelier JAC. DE BOER,
Keizerstraat - DEN HELDER.
RECHTSWEZEN.
I
De moord ln den Blijdorppolder.
Verdachte staat voor de Rotterdamsche rechtbank
terecht.
EISCH 10 JAREN.
Donderdag heeft de Rotterdamsche rechtbank in een
zitting met gesloten deuren de zaak behandeld betref
fende den moord op Marietje van Os, op den 9en Oc-
tober 1929. In den avond van dien dag omstreeks 7 uur
werd de 10-jarige Marietje van Os in de Coolschestraat
aangesproken door een onbekend man. die haar naar
een straat vroeg. Het kind was zoo welwillend hem te
helpen, doch de man deed of hij de uitleggingen niet
begreep en op zyn uitnoodlging nam het kind achter op
zün fiets plaats om' hem den weg te wijzen. De onbe
kende man nam haar mee naar den Blijdorppolder, waar
later het lykje van het kind werd gevonden.
Het zoeken naar den dader.
Bij het zoeken naar den dader van dezen afschuwelij
ken moord werden verscheidene sporen door de politi®
gevolgd, doch het resultaat was steeds nihil, al was men
in den aanvang ook nog zoo hoopvol gestemd. Zelfs is
de zaak een geruimen tüd uit de publieke belangstelling
geweest, totdat het tenslotte gelukte een getuige op te
duiken, die wist te verklaren, dat hij in den bewusten
avond omstreeks half acht een man, dien hij kende, bij
de Heulbrug op zijn fiets had gezien, komende uit de
richting van de Melkmarkt. Die man zou H. J. H. ge
weest zijn, dezelfde, die thans op zijn eigen bekentenis
ter zake van het plegen van den moord moest terecht
staan. Hy ia 25 jaar en koperslager van beroep.
Verdachte J. H., die inmiddels wegens een dergelyk
misdrijf, thans evenwel met minder ernstig gevolg, ge
pleegd in het zuiden van ons land, was veroordeeld en
die nu opnieuw voor een dergelyk feit in de gevangenis
vertoefde, had zich tegenover een mede-gevangene er
over uitgelaten, dat hij den moord in Blijdorp had ge
pleegd. Nadat dit aan de autoriteiten ter kennis was
gekomen, heeft H. tegenover den psychiater dr. Schol
ten in de strafgevangenis te Scheveningen een volledige
bekentenis afgelegd.
Volgens hetgeen van de bekentenis van verdachte H.
is uitgelekt, zou hij nimmer de bedoeling gehad hebben
het kind te vermoorden, doch toen het begon te scheeu-
wen, en hy ontdekking van zijn misdrijf vreesde, zou
hij haar in zijn angst geworgd hebben.
In deze zaak, die met het oog op het zedekwetsende
met gesloten deuren werd behandeld, werden 15 getui
gen gehoord.
De eisch.
Het O.M. heeft geëischt tien jaren gevangenis
straf door te brengen in een bijzondere strafgevangenis
en daarna ter' bschikking stelling van de regeering.
De uitspraak is bepaald op 19 Januari.
De reddingsboot kantelde.
Terwijl men in de buurt van het brandende schip
voer, zag men plotseling oen vreeselijk schouwspel.
Tusschen de davids van de „Atlantiquc" hing' een
sloep, bemand met een aantal opvarenden, die men
juist wilde gaan strijken. Up een gegeven oogenblik.
zag men echter een van de talies doorbranden. De
sloep kantelde, bleef aan één talie hangen en allen
die er in zaten stortten in zee. Men slaagde or ten
slotte in zes van hen te redden. Enkelen van hen
hadden zeker twee uren lang in zee rond gedreven
en verkeerden in totaal uitgeputten toestand.
Van de „Atlantique" zoo vertelde de stuurman ver
der, hebben wij geen radioseinen ontvangen. Van een
Engelsch kuststation ontvingen wij kort nadat wij
naar de „Atlantique" geseind hadden de vraag: „Wat
seint ge over een brandend schip?" Van ons zijn de
eerste berichten over den brand toen gekomen.
Geweldige hitte.
De hitte, die de „Atlantique" uitstraalde was in
middels geweldig geworden en het was onmogelijk
het schip dicht te naderen. Het schommelde hevig eu
telkens als een gedeelte van de romp onder water
was geweest steeg een wolk van verdampt water om
hoog.
Langzamerhand begon het slagzij te maken, die
naar onze schatting geleidelijk tot wel twaalf graden
opliep. Woensdagochtend om half acht was het schip
een groote vuurpoel.
Onder de menschen, die wij gered hadden 86 in
totaal bevonden er zich verschillende die schram
men en vleeschwonden hadden opgeloopen. Niemand
was gelukkig ernstig gewond. Het meerendeel ervan
waren stewards en stokers. Voorts waren er drie da
mes onder, een verkoopster van een fraai Parijsch
modehuis, een masseuse en een pédicure en een aan
tal ingenieurs.
Tot half één des middags, zoo besloot de stuur
man zijn relaas, zijn we bij de „Atlantique" geble
ven. Wij waren de laatsten die wegvoeren. Op dat
moment brandde het schip nog hevig en kwam juist
de „Roode Zee" opdagen.
Voor dien tijd hebben we verschillende andere sche
pen in de buurt gezien, waaronder het Nederlandsche
s.s. „Achilles', de „Fort Castleen nog een Hol-
landsch schip (dit zal de „Errato" geweest zijn) die
aan de reddingsactie hebben deelgenomen.
Wij zijn onmiddellijk naar Cherbourg gestoomd,
waar wij onze geredden aan wal hebben gezet.
Hoeveel menschen zijn er omgekomen?
De kapitein van de „Ruhr", aldus wordt
medegedeeld, vroeg zich af, waar, indien het juist it
dat er lü vermisten zijn, al de geredden gebleven zijn.
Bij een oppervlakkige recapitulatie kwam hij tot
slechts ongeveer 150 geredden.
Waarschijnlijk is het volgens den kapitein wel, dat
van de inzittenden, van de sloep, waarvan een der
balies brak, enkele menschen verdronken zijn. Men
heelt tot het laatst gezocht en eerst toen men zeker
heid had dat er geen menschen meer op zee rond
dreven, is men weggevaren. Aan boord van de „At
lantique" is naar de meening van den kapitein, nie
mand om het leven gekomen.
Jammer was het dat enkele kleine schepen die in
de buurt van het brandende schip waren, geen ra
dio aan boord hadden, tengevolge waarvan het on
mogelijk was onderling verbinding te krijgen.
Vol lof was de kapitein voor het werk dat de be
manning van het Nederlandsche schip de „Achilles"
gepresteerd heeft. Dit schip, dat kleiner is dan de
„Ruhr", kon gemakeklijker rond de „Atlantique" ma
noeuvreeren.
In één uur tijds, vertelde de kapitein nog, stond
de „Atlantique" van voor tot achter en van boven tot
beneden in brand en na een paar uur, brandde, naar
de rook te oordeelen, enkel nog de olie.
Het wrak op sleeptouw.
Een onderhoud met den kapitein en den len
stuurman van het Duitsche motorschip
„Ruhr".
EEN ONTZETTEND SCHOUWSPEL.
Nadat het nog hevig brandende wrak van den
Franschen Oceaanstoomer „Atlantique" door een
straffen wind in de richting van de Engelsche kust
was afgedreven, hebben de in de nabijheid kruisen
de sleepbooten er tenslotte verbinding mee gekregen.
Door een zestal sleepboten, waaronder drie N e-
derlandsche, zoo werd Donderdagavond gemeld,
naderde de „Atlantique" langzaam de Engelsche
kust.
Men wil trachten het wrak naar Weymouth te
brengen. De kabels konden slechts aan het hek van
de „Atlantique" bevestigd worden, daar het voorste
gedeelte van het schip nog hier en daar in brand
staat.
De slagzijde bedraagt thans bijna 20 graden. De
„Atlantique" heeft sinds zij Woensdagochtend door
de bemanning is verlaten, een afstand van bijna 100
K.M. afgelegd, aangezien het schip wordt voortge
dreven door een tamelijk krachtigen storm uit Z.W.
richting.
Kapitein Schoofs is op weg naar de Engelsche kust,
daar hij als eerste het wrak wil betreden, wanneer
het schip wordt binnengesleept.
Den geheelen dag door waren honderden menschen
aan de Engelsche kust bijeen om het grandioze
schouwspel van het langzaam voorbijglijdende nog
steeds in een rookwolk gehulde wrak gade te slaan
Een aantal vliegtuigen cirkelde boven het schip,
teneinde van betrekkelijk geringe hoogte de ontwik
keling van het vuur na te gaan.
Een Fransche kanonneerboot bevindt zich voortdu
rend in de buurt van de „Atlantique' De mondingen
der torpedolanceerbuizen zijn op het schip gericht
ten einde de „Atlantique" eventueel tot zinken te
kunnen brengen. Mij vreest nl. dat het, indien het on
tijdig zou zinken, de scheepvaart in het Kanaal zou
kunnen belemmeren.
Donderdagavond waren geruchten in omloop vol
gens de weike de pogingen de „Atlantique' te bergen
naar het schijnt voorloopig weer zouden 'n opge
geven. Op ongeveer 25 K.M. ten Zuiden van Need
ies werd hei schip drijvende gezien in Westelijke
richting. Het afdrijven van het schip wordt ver
klaard uit het feit, dat het getij is veranderd.
Uit Parijs wordt gemeld, dat te Cherbourg het ver
hoor der geredde leden van de bemanning intusschen
wordt voortgezet.
Streng onderzoek naar de oorzaak van
den brand.
De minister voor de Handelsmarine, Léon Meyer,
heeft Donderdagochtend vroeg een enquêtecommis
sie samengesteld, welke direct begonnen is met het
verhooren dei- overlevenden.
De kapitein van de „Atlantique" en de eerste offi
cier, zoomede tien officieren en minderen zijn aan
boord van een Fransche sleepboot naar de „Atlan
tique" teruggevaren om aanwezig te zijn bij het ver-
sleepen van het schip.
Men wil vermijden, dat deze gelegenheid doord sche
pen van vreemde nationaliteit zou worden te baat
genomen om het schip in bezit te nemen, daar vol
gens het internationale recht een door zijn beman
ning verlaten schip toebehoort aan de bemanning
van het schip, dat het verlaten schip wegsleept. In
verband hiermede heeft de president van de Com
pagnie de Navigation Sudatlantique den admiraal
van de vlootbasis Cherbourg verzocht den kapiteins
bevel te geven, dat niemand zal probeeren aan boord
van de „Atlantique" te gaan zonder daartoe nadruk
kelijk door commandant Schoofs te zijn gemachtigd.
In de Parijsche pers wordt algemeen een nauw
keurig onderzoek geëischt. Men legt er grooten na
druk op, dat tusschen den brand van de „Atlan
tique" en die van de „Georges Philippar" een eigen
aardige overeenstemming bestaat. Bij beide schepen
is het vuur des ochtends ontdekt en op beide schepen
is het uitgebroken in een ledige hut eerste klasse.
Voorts waren in beide gevallen de draadlooze instal
latie reeds zoo goed als van den aanvang van den
brand af, onbruikbaar.
Bij afwezigheid van den Duitschen ambassadeur
heeft legatieraad Dr. Forster Donderdag den Fran
schen premier zijn deelneming betuigd met het ver
lies van de „Atlantique".
Wat de stuurman vertelde.
Donderdagavond te ongeveer half negen is het
Duitsche motorschip „Ruhr" van de H. A. P. A. G„
dat, zooals bekend 86 van de opvarenden van de „At
lantique" heeft gered in de Maashaven te Rotterdam
gearriveerd.
Aan boord hebben persvertegenwoordigers een on
derhoud gehad met den eersten stuurman, den heer
Förster.
De heer Förster vertelde dat hij in den nacht van
Dinsdag op Woensdag te vier uur de wacht had
overgenomen, waarhij hem, naar daar gebruikelijk is:
was opgegeven welke schepen in de nabijheid waren.
Daarbij was melding gemaakt van een groot pas
sagiersschip dat achteraf de „Atlantique' zou blijken
te zijn.
Tegen 6 uur zag de heer Förster dit schip voor zich
uit. Het voer met alle lichten aan en plotseling be
merkte hij midscheeps een rossig schijnsel. Even
later zag hij vonken boven het schip. Den vierden
officier voegde hij toe: „Mensch er brennt!"
Ilij wekte den kapitein, die onmiddell jk last gaf
bij te draaien. Wat dichter bij gekomen, ontwaarden
zij een vuurpoel, die zich geweldig snel naar het
achterschip uitbreidde. Kolossale vlammen lekten
aan alle zijden uit het schip en er ontwikkelde zich
een geweldige rook. Zoc re zien was het kilometers
ver aan de lijzijde van het schip onmogelijk een
hand voor oogen te zien.
Terwijl men op het brandende schip afvoer zette
men reeds de stormladders over de verschansing
en hing men touwen uit Men zag dat men van het
brandonde schip booten uitzete. Te dicht kon men
niet bij de „Atlantique" komen daar dit gevaar zou
«opleveren. Maar na een tijdje zag men uit de grau
we morgenschemering vier booten opdagen. De men
schen, die zich daarin bevonden werden aan boord
genomen.
Inmiddels had mén zelf ook booten uitgezet. De
eerste, die onder commando van den 2en stuurman
Ilelmann stond, slaagde er in een aantal menschen,
die in zee dreven, aan boord te nemen en veilig en
wel naar de .Ruhr te brengen.
Met een tweede boot, waarover de 4e officier Pe-
tersen bet bevel voerde, voer men tut op een dertig
meter afstand van de boeg van de „Atlantique", die
inmiddels dwars voor den wind was gedraaid. Voor
op de boeg stonden nog enkele menschen, waaronder
vermoedelijk de kapitein, die men toeriep over boord
te springen. Zij weigerden echter dit te doen.