De rente De Veresniging voor Volkenbond en Vrede. Filmexpeilüies Li; Kort verhaal Ingezonden Stukken. In den laatsten tijd zijn ln verschillende plaatsen nieuwe Afdeelingen opgericht van de „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede", welker zetel is te 's-Gravenhage en staat onder leiding van een Hoofdbestuur, dat thans Mr. W. van Lanschct, lid der Eerste Kamer, als Presi dent heeft, en vertegenwoordigers van bijkans elke po litieke richting en godsdienstige gezindte onder zijne le den telt Dat kan, omdat de „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede" is Volkenbondsvereenging. Ze vertegenwoordigt in ons land het Volkenbondspaclfisme, dat steunt op de aanwezigheid, de werkelijkheid dus van den Volken bond. Er zijn er wel. die meenen, dat de Vereeniging het opvat als zoude zij alles wat de Volkenbond doet of... nalaat, moeten goedkeuren. Dat ia eohter geheel onjuist, want deze Vereenfging ln ons land en soortgelijke Ver- eenigingen in andere landen vinden haar reden van be staan vooral daarin, dat zij zijn. althans moeten zijn de goede vriend, die aan den Volkenbond de onmiskenbare feilen toont. Een Volkenbondsvereeniging als deze heeft tot taak niet slechts om de vredesgedachte in algemee- nen zin ingang te doen vinden, hetgeen in dezen tijd bij kans niet meer noodig is, doch om een leder op te wek ken aan de verwezenlijking van den zoo noodlgen vrede het zijne of het hare, hoe klein het moge zijn, bij te dra gen. Een Volkenbondsvereeniging als deze tracht zoo wel de samenstelling als den arbeid van den Volken bond nader tot de groote menigte in Nederland te bren gen. Dat is geen overbodige weelde, want aan de kennis op dat punt hapert nogal eens wat. En het zonderlinge verschijnsel doet zich in den regel voor. dat de omvang van de kennis van den Volkenbond in volslagen omge keerde verhouding staat tot de stelligheid van de cri- tiek, die daarover wordt uitgesproken! De ..Vereeniging voor Volkenbond en Vrede" hield korten tijd geleden haar jaarliiksche algemeene verga dering te Arnhem. Haar inmiddels door statuten daartoe genoopt afgetreden Voorzitter, de oud-Mi nister van Karnebeek, heeft bij die gelegenheid woorden aan de z.g. vertrouwenscrisis, die jegens den Volken bond bestaat, gewijd. Moet. zoo heeft hij gezegd, ten aanzien van het groote probleem der ontwapening, dat thans aller aandacht tot zich trekt, de VoVlkenbond wor den veroordeeld, omdat daarvoor nog geen oplossing bestaat? Moet op grond van de moeilijkheden, waar de Volkenbond mede worstelt, aan die instelling het ver trouwen worden ontzegd? Mijn antwoord is: neen. En wel, omdat in het bestaan van den Volkenbond op zich zelf een kracht is gelegen, die niet slechts opweegt te gen de gebondenheden en beperkingen ln zijn statuut, maar zelfs sterker zal blijken te zijn dan deze. Ik be doel dit. De beteekenis van den Volkenbond ligt niet in zijn juridisch systeem, al is dat van belang, maar ln het historische feit, dat thans de bereddering van de inter nationale verhoudingen constitutief is ingesteld op den grondslag van collectief georganseerd overleg. De Vol kenbond schept daartoe niet slechts den grondslag, maar ook de gelegenheid en het kader. Hij brengt de verant woordelijke staatslieden bijeen in een gestadig contact, dat, ondanks formeele gebondenheden, materieel nood wendig vrij is, en dientengevolge de vormen en wegen zal vinden, om. welke de tekortkomingen van de orga nisatie en van het statuut ook mogen zijn. de oplossin gen te bevorderen, die door de omstandigheden worden geboden. Dat contact is geen tooevrmiddel. Het werkt moei zaam en langzaam te midden der oneindige tegenstel lingen, maar er ligt voor den wereldvrede een waarborg in van zeer groote beteekenis, grooter m.l. dan welke andere ook. Zij. die zonder begrip van de moeilijkhe den, zoo gaarne smalen op dat zoogenaamd eindeloos overleg en daarvoor de schouders ophalen, zien voorbij, dat bij de tegenwoordige spanningen juist daarin de redding gelegen kan zijn. Ik vraag hoe het op het ©ogen blik in de wereld zou gesteld zijn, indien de Volkenbond met de mogelijkheid die hij opent niet bestond? De conclusie, waartoe deze ervaren staatsman kwam was deze. dat er thans meer dan ooit reden is om aan den Volkenbond vast te houden en er schouder aan schouder achter te gaan staan. Men moet hen zien zoo als hij is: Volkenbondswerk is menschenwerk. Omge keerd hoede men zich er voor zijn beteekenis te onder- sohatten. Want. indien hij door mensoheltlke verblind heid en onverstand kapot werd gemaakt, dan zou hij terugkeeren, omdat hij als permanent orgaan van ge organiseerd overleg, wortelt in den tijdgeest, die den onderlingen samenhang der wereldbelangen weerspie gelt. Hij ls er. omdat hij er ziln moet. Er zijn plaatsen in ons land. waar deze Volkenbonds vereeniging. die allen, hoe zij over het pacifistisch vraag stuk mogen denken, kan omvatten, nog niet is vertegen woordigd. Maar wellicht zijn er ook in zulke plaatsen personen, die het innitiatief tot die vertegenwoordiging wi"*n nemen. Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezekjes van 2 tabl. 10 ets. Be „dolende jakhals" redt den blson. Dat de bison der Amerlkaansche prairiën, die nog in millioenen sterke kudden omstreeks 1870 de vlakten doortrok en die men 20 jaren later slechts nog als zeld zaamheid aantrof, thans nog niet volledig is uitgestor ven, is de onbewuste verdienste van den „Dolende Jak hals". een Indiaan van den stam der Pend d'Oreille. Het was omstreeks het einde van 1872. dus zestig jaar geleden, dat de „Dolende Jakhals" in de prairiën van Canada vier bisonkalveren ving twee jonge stieren en twee vaarzen Deze bult was gewis nóch voor hem, nóch voor zijn stamgenooten, iets bijzonders en toch begon met deze vier dieren zoo iets als een historische gebeurtenis. Want van de paren, die de „Dolende Jak hals" met zijn lasso ving, stammen alle nog levende bi sons af en deze onbekende Indiaan beteekent voor den bison niets minder dan Noaoh met zijn ark, waarin hij de dieren van den zondvloed redde. Een missie-nederzetting kocht den Indiaan zijn buit af en teelde met de gekochte bisons ln den loop van een aantal jaren een kudde, waaruit voor 2600 dollar aan den kleurling Michael Pablo tien stuks verkocht werden. Pablo fokte daarmee in zijn Indianen-reservaat een bisonkudde, die reeds in 1906 duizend bisons telde. Todh werd het reservaat ter vestiging vrij gegeven, de grondprijs steeg, de kudde kostte te veel en haar lot scheen bezegeld daar besloot plotseling de Canadee- sche regeering, uit een oogpunt van natuurbescherming een park aan te leggen en kocht van Pablo 715 bisons. Zij werden naar Wainright in Alberta getransporteerd en kregen een ruimte van ongeveer 600 K.M.2., door 1500 K_M. staaldraad omgeven. Daarmee was het probleem betreffende den bison op gelost. De kudde wies en gedijde. Zij werd zoo groot, dat men niet Wist, waar men met de dieren heen moest. Men verkocht er van aan dierentuinen; 1864 dieren wer den met groote kosten duizend kilometer ver door de wildernis gevoerd, naar het groote Slavenmeer in Ca nada, waar nog 2C00 z.g. Woodland-bisons leefden ln «en park, ter grootte van de Duitsche Rijnprovincie. De kruising der beide rassen leverde een 5000 bisone op. Ook het park in Wainright bevat 5000 stuks, zoodat, thans, dank zij den Indiaan, den „Dolenden Jakhals" nog ruim tienduizend bisons leven. door S. JESSON. ZE was een engel om te zien. Hemelsblauwe oogen, blonde krullen, een kuiltje in iedere donzige wang, ongeveer vijf cn twintig jaar oud, een volmaakt figuurtje iets lieftal ligere kan men zich nauwelijks voorstellen. De diverse hoeren die haar medegasten waren in het hotel, evenmin. (Jud cn jong keek naar haar, als zij in gezelschap van haar grijsharige, beminnelijke mama door de hall liep. Den eereten avond al slaag den een paar erin, met haar in kennis te komen. Den volgenden morgen aan het strand lukte het nog een paar anderen en toen zij drie dagen in de bad plaats was, had zij overal en altijd waar zij zich ver toonde, ook een paar aanbidders bij zich. „Ik zou wel eens willen weien, wat dat voor men schen zijn", zei mevrouw Linder vinnig tegen haar dochter Puck, die nooit aanbidders om zich heen had. Puck zuchtte. „Veel bijzondere zal het wel niet zijn", troostte ze zich. Doch hoe ijverig haar mama ook vorschte en in formeerde, er viel toch niets te zeggen op mevrouw Lateur en haar dochter Eve. Mevrouw was inderdaad weduwe van een ambtenaar, die zijn weduwe mis schien wat geld had nagelaten, waarvan het haar mo gelijk was, beter te leven clan het aan ambtenaars weduwen meestal vergund is. Het scheen tenminste, dat zij veel reisden en in hotels woonden en daar beiden keurig gekleed gingen, maakte Puck's moeder de spitse opmerking, dat het kaptiaal heel wat rente scheen af te werpen! Doch ook haar argus-oogen kon den nooit iets onbehoorlijks ontdekken. Het meisje gedroeg zich keurig. Ze flirte niet meer, dan de meeste meisjes doen en mama, hoewel beminnelijk, leek toch wel een goed oogje in het zeil te houden. Het was op een zonnigen morgen dat Eve met een van haar vurigste aanbidders op een duinpad zat. Hii keek in aanbidding naar haar en zij naar zee. Wat was ze mooi, zoo dacht hij, met dat blonde haar zacht wuivend in den wind, met dat blosje op haar wangen en dat lachende mondje. Hij nam haar handje en ze liet het hem, zacht blo zend. Maar toen hij het waagde een kus te vragen, trok zij zich terug en scheen wat beleedigd. Er ont stond een wat pijnlijke stilte. Ze opende haar taschje, nam er haar poederdonsie uit, en begon zic.i te poe deren. Hij stamelde excuses, na een tijdje lachte ze weer, dreigde hem schalksch met een vingertje en de vrede was gesloten. Ze had het poederdoosje opgeborgen doch zocht nu een kammetje en haalde alles uit haar taschje, om dat te vinden. Er kwan.en de vele kleine dingen uit, die gewoonlijk in meisjestasschen zitten: lippensiift, spiegeltje, brieven, zakdoekje, kleingeld, beursje. Ten slotte verscheen ook een aardige portefeuille van peau-le-suède. Ze keek er even naar en zei peinzend: „Ik moest eigenlijk niet zooveel geld bij me dra gen als ik de duinen inga U moet weten, dat ik de kas houd! Mama heeft geen idee van rekenen, daarin laat ze liever alles aan mij over. Nu zijn we eens in een hotel bestolen en sindsdien draag ik maar liever ons geld bij me." De jongeman vond, dat een credietbrief voor op reis het ideaal was. „Dat hebben we ook", zei Eve, „maar natuurlijk haal ik daar wat geld op als we komen......... Ja, u moei niet denken, dat we hier schatten in hebben!", ze hield lachend de kleine por tefeuille omhoog, „ntat meer dan tweeduizend francsmaar ik zou ze toch niet graag verliezen. Ze streek peinzend met haar fijne handje over de portefeuille en veranderde toen van onderwerp. De zee ruischte, hij vatte na een tijdje weer haar kleine hand. hij fluisterde, zij bloosdehet was een heer lijk uur. Toen stond zij haastig op en zei: „We moeten gaanmama zal zich ongerust maken!" „En u bent niet meer boos op me omwel, om daarstraks?" Ze bloosde cn schudde hot hoofd. En toen vluchtig en allerliefst kinderlijk, kuste ze hem vlak naast zijn mond en snelde toen weg. Hij volgde, op wolken zwevende. Hij zweefde tot ze halverwege hel hotel waren. 1'oen stond ze plotseling stil en stamelde: „Mijn portefeuilleheb ik die eigenlijk bij me gestoken?' „Ik meen van wel", zei hij. niet al te zeker. Ze opende haar taschje- geen portefeuille. Ze haalde zenuwachtig alles er weer uit, hoewel dat vrij nutte loos was...... niets. Met tranen in de oogen staarde zo hem aan. „Owat zal mama zeggenwewe zullen dadelijk moeten vertrekkendat geld was voor ons hotel enHaar lippen trilden. Hij troostte: „We vinden hel nog welik zal te ruggaan en zoeken Eig jvertuigd was hij niet. Ze ging dus alleen door naar het hotel en hij zocht op en rondom den duintop en toen het halve strand af. Geen portefeuille. Zoo dra hij dien avond in de eetzaal versoheen, trof hem haar angstig-vragende blik. Arm lief meisjehet was wel ellendigen als ze nu opeens weg moest Dien avond haalde hij haar over, de tweeduizend francs van hem te accepteeren. Het was per slot van rekening zijn schuld geweest, nietwaar? Toen Eve en haar moeder na een verblijf van drie weken vertrokken, lieten zij eenige gebroken en bre kende harten achter en series woest jaloersche meis jes en mama s. In den trein gaf Eve de kaartjes om ze te laten knippen en daarbij viel haar kleine pea Je-suède portefeuille op den grond. „Hemel, daar had ik bijna al ons geld verloren!' zei ze en lachte. „Apropos...... hoeveel hebben we?" informeerde mama. „O. een aardig sommetjeEve telde. „Twin tigduizend francs, mama", „Dat is goed gegaan, ditmaal", vond mama. „Ja, die rijke koffieplanter heeft me ten eind op streek gebrachtmet hem had ik tienduizend francs ver loren". Mama keek haar streng aan. „Eve, je bent toch behoorlijk gebleven?" „O, ja!" zei Eve, „U weet toch we), dat ik geen dingen doen zal, die niet hooren?" Mama zuchtte verlicht. Golukkig dat Eve niet zoo was als die vreeselijk moderne meisjes, die zich maar aan den hals van iederen man gooien, dien ze aardig vindenNeen, hhèr Eve was een degelijk, fatsoenlijk meisje. Ze zou over een paar jaar, ook een gefortuneerd meisje zijn en een goed huwelijk doen. Mama zuchtte voldaan. Dat was het loon als je je dochters ouderwetsch en degelijk opvoedde! (Nadruk verboden.) ANECDOTEN OVER GROOTE MANNEN. Calvin Coolldge, de kort geleden gestorven oud-president van Amerika, was over de geheele wereld bekend als een zeer zwijgzaam mensch. Hij was ook een trouw kerkganger. Op zekeren Zondag had hU de gods dienstoefening bijgewoond en kwam hij thuis, waar zijn vrouw hem wachtte. „Heeft dominee X. gepreekt?" vroeg zij. „Ja." „Waar heeft hij 't over gehad?" „Zonde." „Vertel er eens wat van? Wat heeft hij er over ge zegd?" „Hij was er tegen." George Bernard Shaw ontving eens den vol genden brief: Aangebeden G. B. S„ Ik ben juist tot schoonheidskoningin uitgeroepen. Ik ben de mooiste vrouw van Engeland; U bent de geni aalste man van Engeland. Laten we trouwen, dan zullen onze kinderen, die mijn gezicht en Uw verstand ontvan gen. de meest ideale kinderen zijn, die men zich den ken kan." Shaw schreef terug: Lieve Juffrouw. In kan er niet op Ingaan: wanneer n.1. onze kindéren U w verstand en m ij n gezicht krijgen, zijn het de meest miserabele kinderen, die men zich denken kan." Lodewijk XIV zat eens met zijn edellieden aan tafel. Hij doceerde: „De Koning is de vertegenwoordi ger van God op aarde. Als ik beveel, dat een Uwer ln het water sprlnge. heeft hij dat bevel op te volgen." Hierop verhief zich graaf de Guise van zijn zetel en gin» heen. „Waar gaat U heen. Guise?" vroeg de koning. „Leeren zwemmen. Sire", zei de graaf. Tristan Bernard had kans gezien, een klein kapitaaltje op de bank te krijgen, maar het ging hem nadien niet goed. Telkens moest hij den soldaat, die voor het bankgebouw op en neer liep, passeeren, om geld te halen. Tenslotte komt hij met de laatste vijf en twintig zilveren francs door de draaideur. Somber gestemd ste- ven.t hij op den soldaat af, tikt hem op den schouder en zegt: ,.Ga maar naar huis!" Anna Paulowna, Van Ewijcksluis, 14 Jan. '33. Mijnheer de Redacteur. Verleen mij s.v.pl. eenige plaatsruimte in uw veelgele zen blad. In het nummer van de Schager courant van 14 Jan. staat een Ingezonden stukje van Jochem Schouten, waarin de Coöperatie door Jochem flink omhoog wordt gestoken en waarbij winkeliers en kruideniers zooveel mogelijk naar beneden worden gedrukt. Nu, Jochem als u reclame voor uw coöperatie wilt maken, ga gerust uw gang. maar laat ons daar dan maar buiten. Nu je echter de Cooperatievlag zoo hoog hebt gestoken, zal ik eens even zien, of ie niet te hoog hangt. U wist ze ker niet, dat de door u zoo hoog geprezen coöperatie de leer- of fokschool voor het aankweeken van kruideniers was. doordat hij in Anna Paulowna zelf vier maal over den kop ging en voor de vijfde maal dan ook maar gauw ln warme doeken naar Winkel is overgebracht, en toen met behulp van een propagandist weer nieuw leven moets worden ingeblazen. En deze zelfde propagandist, die met zooveel lof en ophef, huis aan huis rondging, thans ook nu weer als concurrent van de coöperatie optreedt Dat die Coöperatie in Anna Paulowna vier maal over den kop ging. was dat ook een gevolg van het weggeven van z.g.n. crisispakketten, of gingen de beheerders soms vaak te haarknippen naar Amsterdam, of waren er te weinig klanten? Het moet hem toch ergens in zitten, maar het slot van de zaak was dat de verschillende le veranciers niet zoo hard wegdraafden met „Coöperatie", want gewoonlijk wordt er dan geen 100 pet. uitbetaald, en waar is in al die jaren het dividend gebleven, dat steeds als een vette worst voor de menschen hun neus heeft hangen bengelen, en waar de menschen steeds lekker mee werden gemaakt? Als u mij dat vertelt, is het voor het eerst dat ik het hoor; het is mij onbegrijpe lijk. Maar dat de menschen nu nog steeds opgejaagd en opgedreven en bij elkaar moeten worden getrommeld, soms met muziek en dans. om bij die heerlijke en vette Cooperatierulf te bomen, dat gaat mijn verstand te bo ven. Joohem, u schreef ook nog. dat een kruidenier niet borgt. Ik kan u wel zeggen, dat u. door dat neer te schrijven, bewijst er bitter weinig van af te weten. Om dat hier te behandelen, zou te veel gevergd zijn. maar van mij zelf weet ik beter. Ik stel u voor. om van mij voor eenhonderd gulden contant te koopen vorderin gen tot een bedraR van duizend gulden, op voorwaarde dat U. als U de bedragen binnenkrijgt, 100 pakketten maakt, maar dan niet van f 3.23. neen maak er maar van 5 gulden per stuk; dat ls nog royaler. Dan brengen wij die samen rond en dan schiet er nog een slordige 300 gulden over voor jou moeite. En dat u dat huls niet kon huren, daar kan ik den man geen ongelijk in geven, want die man is natuur lijk net ais wij allen, die heeft ook een eigen ik. Dan vind ik verder nog een crediet aan Jochum van 127 gulden en u is nu eerlijk en heeft betaald. Er zijn kruideniers die wel eers meer borgen, en als de krui denier het niet langer kan volhouden, dan gebeurt het vaak ik heb dat meermalen meegemaakt dat zoo'n klant zoogenaamd „kwaad" wordt. En dan gaan ze weer naar een ander en kan Jij „fluiten". Als dat echter een Coöperatie gebeurt, soms te veel gebeurt, dan slaat hij over den kop en als één of twee maal niet genoeg ls. dan drie of viermaal, en dan staan de gefokte of gekweekte winkeliers van zoo'n coöpera tie weer als concurrenten van de bestaande winkeliers op. Verder wordt ln het ingezonden stuk van Schouten nog een dankwoord gebracht aan de Groothandelska mer en de Coöperatie voor hun giften en voor alle moeite. Welnu, als de regeering ons, kruideniers, ook eertt ééns een millloen renteloos voorschot verleent, om op verhaal te komen, dan kunnen wij ook eens royaal wezen. Tenslotte Jochem. ik wil u dan Iets beters aanraden, ln het belang van ons allen. Als er werkeloosheid of ar moede is of zware ziekte, dan gaat men ook niet naar Winkel, maar dan gaan wij naar het gemeentehuis In Anna Paulowna, en daar worden we in de gegeven om standigheden zoo goed mogelijk geholpen, met de door ons allen opgebrachte belastingpenningen, niet ln het minst door die van de zakenmenschen. En daarom: begunstig uw zaken in de gemeente, want daarvoor steunt gij ook u zelf. Met dank voor de verleende plaatsruimte, aan u. mijn heer de Redacteur, J. KEURIS, kruidenier. Van Ewijcksluis. naar 't hooge Noorden. Twee expedities werden niet lang gele den naar het hooge Noorden ondernomen, het doel was aldaar films te vervaardigen. De eene vertrok in de richting van Groen land om te midden van eeuwige sneeuw en ijsvlakten een soort roman op het cellu loid vast te leggen; het was een trcep onder leiding van Knud Rasmussen en Arnold Fanck. De andere ging naar Spitsbergen met Uitsluitend wetenschappelijke bedoelingen; zij werd uitgerust 4oor de „Gemeenschap voor Duitsche Wetenschap", het „Hein- rich Hertz-lnstituut", het „A.E.G. Onder- zoekimgsinotituut" en de „Technische hoo- geschool van Dantzig". Rasmussen en zijn medewerkers brach ten vijf maanden door in het land van de Eskimo's, en camera en microfoon wer den er door ben gedirigeerd. De expeditie telda zeven-en-dertig deelnemers Alles had plaats onder auspiciën van den beroemden Poolvorscher Kund Rasmussan. Verder werd de wetenschap vertegenwoordigd door Do*. Fritz Loewe en Dr. Ernst Sorge. Van de overige krachten dienen te wor den genoemd: de actrice Leni Tlefenstahl, de alpinisten Sepp Rist en dr. Holsboer, en de technicus Hans Schneeberger, de werktuigkundige Richard Angst, de Ame rlkaansche acteur Gibson Rowland, de vlieger Ernst Udet, de mees-terg cp de ski: David Zogg en Fritz Steuri, en last not least de regisseur dr. Arnold Fanck. De inhoud van de film is de volgende: Twee poolonderzoekers trekken naar het Noorden. De eene heeft zijn vrouw mee genomen, die als assistente dienst doet. Als hij op zekeren dag alleen er op uit ls gegaan om metingen te verrichten, wordt hij op een ijssohots van het vasteland af gedreven. De vriend verkeert ln de mee ning, dat de verdwenene dood ls en tracht Jlens vrouw voor zich te winnen, maar ij wijst hem af en gaat op soek naar haar man. Hiertoe maakt ze gebruik van de meeg -achte vliegmachine. Eindelijk ont dekt ze den gezochte. Intussehen heeft de achtergebleven onderzoeker berouw ge* kregen. Hij eelnt den vlieger Udet, die hem te hulp moet komen en zij slagen er ln den man op de ijsschots te redden; maar de vrouw, die op een ijsberg is geland kan men niet meer bereiken. Men alarmeert de eskimo's en door hen wordt de vrouw gered. - "i-.vtS-.- - "V- - - -i!ï'SR-*r it» Het uitpakken van instrumenten by 30 C#. Het expeditieschip bij de kust van Spitsbergen. De andere expeditie vertrok in Decem ber, en haar leden slaagden er in op Spitsbergen het Noorderlicht te filmen. Zij zouden de eerste opnamen hebben ver vaardigd, die aan wetenschappelijk» eischen beantwoorden. E.jzondere camera'» werden benut; het obj ~Mef kon zeer scherp worden ingesteld, zc lat een be lichtingstijd van minder dan seconde voldoende was om het gewenschte beeld te '".rijgen. De bovenste laag der gebruikt® .'ilms was verder ongewoon gevoelig. Terwijl men vroeger verschillende eigen- :chappen van het Noorderlicht slechts kon gissen of berekenen aan de hand van fo to's op verschillende plaatsen genomen, heeft men nu b.v. de hoogte direct kunnen "ctografeeren, hetgeen o.m. te danken wa® aan telefoontoestellen, welke het mogelijk maakten dat een en hetzelfde Noorder licht van twee plekken uit precies op den- elfden tijd werd opgenomen. Door middel van geprepareerde platen konden de ultra-violette stralen en de -ichtbare stralen worden tegengehouden, :oodat slechts de lnfra-roode op de foto kwamen. De juistheid van prof. Vegarda theorie zou op deze manier zijn aange toond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 6