EN VAN ALLES WAT Het secure broekje IJs-pret Het gestolen luchtballonnetje De geschiedenis van twee deugnieten. WARE WOORDEN WETENSWAARDIGHEDEN B^voegsel der Schager Courant van Zaterdag 28 Januari 1933. No. 9218. ZATERDAG AVOVDRCHETS Vrij bewerkt naar een Duitsch motief, door SIROLF. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden.) AL zeg ik het zelfjk ben nogal nauwkeurig en secuur aangelegd, zoodat iedereen, die mij kent, mij een secuur broekje noemt. En daar hebben ze dan ook schoon gelijk aan. Geen wonder, dat ik dus mijn ooren spitste, toen Jansen, die erg veel van geld verstand heeft omdat hij het niet heeft verleden week tegen mij zei: Wat doe je eigenlijk met je kapitaal? Och, zei ik, die drie centen die ik heb, kun Je eigen lijk geen kapitaal noemen, maar ik breng het op de bank. Dacht ik wel, zei Jansen en hij zette een gezicht alsof ik iets heel minderwaardigs deed. Dacht ik wel. En ik dacht nogal, dat je zoo'n secuur broekje was. Maar man, weet je dan niet, dat het geld afgeschaft wordt, omdat niemand meer geld heeft? Menschen met een greintje verstand koopen daarom aandeelen. Die houden altijd hun waarde. Ten minste, als je Pantalona-aandeelen koopt, die zijn van een fabriek die broeksknoopen maakt Die fabriek blijft Immers altijd bestaan?! De heele wereld mag failliet gaan, maar de menschen zullen altijd knoopen aan hun broek blijven dragen. Snap je het nu, idioot? Ik snapte het Ik ging dus naar de bank, vroeg al mijn geld op en kocht er aandeelen Pantalona voor. Er was net een hausse aan de beurs en ik be taalde er een zeer hooge koers voor. Maar de direc teur van de bank beweerde, dat er een enorme hausse in broekknoopen voor de deur stond, dus geld speelde eenvoudig geen rol. Ik was de bank nog niet uit, of ik liep Pieterscn tegen het lijf, die me op den man afvroeg, wat ik in de bank uitgevoerd had. Niet weinig trotsch vanwege mijn schrandere transactie, zei ik hem de waarheid. Hij greep naar zijn hoofd, alsof hij zijn eenigst kind voor zijn oogen zag verdrinken en steunde: En ik dacht nog wel, dat jij zoo'n secuur broekje was! Wie koopt er nu aandeelen in dezen tijd?! Maar mijn goeie man, heb je dan niet gehoord, dat alle aandee- len niets waard zullen worden, en dat de eenigste manier om je kapitaal te vrijwaren, is het in goud te beleggen? Verkoop toch dadelijk die aandeelen en neem er goud voor ln de plaats. Nu, Pietersen had gelijk. Want toen ik weer aan het loket kwam, om de Pantalona-aandeelen te ver- koopen, die ik tien minuten tevoren gekocht had, waren ze in eens 25 in koers gedaald. Er was plot seling een patent bekend geworden, waardoor voort aan alle broeken met een electrisch apparaat, in plaats van met knoopen gesloten zouden worden, ter wijl dat apparaat tegelijk als sigarenaansteker zou kunnen dienst doen. Met de rest van mijn geredde ka pitaal rende ik dus naar een goudsmidswinkel. Het was gek, maar goud bleek enorm duur te zijn. Ieder een was zeker al bezig zijn kapitaal in goud te be leggen en er was nog maar weinig te krijgen. Maar ik dacht, beter duur goud, dan heclemaal geen goud, o, zoo. Ik ben niet voor niets een secuur broekje. Net zou Ik den sleutel in mijn deur steken, of wie tikt daar op mijn schouder? Puffelmans. Hij had mij uit den goudsmidswlnkel zien komen en vroeg: Wat dee jij daar in dien winkel? Trotsch antwoordde ik: Mijn kapitaal gered, in goud omgezetl Hij keek me met open mond aan en stamelde ein delijk: Niet mogelijk zooiets doe jij toch niet zoo'n secuur broekje als jij, hoe is het in vredes naam denkbaar zelfs jij Wat bedoel je?, vroeg ik een weinig geïrriteerd. Maar man!, viel Puffelmans uit, „Ik wou je toch wijzer hebben, weet jij dan niet, dat bijna alle lan den van den gouden standaard af zijn gegaan, dat goud straks niets meer waard zal zijn? Er zal zelfs geen mensch meer zijn, die nog gouden tanden zal willen diagen! Ze zullen er gewoonweg de straat mee gaan plaveien, met dat malle, stomme, dooie, waarde looze goud! Nee, je moet juweclen koopen, juweelen Is je ware, want straks krijg je den ju woelen standaard, omdat juweelen het eenigste is, dat-zijn waarde behoudt! Puffelmans had ook al gelijk. Want toen ik mijn goud wilde verkoopen, haalde de juwelier zijn neus op en zei: Goud? Niets waard, wie koopt er nu nog goud? Zeker waren ze al begonnen, er de straat mee te plaveien, in leder geval kreeg ik er 25 minder /oor terug, dan ik er een half uur geleden voor be taald had. De juwelier was wel zoo goed, mij voor het overschot van mijn kapitaaltje een paar diaman ten te verkoopen, die ontzettend duur waren, omdai iedereen zeker al bezig was diamanten te hamste ren. Het leek dien dag wel, of ik al mijn vrienden moest tegenkomen, want mei den kruk van den juweliers winkel nog in mijn handen, liep ik Akkermans tegen het lijf. Hij keek me met een eigenaardigen speuren den blik aan, en toen ik op zijn" Vr&ag~ha(T~verfcld, wat ik in den winkel gedaan had, werd hij bleek en stamelde: „Zelfs jij en we dachten allemaal nog wel, dat jij zoo'n tecuur broekje was. Wie heeft je dien onzin van den juweelcn-standaard wijs ge maakt? Klinkklare onzin! Wie koopt er tegenwoordig nog juweclen of luxe? Nee, man, als je veilig wil zijn, koop dan levensmiddelen, want ten slotte zullen de menschen altijd toch nog moeten eten Ik .voelde dat Akkermans gelijk had. En het bleek ook overtuigend, want in dien tusschcntijd waren juweelen ontzettend, wel 50 in prijs gedaald. Ik verkocht ze snel en voor het overschotje van mijn geld kocht ik bruine boonen. Balen vol! En nu liggen ze in mijn kelder en op zolder en worden duf en beginnen uit te loopenl Zoodat ik, om niet alles te vei liezen, eiken dag bruine boonen eet! Ik ik eet mijn kapitaal op. Maar ten slotte, doen dat niet bijna alle menschen ln dezen vreemden tijd? Zoodat ik dan maar zeggen wil, dat de menschen mij toch zeker niet voor niemenual een secuur broekje noemen! Vernielen kan ieder, maar niet ieder kan op bouwen. Eerst natuur zonder dressuur, dan cultuur. Kin deren zijn de toekomst. Wie kinderen lief heeft, is aan de eeuwigheid verbonden. o Kalme, rustige, welwillende èamenspreking met den mensch, om te begrijpen, bij te leggen., is als olie op de woelige golven o In het zoeken naar God openbaart zich het zoe ken van God naar ons. Gevoed wordt geostdnii door den strijd dien zij ontmoet, gelijk verzet altijd tot hooger bedoeling prikkelt. Als wij onze zaken zóu inrichten, dat wij ze te rechter tijd verrichten, dan zullen wij tijd genoeg hebben. o Het groot geheim van jong to blijven, in spijt van de klimmende jaren en de grijzende haren, is door poëzie, door innerlijk loven, door lie.de, de geest drift in zich wakker te houdun; nog korter uitge drukt, in onze ziel de harmonie te bewaren. o De opvoeding dient om het krachtigste indivi dueel leven te lecren samengaan met het omvang rijkste sociale leven. Dh zachtmoedige verzet zich zilfs niet in ge dachte. Hij is boven baat, dwaasheid en ijdelheid ver heven. Elkander begrijpen, ziedaar een onzer verplichtin gen. Weinige plichten vereischen een meer verfilnd zedelijk gevoel, weinige worden minder in booefe ning gebracht. Is het U bekend: dat men in Portugal op een bevolking van ruim 6 millioen menschen slechts 5000 radio-toestellen vindt? dat onlangs bij 2C0 sollicitanten voor congierge aan een handelsschool te Slany (Tsjecho-Slowakije) er elf Doctors waren? dat van elke duizend volwassen Amerikanen er drie en twintig zijn, die een universiteit hebben bezocht, terwijl er 125 zijn, die een hoogere burgerschool hebben doorloopen? Zonnetje, ijs, Heerlijke reis Langs de gezellige banen,' Zorgen opzij, Luchtig en vrij, Feest'lijke wapp'rende vanen! Blozend gelaat, Deinend paraat Op de cadans van het leven, Tint'lende vreugd, Lachende jeugd, Draaien en zwieren en zweven. Rap op de schaats, Stevige maats Krachtig de ruggen gebogen, Snel als de wind. Krabbelend kind, Toch met een lach in z'n oogen. Backfish in trui, „Kom nou es lui!" Sliert van wat schoolkameraden, Muts met een ster Tuimelt omver, Heertje op wankele paden. Zóó biedt het ijs Allen een reis Naar iets beduidend bizonders, Want na zoo'n dag met die stralende lucht Zeggen we met een weldadige zucht: „Dit was toch waarlijk iets wonders!" Januari 1933. KROES. (Nadruk verboden.) EVENTJES- LACHEN Theateragcnt: Wat bent U? Artlst: Ik ben eetkunstenaar! Ik kan achter elkaar 5 koppen bouillon, 10 boterhammen, 15 spiegeleieren en 20 slagroomtaart Jes opeten! Agent: Maar Zondags, dan kunt U zeker niet twee keer optreden? Artist: Toch wel. ais ik tenminste tusschen de voorstellingen naar huis mag om te eten! Juffrouw Jansen: Zou ik misschien Uw matteklop- per even mogen leenen? Joffrouw Pieterse: Het spijt me. Juffrouw Jansen, maar hij komt pas om 5 uur van zijn werk thuis! Dus Je hebt een postduif met een papegaai laten paren? Ja. opdat als het dier verdwaald hij dan zijn bek open kan doen en naar den weg vragen! 535. Plots hoort hy een hevig snuiven, Biyft onthutst en bevend staan. Want de groote orang oetang Komt achter een boom vandaan. Wat een schrik: Ik ben verloren, Jammert hy en schreeuwde luidt.... Maar de aap kykt zeer aandachtig Naar vriend Wim: hy kent den guit! 536. En nog even doorgeloopen Hoorden zy een vreemd gebrom: Zie, een paar groote olifanten Komt al nader: bom, bom, bom. O, piloot, riep Plm toen angstig, O, Ik laat U nimmer los, Kom, wy gaan ons gauw verbergen In dat dichte kreupelbosch. 537. Ia dat niet dien kleinen jongen Denkt de aap, dien lk eens zag, In ons circus? Ja het ls hem En hy lacht met apenlach, t Was de clrcus-orang-oetang: Die zich zwemmend had gered Toen do boot verongelukte, Hy had poot aan wal gezet. 533. Maar geluk, de beide dikkerts Zagen hem gelukkig niet. Maar o wee, een woeste tyger Hen nu wederom bespiedt Dat was zelfs ook voor den vlieger Wel wat van het goeds to veel: En hy doet al net als Plm doet: Zet ook op een groote keel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 19