De Brabantsche Brief Denkt om llw waterleiding! van Dré. Zaterdag 28 Januari 1933. SCHAGER COURANT.Derde blad. No. 9218 NA DE RAMP VAN DE „ATLANTIQUE" Noodlottigs ontploffing ts Szhaesberg TRAGEDIE IN DE HOOFDSTAD DE MOOISTE FOTO Vervalschers van rijwielmerken gearresteerd WIE ZIJN NEUS SCHENDT Eet aandeel van het Nederland- sche stoomschip ,,Erato" in de red ding. Een onderhoud met de stuurlieden. Donderdagnacht ia aan de Levantkade te Amster dam aangekomen de Erato van de K.N.S.M., kapitein J. Lodewük. welk schip heeft deelgenomen aan de red ding van de opvarenden van de Atlantique. Daar de „Erato" de reis voortzette, na de schipbreukelingen te i Cherbourg aan land te hebben gezet, kan eerst nu ©enigszins omstandig over het aandeel van kapitein Lo- dewiik en zijn mannen worden bericht In een onderhoud met een medewerker van de N.R.Ct deden de stuurlieden van de „Erato" het volgende ver haal. Op Nieuwjaarslag. 's morgens om 10 uur vertrokken wij van hier naar Noord-Spanje: Pasajes. Aanvankelijk was de reis voorspoedig, maar nadat wij op 2 Januari Dungenes gepasseerd waren, begon het op te briezen. met als gevolg een toeloopende zee en deining. Zwaar slingerde de kleine Erato. 's Morgens om 5.40 kregen wij schip in zicht, dat later de Atlantique bleek te zijn. Te 6.20 bespeurden wij. dat er daar brand aan boord was; bij den voorsten schoorsteen sloegen de vlammen uit Wij stoomden er heen en gelijktijdig met ons was het Duitsche s.s. Ruhr er bij. De Atlantique bleek al sloepen te hebben uitgezet. Bii het dag worden flapten ze met rood licht om de aandacht te trekken. Wij ontwaarden ook een sloep die langszij het schip hing. vertikaal, in een talie, waarmee bil het vieren waarschijnlijk een on geluk was gebeurd. Ook zijn wij nog omgeslagen sloe pen gepasseerd, maar menschen zagen wij niet drijven. Wij gingen de zee bovenwinds afzoeken, omdat het onmogelijk was benedenwinds te komen, vanwege de zware rookontwikkeling. In den beginne begaven wij ons niet al te dicht bij het schip, rekening houdend met de mogelijkheid van ketelexplosie en oliebranden in den bunker. In totaal pikten wij 5 sloepen van de Atlantique op met 84 opvarenden, waaronder twee die bedwelmd waren door de rook en vier gewonden (hoofdwonden). Een was geheel zonder kleeren. en een slecht3 gedeelte lijk gekleed. Het aan boord brengen van de schipbreu kelingen ging met moeilijkheden gepaard, daar het zee tje nogal wat aanliep. Wij bleven op 50 M. van het eohip en trachtten de menschen. die op de balt (het voor echip) van de Atlantique stonden, te redden door een lange tros die op een van de Fransche reddingsbooten te laten omscheren naar het brandende vaartuig. Maar dit mislukte helaas. Zelf kon de Erato geen sloepen uit zetten In verband met haar kleine eoulpage; 16 man. En ook zijn de sloepen voor een geval als dit. ongunstig geplaatst, op het achte#lek. Wij bespeurden ook menschen in midscheeps, die pro beerden door middel van het zwaaien met een laken en het op de vingers fluiten de aandacht te trekken. Hun ne positie was zeer hachelijk. Aan alle zijden woedde het vuur om hen heen en beneden wachtte hen de woe lige zee. Ook was er een hevige stoomontwikkellng door de heete huidnlaten. Boven hen brandde bovendien een der sloepen en dreigde ieder oogenbük neer te vallen. Hun eenige redding was dus het water en tenslotte moesten ze wel daarin springen. Een zagen we oppik ken. een ander la hoogstwaarschijnlijk verdronken. Ook- de Achillus van de K.N.S.M een tweede vaar tuig dus van dezelfde Amsterdamsche reederij. was er Inmiddels bijgekomen. Zü streek een sloep met eigen equipage en haalde in 1 keer de menschen van het Bchip. Hulde voor die kranige prestatie, aldus onze zegsman. In het geheel pikte de Achllles 32 man van de Atlantique op. waaronder de gezagvoerder en een drenkeling, de dokter, die schijnbaar levensloos aan boord werd gebracht en waarvoor geneeskundige hulp werd gevraagd. Het desbetreffende sein werd beant woord door het Duitsche passagiersschip Siërra Salvada dat hulp toezegde. Later bleek die hulp niet meer noo- dig te zijn. althans de Achillus haalde het sein in. Toen wij overtuigd waren, aldus eindigde het verhaal, dat er geen levend wezen meer aan boord van de Atlantjque was. traohtten wij eerst de reis te vervolgen naar Brest. om daar de geredden af te geven, maar daar wvj in de zee op moesten, achtte de kapitein 't beter 70 mijl te rug te gaan naar Cherbourg om daar de menschen te landen. Dit moest zoo spoedig mogelijk geschieden met het oog op da proviand en het koude weer. Een half uur na aankomst te Cherbourg vertrokken wij weer om de reis voort te zetten. Zie hier het sober relaas van de deelneming van de Erato aan het reddingswerk van de Atlantique. Twee mannen weggeslingerd. Een van hen gedood, de ander gewond. In de mijn Oranje Nassau II te Schaesberg in Zuid- Limburg, heeft Woensdag in de bovengrondsche elec- trische centrale een ernstig onge'uk plaats gehad. De 26-jarige ondergrondsche opzichter Th. Tempelman uit Heerlen en de elcctricien Sagensrhneider, waren bezig proeven te nemen op slaghoedjes. Door onbe kende oorzaak zijn de slaghoedjes ontploft, tenge volge waarvan heide mannen werden weggeslingerd en ernstig gewond hieven liggen. De eerste hulp was spoedig aanwezig. De heer T. bleek een verbr'zeld been te hebben, terwijl de electricien een enkelfrac- tuurtuur had opgeloopen. Beiden werden naar het ziekenhuis te Heerlen over gebracht. Het heen van den heer T. moest onmiddellijk wor den afgezet. Hij is 's avonds nog aan de gevolgen overleden. De ongelukkige was gehuwd en vader van 2 kinderen. Een tragische bijzonderheid was wel. dat de echtgenoote van den ongelukkige zich eveneens in het ziekenhuis bevond, waar zij de geboorte van haar derde kindje afwachtte. Kclenwagen In een schacht gestort. Ernstiq.9 bedr'5fsrtoornls in een Zuid- Liinburgsche mijn. In het ondergrondsche bedrijf van de mijn Oranje Nassau III te Keerlerheide heeft een ernstige be drijfsstoring plaats gehad. Tijdens den middagdienst startte Dinsdag een ko lenwagen naar beneden in de n hacht, waardoor een ernstig defect aan de liftkooi werd veroorzaakt. De middagdienst moest door een hulpschacht en met ladders naar boven komen. Ongelukken kwa men gelukkig niet voor. Niettemin kon niet worden gewerkt. Aanbestedingen. 27 arbeiderswoningen in de Wleringer- meer. Ten kantore van de directie van den Wieringer- meerpolder te Alkmaar, is aanbesteed de bouw van 27 arbeiderswoningen te Middenmeer in den Wierin- germeerpolder, voor rekening van het bouwbureau de Wieringei meer. I aagste inschrijver was de heer R. A. van Batenburg te Amersfoort, met f58.700. Een Jong gezin door gasverstik- king om het leven gekomen. Lek ln de gasleiding onder het trapportaal. Buis door de koude gesprongen. Donderdagochtend vroeg namen de bewoners van de bovenwoningen van het perceel 36 Sn de Crijnssens- straat te Amsterdam (West) en ook de bewoners van de belendende perceelen een sterke gaslucht waar. In elk gezin begon men eerst in eigen woning naar de oorzaak te zoeken; daarna gingen de bewoners met elkander in verschillende hulzen zoeken, maar vergeefs, totdat het opvie), dat men de bewoners van de bene denwoning niet te zien kreeg. Hier woonde de 33-jarige politie-agent De R. met zijn 25-jarige vrouw en een kindje, een jongetje van een jaar. Kloppen, daarna hard bonken op de voordeur, had geen gevolg; er kwam niemand open doen. De politie is er toen bij gehaald, en men heeft zich door het achtertuintje tot de Woning toegang verschart. Onmiddellijk stroomde na het openen van de keuken deur gas in groote hoeveeelheid naar buiten, zoodat men eerst de woning goed heeft mueten ventileeren, alvo rens er iemand binnen kon gaan. In de voorkamer vond men toen op den grond uitgestrekt den jongeman; op den divan, met het kindje in de armen, zijn vrouw, alle drie in nachtgewaad, blijkbaar door gasverstikking om het leven gekomen. De G.G.D. wem gewaarschuwd en verscheen spoedig ter plaatse met twee autos, terwijl ook een dokter op de plaats des onheils kwam. Deze kon slechts bij alle drie den dood constateeren. Vermoedelijk zijn De Roos en zijn vrouw wakker geworden, maar waarschijnlijk wa ren zij toen reeds zoozeer bedwelmd door het gas dat het den man niet meer is mogen gelukken de voordeur te bereiken, zoodat hij op weg daarheen is neergevallen. De vrouw heeft zich waarschijnlijk naar net kinder bedje begeven en is met het kind in haar armen be wusteloos op den divan neergevallen, waar men haar gevonden heeft. Commissaria Dijkstra en Lispecteur van Pinxsteren van het bureau Overtoom hebben een onderzoek inge steld in samenwerking mot beambten van de gasfa briek. Bij»dit onderzoek bleek, dat onder den vloer in de gang de straatbuis van het gas gescheurd was, vei- moedelijk door de strenge vorst. Het uitstroomende gas heeft zich door het geheele huls verspreid, maar natuurlijk in hoofdzaak in het benedenhuis. De lijken der drie slachtoffers zijn overgebracht naar het Wilhelmina Gastnuia De deelneming in de omgeving was z*-.er gtoot. De oorzaak. Naar nog nader gemeld wordt, staat het nog geens zins vast, dat de gasle'ding door de felle koude Is gesprongen Het is ook zeer wel mogelijk dat het hier een oude breuk betreft, welke zich. door welke oorzaak kan niec worden nagegaan, plotseling heeft verwijd. Portret-Atelier JAC. DE BOER, Keizerstraat DEN HELDER. UI venhout, 2 i Jan. 1933. Menler, Wa-d-is de weareld hardl As marmer ligt de èèr- de gestrekt onder de glas harde sneeuw. Dof botsen oew klom pen teugen d'n bevroren grond, in de wintdrsclio stilte, die er staat in de schepping tusschen 't dor re geboomte en struikge was. 'Nen scherpe noordooster treitert over de velden deur ons durpke. As efkens 't zonneke deur de grijze sneeuwlochten brikt en péérltjes trekt uit de glazige ijskwabbels, die vastgegroeid zitten in goot en op raamdurpels; as dan ook de sneeuwlaag vochtig wordt, dan biggelen druppels langs de be- vrozen uitsteeksels mi huizekens, stallen en aller hande bouwsels en 'n oogcnblikske later druipt d'n glazigen ijsfranje ieveraans as kristallen pinnekes- versicring aan de blind-bevrozen geveltjes. 't Tij is wel bar. D'n èremoei hartverscheurend. Muljocnen en muljocnen menschen, mee verstand zooals wij, mee gevoelens zooas wij, mee verlangens zooas wij. muljoenen menschen, gcschaoen mee 't zelfste doel zooas wij, muljoenen en muljoenen is 't geschenk van 't leven, 't vcurrecht van te zijn, van daag 'n grootcn, ondraagbaren last. Want de weareld is zoow marmerhard en -koud, de leste jareri. Daar is zoow weinig uitzicht deur de witbevro- zen ruiten van 't loven. Daar kan zoow weinig zon deur die ramen. Want 't ontbrikt daarbinnen zoowdikkels aan 't bakske steenkolen, om de ramen schoon te stoken. In Den Haag zijn binnen enkele dagen twintig kinders achter de ijzeren tralies van 'n gevangenis cel lek e gezet. Kinders, van veftien jaren af, of zijn da gin kinders? Kinders die deur de stad zworven en bij nacht en ontij ieveraans inbraken, roofden en plunderden. In Rotterdam sprong 'nen jongen van 'n toren hoogte in 'nen zekeren dood cn 'n toeval, maar d'n dood lustte 'm nie. Dus! dus al gaauw dook nommer twee in d'n dood z'n ermen. Zcuvcntig me ters hoog viel ie te pletter in 't striemende ijswa- ter. Eerst hebben de kranten, 'n bietje bedekt, d'n eer sten laagspringert zóów bepluimd, dat d'n tweede wel volgen móest! Waant en daar go-g-et om de tijen zijn hard. „Wa-d-is de weareld hard", bogon ik m'n hricfke! En 'k herhaal 't hier nog 's. Den jongeman, die ze op deuzen oogenbük. da 'k ditte schrijf, aan 't begraven zijn, krijgt gin grijntje mee- lijcn mee in z'ncn bovrozen grafkuil; d'n eerste wordt verlcugend nouwl De propagandafilm Stuwing van de V.A.R.A. verbrand. De lllm geheel vernield. Toen Donderdagochtend omstreeks halftwaalf de operateur van de V.A.R.A. de Woensdagavond voor de afdeeling Goor van de V A.R.A. in de zaal der Groote Sociëteit te Goor gedraaide eerste Nederland- sche geluidsfilm Stuwing, van de V.A.R.A., wilde op halen, werd in de nabijheid van de cabine een brand lucht waargenomen. Bijna onmiddellijk daarop slpegen de vlammen naar alle kanten uit. Met eigen brandbluschmiddelen wist men den brand spoedig te blusschen. De film werd geheel vernield en twee kamers van de sociëteit zijn uitgebrand.' Te dicht bij de kachel gekomen. Vrouw in vlammen. Doordat een 61-jarige vrouw in haar woning aan de Lauwegracht te Utrecht te dicht bij de kachel kwam, geraakten haar kleeren in brand. In haar angst snelde zij naar buiten, waar voorbijgangers met jassen de brandende kleeren hebben gedoofd. In ernstige» toestand is de vrouw naar de rijkskli nieken overgebracht. Voor haar leven wordt ge vreesd. Groote voorraad vervalschte merken in beslag genomen. De Nederlandsche centrale inzake falsificatiën heeft Zaterdag j.1. en Maandag d.a.v. 4 personen gear resteerd, in verband met den verkoop van valsche rij- wiëlbelastingmerken. Deze aanhoudingen zijn het re sultaat van 'n langdurig onderzoek, waarbij aan het licht gekomen is, dat kooplieden op het Waterloo- plein en op de Zondagsmarkt in den „Jodenhoek" te Amsterdam groote hoeveelheden valsche rijwielbe- lastingmerken tegen lagen prijs aan den man brach ten. Een partij van 200 valsche merken is nog in be slag genomen. De aangehoudenen zijn dezer dagen ter beschikking van de justitie gesteld. Meer aanhoudingen worden verwacht. Het publiek wordt gewaarschuwd, zich al leen ten postkantore van nieuwe rijwielbelastingmer- ken te voorzien. Twee spoorwegarbeiders overreden. Die bezig waren met wissels te ontdooien. Op het rangeerterrein bij het hoofdstation te Gera, in Zuidoost Duitschland, zijn twee spoorwegarbei ders, die bezig waren met het ontdooien van een wissel, door een locomotief overreden. Een arbeider werd op slag gedood, terwijl de tweede in het zie kenhuis aan zijn verwondingen overleed. Door het geraas van het zuurstofapparaat, dat de arbeiders bij hun werk gebruikten, hadden zij de naderende locomotief niet gehoord. En waarom, amico, waarom sprongen die jonge mannen in mageren Hein z'n knokkels? Alleen veur d'n Roem? Kletsprotjesl Om 'n kans! 'n Kans veur 'n bestaan te winnen deur middel van dieön hum! roem. Ze sprongen d'n dood in veur d'r leven! 't Is nie meer: „oew geld of oew leven!" 't Is nouw: „m'n leven of 'nen bottram!" Da s d'n ondergrond van zulken „moed". 't Bewijs? Wie stelt't hogste prijs op z'n leven? D'n niensch die 't goed hee. Die mee van alles 't rijkelijkst is bedeeld! Nie d'n èremoedzaaier, veur wien 't leven 'nen zwaren last is. Nie d'n kearel, die mee vertroebelde, doffe oogen, die befloerst zijn van de teleurstelling, deur 't leven zwerft as 'nen weggcschupten hond. Roem? Hee nog maar de wèèrde van 'n onbetaalden wis sel, die misschient wel 's voldaan zal worren op afbetaling! Ja, daar wordt veul, heel veul kouw gele jen in deus tijen! Zaterdagavond, laat, wier d'r aan m'n deur geklopt „Ginnen bekende", spraken Trui d'r oogen. Want eiken stap, eiken klop, eiken hoest is Trui bekend. Ik schudde m'ncn kop, maar 'k sting op van m'nen stoel bij de plattebuis, waar ik mee Trui ons zurgs- kens van vandaag besproken had. Ok d'n boer zit in de penarie, amico en nie zoow zuinig! Ok wij zitten mee 'n potlooike, op d'n witten rand van ons krantje soms heelo avonden te cijferen, om deur d'n tijd te geraken. Ieder 't zijne te geven, de leveranciers, d'n notaris, de belastingen, afijn, ge wit da zoowel. Buiten wat er allegaar nog af mot teugeswoorig veur menier pastoor z'n èrmen, veur crisiscommitelten, veur steun zus en steun zoow, veur allerhande gevraag aan de deur, langs de straat en ieveraans waar g'oew neus laat zien! Afijn, om dan trug te komen op dieën onbekende die aan de deur klopte, in den laten Zaterdagavond ik dee open en daar sting werendig wéér 'nen kearel die te kort kwam. „Och meneer zee-t-ie: „nimme nie kwalijk aste- blift, maar Ik kreeg de pest in! 'Nen mensch is maar 'nen mensch en as ge sjuust uitgerekend bedt, da-d-oew sigorke en oew borreltje veul verminderen mot, da ge nen knecht mot uit gaan sparen, (as ge 't maar over oew hart kondt verkrijgen tenminste!) da-d-oew plots in de kerk wel wa zwaar gaat wegen veur oewen doen en as ge meteen al tien keeren in oewen zak getast hedt op zo'nen dag. dan wilde eindelijk op Zaterdagavond wel 's mee rust gelaten worren! 'k Wilde dus in m'n kwaaie bui de deur dicht gooien. Temeer: de vent zat goed in zn kleeren en danja, as ge dan 'n kwaaie bui hedt, dan is da sjuust genugt, om oew eigen geweten te hekskusee- ren eu gerust te stellen. Maar op 't zelfste moment sprongen twee knik- kels van tranen, in dieën kearel z'n oogen en toen zee-t-ie: ,,'k heb zo nen honger, meneer!" Amico, ge meugt 't weten, 'k heb toenge vloekt! üllee, ge hoeft me nie te zeggen: „dat motte nie Wij vestigen de aandacht op de in dit blad voor komende advertentie van het Provinciaal Waterlei dingbedrijf van Noordholland, waarbij de verbrui kers van leidingwater er aan worden herinnerd, dat het ten strengste verboden is om uit de tapkranen onnoodig water te laten wegvloeien. Het doen wegvloeien van water, zonder dat daarvan een nuttig gebruik wordt gemaakt, is een ernstige overtreding, omdat daardoor de regelmatige water voorziening wordt bedreigd. Naar wij voorts vernemen zal er door ambtenaren van het Waterleidingbedrijf zoowel bij dag als bij nacht ten strengste op worden gelet, dat aan het voorschrift de hand wordt gehouden, terwijl bij over treding een boete zal worden opgelegd onverminderd de bevoegdheid der Directie om de gelegenheid tot waterafneming te verbreken. Tot datzelfde doel is o.m. de hulp der plaatselijke politie ingeroepen. Het lijkt ons niet ondienstig om er ook van hieruit nog eens op te wijzen, dat bevriezing der binnenlei dingen alleen kan en moet worden voorkomen door het sluiten van de hoofd-stopkraan en het daarna laten leegloopen der leidingen door middel van het bij die stopkraan zich bevindende aftapkraantje. Om de leidingen geheel te laten leegloopen, dienen alle tapkranen in het perceel geopend te worden en moe ten daarbij de leidingen worden doorgeblazen. Na dat de leidingen leeggeloopen zijn, moet men de tap kranen en ook het aftapkraantje weer goed sluiten. Een Engelsch meisje met een mooi gezichtje, dat zoo graag auto reed, een sport, die haar echter noodlottig zon worden. Mej. Mabel Winifred Mabbs was een Engelsch dan seresje. Zij was wel geen schoonheid, maar zij had een gaaf gezichtje en kon gemakkelijk emplooi vin den. Ook was mej. Mabel jong, nog maar achttien jaar oud, vroolijk en verzot op autorijden. Dus had zij een vriendje, een jongmensch van drieëntwintig jaar, dat er een auto op na hield. Op een kwaden avond was mej. Mabbs met mijnheer Worland, zoo heette het vriendje, ergens buiten Londen gaan eten. Toen zij 's avonds, het was al na middernacht, naar Londen teruggereden, was het mistig. Langs den weg stond een groote vrachtauto en Worland reed er bo ven op. met het gevolg dat mej. Mabbs door de voorruit schoot, waarbij haar neus bijna van haar gezicht werd afgesneden en zij ook nog de noodige blauwe plekken elders op haar lichaam bekwam. Zi] werd dadelijk naar een ziekenhuis gebracht, waar men haar neus weer vastnaaide. De neus genas, maai de hechtsels bleven leeiijke üdteekens. Mejuffrouw Mabbs sprak nu den man, die haar dit koopje be zorgd had, aan voor schadevergoeding. Worland ver dedigde zich met te zeggen, dat het net zoo goed haar schuld was als de zijne. Zij had mee uitgekeken in den mist en had meegestuurd De vrachtauto had aan haar kant van den weg gestaan. De jury achtte echter Worland toch aansprakelijk en kende mej. Mabbs 300 pond sterling schadevergoeding toe. doen, Dré!" Ge hoeft zelfs oewen kop nie te schud den! Ik weet 't héél goed, ge schiet er niks mee op en meer nog: ge meugt 't nie doen! Maar'k was op da d-oogenbük nie in staat om 't moment te zegenen da d ik gin honger had en da'k veur dieën èrmen donder nog wa te missen had. Ik vloekte op d'n tijd en de weareld, waarin zoo- veul honger gelejen wordt, want 'nen mensch te zien die honger lijdtollee, da s veur mijn genogt om rebels te worren! Ik kan nie meer rustig bij m'n plattebuske zitten, mee de wetenschap dat er daarbuiten tienduizenden in 't barre weer slenteren. Ik kan nie gelukkig meei eten en genieten van de Hemelsche gaven in de wetenschap, dat er#daar- buiten duuzenden 't hartwater uit d'n mond stroomt. Roem?! Om oew eigen tranen te lachen, maar heel bit tere tranen. Roem?! 'n Prachtig servies, mee niks erin! 'k Heb er d'n lesten tijd 'n bietje aander gedacht over gekregen. De „stokzitters" in Amerika, de akrobaten op de torenshooge wolkenkrabbers; de daansers-op-den- langen afstaand, die 'n week, en langer nog, te daansen staan veur honderd pup; de muzikaanten die dagen aan 'n stuk d'r vingertoppen kapot slaan op de pianotoetsenroem? Honger! Want in 't zelfste laand zwerven twaalfmuljoen vverkeloozen deur d'n winter. Aleer 'nen mensch gaat bedelen, perbeert ie veul. Waagt ie z'n leven. Doet ie dingen, waaraan maar 1 pet. kans is ver bonden, en die 'm z'n leven kunnen kosten. Da s gin zucht naar roem! D'n eene springt van 'nen toren e n waagt z'n leven. Dn aandere brikt in.en waagt de gevangenis. En as m-n-'t zoow bekijken, dan gollt er ginnen stroom van wangunst deur ons zielement bij al die daden naar „roem", maar dan bleft er meolijcn, diep meelijen over veur 't menschdom da-d-et on geluk heeft, te motten leven in zo'n verschrikkelijk tijdsgewricht. Toen Onslievrouwke van Beauraing verscheen, daar in da Belze negorijke. toen zij er duuzenden menschen teugen de keien geslagen en hebben daar uren gebid mee natte wangen van tranen. Toen zijn daar tientallen ijzerharde kearels, die niemeer dejen aan God of Gebod, die in gin jaren meer gebid had den, teugen dn grond gevallen en hebben er ge smeekt naar Unslievrouwke! Wantde weareld scheen dus nie van God verlaten! Wa k daar mee zeggen wil? Laten de menschen, die t vandaag nog hebben, die 't vandaag nog veur 't zeggen hebben, laten die menschen d'r rijkdommen en d'r macht ten zege zijn veur d'n èrmen en kleinen man die z'n botrammke uit z'n taanden wordt gesleurd. Laten huilie bewijzen, deur gedrag en veurbeeld, dèt de weareld nie van God verlaten is! Laten zuilie God toonen aan 't wanhopende menschlom, da-d-in de kern van z'n hart zoo diep- geloovig is! Zoow gère vertrouwt op d'n hemel. Maarlaten me dan ok nie 't allerbeste grijntje vertrouwen afnemen. Dan wordt de weareld 'n hel! En de hel Ja, die is van God verlaten! Amico, veul groeten van Trui en as altij gin horke minder van oewen toet a voe DRé.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 9