De Brabantsche Brief
Denkt om llw waterleiding!
van Dré.
Zaterdag 28 Januari 1933. SCHAGER COURANT.Derde blad. No. 9218
NA DE RAMP VAN DE
„ATLANTIQUE"
Noodlottigs ontploffing ts Szhaesberg
TRAGEDIE IN DE
HOOFDSTAD
DE MOOISTE FOTO
Vervalschers van rijwielmerken
gearresteerd
WIE ZIJN NEUS SCHENDT
Eet aandeel van het Nederland-
sche stoomschip ,,Erato" in de red
ding. Een onderhoud met de
stuurlieden.
Donderdagnacht ia aan de Levantkade te Amster
dam aangekomen de Erato van de K.N.S.M., kapitein
J. Lodewük. welk schip heeft deelgenomen aan de red
ding van de opvarenden van de Atlantique. Daar de
„Erato" de reis voortzette, na de schipbreukelingen te i
Cherbourg aan land te hebben gezet, kan eerst nu
©enigszins omstandig over het aandeel van kapitein Lo-
dewiik en zijn mannen worden bericht
In een onderhoud met een medewerker van de N.R.Ct
deden de stuurlieden van de „Erato" het volgende ver
haal.
Op Nieuwjaarslag. 's morgens om 10 uur vertrokken
wij van hier naar Noord-Spanje: Pasajes. Aanvankelijk
was de reis voorspoedig, maar nadat wij op 2 Januari
Dungenes gepasseerd waren, begon het op te briezen.
met als gevolg een toeloopende zee en deining. Zwaar
slingerde de kleine Erato. 's Morgens om 5.40 kregen wij
schip in zicht, dat later de Atlantique bleek te zijn. Te
6.20 bespeurden wij. dat er daar brand aan boord was;
bij den voorsten schoorsteen sloegen de vlammen uit
Wij stoomden er heen en gelijktijdig met ons was het
Duitsche s.s. Ruhr er bij. De Atlantique bleek al sloepen
te hebben uitgezet. Bii het dag worden flapten ze met
rood licht om de aandacht te trekken. Wij ontwaarden
ook een sloep die langszij het schip hing. vertikaal, in
een talie, waarmee bil het vieren waarschijnlijk een on
geluk was gebeurd. Ook zijn wij nog omgeslagen sloe
pen gepasseerd, maar menschen zagen wij niet drijven.
Wij gingen de zee bovenwinds afzoeken, omdat het
onmogelijk was benedenwinds te komen, vanwege de
zware rookontwikkeling. In den beginne begaven wij ons
niet al te dicht bij het schip, rekening houdend met de
mogelijkheid van ketelexplosie en oliebranden in den
bunker. In totaal pikten wij 5 sloepen van de Atlantique
op met 84 opvarenden, waaronder twee die bedwelmd
waren door de rook en vier gewonden (hoofdwonden).
Een was geheel zonder kleeren. en een slecht3 gedeelte
lijk gekleed. Het aan boord brengen van de schipbreu
kelingen ging met moeilijkheden gepaard, daar het zee
tje nogal wat aanliep. Wij bleven op 50 M. van het
eohip en trachtten de menschen. die op de balt (het voor
echip) van de Atlantique stonden, te redden door een
lange tros die op een van de Fransche reddingsbooten
te laten omscheren naar het brandende vaartuig. Maar
dit mislukte helaas. Zelf kon de Erato geen sloepen uit
zetten In verband met haar kleine eoulpage; 16 man. En
ook zijn de sloepen voor een geval als dit. ongunstig
geplaatst, op het achte#lek.
Wij bespeurden ook menschen in midscheeps, die pro
beerden door middel van het zwaaien met een laken en
het op de vingers fluiten de aandacht te trekken. Hun
ne positie was zeer hachelijk. Aan alle zijden woedde
het vuur om hen heen en beneden wachtte hen de woe
lige zee. Ook was er een hevige stoomontwikkellng door
de heete huidnlaten. Boven hen brandde bovendien een
der sloepen en dreigde ieder oogenbük neer te vallen.
Hun eenige redding was dus het water en tenslotte
moesten ze wel daarin springen. Een zagen we oppik
ken. een ander la hoogstwaarschijnlijk verdronken.
Ook- de Achillus van de K.N.S.M een tweede vaar
tuig dus van dezelfde Amsterdamsche reederij. was er
Inmiddels bijgekomen. Zü streek een sloep met eigen
equipage en haalde in 1 keer de menschen van het
Bchip. Hulde voor die kranige prestatie, aldus onze
zegsman. In het geheel pikte de Achllles 32 man van
de Atlantique op. waaronder de gezagvoerder en een
drenkeling, de dokter, die schijnbaar levensloos aan
boord werd gebracht en waarvoor geneeskundige hulp
werd gevraagd. Het desbetreffende sein werd beant
woord door het Duitsche passagiersschip Siërra Salvada
dat hulp toezegde. Later bleek die hulp niet meer noo-
dig te zijn. althans de Achillus haalde het sein in. Toen
wij overtuigd waren, aldus eindigde het verhaal, dat er
geen levend wezen meer aan boord van de Atlantjque
was. traohtten wij eerst de reis te vervolgen naar Brest.
om daar de geredden af te geven, maar daar wvj in de
zee op moesten, achtte de kapitein 't beter 70 mijl te
rug te gaan naar Cherbourg om daar de menschen te
landen. Dit moest zoo spoedig mogelijk geschieden met
het oog op da proviand en het koude weer. Een half uur
na aankomst te Cherbourg vertrokken wij weer om de
reis voort te zetten.
Zie hier het sober relaas van de deelneming van de
Erato aan het reddingswerk van de Atlantique.
Twee mannen weggeslingerd. Een van
hen gedood, de ander gewond.
In de mijn Oranje Nassau II te Schaesberg in Zuid-
Limburg, heeft Woensdag in de bovengrondsche elec-
trische centrale een ernstig onge'uk plaats gehad. De
26-jarige ondergrondsche opzichter Th. Tempelman
uit Heerlen en de elcctricien Sagensrhneider, waren
bezig proeven te nemen op slaghoedjes. Door onbe
kende oorzaak zijn de slaghoedjes ontploft, tenge
volge waarvan heide mannen werden weggeslingerd
en ernstig gewond hieven liggen. De eerste hulp was
spoedig aanwezig. De heer T. bleek een verbr'zeld
been te hebben, terwijl de electricien een enkelfrac-
tuurtuur had opgeloopen.
Beiden werden naar het ziekenhuis te Heerlen over
gebracht.
Het heen van den heer T. moest onmiddellijk wor
den afgezet. Hij is 's avonds nog aan de gevolgen
overleden. De ongelukkige was gehuwd en vader van
2 kinderen. Een tragische bijzonderheid was wel. dat
de echtgenoote van den ongelukkige zich eveneens
in het ziekenhuis bevond, waar zij de geboorte van
haar derde kindje afwachtte.
Kclenwagen In een schacht gestort.
Ernstiq.9 bedr'5fsrtoornls in een Zuid-
Liinburgsche mijn.
In het ondergrondsche bedrijf van de mijn Oranje
Nassau III te Keerlerheide heeft een ernstige be
drijfsstoring plaats gehad.
Tijdens den middagdienst startte Dinsdag een ko
lenwagen naar beneden in de n hacht, waardoor een
ernstig defect aan de liftkooi werd veroorzaakt.
De middagdienst moest door een hulpschacht en
met ladders naar boven komen. Ongelukken kwa
men gelukkig niet voor. Niettemin kon niet worden
gewerkt.
Aanbestedingen.
27 arbeiderswoningen in de Wleringer-
meer.
Ten kantore van de directie van den Wieringer-
meerpolder te Alkmaar, is aanbesteed de bouw van
27 arbeiderswoningen te Middenmeer in den Wierin-
germeerpolder, voor rekening van het bouwbureau
de Wieringei meer. I aagste inschrijver was de heer
R. A. van Batenburg te Amersfoort, met f58.700.
Een Jong gezin door gasverstik-
king om het leven gekomen.
Lek ln de gasleiding onder het
trapportaal. Buis door de koude
gesprongen.
Donderdagochtend vroeg namen de bewoners van de
bovenwoningen van het perceel 36 Sn de Crijnssens-
straat te Amsterdam (West) en ook de bewoners van
de belendende perceelen een sterke gaslucht waar. In
elk gezin begon men eerst in eigen woning naar de
oorzaak te zoeken; daarna gingen de bewoners met
elkander in verschillende hulzen zoeken, maar vergeefs,
totdat het opvie), dat men de bewoners van de bene
denwoning niet te zien kreeg. Hier woonde de 33-jarige
politie-agent De R. met zijn 25-jarige vrouw en een
kindje, een jongetje van een jaar. Kloppen, daarna hard
bonken op de voordeur, had geen gevolg; er kwam
niemand open doen. De politie is er toen bij gehaald, en
men heeft zich door het achtertuintje tot de Woning
toegang verschart.
Onmiddellijk stroomde na het openen van de keuken
deur gas in groote hoeveeelheid naar buiten, zoodat men
eerst de woning goed heeft mueten ventileeren, alvo
rens er iemand binnen kon gaan. In de voorkamer vond
men toen op den grond uitgestrekt den jongeman; op
den divan, met het kindje in de armen, zijn vrouw,
alle drie in nachtgewaad, blijkbaar door gasverstikking
om het leven gekomen.
De G.G.D. wem gewaarschuwd en verscheen spoedig
ter plaatse met twee autos, terwijl ook een dokter op de
plaats des onheils kwam. Deze kon slechts bij alle drie
den dood constateeren. Vermoedelijk zijn De Roos en
zijn vrouw wakker geworden, maar waarschijnlijk wa
ren zij toen reeds zoozeer bedwelmd door het gas
dat het den man niet meer is mogen gelukken de
voordeur te bereiken, zoodat hij op weg daarheen is
neergevallen.
De vrouw heeft zich waarschijnlijk naar net kinder
bedje begeven en is met het kind in haar armen be
wusteloos op den divan neergevallen, waar men haar
gevonden heeft.
Commissaria Dijkstra en Lispecteur van Pinxsteren
van het bureau Overtoom hebben een onderzoek inge
steld in samenwerking mot beambten van de gasfa
briek. Bij»dit onderzoek bleek, dat onder den vloer in
de gang de straatbuis van het gas gescheurd was, vei-
moedelijk door de strenge vorst. Het uitstroomende
gas heeft zich door het geheele huls verspreid, maar
natuurlijk in hoofdzaak in het benedenhuis.
De lijken der drie slachtoffers zijn overgebracht naar
het Wilhelmina Gastnuia
De deelneming in de omgeving was z*-.er gtoot.
De oorzaak.
Naar nog nader gemeld wordt, staat het nog geens
zins vast, dat de gasle'ding door de felle koude Is
gesprongen Het is ook zeer wel mogelijk dat het hier
een oude breuk betreft, welke zich. door welke oorzaak
kan niec worden nagegaan, plotseling heeft verwijd.
Portret-Atelier JAC. DE BOER,
Keizerstraat DEN HELDER.
UI venhout, 2 i Jan. 1933.
Menler,
Wa-d-is de weareld
hardl
As marmer ligt de èèr-
de gestrekt onder de glas
harde sneeuw.
Dof botsen oew klom
pen teugen d'n bevroren
grond, in de wintdrsclio
stilte, die er staat in de
schepping tusschen 't dor
re geboomte en struikge
was.
'Nen scherpe noordooster
treitert over de velden
deur ons durpke.
As efkens 't zonneke
deur de grijze sneeuwlochten brikt en péérltjes trekt
uit de glazige ijskwabbels, die vastgegroeid zitten in
goot en op raamdurpels; as dan ook de sneeuwlaag
vochtig wordt, dan biggelen druppels langs de be-
vrozen uitsteeksels mi huizekens, stallen en aller
hande bouwsels en 'n oogcnblikske later druipt d'n
glazigen ijsfranje ieveraans as kristallen pinnekes-
versicring aan de blind-bevrozen geveltjes.
't Tij is wel bar.
D'n èremoei hartverscheurend.
Muljocnen en muljocnen menschen, mee verstand
zooals wij, mee gevoelens zooas wij, mee verlangens
zooas wij. muljoenen menschen, gcschaoen mee
't zelfste doel zooas wij, muljoenen en muljoenen is
't geschenk van 't leven, 't vcurrecht van te zijn, van
daag 'n grootcn, ondraagbaren last.
Want de weareld is zoow marmerhard en
-koud, de leste jareri.
Daar is zoow weinig uitzicht deur de witbevro-
zen ruiten van 't loven.
Daar kan zoow weinig zon deur die ramen. Want
't ontbrikt daarbinnen zoowdikkels aan 't bakske
steenkolen, om de ramen schoon te stoken.
In Den Haag zijn binnen enkele dagen twintig
kinders achter de ijzeren tralies van 'n gevangenis
cel lek e gezet.
Kinders, van veftien jaren af, of zijn da gin
kinders? Kinders die deur de stad zworven en
bij nacht en ontij ieveraans inbraken, roofden en
plunderden.
In Rotterdam sprong 'nen jongen van 'n toren
hoogte in 'nen zekeren dood cn 'n toeval, maar
d'n dood lustte 'm nie. Dus! dus al gaauw dook
nommer twee in d'n dood z'n ermen. Zcuvcntig me
ters hoog viel ie te pletter in 't striemende ijswa-
ter.
Eerst hebben de kranten, 'n bietje bedekt, d'n eer
sten laagspringert zóów bepluimd, dat d'n tweede wel
volgen móest! Waant en daar go-g-et om
de tijen zijn hard. „Wa-d-is de weareld hard", bogon
ik m'n hricfke! En 'k herhaal 't hier nog 's. Den
jongeman, die ze op deuzen oogenbük. da 'k ditte
schrijf, aan 't begraven zijn, krijgt gin grijntje mee-
lijcn mee in z'ncn bovrozen grafkuil; d'n eerste
wordt verlcugend nouwl
De propagandafilm Stuwing van de
V.A.R.A. verbrand.
De lllm geheel vernield.
Toen Donderdagochtend omstreeks halftwaalf de
operateur van de V.A.R.A. de Woensdagavond voor
de afdeeling Goor van de V A.R.A. in de zaal der
Groote Sociëteit te Goor gedraaide eerste Nederland-
sche geluidsfilm Stuwing, van de V.A.R.A., wilde op
halen, werd in de nabijheid van de cabine een brand
lucht waargenomen. Bijna onmiddellijk daarop
slpegen de vlammen naar alle kanten uit. Met eigen
brandbluschmiddelen wist men den brand spoedig
te blusschen. De film werd geheel vernield en twee
kamers van de sociëteit zijn uitgebrand.'
Te dicht bij de kachel gekomen.
Vrouw in vlammen.
Doordat een 61-jarige vrouw in haar woning aan
de Lauwegracht te Utrecht te dicht bij de kachel
kwam, geraakten haar kleeren in brand. In haar
angst snelde zij naar buiten, waar voorbijgangers
met jassen de brandende kleeren hebben gedoofd.
In ernstige» toestand is de vrouw naar de rijkskli
nieken overgebracht. Voor haar leven wordt ge
vreesd.
Groote voorraad vervalschte merken in
beslag genomen.
De Nederlandsche centrale inzake falsificatiën heeft
Zaterdag j.1. en Maandag d.a.v. 4 personen gear
resteerd, in verband met den verkoop van valsche rij-
wiëlbelastingmerken. Deze aanhoudingen zijn het re
sultaat van 'n langdurig onderzoek, waarbij aan het
licht gekomen is, dat kooplieden op het Waterloo-
plein en op de Zondagsmarkt in den „Jodenhoek" te
Amsterdam groote hoeveelheden valsche rijwielbe-
lastingmerken tegen lagen prijs aan den man brach
ten. Een partij van 200 valsche merken is nog in be
slag genomen.
De aangehoudenen zijn dezer dagen ter beschikking
van de justitie gesteld. Meer aanhoudingen worden
verwacht. Het publiek wordt gewaarschuwd, zich al
leen ten postkantore van nieuwe rijwielbelastingmer-
ken te voorzien.
Twee spoorwegarbeiders overreden.
Die bezig waren met wissels te ontdooien.
Op het rangeerterrein bij het hoofdstation te Gera,
in Zuidoost Duitschland, zijn twee spoorwegarbei
ders, die bezig waren met het ontdooien van een
wissel, door een locomotief overreden. Een arbeider
werd op slag gedood, terwijl de tweede in het zie
kenhuis aan zijn verwondingen overleed. Door het
geraas van het zuurstofapparaat, dat de arbeiders
bij hun werk gebruikten, hadden zij de naderende
locomotief niet gehoord.
En waarom, amico, waarom sprongen die jonge
mannen in mageren Hein z'n knokkels?
Alleen veur d'n Roem?
Kletsprotjesl
Om 'n kans!
'n Kans veur 'n bestaan te winnen deur middel
van dieön hum! roem.
Ze sprongen d'n dood in veur d'r leven!
't Is nie meer: „oew geld of oew leven!"
't Is nouw: „m'n leven of 'nen bottram!"
Da s d'n ondergrond van zulken „moed".
't Bewijs?
Wie stelt't hogste prijs op z'n leven?
D'n niensch die 't goed hee. Die mee van alles
't rijkelijkst is bedeeld!
Nie d'n èremoedzaaier, veur wien 't leven 'nen
zwaren last is.
Nie d'n kearel, die mee vertroebelde, doffe oogen,
die befloerst zijn van de teleurstelling, deur 't leven
zwerft as 'nen weggcschupten hond.
Roem?
Hee nog maar de wèèrde van 'n onbetaalden wis
sel, die misschient wel 's voldaan zal worren op
afbetaling!
Ja, daar wordt veul, heel veul kouw gele jen in
deus tijen!
Zaterdagavond, laat, wier d'r aan m'n deur geklopt
„Ginnen bekende", spraken Trui d'r oogen. Want
eiken stap, eiken klop, eiken hoest is Trui bekend.
Ik schudde m'ncn kop, maar 'k sting op van m'nen
stoel bij de plattebuis, waar ik mee Trui ons zurgs-
kens van vandaag besproken had. Ok d'n boer zit
in de penarie, amico en nie zoow zuinig!
Ok wij zitten mee 'n potlooike, op d'n witten
rand van ons krantje soms heelo avonden te cijferen,
om deur d'n tijd te geraken. Ieder 't zijne te geven,
de leveranciers, d'n notaris, de belastingen, afijn, ge
wit da zoowel. Buiten wat er allegaar nog af mot
teugeswoorig veur menier pastoor z'n èrmen, veur
crisiscommitelten, veur steun zus en steun zoow, veur
allerhande gevraag aan de deur, langs de straat en
ieveraans waar g'oew neus laat zien!
Afijn, om dan trug te komen op dieën onbekende
die aan de deur klopte, in den laten Zaterdagavond
ik dee open en daar sting werendig wéér 'nen
kearel die te kort kwam.
„Och meneer zee-t-ie: „nimme nie kwalijk aste-
blift, maar
Ik kreeg de pest in!
'Nen mensch is maar 'nen mensch en as ge sjuust
uitgerekend bedt, da-d-oew sigorke en oew borreltje
veul verminderen mot, da ge nen knecht mot uit
gaan sparen, (as ge 't maar over oew hart kondt
verkrijgen tenminste!) da-d-oew plots in de kerk wel
wa zwaar gaat wegen veur oewen doen en as ge
meteen al tien keeren in oewen zak getast hedt op
zo'nen dag. dan wilde eindelijk op Zaterdagavond
wel 's mee rust gelaten worren!
'k Wilde dus in m'n kwaaie bui de deur dicht
gooien. Temeer: de vent zat goed in zn kleeren en
danja, as ge dan 'n kwaaie bui hedt, dan is da
sjuust genugt, om oew eigen geweten te hekskusee-
ren eu gerust te stellen.
Maar op 't zelfste moment sprongen twee knik-
kels van tranen, in dieën kearel z'n oogen en toen
zee-t-ie: ,,'k heb zo nen honger, meneer!"
Amico, ge meugt 't weten, 'k heb toenge
vloekt!
üllee, ge hoeft me nie te zeggen: „dat motte nie
Wij vestigen de aandacht op de in dit blad voor
komende advertentie van het Provinciaal Waterlei
dingbedrijf van Noordholland, waarbij de verbrui
kers van leidingwater er aan worden herinnerd, dat
het ten strengste verboden is om uit de tapkranen
onnoodig water te laten wegvloeien.
Het doen wegvloeien van water, zonder dat daarvan
een nuttig gebruik wordt gemaakt, is een ernstige
overtreding, omdat daardoor de regelmatige water
voorziening wordt bedreigd.
Naar wij voorts vernemen zal er door ambtenaren
van het Waterleidingbedrijf zoowel bij dag als bij
nacht ten strengste op worden gelet, dat aan het
voorschrift de hand wordt gehouden, terwijl bij over
treding een boete zal worden opgelegd onverminderd
de bevoegdheid der Directie om de gelegenheid tot
waterafneming te verbreken. Tot datzelfde doel is
o.m. de hulp der plaatselijke politie ingeroepen.
Het lijkt ons niet ondienstig om er ook van hieruit
nog eens op te wijzen, dat bevriezing der binnenlei
dingen alleen kan en moet worden voorkomen door
het sluiten van de hoofd-stopkraan en het daarna
laten leegloopen der leidingen door middel van het
bij die stopkraan zich bevindende aftapkraantje. Om
de leidingen geheel te laten leegloopen, dienen alle
tapkranen in het perceel geopend te worden en moe
ten daarbij de leidingen worden doorgeblazen. Na
dat de leidingen leeggeloopen zijn, moet men de tap
kranen en ook het aftapkraantje weer goed sluiten.
Een Engelsch meisje met een mooi gezichtje,
dat zoo graag auto reed, een sport, die
haar echter noodlottig zon worden.
Mej. Mabel Winifred Mabbs was een Engelsch dan
seresje. Zij was wel geen schoonheid, maar zij had
een gaaf gezichtje en kon gemakkelijk emplooi vin
den. Ook was mej. Mabel jong, nog maar achttien
jaar oud, vroolijk en verzot op autorijden. Dus had
zij een vriendje, een jongmensch van drieëntwintig
jaar, dat er een auto op na hield. Op een kwaden
avond was mej. Mabbs met mijnheer Worland, zoo
heette het vriendje, ergens buiten Londen gaan eten.
Toen zij 's avonds, het was al na middernacht, naar
Londen teruggereden, was het mistig. Langs den weg
stond een groote vrachtauto en Worland reed er bo
ven op. met het gevolg dat mej. Mabbs door de
voorruit schoot, waarbij haar neus bijna van haar
gezicht werd afgesneden en zij ook nog de noodige
blauwe plekken elders op haar lichaam bekwam. Zi]
werd dadelijk naar een ziekenhuis gebracht, waar
men haar neus weer vastnaaide. De neus genas, maai
de hechtsels bleven leeiijke üdteekens. Mejuffrouw
Mabbs sprak nu den man, die haar dit koopje be
zorgd had, aan voor schadevergoeding. Worland ver
dedigde zich met te zeggen, dat het net zoo goed
haar schuld was als de zijne. Zij had mee uitgekeken
in den mist en had meegestuurd De vrachtauto had
aan haar kant van den weg gestaan. De jury achtte
echter Worland toch aansprakelijk en kende mej.
Mabbs 300 pond sterling schadevergoeding toe.
doen, Dré!" Ge hoeft zelfs oewen kop nie te schud
den!
Ik weet 't héél goed, ge schiet er niks mee op en
meer nog: ge meugt 't nie doen!
Maar'k was op da d-oogenbük nie in staat
om 't moment te zegenen da d ik gin honger had en
da'k veur dieën èrmen donder nog wa te missen
had.
Ik vloekte op d'n tijd en de weareld, waarin zoo-
veul honger gelejen wordt, want 'nen mensch te zien
die honger lijdtollee, da s veur mijn genogt om
rebels te worren!
Ik kan nie meer rustig bij m'n plattebuske zitten,
mee de wetenschap dat er daarbuiten tienduizenden
in 't barre weer slenteren.
Ik kan nie gelukkig meei eten en genieten van
de Hemelsche gaven in de wetenschap, dat er#daar-
buiten duuzenden 't hartwater uit d'n mond stroomt.
Roem?!
Om oew eigen tranen te lachen, maar heel bit
tere tranen.
Roem?!
'n Prachtig servies, mee niks erin!
'k Heb er d'n lesten tijd 'n bietje aander gedacht
over gekregen.
De „stokzitters" in Amerika, de akrobaten op de
torenshooge wolkenkrabbers; de daansers-op-den-
langen afstaand, die 'n week, en langer nog, te
daansen staan veur honderd pup; de muzikaanten
die dagen aan 'n stuk d'r vingertoppen kapot slaan
op de pianotoetsenroem?
Honger!
Want in 't zelfste laand zwerven twaalfmuljoen
vverkeloozen deur d'n winter.
Aleer 'nen mensch gaat bedelen, perbeert ie veul.
Waagt ie z'n leven.
Doet ie dingen, waaraan maar 1 pet. kans is ver
bonden, en die 'm z'n leven kunnen kosten.
Da s gin zucht naar roem!
D'n eene springt van 'nen toren e n waagt z'n
leven.
Dn aandere brikt in.en waagt de gevangenis.
En as m-n-'t zoow bekijken, dan gollt er ginnen
stroom van wangunst deur ons zielement bij al die
daden naar „roem", maar dan bleft er meolijcn,
diep meelijen over veur 't menschdom da-d-et on
geluk heeft, te motten leven in zo'n verschrikkelijk
tijdsgewricht.
Toen Onslievrouwke van Beauraing verscheen,
daar in da Belze negorijke. toen zij er duuzenden
menschen teugen de keien geslagen en hebben daar
uren gebid mee natte wangen van tranen. Toen zijn
daar tientallen ijzerharde kearels, die niemeer dejen
aan God of Gebod, die in gin jaren meer gebid had
den, teugen dn grond gevallen en hebben er ge
smeekt naar Unslievrouwke!
Wantde weareld scheen dus nie van God
verlaten!
Wa k daar mee zeggen wil?
Laten de menschen, die t vandaag nog hebben, die
't vandaag nog veur 't zeggen hebben, laten die
menschen d'r rijkdommen en d'r macht ten zege zijn
veur d'n èrmen en kleinen man die z'n botrammke
uit z'n taanden wordt gesleurd.
Laten huilie bewijzen, deur gedrag en veurbeeld,
dèt de weareld nie van God verlaten is!
Laten zuilie God toonen aan 't wanhopende
menschlom, da-d-in de kern van z'n hart zoo diep-
geloovig is! Zoow gère vertrouwt op d'n hemel.
Maarlaten me dan ok nie 't allerbeste grijntje
vertrouwen afnemen.
Dan wordt de weareld 'n hel!
En de hel
Ja, die is van God verlaten!
Amico, veul groeten van Trui en as altij gin horke
minder van oewen
toet a voe
DRé.