Het huis op het eiland.
Een vergeten eiland.
De Doornroosje-eilanden
Waarnaar men
luistert
Een dag op de „Hagdalena-eilanden"
Negen-tienden van de bevolking
hebben nog nooit een trein
gezien!
door
B. OWENS.
EEN LAND ZONDER KRANT!
Omgeven door alle dingen, die onze eeuw naar den
achijn zoo volmaakt, maar in werkelijkheid zoo ge
compliceerd maken, bestaat er een gemeenschap van
8000 blanken, waar die dingen tot nog toe geen ingang
gevonden hebben, d.wz., waar zij nooit hun intocht
hebben gedaan! Negen tienden van die 8000 menschen
hebben nog nooit een trein gezien! Of een gebouw van
meer dan twee verdiepingen hoog! Of een lift, een
verkeersongeluk, een brandweer, een politiemacht ZU
kennen advocaten, noch misdadigers, bioscopen, noch
theaters, café's noch restaurants! Een paar zijden
kousen vormen daar een curiositeit. Een krant bestaat
er evenmin en slechts heel enkele families houden er
•en krant op na, die zij uit het buitenland toegezonden
krijgen. Daarentegen zijn er 33 scholen en een 12-tal
kerken.
Dit zeldzame land ligt geen twee dagen van New-
York of Montreal, aan een der drukste scheepvaart
lijnen ter wereld: het is de bij Canada behoorende
Magdalena-ellandengroep!
Amherst, Grlndstone, Alright, Coffin en Grosse zijn
de grootste eilanden, die alle in de richting van de
vier hemelstreken door een kleiner eiland, als schild
wachten worden omgeven. Deze eilanden zijn tezamen
meer dan 20.000 H.A. groot, zeer langgestrekt. zoo
zelfs dat zij meer dan 110 Kilometer lang zijn. Zij zijn
zoo weinig bekend, dat zelfs de meeste Canadeezen
niet kunnen zeggen, waar zij liggen.
DE SCHRIK VAN DE ZEELIEDEN.
Van de Inwoners is het meerendeel van Franschen
oorsprong, terwijl de rest uit Engelschen bestaat,
waartuschen veel Ieren en Schotten. De over de eilan
den verstrooide hulzen, de booten, de menschentypes
berinneren veel aan het Bretagne van voor den oorlog.
De Magdalena-eilanden staan onder de autortaire
macht van de Canadeesche provinclee Quebec, maar
de eenige verbinding met het vasteland is ©en 800-
tons-stocmschip, dat tusschen deze eilanden en PIctou
op Nova Scotia heen en weer vaart.
De eerste Indruk van een pas-aangekomene is zeer
verschillend, al naar gelang men in den zomer of in
den winter komt. In den zomer werken de eilanden
als een natuur-ldylle, de 180 Meter hooge rotfcen van
Sentrv-Island begroeten van verre den reiziger reeds.
Men kan zioh geen vreedzamer, aantrekkelijker oord
indenken, Maar de zomer is er kort en gedurende
de reet van het Jaar regeert de ijskoude Noordenwind.
De zee kookt en schuimt tegen de rotsen, de hemel Is
dreigend rwart-grijs. Zoo werden deze eilanden sedert
de stranding van Jaques Cartler in 1534 een schrik
voor alle zeelieden. Op Amherst. waar Cartler terecht
kwam bewaart men nog herinneringen aan deze
stranding.
Grlndstone ligt in het midden der eilandengroep en
vormt in zekeren zin de ..hoofdstad". Hier is de eenige
bank gevestigd, die de eilandengroep kent, verder een
postkantoor, een radiostation en een radlotelefonle-
station. Verder zijn op Grlndstone ondergebracht de
magazijnen en materialen der verschillende visscherij-
maatschappijen, meestal Amerlkaansche, terwijl in het
Noorden, in Etang du Nord het éénige... hotel! Dit
hotel is verrassend goed, hoewel het niet modern Is:
dit jaar b.v. Is men juist bezig een bad in te bouwen!
- Óver het geheele eiland loopt en breede straatweg,
de éénige wederom, die er op de Doornroosje-eilanden
bestaat!
Op Amherst hebben de autoriteiten zich gevestigd,
terwijl ook de douanebureaux hier zijn ondergebracht.
Het heeft, evenals Grlndstone. ruim 2500 inwoners. Op
het Alrightrelland. dat met Grindstone door een brug
is verbonden, wonen nog 1500 menschen, de rest is
[verdeeld over de overige eilanden. Op Entry en Grosse
■woont het overgroote deel van de Engelsche bevol
king. Daar weeft men zelf nog het eigen linnen op
handweefstoelen! Op Towsend Dingwell, een klein,
«enigszins achteraf-gelegen eilandje, woont een familie
FEUILLETON.
Naar het Engelscb van
Archibald MarshalL
„Maak geen geluid", fluisterde de advocaat, terwijl
zij omlaag kropen. De trap draaide een weinig naar
rechts en liep verder schuin naar beneden. Het ge
luid van hun voetstappen werd overstemd door het
ruischen van vallend water. Lager, steeds lager, ging
het; het leek wel alsof er nooit een einde aan hun
afdaling zou komen. Het ruischen zwol aan tot een
geweldig en angstaanjagend rumoer, daar de cascade
zich juist boven hun hoofden omlaag stortte naar het
meer. Maar de oude metselaars hadden hun werk
goed gedaan; de gang was even droog, als zij hon
derd jaar geleden bij de voltooiing geweest moest
zijn.
Langzamerhand hield het geluid van stroomend
water op. Zij waren onder het meer aangeland, maar
nog steeds hadden ze het einde van de trap niet be
reikt
Calthorp fluisterde hen toe stil te staan. „Laat de
kaarsen hier", zei hij, „wij moeten ze niet waarschu
wen, dat we in aantocht zijn."
Zij zetten de vier kandelaars tegen de muur en
vervolgden, nog voorzichtiger dan eerst, hun weg
naar beneden. Opeens bleef George stilstaan met den
vinger op de lippen. Vlak vóór hem draaide de trap
naar links en de gang werd breeder. Hij gluurde be
hoedzaam om den hoek en deed onmiddellijk een
stap terug. De andere drie drongen achter hem bij
een. Een meter of vijftien beneden hen moest een
niet geheel gesloten deur zijn; er was tenminste een
flauwe lichtstreep zichtbaar.
Enkele oogenblikken bleven zij onbeweeglijk staan
zonder een woord te zeggen. Er was geen geluid van
stommen in wat zonder ecnigen twijfel de myste
rieuze, geheime kamer was, maar zij hoorden bewe
ging; zware voetstappen op een steenen vloer.
„We moeten alle vier met de grootste voorzichtig
heid naar beneden sluipen", fluisterde Calthorp. „Ik
zal de deur opengooien, George en Guy grijpen den
van vijf hoofden en voert daar een volslagen kluize
naarsleven; zij hebben zelfs geen verbinding met de
overige eilanden.
DE GROOTE „LAGUNE".
Tusschen Amherst en Grindstone, die belde lang en
smal zijn, loopt een waterarm, die de Baque Harbor
genoemd wordt en die meer dan 8 Kilometer lang is.
Aan het einde daarvan vertakt deze zich tenslotte en
loopen twee dergelijke armen naar Wolf, Cossln en
Grosse, zoodat een volkomen tegen den wind beschutte
waterweg van meer dan 32 Kilometer lengte tusschen
de eilanden doorloopt. Zij speelt een gelijke rol ala de
groote Lagune te Venetië. De belde mondingen in open
zee zijn zeer smal en liggen bij House Harbour onder
een overdekte brug en bij Grand Entry, het Noord-Oos
telijkste punt van de eilandengroep, waar tevens ge
noeg diepte is, om toegang te verleenen tot den PM-
saglersstoomer en den postboot.
Over de geheele lengte van de belde hoofdeilanden
strekt zich een duinenrij uit. Daar zijn ook groote vu
ren aangebracht, die hun licht meer dan 50 kilometer
ver over zee werpen. Over de duinruggen loopt een
smalle weg, die voor den postdienst bestemd is. maar
de afstanden en te overwinnen moeilijkheden te land
zijn veel grooter, dan die op den waterweg.
Het hoofdverkeersmiddel bestaat uit motorbarkassen,
en er zijn maar weinige families, die er geen hebben.
Bovendien bestaat er op de werkdagen een verbinding
met alle eilanden, die door een ouden zee-veteraan, Ju-
dlan Dupres, wordt onderhouden.
Na het storten van het passagiersgeld, ten bedrage
van één Dollar, steeg de schrijver van dit artikel aan
boord, om eens naar Grand Entry en eventueel naar
Bryon Island te varen. De andere passagiers waren een
vrouw en haar baby. Verder was de boot rijkelijk met
vrachtgoederen beladen: een kist uien, enkele rollen
asfaltpapler en een stapel blik. Onderweg kwamen wij
zelfs een huwelijksstoet in barkassen tegen. Do geheele
lagune is buitengewoon rijk aan kreeften, maar die zijn
het eigendom der regeering en mogen niet gevangen
worden! Later troffen wij een barkas aan met een zieke
aan boord, die voor doktersbehandeling naar Grindstone
voer. Tenslotte landden wij in Grand Entry. waar zich
een groep kolonisten gevestigd hebben, die zoo groot is,
dat de naam „dorp" volgens onze opvattingen nog een
compliment zou zijn aan de „uitgestrektheid".
HET LEVEN IN DOORNROOSJES-LAND.
Het leven op de eilanden verloopt rustig en regelma
tig. Visschen en landbouw zijn de hoofdbezigheden en
bijna iedere familie heeft wat land. om daarop het voor
het gezin benoodigde te verbouwen. Er wordt slechts
weinig geëxporteerd. De postboot en de telefoon zijn de
eenige afwisseling, die men kent. Toen de schrijver van
dit artikel vier uur na zijn komst op deze eilandengroep
op Grand-Entry landde, werd hij In een winkel reeds
aangesproken met de woorden: „U bent toch de man.
die destijds met de „Turrett Bell" hier strandde? En U
wilt nog naar Bryon Island óók?"... Men wist er reeds
alles van!
De hulzen zijn meestal gebouwd van het hout van ge
strande schepen. De keuken Is de grootste ruimte en de
haard staat precies In het midden, zoodat men er om
heen kan zitten. Langs de wand staan tal van stoelen,
omdat men elkaar dikwijls bezoeken brengt en men
schenkt er koffie uit een soort Samovar. Voor het naar
bed gaan. brengt men gewoonlijk een bezoek aan de
buren en daarom moet men steeds daarop voorbereid
zijn. De winkels worden grootendeels door Armeniërs en
Syriërs gedreven, die vroeger als marskramers de eilan
den bezochten. Gewoonlijk krijgen de vissohers een voor
schot van de visscherij-maatschappijen, waarvoor zij bij
deze handelaars hun inkoopen doen. Tengevolge van
den noodtoestand der vissoherij staan zij meestal diep
in het krijt. Slmon Derasp in Grand Entry deelde mij
mede: ..Hoe meer wij visschen, hoe grooter onze schul
den worden, want om te visschen hebben wij benzine
noodig. benzine, netten en nog vele andere dingen, die
meer kosten, dan de vangst opbrengt"
Behalve de naburige eilanden is de aardrijkskundige
kennis van de bewoners zeer beperkt. Maar men zal U
vol trots vertellen, dat iemand van de Magdalena-eilan
den in Oxford heeft gestudeerd en secretaris is gewor
den bij den Volkenbond! Verder zijn er drie doktoren
en een tandarts. Maar advocaten ken men er niet! Straf
zaken komen er zoo zelden voor. dat de High Court van
Quebec. dat naar Engelscb gebruik geregeld door de
provincie reist, op de Magdalenaeilanden beslist niet
langer dan één dag werk heeft. De eerste school op
Entry werd door een gestranden zeeman opgericht, zijn
zoon en zijn dochter geven thans nog onderwijs! Café's
bestaan er eveneens niet; men blijft thuis of gaat op
bezoek en maakt zich dadr hét leven vroolljk...
Van de geschiedenis der eilanden is weinig bekend.
éénen, die hot dichtst bij ons is; Bobby en ik den
anderen. Vooruit maar."
De geluiden in de kamer hadden opgehouden. Zij
kropen voetje voor voetje de trap verder af; toen hiel
den ze wéér halt, als om moed en kracht te verza
melen voor den stormaanval.
George duwde ziju schouder tegen de deur, die met
luid gekraak opensprong. Toen deinsde hij met een
kreet achteruit, waarvan naast hem oen echo weer
klonk. Calthorp en Bobby hadden 'n paar stappen in
de kamer gedaan en keken in den loop van een
revolver, die recht op hem gericht was. In het mid
den van het vertrek, precies tegenover hen, stond
een man, die met fonkelende oogen naar hen keek.
Hij zei niets, maar zijn wapen bleef op hen gericht.
Toch was het niet de loop van de revolver, die hen
op den drempel terughield.
De muren van de kamer waren bekleed met ge
polijst zwart marmer en in daaraan bevestigde zilvo-
ren kaarsenhouders, die een spookachtig schijnsel in
de sombere ruimte wierpen, brandden tweo kaarsen.
Op den grond stonden, in eenige wanorde, verschei
dene houten kistjes en vlak achter de man was een
verhooging, die veel had van een praalbed. Daarop la
gen naast elkaar een man en een vrouw. Zij waren
geheel gekleed, maar de japon van de vrouw, of
schoon van kostbare stof, was van een ouderwetsch
maaksel en geel van ouderdom. Zij lagen daar, alsof
zij in rustigen slaap waren; een haast ontroerend
mooi paar. En geen van die vier jongelui, die niet
wist dat zij in tegenwoordigheid waren van de lijken
van Sir Roderick Bertram en diens lang-gelcden ge
storven vrouw.
Ze bewogen nie, ze gaven geen geluid, het tooneel
greep hen zóó aan, dat het onuitwischbaar in hun
geheugen werd gegrift Zij dromden bijeen aan den
ingang, seconden Jang. Ook de man tegenover hen
stond roerloos, ofschoon zijn wapen niet van hen af
liet.
Toen, plotseling, vóór zij zich rekenschap konden
geven van wat er precies gebeurde, veranderde het
aangrijpende tafereel in een schouwspel van afgrijse
lijke verwarring en verschrikking. Een schril, schu
rend geluid van boven, verbrak de diepe stilte. Op
het gezicht van den man in de kamer kwam een
uitdrukking van onuitsprekelijke ontzetting; hij liet
zijn revolver zakken; onmiddellijk daarop was er een
angstwekkend sissen en klateren, de lichten gingen
uit en ze bevonden zich in een krankzinnige draai
kolk van woest, bruisend water. Als door dezelfde
aandrift tot lijfsbehoud voortgezeweept, keerden ze
zich alle vier om en drongen in doodsangst de smalle
trap op, terwijl het water hen met wilde kracht en
donderend geweld achterna bruiste. Eenmaal werd
Ohamplain, de eerste gouverneur der Fransche koloniën
in Canada, gaf er een naam aan, nadat Cartier, de ont
dekker van den St. Lorenzstroom, hen had ontdekt In
1903 werden de eilanden door een maatschappij overge
nomen, die echter in de laatste jaren bankroet ging.
De eilanden zijn dientengevolge tegenwoordig het eigen
dom van een Canadeesche Bank.
Hoewel op de eilanden rijke gips- en magnesiumvel-
den te vinden zijn. heeft tot nog toe niemand de ex
ploitatie ervan ter hand durven nemen. De bijzonder
slechte verbindingen met het vasteland maken dit tot
een uiterst riskante onderneming. Een kabel bestond
weliswaar sedert ruim vijftig jaar, maar in 1910 werd
die door de radio vervangen. En de postverbinding bleef
onregelmatig, slecht en daarom ontoereikend.
In den winter van 1910 liet men daarom een van een
aeil voorziene ton te water, die de post bevatte en Het
opschrift droeg: „Winterpostdienst Magdalena-eilanden"
De ton dreef bij kaap Breton aan en vervulde haar
dienst uitstekend, want in den winter werd een goede
winter-postdienst ingesteld! In den winter van 1927 had
men zelfs een luchtpostverbinding naar Moncton (New
Brinswick).
De geringe diepte van de zee rondom de eilanden ver
hindert het aanleggen van grootere schepen. Men is
thans echter van plan ln de buurt van Etang du Nord
een 130 meter lange pier te bouwen. Het plan, dat tot
nog toe weinig voortgang ondervond, wordt thans door
de regeering gesteund en binnenkort zal men met de
werkzaamheden beginnen. Misschien zal dan ook op de
Doornroosje-eilanden de Nieuwe Tijd haar intocht
doen...
VRIJDAG 17 FEBRUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.PJR.O.: 10.00 Mor
genwijding; VARA.: 10.15 De Notenkrakers ol.v. Daaf
Wlns; 11.10 Onze Keuken door P. J. Kers; 11.40 Voor
dracht door Carel Rijken; AVRO.: 12.00 Lunchconcedt
door Kamerorkest; 2.00 Causerie door C. Veening:
„Marokko"; 2.30 Klelii-orkest o.l.v. Nico Treep; VA
RA.: 4.00 De Flierefluiters o.l.v. Hugo de Groot; 450
Voor de kinderen; 5.30 De Notenkrakers; 8.10 Orgel
spel door Cor Steijn; 6.40 „Van leed en strijd, van hoop
en geluk in Sovjet-Rusland"; 7.00 De Flierefluiters
o.l.v. Hugo de Groot; V.P.R.Ó.: 8.00 Curus: De Jeugd
in het heden; 8.30 Concert; 9.00 Cursus: De functie
van het beroep in volk en cultuur; 9.30 Concert; 10.00
Vrijz. Godsd. Persbureau; 10.05 Vaz Dlas; 10.15 De
clamatie; 10.45 Gramofoonmuziek; VARA.: 11.00 Gra-
rpofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
HUIZEN (290 M.)
N.C.R.V.: 8.00 Schritflezing en meditatie; 8.15 Gramo
foonmuziek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Concert door het
Trio van der Horst; 12.00 Politieberichten; 12.15 Gra
mofoonmuziek; 12.30 Bespeling van het N.C.R.V.-orgel
I.15 Trio van der Horst; 2.00 Zenderverzorging; 2.30
Lezen van Chr. Lectuur; 3.00 Huishoudelijke raad; 3.S0
Conoert; 5.00 Botanisch halfuurtje door Rlnke Tolman;
5.30 Halfuurtje voor jeugdige amateur-fotografen; 8.00
Jac. Biemond Pz.: „Consumptiemelkvoorziening"; 6.30
„Het aanleggen van een rotstuintje" door A. J. Her-
wig; 7.00 Literair halfuurtje; 7.30 Politieberichten; 7.45
P.T.T.rkwartiertje; 8.00 Concert door het Amsterdamsch
Symphonie-Orkest o.l.v. M. de Haas; 8.30 John's Ac
cordeon Duo; 8.45 Orkest; 9.00 Lezing; 9.30 Orkest;
9.45 Accordeon Duo; 10.00 Vaz Dias; 10.10 Orkest; 10.30
Gramofoonplaten.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Gramofoonmuziek; 1.30 Concert; 5.20 Gramofoon
muziek; 6.35 Idem; 8.20 Concert; 9.20 Idem; 10.80 Gra
mofoonplaten.
KALUNDBORG (1153 M.)
II.20 Strijkorkest; 2.20 Zang; 2.40 Concert; 7.30 Orgel
recital; 9.35 Mandolineconcert.
RONINGSWUSTERHAUSEN (1638 M.)
3.50 Conoert; 5.20 Pianorecital; 6.55 Populair concert;
10.20 Concert.
LANGENBERG (472 M)
11.25 Populair concert; 12.20 Concert; 4.20 Vespercon
cert; 9.50 Populaire- en dansmuziek.
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Orgelconcert door Georg Metzier; 1.05 Concert;
3.20 Schoolconcert; 4.10 Concert; 6.50 Planorecital; 8.20
Concert door het B.B.C^orkest; 10.40 Vioolrecital; 11.15
Dansmuziek.
PARUS EIFFEL (1446 M.)
7.50 Concert oJ.v. Ed. Flament.
PARIJS-RADIO (1725 M.)
8.05 Gramofoonmuziek; 12.50 Concert; 7.40 Idem; 9.05
Symphonie-concert.
MILAAN (331 M.)
6.20 Populaire muziek; 8.20 Concert.
ROME (441 M.)
3.20 Pianorecital; 8.05 Gevarieerd programma.
WEENEN (517 M.)
4.05 Gramofoonmuziek; 6.25 Populaire muziek; 7.25
Concert; 9.45 Dansmuziek.
BEROMUNSTER (460 M.)
735 Vioolrecital; 9.00 Marek Weber en zijn orkest.
Bobby door de kracht van den maalstroom neergewor
pen en hij was verloren geweest, als zijn uitgestoken
hand niet die van George gegrepen had, die hem
overeind rukte, terwijl hij den dollen wedren voort
zette. Zij kwamen aan de plek, waar zij hun kaarsen
hadden achtergelaten, maar het water golfde reeds
boven hun kniecn en het licht, dat hen straks hiertoe
geleid had, werd onverwacht gedoofd en wéér bevon
den ze zich in inktzwarte duisternis. Maar ze waren
gered en bleven even rusten onder het bulderen der
cascade, hijgend en geslagen door schrik, terwijl zich
net onder hen thans een gladde watervlakte vormde,
op gelijke hoogte met de oppervlakte van het meer
buiten.
„Hij ligt daar beneden", hijgde Guy. „Het kwam
uit het dak. Ik zag nog juist, dat hij omvergegooid
werd."
„Wij kunnen hem niét redden", bracht Calthorp
met moeite uit. „Laten we naar boven gaan."
Zwijgend beklommen zij de smalle trap verder,
druipend en uitgeput door den schrik en de worste
ling, tot zij eindelijk andermaal op den steenen vloer
van de kleine kapel stonden. Ze openden de buiten
deur, met trillende handen schoven ze de zware, ijze
ren grendels weg en kwamen weer in het licht, want
de maan was door de wolken gebroken en bescheen
den vredigen, effen spiegel van het meer, waaronder
de dooden lagen in hun overstroomd graf drie,
waar vroeger twee stil gerust hadden.
Twee mannen liepen haastig het terras op, naar
hen toe, toen zij uit do schaduw van het huis en de
boomen te voorschijn kwamen.
„Ze zijn op het eiland", schreeuwde de voorste.
„Wij vonden in het zomerhuisje den ingang van den
tunnel en gingen naar beneden. Het water golfde ons
tegemoet en wij ontsnapten op het nippertje. Ze moe
ten kans gezien hebben naar beneden te komen en de
gang onder water hebben gezet."
„Waar is Braithwite?", vroeg George snel.
Als in antwoord op deze vraag, liep Calthorp haas
tig het terras af, den weg, dien de twee mannen op
gekomen waren.
„De boot", schreeuwde hij.
De anderen volgden hen, maar hij was hun een
eind voor. De boot, waarmede de twee mannen naar
het oiland waren gekomen, lag onder aan de stee
non treden. Ze zagen een donkere gedaante tusschen
do boomen te voorschijn glippenhij sprong in
dc boot en trok een mes met het kennelijk doel het
touw door te snijden. Maar Calthorp was hem te vlug
af. Er volgde een korte, hevige worsteling; toen kwa
men de anderen den advocaat te hulp en enkele mi
nuten later stond Braithwaite, hijgend van inspan
ning, geboeid op de onderste trede van het terras,
ZATERDAG 18 FEBRUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.PH.O.: 10.00 Mor
genwijding; VARA.: 10.15 Uitzending voor de arbei
ders In de Continubedrijven; 12.00 De Notenkrakers o.L
v. Daaf Wins; 2.00 Verzorging zender; 2.15 Gramofoon
muziek; 2.50 Causerie; 3.10 Balalaika-orkest; 3.30 Ne
gerliederen; 4.00 Gramofoonmuziek; 4.10 Balalaika-
orkest; 4.20 Negerllederen; 4.30 Grramofoonmuziek;
4.40 Cooperatlekwartiertje; 5.00 De Notenkrakers o.l.v.
Daaf Wins; 6.00 Volksliederen dooir „de Wielewaal";
6.30 Orgelspel door Cor Steyn; 7.00 Uitzending voor
het platteland; 7.20 Vioolrecital door Carla Rosen; 7.45
Herhaling S.O^.-betrichten7.50 Vervolg Vioolrecital;
8.00 De Dorpsbarbier; 8.15 De Flierefluiters o.l.v. Hu
go de Groot; 8.45 Toespraak door A. de Vries; 8.55
Varia; 9.00 Radio-paradox m.m.v. de Flierefluiters,
Albert de Booij, bariton, Accordeonkwartet, enz.; 11.00
Vaz Dlas; 11.10 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (296 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek;
11.30 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Politieberichten;
12.15 Orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 1.45 Verzorging
zender; 2.00 Halfuurtje voor de rijpere jeugd; 2.30
Kinderuurtje; 4.00 Gramofoonmuziek; 4.30 Dubbelman-
nenkwartet „Bel Canto" te Haatrlem; 4.50 De K.R.O.-
boys; 5.15 Sportpraatje; 5.30 Dubbelmannenkwartet;
5.50 KH.O.-boys; 6.20 Journalistiek Weekoverzicht;
6.40 K.R.O.-boys; 7.10 Kath. Radiovolksuniversiteit; 7.30
Politieberichten; 7.45 Sportpraatje; 8.00 K.RO/-Orkeat
ol.v. Marlnus van 't Woud; 8.45 Vaz Dlas; 8.50 Lezing;
9.15 Clnemaorgel-concert door Alphons Driessen; 9.45
Microfoonvertelsel; 10.00 Orkest; 11.00 Vaz Dlas; 11.15
Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Concert; 5.20 Concert; 8.20 Concert 10.30 Idem.
KALUNDBORG (1154 M.)
11.20 Strijkorkest; 2.50 Omroeporkest; 7.20 Oude dans
muziek; 10.10 Dansmuziek.
BERLIJN (419 M.)
6.50 Volksliederen; 7.05 Vroolljk programma; 8.20 Bal
in de Staats-Opera te Berlijn; 1.50 Vervolg; daarna
concert.
HAMBURG (372 M.)
12.35 Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 5.25 Gevarieerd
programma; 9.50 Dansmuziek uit Berlijn.
KONÏGSWUSTERHAC3EN (1635 M.)
I.20 Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 6.55 Concert; 8.05
Oude en nieuwe dansen.
LANGENBERG (452 M.)
12.20 Concert; 1.55 Gramfoonmuziek; 7.20 Dansmuziek;
II.20 Dansmuziek op gramofoonplaten.
DAVENTRY (1554 M.)
1.20 Concert; 3.05 Concert; 5.05 Orgelconcert door Ha-
rold Ramsay; 10.55 Dansmuziek.
PARIJS-RADIO (1725 BL)
12.20 Populair conoert; 4.10 Concert; 9.20 „Das Land
des Lachlens", operette van Franz Léhar.
MILAAN (331 M.)
4.30 Dansmuziek; 6.20 Gramofoonmuziek; 8.05 Gevari
eerd programma; 9.20 Orkestmuziek.
ROME (441 M.)
4.50 Orkestmuziek; 7.20 Gramofoonmuziek; 8.05 Concert,
tusschen de twee detectives in.
Met norschen blik keek hij naar het groepje man
nen om zich heen.
„Waar is Martin?" vroeg hij.
„Martin is verdronken", antwoordde Calthorp
somber.
HOOFDSTUK XXVIL
Mevrouw Herbert vertelt.
Het was stil in het groote huisallen, die niet
betrokken waren in de ontknooping van de tragedie,
sliepen.
Braithwaite werd door de detectives naar de
eetzaal gebracht, waar het plotseling-onderbroken
souper nog altijd op tafel stond. Daar kwamen ook
de vier jonge lieden, nadat zij andere kleeren aan
getrokken hadden.
„Je behoeft niets te zeggen," richtte Calthorp zich
tot den arrestant, „alJes wat j-j zegt, zal als bewijs
legen je kunnen worden gebruikt bij het justitieel
onderzoek."
„Justitie? Onderzoek? Waarvoor?", vroeg do man.
„Wel, voor het stelen van het lijk en de juweelen
van Sir Roderick", antwoordde Calthorp.
„Ik heb niets gestolen", klonk het stroef, „en Mar
tin ook niet. Wat wij hadden, was ons gegeven. Sir
Roderick's lichaam rust in vrede op de plaats, die
hij zelf had uitgezocht en cle juweelen zijn daar ook.
Niemand heeft er ook maar een stuk van weggeno
men en we waren ook niet van plan dat te doen."
„De juwoelen behooren aan Sir Guy Bertram",
merkte Calthorp op. „Wat je van plan was ermee te
doen, je hebt ze in elk geval gedurende bijna een
jaar voor hem verborgen gehouden. Het zal niet veel
moeite kosten je aan de justitie over te leveren, zou
ik denken."
„Ik kan u eigenlijk niet zoo goed alles vertellen
wat ik weet", verklaarde Braithwaite na enkele
oogenblikken van norsch zwijgen. „Ik heb niets ver
keerds gedaan, niets anders dan wat Martin mij zei
en wat Sir Riderick wenschte. En nu zij beiden dood
zijn, is er geen reden om verder te zwijgen."
De gewezen tuinman zag er absoluut niet uit als
een misdadiger, al maakte hij een stuurschen in
druk. Hij had het bericht van den verschikkelijken
dood van zijn medesamenzweerder zonder veel tce-
kenen van ontroering ontvangen. Calthorp sloeg
hem aandachtig gade en richtte zich toen tot beide
detectives:
„Jullie kunt die dingen wel afnemen, en wacht dan
buiten tot ik jullie weer roep."
Wordt vervolgd.