Alltlllll Billis- lllttttllit- Lüillllllll CxEESTELIJK £^Even Algemeen Belang. I Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen. Zaterdag 18 Februari 1933. SCHAKER 76ste Jaargang No. 9231 CTüïIÏT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- itentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels 10.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN door Astor. De strijd om het bestaan HET gebeurt mij wel eens, dat ik met de han den in het haar zit en mijzelf afvraag, waaraan zal ik het „geestelijk leven" wijden. Dan heb ik een gevoel of ik volkomen uitgepraat ben en niets meer te zeggen heb, wat de moeite der overdenking waard is. En nu is juist het tegenovergestelde het geval. Nu zit ik stikvol met ideeën, met gedachten, die ik on geordend wel allen zou willen uiten. Want ik héb oen drietal brieven ontvangen, die mij rijkelijk stof tot schrijven geven en de geschiedenis der „Zeven Provinciën" zit me dwars. Eigenlijk was mijn oorspronkelijk plan om naar aanleiding van wat zich in de Indische watéren heeft afgespeeld op een der schepen van onze roemruch tige marine, een artikel te schrijven. Ik had het in mijn hoofd al klaar. Het was bijtend en scherp. Voor al ook omdat ik in de groote bladen allerlei brallen de ingezonden stukken had gelezen, van menschen. die heftig verontwaardigd zich toonden over het ge drag der schepelingen en die nu vroegen of de Ne- derlandsche leeuw niet eindelijk zou ontwaken enz. en niet minder om schijnheilig gebazel en onbarm hartig christelijk gedaas in ons heerlijk parlement. En toch komt dit artikel, dat ik had willen wijden aan de „heiligheid" van het gezag, niet. Dat wil zeggen nü nog niet. Later wel. Maar eerst moet mijn geprikkelde stemming wat geluwd zijn. Het is, wanneer men schrijft voor velen, altijd ge wenscht, dat men dit rustig en wel overdacht doet Hierom acht ik het noodzakelijk om een paar weken te wachten. Dan zijn ook de menschen beter in staat tot een juist oordeel, omdat zij dan weer wat beko men zijn van de opwinding, welke het Indische avontuur heeft veroorzaakt Nu ga ik dus rustig schrijven over het bovenge noemde onderwerp, waarover iemand uit Schevenin- gen een brief tot mij gericht heeft. De heer de V. wijst op de noodzakelijkheid voor leder om zich in deze maatschappij een bestaan te veroveren en concludeert daaruit, dat ook in de toe komst de strijd, waarop ik in het vorige artikel doel de (ik zeide daarin n.1. met diepe zekerheid te ge- looven, dat er een betere maatschappij zal komen, waarin echter toch de strijd en actie zal zijn en geen Volmaaktheid), zal wezen een strijd om het bestaan. Deze conclusie kan ik niet aanvaarden. Het lijkt mij een geheel verkeerde gevolgtrekking, wanneer de V. zegt: „Daarom is m.i. noodig dat jonge menschen hun best moeten doen om zich in die betere maatschappij een bestaan te verzekeren." Want in een betere maatschappij, zóó als ik mij deze voorstel, zal het stoffelijk bestaan voor iede- een verzekerd zijn en behoeft dus niemand zich „een bestaan" te verzekeren. Immers daarin zal door allen aan de productie der voor de menschheid noodige goederen worden deel genomen en deze productie zal niet meer geschieden om winst te maken en om enkelingen ten koste van de werkers te verrijken. Dit moge vroeger voor velen een utopie, een her- eenschim zijn geweest thans is dit niet meer het geval. Wij leven tegenwoordig in een tijd, waarin ten gevolge van de reusachtige, haast fabelachtige, ont wikkeling der techniek en van de rationaliseering der verschillende bedrijven, in overvloed kan worden voortgebracht zóó dat niemand behoeft te ontberen. Ieder mensch kan behoorlijk gevoed, gekleed, gehuis vest zijn. De groote vraag, waarop het aankomt is slechts deze dat wij krijgen een goede verdeeling van het voortgebrachte. Hierbij hebben wij in 't bijzon der de aandacht te schenken aan het feit, hoe thans millioenen aan de productie niet deelnemen. Ik noem o.a. de 25 millioen werkloozen en de vele millioenen menschen, die over de heele „beschaafde!" wereld verspreid, hun geestelijke en physieke krachten ge bruiken voor onproductieven arbeid als de fabri catie van oorlogstuig of die in uniformen rondloopen. Denken wij ons één oogenblik in, wat het zeggen wil, dat alle beschikbare krachten worden gesteld in dienst der voortbrenging van nuttige dingen, dan zullen wij ons pas een voorstelling kunnen vormen van de ontzaglijke welvaart, welke aller deel kan zijn met een minimum van arbeid voor ieder indi vidueel. Het vraagstuk der voortbrengingsmogelijkheid is thans opgelost. Het vraagstuk der rechtvaardige distributie d.i. der verdeeling van het voortgebrachte móet opge lost worden en vraagt ons aller ernstige medewer king. Er zullen onder de denkende menschen (helaas, duizenden, vooral onder de groote massa der wer kers, denken heelemaal niet nè. over de groote maat schappelijke en zedelijke prohleemen) tegenwoordig slechts weinig gevonden worden, die niet besef fen, dat het tegenwoordige stelsel (het kapitalisme) geen recht van bestaan heeft. Want ieder, die- zich rekenschap geeft van de bestaande waanzinnige toe standen, waaronder wij leven en die niet zóó onmen- schelijk-zelfzuchtig is, dat hij alleen maar om zijn eigen welzijn bekommerd is, voelt dat et een uit weg gezocht moet worden. En hierbij stuiten we altijd op hetzelfde bezwaar en ik lees dit ook weer in den brief van de V. Hij zegt n.1.: „Daarom is m.i. noodig dat jonge menschen hun best moeten doen om zich in die betere maat schappij een bestaan te verzekeren". Mijn antwoord is: neen, mijn jonge vriend! Want die jonge menschen moeten hun best doen om naar den aard van hun aanleg en neigingen zich te be kwamen om de maatschappij d.i. de menschheid tq dienen, door zoo goed mogelijk hun dcoi te leveren aan de algemeene productie. Hun streven zal niet moeten zijn zich te bekwamen en zich in te span nen om de mogelijkheid te scheppen, dat zij het zélf, persoonlijk goed zullen hebben. Huq streven zal wezen een bevrediging van de zuivere behoefte om te arbeiden, een behoefte welke eigen is aan ieder licha melijk en geestelijk gezond mensch. En die arbeid zal aan het geheel* ten goede komen. Maar zoo zegt vervolgens de V. waar zou de prikkel tot ontwikkeling en studie vandaan moe ten komen, als er geen strijd om het bestaan (hier bedoelt de V. strijd om eigen bestaan) meer noo dig is. Dan zöuden vele menschen hun jongen tijd voorbij laten gaan om later te parasiteeren op de werkers." Hiermede ben ik het absoluut oneens. De prikkel tot ontwikkeling en studie zit in den mensch. En wij zien juist dat bij talloozen deze prik kel wordt gedood omdat zij door de omstandighe den verlamd worden, omstandigheden, welke hun de gelegenheid ontnemen om in de richting hunner nei gingen zich te bekwamen. Denkt er toch eens even aan, dat duizenden jonge menschen op 't oogenblik rondloopen over de wereld met de gedachte: ik beu overbodig, de wereld kan mij niet gebruiken. Dat is eenvoudig moordend voor de energie! Hoe anders zouden deze jonge menschen tegenover het leven staan en hoe veel grooter zou hun lust tot geeste lijke en lichamelijke inspanning zijn, wanneer zij wisten: de groote gemeenschap, waartoe ik zelf be hoor, wacht op mij, vraagt om de aanwending óók van mijne krachten, opdat aller leven dragelij ker, schooner zal worden. Ik vermoed dat de V., bij dieper nadenken, dit ge heel met mij eens zal zijn. Ik vermoed dit op grond van wat hij verder schrijft. Want ik lees in zijn brief ook deze merkwaardige woorden: „als de strijd om het bestaan niet meer noodig was en men geen zorg voor het levensonder houd behoefde te hebben, kon men ten volle arbeiden aan de verbroedering der menschheid." Precies! Het is juist die bestaansstrijd welke de verbroedering in den weg staat. Maar als men dan die verbroedering waarachtig wil, moét men dan niet zoeken naar den weg om te komen tot opheffing daar van? De onbroederlijkheid (en hieraan mogen de chris tenen hun aandacht wel eens meer schenken dan zij tot dusverre doen!) van onze samenleving vindt juist haar oorzaak in dien tegenwoordig volkomen overbodigen strijd om het bestaan! Want die strijd om het bestaan is geworden tot een strijd om geld, om winst, om macht en in dien strijd is niets, ook niet het leven der menschen, meer heilig. De V. denkt daar anders over. Hij verkeert in den waan dat men heel goed den bestaansstrijd kan voe ren en daarbij naastenliefde betrachten. Immers hij schrijft:.„Wij moeten allen bij den strijd om het bestaan de naastenliefde betrachten. Daarbij is het toch volkomen geoorlootd om met eerlijke mid delen te strijden voor een bestaan." Toen ik dit las dacht ik onwillekeurig aan een be kende uitdrukking: „Als gij rijk wilt worden eer lijk duurt het langst". Waarmede bedoeld wordt, dat men er met oneerlijke middelen vlugger in slaagt. Maar dit terzijde gelaten (ik geloof dat er vele rij ken zijn, die geheel te goeder trouw meenen. dat zij op eerlijke, d.i. naar de geijkte maatschappelijke op vatting eerlijke middelen zich hun rijkdom hebben verworven) ben ik van oordeel, dat waarachtige naas tenliefde dezen strijd buitensluit. Want hoe men 't ook moge wenden of keeren: deze strijd plaatst de men schen niet naast elkaar, maar tegenover elkaar. Deze strijd beteekent altijd een zoeken van eigen belang. En nu kan men daarbij een heel vriendelijk, hartelijk mensch wezen, men kan liefdadigheid beoefenen en „het algemeen trachten te dienen", alles goed en wel, maar dit verandert niets aan het feit dat men vóór alles in deze maatschappij om zijn eigen bestaan in de eerste plaats bekommerd is. En dat de verbetering van het eigen bestaan altijd geschiedt ten koste van anderen. Wie dit eenmaal heeft ingezien kan er niet aan ont komen zich de vraag voor te leggen: is het mogelijk te komen tot een wijze van samenleven, waarin de persoonlijke strijd om het bestaan is opgeheven. Nu versta de V. mij wél. Ik ben niet zoo naief dat ik zou gelooven dat wij ooit zouden komen tot een ydillischen toestand, tot een soort van paradijs op aardo; waarin geen strijd meer zou wezen. Dje strijd zal een ander karakter krijgen. Hij zal worden de strijd met geestelijke dus geen stoffe lijke of economische wapenen om de geesten der menschen te verhelderen, hen intellectueel, moreel, booger op te voeren. Het vertrouwde adres voor VERGROOTINGEN: FOTOGR. ATELIER ARPAD MOLDOVAN, NIEUWE NIEDORP. Geopend dagelijks, ook 's Zondags. Er is dus niet de minste vrees dat wanneer ieder mensch in zijn stoffelijke behoefte ruimschoots zal kunnen voorzien de prikkel tot inspanning zal ver dwijnen. Maar dit zal de groote, de onuitsprekelijk groote zegen wezen, dat wij verlost zullen zijn van de afzich telijke materieele en geestelijke ellende, welke dc per soonlijke strijd om het bestaan thans brengt over de gemartelde menschheid. En daarom is mijn slotsom deze: ieder die in zijn hart de waarachtige naastenliefde voelt branden, moét medewerken aan het zoeken van een weg om uit deze inzichzelf verdeelde kapitalistische wanorde te komen tot een maatschappelijke orde, waarin de menschen niet meer als economisch gesproken vijanden tegenover elkaar staan, maar als kamera den samenleven, scheppend, voortbrengend en allen deelhebbende aan wat door gemeenschappelijkon ar beid van hoofd en hand en machine wordt voortge bracht. ASTOR. Schagen. De plaatselijke vereenigirig „Algemeen Belang" bield op Donderdag 16 Februari ten huize van den heer G. Plevier een algemeene ledenvergadering, cm 8 uur n.m. Om half negen, nadat dus het bekende Schager halfuurtje is verstreken, opent de voorzitter, Mr. J Buiskool, de vergadering en roept de 13 aanwezige leden het welkom toe. Voorzitter uit zijn spijt, dat niet meerdere leden ter vergadering aanwezig zijn, maar hoöpt dat dit niet 'n bewijs zal wezen van min der groote belangstelling in den gang van zaken der vereeniging. Wel is waar is de agenda niet van bui tengewoon groot belang, maar tijdens de te voeren besprekingen worden vaak punten aangeroerd, wel ke wel belangrijk genoeg kunnen zijn en waarbij zich nieuwe gezichtspunten kunnen openen, 't Is de eer ste vergadering in 1933 en de gewoonte getrouw wil spreker de meest belangrijke feiten memoreeren uit het afgeloopen jaar. Gememoreerd wordt de totstand koming der autobusconcentratie op Schagen, een feit dat voor de gemeente Schagen gunstige gevolgen zal blijken te hebben, 't Grootste deel van dit bedrijf zal zich in en op Schagen concentreeren. Dertien ge regelde autobusdiensten uit alle windstreken zullen menschen naar hier vervoeren t Is een belang voor de geheele burgerij, voor de gemeente en aldus een algemeen belang. Over het wegenvraagstuk kan, helaas, geen pret tige toon worden gehoord. Dit onderwerp komt steeds meer ter sprake, waaruit wel ten duidelijkste blijkt van een hoe groot belang wegenverbetering wordt geacht. In de laatst gehouden raadsvergade ring werd het voorstel van B. en W. om een bijdrage te verleenen aan de wegenverbetering, door den raad verworpen, waaruit mag worden geconcludeerd, dat, voorloopig althans, aan de wegen niets zal gebeuren. Dit is, gezien den meer dan treurigen toestand van de meeste wegen, zeer te betreuren. Maar, aldus voor zitter, het bestuur heeft niet stil gezeten. Hieromtrent zal voorzitter nadere mededeeliug doen. Voortgaande zegt voorzitter, dat 1932 een toene mend crisisbeeld vertoonde. Gehoopt wordt, dat 1933 een blijder toon zal kunnen doen uitspreken en dat later kan worden gezegd, dat 1933 zal blijken te zijn geweest een jaar van minder crisisellende dan 1931 en 1932. Het is een tijd van zorg. Moge de burgerij in zien dat eendrachtige samenwerking veel tot stand kan brengen. Samenwerkend kan een al te groote druk worden voorkomen. Met deze woorden verklaar de voorzitter de vergadering voor geopend. Door den plaatsvervangend secretaris, den heer Stam, werden de notulen der laatstgehouden verga dering gelezen en onveranderd vastgesteld, onder dankzegging voor de juiste weergave. Aan de orde komen nu de ingekomen stukken en mededeelingen. Ingekomen is een dankbetuiging van den heer J. van Scheijen te Callantsoog, voor de hem, ten be hoeve van zijn auobusdienst, verstrekte subsidie. Voorts kwam in een dankbetuiging van het be stuur der Schager Handeldrijvende- en Industrieele Middenstandsvereeniging voor de verleende subsidie ten behoeve van den cursus tot opleiding van winkel personeel. Dezelfde vereeniging verzocht, om bij uitgave van een gids, ook een exemplaar te doen bezorgen bij de telefonisch aangesloten leden dier vereeniging. Wordt goedgevonden. Voorzitter deelt mede, dat tijdens den St. Nicolaas- tijd autobussen hebben gereden van en naar de Wie- ringermeer. De bewoners van dezen nieuwen polder konden zoodoende gratis naar en van Schagen rij den. Het bestuur nam dit besluit, teneinde de gele genheid te bieden Schagen als koopplaats te kiezen. Deze opzet is gebleken een groot succes te zijn ge weest. Het kwam voor dat 6 volle bussen achter el kaar Schagen binnen reden. Het bestuur vraagt de vergadering goed te willen keuren, dat de onkosten tot een bedrag van f40 voor deze onderneming, wor den beschikbaar gesteld. Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten. In de bestuursvergadering, gehouden op 6 Februari werd besloten tot het gemeentebestuur een schrijven te richten, naar aanleiding van het verworpen voor stel inzake de wegenverbetering. Aan B. en W. werd verzocht de onderhandelingen met den polder Scha gen en het Hoogheemraadschap niet af te breken. Van B. en W. kwam een antwoord in, dat het in de bedoeling ligt om het contact te bestendigen. Mededeeling werd gedaan, dat het bestuur den A.N.W.B. er op attent heeft gemaakt, dat op vele richtingaanwijzers in den omtrek niet de juiste en meest gewenschte wegen naar Schagen staan aange geven. Aangeboden werd om bij het herstellen der fouten behulpzaam te zijn. Een antwoord kwam tot heden niet in. Van Mr. S. Groes Trollius te Haarlem, kwam een schrijven in, namens een autobushouder, Capeile ge naamd, die adhaesio verzocht te betuigen aan zijn concessie-aanvrage voor ai:iobusdiensten Heldeii- Sneek en Schagen-Sneek. Niemand onder de aanwezigen wil adhaesie betui gen en wordt het schrijven voor kennisgeving aan genomen. De heer Kerkmeer wijst, nadat de voorzitter mede deeling heeft gedaan van het feit, dat de H.A.B.O. ook concessie-aanvrage deed voor een geregelde auto- busdienst op Sneek, er op, dat de wegen om en bij Sneek verre van schitterend zijn. Voorzitter meent te weten dat deze zullen worden verbeterd. Besloten wordt om, zoo noodig adhaesie te betui gen aan de plannen van de H.A.B.O. Het financieel beheer. Aan de orde komt vervolgens het doen van reke ning en verantwoording door den penningmeester. Benoemd worden in de commissie tot het nazien der bescheiden de hecren Van Leuven Silfhout en Bas. Bij monde van eorstgenoemde deelt de commissie mede, dat alles in de meest volmaakte orde werd bevonden en stelt de commissie voor den penning meester te déchargeeren. Aldus geschiedt. Voorzitter dankt de commissie voor de controle en den penning meester den heer A. Zijdewind, voor zijn accuraat beheer. De ontvangsten bedroegen f 572.79, dc uitga ven f285—, batig saldo f287.79. Een financicele voor uitgang valt te vermelden. Bestuursverkiezing. Volgt verkiezing van drie bestuursleden wegens af treding van de heeren K. Kerkmeer, C. Breet en Mr. Buiskool (allen herkiesbaar). De aftredenden worden elk met 12 stemmen herko zen. De heer K. Swakman verkreeg 3 stemmen. De herkozenen nemen onder dankzegging de herbenoe ming aan. Tot voorzitter werd met op 1 na algemeene stem men herkozen Mr. J. A. E. Buiskool, die verklaart de herbenoeming te accepteeren. (Applaus). Spreker dankt vöor het in hem gestelde vertrou wen. Jubileum Paaschtentoonstclling. Voorzitter deelt, ten overvloede, mode, dat binnen afzienbaren tijd de Schager Paaschtcc :clling haar 40-jarig jubileum zal vieren. Het i t heeft gemeend dat dit hoogst belangrijke feii onopge merkt zal mogen voorbijgaan en zoo is >u een com missie, bestaande uit afgevaardigden der plaatselijke vereenigingen De Hanze, de Middenstandsvereeni ging en Algemeen Belang, reeds over een en ander van gedachten gewisseld. Samengesteld is een huldi gingscommissie, terwijl Mr. Buiskool is verzocht als feestredenaar op te treden. Het ligt in het voornemen het bestuur van de jubileerende vereeniging een matiné aan te bieden in een der plaatselijke zale>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 1