Hei huis op het eiland. fie NederUsclie uitvoer Donderdag 23 Februari 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9234 De tentoonstelling der 75 millioenen. TECHNISCHE WONDEREN DER NATUUR Ruwe handen Nederland het zwaarst getroffen door de Jongste verhooging der Dnltsche invoerrechten. Men schrijft aan de N.R.Ct Door de Zaterdag j.I. afgekondigde vertiooging van Invoerrechten worden de Nederlandsche belangen zwaar getroffen, zwaarder dan die van eenlg ander land. Een voorloopige berekening aan de hand van de Duitsche lnvoerstatistiek heeft uitgewezen, dat in 1932 in totaal voor 24 millioen mark goederen werden ingevoerd, waar op de reohten thans verhoogd zijn. Hiervan kwamen goederen ter waarde van 9.2 millioen Rm. uit Nederland, zoodat deze verhoogingen dus voor 38 pet. ten laste van Nederland komen. Verder worden getroffen Denemarken met 3.1 millioen Rm., de U.S.S.R. met 1.8 millioen Rm„ Frankrijk met 1.8 millioen en China met 1.3 millioen. De Nederlandsche Invoer van kool. De Duitsche regeerihg heeft door de verhooging van de invoerrechten op verschillende koolsoorten groote Nederlandsche uitvoerbelangen zwaar getroffen. Het in voerrecht op roode, witte en savoye kool voor den oor log bedroeg Rm. 2.50. was het sedert 1 November 1925 op Rm. 4 in het autonome tarief van invoerrechten vastgelegd. Met ingang van 1 Februari j.1. werd het au tonome tarief voor witte kool op Rm. 6 gebracht, alles per 100 Kg. Met Nederland was in het thans afgeloopen bandels- verdrag voor witte kool een tarief van 2 Rm. per 100 Kg. overeengekomen en voor roode en savoye kool voor de periode van 1 Januari tot 31 Mei een recht van 2 Rm. en voor de periode van 1 Januari tot 31 Mei een recht van 2 R.m. en voor de periode van 1 Juni tot 31 Decem ber een recht van Rm. 3. Met Frankrijk was een ge lijkluidende overeenkomst voor reede en savoye kool ge troffen. Voor deze beide koolsoorten werd dus bij in voer uit Nederland in Duitschland betaald in de periode van 1 Januari tot 31 Mei R.m. 2, in de periode van 1 Juni tot 31 December R.m. 3. Thans zijn door de opzegging van het Nederlandsche en de gedeeltelijke opzegging van het Fransch-Duit- eche verdrag de autonome tarieven weer van toepassing Dit tarief is nu met ingang van 1 Maart van 4 R.m. on derscheidenlijk 6 Rm. op S Rm. gebracht Volgens de Duitsche Handelststatlstiek bedroeg de invoer uit Nederland in 1932: roode kool witte kool savoye kool 20.261 ton 925.000 Rm. 16.481 ton 759.000 Rm. 10.489 ton 498.000 Rm. 47.231 ton 2.182.000 Rm. In 1930 bedroegen deze cijfers 54.531 ton met een waarde van Rm. 5.345.000. De waarde bij den invoer ln Duitschland bedroeg dus In 1930 per ton ca. Rm. 98 en in 1932 Rm. 46. Door de daling van de prijzen was het invoerrecht van Rm. 2 per 100 Kg. dus in pet. van de waarde berekend dus reeds bijna verdubbeld. De Nederlandsche uitvoerstatlstiek geeft het volgende beeld van den uitvoer naar Duitschland voor alle soor ten van sluitkool tezamen: 1913 1930 1932 19.624 ton f 295.000 53.913 ton f 2.9O1.000 46.109 ton f 1.201.000 Nederlands aandeel aan de verzorging van Duitsch land met sluitkool bedroeg in 1929 95.4 pet., in 1930 92 pet., in 1931 83.9 pet. en in 1932 wederom 93 pet. In 1932 bedroeg de gemiddelde uitvoerwaarde volgens de Nederlandsche statistiek f 27 per ton. Het invoerrecht van Rm. 20 per ton f 11.80 is nu gebracht op 80 Rm. of f 47.20. Het recht is dus verhoogd van 43 ct. op niet minder dan op 175 pet. der gemiddelde uitvoerwaarde. De Nederlandsche uitvoer van consumptie- erwten en voederbooonen en ander veevoer. In 1932 voerde Nederland voor f 313.000 aan erwten en f 191.000 aan paarden- en andere voederboonen naar Duitschland uit. De Duitsche invoerstatistiek. die in elk geval in volledige overeenstemming ia met de posten FEUILLETON. Naar het Engelsch van Arcblbald Marshall. HOOFDSTUK XXX. De stem uit het graf. ..Dit wordt je toegezonden onder den naam. dier. je altijd gedragen hebt, namelijk George Greenfield, maar ln werkelijkheid ben je Sir George Bertram. de eenigo zoon van Sir Roderick Bertram, wijlen mijn meester. Dit zal je alleen ter hand gesteld worden, ingeval ik voor je verjaardag op 14 Maart sterf en niet eerder. Ik verwacht echter wel dan nog in leven te zijn en je mon deling te kunnen vertellen, wat ik nu neerschreef, maar voor het geval dat ik mocht komen te sterven, heb ik op papier gezet wat je dan moet weten en ik zal je ook een groot deel van mijn eigen geschiedenis vertellen, om mij te verdedigen tegen de verwijten, die je mij op verschillende tijdstippen gedaan hebt. Ik kwam voor ongeveer 30 jaar in dienst van Sir Ro derick Bertram, Ik was aan hem verbonden door sterke banden van dankbaarheid en eerbied en deze gevoe'ena zijn in den loop der jaren nog sterker geworden. Je hebt mij gekend als iemand, die van nature weinig aan hankelijk is en ik zal niet beweren, dat je in dat op- »ich mijn karakter verkeerd hebt beoordeeld: maar mijn toewijding en verknochtheid aan Sir Roderick is nooit verminderd sinds den tijd, dat hij mij redde van een schande, die even ernstig als onverdiend zou zijn geweest en mij toen in dienst nam en mij zijn vertrou wen schonk. Dit heeft de sterkste invloed op mijn le ven gehad. Misschien heeft het alle gevoelens voor an dere dingen verdrongen, in ieder geval heeft het mijn handelingen bestuurd bij alles wat Ik de laatste 30 jaar gedaan heb. Als je dat voor oogen wilt houden, zul je eenlgszins mijn gedrag tegenover jou begrijpen, dat je ln het verleden zoo dikwijls ontstemde, en ik ontken niet, dat je vaak reden hebt gehad om ontevreden te zijn» van het tarief van invoerrechten, die verhoogd werden vermeldt als invoer van eetbare erwten Rm. 130.000 en voor voederboonen Rm. 596.000. Het invoerrecht voor eetbare erwten bedroeg ln 1913 Rm. 4, vanaf 3 Mei 1931 Rm. 20 en is nu op Rm. 30 ge bracht; voor voederboonen in 1913 Rm. 2. van 10 Mei 1931 af Rm. 5 en is nu op Rim. 10 gebracht. De verhooging van dit recht past in de politiek der Duitsche regeering, die er in den laatsten tijd op inge richt is de uit het buitenland Ingevoerde veevoedersoor ten wezenlijk in prijs te verhoogen. omdat ze anders een te gevaarlijke concurrent worden van de binnenlandsche voedermiddelen, wier prijs door de bescherming van den graanbouw reeds kunstmatig opgevoerd is. Dezer dagen werd er op gewezen, dat ook de invoer van rijst en in het bijzonder van gebroken rijst en rijst- meel uit dezen hoofde onmogelijk gemaakt is. Zoo wordt ook hier weer het bewijs geleverd, dat de- geen die met de kunstmatige bescherming begint, steeds van kwaad tot erger komt Zoo is ook nog het invoerrecht op groen voer. hooi en stroo van Rm. 1 op Rm. 3 verhoogd. Nederland is ook hier weer met Rm. 424.000 Duitschlands belangrijk ste leverancier in 1932 geweest Hoe Chicago zijn lOOsten geboortedag her denkt. - Record der a.s. wereldtentoon stelling - Een nieuwe architectuur. Bezienswaardigheden, sensatie en klassieke kunst. MEN wist nog niets van crisis en massale werk loosheid, toen men in Chicago het plan op vatte, den lOOsten verjaardag der stad door een wereldtentoonstelling feestelijk te herdenken. Destijds waren er in Amerika nog honderden million- nairs, het land was rijk, de groote menigte had het goed en de geheele wereld geloofde ln het trotsche woord van Hoover: „Pro sperity for ever!" In het vaste vertrouwen op een voortdurende ontwikkeling der stad, werd besloten, dat de wereldtentoonstelling van Chicago den lsten Juni 1933 precies om 9 uur voormiddags geopend zou worden. Intusschen hebben üe omstandigheden zich geheel en al gewijzigd de rijen der mllllonnairs zijn op beangstigende wijze gedund, cveral heerschen geldgebrek, ellende en nood. Het ont breekt dan ook niet aan stemmen, die uitdrukking ge ven aan de meening, dat men beter deed met de ten toonstelling te wachten, totdat betere tijden zijn aan gebroken. Maar in Chicago wil men van dergelijke plannen niets weten. Het bleef bij het vastgestelde programma, zoodat 1 Juni de tentoonstelling zal worden geopend. De noodige voorbereidingen worden reeds genomen en tienduizenden arbeiders hebben thans werk gevonden bij het bouwen der tentoonstellings gebouwen. Men rekent op 75 millioen bezoekers. De laatste tentoonstelling van Chicago, die in 1893 plaats vond, had ongeveer 25 millioen bezoekers; een resultaat, dat de ontwikkeling der stad zeer ten goede gekomen is. Geen wonder, dat, hoe slechter de tijden zijn geworden, Chicago des te meer hoopt, dat van deze nieuwe tentoonstelling een bezielende werking zal uit gaan. Men rekent ditmaal op niet minder dan 75 millioen bezoekers. De inkomsten uit de te verwachten entréegelden zijn reeds door eenige kapitaalkrachtige financiële personen uitgerekend, die zich tevens bereid verklaarden, de voor de voorbereidingen noodzakelijke gelden voor te schieten. Exposanten hebben reeds voor 20 millioen dollars geteekend en de regeering der Vereenigde Staten heeft er 2 millioen dollars bijgedaan. Zoo kon het tentoonstellingsbestuur obligaties ter waarde van 10 millioen dollars uitgeven. Dat zijn geld middelen, die* eenig begrip van den omvang der ten toonstelling geven, waaraan 16 buitenlandsche stalen deel zullen nemen. Ongeveer 30 staten der Unie hebben hun deelneming er aan toegezegd, de anderen weifelen nog. Het bestuur belooft dus niet zonder eenlgen grond, dat de a.s. Wereldtentoonstelling in eik opzicht een record zal vestigen. Ik zai de eerste vijf jaar overslaan, waarin ik al mijn energie ontplooide voor het welzijn en de belangen van Sir Roderick en langzamerhand zijn volledig vertrou wen won in zoodanige mate, dat ik later jaren zijn secretaris en later zijn rentmeester werd. Gedurende zijn kort huwelijksleven leerde ik die gevoelens ook uitstrek ken tot zijn echtgenoote. Nooit heeft in een huwelijk zulk een geluk geheersoht als in dat van Sir Roderick en Lady Bertram. Zij gingen geheel in elkaar op. Toen Lady Bertram stierf, kon alleen Iemand, die hem door en door kende, zooals ik. begrijpen wat een verplette rende slag dit voor Sir Roderick was. Hij uitte zijn smart niet en uiterlijk was hij bijna onbewogen; maar ofschoon zijn geestesgaven niet leden onder wat hem overkomen was, toch was de verandering, die in hem plaats vond, ontzaglijk. Het eenige harde woord, dat ik ooit van hem kreeg, gaf hij mij in dien tijd, toen ik het waagde mijn medegevoel te uiten in het leed. dat hem had getroffen. Maar toen en altijd was hij een te groot moedig man om onrechtvaardig te zijn en hij voegde aan zijn terechtwijzing toe: „Je kunt je trouw toonen door mijn bevelen onvoorwaardelijk op te volgen". „Dat zal ik doen, zooaJs ik altijd gedaan heb, Sir", zei ik en hij daarop weer: „Ik zal je op de proef stellen." Dit alles vertel ik je. omdat je de handelwijze van Sir Roderick zult kunnen begrijpen en ook de mijne in het uitvoeren van zijn bevelen. Een minder groot man dan hij, zou, indien hij in staat was geweest een even groote liefde te voelen voor zijn vrouw als Sir Roderick een veel grootere droefheid hebben getoond maar hij zou er over heengekomen zijn. of het leed zou hem to taal hebben verpletterd; Sir Roderick kwam er niet overheen voor den dag van zijn dood, maar ook verplet terde het verdriet hem niet. Misschien verminderde in één bepaald opzicht zijn helder verstand en dit zou de oorzaak kunnen zijn, dat hij de laatste 24 jaar van zijn leven in eenzaamheid sleet, inplaats van, zooals vroeger, zich in het openbare leven te bewegen. En er is nog iets anders, dat pleit voor deze zienswijze: zijn vaste over tuiging, dat hij zou overlijden precies 25 jaar na den sterfdag van zijn vrouw. Hij was gewoon daar met mij over te spreken alsof het de natuurlijkste zaak ter we reld was en zooals je zult zien, warer alle regelingen, die hij trof, ingesteld op deze gedachte. Ik weet wat hiervan gezegd zal worden, maar ik kan geen andere verklaring er voor vinden. Alles wat ik van dit punt verder nog wil zeggen is, dat het motief, dat het leven van Sir Roderick beheersch'e, een nooit stervende toe wijding aan de nagedachtenis van zijn vrouw is geweest en het richtsnoer van al m ij n handelingen, een onbe perkte gehoorzaamheid aan de wil van Sir Roderick. In het jaar 18- reisden Sir Roderick en Lady Bertram UIT HET PATENTBUREAU VAN HET PLANTENRIJK. De plant als automaat. Als kinderen van de eeuw der techniek zijn wij zoo zelfgenoegzaam, om de prestaties van onze laboratoria en fabrieken te beschouwen als het meest bewonderens waardige en indrukwekkende ter wereld. De natuur is echter nog steeds grootscher dan alle raenschenwerk. Dit blijkt o,a. uit het wonder der osmose. Hoe zuigt een plant water op? Hoe kunnen de blade ren van een hoogen boom het water met de daarin op geloste voedingsstoffen uit den grond tot zich trekken? Een gewone zuigpomp kan het water niet meer dan 10 m. omhoog stuwen: een waterkolom van die hoogte komt n.1. overeen met den normalen druk van den dampkring. Doch de groote boomen ln onze streken moeten het water misschien 30 m. hoog opzuigen en de Callfornische reuzenboomen wel 140 m. Dit kan alleen door middel van de z.g. osmose. Het verschijnsel, dat wij osmose noemen, kunnen wij het beste demonstreeren door een glazen buis aan het eene uiteinde met een stuk varkensblaas te overtrek ken en vervolgens te vullen met een (blauwe) oplos sing van kopersulfaat. Als wij de buis nu in een bak water plaatsen, zien wij de blauwe vloeistofkolom lang zaam maar zeker hooger worden. Door de varkensblaas heen komt er van buitenaf water binnen. Zoo zuigen ook de fijne haarworteltjes, die als een mantel de groote wortels van den boom omgeven, het water uit den grond op. Elk wortelhaartje is een mi croscopisch kleine „varkensblaas" en door osmose wordt het water omhoog gedreven. Wonderen der plantencel Om te weten te komen, waar het uit den grond opge zogen water blijft, nemen wij een sohaal water, dat wij met roode inkt gekleurd hebben en plaatsen daar een jonge plant in met een insnijding onder aan den wortel, zoodat het gekleurde water binnen kan dringen. Als wij den plant den volgenden dag geheel doorsnijden, kun nen wij zien hoe de kleurstof vanuit het midden der wortels zich heeft verplaatst door den stam heen tot in de weefsels der bladeren toe, waar zij aderen markeert. die zich nerfsgewijs steeds fijner vertakken; uit de weef sels der bladeren komt het water, weer tengevolge van osmose, in de groene bladcellen, waar bet bladgroen of chlorophyll zich bevindt. Hier wordt ijverig suiker ge vormd,in elke cel bevindt zich daarvan een zeer sterke oplossing, waarvan de osmotische druk 10 atmosfeer bedraagt, m.a.w. overeenkomst met een zuil water ter hoogte van 100 m. Tot op die hoogte zou dus het water in de plant omhoog gestuurd kunnen worden. Sommige plantensoorten verbazen ons nog door an dere, meer speciale prestaties. Wij denken b.v. aan de houtzwam, die met haar buisvormige zwamdraden het water uit den grond dag en- nacht opzuigt,zoodat de muren van een huis met vocht gedrenkt raken en de balken door het vocht verteren, terwijl op den duur het huis absoluut onbewoonbaar wordt. Dat alles zou nog niet zoo merkwaardig wezen, als de zwam niet ln staat was om daar, waar zij geen vocht in den grond kan vinden, zelf water te vormen door cellulose te ontleden, de vrijkomende koolstof gedeeltelijk op te nemen en de rest uit te scheiden in den vorm va,n koolzuur en water. Zoo kan zij het hout toch doen ontstaan. Bij een proef is bewezen, dat een zeer kleine kolonie van deze zwam men in vier weken tijds uit uitgedroogde houtspaanders 20 gr. water bereidde. Interessant is ook de buitenste cellenlaag van de z.g. zoutplanten, die in woestijnen kunnen groeien ondanks de daar heerschende zeer ongunstige levensomstandig heden. Ze worden alle gekenmerkt door de minimale afmetingen der blaadjes, door goed beschermde, dikke liaten en een rozetvormigen of ineengedrongen vorm, maar die laag cellen vormt toch nog hun beste wapen tegen de droogte. Daarin bevinden zich n.1. natnum- en kaliumzouten in krachtige concentratie. Deze zouten zijn in hooge mate hygroscopisch, d.w.z. ze trekken water aan en waar volkomen droge lucht zelfs in de woestijn onbestaanbaar is, krijgen de planten op die wijze toch het noodige vocht. Na de overstroomingen van den Nijl legt men zelfs zulke planten op de hui zen, om ze spoediger droog te krijgen. Een natuurlijke luchtballon. Ook het laten opetijgen van een ballon door middel van warme lucht Is geen menschelijk monopolie. Op een windstillen Meidag, wanneer de dennen groote hoeveelheden stuifmeelkorrels hebben gevormd, kan men hetzelfde in de natuur waarnemen. Deze stuif meelkorrels zijn elk omsloten door een hard vlies met door lucht gevulde zakjes ter weerszijden. Wanneer die ingesloten lucht door de morgenzon wordt be schenen, verwarmt zij zich sneller dan de buitenlucht, die vrij kan circuleeren; al spoedig is het zwakste zuchtje voldoende om den stuifmeelkorrel omhoog te brengen. Op windstille dagen kan men dan ook boven een dennebosc-h een glanzende goudgele wolk zien han gen, die eerst met de avonduren tengevolge van de plaatshebbende afkoeling langzaam neerzinkt en wel op de vrouwelijke bloesems, die zich aan het uiteinde der lange takken bevinden. De strijd om de beste plaats. De 280 meest beteekenende industrieele ondernemin gen van Amerika strijden met elkaar om de beste p'aat9 op de tentoonstelling. De meeste van hun ver genoegen zich niet met een stand, doch laten een pa viljoen bouwen.Een vooraanstaand autobedrijf b.v. toont een volkomen ingerichte automobielfabriek, die voor de oogen der bezoekers de auto kant en klaar fabriceert. Een andere autofirma heeft 500.000 dollars voor haar paviljoen uitgegeven. Verschillende groote ondernemin gen op rubber- en electrotechnisch gebied bereiden bijzondere verrassingen voor, waarvan verluidt, dat elk 'een half millioendollars en meer kost. De onderneming, welke de verschillende vermake lijkheids-établissementen in te richten heeft, moest een cautie van 940.000 dollars stellen en moest nog eens het dubbele van deze som uitgeven voor den bouw en inriohtlng dier etablissementen. Twee torens elk van 180 M. hoofc. Onder de bezienswaardigheden der tentoonstelling worden twee torens van 180 M. hoogte genoemd. Zij staan 600 M .van elkaar en zijn door sterke staaldraden met elkaar verbonden, waarlangs op 175 M. hoogte kleine wagens met een adembenemende snelheid heen cn weerglijden. Over 't algemeen zal de tentoonstelling veel brengen, dat „nog nooit vertoond'" is. De archi tectuur wordt „stoutmoedig" en „verbazingwekkend" genoemd, zij heeft noch met de klassieke, noch met de moderne iets gemeen. Men wil een geheel nieuwe ar chitectuur brengen. Klaarblijkelijk is minder waarde aan aesthetische schoonheid dan aan buitengewone en bizarre vormen gehecht. „Wanneer men over de fun damenten der tentoonstellingsgebouwen loopt en naar het gewirwar van muren, stellingen en steigers ziet, valt het moeilijk te gelooven, dat uit dezen chaos een harmonisch geheel zal groeien", schrijft een buiten in Italië. Op 12 Maart waren wij in Assisi. Lady Bertram verwachtte binnen enkele weken haar bevalling. Me vrouw Greenfield logeerde in hetzelfde hotel en had eenige dagen tevoren een kind het leven geschonken. Haar echtgenoot had haar verlaten en zij verkeerde in behoeftige omstandigheden. Lady Bertram had van de zaak gehoord en Sir Roderick verzocht haar met ons naar Engeland terug te laten gaan. Gezamenlijk verlie ten wij Assisi en onze volgende pleisterplaats was Fo- ligno. Daar beviel Lady Bertram onverwacht op 14 Maart en 's avonds stierf zij. Ik zal over de wijze, waarop Sir Roderick den slag verdroeg, verder niets zeggen, maar in het kort ver melden wat vroeger gebeurde. Het lichaam van Lady Betram werd gebalsemd en wij vertrokken den vol genden dag. Er werd een bode naar Civita Vecchia ge zonden om een jacht te huren, dat zeilree moest zijn, als wij de kust bereikten. Sir Roderick-zei, dat hij het lijk mee naar Wetstones wilde nemen en dat dit onbe kend moest blijven. De Italiaansche kamenier werd weggestuurd en mevrouw Greenfield beloofde dadelijk geheimhouding. Haar eigen kind was toen erg ziek en stierf te Spoleto, waar wij terwille van haar onze zee reis onderbraken. In Spoleto riep Sir Roderick mij bij zich en vroeg: „Ben je bereid onvoorwaardelijk alle Instructies, die ik je zal geven op te volgen?". Ik zei ..Ja" en hij vroeg niet om verdere verzekeringen. Hij vertelde mij op een rustigen. zakelijken toon, dat hij nooit zijn kind wilde zien of als zijn zoon erkennen, omdat je geboorte hem beroofd had van zijn vrouw. Hij droeg mij op een voorstel te üoen aan mevrouw Greenfield. Zij zou zeer ruim worden schadeloos gesteld, Indien ze Sir Rode- rick's kind als haar eigen wilde grootbrengen. Zij mocht niemand de waarheid omtrent zijn geboorte vertellen. Haar eigen kind wts gestorven en zij was erg aan jou gehecht; ze had je verzorgd van het uur van je ge boorte. Toen zij had toegestemd, gaf zij Sir Roderick een plechtige gelofte van geheimhouding. Zij werd naar Engeland gezonden en vestigde zich, zooals je weet, in Kighgate. Haar eigen kind werd te Spoleto begraven op 17 Maart en de steen op het graf kon niet anders doen vermoeden dan dat het de zoon van Sir Roderick was. Toen wij o.is op onze thuisreis op het jacht bevonden, dat voor dat doel gecharterd was, bracht Sir Roderick mij op de hoogte van zijn plannen met het lijk van Lady Bertram. Hij vertelde mij. dat toen Sir Micnael Bertram het huis had laten verbouwen en uitbreiden, hij een geheime kamer had laten aanbrengen binnen de muren van het park. Ik vertel je dit, maar ben niet gerechtigd méér te zeggen en het geheim is zoo goed Doos 30 en 60ct. landsch journalist. Maar de mannen der tentoonstelling zoeken immers niet de harmonie, maar het nieuwe, het vermetele, dat onmiddellijk iemand geheel en al ver rast. Zoo zal de afdeeling „Vreemdelingenverkeer" wor den ondergebracht in een gebouw, welks vorm die van een reusachtig zonnescherm is. De zaal der weten schappen heeft den vorm van een reusachtige motor van een vliegtuig. Zoo wordt met de architectuur, met de verlichting, met kleuren en tenslotte ook met me talen en bouwstoffen geëxperimenteerd en het publiek zal hier voor de eerste maal materialen en grondstof fen ln de practijk zien gebruikt, waarvan het den naam zelfs niet kent. Teneinde het bedrag der entréegelden zoo hoog mogelijk te doen zijn, worden reeds nu be zoekers toegelaten. Tegen een lagen entreeprijs mogen zij nu reeds zien. hoe de gebouwen uit den brond te voorschijn worden getooverd en dat het inzicht van het tentoonstellingsbestuur juist was, blijkt wel uit het feit, dat duizenden nieuwsgierigen dagelijks het terrein belegeren. Het „non plus ultra" aan schoonheid, rijkdom en glans, moet het „gouden paviljoen van Jehol" zijn, de getrouwe wedergave van een ouden Chlneeschen tem pel, dien Sven Hedin ontdekt heeft. Tusschen dit edele bouwwerk van het klassieke Azië en den onrustigen en nerveuzen stijl der overige gebouwen bestaat wel een schrille tegenstelling bewaard, dat het gewelf waarschijnlijk nooit gevonden zal worden. Het is mondeling van vader op zoon overge gaan en niemand buiten Sir Rn lerick kende het be staan ervan. Daarin moest het lijk van Lady Bertram worden bijgezet en als Sir Roderick zelf kwam te ster ven. moest hij naast haar worden gelegd en alle sporen van 't bestaan van de kamer moesten worden vernietigd Later kreeg ik nog uitgebreider instructies hieromtrent. Wij landden ongezien op een verlaten deel van de kust en het lichaam van Lady Bertram werd op de zoo even genoemde plaats ter ruste gelegd. Dat was de eenige keer vóór Sir Roderick's dood. dat ik de kamer betrad, maar hij ging er de volgende 24 jaar lederen nacht heen en hield zijn leed en zijn herinnering levend, Wij vervielen op Wetstones spoedig in de gewone sleur van het leven. Sir Roderick werkte dag aan dag aan het boek. dat jij beter kent dan wie ook. Hij zag of sprak nooit iemand dan zijn bedienden; zijn ontspanning was de tuin en de verzameling schilderijen, meubelen en andere kostbaarheden, maar hiermee begon hij eigenlijk pas twee jaar daarna. Ik bezorgde alles voor hem en was in vele dingen geheel zijn vertrouwde. Maar weer ln andere zaken gaf hij mij alleen maar bevelen zonder eenige nadere verklaring en onze verhouding was niet zóó. dat ik hem vragen durfde stellen. Eén gebeurtenis moet ik vermelden, die toen onbedui dend leek, maar belangrijken invloed had óp hetgeen verder plaats vond. Sir Roderick gaf mij opdracht om een bepaald schilderij, dat in veiling zou komen, te koo- pen. Dit was eenige jaren na den dood van Lady Ber- tram; ik had mijn best gedaan mij op de hoogte te stel len van deze soort dingen, om hem zoo goed mogelijk van dienst te kunnen ztjn en moch mijzelf gerust als een soort expert besohouwen. Toen ik het schilderij zag, was ik overtuigd, dat het een vervalschlng was en ik bood er niet op. Het werd voor een groote som door een handelaar verkocht. Toen Ik dat aan Sir Roderick me dedeelde zei hij: „Is dat je manier om je belofte van gehoorzaamheid aan miin bevelen te houden? Ga terug en koop het stuk van den handelaar." Ik deed wat mij gezegd werd; ik moest den handelaar duizend pond meer geven dan hij had be'-vold. Toen wij den koop ge sloten hadden zei ik: „Volgens mijn eigen meening is het een vervalsc'.ing, maar ik heb opdracht het te koo- pen." De handelaar antwoordde: „Ik ben er zeker van, dat het er een is, maar van Amerikaansche zijde is mij een flinke winst geboden." Slot vr'gt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5