DE IJZEREN DEUR Radioprogramma Het smokkelen aan de grenzen De A.T.O.-busdienst over den afsluitdijk De vooroefeningen De ramp der „Hinnoy" Inbraak te Enkhuizen W l E R1 N OEW A A RD 40-JARIG JUBILEUM ZANG- VEREENIGING „APOLLO". In de mooi versierde zaal van den heer H. van der Woude was 't Zaterdagavond feest. De Zangvereeni- ging „Apollo" vierde haar 40-jarig bestaan. Apollo heeft nog nimmer over weinig bezoek te klagen gehad en zoo ook nu weer was de zaal flink bezet. De heer Zander sprak een woord van welkom, in 't bijzonder tot den heer De Ridder (lid van het Hoofd bestuur, de zustervereenigingen voor zoover aanwezig, cn aan 't Jazz-orkest ..The Mixed Follies" van Den Helder, die vanavond voor muzikale afwisseling zal zorgen. Hoet doet spr. genoegen, dat zoovelen zijn op gekomen, waar hij trouwens niet bevreesd voor was. Zang is en blijft beschaafd. De heer Van Ham. Directeur, gaf hierna een resumé van het ontstaan en bestaan van „Apollo". 40 jaar is voor een plaatselijke vereeniging een heel tijdperk en daarom wel waard even een terugblik te werpen op het afgeloopen tijdvak. Het was op 15 Maart 1893, toen eenige liefhebbers van zingen, onder leiding van den heer Jb. Kaan besloten tot oprichting van „Apollo". Een commissie, bestaande uit Dr. Overduin, J. J. Ott de Vries en Jb. Kaan belastten zich met het samen- stelen van een reglement. 20 Maart 1893 werd een be stuur gekozen en als Directeur werd de heer J. F. Egmond verzocht als zoodanig te fungeeren. Op 24 Januari 1894 treedt Apollo voor 't eerst in het publiek op en wel op een Nutsavond. Mej. N. Schoorl gaf een solo ten beste. Na den heer Egmond, werd de heer P. Stadt, direc teur, onder wiens bekwame leiding op de Zangersfees ten te Hoorn (28 Aug. 1895) en te Nieuwe Niedorp (17 Mei 1896) Apollo zich onderscheidde door beschaafd en goed zingen. De heer Van Ham memoreert verder nog veel, wat later is gebeurd, n.1. verschillende bestuursverkiezin gen, het 40-jarig jubileum van Meester Visscher. de aanbieding van #«sn vaandel door den heer H. Böttger. het feit dat de heer P. J. Visscher 20 jaar secretaris penningmeester is geweest. Verder het bedanken van enkele Directeuren, terwijl spreker op 1 October 1924 als Directeur optrad. Dames en Heeren, Apollo is niet zoo hoog van den grond gestegen, als misschien som migen onder ons wel zouden wenschen. Het is geble ven een gewoon plattelandszangkoor. Toch heeft Apollo een stuk cultureele arbeid verricht. Spreker eindigt met de hoop uit te spreken, dat we steeds Apollo een goed hart zullen blijven toedragen en dat de uitvoe ring van heden voor vele jongeren een spoorslag zal zijn om lid te worden van ons „Apollo". dat zoo'n mooi doet beoogt, n.1. „Zingen om de zang alleen". Hierna treedt Burgemeester Haringbuizen naar vo ren, die met belangstelling de rede van den heer Van Ham heeft gevolgd. Tal van herinneringen werden op gewekt Ik heb, aldus spr, veel uitvoeringen bijge woond en met uw vereeniging meegeleefd. Apollo heeft niet alleen tijden van succes gehad, doch heeft ook met tegenspoeden te kampen gehad. Bijzonder Juich ik de herleving toe. Het is niet van te onderschatten beteekenis. Zang wekt op, werkt op stemming en ge moed. Graag breng ik daarom hulde aan hen. die hebben meegewerkt aan den bloei der vereeniging. niet 't minst aan den heer Van Ham, die steeds met groote arribitie, met liefde en toewijding, zijn krachten geeft aan de vereeniging. U viert 't jubileum in een zeer slechten economischen toestand. Juist in een tijd van heden acht ik een vereeniging voor U en de gemeente van groote waarde. Van harte wil ik den wensch uit spreken, dat Apollo met den heer Van Ham als Di recteur, In bloei zal toenemen. Deze wenèch gaat vergezeld van een prachtige medaille. De heer De Ridder, van Winkel, sprak als lid van het Hoofdbestuur van den Zangersbond. Het H.B. stelt het op hoogen prijs Uw jubileum mee te vieren. Ook deze spreker bracht hulde aan „Apollo" en deed zijn gelukwensch vergezeld gaan van een mooi bloemstuk. De heer Van der Klooster sprak namens de Zuster vereniging Kolhorn en feliciteerde Vereeniging en Directeur met dit 40-jarig jubileum. Ook hierbij ging een medaille vergezeld, terwijl ook nog bloemen wer den binnengebracht van Barsingerhorn en Oudesluis. Tevens waren eenige schriftelijke felicitaties ontvan gen. o.a. van het eerelid Jb. van Egmond, den eersten Directeur. Door omstandigheden kon hij tot zijn spijt het feest niet bijwonen. De heer K. Zander bracht den sprekers hartelijk dank voor de gesproken woorden, alsmede voor de stoffelij ke blijken van belangstelling. Dan werd overgegaan tot het afwerken van 't uitge breide programma, waarover we ditmaal kort zullen zijn. Als gewoonlijk werden de diverse nummers weer zeer goed uitgevoerd, zuiver en met een goeden uit spraak. Bijzonder mooi vonden we „Moederke Alleen", waarin de solopartij zoo echt mooi werd gezongen. Het FEUILLETON. Uit het Engelsch van HAROLD BELL WR1GHT. .10. De Indiaan zag toe, met volkomen begrip van de beteekenis, die in de gelaatsuitdrukking en de bewe ging van den vreemde lag. Met moeite herwon Edwards zijn zelfbeheersching. „Ben je alleen?" vroeg hij. „Ik wil zeggen," verbe terde hij haastig, „heb je geen paard bij je?" „Ik ben altijd alleen," antwoordde de Indiaan kalm, en vervolgde, als om den ander gerust te stellen, In uit stekend Engelsch: „Eergisteravond, met zonsondergang W3s ik op den Samanlego Rand', hij wees met een bevallig gebaar de plaats aan „daar op die rots bij dien dorren sahuaro, en zag je over den ouden weg in den canon komen." Hugh Edwards verried zich opnieuw door haastig te vragen: „En zag Je niemand anders?" „Er volgde niemand op je spoor", antwoordde de In diaan. Bij dat antwoord scheen de vreemdeling plotseling te begrijpen, dat hij zich in zijn vrees te zeer bloot gaf, en trachtte zijn fout goed te maken met een half lachen de verontschuldiging. „Nu ja, eigenlijk verwachtte ik ook niet. dat iemand me zou volgen." Hij wees met een handbeweging op zijn werk. „Ik ben niet bepaald aan een dergelijk leven ge wend. zie je, en nu ja, de eenzaamheid, de vreemde omgeving en dat alles hebben mijn zenuwen van streek gemaakt niet zoo heel onnatuurlijk, zou ik denken." De Indiaan boog toestemmend. Besloten den indruk, dien zijn onvoorzichtige hou ding gemaakt moest hebben, uit te wisschen, liet Ed wards haastig het gevaarlijke onderwerp varen en be gon met geestdriftige bewondering over zijn omgeving te spreken, eindigende met de beleefde vraag: „Woon je in deze buurt?" Er kwam een wild licht in de donkere oogen, die met zulk een trots op den vrager gevestigd waren, en de Indiaan antwoordde meer in den trant vap zijn eigen volk: „In tijden die voorbij zijn, kwamen mijn vaderen naar deze bergen om te jagen en krijg te voeren als mannen. Nu komen zij met de sqauws om eikels te zamelen, als de blanken hun toestemming geven. Ik woon hier, ja; als een hond zonder huis in een van je steden. Mijn naam is Natachee." waren meerendeels liederen, waarbij de ernst werd betracht. Zooals gezegd, zou de band „The Mixed Follies" van Den Helder, onder leiding van den heer L. de Snayer. voor muzikale afwisseling zorgen. Vooraf werd door den Directeur clementie gevraagd, omdat de Band sléchts voor' "j compleet was. Hoe groot zou 't succes wel geweest zijn. als dat andere vierde gedeelte er ook nog geweest was. Reeds bij het eerste nummer, n.1. een Wals-potpourri. had de Band het geheele publiek te pakken en hield het tot het einde vast. Voor ons was een dergelijke Jazz-Band weer eens wat nieuws. Ook bij het bal hebben de heeren kranig meegewerkt met de heeren Kos. om de stemming er in te houden. Tot laat in den nacht is er prettig feest gevierd. Apollo heeft op waardige wijze het 40-jarig jubileum herdacht. b A f{ S 1 S (i E H HO R A' Op uitnoodiging van de vereeniging „D.O.G." trad Za terdagavond in de zaal van den heer A. de Graaf op. de Kon. Letterlievende vereeniging „J. J. Cremer", uit Haarlem met het tooneelstuk „Dokter Bavino" van Henk Bakker. Verschillende tooneelvereenigingen uit de omgeving waren tot bijwonen uitger.oodigd en velen hadden daar aan gevolg gegeven. De zaal was dan ook tot in de uiter ste hoeken gevuld. Van dit mooie tooneelwerk. waarin de auteur zelf de hoofdrol vervulde, is volop genoten. Wij hebben eens in eer. recentie van deze opvoering elders, gelezen: „Dok ter Bavino" of de triomf van Henk Bakker. En met recht. Van de mismaakte zwerver, die van zijn geboor te af schijnbaar was voorbeschikt de stokslagen van het leven in ontvangst te nemen, werd een prachtige uit beelding gegeven. Hoe treffend was de scène tusschen Bavino en Violetta Sn het slot van het tweede bedrijf en hoe vol spanning de ontmoeting tusschen de beide broers. Carlo Prum en Pedro (dokter Bavino) in het derde bedrijf. Het waren oogenblikken. waarin de aan wezigen met volle aandacht en groote spanning het spel op het tooneel volgden. Een vroolijke noot in dit spel. waarin de tragiek in het leven van den zwerver op zoo duidelijke en onom wonden wijze wordt gekenschetst, was het optreden van den zich van zijn waardigheid welbewuste dorpsveld wachter. Peel. Om zijn rake. geestige zetten, weerklonk vaak een gullen lach door de zaal. Het Is feitelijk on- noodig te zeggen, dat de in dit stuk minder op den voorgrond tredende rollen eveneens op voorbeeldige wij ze werden vertolkt, waardoor een geheel werd verkre gen. dat boeide en bekoorde en dat nog lang in de her innering van velen zal achterblijven. Na afloop steeg een daverend applaus uit de zaal op en meerdere malen moest worden „gehaald". En toen tenslotte de voorzitter van ..D.O.G.", Dr. J. J. Wer- ner, het tooneel betrad en de vereeniging „J. J. Cre mer" hartelijk dank zegde voor het gebodene, was hij zeer zeker de tolk van allen, die zich in de zaal be vonden. Het gebruikelijke „bal na" hield de aanwezigen nog langen tijd bijeen. Veertig biggen in een „luxe". De hee ren zijn bekend. Zaterdagmiddag omstreeks 1 uur hebben de dou anen van den grenspost PutteErbrand een goeden slag geslagen. Zij hadden zich verdekt, opgesteld, ach ter de kerk. toon plotseling een groote luxe-auto in volle vaart kwam aanrijden. Toen de inzittenden geen gehoor gaven aan een sommatie tot stoppen, wierpen de douanen een ijzeren staaf voor het voer tuig. Daardoor sprongen alle vier de banden. De bei de inzittenden, Nederlanders, vluchtten over de Hol- landsche grens. Bij onderzoek van den auto bleek, dat in het voer tuig iO varkens waren geborgen. De auto werd in beslag genomen. I-Iij was reeds twee weken geleden gesignaleerd cn meermalen had men er op geschoten, doch zonder resultaat. De inzittenden zijn als beruch te smokkelaars herkend. Zij zullen dan ook, als zij zich weer op Belgisch grondgebied wagen, onmiddel lijk worden gearresteerd. SCHENKING AAN ALKMAARSCH MUSEUM. In dankbaarheid aanvaard. Dc erven van de wed. Kaan hebben aan de ge meente Alkmaar twee steencn leeuwen geschonken, die afkomstig zijn van de oude Friesche poort, De een leeuw draagt het bestuurswapen van Alkmaar en de andere dat van Noord-Holland. Dc schenking is dankbaar aanvaard en zal in het Stedelijk Mu seum worden ondergebracht. De diepe, welluidende stem van den roodhuid ver ried zulk een bitterheid, dat Hugh Edwards diep me delijden gevoelde. En in de stilte die volgde, kwam een zonderlinge gewaarwording over hem, alsof de geest van den Indiaan op geheimzinnige wijze het diep ste gemoed van den blanke had aangeraakt en er een gelijke wilde begeerte naar wraak had ontstoken op een vijand, die ook hem vernedering en schande en on uitsprekelijk lijden had berokkend. Zijn vuisten balden zich, zijn borst zwoegde, zijn gelaat was donker van hartstocht, zijn oogen flikkerden van woede en haat Er gleed een flauwe glimlach over het oplettende gelaat van den Indiaan. Met een duidelijke bedoeling vroeg hij: „En waarom ben jy in de Canada del Oro gekomen? Waarom wenscht zulk een man hier te leven, in de Goudkloof?" Hugh Edwards deed een krachtige poging om zich te beheerschen. „Ik kom om goud te zoeken, zooals Je ziet," zeide hij ten laatste. Weer gleed een schaduw van een glimlach over het gelaat van den roodhuid, en ditmaal had de ander het gezien. Den Indiaan recht in de oogen ziende, zeide hij op koelen toon: „En waarvan leef jy?" Natachee gaf hem zijn blik terug en antwoordde eenvoudig: „Ik leef als mijn vaderen geleefd hebben." „Ik heb al van je gehoord, geloof ik." zeide Ed wards. Dé diepe stem van den Indiaan klonk hoonend: „Ja, de Sallemander heeft je kamp bezocht van dien kun je over iedereen hooren." „Hij vertelde mij. dat jè een schoolopvoeding had gehad. Op somberen toon antwoordde Natachee: „Dat is zoo, ik heb de school der blanken bezocht. Wat ik daar geleerd heb, deed mij terugkeeren tot de bergen en de wildernis, om daar te levens als mijn voor vaderen geleefd hebben, en sterven zooals mijn volk sterven moet." De blanke wist geen antwoord te vinden, en de Ih- diaan nam opnieuw het woord. „Als je om goud naar de Canada del Oro bent geko men. waarom tracht je dan niet de verloren mijn met de ijzeren deur terug te vinden?" Hugh Edwards herinnerde zich wat de Sallemander daarvan gezegd had. en glimlachte. „Bestaat die mijn dan werkelijk?" „Er bestaat een overlevering van." „Komen er velen naar zoeken?" Ernstig eh met de karakteristieke waardigheid van den roodhuid antwoordde Natachee in de taal van een Indiaan, hoewel hij Engelsch sprak: „Te velen komen. Gelijk de zee de rivieren tot zich roept en de rivieren de beken en bronnen roepen, zoo heeft dat verhaal van een verborgen schat in een ver- Aanvang waarschijnlijk 11 April. Dezer clagen hebben wij gemeld, dat het thans aan de A.T.O.-busdionst was toegestaan lianr bussen over den afsluitdijk van Wie ringen naar Friesland te In- ten rijden. Naar de Utrechtsche corr. van de „Tel." nog ver neemt, ligt liet in het voornemen van de A.T.O. om den dienst op Dinsdag 11 April as. aan te vangen. Waar echter voorloopig nog geen auto's over den dijk mogen, die een grootcrcn wieldruk hebben dan 1200 K.G.. zal de A.T.p. nadat dc toestemming van den minister verkregen is, den autobusdienst over den afsluitdijk met lichtere wagens moeten begin nen. De dienstregeling is inmiddels ter beoordeeling hij Ged. Staten van Noord-Holland en Friesland in gezonden. De A.T.O. hoopt wel, dat het mogelijk zal zijn met den winterdiensf de nieuwe reiswagens op den af sluitdijk in bedrijf te stellen. Van deelneming worden geen socialisti sche jongelieden uitgesloten. In „Het Volk" van Vrijdagavond kwam een arti keltje voor, waarin te kennen werd gegeven, dat voor deelneming aan de voor-oefeningen dezelfde eischcn omtrent hot. lidmaatschap oener socialistische ver eeniging worden gesteld, als voor dc berocps-miii- fairen, zoodat socialistische jongelieden feitelijk van die voor-oefeningen worden uitgesloten. De Avondpost heeft naar aanleiding hiervan in lichtingen gevraagd aan den minister van defensie, welke het blad welwillend werden verstrekt. De minister bevestigde het bovenstaande. Van dc jongelieden, die zich opgeven voor de voor-oefenin- gen wordt sinds eenigen tijd onderteekening gevraagd van de bekende verklaring, waarin zij trouw belo ven aan het Wettig Gezag. Thans is daar ook nog de verklaring bijgekomen, dat zij geen lid zijn oener socialistische vereeniging. De minister stelt zich op liet standpunt dat deze jonge menschen tot op het tijdstip waarop zij hun wettelijken dienstplicht moe ten gaan vervullen, vrijwilligers zijn, aangezien zij zich vrijwillig voor de voor-oefening opgeven en lat daarom aan hen dezelfde cischen moeten worden gesteld als aan de beroepsmilitairen. Als gevolg van een cn ander zullen, zoo verzekerde Zijne Excellen tie ons op een desbetreffende vraag, leden van dc A.J.C. (Arbeiders Jeugd Centrale) niet tot dc voor oefeningen kunnen worden toegelaten. Deze eischcn klemmen te sterker, waar de jongelieden geweren mee naar huis krijgen, die in handen van betrouw bare elementen moeten zijn. De opmerking, dat overigens jonge menschen op dezen leeftijd nog geen lid zijn van een politieke of oeconomische organisatie, beaamde de minister ten volle en op dc vraag, of dc overtuiging der ouders hier een factor vormt, antwoordde de minister ont kennend. Het feit, dat een jongeman uit een socialistisch gezin komt, zal geen gewicht in de schaal leggen. Er wordt alleen gelet op de situatie van den betrokkene zelf. Brand in de lading. Twee dagen op zee rondgedobberd. Omstrent de ramp van het Noorsche stoomschip ..Hinnoy" wordt nader gemeld, dat Zaterdagavond de 13 opvarenden te Colombo aan land gebracht zijn. Toen de „Hinnoy", die een lading chemicaliën in het ruim cn een deklast zwavelzuur had, zich op den avond van den 14den Maart op 500 K.M. afstand van Colombo bevond, zagen do opvarenden plotseling rook uit het ruim opstijgen. Voordat er om hulp kon worden geseind, had er een ontploffing plaats. Er brak brand uit in de oliereservoirs en dc vlammen laaiden op tot den top van den mast. Dc veertien mannen, die de ramp hadden overleefd, begaven zich in de eenige boot, dio onbeschadigd was gebleven. De veertien andere opvarenden waren omgekomen. Tij dens den zwerftocht in de boot overleed oen der man nen. De anderen dreven twee dagen zonder water of levensmiddelen rond, totdat zij werden opgepikt door het Japansche stoomschip „Naples Maroo". Do dertien mannen in dc boot waren door de zon verbrand en vol wonden, als gevolg van het feit, dat zij blootge steld waren geweest aan de felle zonnestralen, terwijl er brak water in de boot stond. loren mijn vele menachen naar de Goudkloof gelokt. Sinds vele jaren komen zij nog vele Jaren zullen zij blijven komen. De blanken zeggen, dat zij niet geloo- ven, dat die mijn ooit bestaan heeft, en zij lachen er om, maar zij zoeken er toch naar. Zelfs de compag nons, die in hun eigen kleine mijn naar goud graven, lachen er om; maar ik weet, dat ook zij er in gelooven ofschoon zij lachen. Zoo doen de blanken altijd zoeken zij datgene wat zij zeggen dat niet bestaat en waarover zij lachen." „Maar jijzelf?" vroeg Edwards. „Geloof jij aan die verloren mijn?" Het gelaat van den roodhuid scheen een bronzen masker, toen hij antwoordde: „Welk belang stelt de blanke ln het geloof van den Indiaan? Als de wind vraagt naar de dorre bladeren die hij opwaait en verstrooit, als het vuur vraagt naar het droge gras ln zijn weg, dan zal de blanke vragen naar de woorden van een roodhuid." „Nu, kom, zóó erg ls 't toch nog niet," antwoordde Edwards losweg, terwijl hij zich weer naar zijn pan begaf. .Mijn of geen mijn," vervolgde hij. het ultge- wasschen zand en grint beziende, „ik geloof, dat ik hier toch echt goud tusschen heb." Toen er geen antwoord volgde, zeide hij: „Je kunt toch zeker goud herkennen, als Je het ziet. Wil je eens kijken en zeggen wat je hier van denkt?" Geen antwoord. Met de waschpan in de hand, wendde de blanke zich om, om Zijn bezoeker aan te Zien, maar de roodhuid was verdwenen. Verbluft bleef Hugh Edwaids op de plek staren, waar de Indiaan daareven neg 2at. Toen luisterde hij, terwijl zijn oogen den omtrek afzochten, of zij eeniee beweging in de struiken bespeurden. Geen blad of bloem of twijgje bewoog geen geluid verried den weg dien de roodhuid had genomen. Met een zonderlinge gewaarwording, dat hij het ge heele bezoek van den Indiaan gedroomd had. wijdde de man weer al zijn aandacht aan den Inhoud van zijn goudpan, toen een vroolijke stem hem van den hoogen oever* toeriep: „Wel buurman, heb je al een ader getroffen?" en hij opziende Marta. zag staan. „Ik heb wel iets getroffen, of liever iets heeft mij getroffen," lachte hij, toen zij beneden bij hém kwam. En hij vertelde haar van den Indiaan. „Ja." zeide zij, „dat was Natachee. Die komt en gaat altijd op die manier. Zij zeggen, dat hij niemand kwaad doet. Sint Jimmy is de beste vrienden met hem; maar hij bezorgt mij kippevel". en zij schudde zich even. ,.Hu! hij geeft mij altijd het gevoel, of hij er in stilte naar verlangt om ons allemaal te scalpeeren." „Om de waarheid te zeggen," antwoordde Edwards, „heb ik zelf ook eenigszins dat gevoel." Toen hij dien avond bij zijn buren op de veranda zat. vroeg hij de oude goudgravers naar de Mijn met de Deur. f 2000 gestolen. Te Enkhuizen is Vrijdagnacht door openschuiving van een raam, ingebroken in het gebouw van den Gemeentelijken V'ischafslag. De inbrekers hebben de brandkast opengehakt en bijna f2000 buitgemaakt. Dc politie is de dieven, die per auto van buiten de gemeente waren gekomen, op het. spoor. ONGELUK BIJ HET RANGEEREN. Leerling-machinist levensgevaarlijk gewond. Bij het rangeeren op het emplacement op het sta tion te Venlo wilde gisteren de 31-jarige leerling-ma chinist Stakenborg uit Venlo van dc kolenbergplaats op den tênder springen. De man sprong echter mis, zoodat hij met zijn rug op de ijzeren plaat tusschen de locomotief en den tender terecht kwam. Dc man is naar het r.-k. ziekenhuis gebracht. Waarschijnlijk heeft hij de wervelkolom gebroken. Zijn toestand is levensgevaarlijk. Volgens een later bericht is hij aan de bekomen verwondingen overleden. WOENSDAG 22 MAART. HILVERSUM (1875 M.) VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.P.R.O.: 10.00 Mor genwijding; VARA.: 10.15 Uitzending voo rde arbeiders in de Continubedrijven; 12.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins; 1.45 Zenderverzorging; 2.00 Vrouwenuur tje; 3.00 Voor de kinderen; 5.30 Orgelspel door Johan Jong: 6.15 Gramofoonmuziek; 6.30 R.V.U.; 7.00 S.D. A.P.-kwar tiert je; 7.20 VARA-Orkest; 7.5S Herhaling S.O.S.-berichten; 8.00 De Matthaus Passion van Bach, uit te voeren door „De stem des volks", afd. Den Ra*g, Jongenskoor ..De kleine stem", het Residentie orkest. met medewerking van solisten; In de pauze: 9.30 Lezing: „De Vakbeweging"; 11.00 Vaz Dias: 11.15 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting. HUIZEN (296 M.) N.C.R.V.: 8.00 Schriftlezing; 8.14 Morgenconcert: 10.00 Zang docr Dameskoor; 11.00 Vioolrecital; 12.00 Politie berichten; 12.15 Trio v. d. Horst; 2.00 Landbouwuur- tje; 2.45 Zenderverzorging; 3.00 Lezen van Chr. lec tuur; 3.30 Populaire orgelbespeling; 4.00 Gramofoonmu ziek; 4.30 Vervolg orgelconcert; 5.00 Kinderuurtje; 6.00 Gramofoonmuziek; 6.15 Lezing; 6.30 Engelsch voor beginners; 7.00 Onderwijsfonds voor de Binnenvaart; 7.30 Politieberichten; 7.45 Ned. Chr. Persbureau; 8.00 Samenkomst van hot Leger des Heils te Gocs: 9.30 Orgelconcert; 10.30 Vaz Dias; 10.40 Gram.-muziok. BRUSSEL (509 M.) I.30 Concert; 5.20 Concert; 7.20 Zangrecital; 8.55 Gra mofoonmuziek. KALUNDBORG (1154 M.) II.20 Strijkorkest; 2.50 Concert; 7.20 Concert; 8.50 ld. BERLIJN (419 M.) 3.50 Concert; 6.30 Volksliederen; 8.30 Pianorecital; 9.20 Dansmuziek. HAMBURG (872 M.) 1.30 Gramofoonmuziek; 7.20 Concert;. 10.45 Pop. concert. KONIGSWUSTERHAUSEN (1635 M.) 1.20 Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 6.55 Zang; 10.20 Concert. LANGENBERG (172 M.) 12.20 Middagconcert; 4.20 Vesperconcert; 7.20 Concert; 9.40 Concert. DAVENTRY <1554 M.) 12.20 Orgelconcert; 3.50 Concert; 8.35 Concert; 10.55 Dansmuziek. t PARIJS-EIFFEL (1446 M.) 8.35 Symphonieconcert; PARIJS-RADIO (1725 M.) 12.35 Concert; 1.25 Concert; 9.05 Gramofoonmuziek; MILAAN (331 M.) 4.20 Vocaal concert; 6.20 Gramofoonmuziek; 7.50 Or kestmuziek; 10.25 Dansmuziek. ROME (441 M.) 4.50 Kamermuziek; 6.40 Gramofoonmuziek; 8.05 Uit zending uit een theater. WEENEN (517 M.) 4.20 Dansmuziek; 7.20 Gevarieerd programma; 9.20 Weensch Kamerorkest. WARSCHAU (1412 M.) 5.45 Populair concert; 6.20 Diversen; 7.20 Lenteconcert; 10.20 Dansmuziek. BEROMTJNSTER (460 M.) 7.05 Concert; 8.20 Dansmuziek. Zij lachten, zooals Natachee al gezegd had, maar Ed wards hoorde een verlangenden klank in hun vroolyk- heid. Thad beantwoordde zijn vraag met een kloek vertoon van minachting: „Heel Arizona zit vol verloren mijnen. Jongen. Hou je liever an je pik en schop aB je geregeld te eten wil hebben. Je zal misschien niet veel vinden, maar wAt je heb, is écht." „Maar die Mijn met de IJzeren Deur is toch 'n ander geval as al die andere." zei Bob, en weer hoorde Ed wards dien verlangenden klank in zijn stem. „Je bedoelt, dat je gelooft, dat die mijn bestaat?- vroeg hij. „Godbcwaarme, neen!" bromde Thad. „Wij gelooven in niks van dien aard vóór we 't te pakken hebben." Bob stopte nadenkend zijn pijp. „Ze zeggen, dat dia mijn indertijd gegraven is door die ouwe Padres. lang geleeën. wel meer dan honderd jaar vóór ons soort van goudzoekers hier in 't land kwam. Eén ding ken je zelf zien: togen den berg op. boven de Stoompomp-ran cho heb Jc dc overblijfsels van een geweldig groote ne derzetting of kamp of wat 't geweest is, en ze zeggen, dat daar Papago's gewoond hebben, die die mijn voor de paters bewerkten. Want de Papagos waren altijd goeie vrinden met de padres, weet je. De padres hebben daar nog een groote missie. San Xavier. midden in 't land van de Papago's die wel drie honderd jaar geleeën gebouwd is. Ik heb nooit goed kennen snappen waarom ze eigenlijk die ijzeren deur an d'r mijn gemaakt had den. Misschien dat ze er alleen maar nou en dan in werkten, as ze eens wat extra's noodig hadden voor d'r missie, of voor d'r kerk in Spanje, waar ze allemaal vandaan zijn. en dat ze den boel wouen afsluiten as ze d'r niet ln waren. En op 'n keer. vertellen ze. was t'er weer eens zoo'n aardbeving, en die smeet 'n hcele berg boven op d'r mijnwerk. Die ouwe paters en d'r Papago mijnwerkers die dochten toen, dat die bergstorting 'n straf was van God, die 't niet eens was met iets wat ze hadden gedaan of zoo, en daarom dorsten ze 't later nooit weer te gaan opgraven. En toen zijn natuurlijk, in al die jaren, de boomen en struiken weer over dien berg heengegroeid, en zoo is die ouwe mijn wel goed en wel zoek." „En wat ons aangaat," viel de andere compagnon met nadruk in. „mag le zoek blijven. Dat is hier geen buurt voor een groote mijn. D'r zit genog ln den grond, maar je ken zelf zien, dat 't allemaal uit mekaar gespat is en nergens iets regelmatigs of je most misschien een paar duizend voet in de diepte gaan, en da's niks voor een arm man. Je ken een beetje goud wasschen, en eens in de zooveel jaar ken er eens 'n goed gat open kom men, maar dat is nog geen echte mijn. As je naar mijn luistert, jongen, haal je dan geen verloren mijnen in je hoofd, of je zal honger lijen." „Da's nou allemaal waar, maat," zeide Bob, „maar je weet hoe 't daarmee is, je ken nooit weten. Goud is waar 't gevonden wordt." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 10