De gelukkige hand.
Dorstige Amerikanen.
WETENSWAARDIGHEDEN
HUMOR.
ONS NIEUW KINDERVERHAAL
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 25 Maart 1933. No. 9251.
ZATERDAG A VONDSC 1HETS
Een schets door Sirolf.
(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden)
Men mag nu nog zoo'n droogstoppel
zijn. maar In ieder geval zal men toch moe
ten toegeven, dat het een snoes van een
meisje was, dat daar op een goeden mor
gen parmantig het kantoor van de firma
Darm en Co., in huiden, kwam binnenstap
pen om lootjes voor een weldadigheidsver-
eeniglng te verkoopen, waarbij een hoofd
prijs was van een auto of 2000 gulden in
contanten. Ze kwam bij ieder van het per
soneel even aan de schrijftafel staan fluis
teren, en was erg grif met de betooverend-
ste glimlachjes en het slot van elk dier
liedjes was, dat er een mannenhand in een
portemonnaie werd gestoken, een gulden
opgevischt, en verwisseld tegen een lootje
van de snoes van een juffrouw. Ze kwam
ook bij meneer Herman Knippers, den
boekhouder, en, hoewel het heele kantoor
grinnikte, dook zelfs de hand van Knippers
in zijn beurs, met de schaarsche zakgeld
penningen die zijn vrouw hem liet, en of
ferde zijn munt in het altaar der weldadig
heid, nadat de juffrouw hem had toege
fluisterd: Ik zal zelf een lootje voor u
trekken, dan wint U vast den hoofdprijs,
ik heb een gelukkige hand, ziet U...
Knippers vertelde er thuis niets van. In
de eerste plaats omdat zijn vrouw het niet
zou goedkeuren en natuurlijk met dringen
de vragen zou komen omtrent het uiterlijk
van de lootjesverkoopster en hem verkwis
ting, zoo niet erger zou verwijten. In de
tweede plaats omdat hij het geluk niet wil
de tarten. Maar af en toe betrapte hij er
zich op, dat hij al plannetjes maakte, hoe
hij het geld zou besteden, want hij zou na
tuurlijk den hoofdprijs in geld nemen. Wat
moest hij met een auto doen? Dé trekking
zou volgende week plaats hebben...
Op een regenachtigen morgen, toen hij
zich verslapen had, en in ijlende haast de
straat uitstormde, plichtsgetrouw nageke
ken door zijn echtgenoote achter de vitra
ge-gordijnen, liep hij vlak bij den hoek... de
snoes vin een juffrouw tegen het lijf! Hij
had geen seconde te verliezen, bovendien
voelde hij de blikken van zijn gemalin in
zijn rug branden, en daarom wilde hij met
een „o, pardon" doorrennen, om zijn tram
te halen, toen hij de juffrouw hoorde roe
pen: „O, meneer, de auto heeft U..."
Ofschoon zijn hart opsprong van blijd
schap en hij wel een kreet van vreugde
had kunnen slaken en de snoes van een
juffrouw uit pure opwinding ja natuur
lijk uitsluitend en alleen vanwege den
hoofdprijs! foei, wat denkt U wel! had
willen omhelzen, beheerschte hij toch zijn
gevoelens, en verdween gezwind om den
hoek, ook al omdat hij de tram had hoo-
ren bellen bij de halte en hij die absoluut
moest halen, wilde hij niet te laat komen.
De juffrouw riep hem nog iets na. maar
Herman Knippers zat al hijgend en blazend
in de tram en snelde stad- en kantoor-
waarts, op de vleugelen der electriciteit.
Op kantoor gaf hij zich over aan de
heerlijkste fantasieën. Dat is nu maar gek
heid, tweeduizend gulden is een mooi. rond
sommetje. Hij kocht er een mooie zeilboot
voor, daar had hij al lang naar verlangd,
om op vrije Zaterdagmiddagen fijn mee te
gaan dobberen. Zijn vrouw had er nooit
aan gewild, maar nu was dat heel wat
anders. Wat zou die Pietersen, zijn buur
man kijken, die had maar een tweedehands
zeil-jolletje! En de vrouw zou het nu ook
wel prettig vinden, dat geloofde hij zeker.
En dan namen ze van den zomer fijn va-
cantie en maakten een groote tocht, haha,
en dan bleef er nog genoeg over voor een
radio...
„Vrouw," sprak Herman Knippers, toen
hij 's avonds thuiskwam, „er is iets heel
bijzonders gebeurd!"
„Hm", smaalde zijn echtvriendin, „je
bent zeker ontslagen, hé. nou en dat noem
je wat bijzonders? Van jou verwondert me
dat niks..."
Onverstoorbaar ging Knippers voort: „Ik
heb f 2000 uit de weldadigheidsloterij ge
wonnen..."
Nu werd zijn vrouw toch ook geestdriftig
en ze riep: „Fijn, dan zullen we iets moois
voor je koopen, in de eerste plaats een
nieuw vloerkleed en een smyrnalooper. en
dan een nieuwe naaimachine en' een stof
zuiger en een nieuw ameublementje in de
voorkamer en als er dan nog iets over is,
ik heb een beeld van een bontjas gezien,
niet eens duur. maar driehonderd gulden,
weet je wat, schiet het maar zoolang voor
uit ons spaarkistje, dan gaan we die meteen
koopen, vindt je dat niet fijn?"
Herman Knippers moest even iets weg
slikken. De overgang van de zonbeschenen
watervlakten en dobberende booten met
blanke zeilen naar een stofzuiger en een
bontjas was wel wat schielijk en hij sta
melde: „Ja, hm, leuk, had ik altijd al
graag gewild..." Hij waagde het niet een
vruchteloos protest in te dienen en met
looden schreden ging hij naar het geld
kistje met de spaarduiten en nam er het
geld voof den bontjas uit.
Het werd een mantel van zevenhonderd
gulden. Echte persianer. O. die andere vier
honderd gulden kwamen wel in orde, me
neer kon de mantel immers op afbetaling
krijgen. Hier, als hij dat contractje even tee-
kendc. En wilde hij de rest ineens voldoen
morgen, wel, dan verscheurden ze eenvoudig
het contract en de zaak was in orde.
„O, mannie," fluisterde zijn vrouw, „vind
je het niet heerlijk, zoo'n mooie jas? Staat
ie me niet fijn? O, en ik zal overal op uit
zuinigen, hoor, ik zal je een rijksdaalder
minder zakgeld in de week geven, in plaats
van twee eieren bij je ontbijt, zal ik je er
één geven. Vind je het niet dollétjes?"
Meneer Knippers lachte als een boer die
kiespijn heeft.
Ztfn vrouw was in de wolken en wandel
de zoo langzaam mogelijk hun straat door.
Toen mevrouw Pietersen er aan kwam, met
-hun hond, ontdekte mevrouw Knippers
plotseling een vliegmachine in de lucht,
waarnaar ze bleef staan kijken, innig op
den arm van haar 'man geleund. Zelfs toen
ze den hond van mevrouw Pietersen op zich
toe zag komen springen, bleef ze vriende
lijk, hoewel ze anders het dier niet kon
zien. „O, mevrouw", zei mevrouw Pieter
sen zuurzoet, „neemt U het hem maar niet
kwalijk, het is een stil dier, maar als hij
katten ruikt, wordt hij zoo wild, koest hond
sti! dan toch!"
„O. ja?" antwoordde mevrouw Knippers
op haar liefste toontje, „wat schrander van
dat beest. Maar waarom trekt U dat bont
jasje dan aan?" (dit met een blik op het
bontjasje van mevrouw Pietersen). „U heeft
het nu al- vijf winters. Uw man mag wel
eens iets nieuws voor U koopen. O, het is
nog wel aardig hoor, daarvan niet. Maar
ik voor mij, ik hou niet zoo van imitatie,
ik heb liever echte Persianer..."
Toen meneer Knippers 's avonds in de
krant den uitslag van de loterij nasloeg,
werd hij eerst rood en daarna bleek, terwijl
het koude zweet hem uitbrak. „Weet je...
stamelde hij tot zijn vrouw, „weet je... wel
ke idioot den hoofdprijs van f 2000 heeft
gewonnen?"
„Ja jij," lachte mevrouw.
„Pietersen, die kerel van hiernaast... kijk
maar, zijn naam en adres als prijswinnaar
staat erbij... hij had zeker ook een lootje...
er moet een vergissing gebeurd zijn... ik
begrijp er niets van..."
Even later werd er gebeld. Meneer en
mevrouw Knippers dedep samen open: op
de mat stond... de snoes van een juffrouw
die stralend lachte en riep: „O, meneer, U
was vanmorgen zoo gauw weg, dat ik U
voor de zekerheid nog maar even het goede
nieuws ben komen zeggen, de auto heeft u
niet gewonnen, maar daar had U natuur
lijk niet op gerekend, nietwaar? Maar weet
U, wat U gewonnen heeft? Kijkt U eens,
ik heb het meteen voor U meegebracht...
een prachtige kleerenborstelVind U hem
niet mooi?"
SPLINTERTJES.
Arbeid behoedt ons tegen drie doodelijke
vijanden: verveling, gebrek en ziekte.
Wij allen leeren gaan, door eerst te strui
kelen.
Het is moeilijker, maar grooter, het onge
luk te dragen, dan cr zich aan over te
geven.
DE BIERWAGEN MET GEJUICH ONTVANGEN. Amorika's bierwetj
volgens welke bier met een alcohol-percentage van 3.2 mag worden ge
brouwen en verkocht, is thans definitief door het Huis van Afgevaardigden
aangenomen. Dezer dagen verliet onder het gejuich van een groote men-
schenmenigte de eerste, zwaar geladen wagen met vaten bier fte beroemde
Ruppert-brouwerij te New York.
Is het U bekend:
d a t in den handel van handteekenin-
gen, de echte handteekening van Greta
Garbo, S 25 waard is, of tien keer zooveel
als die van President Wilson?
d a t de oppervlakte van de Vereenigde
Staten van Nöord-Amerika minder dan de
helft is van die van Sovjet Rusland?
dat er op het belangrijke Amerikaan-
sche vliegveld Newark, gemiddeld per dag
vijfhonderd passagiers aan komen en ver
trekken?
Ik hoor, dat Uw vrouw een auto-ongeluk
heeft gehad. Hopenlijk is alles goed afge-
loopen?...
Gelukkig ja! een beetje verf is er afge
gaan bij beiden!
o
Kleine Piet: Vader, wat gebeurt er met
een voetballer, als hij niet goed meer kan
zien
Vader: Dan maakt men een scheidsrech
ter van hem!
Gijs liep opgewonden naar het bureau van
politie en zeide: „Meneer de inspecteur, wat
moet ik toch doen? Ik krijg geregeld dreig
brieven met de post!"
„Dreigbrieven?" zegt de inspecteur ver
wonderd... „dat is geen kleinigheid! Hebt
U er misschien een vermoeden van, wie ze
heeft afgezonden?"...
„O, zeker", zegt Gijs, „de slager, de kleer
maker en de directeur der belastingen!"
Ik wil graag alle lief en leed, alle vreug
de en zorgen met je deelen, lieveling! zegt
het jonge meisje innig...
Maar schat, zegt hij: ik- heb heelemaal
geen zorgen!
Ja, ja, knikt ze, ik bedoel natuurlijk..*
als we getrouwd zijn...!
o
Kom eens hier. luie rekel: is het waar,
wat je moeder vertelt, dat je namelijk van
daag weer van school gespijbeld hebt?...
Dat is geen luiheid pappie! Dat is klas
senhaat!...
o
De vindingrijkheid van de posterijen
in onze stad is toch niet zoo groot als men
altijd beweert. Onlangs verstuurde ik een
brief met het adres: „Aan den grootsten idi
oot van deze stad' ,'en gisteren heb ik hem
teruggekregen!
o
Ik ben van plan mij aan te bieden voor
de open plaats aan de sterrenwacht te X.
Ben je dan sterrenkundige of meteoro
loog?
Neen... maar ik heb een paar uiterst
betrouwbare eksteroogen!
1. Op een mooie maannacht maakte
onze poes, Miep Muizenschrik, die
thuis bij acht kinderen wat al te veel
te verduren had, een afspraak met
Bul Krakebeen, buurman's hond, die
niet al te vriendelijk door zijn baas
behandeld werd. Ze wildon samen de
wijde wereld ingaan en besloten den
volgenden middag als alles rustig*
zou zijn, er tusschen uit te trekken.
2. Miep had op de kinderkamer alle
kleertjes nagekeken, en er uitge
zocht, wat haar het beste leek om
aan te trekken. Want beiden von
den, dat ze nu ook alles als echte
menschen moesten doen. Zelfs Ma-
rietjes nieuwe parasolletje nam ze
stevig onder den arm. En zoo stapte
ze naar Bul, die ze in de verte al
keurig gekleed zag staan.
3. Maar oh! Wat gebeurde daar!
Ze had nog geen vijf stappen ge
daan, toen ze een fiksche trap op
haar staart kreeg van een reuzen
schoen, O! O! wat een pijn! jam
merde ze. En wat een akelig gevoel
in mijn staart krijg ik toch. Eerst
dacht ze, maar weer sti letjes naar
huis te gaan, waar ze zulke groote
schoenen nooit gezien had, maar
Bul stond al te wachten en dus
4. Strompelde ze verdrietig naar
den overkant. Bul, die vanuit de
verte alles gezien had, viel haast
om van schrik. Dat huilen van Miep
maakte hem zoo raar, dat zijn ooren
er van gingen kriebelen. Het mooi
ste van 't geval was, dat Miep's
staart steeds langer werd en hoe
langer ze werd, des te grooter wer
den Bul's ooren. Ze snapten er nu
heelemaal niets meer van.
5. Ze wisten niet, dat de toovenaar,
aan wien die groote schoen behoor
de, hun afspraak van den vorlgen
avond had gehoord en hen in hun
groote onderneming een handje ging
helpen. Miep en Bul kregen beide
een groote tooverkracht, Miep in
haar staart en Bul in zijn ooren,
waar ze op hun reis heel wat ple
zier en gemak van zouden beleven.