DE IJZEREN DEUR VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. TIARENKARSPEL DIRKSHORN. Voor dc Vredesgroep „Dirkshorn" trad in de zaal van den heer D. Swager op de heer G. J. Schoup, schrijver van ..In Vlaanderen heb ik gedood". Bij de opening sprak de heer W. Wiese zijn teleur stelling uit over het groot aantal ledige stoelen. Ilij had weder een volle zaal verwacht. De lieer Schoup. thans optredende, maakte op ons dadelijk den indruk van een beschaafd, ontwikkeld persoon, die slechts met tegenzin spreekt over dc gruwelijke dingen, door hem in den oorlog beleefd. Dat hij zulks toch doet, vindt zijn oorzaak in dc ook door hem gekoesterde vrees voor een nieuwen oor log. nog verschrikkelijker dan die van 1914 tot 1918. Want geen verschil zal dan worden gemaakt tus- schen militairen en burgers, zelfs vrouwen en kin deren zullen in geen enkel opzicht meer worden ge spaard. Vliegtuigen en gifgassen zullen alle leven vernietigen. De mentaliteit der volken en vooral die der leiders is er in de laatste eeuwen niet op voor uit gegaan. Het boek, door den spreker uitgegeven, bevat slechts een derde van den oorspronkelijkcn inhoud van het manuscript. Geen uitgever wilde het in zijn geheel afdrukken! liet gaat te zeer in tegen dc mee ning van dc leidende personen in de verschillende landen. Voor de microfoon mocht dc heer Schoup zich evenmin uitspreken. (Dc film ,.Morgenrot" wordt zeker meer „opvoedond" geacht!) 2o/r.). Spreker acht den dienstplicht, de noodlottige erfe nis uit den tijd van Napoleon, immoreel; en toch wordt deze instelling overal gehandhaafd of inge voerd. Alleen als cIc kiezers zich daar beslist tegen verklaren, kan dat funeste instituut worden opgehe ven. Daarom acht hij het vooral voor de vrouwen en moeders plicht, slechts haar stem uit te brengen op een pacifist, een redesgezinde. In dit verband noemt spr. dei. naam van Prof. Van Embden als verklaar de tegenstander van den oorlog. Voorts las de heer Shoup enkele deelcn uit zijn hoek voor, o.a. een gevecht en een terugtrekking op Mechelen. Na den slag. tijdens de rust, werden ons de morcelc gevaren voor de vrouwen en dochters der burgers geteekend, alsmede voor de soldaten. Onbegrijpelijk is het voor normale menschen, dat thans nog leidende personen durven aansturen op een volgenden oorlog, alsof ze geen geweten tezitten. Wel moet het egoismc groot en het systeem verdorven zijn! En toch gaat het weder dien kant heen. De nu reeds jaren te Genève gehouden conferenties lei den tot niets, daar d^ door de Regecringen gezon den afgevaardigden nog zijn bezield door den ouden geest. Er zijn ook te veel generaals onder. Met den spreker 'zullen we stellig mismoedig wor den. wanneer we over deze hoogst ernstige zaken eens doordenken. Ieder ga met zich zelf te rade, wat hij kan doen om het gevaar voor een totale vernieti ging van West-Europa te voorkomen. Een hartelijk applaus beloonde den spreker voor zijn keurige rede. De heer Wiese sloot met dank aan spreker en pu bliek, en deelde nog mede, dat men in onderhande ling is omtrent het draaien van de film „Niemands land" alhier. BARS1NGERHORN Vrijdagavond vergaderde de Afd. Barsingerhorn van ..Het Witte Kruis" ten lokale van den heer A de Graaf. Aanwezig 7 leden. Voorzitter de heer L. J. van der Kuijl. Voorzitter deelt mee, dat de moedercursus is aan gevangen. Ingekomen is een schrijven van de gemeente Bar singerhorn, waarin wordt meegedeeld, dat op de be groot ing voor 1933 een subsidie voor dc afdeeling is uitgetrokken van f805. Dit is f 100 minder dan voor gaande jaren. Verder is dc Koninklijke goedkeuring ontvangen op de gewijzigde statuten van de afdeeling. Secretaris leest hierna zijn jaarverslagen, waaruit blijkt, dat het aantal leden van „Het Witte Kruis" bedroeg 414, wat een toename van 15 leden bctoeken de. Niettemin ging het bedrag aan contributie met flG.50 achteruit. IJit het magazijn te Barsingerhorn werden aan 74 personen 100 artikelen uitgeleend en te Kolhorn aan 02 personen 92 artikelen. Naar het .herstellingsoord „Heideheuvel" werden een meisje en een vrouw uitgezonden, die beiden in veel verbeterden toestand zijn gekomen. Van de zweminrichting te Kolhorn werd een flink gebruik gemaakt, 59 abonnementen werden uitgegeven, waarvoor füO werd ontvangen. Aan badkaartjes werd ontvangen f 110.30. Het finantieel resultaat van de zweminrichting over het afgeloopen jaar was. dat het nadeelig saldo f 155.79 bedroeg tegen f229.48 in 1931. Uit het verslag van de wijkverpleging bleek, dat het aantal leden en begunstigers met een 6-tal ach teruit ging. Er werden in totaal 2128 bezoeken afge legd. Uit het verslag over dc T.B.C.-bestrijdine valt te memoreeren, dat 185 bezoeken werden afgelegd tegen 223 in 1931. Dc Emmabloemcollecte bracht een bedrag op van f76.52. In 1932 werd voorts een film vertoont „Waar een wil is, is een weg". FEUILLETON. Uit het Engelsch van HAROLD BELL WRIGHT, 14. HOOFDSTUK XIII. Het ontwaken. Marta begon dien dag in zulk een geluksstemming, dat het zelfs haar pleegvaders, die aan haar opgewek te natuur gewoon waren, opviel. In de lucht was de krachtige, prikkelende geur van den morgenstond. Terwijl zij het ontbijt klaarmaakte, kon zij uit de keukendeur de bergtoppen zien, verguld door de eerste stralen der zon, wier schijnsel over enkele uren hemel en aarde van kim tot kim zou ver vullen en overdekken met zijn verblindenden glans. Van een uitsteeksel aan den bergwand liet een winter koninkje een stroom van blijde, zilveren tonen hooren, alsof het 't zingende zieltje van dit ochtenduur was, en terwijl het meisje glimlachend en gelukkig naar de klinkende trillers en loopers van den kleinen zanger luisterde, zag zij een dun rookzuiltje uit de andere hut opgaan, en wist dat haar buurman ook zijn dag begonnen was. Het windje, dat met de gele klokjes naast de beek speelde, scheen haar de gedachte toe te wuiven: ge noot ook hij van de frischheid en schoonheid van dezen morgen? Deelde hij in haar geluk over den nieuwen dag? Terwijl zij keek. verscheen Hugh in de deur der hut met een emmer in de hand; hij ging water halen om zijn koffie te zetten. Zij zag hem stilstaan en haar kant uitkijken, en haar gezichtje straalde, toen zij hem een vroolijken groet toeriep. Zij deed haar huishoudelijk werk dien morgen in een jubelende stemming. Na het middagmaal zadelden haar pleegvaders Nugget, en zoodra zij had afgewas- achen. ging zij op weg naar Oracle om eenige nood zakelijke inkoopen te doen. Toen hij als naar gewoonte bij de blokhut stilhield om te vragen of zij ook iets voor hem kon meebrengen, daoht Edwards bij zichzelven, dat hij haar nog nooit zoo »óoi gezien had Stralend van leven en gezondheid ■n eroolyk vuur, was zij zoo aantrekkelijk, dat zij den Uit het rapport van de Commissie belast geweest met het nazien van de rekening blijkt, dat de ont vangsten voor „Het Witte Kruis hadden bedragen fl33G.?7. Dc uitgaven f828.65. Voordeelig saldo van f508.12. Do ontvangsten van Wijkverpleging bedroe gen f 17S3.14, dc uitgaven f 1936.12, alzoo een nadee lig saldo van f 179.98. Deze cijfers waren voor de T.B.C.-bcstrijding respectievelijk f763.6-4, f796.57 en een nadeelig saldo van f32.90. Dc rekeningen wor den overeenkomstig het advies van de commissie vastgesteld. De Commissie had verder in haar rapport gewag gemaakt van de ongunstige uitkomsten ten opzichte van de wijkverpleging. Daarbii werd aangehaald hetgeen door den heer A. W. Michels was geschre ven in de September aflevering van Het Witte Kruis. In dit artikel werd Barsingerhorn genoemd als een der afdeelingen, waar dc contributie tegenover de subsidie zoo een ongunstig beeld gaf. De heer Mi chels bepleitte daarin, dat de contributie in ieder geval de hoofdbron moest vormen. Hij meende dat dc wijkverpleging zeker een groot belang was voor de overheid, speciaal voor de gemeentelijke, doch dat in o.m. Barsingerhorn en enkele andere afdeelingen het belang toch wel te veel was verlegd, zoodat het was alsof de belanghebbende bevolking de hulp bij ziekte zoowat gratis moest krijgen. Dc heer Michels meende, dat het pleidooi, tot redelijke opvoering der contributies, overal waar dit noodig was, in niet ge ringe mate hierdoor werd verscherpt. De commissie refereerde zich geheel aan het oordeel van den schrijver cn gaf het Bestuur in overweging met een en ander goede rekening te houden. Besloten werd. mede in dit verband, dat in de eerste plaats geen artikelen uit dc magazijnen meer mochten worden afgegeven aan niet-lcden, terwijl de wijkverpleegster geen hulp meer mocht verleenen aan niet-leden, ten zij deze konden worden beschouwd als onbemid deld in den zin van artikel 9 van de statuten, waar omtrent overleg zou worden gepleegd met Burge meester en Wethouders. Vervolgens wordt dooi» den heer Loggers verslag uitgebracht over de algemeene vergadering van hel Witte Kruis. Bij de rondvraag bracht Dr. Werner ter sprake de eventueele vervanging van den heer Wardenaar te Kolhorn, met betrekking tot de zweminrichting al daar. Spreker gaf het Bestuur in overweging den neer Wardenaar dank te zeggen voor het vele goede werk, dat hij in het belang van die inrichting had gedaan. Als voorloopig plaatsvervanger werd ge noemd de heer Schellingerhout, die daartoe dan ook zal worden aangezocht. Spreker deelt verder mee, dat een vergadering was gehouden in Schagcn, waar gesproken was door Dr. de Vries over de bestrijding van malaria. Spreker zeide, dat deze bijeenkomst slecht was bezocht en hoopte, dat het Bestuur in den vervolge bij dergelijke bijeenkomsten blijken van belangstelling zou wil len geven. Voorzitter doet dc toezegging, dat hij gaarne bereid is, deze vergadering te bezoeken. Hierna sluiting. W ARM EN HU 1Z E N Hanze. De Middcnstandsverecniging hield dezer dagen een vergadering, waar als spreker optrad de heer J. v. Altena met het onderwerp: Doel en werkwijze van het Economisch Instituut voor den Middenstand. De voorzitter hoopte, dat de middenstanders door de be handeling van dit onderwerp een goede en betere kijk op het zakenleven zouden krijgen. Dc meeste middenstanders zegt spreker, gaan niet voldoende met hun tijd mee cn zijn zich niet bewust dat ze moeten aanpassen aan onzen modernen tijd. We kunnen onze zaken niet drijven zooals onze ou ders dat gedaan hebben. De positie van den midden stand in dc laatste jaren is veel gewijzigd en wij zigt zich nog steeds. We leven in een eeuw waarin de productie-capaciteit een ommekeer in de voortbren ging en ook in het zakendrijven heeft gebracht. Spre ker noemde als voorbeeld Amerika, waar reeds zaken zijn waar de klanten zich zelf moeten bedienen. Ook wij moeten onze arbeidsmethodc herzien. Ongeacht wat anderen doen, hebben wij de plicht, dat ons be drijf behoorlijk wordt gedreven. Wc zullen dit zelf moeten toetsen aan den tcgenwoordigen tijd. Wc moeten hebben behoorlijke administratie en een goe de controle. De goederen in den winkel zijn evenveel waard als het geld in de la. Ieder die een goede ad ministratie heeft, komt vooruit. We moeten een voor beeld nemen aan het filiaal en groot-winkelbedrijf, die in de grootc steden de kleine middenstanders verdringen. Hun tactiek moeten we volgen. Geen verkeerdheden in een anders bedrijf zien maar in ons eigen bedrijf. We moeten veel meer gezamenlijk in koopen, reclame maken, enz. Spr. laat een boodschap- tasch zien, die bij afname van 50.000 stuks 1.2 cent kost; 150 Amsterdamsche winkeliers kochten deze aan en maakten hiermee een goede reclame. Onze boekhouding moet niet alleen voor den fiscus zijn, maar om onze eigen zaak te leeren kennen. Kunnen wc het zelf niet dan moeten we het laten doen en hiervan leeren om onze rol in den midden stand te kunnen blijven vervullen. In het Economisch Instituut zijn Kamers van Koop man in zware verzoeking bracht, haar datgene te zeg gen wat hij zichzelven nog niet wilde toestaan te den ken. Uit vrees dat zijn oogen zijn gevoel zouden ver raden. wendde hij voor iets aan haar teugel te moeten veranderen, zoodat zij van haar zadel af zijn gelaat niet kon zien. Toen zij verder reed. stond hij haar na te kijken, totdat zij om een scherpen hoek van het pad achter den rotswand verdween, en begaf zich toen langzaam naar de plek waar hij den ganschen langen dag placht te zwoegen voor de korrels geel metaal, die nu zooveel meer voor hem beteekenden, dan slechts de vervulling van zijn dagelijksche behoeften. Waar het pad naar het witte hiusje op de berghel ling op den grooten weg naar Oracle uitkwam, hield Marta haar paard in. Zij gevoelde behoefte om Sint Jinvmy en moeder Burton op te zoeken, en hen deel genoot te maken van haar geluk, hen te danken voor hun liefde en geduld, die haar gemaakt hadden tot wat zij was. Zonder hen, gevoelde zij instinctmatig, zou zij nimmer die vreugde kunnen smaken, die thans haar hart vervulde. Maar zware stapelwolken stegen op boven Mount Lemmon en den Rice Piek, en zy wiet dat zij beter deed om regelrecht door te gaan, als zij haar boodschappen wilde gedaan hebben en terug zijn vóórdat er een storm kwam opzetten. Op haar terug weg zou zij bij de Burtons aangaan, dan zou het min der hinderen, al kwam er een storm. Door nauwe rotskloven, begroeide spleten en zandige hellingen, tegen steile uitloopers van het gebergte op en langs rotswanden droeg Nugget haar uit de Goud- kloof naar de hooger liggende vlakte. Om haar schit terden de berghellingen in de bloempracht der „Kleine Lente," sego-lelies en zwavelbloemen, wilde boekweit, papaverdistels en bijenklaver, en de teere schoonheid der violette ridderspoor espuela del caballero, zoo als de oude Spaansche bewoners die noemden. In het weiland van George Wheeler, niet ver van zijn corrals met den windmolen en het water-reservoir, ontmoette zij de stevige, roodwangige jongetjes Whee ler, die in gezelschap van een der honden Indiaantje speelden. Zij schoten met speelgoedgeweertjes op haar van uit een hinderlaag achter een brok graniet en stormden zoo wild en met zulk een woest krijgsge schreeuw op haar af, dat Nugget schichtig begon te dansen. Terwijl zij gekheid met hen maakte en zij het groote hek voor haar openden, riep hun vader haar van uit de schuur een vroolijken groet toe. en vrouw Wheeler noodigde haar van de veranda uit om binnen te komen. Maar zij antwoordde, dat het er uitzag naar regen en dat zij voor het avondeten thuis moest zijn, en reed door naar het kleine bergdorp. Op de ruime open plaats vóór den winkel stond een handel, wetenschap, bedrijf, organisatie en belangstel ling vertegenwoordigd. Dc middenstand moet hare belangstelling toonen. Zaken in verschillende branche worden in alle détails onderzocht en hiervan wordt rapport uitgebracht, waaraan wij ons kunnen spiege len. De naaste toekomst zal groote zorgen baren voor den middenstand. Maak daarom uw zaak in orde met alle middelen die het Economisch Instituut u biedt om het peil van uw zaak hoog op te voeren. Na nog eenige vragen te hebben beantwoord, en nog enkele huishoudelijke zaken waren besproken, sloot voorzitter deze vergadering, die een waar suc ces voor de Hanze is geweest. Dezer dagen werd in dc Ned. Herv. Kerk een pro paganda Film- en Kunstavond gegeven, uitgaande van den Nederl. Blindenbond, met als spreker Joh. v. d. Berg en met welwillende medewerking van de zangvereoniging „Varia", Dir. de heer Jn. Vlam. Ds. Seuiijn opende met een kort woord deze bij eenkomst. Na een paar mooie zangnummers vau „Varia" verkreeg de heer v d. Berg het woord, üp keurige wijze declameerde hij drie gedichten, t.w „Moedt" en „Stilte" van Adema van Scheltema, ver volgens Des Eenling Mijmerij van Charivarius. Voor het vertoonen van de film „Wat wij willen gaf spreker in een gloedvolle rede een uiteenzetting over het lot der blinden in Nederland. Dat zij zich wenschen tc verheffen boven het begrip der onvol waardigheid en dat zij ook houwers willen zijn aan de tempel van het menschelijk geluk- Wij willen van dc zienden geen medelijden doch wel medeleven. Het aantal blinden en halfblinden in Nederland bedroeg volgons spr. 4000, een getal dat volgens cij fers uit andere landen gelukkig laag. was te noe men. Dat er van regeeringswege niets voor deze menschen gedaan wordt is wel te betreuren. In groo te steden, b.v. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, enz., zijn van Gemeentewege werkinrichtingen tot stand gebracht, war zij de kost door productieven Op Vrijdag 24 Maart. GROENTEN UIT HET VAT. Allereerst werden van de baan geschoven dc aan gehouden zaken van vorige zitting. Als de gelukkig, die nummer 1 had getrokken, ver scheen, de haringkoopman H. J. B„ de man met de t>-jarige staanplaats op de Dirk Duyvelsweg. Het re sultaat van de aanhouding was niet bemoedigend. Hij werd heengezonden met f5 boete of 1 dag. DE VARKENSCENTRALE HEEFT ER DEN WIND ONDER. De heer Jan Zijp, secretaris der Varkenscentrale ie Alkmaar, gaf heden explicatie hoe dat zaakje met den varkenshouder Jan R. te Graft, wiens biggen niet gemerkt waren, in elkaar zat. Hij was geen lid van de Centrale, derhalve werden zijn varkens niet gemerkt. En toen hij dan lid was geworden, moest hij alles bijeen genomen merkgeld en boete f23 betalen, welk geld van de verkochte varkens werd afgehou den. En nu moest hij ook nog heel krap berekend 2 gulden boete betalen 'n Reuze speculatie die toeten- fokkerij in 1933! HET WAS WEER SIJMEN BETAAL OF GA BROMMEN! De heer Arie K., thans kelner, te Alkmaar, die nog 'n paar kleine stroopersrekeningetjes met moeder Thcmis had te vereffenen, verscheen thans in het flatteerend costuum, van een ski-kampioen, om de voortzetting van zijn konijnendelven-affaire bij te wo nen. Jachtopziener Lieftinck uit Castricum was ook present cn de debatten waren spoedig zeer geani meerd. Arie wilde alles toegeven, behalve het delven en Lieftinck toonde zich niet bereid, dit deel van de aanklacht te laten vallen. Het draaide voor den heer K. weer uit op f 15 boete of 15 dagen. OOK DIT PAKTE SLECHT UIT. De heer Engel Zw., uit Egmond, in zijn piekfijn blauw colbert costuum en blinkend bolhoedje, mocht na verhoor van den jachtopziener Bakker uit Castri cum geen succes boeken. Hij werd genoteerd voor f 15 boete of 15 dagen. DE BAROMETER BLEEF OP SLECHT WEER STAAN. De heer J. W., handelsreiziger te Bergen, had ook niet veel plezier van de aanhouding zijner zaak be treffende een onvoldoend werkend stuur. De toelich ting van motoragent Webster was ook na het ver hoor van den deskundige der obstructie niet ontze nuwd en werd opgelegd f8 boete of 8 dagen. DE KEUS BLIJFT OVER: AFTIKKEN OF BRUINE BOONEN BIKKEN! De rijksveldwachter Breedveld werd heden in 't ge lijk gesteld bij zijn actie tegen den heer J. Z., die in groep rijpaarden met hangende koppen en teugels sla perig en geduldig te wachten op hun ruiters, die rond lummelden op het hooge platform dat langs den gehee- len voorkant van het gebouwtje liep. Naderbij komend, herkende Marta den Sallemander bij het groepje, en terwijl zy haar zagen naderen, zeide hy iets tot zijn makkers, waarop het heele troepje leegloopers in luid gelach uitbarstte, zoodat zij het onaangename gevoel kreeg het onderwerp van zijn onhebbelijke aardigheden te zijn. Twee der mannen echter stonden op en bega ven zich wat terzijde. Toen het meisje haar paard inhield, viel er een plotseling stilzwijgen in en terwijl zij afsteeg, voelde zij aller blikken op zich rusten. Met gloeiende wangen en al haar zenuwen geprikkeld van verontwaardiging en verlegenheid, ging zij haastig het trapje op en den winkel binnen. Toen zij hen voorbij kwam. namen de beide cowboys, die terzijde waren gaan staan, hun hoeden voor haar af. Zij was juist in de deur, toen de Sallemander weer wat zeide en zijn makkers opnieuw in gemeende pret uitbarstten en ditmaal had zij het gehoord. Zij bleef staan alsof zij een slag had gekregen, verbijsterd, aar zelend wat te doen, voor 't eerst in haar leven be vreesd en beschaamd. Twee dorpsvrouwen, die bezig waren inkoopen te doen, zagen haar een oogenblik koel aan, en wendden zich toen af om samen te fluisteren. Het meisje begaf zich schichtig naar het achterste gedeelte van het lo kaal en veinsde den inhoud eener uitstalkast te bezien, terwijl terwijl zij haar best deed zichzelf weer meester te worden. Nog voordat de makkers van den Sallemander had den opgehouden met lachen, begaf een der beide cow boys die hun hoed hadden afgenomen, zich naar het groepje toe. Met een uitdrukking van onuitsprekelijke minachting en afkeer op zijn gebronsd gelaat, nam de ruiter den Sallemander van het hoofd tot de voeten op. De lachers zaten stil en zwijgend, en de man uit Arkansas kwam langzaam overeind. Met gedempte stem, alsof hij niet wenschte, dat zijn woorden in den winkel gehoord zouden worden, zeide de comboy: „En daar ken je 't bij laten jou vuile stinkbunsing. Laat staan dat!" voegde hij er op scherpen toon bij, toen hij de hand van den Sallemander voorzichtig naar den zak van zijn ruige broek zag gaan. „We maken geen moeite hier en nou. Ik wou je nou alleen maar vertellen, dat we zulke praatjes hier in Arizona niet lusten, 't Mag gebruik zijn, waar je vandaan ben, maar je zal d'r hier geen eer mee behalen behalve b*j tuig van je eigen soort." En hij omvatte de makkers arbeid, hun ideaal, kunnen verdienen. Met meest waarmede wij hebben te kampen, zegt spr,. is het groote bezwaar om te komen tot een bctère maatschappelijke voorzorg, die gebaseerd is op productieven arbeid. Zeer jammer is het dat voor deze opleiding geen gelden beschikbaar worden ge steld. Ook wij willen dat ons de kans wordt gebo den om door inspanning en eigen denken een posi tie in de Maatschappij te bereiken. Tevens wees spr. op een vrccsclijke leemte in onze wetgeving en wel de leerplichtwet, die voor ons blinden niet van toepassing is Voor blinden, doofstommen, slechthoorenden cn zwakzinnigen is in ons land dc leerplichtwet niet van toepassing. Door deze toelichting is ons duidelijk gebleken, dat op dit gebied Nederland, vergeleken bij andere lan den, ver ten achter staat. Hierna werd vertoond „Wat wij willen", film in vier acten. Deze vertooning bracht vele bezoekers zeer onder indruk. Vanaf kind tot volwassene heb ben wc leven cn werken kunnen gadeslaan. Het Brailleschrift was buitengewoon interessant en men kreeg de overtuiging dat dc incesten zeer scherp zijn en over goede capaciteiten beschikken. Eveneens was dit met de vakopleiding. We heb ben gezien stoelenniatters. mattenvlechters, man denmakers, telegrafiste, rijwielreparateurs, enz. en met een handigheid van kom maar af. Door het ver duidelijken van deze film hebben wij terdege' ge voeld, wat zij willen cn waren het met spr. roerend eens niet tot onvolwaardigen te willen worden ge rekend. Tot slot dankte Ds. Seuiijn den geachten spreker. Voor de lichting 1934 is aan onderstaande personen voorgoed vrijstelling van den dienstplicht wegens broederdienst verleend: J. P. Berkhout, A. M. Gouds blom, A. Goudsblom, A. A. Groot, J. van Loencn, T. Meijer, W. Molenaar, A. de Nijs, C. J. Ooijevaar, P. A. Pronk, P. van Wonderen. den avond van 8 Maart om 11 uur nog in 't duin was om te zien of Breedveld zijn functie wel behoorlijk waarnam. Nu, daarover viel niet tc klagen. 5 gul den boete of 5 dagen! DE SCHRIK VAN DEN RIJWEG! De aannemer L. V. uit Tilburg, thans te Venlo, maakt door zijn onbesuisd autorijden den rijweg ge regeld onveilig. Onlangs stond hij terecht wegens een gepleegde aanrijding te Uitgeest en wercj, hij tot geldboete en ontzegging rijbevoegdheid veroordeeld. Thans was Zuidscharwoudc weer het tooneel zijner heldendaden en reed hij een pctrolie-karretje van de sokken en beschadigde hij een autobus. Deze ge weldenaar werd dan ook flink afgestraft en veroor deeld tot f 40 boete of 40 dagen. 1 jaar ontzegging en betaling van f 5.80 voor de petroliekar. De schade aan de bus zal hem later wel geworden. TE HARD VAN STAL GETIPPELD. Onze bekende collega Klaas Sm., journalist te Hoorn, die behalve geestelijk voedsel, ook nog logies verstrekt en de armen en veriatenen onder zijn dak leidt, was op 9 Februari in zijn elegant luxe wagen tje aangehouden te Heiloo door majoor Steen en zijn vleugel-adjudant Hazelaar. Het bleek als toen dat de automobilist niet in het bezit was van een gel dig rijbewijs. Het in zijn bezit zijnde consent liep maar tot 1 Februari De heer Klaas Sm. was heden ter zitting, ten einde zich te verantwoorden. Het feit gaf hij geredelijk toe, doch beweerde dat de datum der aanhouding was 5 Februari, of misschien om gekeerd, in ieder geval werd bezwaar gemaakt. Be sloten werd nu ook de zaak maar aan te houden, maar vermoedelijk zal hier de aanhouder niet win nen, aangezien mijnheer Sm. zich later herzag en zijn vergissing erkende Maar toen draaide alweer een andere film, dus aanhouden. MET LICHTBAK, DELFSCHOP EN SPEURHOND OP HET NACHTELIJK STROOPERSPAD. De heeren Piet en A. Z., te Egmond aan Zee. wa ren op 2 Febr. betrapt op het delven van konijnen. Piet wou de schuld alléén dragen, dus aanhouding. De gebroeders F. en Corn. Z., leden van dezelfde orde der konijnenverdelgers, waren er met 'n paar „ongde op oit eweê'. f 15 boete of 15 dagen voor ieder, teneinde hun jachtvuur te beteugelen. Volgden de heeren Engel G. en Teun B., die met de carbidlantaarn hadden gemanoeuvreerd. Engel bedankte ditmaal voor de eer Hij was dien nacht niet in het duin geweest. Volgende week verder uit zoeken. DE PERKEN DER WELBEVOEGDHEID OVERSCHREDEN. Drie jonge snaken uit Hcerhugowaard, Th. W., M. K., en P. V., waren aan 't stoeien geraakt met een jong meisje, doch het jeugdspel ontaarde zoodanig, dat het heden een strafzaakje werd met gesloten deuren. ..Drietig gulde boete, dat fiel nét mee", klaagde een der aanwezige vaders, n Fries! Geen wonder, als vader de uilenstreken van zoonlief af heeft te tikkèn! van den Sallemander met een koelen afwachtenden blik. Niemand bewoog zich. De cowboy begon zeer zorg vuldig een sigaret te rollen. Hy streek bedaard e«n lucifer af, en knipte, terwijl hij den eersten trek deed, het stukje verbrand hout naar den Sallemander toe. Daarop wendde hij zich tot de anderen: „Ik ken zien, dat jullie kerels d'r over nadenken, 'k Zou maar blijven denken. En wat jou betreft Hy mat den man van Arkansas opnieuw met een langaamen, minachtenden blik Toen keerde hij. zonder meer te zeggen, het troepje koelbloedig den rug toe en slenterde dood op zyn gemak naar zijn paard. Toen hy met zyn metgezel wegreed, was er weer een uitbarsting van vroolykheid in het groepje leegloopers, maar ditmaal ging het ten koste van den Sallemander. „Laat Steve Brodie je maar niet meer snappen," ried er een. „Hy zou je leelijk op je nek kommen", zei een ander. „Steve rijdt nou voor de Drie Compagnons, hè?" kwam een derde, blijkbaar met den wensch om het gesprek op een ander onderwerp te brengen. „Huh ja. Kranige vent Steve," vond een vierde. Met een vloek slingelde de Sallemander weg naar zijn paard, steeg op en reed huiswaarts In den winkel deed Marta wanhopige pogingen om tenminste in schijn haar bedaarheid te herwinnen. De beide vrouwen hadden hun Inkoopen gedaan, maar maakten geen haast om heen te gaan, en sloegen onder voorwendsel van een buurpraatje steelsgewijae het meisje gade. Marta trachtte zich te verbergen door eenige stoffen te bekyken die op een tafel achter de kachel lagen. Toen de vriendelijke bediende by haar kwam, schrikte zy op en kleurde hevig. In haar verlegenheid en ver warring kon zij zich niet herinneren wat zy was komen koopen. De bediende zag haar nieuwsgierig aan, en de beide vrouwen begonnen weer te fluisteren en te gichelen. Ten slotte bracht het meisje er in wanhoop uit, dat zy op 't oogenblik niets noodig had dat zij nu weg moest dat zij nog wel terug zou komen vóór zy weer naar huis ging en nam met gloeiende wangen en neergeslagen oogen de vlucht. Terwyl zij de mannen op het platforms voorbij ging en haastig naar haar paard liep, hield zy haar blik styf op den grond gevestigd. Zy was zoo kraohteloos, dat zij ternauwernood in het zadel kon komen. Maar de lanterfanters keken nu niet naar haar. Al les scheen zich eendrachtig te interesseeren voor iets in een geheel andere richting. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 10