VAN DIT EN YAN DAT EN VAN ALLES WAT S1 VRAAG De geheimzinnige passagier. Het voorjaar ontluikt be Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 1 April 1933. No. 9255. Een vreemde historie door Jean de la Meuniere Gaspin. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden). JIM BLURT, hoofdinspecteur van de verwensching, toen hij het telefoni- afdeeling recherche, mompelde een •che bericht kreeg, dat er nu weer zoo'n geheimzinnige berooving op klaarlichten dag had plaats gehad, en dat nog wel bij wijze van spreken vlak onder den neus van het hoofdbureau van politie. Toen een sigarenwinkelier zich had omgedraaid om geld uit zijn kasregister terug te geven, had hij plotseling den loop van een revolver in zijn rug gevoeld, terwijl een dreigende stem gefluisterd had: Blijf zoo staan, als je een kik geeft of een vin verroert om je om te draaien, ben je d'r geweest. Pak al het pa piergeld en reik het naar achteren, maar draai je niet om, begrepen! De agent die in de wijk dienst had en die op het alarm van den bestolen sigaren winkelier, nog geen twintig seconden na den overval, was komen aanloopen, bracht nu rapport uit. „Maar heb je dan niets bijzonders ge zien?" vroeg de hoofdinspecteur, „geen ke rels zien wegloopen of geen auto zien weg stuiven?" „Nee, chef, het is me gewoonweg een raadsel. Er kwam een jongeman om den hoek naar me toe, om me te waarschuwen, ej*. hü zei nog zooiets van. dat het—een.. schandaal was. dat je tegenwoordig op straat niet meer veilig was. en toen stapte hij weer in zijn auto, waar zijn meisje of weet ik wie het was? zat te wachten." „Het is onbegrijpelijk, zoo'n kerel kan toch niet opeens in de lucht verdampen? We hebben al de verdachte individuen van de stad stuk voor stuk nagegaan, maar er la er bijna geen een die zulk werk op zijn eentje opknapt. Ze gaan altijd met zijn twéeëen of driëen en één wacht er met de auto, met draaienden motor, om dadelijk weg te kunnen stuiven. Blijft alleen over Jack de Knijper. En even heb ik nog ge dacht aan hem, dat hij misschien die vent was met dat meisje In die auto. maar dat is onmogelijk. In de eerste plaats weet ledereen dat Jack een vrouwenhater is. in de tweede plaats dat zelfs van de lleffies uit de onderwereld er niet eens iets voor zou voelen om met hem op stap te gaan, en in de derde plaats weten we pre cies welke juffies in aanmerking zouden kunnen komen. Wat deksel, het is hier geen New-York, waar menschen spoorloos kunnen verdwijnen, het is hier Blank-City. met tuinduizend inwoners en we weten pre cies wie bewoners van de onderwereld zijn en w'.e niet. We zijn precies op de hoogte met onze tegenstanders. Nee, de eenige mo gelijkheid is, dat het een kerel uit een vreemde plaats is, die op de een of andere manier telkens weet te verdwijnen. En hoe, dat moeten we nu zien uit te visschen. Zijn alle toegangen tot de stad bewaakt?" „Ja, chef, er kan geen kip uit." De toestand werd hachelijk. Op elk van de twee volgende dagen werd op ver uit- eenliggende plaatsen van Blank-City een soortgelijke overval gepleegd. En ondanks het feit, dat door een bijzonder alarmstel sel, inderhaast ingesteld, geen kip de stad onopgemerkt kon verlaten, bleef de politie volkomen onmachtig den geheimzinnigen dader op te sporen. Hoofdinspecteur Blurt spoog vuur. De kranten gingen hevig tegen hem te keer en er werd smalend over de politie gesproken, Blurt was dan ook niet bepaald vriendelijk, toen hij „binnen" riep en er een agent binnenkwam, die een vreemd verhaal kwam rapporteeren. In de buitenwijk van het Zuiden van de stad, waar alleen wat oude loodsen en vervallen huizen stonden, had hij een man met een vrouw in een auto zien zitten. Ze waren naar een kleine, golfijzeren loods gereden, die als garage dienst deed. Dat was op zich zelf niets bijzonders en de agent had er fei telijk geen buitengewone aandacht aan ge schonken. De man was, nadat hij de auto in de loods had weggezet, snel weggeloopen, naar huis toe blijkbaar. De vrouw zou na tuurlijk dadelijk volgen, misschien had zij nog iets ln de garage te doen... Maar... tot zijn stomme verbazing was de vrouw niet uit de garage gekomen! Hij had nog een kwartier, verdekt opgesteld, staan uit te - kijken,- nwar alles- -Weef—stik -Teen- -was-hlj- naar de garage gegaan en had bevonden, dat de deur van buitenaf gesloten was! „Maar voor den drommel" brulde Jim Blurt, „waarom kom je me dat nu pas ver tellen, waarom heb je niet dadelijk opge beld? Wel ja, er kan nog meer bij! Drie roofovervallen in drie dagen en nou nog een geheimzinnige vrouw die in een garage spoorloos verdwijnt! Vooruit, als de weer ga er naar toe! De politieauto moet onmid dellijk uitrukken!" Even later stoof de auto, bemand met Jim Blurt zelf en zes onverschrokken ke rels naar het Zuiden van de stad. Op kor ten afstand van de verdachte golfijzeren loods bleef men, verborgen achter de mine van een bouwvallig huis, staan. Door een bijzonder instinct geleid, keek Jim Blurt eerst eens voorzichtig uit de verte toe. Hel geluk was hem wel gunstig, want zoo juist hadden ze een man volgens de beschrij ving van den agent, was het de eigenaar van de auto de garage open zien sluiten Je kon beter eerst even de kat uit den boom kijken, voordat je je belachelijk maak te. Die stomme agent kon zich immers wel vergist hebben... wel voor den drommel... sapperloot, zie je wel. die sommerd had zich In den tuin worden de laatste bladerenresten verwijderd, opdat het warme voor jaarszonnetje overal goed kan doordringen. vergist... er was niets aan de hand... de man reed de auto uit het schuurtje en naast hem zat, rechtop... de vrouw! Dat kon je duidelijk zien door de kleine mica zij ruitjes van den two-seater! En toch... Jim Blurt volgde nauwkeu rig de bewegingen van de auto, die lang zaam over het hobbelige straatje de garage uitreed. De man had het gelaat naar de vrouw naast hem toegewend, scheen iets te zeggen. Tot zoover was alles heel gewoon. Maar... die vrouw zat zoo stil, doodstil ln haar hoekje... Ze bewoog geen hand of arm draaide zelfs het hoofd niet, zat maar roer loos in haar hoekje .geleund... zou ze... zou er... toch iets niet pluis zijn... met... die vrouw... zou ze misschien... „Instappen, onmiddellijk er achteraan!" commandeerde Blurt opeens. De motor ronkte op. De two-seater met den man en zyn geheimzinnige passagier, had er op eens een vaart in gezet. De achtervolgers zagen nu duidelijk, hoe het roerlooze li chaam van de vrouw op onnatuurlijke wijze schokte en schudde door de ongelijke bestra ting... alsof... het een dood lichaam was! Geen twijfel mogelijk... Hier was een mis daad gepleegd en de kerel ging er met zijn slachtoffer naast zich vandoor! „Vol gas!" commandeerde Jim Blurt. De polltie-auto raasde voort en won zichtbaar op den two-seater. Toen ze naast den vluchteling reden, liet Blurt de sirene loeien zeven revolverloopen waren op den vluch teling gericht, die vaart minderde. De po litieauto passeerde, dan hevig geknars van remmen, en de beide wagens stonden stil, vlak achter elkaar. En voodat de vluchte ling zijn twoseater had kunnen verlaten, hadden de politiemannen zijn wagen om ringd. Met opgeheven handen stapte de vluchteling uit. „Hé, dat is aardig", sprak Jim Blurt, „daar hebben we onze vriend Jack de Knijper, wel ouwe jongen, dat je hebt uitgespookt, weet ik nog niet, maar voor de zekerheid zullen we je deze arm bandjes maar aandoen." Er klonk een scherpe klik en Jack de Knijper was ge knipt. Jim Blurt rukte het portier open, om te zien, hoe het slachtoffer eraan toe was. Jack stond y met een gemeen glim lachje bij. Voorzichtig tastte de hoofdin specteur in den wagen. Hy slaakte een uit roep van verbazing. Dan sleurde hij een vrouwenlichaam uit de auto, terwijl hij zei: „Nou, over het slachtoffear hoeven we ons geen kopzorg meer te maken... dat is niks anders dan een gewone wassen étalage-pop. als dame aangekleed, verduiveld handig gedaan... maar wacht"... Jim dacht diep na. Opeens verhelderde een lach zijn gelaat en hij zei bijna juichend: „Jack. jongen, je bent geknipt en nu weten we meteen, dat jy de dader van die roofovervallen was, bij den sigarenwinkelier en die andere lui. Verdraaid handig in elkaar gezet, Jackie. De auto liet je met draaienden motor staan met het namaakjuffie erin; dat mocht, nietwaar, want de auto was niet onbeheerd, als jij binnen was en je vuile werkje op knapte; geen agent zag iets verdachts in dat wachtende wassen juffie, door dat mi caruitje zagen ze niet, dat ze niet echt was. Handig bedacht Jackie, maar de politie van Blank City is toch nog handiger", blufte Jim Blurt. Gelyk had hij. Hij hoefde dat gespuis toch zeker niet te vertellen dat hij per toeval het geheim ontdekt had? Maar sedert dien is het uit met de roof overvallen in Blank-City. Naarmate het huiselijk leven schooner bloeit, zijn de volken krachtig en gezond. o Als je maar altijd de lente hoort zingen. Boven je hoofd en diep in je hart, Als je maar voelt dat herinneringen Durend een troost zullen zijn voor je smart. 't Wemelt weer van vredesvrienden, Heel de wijde wereld door, En ze zijn met heel veel woorden Steeds de vrede op het spoor. Onderling compleet vertrouwen Wordt alom gepropageerd, En veel ideale plannen Worden grondig bestudeerd! Allen hebben 't best begrepen. Oorlog is iets ongehoords, Goede wil is ruim voorradig, Heilzaam streven enzoovoorts. Conferenties en bezoeken, Officieel van Staat tot Staat, Hebben zonder onderbreking Steeds een prachtig resultaat. Pacten, actes en tractaten Geven zoo van tijd tot tijd, Ook al werd het een gewoonte, Reden tot uitbundigheid. En met stijgend enthousiasme Zoekt men steeds weer nieuwe stof, Onbegrensde moog'lijkheden Oogsten steeds weer nieuwen lof! Dit is alles waarlijk keurig, En verheugend van tactiek, 't Ligt in al zijn openbaarheid Steeds te kijk voor Jan Publiek. Alleen iets wou ik nog vragen, Want er is e e n duister ding: „Zeg eens, heeren diplomaten, „Hoe is 't met d' ontwapening?" Maart 1933. KR( (Nadruk verboden.) WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat er in Noord-Afrika paddestoelen voorkomen van ruim een halve meter hoog te? dat er in den Amerikaanschen staat. Nieuw Engeland per jaar vijfhonderd milli- oen dollar voor ontspanning wordt uitgege ven? dat banaanolie uit koolteer gemaakt wordt? Er zijn gedachten, waarin elk mensch een eigen weg moet gaan, ieder naar zijn aard. o In de vroomheid komt het alléén aan op de verhouding der ziel tot God. o Om juist te oordeel en moet men alle po gen weten te waardeeren. Lifde is niet: hebben, maar dragen. Liefde is offeren. 11. Juist zal Bul er eens over gaan nadenken, als er vlak voor hen een juffrouw uit een winkel komt vlie gen, al gillende: O! een muis'! Dat is iets voor ons tweetal. Ze hollen naar binnen, Miep vergat heelemaal •.Is dame te loopen en laat zich op haar handen vallen. 12. Beide zoeken achter de toon bank en onder de trap. Geen won der, dat die juffrouw bang was, zege Miep even later tegen ha~r vriendje. Kijk eens even. ze zitten hier bij hoopjes. Ze laat de juf' 6 mui zen zien, die ze aan d t art laat bengelen; de juffrouw griezelt er nog van, maar toch... 13. Vindt ze die grappige dieren erg kranig en ze wil hen graag beloo- nen. Maar waar mee? Miep helpt haar gauw op streek door te zeg gen: Geeft U ons alstublieft een an der pakje. Kom maar mee hoor, zegt nu de juffrouw, dat zal wel gaan, en even later stappen onze gelukkige vrienden keurig gekleed de deur uit. 14. Hun andere kleeren zijn netjes ingepakt door die vriendelijke juf frouw. Ze overleggen samen wat daarmee nu moet gebeuren, 't Liefst zouden ze willen, dat ze bij hun ba zen terug kwamen. Miep krijgt een goede ingeving. Weet. je wat. zegt ze, we schrijven er mijn oude adres op en hangen het dan vanavond aan een lantaarnpaal op. Wie het vindt zal 't wel aan 't adres bezorgen. 15. Na 's nachts in een leeg huisje lekker te hebben geslapen, gaan ze er weer vlug op uit. Als ze een poosje gewandeld hebben, zien ze een man met allemaal fleschjes melk. He, zegt Bul, 'k heb dorst. Wat zou ik graag zoo'n fleschje leegdrinken. En ik, zegt Miep. Plotseling 'nooren ze achter zich een vreeselijken slag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 27