HET EINDE VAN HET ZEILSCHIP. Wanneer men nog voor vijftig jaar een groote zeehaven bezocht, dan kon men langs de langgerekte kaden een schier onoverzienbaar bosch van masten ontdekken. Dat is allemaal veranderd. De haveninrichtingen werden grocter. dieper uitgebaggerd om voor de moder ne verkeersreuzen plaats te maken. In 1914 waren er nog vele duizenden zeilschepen in de vaart, in Duitschland alleen al 6400. Op het oogenblik zullen het nog maar enkele honderden zijn, voornamelijk visschersschuiten. die met blanke zeilen de oceaan bevaren. Slechts heel enkele schepen doen nog dienst in het wereld-vrachtverkeer. durven het nog op te nemen tegen de veel snellere en groote stoombooten. Oppervlakkig zou men denken, dat een zeilschip veel goedkooper kon werken dan een schip, dat met stoom- of motorkracht wordt voortbewogen. De bouwkosten voor een zeilschip zijn lager en de voortbeweging kost niets. Maar hierbij vergeet men. dat de bemanning van een zeilschip in ver houding veel grooter is dan die van een stoomschip, dat ook de uitrusting en het onderhoud van een zeilschip veel duur der is. En wat geschiedt er wanneer de wind ophoudt met blazen? Wel bezaten den laatsten tijd alle groote zeilschepen hulpmotoren, maar ook zij kosten, als ze een groote kracht ontwikkelen, veel geld. Duitschland is één van de weinige lan den. die nog groote zeilschepen in de vaart heeft. Zoo bezit het een vijfmaster. de „Karl Finnen", die een inhoud heeft van 3400 tonnen en een zeiloppervlakte van 1887 vierkante meter, tevens bezit het een hulp-Diesel-motor. die 360 P.K. (Paardenkrachten) kan ontwikkelen. Maar er bestaan ook zeilschepen, die meer dan het dubbele van de ..Karl Fin nen" kunnen vervoeren. Vroeger kwamen de groote zeilsche pen vooral voor het transport van Chili- salpeter naar Europa in aanmerking, maar deze zijn nu ook door de groote vrachtstoomers verdrongen. Zoo nu en dan gaan ook thans nog groote zeilsche pen met graan geladen van Australië om Kaap Hoorn naar Europa, een vaart, die bij eenigszins gunstige weersgesteldhe den niet eens zoo lang duurt. Een van deze groote zeilschepen heeft deze ge weldigen afstand van ongeveer 25000 K.M. in 96 'agen afgelegd, hetgeen neerkomt op een gemiddelde snelheid van zeven zeemijlen of 13 K.M. per uur. Natuurlijk is zulk een vaart, die meer dan drie maanden duurt, erg kostbaar. Wanneer deze schepen de hooge kanaal- gelden voor de dóórvaart van het Suez-kanaal besparen, staan daarte genover de dure uitrusting en de hoo- gere gages. Daarom is men in zeemans kringen de meening toegedaan, dat nog slechts de kustvaart voor zeilschepen loonend kan zijn. terwijl het groote zeil schip met talrijke moderne hulpmachines uitgerus' alleen nog maar voor het op leiden van goede zeelieden van waarde liefhebber en een goede dierenkenner was. Die zag dadelijk, dat Nero een bui tengewoon mooi en waardevol dier ge weest moest zijn. Hij sprak net zoo lang met zijn ouden vriend tot deze er toe overging hem den hond te verkoopen ofschoon hem het zeer veel pijn deed. De volgende dagen leed hij bitter onder het verlies van zijn hond. zijn eenige en trouwe kameraad. Eerst nadat enkele dagen waren voorbijgegaan en hij rusti ger was geworden, zeide hij bij zichzelf dat Nero nu wel aan zijn nieuwe om geving moest gewend geraakt zijn en kocht van het ontvangen geld krachtig eten. dat hij zich goed liet smaken. Hii voelde zich weer een geheel ander mensch en besloot den vc'qenden mor gen zijn viervoetigen makker te bezoe ken. Vroeg stond hij op en hij wilde zelfs met de tram gaan om zoo spoedig mogelijk bij Nero te zijn. Maar hoe ver rast was hij. toen hij de deur wilde uit gaan en op de stoep Nero zag liggen. Nero was naar hem gekomen. Daar lag hij nu en sliep. Zijn baas nam hem mee naar de kamer. Ja. dat was Nero. zijn Nero. maar zoo mager als een skelet. Hoe kon het dier zoo vast slapen? Was hij dood? Neen. neen. hij ademde, al was het dan ook maar zachtjes. Hij had zeker al zijn krachten uitgeput op den langen weg. dien hij had geloopen om naar hem toe te komen. Niet ver van hem woonde een veearts, dien ging hij halen. ..Er is niets met hem gebeurd" zei- de de dokter. ..Hij is niet verwond, maar volkomen uitgeput, eenvoudig verhon- gerd." ..Hoe is dat mogelijk?" stamelde de man en wees op een been. dat naast hem lag. ..Dat lag bij hem. toen ik hem vond." De dokter was verwonderd en wist het raadsel niet op te lossen. Een buur man belde aan en vroeg den baas van EEN TROUWE KAMERAAD. Onder de vele arme en noodlijdende menschen van een stad was een man. die een groote en mooie herdershond bezat, die naar den naam Nero luisterde en die honger en koude met hem moest deelen. Hoe dikwijls ontbrak hem ook slechts een klein stukje brood en kon hij het arme dier niet meer geven dan een meewari- gen blik. Het was roerend te zien hoe Nero dezen blik begreep, hoe hij luid blaffend in het rond sprong, allerlei kunstjes deed en niet eerder tevreden was alvorens zijn meester weer wat lach te. alsof hij het begreep, dat zijn baas om zijnentwil treurig was... De oogen van Nero betuigden zelfs in de bitters'? nood zulk een mate van liefde en trouw, dat zijn baas er niet aan kon denken hem weg te geven. Toch had hij het op zeke ren dag gedaan. Op een wandéling was het gebeurd. Daarbij had hij een ouden vriend ontmoet, die een groote dieren DE BOER EN DE APEN. Een vertelling uit Zuid-Afrika. door J. KASTEEL. Boer Schonken had ontzettend veel last van asn trc jpje wilde apen. Niet zoodra had hij zijn landerijen omgeploegd en het zaad uitgestrooid, of de aper. lagen op de loer. Dagelijks legden zij een inspectietocht langs de landerijen van boer Schonken at om te zien of er al wat eetbaars uit den grond opschoot. Nauwelijks staken er eetbare stengels boven de aarde of ze waren erbij om ze af te rukken. Toevallig had boer Schonken dien dag bezoek uit de stad. Een neef. die in Kaap stad studeerde, wilde eenige dagen op het land doorbrengen. Boer Schonken had niet veel eerbied voor gestudeerde jongelui en vond dat zoo n boekenwurm tot niets verstandigs in staat was. Toen de student echter hoorde van den in den boom gevangen aap. kreeg hij een inge ving. Boer Schonken wilde den boeken wurm eerst van zijn dwaze voornemen afbrengen, maar eindelijk liet hij hem schouderophalend zijn gang gaan. De boer was van meening. dat als een kind niet naar den raad van verstandige men schen wil luisteren, hij dan maar moet boeten voor zijn ongehoorzaamheid. Terwijl de honden met den aap in den veld of vlakte. De moerassige deelen van Noord-Europa en Azië noemt men toendras. De zandvlakten van Zuid- West-Frankrijk heeten de landes. De open. boondooze vlakten van Rusland worden stèppen genoemd, de groote vel den van Noord-Amerika heeten prairies of savannas. de boschvlakten van de Amazone selvas. de velden rondom de Orinoco Ilanos en de uitgestrekte weide velden van Argentinië de pampas. DUIKERSCHOENEN. Hoe komt het. dat een duiker lood in zijn schoenen heeft? Het antwoord op deze vraag is zeer eenvoudig, als je maar even nadenkt. Als hij geen lood in zijn schoenen zou hebben, zou hij met zijn hoofd naar beneden zinken. Het lichaam van den duiker is zwaarder dan het wa ter en hoewel er zich tusschen hemzelf en zijn kleeren een beetje lucht bevindt, waardoor hij zou kunnen druiven, is de metalen kap om zijn hoofd zwaar genoeg dus zonder lood in zijn schoenen zou hij hoogstwaarschijnlijK met zijn hoofd naar beneden of opzij vallen, hetgeen zijn taak natuurlijk ten zeerste zou be moeilijken. den hond aan de telefoon te komen. De heer. die den hond gekocht had was aan de telefoon en vertelde, dat Nero sinds den vorigen avond was verdwenen. Hij had al die dagen niets willen eten. of schoon hij met het lekkerste eten was opgesloten in de hoop. dat de honger hem wel naar zijn etensbak zou brengen En nu was hij weg. Gelukkig scheen hij voor zijn vlucht toch een groot been te hebben verorberd, want anders zou hij in zijn jammerlijken toestand niet ver zijn gekomen. Toen de man bleek en treurig terug kwam keek de veearts in gedachten ver zonken nog steeds naar het been. ..Was het slecht vleesch? Of mis schien vergiftigd?" ..Neen. neen", zeide de man. streek den inmiddels gestorven hond over den mooien kop en voegde er zacht aan toe: ..Hij had het met mij willen deelen". OUDE POSTZEGELS. De pc-tzcgel dateert uit de tweede helft van de 17e eeuw. In het jaar 1653 kteeg de Fransche Staats raad De Velayer van Koning Lodewijk XIV het recht te Parijs een stedelijke post in te richten. Op brieven werden papiertjes vastgehecht, die men van te voren kon koopen voor den prijs, welke voor het bezorgen van den orief werd berekend. Deze papiertjes kan men be schouwen als de voorloopers van de postzegels, zooals wij die kernen en wel ke in 1839 voor het eerst in Engeland werden gebruikt. Boer Schonken had al eens een jacht partij georganiseerd om de boosdoeners eèn geduchte les te lezen, maar de gesle pen apen moesten er op de een of andere manier lucht van hebben gekregen, want op dien dag was er geen aap in de om geving te bespeuren. Zij hadden waar schijnlijk hun toevlucht genomen tot de voor menschen onbeklimbare steile hel lingen van de bergen in de buurt. Toen nam boer Schonken eiken dag zijn geweer mee naar het land. maar de apen moeten wel een zeer wakkere en oplettende uitkijkpost hebben gehad, die zijn soortgenooten bijtijds voor het drei gende gevaar waarschuwde. Zoo lang boer Schonken met zijn gevaarlijke ge weer op het land was. was er geen aap te zien. Maar zoodra hij 's avonds naar huis ging en het land verliet overstroom den de apen als sprinkhanen het veld. Daarna paste boer Schonken een an dere tactiek toe. Hij nam een van zijn kafferknechten mee en verstopte zich zelf achter een boschje. De kafferknecht Het hij een poos op het land werken en daarna weggaan, om zoodoende de apen in de veronderstelling te brengen, dat het gevaar geweken was. Maar weer moest boer Schonken tot de ontnuchte ring komen, dat de apen slimmer waren, dan waarvoor hij hun had aangezien. Want weer lieten zij zich niet zien. Boer Schonken was ten einde raad Hij kon wel zoo nu en dan een aap in het stof laten bijten, maar dit schrikte de troep geenszins af. Neen. het scheen wel. dat voor elke aap. die boer Schon ken neerlegde, er twee in de plaats kwa men. Weken gingen aldus voorbij. Het hielp niet. dat boer Schonken er al een paar onschadelijk maakte, de plaag bleef voortduren. Hij moest erkennen, dat de apen lang zoo dom niet waren als wel ?ens beweerd wordt, want allerlei men- schelijke uitvindsels, als "allen, strikken kuilen en vergift liepen ze eenvoudig met minachting voorbij. Wat moest hij nu toch tegen deze dieren, die zijn oogst opaten,, ondernemen! Met den dag werden de apen brutaler, doch deze brutaliteit en minachting jegens den mensch heeft er toe bij gedragen. dat ze eindelijk verjaagd kon den worden. Op zekeren dag was een oude man netjesaap in een boom blijven zitten, ter wijl de kaffer-knechts met hun honden de troepen uit de landerijen joegen. Maar dit zou het dier noodlottig worden. Want toen de hondei de andere apen ver jaagd hadden bleven ze blaffend onder den bo- n. zoodat het overmoedige dier niet meer kon vluchten. boom den strijd aanbonden, bleef het overige gedeelte van den troep in de on- niddellijke nabijheid, om hun ouden mak ker zoo mogelijk te helpen. Met buitengewoon groote gevaren slaagde de student er met de hulp van de kaffers in. de oud" mannetjesaap levend te vangen en vast te binden. Met nor grooter gevaar en moeite en met een be wonderenswaardig geduld heeft hij den kop van den aap kaalgeschoren. Daarna verfde hij den kop spierwit met een paar blauwe vlekken erop. Vervolgens hing hij een bel. met een dunne, maar stevige ketting om den hals van het sissende dier. Toen werd het losgemaakt. Eerst wilde het zijn vrij- heidsberoovers te lijf gaan. maar koos tenslotte den verstandigsten weg en snel de naar de andere apen. De troep apen wachtte hem met vreug de op. doch toen hij hen op een korten afstand genaderd was. hoorden zij het lawaai van de bel en trokken zich huive rig in het bosch terug. s ONVRUCHTBARE STREKEN In verschillende landen van de we reld hebben de vrijwel onvruchtbare streken, die wij in Nederland heide of veengrond noemen, andere namen. In Zuid-Afrika noemt men ze gewoonlijk EEN KETTING VAN WOORDEN. 'n Ketting van woorden wordt gevormd door een rij van woorden, waarvan de laatste lettergreep van het voorafgaande woord gelijk is aan de eerste lettergreep van het volgende woord. b.v. paardestal stalknecht knechtschap schap pelijk lijkstoet, enz. Men kan hiermede een aardig spel letje spelen, als je met een gezelschap bij elkaar bent. Iemand zegt een woord. bijv. aardappel en maakt een schakel van de woordketting appelstroop. Nu wijst hij een willekeurig persoon uit het gezel schap aan. die verder moet gaan. die bijv. stroopkan zegt. Ook deze moet hier aan nog een woord verbinden, laten .we zeggen kannebier. Deze persoon wijst een ander aan. die verder moet gaan. Is er iemand', die de schakel niet weet te vor men, dan moet deze een pand betalen en het woord doorgeven aan een ander. Hij. die de ketting weet te sluiten, dus een woord vindt, dat èn sluit aan het voorafgaande woord èn als eindletter greep heeft de eerste lettergreep van het woord, waarmee begonnen is. heeft het spel gewonnen en maq de panden ver beuren. Verstandig doe je het eerste woord on te schriiven. want anders zou je het wel eens kunnen vergeten. Een gesloten ketting kan er als volgt uitzien: aardappel appelstroop stroopkan kannebier bierglas glaspapier papierlaag laagland landaard. De eerste lettergreep, waar mede begonnen was is aard. de laatste eveneens. Het is bijzonder onderhoudend en leerzaam spelletje. EVEN VRIENDELIJK KIJKEN! Vader: ..Mijn kind. jij moet ook pro- beeren om ochtends even vroeg als de vogeltjes op te staan." Zoon: „Dat zou 'k wel willen als ik ook heel den nacht op een stokje had moeten slapen. Dan zou ik zeker blij zijn als ik zoo vroeg mogelijk uit mijn bedje kon klimmen." Tante: ..En heb je van het^ boek ge noten. dat ik je gestuurd heb?" Neefje: ..Ik heb het nog niet openge maakt tante." Tante: „Waarom niet?" Neefje: „Moeder zei. dat ik mijn han den moest wasschen voor ik er in mocht lezen." HET DOOLHOF. Vroeger waren er meer dan thans in parken uit hoo ge heggen samengestelde doolhoven aangelegd. Dat was nog eens fijn daarin verstoppertje te spelen, maar het doel was toch altijd op de snelste manier het gaid- den zien te bereiken. Het schijnt dat het bouwen van doolhoven in onbruik is ge raakt. tenminste bij de nieuwaangelegde parken in ons land zijn vrijwel nergen» doolhoven. Het plaatje hiernaast is de afbeelding van een erg in gewikkeld doolhof, waarin men als het in werkelijkheid zou bestaan gemakkelijk zou kunnen verdwalen. De in gang bevindt zich links on deraan. het doel is het kruisje middenin. Nu moet je maar eens met een pot lood probeeren op de snelste manier dit kruisje te berei ken. Maar niet over de li; nen heenstappen, hoor!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 20