1
D
/^t
Jaap's gouden tientje
SCHAGER COURANT
Hoe bouw ik zelf een
Kaleidoscoop
DE SNELTEEKENAAR.
DE VERDWAALDE MUISJES.
Hoe snij ik de
peer door?
Ieder van jullie kent welhaast dat
kleine optische onderinstrumentje,
waarin men steeds weer nieuwe vormen,
steeds weer nieuwe, schitterende kleur
combinaties ziet. Misschien hebben jul
lie zoo'n apparaat ook al eens uit elkaar
genomen en dan tot je verrassing gezien
dat het slechts bestaat uit twee schijfjes
spiegelglas en een aantal bonte glas
splinters. Inderdaad is het maken van
een kaleidoscoop uiterst eenvoudig. Wij
zullen het eens tezamen probeeren:
De voornaamste stukken, namelijk
twee stukjes spiegelglas en een flink aan
tal gekleurde glassplintertjes, in iederen
glashandel te verkrijgen, kennen wij
reeds. Daarbij komt nog een groote kurk,
zooals wel eens op stopfleschjes zitten,
en een leeg lucifersdoosje. Verder twee
rechthoekige stukjes gewoon glas, die in
het doosje passen. Een van deze stukjes
glas moet matglas zijn of anders kan
men er zijdepapier overheen plakken.
Men snijdt onder in het lucifersdoosje
een vierhoekig venster uit en plakt daar
de matschijf tegen aan (houtlijm). Links
en rechts over den bodem van het doosje
(in de breedte) plakt men twee stukjes
kurk, zooals de afbeelding aangeeft. De
ruimte tusschen deze stukjes kurk wordt
ter halver hoogte met bonte glassplinters
gevuld. Op de kurkstukjes wordt het
tweede glasvenster geplakt, zoodat de
glassplinters opgeborgen zitten tusschen
het matglas en het gewone glas. In de
kurk snijden wij een driehoekige ope
ning, waarin onze spiegelglas-reepjes
passen (gelijkbeenige driehoek!) Snij de
kurk daarna overlangs door en plak het
tweede deel tegen het deksel van het lu
cifersdoosje; daar een lucifersdoosje
geen deksel heeft, moet men hier het
doosje dus tegen de kurk plakken, bv.
met roode lak, brieflak. Snijdt nu die
tweede kurk vierkant bij, gelijk met het
doosje. Nu de reepjes spiegelglas in de
beide stukken kurk gestoken en ons toe
stel is klaar. Houdt men de matschijf te
gen het licht en kijkt men door de ope
ning van de eerste kurk, dan ziet men de
prachtige rozetten en sterren, wier eeu
wige afwisseling steeds weer opnieuw
onze bewondering afdwingt en ons ver
rukt. Succes!
WIST J$ AL, DAT
De kleinste en stijlste spoorweg ter
wereld de zoogenaamde „Piora-weg" is,
dié dichtbij den St. Gothard door de Al-
pon loopt? Deze „spoorweg" bestaat uit
één enkele wagen met 16 zitplaatsen,
welke driemaal per dag de reis maakt.
Een der grootste steden ter wereld
Londen is'? Londen kan zich beroemen
op het grootste aantal kerken ter wereld.
11.1. 1750. De „eeuwige stad" (Rome)
heeft in vergelijking daarmede „slechts"
.400 kerken! Maar daaronder is dan ook
cle grootste kerk ter wereld, de Dom der
St. Pieter.
Berlijn van alle steden ter wereld, de
grootste onp.'rv'akte beslaat? Het heeft
248 stations en bijna evenveel postkan
toren.
Door
LOUS MENKE.
Moeder, vroeg Jaapje, moeder,
boe lang duurt het nou nog, voor ik ja
rig ben?
Nog een weekje, Jaap.
Een week? peinsde Jaapje, en hij
vroeg weer: Moeder, hoeveel keertjes
slapen is dat nog?
Zeven nachtjes nog, jongen, dan
ben je al zes jaar.
Zes jaar, zuchtte Jaap. Dan was hij
al groot, dan zou hij gauw naar school
gaan, waar groote broer Frits ook was.
Fijn zou dat zijn en Jaap begon bij dal
prettige vooruitzicht een liedje te zin
gen.
Tingelingeling, klonk de bel en Jaap
stormde naar 't raam om te kijken wie
daar was.
Grootmoeder, juichte hij, moeder
mag ik zelf open doen?
Nog geen vijf tellen later zat groot
moeder al in vader's groote stoel in de
buiskamer en Jaap kroop zoo dicht mo
gelijk bij haar.
En Jaapje, begon grootmoeder,
jij wordt nu al zoo'n groote jongen.
en ik vind dat jij nu zelf eens zeggen
moet, wat je graag voor je zesden ver
jaardag van grootmoeder zou willen
hebben.
Jongens, dacht Jaap, dat is niet zoo
gemakkelijk. Anders waren er zooveel
dingen, die hij graag zou willen hebben,
maar om het nu zoo ineens precies te
weten....
Ja, een autoped was altijd een van
zijn liefste wenschen geweest, maar ko
nijnen waren ook zoo fijn. Op de markt
had hij laatst zulke mooie gezien, groote
witte met helroode oogjes..
Een gramofoontje wou hij ook zoo
graag hebben en...
Hij wist heusch niet wat hij kiezen
zou. Oma zag het wel.
Nou Jaap, je moet er dan nog
maar eens over denken, dan kom je het
me maar eens vertellen. Of nee, ik weet
nog iets beters. Kijk eens! Oma haalde
uit haar mooie zilveren beursje een gou
den tientje. Dan kan je zelf met va
der en moeder gaan uitzoeken wat je
het liefste heb. Ik zal het maar zoolang
aan moeder geven om te bewaren, want
zoo'n klein dingetje kan heel gemakke
lijk wegraken. Kom, nu ga ik maar weer
naar huis anders weet opa niet waar ik
bljjf. Dag!
Dag oma, wel bedankt hoor! 'riep
Jaap haar nog eens na.
Moeder borg het blinkende geldstukje
in een steenen vaasje, dat op de hooge
schoorsteen in de keuken stond. Jaap
zag het wel, maar, hoewel hij het niets
prettig vond, dat hij het tientje niet bij
zich mocht houden, zei hij niets.
Twee dagen voor zijn verjaardag was
moeder in de keuken bezig met het klaar
maken van een groote taart voor het
komende feest. Jaap keek vol belang
stelling toe, terwijl moeder het meel met
rozijnen, eieren en suiker door elkaar
klutste tot een dikke gele pap.
Jaap, ik moet nog even iets bij den
kruidenier gaan halen, zal je vooral
nergens aan komen als ik weg ben?
Nee moeder, beloofde Jaap en moe
der ging gerust weg.
Tikketikketik, deed de klok op de
schoorsteenmantel en opeens viel Jaap's
blik op het vaasje, waarin het gouden
geldstukje opgeborgen was. Gek toch.
dat hij maar niet kon besluiten wat hij
er voor koopen zou. Hij wilde het tientje
nog eens bekijken. Op zijn teentjes
trachtte hij er bij te komen. Mis, dat
was te hoog. Wacht, eens probeeren met
de keukenstoel. Ja, nu kon hij er wel
bij. Nog eens flink rekken en.... bom.
daar duikelde het vaasje naar beneden.
Gelukkig, 't was nog heel. Jaap zuchtte
er van, dan werd hij plotseling wit van
schrik. Het gouden tientje, o, waar was
dat nou? Niet in het vaasje, niet op de
tafel, niet op den grondO, als moe
der dat merkte, ze had hem nog zoo
verboden ergens aan te komen. Vlug zet
te hij de stoel op zijn plaats en het vaas
je weer naast de klok. Net was hij daar
mee klaar, of moeder stak de sleutel in
het slot en even later was ze weer in de
keuken.
Zoo Jaap, braaf opgepast?
Jaap zei niets, maar kreeg een kleitr
Moeder, die alweer druk bezig was,
merkte niets.
Zou je niet liever binnen gaan spe
len Jaap? je loopt me hier een beetje in
den weg.
Jaap, maar al te blij, weg te kunnen,
antwoordde zachtjes: Ja, moeder.
Jongen, zei vader na 't eten, Jaap.
nu moet je toch eindelijk eens zeggen,
wat je voor je verjaardag wilt hebben.
Weer kreeg Jaap een kleur, evenals
's middags in de keuken.
Nu, wat is er? vroeg vader, die wel
merkte, dat er iets niet in orde was.
Ik... ik... stotterde Jaap... en toen
kwam 't heele verhaal eruit.
Zoo, zoo, vond vader, door die on
gehoorzaamheid heb je dus jezelf ge
straft, want nu krijg je natuurlijk geen
cadautje. Je eigen schuld.
Eindelijk dan was de langverwachte
dag daar. Vader en moeder hadden Jaap
toch; ondanks zijn ongehoorzaamheid,
met presentjes verwend.
Het hoogtepunt was wel het oogenblik
waarop Jaap's vriendjes hem kwamen
feliciteeren. Wat speelden ze prettig sa
men en telkens kwam moeder weer iets
lekkers brengen. Tot besluit van het
feest kregen allen een stuk van de heer
lijke taart, die moeder op den noodlotti-
gen dag van Jaap's ongehoorzaamheid
had klaargemaakt.
Fijn was-die, Jaap zette er gretig zijn
tandjes in en... au, riep hij uit. Hij had
op iets hards gebeten.
Vol verwachting keken de vriendjes
toe, terwijl Jaap zijn stuk taart uit el
kaar haalde. Nee maar, daar was het
verloren tientje.
Niemand had er aan gedacht, dat het
taartendeeg vlak onder het vaasje had
gestaan.
Of Jaap ook blij was!
c
Ï/7
Watervrees..,.
„Ach, was ik maar een nikkertje!"
Zoo zuchtte kleine Piet.
„Als ik dan vuile handen had,
Zag moe dat lekker niet"
Een wonderbeest.
Meester: „Wat is je van den olifant
bekend Piet, laat jij me dat eens hoo-
ren"!....
Piet: „Meneer, die draagt een staart
van achteren, en bovendien nog een van
voren!"
Snelteekenen is niet zoo mo.eiüjk, als het
er wel uit ziet. Je moet natuurlijk een aan
tal teekeningen van te voren hebben „in-
gestuudeerd". Die laat je dan de een na de
ander zien.
Wij zullen ook vast een paar gaan in-
studeeren. Eerst het gemakkelijke scheep
je. De boot, dan de mast, dan de boeg
spriet en de wimpel, daarna de zeilen
En tenslotte de schaduw op het water.
Doodeenvoudig en uiterst gemakkelijk!
Poesjè Mauw is al een beetje moeilijker.
Eerst trek je een cirkeltje, daarna ga je
oogen, neus en snor invullenprobeer
het eens een paar keer achtereen en doe
het dan zónder voorbeeld. Als je het dan
kunt, ben je al een halve snelteekenaar!
En tenslotte linksboven. Een zee
leeuw en een pinguinHieronder zie
je, hoe je ze teekenen moet! In twee tel
len is het gedaan! En als je het vijf of zes
keer nageteekend hebt, kan je het zonder
het voorbeeld! Dan kan je er mee pron
ken
HET ZWEVENDE EI.
Een ei in een vloeistof te laten zweven,
lijkt al heel vreemd! Ora dit kunstje uit
te voeren, moet je dan ook tweeërlei
vloeistoffen in een glazen pot doen. Eerst
vul je den pot half met gewoon water,
waarin heel veel keukenzout is opgelost.
Daarna vul je de pot hèèl voorzichtig
verdeT bij met water zonder zout. Het
zoute water is zwaarder, dan het gewo
ne en zal zich dus niet vermengen. Daar
door wordt als het ware een soort grens
verkregen tusschen de twee soorten wa
ter. Deze grens is bijna niet te zien!
Wanneer je dan een ei voorzichtig in
het water laat glijden, zal het eerst even
op en neer gaan in het water en dan
op het zout blijven drijven. Het lijkt dan
net, alsof het ei in het water zweeft.
Voor iemand, die de verklaring er niet
van weet, is het een onbegrijpelijk
schouwspel
Vijf muizen \ebben een tocht door een
doolhof ondem ven en zijn erin ver
dwaald. Slechts t.%ce van hen kunnen den
uitgang (U) bereiken. Tracht de goede eens
uit te vinden. Ieder mag het tweemaal
probeeren: als hij de goede muizen vindt,
heeft hij het spel gewonnen,
Het is altijd aardig, als je aan tafe*
zit en er is iemand, die het gezelschap
met wat aardige kunstjes weet bezig te
houden. Hieronder zie je, hoe je een
peer kunt vierendeelen, zonder dat je
de vrucht aanraakt. Je kunt er een wed
denschap om aangaan.... Hang de peer
aan een draadje op (b.v. aan de lampf*
kruis twee messen eronder (liefst met
e< n schietloodje plaats bepalen) en steek
de draad, waaraan de peer hangt, in
brand.
Valt de peer nu, dan zal deze precies in
vier partjes gesneden zijn. Zet een bord
eronder, dan worden de stukjes niet vuil
en kan je ze smakelijk oppeuzelen.