Hoe ik een Antisemiet werd.
In de cachotten der
Berlijnsche politie.
Woensdag 26 April 1933.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9268
BOTSING TUSSCHEN
EN AUTO
TREIN Een tolvesting midden in den Rijn.
Ernstige broedertwist
PROFEET IN EIGEN
LAND...
Centrale boekhouding voor het Rijk
Dorstige Amerikanen
Chicago's onderwijzers
ST. BERNARDS IN ACTIE.
ADOLF HITLER.
Adolf Hl tl er ruimt in rijn boek „Meln
KampP, dat verleden jaar te München 1a
verschenen, oa een groote plaat* in aan
het antisemietisme. In bijgaand artikel, dat
w}J zonder een!ge commentaar weergeven,
worden in het kort de passage* uit het
boek aangehaald, waarin Hitier beschrijft,
hoe in rijn jeugd zijn haat tegen de Joden
is ontstaan. Wjj willen er echter speciaal
de aandacht van onze lezers op vestigen,
dat zijn meening geenszins die van ons
blad is, integendeel
OP het oogenbllk is het voor mij moeilijk, zoo niet
onmogelijk, om te zeggen op welk oogenbllk het
woord „Jood" mij voor het eerst tot nadenken
heeft gebracht. Ik herinner mij niet, dat ik dit
woord ooit heb gehoord in mijn ouderlijk huis. Mijn
vader ha/1 in den loop van zijn leven een zekere breed
heid van opvattingen verkregen ondanks zijn besliste
gevoelens van vaderlandsliefde. Op school had Ik geen
enkele aanleiding om hierover van gedachten te veran-
Toen ik veertien of vijftien jaar was, hoorde ik dit
woord .Jood" herhaaldelijk in politieke gesprekken. En
dan had lk de onaangename gewaarwording, die altijd
over mij komt bij het hooren van godsdienstige twist
gesprekken. Te Llnz waren er maar weinig Joden.
In den loop der eeuwen was hun uiterlijk Europeesch
en menachelijk geworden. Ik zag hen zelfs voor Duit-
echere aan. Ik gaf mij geen rekenschap van de dwaas
heid dezer meening, want ik dacht nog. dat het eenige
verschil, een verschil In godsdienst was. Ik dacht ook
dat men hen hierom had vervolgd en als lk ongunstig
over hen hoorde spreken, gevoelde ik daarover een af
keer, die bijna tot walging werd. Ik had er absoluut
geen besef van, dat er een systematische vijandschap
ten opzichte van de Joden bestond.
Toen kwam lk te Weenen. Tal van indrukken op het
gebied der architectuur stormden op mij af; ik had de
grootste moeite om een bestaan te vinden en zoo schonk
ik aanvankelijk geen aandacht aan de bevolkingsgroe
pen der groote stad. Hoewel Weenen toen reeds 200.000
Joden telde op zijn 2.000.000 Inwoners, zag ik hen niet
Maar op zekeren dag, toen ik ronddwaalde in het cen
trum der stad, stootte ik plotseling op Iemand met
zwarte krullen en een lange kaftan. „Ia dat ook een
Jood?" was mijn eerste gedachte. In Linz waren zij ze
ker niet zoo. Ik nam dezen man aandachtig op en hoe
meer lk dit uitlandsche gezicht bestudeerde, hoe meer
mijn eerste gedachte zich wijzigde ln: „Is dat ook een
Duitsoher?"
Zooals altijd in dergelijke gevallen trachtte ik mijn
twijfel te verdrijven door lectuur. Voor enkele hellers
kocht lk voor het eerst van mijn leven anti semiotische
brochuren. Hela^ waren zij allen bestemd voor lezers,
die reeds, min of meer op de hoogte waren van het
Joodsche Vftagstdk. Bovendien waren 'tij op zoodanlgen
toon geschreven, dat mijn twijfel opnieuw opkwam bij
het lezen van hun laag bij de grondsche en buitenge
woon weinig wetenschappelijke argumenten. Ik was
voor enkele weken, om niet te zeggen voor enkele
«paanden achteruitgezet.
Vanaf het oogenbllk, dat ik begon, mij hiermee bezig
te houden, en op de Joden te letten, zag ik Weenen In
•en geheel ander licht Overal zag lk Joden en hoe
meer ik er zag. hoe beter ik onderscheidde, wat hen
van andere menschen deed verschillen. En als ik nog
twijfelde, dan werd die twijfel weggenomen door het
gedrag van sommige Joden zelf.
De strijd, die toen scheiding scheen te maken tus-
schen de Zionistische en de liberale Joden, vervulde
mij weldra met afschuw. Zij werd op valsche, leugen
achtige wijze gevoerd en was weinig ln overeenstem
ming met het moreele peil en de reinheid, die ge
woonlijk aan dit volk worden toegeschreven. Er is trou
wens heel wat te zeggen op de moreele reinheid van
het volk en op zijn reinheid ln het algemeen. Dat ze
niet van water houden, kon men hun wel aanzien. Als
ik mijn oogen sloot werd ik dikwijls onwel bij de ge
dachte aan de lucht van die kaftandragers.
Dat alles was al niet erg aantrekkelijk, maar het
hinderde me bepaald wat ik ontdekte betreffende hun
moreele reinheid. Was er tenslotte wel iets gemeens,
iéts schandelijks in onverschillig welken vorm, vooral
ln het intellectueele leven, waarin niet minstens één
Jood de hand had? Bij het bestudeeren van het werk
der Joden in de pers, de beeldende kunst, de literatuur
«n het tooneel ontdekte ik tegen hen de ergerlijkste
feiten. Het was reeds voldoende om de reclamezuilen
te bekijken, waarop de namen waren aangeplakt van
de geestelijke vaders dezer schandelijke tooneelstukken
en films. Het was een moreele pest, erger dan de
«warte pest, van vroeger, waarmee het volk werd be-
ëmet Bn hoe lager het geestelijk en moreel peil van
*oo'n kunstfabrikant is, hoe meer hij natuurlijk produ
ceert Bovendien moet men hun aantal In aanmerking
nemen; tegen één Goethe worden er zeker tienduizen
den van deze knoeiers geboren, die als verdachte ba
cillendragers de zielen vergiftigen.
Ook de straat gaf mij bedenkelijke lessen. Weenen
vormde toen enkelea Zuld-Fransche havens mie-
•chien uitgezonderd, het beste terrein in West-Europa
om de relaties te bestudeeren van de Joden tot de
prostitutie en nog meer tot den handel ln blanke sla
vinnen. 's Avonds kon men tooneelen bijwonen, waar
van de oorlog de strijders aan het Oostfront niet de
gelegenheid had gegeven om Iets dergelijks te zien, of
liever, hen gedwongen had om dat te zien.
Toen ik voor het eerst de Joden met een koopmans
geest vol onkuischhied en harteloosheid den weerzin-
wekkenden handel zag voeren, profiteerend van de
ondeugden der groote stad, liep er een lichte rilling
over mijn rug. Daarna barstte mijn verontwaardiging
los. En toen ik in den Jood den leider van de sociaal-
democratie onderkende, vielen de schellen mij van de
oogen. Een langdurige moreele strijd in mijn binnenste
was beëindigd.
Ik kwam gaandeweg te weten, de de sociaal-demo
cratische pers voornamelijk onder leiding stond van de
Joden. Ik zocht alle sociaal-democratische brochures bij
elkaar, die ik kon vinden en bekeek de namen der
schrijvers: Joden: En toen leerde lk de verleiders van
ons volk in waarheid kennen. Want de massa kan men
redden, als men tijd en geduld heeft, maar men zal er
nooit een Jood toe kunnen brengen om zich vrij te
maken van. zijn opvattingen. In dien tijd was ik nog
kinderlijk genoeg om hun het ongerijmde van hun leer
te willen aantoonen. Ik kwam tot het tegenovergestel
de resultaat.
Hoe meer ik met hen redetwistte, hoe meer ik hun
dialectiek leerde kennen. Zij beginnen met te rekenen
op de domheid van hun tegenstander, om zich vervol
gens dom te houden, wanneer, zij geen anderen uitweg
zien. Wanneer dat alles niet voldoende is, doen zij,
alsof zij niet begrijpen, waarom het gaat en springen
plotseling over op een ander onderwerp. Zij komen
aanzetten met waarheden als koelen en passen meteen
to® °P geheel andere gevallen en als men hen daarop
Ai/Uiif lUiiibK.
wijst weten zij weer niets concreets te zeggen. Eiken
keer, dat men met een van hen ln aanraking komt. is
het alsof men grijpt in een slijmerige vloeistof, die
tusschen de vingers doorloopt om het volgend oogenr
blik weer vast te worden.
Langzamerhand ging ik hen haten. En toen ik de
leer van het marxisme gepeild had en rustig de acti
viteit van het Joodsche volk had waargenomen, gaf
het lot zelf mij antwoord. De Joodsche leer van het
marxisme verwerpt het regeerend principe der natuur
en vervangt de eeuwige heerschappij van kracht en
macht door de numerieke meerderheid en haar dood
gewicht. Zij ontkent de waarde van de menschelijke
persoonlijkheid, betwist de beteekenis van volk en ras
en ontneemt daardoor den menschen de voorwaarden,
die voor haar bestaan en beschaving onmisbaar zijn.
Wanneer de Jood met behulp van zijn marxistische leer
over de volkeren van deze wereld triompheert, zal zijn
overwinningskans de doodenkrans van de men9chheld
zijn en deze planeet ontvolkt haar lot door den aether
voortzetten.
Door
EGON ER WIN KISCH
(Bekends Duitsohe reporter).
Bij wijze van tegenstelling met het artikel
over het anti-semitisme van Adolf Hitier
geven wij hierbij een artikel van den Duit-
schen radicaal Egon Erwin Klsch.
NAUWELIJKS had lk mijn mantel uitgespreid over
mijn armzalige legerstede of alle bewoners van
de reusachtige ontvangkamer, vijftig a zestig
arbeiders, omringden mij en vertelden allen te
gelijk hun treurige ervaringen, waarbij zij mij hun won
den toonden. Reeds vijf dagen hadden zij op deze wijze
doorgebracht, samengepakt In een gemeenschappelijk
vertrek, onderworpen aan wreede martelingen. Nu kwam
en een nieuwen gearresteerden kameraad in hun mid
den en zij zochten allen troost in het vertellen van hun
leed, ln het vertoonen van de bewijzen der wreedheid
hunner beulen.
Allen, die daar waren, had men gearresteerd op den
verkiezingszondag of den daaropvolgenden dag; zij wa
ren in hun woningen ln hechtenis genomen door S. A.-
mannen en mishandeld voor de oogen van hun ver
schrikte familie. Hun meubels werden vernield en hun
boeken verscheurd. Zij mochten zich zelfs niet geheel
aankleeden. Sommigen hadden blootsvoets naar de Na-
zl-kazerne moeten loopen. Later waren zij vervoerd
naar een fabriek, die eveneens tot kazerne was ingericht
„Wij zullen het communisme uit Uw geest verdrijven"
vertelde men hun.
Inderdaad had men nu reeds vijf dagen en vijf nach
ten niets anders gedaan dan dit „uitroeien". Het „op
bouwend werk" van hun cipiers verstond bij voorkeur
hieruit, dat men hen liet exerseeren op de binnenplaats,
zich plat voorover in de modder liet werpen, op com
mando liet opstaan en weer onafgebroken afmattende
gymnastisohe oefeningen liet doen. Toen een gevangene
uitgeput raakte werd hij opgefrischt door slagen met
een karrewats en knuppel, totdat hij bewusteloos neer
viel, niet in staat om ook op de krachtigste slagen te
reageeren.
Dagelijks moesten zij op een rij gaan staan en uren
achtereen den fascistischen groet brengen, terwijl zij in
koor riepen: „Leve onze geliefde kanselier, Adolf Hit-
Ier!" Wie zijn arm niet „militair" genoeg ophief of niet
luid genoeg schreeuwde, werd getrapt en kreeg geen
tabak. Een ander spreekwoord luidde als volgt: „Wat
waren wij gisteren? Communisten. Wat zullen wij mor
gen zijn? Nazi's.
Dat waren de oefeningen op de binnenplaats en op de
chambrée was het leven niet aangenamer. De gevange
nen moesten wonderolie innemen, daarna moesten zij
hun broek neerhalen en üch over de tafels heenbulgen,
om zoo hard met knuppels geslagen te worden, dat hun
huid opensprong. Bijna alle gevangenen van de prefec
tuur van Berlijn hadden diepe wonden; ik heb dat met
mijn eigen oogen kunnen constateeren. Wanneer bi.1
deze gewonden de wonderolie begon te werken moest
het geheele waardige gezelschap zich slap lachen over de
kostelijke grap.
Een der gearresteerde arbeiders werd tegenover zijn
zoon geplaatst. Zij kregen elk een stok in de hand en
werden onder bedreiging van een revolver gedwongen
om elkaar te slaan. „Harder, harder!" werd hun onop
houdelijk bevolen. „Sneller, sneller!" Ik heb hen beiden
in mijn gevangkamer gezien, hoofd en hals opgezwol
len. het rechteroog van den vader geheel dichtgeslagen,
zijn kaak vreeselijk misvormd, misschien wel gebroken.
Voortdurend werd den gevangenen aangezegd, dat zo
gefusileerd zouden worden of dat er zoo juist bijv. vijf
hunner In de kelders waren terechtgesteld, 's Nachts
vermaakte men zich over hen door onverwachts revol
vers in hun cellen af te schieten. Het is te begrijpen,
dat verscheiden hunner de nazi's toeriepen: „Doodt mij
dan dadelijk, lafaards die ge zijt!"
Elke mishandeling ging gepaard met grappen, liefst
ln het genre van: „Je hebt onder ons niet veel vrien-
De motor aan splinters geslagen.
Chauffeur wonder boven wonder onge
deerd gebleven.
Een ongeluk dat buitengewoon goed is afgeloopen,
is gistermorgen om 9 uur gebeurd aan den overweg
te Sloterdijk op de spoorlijn AmsterdamHaarlem.
Een vrachtauto van de firma Otten uit Weesper-
karspel kwam in Sloterdijk en zou de spoorbaan over
steken, waarvan de boomen open stonden. Nauwe
lijks was de auto op de rails, of hij werd gegrepen
door een electrischen trein uit de richting Haar
lem. De motor van de auto sloeg aan splinters, maar
de cabine bleef onbeschadigd, zoodat de chauffeur
geen letsel kreeg.
Het spoorwegverkeer ondervond «enigen tijd stag
natie. Een trein die van het Centraal Station in de
richting Haarlem moest vertrekken, is uitgevallen.
Een paar andere treinen hadden vertraging. Ook in
de richting Amsterdam was ongeveer een half uur
vertraging.
Te ongeveer half tien was het treinverkeer weer
normaal.
Vast staat, dat de wagenbestuurder een fout heeft
gemaakt, want het afstandssein op eenige honderden
meters vóór den overweg stond op onveilig. Zulks
beteekent, dat het vóórsignaal, dat op zijn beurt op
eenige honderden meters afstand vóór het hoofdsein
staat, eveneens een onveiligen stand moet hebben ge
toond.
Elkaar bloedende wonden toegebracht
In de Coninckstraat te Amersfoort heeft Maandag
avond een ernstige vechtpartij plaats gehad tusschen
de gebroeders v. d. G. De eene bracht zijn broer met
een dolk eenige steken toe in den bovenarm, waar
op deze zijn tegenstander met. een wagenmakersmes
zoodanig stak, dat een bloeduitstorting in den schou
der er het gevolg van was. De broers werden op het
fiolitiebureau verbonden. De messen zijn door de po-
itie in beslag genomen.
Aanleiding tot deze bloedige vechtpartij schijnt ge
legen in een reeds lang bestaande familieveete.
den, hè? Maar je vrouw heeft er op het oogenbllk geen
gebrek aan. Over negen maanden zal zij het leven
schenken aan een flinken, vroolijken Hitleriaan."
Zulke uitlatingen waren des te ondragelijker, waar
geen der gevangenen contact had met zijn familie en
zij dus niets wisten omtrent het lot, dat hun vrouwen
te beurt was gevallen.
Ziehier een voorbeeld van de wijze, waarop zij op
vragen moesten antwoorden.
„Wat ben je?"
„Egozpvün. van eep copmaunist".
„Hoe kom je aan die wonden?"
.Jk was stomdronken en ben op een kachel geval
len."
Wanneer de gevangene niet op de voorgeschreven wijze
antwoordde, werd hij geducht afgerost.
Het was een der S.A.-commandanten, die het eerst
genoeg kreeg van deze onophoudelijke onmenschelljke
behandelingen. Hij sprong voor de gevangenen en riep
zijn mannen toe: „En nu is het genoeg!" Maar Graaf
Helldorf, een hooge oome, die persoonlijk de kazerne
bezocht, liet de gevangenen de revue passeeren en beval,
hen opnieuw te slaan. Hij legde een bijzondere belang
stelling aan den dag voor de Joden en men kan zich
wel voorstellen, welke behandeling hij hun toedacht.
Zaterdag tegen den middag werd ik uit mijn cel ge
haald om te vernemen, dat ik uit Duitschland verban
nen was. Een politieagent in burgerkleeding bracht mij
naar het station. Hij had mijn geld. mijn horloge, mijn
vulpen en mijn mes bij zich. Tot Bodenbach reisde hij
met mij mee; daar gaf hij mij over aan de Tsjechoslo-
waaksche autoriteiten. Ik kreeg mijn eigendommen te
rug en begaf mij onmiddellijk naar Praag.
Hitiers geboorteplaats wil hem
geen eereburger maken.
Naar Reuter meldt, heeft de gemeenteraad van
Braunau, de geboorteplaats van Adolf
Hitier geweigerd hem het eereburgerschap te
verleen en.
Bij de stemming over het voorstel stemden twee
Groot-Duitschers en een nationaal-socialist vóór,
doch twee christen-socialisten en twee sociaal-demo
craten tegen, waarmede het voorstel was verworpen.
Mussolinl betreurt de Duitsche Joden
vervolging. De vertoogen van den Duce
zonder resultaat?
Mussolini heeft gisteren den opperrabbijn van Ro
me, prof. Angelo Sacerdote, ontvangen, dip hem een
motie overhandigde van de Unie van Joodsche Gi-
meenten in Italië, waarin wordt gezegd dat de Joden
in Italië in deze droevige stonde broederlijk en har
telijke sympathie gevoelen voor de wreed behandel
de Joden in Duitschland Zij spreken hun vertrouwen
uit dat de normale toestanden spoedig zoillcn worden
hersteld en de onrechtvaardige beperkingen ten aan
zien der Joodsche burgers zullen worden ingetrok
ken.
De motie besluit met den wensch uittespreken.dat
alle beschaafde volken tot een internationale over
eenstemming zullen geraken om eiken terugkeer tot
de brutale vormen van vervolging onmogelijk te ma
ken en de Joden tegen verdrukking te beschermen
De Duce gaf in antwoord op de toespraak van den
Opperrabbijn uiting aan zijn vertrouwen, dat de toe
stand, hoe betreurenswaardig ook, weer normaal zal
worden.
Het feit, dat de motie, die al eenige weken geleden
werd aangenomen, thans pas openbaar is gemaakt,
wordt te Rome beschouwd als een aanwijzing dat
Mussolini's vertoogen over deze zaak tot de Duitsche
staatslieden, die onlangs Rome hebben bezocht, zon
der uitwerking zijn gebleven.
Hierboven ziet men een midden in den Rijn
gelegen burcht, gebouwd in het jaar 1326 als
tolvesting. Het schilderachtige, door den burcht
Gutenfels overheerschte Rijnstadje Caub viert
thans zijn 950-jarig bestaan. Bij Caub vond in
het jaar 1813 de gedenkwaardige overtocht van
Blücher over den Rijn plaats.
Een wetsontwerp ingedien.d
Een wetsontwerp is ingediend om een centrale
boekhouding voor 's Rijks schatkist in te stellen. Per
31 December j.1. is een voordeelig verschil van ruim
elf millioen gld. ontdekt ten opzichte van de begroo
ting.
Als ze zoo blijven doordrinken, zal er spoe
dig een tekort aan bier zijn.
Reuter meldt uit New York:
Op den eersten dag, dat de bierverkoop in de Ver-
eenigde Staten wettelijk was toegestaan, is zooveel bier
gebruikt, dat hierin gemakkelijk een oorlogsschip had
kunnen drijven.
De brouwerijen hadden gerekend op groote vraag naar
het lichte bier en in de eerste 24 uur werden niet minder
dan 1% millioen vaten verkocht, aan dorstige Amerika
nen.
Van de ongeveer 120 millioen zielen tellende bevolking
der Vereenigde Staten konden zeventig millioen. op den
eersten dag van de opheffing van het drankverbod, bier
koopen. De 50 millioen andere Amerikanen wonen in
staten, waar het drankverbod eerst nog door de plaat
selijke autoriteiten moet worden opgeheven.
De fiscus vaart nog steeds wel bij de opheffing van
het drankverbod. In den staat Milwaukee is de vraag
naar bier zoo groot, dat de brouwerij ver achter is met
leveren.
De redacteur van de „Brewery Age" heeft verklaard,
dat als de vraag naar bier blijft voortduren er spoedig
een tekort aan bier zal zijn.
5000 onderwijzers doen een aanval op het
departement van financiën.
V.D. verneemt uit Chicago:
Vijfduizend onderwijzers, in dienst van de stad
Chicago, die sedert geruimen tijd geen salaris meer
hebben ontvangen, zijn gisteren in verzet gekomen en
trokken naar drie groote banken, welke, om moeilijk
heden te voorkomen, hun deuren tijdelijk sloten.
De onderwijzers marcheerden daarop naar het ge
meentelijk departement van financiën, waar generaal
Ch. G. Dawes allerminst op deze demonstratie gesteld
bleek en de demonstranten op onvriendelijke wijze
naar de hel wenschte. De onderwijzers trokken zich
hiervan echter weinig aan en eischten, dat de banken
een voorschot van 29 millioen dollar zouden geven om
de achterstallige salarissen aan de onderwijzers van
Chicago uit te betalen.
Zij drongen het gebouw binnen, stormden door de
gangen, klommen over hekken en door loketten en
keerden papiermanden onderstboven met de bedreiging
dit eiken dag te zullen doen, tot dat de salarissen wa
ren betaald.
Toen Dawes probeerde de onderwijzers toe te spre
ken, werd hem dit door gejoel onmogelijk gemaakt.
Over het algemeen vatten de demonstranten de zaak
nog al gemoedelijk op, zoodat het nergens tot ernstige
botsingen kwam.
AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN.
Twee paters licht; een broeder ernstig
gewond.
Gistermorgen slipte op den rijksweg te Echt (L.)'
een luxe auto bij het uitwijken van een fietsrijder en
liep tegen een boom op.
Tn den auto waren gezeten drie Paters en een
Broeder van het retraitehuis „Mauresa" bij Venlö.
De Broeder werd ernstig gewond. Hij brak een been
en bekwam inwendige kneuzingen. Twee der Paters
werden licht aan het hoofd gewond. De auto is ver
nield.
Ski-loopers van ©en wissen dood gered.
In het weekblad „De Hond", lezen wij het volgende
over een welgeslaagde reddingspoging met St. Bemards-
honden:
De vermaarde honden van het Hospitium op den
Groot en St. Bernard zijn de vorige week in actie ge
weest, toen een groep Italiaansche ski-loopers door een
sneeuwstorm werd overvallen. De Paters hadden de
bergbeklimmers reeds eenigen tijd verwacht en toen de
sneeuwstorm losbrak zonden zij hunne honden uit om
de reizigers te zoeken. Verschillende leden van het ge
zelschap waren verdwaald en reeds verkleumd van kou.
toen zij door de honden werden gevonden en van een
wissen dood gered.