5|*I VAN DIT EN VAN DAT ftg
VAN ALLES WAT
wmw^
M
De ongeduldige echtgenoot.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
lllllllllllllllllllll
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 6 Mei 1933. No. 9274.
ZATERDAG A VONDSCHETS
Een Amerlkaansche geschiedenis, met een
•waarschuwing voor zekere bedillerige
echtgenooten.
Vrij bewerkt door SIROLF.
Nadruk verboden
Alle rechten voorbehouden.
Andree scherpslijper verliet
met afgemeten passen het station
en liep naar zijn auto, die bij den
uitgang geparkeerd stond. Het was precies
805. De trein was stipt op tijd, merkte
Andree voldaan bij zich zelf op. Want hij
hield van de uiterste nauwgezetheid en
stiptheid, tot in de ridicule toe. Terwijl hij
wegreed naar zijn kleine villa in de bui
tenwijk vroeg hij zich af, of Charlot, zijn
vrouw, op tijd klaar zou zijn, om dadelijk
met hem mee te gaan, zoodra hij thuis
kwam.
Wrevelig herinnerde hij zich, dat het
precies twee weken geleden was, dat zij
haar jongste misdaad jegens de stiptheid
had begaan. Hij had toen zeven minuten
in de auto op haar moeten wachten en
toen was Charlot nog erg boos geweest,
omdat hij net zoolang op den claxon had
gedrukt en een schandelijk lawaai had
veroorzaakt, tot zij beneden kwam. „Je
zult zien", had ze gedreigd, „als je dat nog
eens doet, dan kleed ik me eenvoudig niet
verder aan en kom naar bulten, precies zoo
als ik ben, al ben lk ook in mijn hemd!"
De bedreiging had Andree Scherpslijper
niet in het minst verontrust, zoo zeker
was hij van zichzelf en van zijn goed recht,
dat Charlot op de seconde af klaar -moest
zijn op het uur, dat hij had vastgesteld.
Vanavond zouden ze naar een partijtje
gaan, dat door hun vrienden, de Pieter-
sens, gegeven werd. Het had hem moeite
gekost, zich dezen avond er vrij voor te
maken- Deze week had hij het juist erg
druk gehad en tot twee keer toe had hij
den avond ook op kantoor ln de stad
doorgebracht En om nu Charlot dit pretje
van het partijtje bij de Pietersens niet te
bederven, had hij zich vandaag zeer gerept
op kantoor, was laat gebleven, had in de
stad een hapje gegeten daarna een trein
naar huis genomen, die hem ln staat zou
stellen, Charlot precies op tijd af te halen.
Hij had naar huls getelefoneerd, en, daar
Charlot niet thuis was, de boodschap aan
het meisje achtergelaten. Mevrouw moest,
aldus had hij gezegd, precies om 8.27 ge
reed zijn. En een blik op zijn klokje over
tuigde hem, dat hij stipt op tyd was.
Daar was hij er. Hij stapte uit, snelde het
huis binnen, legde zijn acte-tasch weg en
keek rond. Charlot zat niet ln de hall te
wachten. In de eetkamer was ze ook niet.
Woedend liep hij tot onder aan de trap,
die naar de slaapkamers leidde en riep:
„Charlot!"
„Ja, hier ben ik!", riep Charlot terug.
.Ik kom dadelijk naar beneden."
„Ben je dan nog niet klaar?!"
„Ja, bijna!"
Zonder een woord te zeggen liep hij met
stijve passen naar bulten en ging in de
auto zitten. Hij wachtte precies zestig se
conden en drukte dan op den claxon, die
wild krijschte ln de stilte van de villa
wijk. Dadelijk verscheen Charlot aan het
slaapkamervenster en tot zijn ontstem
ming zag Andree, dat Charlot nog haar
japon niet aan had!" Denk aan wat ik je
laatst gezegd heb!", riep zij door een kier
van het raam.
„Je bent 4 minuten te laat!", antwoordde
hij scherp en begon opnieuw den claxon te
lulden. Hij besloot haar nu eens en voor
goed dit gebrek af te leeren en liet den
claxon aan één stuk door hullen en krij-
schen.
Eensklaps verscheen Charlot in de deur
opening, met een groote shawl met lange
franje haastig omgeworpen.
„Andree, houd dadelijk op met dat la
waai!". riep ze, terwijl haar oogen vuur
schoten.
„Ik zal ophouden", antwoordde hij, ..zoo
dra je klaar bent".
„Ik zeg je. dat Je nu dadelijk ophoudt!"
.Nee. Je hebt me nu al precies zes-en-
een-halve minuut laten wachten en je bent
nu nog in je ondergoed. Ik blijf toeteren
tot Je klaar bent om mee te gaan."
Charlot keek hem doordringend aan en
zei dan vastbesloten: „Als je nog een keer
op den claxon toetert, stap ik ln den wa
gen, precies zooals ik nu ben!"
Onmiddellijk drukte hij uitdagend op den
claxon en toeterde!
Charlot trok gedecideerd de straatdeur
achter zich toe. Onder haar shawl zag An
dree een dun groen zijden onderjurkje
fladderen en haar glimmende onbedekte
kousenbeenen kwamen heelemaal te zien.
Snel stapte ze op de auto toe en zei:
„Daar zullen we nu eens en voor al een
eind aan maken."
Dat zullen we net, dacht Andree, die
kalm de coupé-deur opende en Charlot liet
instappen. Langzaam reed hij den weg op.
„Ik heb er genoeg van, dat je altijd druk
te maakt om een paar minuten',, begon
Charlot woedend, „dat je stipt en precies
bent op je kantoor is best, maar thuis wil
ik dat gedril niet hebben, begrepen? Ik
verdraag het eenvoudig niet langer.'
Andree Scherpslijper glimlachte uitdagend
In het achteruitkijkspiegeltje zag hij, dat
Charlot uitdagend haar onbedekte kou
senbeenen ten toon spreidde, natuurlijk
om hem schrik aan te jagen en ertoe te
brengen, rechtsomkeert te maken naar
huis. Maar onverstoorbaar stuurde hij de
auto de oprijlaan van de villa der Pieter
sens op en stopte voor den ingang. Hij
meende te bemerken, dat Charlot zenuw
achtig werd. Nonchalant stapte hfl uit en
riep: „Daar zijn we, stap maar uit!"
Als een koningin uit haar statiekoets, zóó
stapte Charlot in haar shawl uit de auto.
Terwijl ze naar de deur gingen, verzeker
de Andree zich zelf, dat Charlot nu toch
wel dadelijk zou toegeven. Ze zou het
schandaal toch zeker niet zoo ver door
willen drijven, dat ze in haar ondergoed
bij de Pietersens zou binnengaan! Haar
zelfverzekerdheid gaf hem echter een schok
en hij had een visioen van een kamer vol
menschen, die Charlot en hem zouden aan
staren
Een beetje sullig liep hij mee naar de
voordeur. Een flauwe glimp van het licht
van de ganglamp viel op Charlot's glim
mende kousenbeenen. In haar oogen lichtte
Iets onheilspellends en ze zei erg lief,
terwijl hij aan zijn handschoen stond te
peuteren:
„Kom nou, Andree, schel nu aan, ik krijg
het koud!"
Hij hief zijn hand op naar de bel. In de
gang hoorden ze stemmen. Plotseling Hot
hij zijn hand zakken en zei heesch: „Ga
mee naar huis en trek je japon aan!"
„rk verzet geen voet, voordat je beloofd
hebt, dat je nooit meer met die claxon zult
toeteren!" zei Charlot vastberaden.
„Goed goed maar maak dan nu
voort!" fluisterde hij en pakte haar bij
haar arm. Maar Charlot rukte zich los en
herhaalde: „Dus je belooft nooit meer met
die claxon te toeteren al ben ik ook een
uur te laat?!"
„Ja, ik beloof het... kom nu mee, voor
dat..."
Een groote zwarte limousine kwam aan
rijden en stopte voor den ingang. Men
schen stapten uit. Andree keek wild in 't
rond om te ontsnappen, maar hij zat in de
val. De nieuw aangekomenen waren hun
vrienden, Kees en Jeanne. Hij huiverde.
Opeens dacht hij, dat hij gek geworden
was. Want toen hij Jeanne zag komen
aanloopen, zag hij, dat die onder haar
shwal... nog minder kleeren aan had dan
Charlot!
„Hallo lui!" riep Jeanne uit, „Ik stel Cle-
opatra voor, en wat heb jij voor een pak
je, Charlot?"
Charlot sloeg haar shawl terug en stond
daar in een zijden bloes en broekje, van
lichtgroen, en kleine sportschoentjes, en
zei: „Ik stel een zeeroover voor!
„O, wat schattig, wat snoezig!", riep
Jeanne verrukt uit „En wat ben Jij, An
dree?"
Andree is niet gecostumeerd," ant
woordde Charlot voor hem, hij was zóó
druk met zijn auto en de claxon bezig, dat
hij heelemaal vergeten heeft, dat de -Pie
tersens een bal masqué gaven!"
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat men in Turkije tegenwoordig niet
meer kan trouwen, tenzij men een diploma
laat zien, waaruit blijkt, dat men het
nieuwe alphabet kent?
dat de Bank van Engeland op 27 Juli
1694 werd opgericht?
Een nieuwe soort sport.
Een nieuwe soort sport, die een niterst veelzijdige ontwikkeling van het lichaam mo
gelijk maakt, ls het „Schwingballspiel", zooals het in Duitschland genoemd wordt.
Vertaald zou het luiden: slingerbalspel, doch duidelijk is het misschien wanneer we
zeggen dat het touwtjespringen met z'n tweeën la.
dat er in een van de gebouwen op de
tentoonstelling te Chicago vijf mlllioen
knikkers zijn geplaatst?
dat 44 van de Amerikaansche gezinnen
geen Radio hebben?
dat het in den Amerikaanschen staat
Ohio bij de wet verboden is, fooien te ge
ven?
WARE WOORDEN.
De tijd duurt lang, maar de dringers
zijn altijd ln draf; de wereld is wijd, maar
de bekrompenen van geest zijn altijd eng
behuisd.
Een goede naam is gelijk een eiland,
met hooge en stelle rotsen omgeven: Is
men eens er af, dan komt men niet ge
makkelijk weer er op!
Door moedig te leven, wordt lijdens
kracht geboren. Stervensmoed ls de vrucht
van levenskracht.
Het kost minder moeite een goeden In
druk te maken, dan een slechten indruk
uit te wisschen.
Men moet niet steeds zijn teleurstellin
gen overpeinzen; gooi ze op een stapel en
klim er boven op!
Eenheid ln het gezin kan alleen worden
verwezenlijkt door innerlijke harmonie.
Zoodra de teleurstelling geen moreelen
schok meer teweeg brengt, heeft men de
eerste schrede gezet op het pad der zelf-
beheerschlng.
Zielsangst ls het zwaarste leed.
Waarachtige vrijheid zetelt in het hart.
Iedere rede schijnt ijdel en nietig, zoo
lang haar de daad geen kracht geeft
j
Het groote geluk draagt dikwijls een
masker, wie het daarachter herkent, ver
dient het ook.
„Het kan wel zoo"
het geweten!
is het vergif voor
O, menschen, wij zijn tot het geluk ge
boren, zoo wij maar kloek ontvluchtten de
hellingen van de begeerten.
Lieden, die gaarne in de geheimen van
anderen indringen, kunnen niet vertrouwd
worden!
Laster en kwaadsprekendheid zijn von
ken, die wanneer men ze niet aanblaast
vanzelf dooven.
Het opstel.
De onderwijzer, dia de kinderen een ecb'
natuurlijk opstel wild© laten maken, sprak:
Jullie moet niet fantaseeren! Je moet je
heel natuurlijk uitdrukken, je moet heele
maal jezelf zijn en precies opschrijven wat
er ln je zit!
Den volgenden dag leverde een leerling
het opstel zoo in: „Wij moeten nooit pro-
beeren te fantaseeren. Alleen schrijven,
wat er in ons zit. In mij zit mijn maag,
mijn longen, hart, lever, twee appelen, ze
ven krentenkoeken, een reep, een heele-
boel kurresausjes en mijn middageten!"
41. Daar gaat de ballon omhoog.
Door het geronk van de motor
schrikken alle politiemannen op en
vliegen naar buiten. Ook de dikke
komt woedend aan met een geweer.
Kom terug, brult hij, of ik schiet.
Maar Bul en Miep voelen zich vei
lig. Te laat, lacht Miep, we gaan uit
het bureau, daaag!! Ze stegen steeds
hooger en hooger, tot ze uit het ge
zicht der woedende menschen ver
dwenen waren.
42. Ze vlogen over zeeën en bos-
schen. Zoo'n angst hadden ze nog
van hun laatste avontuur, dat ze
vooreerst niet den moed hadden om
te dalen. Toch waren ze wat in hun
schik, dat ze al die groote menschen
zoo heerlijk hadden beetgenomen.
„Wat waren ze nijdig, hè!" zei Miep.
Ja, vooral die dikkert, lachte Bul.
Op eens zien ze, dat ze boven een
prachtige zandvlakte vliegen.
48. Hier kunnen we toch wel weer
eens dalen, zou ik denken, zegt Miep,
die wel zin heeft weer eens wat te
rusten. Wacht maar even, 'k zal het
ventiel even los maken, dan zakken
we weer, antwoordt Bul. Al lager en
lager gaan ze en eindelijk komen ze
in heerlijk warm zand neer, bij een
boschje cocospalmen.
44. Wat Is het hier mooi, roepen ze
beide tegelijk uit. Hier in dit heer
lijke oord moeten we maar eens een
tent opslaan en een poosje blijven,
wat denk jij daarvan Bul? Ze zijn
in de veronderstelling, dat er geen
levend wezen in de buurt ls.
45. Eerst zullen we zien, dat we
wat te eten krijgen, want ik rammel
van de honger, zegt Miep, en ik ge
loof, dat wij het beste wat vruchten
uit deze boomen kunnen nemen, 'k
zag ze vroeger wel eens bij ons thuis
liggen. Er zit heerlijke melk in,
daar heb ik wel eens stilletjes van
gesnoept.