a Worth
Bar
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Brieven over
Engeland. -
13 Mei 1933.
ZEVEN jaren geleden, ik heb den uitslag bewaard
en zie. dat hij dateert van den 25 Juli 1926.
schreef de Londensche Observer een prijsvraag
uit onder zijn lezers, waarbij verzocht werd op
te geven, wie de twaalf meest geliefde, of althans meest
gelezen schrijvers van de wereld waren.
Voor ik het resultaat van deze prijsvraag meedeel,
wil Ik er eerst even op wijzen, dat de waarde van zulk
een resultaat voor ons, Hollanders, maar heel betrekke
lijk is. Nederlandsche schrijvers moeten we er. uit den
aard der zaak niet bij verwachten. Het eenlge, dat we
kunnen zeggen is. dat de volgende schrijvers door de En-
gelschen. of althans door die Engelsohen, die aan de
prijsvraag hebben meegedaan, voor de besten der wereld
worden gehouden.
Het Is haast onnoodig te zeggen, wie de eereplaats In
neemt: Willem Shakespeare, En ik zou niet graag zeg
gen. dat die eereplaats hem niet toekomt Ja, ik geloof
dat wanneer de prijsvraag in andere landen was uit
geschreven, Shakespeare evengoed kans gehad zou heb
ben als nummer één uit de bus te komen.
Bij de prijsvraag van de Observer kreeg Shakespeare
661 stemmen. Nummer twee op de lijst Dante, bleef
daar. met 584. bijna honderd stemmen onder. Toch
strekt het de Engelschen tot eer. en het legt getuige
nis ai van hun groote belezenheid, dat deze tweede
plaats, en zij niet alleen, maar eveneens de derde, vierde
en vijfde, ingenomen worden door vreemdelingen.
Op de derde plaats vinden we Vlrgillus met 461 stem
men. Daarna komt Homerus met 459 stemmen, en ver
volgens Goethe met 450 stemmen. Het Is waar. dat
Virgilius niet noemenswaard meer stemmen heeft dan
Homerus, maar het resultaat is toch wel eigenaardig
We zouden verwacht hebben, dat Homerus zeker wel een
veertig, vijftig stemmen boven Virgilius uitgestoken zou
hebben, inplaats van nog even onder hem te blijven.
De zesde plaats, vervolgens, wordt dan weer ingeno
men door een Engelschman. Zooals te verwachten was
door den Engelschman. die algemeen als de grootste
dichter na Shakespeare wordt beschouwd: John Milton.
de schrijver van Het Verloren Paradijs. Milton behaalde
437 stemmen.
Twee buitenlanders volgen: Cervantes, met 367 stem
men. en Plato. met 33L Daarna komt de Engelschman
Chaucer, met 269 stemmen. Chaucer zou misschien een
eenigszins hoogere plaats hebben ingenomen, als zijn
Engelsch van de veertiende eeuw wat gemakkelijker te
lezen was voor zijn landgenooten uit de twintigste.
De laatste drie plaatsen van de twaalf worden bezet
door Molière, met 254 stemmen, Dickens, met 247 stem
men. en Horatius met 169.
Als we de lijst nog even nader bekijken, zien we, dat
er vier klassieken, waaronder twee Grieken en twee
Romeinen op staan. Verder vier andere buitenlanders:
een Italiaan, een Spanjaard, een Duitscher en een
Franschman. Tenslotte vier Engelschen. Eerlijk ver
deeld. moeten we zeggen. Toch eigenaardig, dat de ge
vierde Dickens zoo laag op de lijst staat
De Observer had gevraagd om de twaalf eersten.
Maar het spreekt vanzelf, dat behalve de bovengenoem
de schrijvers nog vele anderen werden opgenoemd, zoo
dat de redacteur van de Observer de lijst naar onder
heeft uitgebreid, meedeelt, wie degenen waren, die op de
eerste twaalf volgden. Ik zal alleen hun namen noemen,
en het aantal stemmen weglaten.
We krijgen dan in volgorde:
13. Sophocles; 14. Euripides; 15. Aeschylus; 16. Scott;
17. Bunyan; 18. Aristoteles; 19. Tolstoy; 20. Paulus,
21. Victor Hugo; 22. Rabelais; 23. Wordsworth; 24.
Voltaire.
Bij deze twaalf dus slechts drie Engelschen. Eveneens
drie Fransehen: geen enkele Duitscher. één Rus, en
verscheidene klassieken.
Maar heeft U bij deze lijst die thans niet minder
dan 24 namen bevat wel opgemerkt dat er geen en
kele schrijver uit dezen tijd op voorkomt? Het oordeel
van den Engelschman is niet zeer vleiend voor zijn tqd-
genooten. Ja, we moeten tot 36 gaan. in plaats van 24.
voor we den eersten Engelschen schrijver van onzen
eigen tijd aantreffen. En dat is: Bernard Shaw, die on
middellijk gevolgd wordt door Thomas Hardy. Hardy
is nu dood, maar tijdens de prijsvraag, in 1926, leefde
hij nog.
Tot besluit zal ik de namen van het volgende dertien
tal nog noemen, en evenals bij de vorige groep de En
gelschen, die nu, zooals men zal zien, in grooten getale
aanwezig zijn. spatieeren:
Bacon, Burns. Shelley, Keats. Tack e r a y.
Aristophanes, Cicero, Tennyson, Koning Davld, Boc-
cacclo. Carlyle. Shaw. Hardy.
Ik begon dezen brief met te spreken over de meest
geliefde, of althans meest gelezen schrijvers. Maar zou
dat nu wel goed zijn uitgedrukt, vraag ik mezelf af.
Van Shakespeare neem ik het graag aan. Maar Dante?
Aangenomen, dat morgen aan den dag tien of twintig
duizend mensehen. over de geheele wereld, verdiept zijn
in De Koopman van Venetië of Hamlet Maar zouden
er werkelijk tien of twintig op dat zelfde oogenblik de
Divlna Comedia van Dante lezen? Het is waar. dat Vir
gilius, Homerus, Horatius en Plato op elk oogenblik van
FEUILLETON.
Door
HAROLD BELL WBIGHT
De Ier wreef zijn achterhoofd. „Als ik er goed over
denk, dan kan ik nog begijpen, hoe ik in die cel ben
terecht gekomen. Maar wat ter wereld heeft ons hier
gebracht in dit land dat van God en menschen verlaten
is? Och. geef mij de tabak nog eens aan en vertel mi]
dan meteen wat je weet"
De voerman gaf hem de tabakszak, Het de muildieren
©en oogenblik stilstaan om uit te rusten en rolde intus-
eohen een cigaret voor hemzelven. „Dat is nog al een
voudig" zeide hij. „Dit ie de wagen van Jefferson
Worth. Hij stond er op dat ik vanmorgen op weg zou
gaan en dat heeft hij dan ook doorgezet Hij had Iemand
bij zich die jou kende en omdat ik er in deze omstan
digheden bezwaar tegen maakte je achter te laten, wer
den wij het eens dat ik jou mee zou nemen... Een, twee
drie. wij legden je in den wagen en voorwaarts marsch!
Mijnheer Worth en die andere man komen ons straks
met het rijtuig achterop. De afspraak is dat zij ons
vanavond in ons kamp zouden treffen. Toen ik je ont
moette, toen heb ik dadelijk iets gevoeld voor je cou
rage en voor je kordaatheid en na dat geval met de
politie begreep ik dat je talenten een tijd lang achter
slot en grendel zouden worden weggeborgen, wanneer ik
je in San Felipe aan je lot overliet In Rubio City zal
er genoeg voor je te doen zijn en als je daar geen zin
in mocht hebben, dan kunnen wij het altijd nog zoo
schikken dat je dezen wagen met de beesten terug
brengt naar San Felipe."
De Ier spuwde eens op den weg en zeide toen: „Je
bent een beste patroon en zooals jij oveï de dingen
denkt, is daar niets tegen in te brengen... maar met dat
pistoolschot heb je mij toch verschrikkelijk gehinderd.
Maar misschien heb je daar wel een goede reden voor
gehad. In elk geval moet ik toegeven dat Je met zoo'n
ding goed weet om te gaan... En je vuisten of je knup
pel. je mes of je pistool, daarmee moet een man toonen
dat hij in de wereld is. Het zal van Patrick Mooney
n et gezegd zijn dat hij iemand een verwijt maakt van
eiken dag in duizenden en duizenden handen zün-Maar
dat zqn de grootendeels onwillige handen van scholie
ren. en de 1 i e f d e voor de klassieken ls bij het mee-
rendeel van hen niet al te groot
Eigenlijk geloof ik, dat zulk een prijsvraag heel wei
nig zegt. De meeste inzenders denken waarschijnlijk
niet aan de boeken, die zij zelf het meest waardeeren
(bijvoorbeeld De Roode Pimpernel, of De Avonturen
van Sherlock Holmes), maar aan de boeken, die z\j vroe
ger op schoolgeleerd hebben te beschouwen als de
grootste van de wereld. En daarom is het oordeel van
een man als Mr. W. A. R. Collina het hoofd van de
uitgevers firma die de bekende Hlustrated Pocket Clas
sics doet verschijnen, in een aangelegenheid als deze van
veel meer gewicht.
Mr. Collina vertelt ons, welke boeken het meest wor
den verkocht En een beteren maatstaf zouden we
toch. dunkt me. moeilijk kunnen aanleggen.
Welnu, volgens Mr. Collins staat Dickens op de eer
ste plaats. Hij noemt tien boeken in volgorde, waarnaar
de grootste vraag is. Het zijn de volgende:
Davld Copperfield (Dickens); Lorna Doone (Black-
more); The Pickwick Papers (Dickens): The Tale of
Two Cities (Dickens); Under the Greenwood Tree (Har
dy); Oliver Twist (Dickens); Treasure Island (Steven-
son; The Old Curiosity Shop (Dickens); The Cloister
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 16 MeL
Den Helder.
MELKKNOEIERU UIT HET VERLEDEN.
EEN TRANSACTIE VAN 1200.—!
In hooger beroep stond heden terecht de 42-jarige
ex-veehouder Joh. Chr. B. te Den Helder, welke melk-
leverancier in September en October 1930 'n drietal
malen melk had afgeleverd aan de Algem. Coöperatie
ve Gebruiksvereeniging, in 't kort A.V.C., welke op
melk gelijkende vloeistof door toevoeging van water in
bruikbaarheid was verminderd. Verdachte stond voor
het kantongerecht te Den Helder terecht, alwaar de
ambtenaar 3 X f 1500 boete requireerde. De water-en-
melkboer werd alstoen veroordeeld tot 3 X 6 dagen
principale hechtenis, van welk vonnis veroordeelde in
hooger beroep kwam. Door zwaar zenuwlijden van den
appellant werd dit appel eerst heden behandeld. Dr.
Moll en de keurmeester de Roode werden thans ge
hoord als getuige a charge en appellant juridisch bij
gestaan door mr. A. C. de Groot te Alkmaar.
De analyse van dr. Moll luidde 6, 13 en 20 deelen
water als toevoeging.
Door verdachte werd pertinent ontkend, zich aan
vervalsching te hebben schuldig gemaakt. Hij wist niet
wie het dan wel had eedaan. wat jammer was en nog
meer ellendig, dat hij alreeds vroeger voor een der
gelijk feit was veroordeeld tot f 100 boete. De veesta-
nel was Inmiddels door hem opgeruimd en wijdde hij
zich thans aan zijn geheel uiteenloopend vak van
machine-bankwerker op de Marinewerf.
De heer Officier vond het wel wat tegenstrijdig, dat
verdachte het feit ontkende en tevens de straf te
hoog achtte. Ook noemde de Officier het bedrijf van
veehouder en machine-bankwerker een rare combina
tie. De Officier achtte het feit ernstig genoeg om be
vestiging van het vonnis te requireeren.
Mr. de Groot belicntte nader de tegenstrijdige ont-
kentenls. die was ontstaan na bespreking met verde
diger. Pleiter wees voorts op de onbekendheid met
het veehoudersberoep, de enorme transactie, f 1200,
die was gevraagd en eindigde zijn sympathiek pleidooi
voor den overigens hoogst fatsoenlijken verdachte,
die zijn bedrijf heeft opgedoekt, 'n rapport of cle
mentie te verzoeken.
Egmond aan Zee.
BEN ZENUWACHTIGE OUDE HEER!
De 67-jarige vlsscher Jacob Zw. uit Egmond aan Zee
bezette het verdachtenbankje naar aanleiding van het
hem tenlaste gelegde ernstige feit. dat hij in Januari
aldaar zijn dorpsgenoot J de Groot had bedreigd met
doodslag of ernstige mishandeling, door met een ge
opend knipmes in zijn hand hem toe te schreeuwen:
Kom hiér smeerlap, of ik steek je dood!
Volgens verklaring van verdachte had deze de Groot
hem geplaagd door het maken van rare geluiden.
Dr. Ter Raa, zenuwarts aan het Provinciaal Ge
sticht te Bakkum die den ouden man onder behande-
deling had genomen, verklaarde dat hij leed aan ver
volgingswaanzin en medisch voor zijn abnormale da
den niet verantwoordelijk was te stellen. Overigens
was deze psychiater van meening, dat hij geen gevaar
opleverde voor zijn omgeving.
Op de desbetreffende vraag van den Officier, ant
woordde Dr. Ter Raa, dat de persoon van de Groot
geen verder effect zou uitoefenen op de psychose van
den verdachte. Een speciale gestichtsbhandeling was
er voor hem niet. Afzondering zou alleen eenig raison
hebben als preventie.
een gebrek In zijn opvoeding dat hij hoegenaamd niet
helpen kan. Wanneer Je er niets tegen hebt, zou je mij
dan misschien je naam willen zeggen?"...
De ander lachte en antwoordde: „Mijn naam is Joe
Brannin... De menschen noemen mij Texas Joe... of
wel Tex. bij wijze van afkorting."
„Je lijkt mij een beste kerel, Tex. Je doet mij wel een
beetje denken aan een ingelegde haring, maar zulke
visschen moeten er ook zijn en op zijn tijd rijn zij heel
smakelijk. Jij kunt er niets aan doen. Brannin of Texas,
jij zult je weg wel door de wereld vinden. Maar vertel
mij eens wie is die man die zegt dat hij mij kent?"
Texas Joe schudde zijn hoofd en begon tegen zijn
muildieren te praten. Toen zij weer in draf waren, zeide
hij: „Ik heb zijn naam niet gehoord, maar als ik het
goed begrepen heb. dan Is hij zooveel als ingenieur en
is hij door de stad Rubio City aangesteld bij den aan
leg van den spoorweg naar de kust Mijnheer Worth
zei mij dat er nog een ander en een Jongen met ons mee
zouden gaan. maar ik geloof dat mijnheer Worth ze ook
zelf geen van belden ooit gezien had."
Pat nam zijn pijp uit zijn mond en vroeg nadrukke
lijk: „Het komt er dus op neer, dat wij naar een plaats
gaan die aan de nieuwe lijn van de Southwestern ligt"
.Juist, zoo is het Zy zUn nu bezig met de iyn in het
oosten."
De Ier begon zich op te winden. „En die man die mij
kent... die ingenieur, ls dat een knappe, zware kerel
met groote bruine oogen en een voorkomen als Iemand
die gewoon ls te kommandeeren? Iemand als een ko
ning?"
„Ik weet het niet... Ik heb nog nooit een koning ge
zien". zeurde Tex. „maar verder komt je beschrijving
wel uit"
„Wel. wat zeg je mü daarvan? Dat moet de Profeet
in eigen persoon zijn. of anders ben ik niet de zoon van
mijn moeder. Toen ik het laatst in Frisco was om mijn
gage te beuren, toen hoorde ik daar dat hy by de nieu
we lijn van de Southwestern zou worden aangesteld.
Daarom ben ik ook naar San Felipe getrokken in de
hoop dathy mü weer aan een karweitje zou helpen.
Dat is toch een buitenkansje dat ik hem nu weer ont
moeten zal..."
„En wat is dat voor een naam dien je hem geeft?...
„De Profeet. Ik ben vergeten hoe hijeigenlq'k heet,
maar iedereen kent hem onder dien naam van de Pro
feet. Dat is ook juist een goede naam voor hem. Hij
heeft het altyd over de dingen die hier gedaan kunnen
worden in dit land waar het zoo zelden regent en dat wij
daar nog niet van weten, maar moeten leeren van wa
ter in de rivier partij te trekken voor de besproeiing
van de landerijen. Ik heb hem zelf hooren zeggen dat
and the Hearth (Reade); Jane Eyre (Charlotte Brontë).
Dickens vooraan. Dickens met vyf boeken van de
tien. die het meest verkocht worden. En Thomas Hardy
thans niet op de 37ste plaats maar op de vyfde.
En toch is ook deze maatstaf geen goede. Immers,
in de serie Dlustrated Pocket Classlca van Collins komen
heel veel boeken voor. Maar. en dit is een heel groote
maar. lang niet alle boeken. Zelfs lang niet alle E n-
g e 1 s o h e boeken. Voor zoover ik weet, büvoorbeeld.
geen Shakespeare. en geen Shaw. Neen. voor den aller-
besten maatstaf moeten we gaan naar de menschen. die
weten welke boeken, niet van een bepaalde serie, maar
van alle seriën, en van onversohillig welke serie, het
meest worden verkocht
En dan biykt, dat dit de r e li g i e u s e boeken zyn.
De meest gevierde romans biyven daar ver by achter.
Daar zün in de eerste plaats de godsdienstige boeken
van een jaar of tien, twintig oud. De boeken van Pater-
son Smyth: Het Evangelie van het Hiernamaals; Het
Leven van Christus, die dertig of veertig drukken heb
ben beleefd. Maar die worden nog weer overtroffen door
een boek, dat een jaar geleden verscheen: Alleen voor
Zondaren, waarvan nu 112 duizend exemplaren zijn ver
kocht, en door: God in de Achterbuurten, dat ©en paar
jaar oud ls, en de 290 duizend heeft bereikt
Getuige de Groot verklaard, dat verdachte op kou
sevoeten op hem was toegeloopen en hem had be
dreigd met het mes en voorts allerlei wartaal tegen
hem had uitgeslagen. Getuige nam de vlucht, achter
volgd door den ouden Jaap Zw.
Door verdachte werd de heele scène ontkend.
Na dien dag had verdachte hem niet meer lastig
gevallen.
Gehoord werden nog buurman Wijker en diens vrouw,
die de verklaring van de Groot bevestigden. Verdachte
noemde dat allemaal valsche getuigen. Hy had geen
mes gebruikt.
De Officier achtte desondanks het feit bewezen,
maar achtte den man niet toerekeningsvatbaar en
achtte het meer het beste, ontslag van rechtsvervol
ging te requireeren, zulks met een waarschuwing aan
verdachte om in 't vervolg zyn gemak te houden.
Boven karspel.
DE BEDRIEGELIJKE BOLLENKOOPMAN.
De welgedane 44-jarige heer Peter Nicolaas W.,
bloembollenkoopman te Amsterdam, bevond zich op 13
Februari te Bovenkarspel en alstoen de echtgenoote
van den veilingsmeester aldaar, den heer Willebror-
dus. listigiyk en in strijd met de waarheid bewogen,
onder vertooning van een stortingsbiljet van de vei
ling. hem 40 gulden ter hand te stellen. De man had
nameiyk op de veiling een dergelijk bedrag gestort,
ten einde eventueel op de veiling gekochte bloembol
len te garanderen. Hy kocht toen voor f 30.21 aan
bollen en had dus felteiyk nog maar recht op f 9.79 en
niet op f 40, zooals hy mej. Wlllebrands had weten te
ontfutselen. Verdachte vroeg of haar man, de veilings
betaalmeester. thuis was. Dit was niet het geval, dus
vroeg verdachte haar het geld terug. Hy beweerde
niet op de velling. doch uit de hand te hebben ge
kocht. Hy maakte toen een gebaar naar de verte, doch
niet ln de richting waar de veiling lag. Hierdoor werd
mej. WillebrandsKok bewogen hem de f 40 te res-
tltueeren, nadat hy het stortingsbewüs had getoond.
Mej. Annle Willebrands de 16-jarlge dochter, die op
het kantoor werkt, had de echtheid van het stortings
bewijs geconstateerd en mede gehoord, dat verdachte
gezegd had, dat hy uit de hand had gekocht en niet
op de veiling.
De oplichting lag er dus volgens den Officier nogal
dik op, wat ook bleek uit zün latere gedragingen, die
niet op goede trouw wezen en werd gevorderd f 60
boete of 60 dagen hechtenis.
Verdachte bleef zün booze bedoelingen loochenen.
Egmond aan Zee.
TWEE RECORDHOUDERS IN APPèL.
Tot de meest vooraanstaande en actieve leden van
het edele stroopersgilde bebooren zonder twQfel de
heeren Leendert B. en Albert Z. te Egmond aan Zee,
innig aan elkander verbonden, zoowel door de banden
der vriendschap als door sportieve neigingen. Het aan
tal hunner veroordeelingen is legio, maar als de Kan
tonrechter de kaas in al te dikke hompen snydt, „ne
men" zü dat niet en volgt hooger beroep, wat thans
ook het geval was met een vonnis, hen opgelegd door
den Kantonrechter te Alkmaar, ter zake het zich be
vinden op 20 Nov. met strikken In de duinen te Eg-
mond-Binnen. Zq waren destijds betrapt en geverbali
seerd door jachtopziener Bal de Winter. Zy hadden
destyds wel in 't duin vertoefd, doch zich niet met
strikken bezig gehouden. Onnoodig te zeggen dat de
Winter het tegendeel beweerde en deze harde steenen
dus niet tot fyn malen in staat bleken te zü'n.
De Officier had een bevreemdend verschil gevonden
honderden en duizenden bunders woest land tot vrucht
bare hoeven zouden worden gemaakt... Er was toen
een opzichter die hem het eerst dien bü'naam gegeven
heeft Maar de ingenieurs waren bü'na allen op zyn
hand, aJ nemen zy dan ook nu en dan wel eens een
loopje met zün droomen. zooals zü dat noemen,"
„Hij ziet er heelemaal niet uit als iemand wien het in
zqn bol geslagen is." zeide Texas Joe. die ernstig
over alles nadacht Maar hy is wel voortdurend bezig
met die woestijnplannen, dat zul je wel merken nog eer
wü ln Rubio zun."
„Oh ik heb al zooveel beleefd. Ik heb al zooveel zien
gebeuren en toch hadden de menschen vooraf gezegd
dat het onmogelük was. Maar wat zullen wü er veel van
zeggen... Wü weten daar toch niets van en wij hebben
niet het recht te oordeelen over menschen als de Profeet
die meer titels vóór zün naam mag zetten dan jq tan
den ln je mond hebt"
„Dat heeft er niets mee te maken. Het mooiste merk
op het paard kan nog niet maken dat het hard loopt
En een mensch heeft nog wat meer noodig dan een
paar groote letters achter zün naam om de baas te
worden over de woestqn."
„Laat dat zün wat bet wil en wacht met je oordeel
totdat je hem kent... Maar wat vertelde je mü daar
van een Jongen? Zooveel ik weet heeft de Profeet hee
lemaal geen familie."
Texas lachte even. „Misschien ja, misschien neen. Het
zou best kunnen zyn dat hy hier in de buurt familie
heeft opgedaan."
,Js het een jongen of een meisje?"
„Een jongen van een jaar of tien. zou ik denken."
De Ier schudde bedenkelqk het hoofd. „Ik weet het
niet, maar het is tooh een vreemd geval met den Pro
feet. Voor jou of mü zou het niets te beduiden hebben
maar voor den Profeet... Het is een verduiveld gekko
geschiedenis... Maar vertel mü eens. wat is die baas
van jou eigenlük voor een man? Hü moet heel wat in
de melk te brokken hebben dat hü kans heeft gezien
ons los te krijgen uit de handen van de politie van San
Felipe."
Texas Joe dacht zoo lang na over het antwoord dat hü
geven zou, dat Pat hem eenige malen wantrouwend
aanzag. Eindelijk antwoordde de voerman: „Daar heb
je gelqk in. Jefferson Worth heeft heel wat te vertellen
in de wereld."
Pat mompelde iets binnensmonds. .Maar wat ls hy
eigeniyk?"
„Wat hü ls?"... Tex mende zün vierspan langs een
berg en in de verte hoorden zij het water over de rotsen
schieten.
„Ja, natuuriyk, wat hy is of wat hy doet...'
ln het proces-verbaal en de dagvaarding en nu vrij
spraak verwacht, die echter tot zqn verbazing was uit
gebleven. De Officier kon zich echter met dit ge
wrongen vonnis niet vereenigen en requireerde alzoo
vrijspraak met last tot vernietiging van het gewezen
vonnis. Hun koren staat dus te bloeien!
Den Helder.
DE ONFORTUINLIJKE LEERMEESTER.
De 19-jarige heer Nicolaas Hendrik B. te Den Hel
der, zonder beroep, was door den Kantonrechter te Den
Helder veroordeeld 6bt een geldboete en ontzegging rij
bewijs voor den tyd van 6 maanden, naar aanleiding
van de feiten, dat hü op 12 Augustus 1932 aldaar, op
den Kanaalweg, in ten vierwielig motorrijtuig, als
verantwoordelqk instructeur van den nog niet 18 jaar
oud zü'nden heer H. K. M. Nijpels, de indirecte oor
zaak was geweest, dat op genoemden Kanaalweg bü de
Postbrug een aanrydlng met een motorrijder, J. C.
Bakker genaamd, plaats greep. Bedoelde motorryder
kwam van rechts en had dus de voorrang.
Genoemden heer B. was toen opgelegd f 30 boete en
ontzegging rybevoegdheid voor 6 maanden en van dit
vonnis in hooger beroep bekomen.
Mr. Buiskool uit Schagen. aangewezen als raadsman
en verdediger, verzuimde niet van de gelegenheid ge
bruik te maken, deze zaak, waarin naar zün meening
nogal wat muziek zat, zoo mogelük, ten voordeele van
zqn cliënt, uit te vechten.
Verdachte beweerde, in appèl te zyn gekomen, om
dat hy, naar hy vermeende, geen schuld had.
De aanrijding was nogal heftig, aangezien de motor
rijder was opgeschept en tegen een muur aangedrukt.
Door verdediger was een uitgebreide, ln kleuren be
werkte situatlekaart medegebracht.
De heer R. Knobbe. rij wiel bewaard er by het Post
kantoor, had den motorrqder, komende vanaf den
Postbrug. richting zien aanwijzen. Volgens meening
van dezen getuige had de motorryder de voorrang.
Getuige, de heer Nypels, had de auto bestuurd. De
wagen was het eigendom van zijn vader. Een ryb^
wys had deze getuige niet. maar hy wist dat ver
dachte bevoegdheid had. De snelheid was nóg geen 10
kilometer en getuige reed rechts van den weg. Het
mocht getuige niet gelukken, de aanrijding te voorko
men. Hq had den heer Bakker geen richting aan zien
geven. In afwyking van zqn verklaring voor de politie
verklaarde de heer Nqpels heden, niet onder toezicht
van den verdachte te hebben gereden.
Het kwam alsnu den Officier voor, dat het bewijs niet
was geleverd dat verdachte de verantwoordelqkheid
droeg en requireerde dientengevolge vryspraak.
De zaak werd nu voor mr. Buiskool een zacht kostje,
doch pleiter voerde nog aan eenige juridische bezwaren*
om daaruit te kunnen eoncludeeren, dat verdachte in
casu zou moeten worden ontslagen van rechtsvervol
ging. Overigens was pleiter het volkomen eens met de
opvatting van den Officier. Voorts vermeende pleiter
dat de bestuurder, die den leeftyd van 18 jaar niet had
bereikt en dus onbevoegd was. hier de schuldige was
en vervolgd had moeten worden, waarna pleiter de
rechtbank dankte voor de aandacht waarmede het
College zijn betoog had gevolgd.
Er volgde geen repliek. Uitspraak a.s. week.
Egmond a. d. Hoef.
HET INHEEMSCHE TAR VVKRAADSEL, OF
DE VEEL GEPLAAGDE MEELMOLENAAR.
Op 11 Nov. 1932 stond voor den Kantonrechter te
Alkmaar twee achtereenvolgende malen terecht de 61-
^arige meelmolenaar Jacob B. te Egmond aan den
Hoef, ter zake eenige hem ten laste gelegde over
tredingen der tarwewet. Hy zou nameiyk aan enkele
bakkers aldaar hebben geleverd en In voorraad gehad,
tarwemeel, dat niet voldeed aan de ministerieele voor»
-chriften. Bovendien had hy de registers niet behoor-
lÜk bqgehouden. Door de controleurs op de naleving
van deze crlsiswet. de heeren Westra en Simons, was
een en ander geconstateerd en tegen den heer B. pro
ces-verbaal opgemaakt. Volgens verbalisant Westra
zou verdachte reeds te voren zün gewaarschuwd.
De heer B. voerde verschillende argumenten aan om
rijn handelingen te verklaren, doch door den ambt©-
naar werd dit verweer niet geaccepteerd en tegen
sem gevorderd in de eerste zaak 2 keer f 100 boete of
keer 60 dagen en ln de tweede dito 2 keer f 125
'^cete of 2 keer 60 dagen hechtenis.
De heer B. repliceerde daarop bitter: U moest my lie
ver den doodslag geven!
14 dagen later deed de Kantonrechter schriftelijk
■ü.tspraak en werd de heer B. veroordeeld tot 4 geld
boeten: 2 keer f 30 subs. 2 keer 15 dagen en 2 keer
t 50 subs. 2 keer 30 dagen hechtenis. Van al deze
-'onnissen kwam de veroordeelde ln hooger beroep,
beden door de meervoudige strafkamer onder de
loupe genomen.
Appelant, die de straf véél te hoog noemde, werd
verdedigd door mr. C. v. Rey uit Amsterdam.
De Officier zag geen licht ln dien warwinkel der
tarwewet en vroeg vrijspraak.
Verdediger sloot zich gaarne aan. doch gaf nog
uitvoerige juridische toelichting. Pleiter noemde de
ministerieele beschikking onverbindbaar. Ook ln de
tweede zaak werd gevraagd en geconcludeerd vrij
spraak.
„Zoo ver ik daarover oordeelen mag. bestaat er niets
wat Jefferson Worth niet doet"
„Zoo... zit de zaak zoo? Een man moet toch een be
roep hebben."
„Dan ben je er nog niet achter, kameraad. Jefferson
Worth heeft geen valt, zooals een ander mensch. Hü
zit in alle mogelijke geldzaken en er wordt hier niets
ondernomen, of hq deelt de lakens uit."
„Je bedoelt dus dat hq een bankier Is?"
„Dat is de zaak. Hij is Haantje de Voorste In Rubio
City. In het begin heeft hq de zaken aan het rollen ge
bracht en sinds dien tqd heeft hU er zyn handen nooit
heelemaal vanaf getrokken. Het is een eigenaardig ge
val met al dat gegoochel met geld... Het Iq'kt mij ge
woon rooverswerk. alleen komen er geen pistolen bij te
pas. In den ouden tijd gebeurde het dat iemand door zes
bandieten werd overvallen die hem dan gewoon alles
ramen, wat hij bij zich had. Maar dan kwam het ook
soms voor dat de bestolene niet rustte vóórdat de dieven
waren opgeknoopt en dat was volkomen ir> orde, dat
was toch de inzet van het spel geweest. Maar zulke
menschen als Jefferson Worth leggen het be 1 anders
aan. Zij laten je netjes je naam op allerlei pieren
schrijven en op het oo enblik dat je er het nil—t op
verdacht bent, komen zy je al je hebben en houden
weghalen en als je by den rechter aanklopt om hulp,
dan lacht hij je uit en zegt dat hij er niets aan doen
kan. Deze Worth is nu juist de gladste en de hardvoch-
tigste van de heele bende. Je hoort geschiedenissen van
hem waarbü je haren te bergen rüzen. Maar het einde
zal er de last van dragen en het zal niet lang meer du
ren of de heele boel gaat hier naar den kelder, evenals
in het Oosten alles op de flesch is."
„Je praat als een kip zonder kop... Wat zou de we
reld moeten beginnen als er geen geld was? Juist die
menschen van de geldzaken hebben ons de spoorwegen
gebracht en de groote steden en de scholen en de ker
ken en alle andere zegeningen van de beschaving die je
goedschiks of kwaadschiks nu eenmaal moet aannemen.
Denk maar eens aan den Profeet. Wat zou een man als
hij... zoo'n ingenieur, kunnen uitrichten als er geen geld
mannen aohter hem stonden?"
Op die woorden van den Ier volgde een juichend
..Hallo!" en een luid gekraak van de remschroeven van
den wagen, toen Texas Joe zijn vierspan deed stilstaan
dicht bij een bron aan het begin van een hollen weg
„Hier slaan wy ons kampement op"... zoo luidde het
wachtwoord. „Dit is de laatste bron op onzen weg vóór
dat wü aan den bergpas komen. Wij kunnen Jefferson
Worth nu elk oogenblik met zqn gezelsch hier ver
wachten."
Wordt vervolgd