a Worth Bar Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Brieven over Engeland. - 13 Mei 1933. ZEVEN jaren geleden, ik heb den uitslag bewaard en zie. dat hij dateert van den 25 Juli 1926. schreef de Londensche Observer een prijsvraag uit onder zijn lezers, waarbij verzocht werd op te geven, wie de twaalf meest geliefde, of althans meest gelezen schrijvers van de wereld waren. Voor ik het resultaat van deze prijsvraag meedeel, wil Ik er eerst even op wijzen, dat de waarde van zulk een resultaat voor ons, Hollanders, maar heel betrekke lijk is. Nederlandsche schrijvers moeten we er. uit den aard der zaak niet bij verwachten. Het eenlge, dat we kunnen zeggen is. dat de volgende schrijvers door de En- gelschen. of althans door die Engelsohen, die aan de prijsvraag hebben meegedaan, voor de besten der wereld worden gehouden. Het Is haast onnoodig te zeggen, wie de eereplaats In neemt: Willem Shakespeare, En ik zou niet graag zeg gen. dat die eereplaats hem niet toekomt Ja, ik geloof dat wanneer de prijsvraag in andere landen was uit geschreven, Shakespeare evengoed kans gehad zou heb ben als nummer één uit de bus te komen. Bij de prijsvraag van de Observer kreeg Shakespeare 661 stemmen. Nummer twee op de lijst Dante, bleef daar. met 584. bijna honderd stemmen onder. Toch strekt het de Engelschen tot eer. en het legt getuige nis ai van hun groote belezenheid, dat deze tweede plaats, en zij niet alleen, maar eveneens de derde, vierde en vijfde, ingenomen worden door vreemdelingen. Op de derde plaats vinden we Vlrgillus met 461 stem men. Daarna komt Homerus met 459 stemmen, en ver volgens Goethe met 450 stemmen. Het Is waar. dat Virgilius niet noemenswaard meer stemmen heeft dan Homerus, maar het resultaat is toch wel eigenaardig We zouden verwacht hebben, dat Homerus zeker wel een veertig, vijftig stemmen boven Virgilius uitgestoken zou hebben, inplaats van nog even onder hem te blijven. De zesde plaats, vervolgens, wordt dan weer ingeno men door een Engelschman. Zooals te verwachten was door den Engelschman. die algemeen als de grootste dichter na Shakespeare wordt beschouwd: John Milton. de schrijver van Het Verloren Paradijs. Milton behaalde 437 stemmen. Twee buitenlanders volgen: Cervantes, met 367 stem men. en Plato. met 33L Daarna komt de Engelschman Chaucer, met 269 stemmen. Chaucer zou misschien een eenigszins hoogere plaats hebben ingenomen, als zijn Engelsch van de veertiende eeuw wat gemakkelijker te lezen was voor zijn landgenooten uit de twintigste. De laatste drie plaatsen van de twaalf worden bezet door Molière, met 254 stemmen, Dickens, met 247 stem men. en Horatius met 169. Als we de lijst nog even nader bekijken, zien we, dat er vier klassieken, waaronder twee Grieken en twee Romeinen op staan. Verder vier andere buitenlanders: een Italiaan, een Spanjaard, een Duitscher en een Franschman. Tenslotte vier Engelschen. Eerlijk ver deeld. moeten we zeggen. Toch eigenaardig, dat de ge vierde Dickens zoo laag op de lijst staat De Observer had gevraagd om de twaalf eersten. Maar het spreekt vanzelf, dat behalve de bovengenoem de schrijvers nog vele anderen werden opgenoemd, zoo dat de redacteur van de Observer de lijst naar onder heeft uitgebreid, meedeelt, wie degenen waren, die op de eerste twaalf volgden. Ik zal alleen hun namen noemen, en het aantal stemmen weglaten. We krijgen dan in volgorde: 13. Sophocles; 14. Euripides; 15. Aeschylus; 16. Scott; 17. Bunyan; 18. Aristoteles; 19. Tolstoy; 20. Paulus, 21. Victor Hugo; 22. Rabelais; 23. Wordsworth; 24. Voltaire. Bij deze twaalf dus slechts drie Engelschen. Eveneens drie Fransehen: geen enkele Duitscher. één Rus, en verscheidene klassieken. Maar heeft U bij deze lijst die thans niet minder dan 24 namen bevat wel opgemerkt dat er geen en kele schrijver uit dezen tijd op voorkomt? Het oordeel van den Engelschman is niet zeer vleiend voor zijn tqd- genooten. Ja, we moeten tot 36 gaan. in plaats van 24. voor we den eersten Engelschen schrijver van onzen eigen tijd aantreffen. En dat is: Bernard Shaw, die on middellijk gevolgd wordt door Thomas Hardy. Hardy is nu dood, maar tijdens de prijsvraag, in 1926, leefde hij nog. Tot besluit zal ik de namen van het volgende dertien tal nog noemen, en evenals bij de vorige groep de En gelschen, die nu, zooals men zal zien, in grooten getale aanwezig zijn. spatieeren: Bacon, Burns. Shelley, Keats. Tack e r a y. Aristophanes, Cicero, Tennyson, Koning Davld, Boc- cacclo. Carlyle. Shaw. Hardy. Ik begon dezen brief met te spreken over de meest geliefde, of althans meest gelezen schrijvers. Maar zou dat nu wel goed zijn uitgedrukt, vraag ik mezelf af. Van Shakespeare neem ik het graag aan. Maar Dante? Aangenomen, dat morgen aan den dag tien of twintig duizend mensehen. over de geheele wereld, verdiept zijn in De Koopman van Venetië of Hamlet Maar zouden er werkelijk tien of twintig op dat zelfde oogenblik de Divlna Comedia van Dante lezen? Het is waar. dat Vir gilius, Homerus, Horatius en Plato op elk oogenblik van FEUILLETON. Door HAROLD BELL WBIGHT De Ier wreef zijn achterhoofd. „Als ik er goed over denk, dan kan ik nog begijpen, hoe ik in die cel ben terecht gekomen. Maar wat ter wereld heeft ons hier gebracht in dit land dat van God en menschen verlaten is? Och. geef mij de tabak nog eens aan en vertel mi] dan meteen wat je weet" De voerman gaf hem de tabakszak, Het de muildieren ©en oogenblik stilstaan om uit te rusten en rolde intus- eohen een cigaret voor hemzelven. „Dat is nog al een voudig" zeide hij. „Dit ie de wagen van Jefferson Worth. Hij stond er op dat ik vanmorgen op weg zou gaan en dat heeft hij dan ook doorgezet Hij had Iemand bij zich die jou kende en omdat ik er in deze omstan digheden bezwaar tegen maakte je achter te laten, wer den wij het eens dat ik jou mee zou nemen... Een, twee drie. wij legden je in den wagen en voorwaarts marsch! Mijnheer Worth en die andere man komen ons straks met het rijtuig achterop. De afspraak is dat zij ons vanavond in ons kamp zouden treffen. Toen ik je ont moette, toen heb ik dadelijk iets gevoeld voor je cou rage en voor je kordaatheid en na dat geval met de politie begreep ik dat je talenten een tijd lang achter slot en grendel zouden worden weggeborgen, wanneer ik je in San Felipe aan je lot overliet In Rubio City zal er genoeg voor je te doen zijn en als je daar geen zin in mocht hebben, dan kunnen wij het altijd nog zoo schikken dat je dezen wagen met de beesten terug brengt naar San Felipe." De Ier spuwde eens op den weg en zeide toen: „Je bent een beste patroon en zooals jij oveï de dingen denkt, is daar niets tegen in te brengen... maar met dat pistoolschot heb je mij toch verschrikkelijk gehinderd. Maar misschien heb je daar wel een goede reden voor gehad. In elk geval moet ik toegeven dat Je met zoo'n ding goed weet om te gaan... En je vuisten of je knup pel. je mes of je pistool, daarmee moet een man toonen dat hij in de wereld is. Het zal van Patrick Mooney n et gezegd zijn dat hij iemand een verwijt maakt van eiken dag in duizenden en duizenden handen zün-Maar dat zqn de grootendeels onwillige handen van scholie ren. en de 1 i e f d e voor de klassieken ls bij het mee- rendeel van hen niet al te groot Eigenlijk geloof ik, dat zulk een prijsvraag heel wei nig zegt. De meeste inzenders denken waarschijnlijk niet aan de boeken, die zij zelf het meest waardeeren (bijvoorbeeld De Roode Pimpernel, of De Avonturen van Sherlock Holmes), maar aan de boeken, die z\j vroe ger op schoolgeleerd hebben te beschouwen als de grootste van de wereld. En daarom is het oordeel van een man als Mr. W. A. R. Collina het hoofd van de uitgevers firma die de bekende Hlustrated Pocket Clas sics doet verschijnen, in een aangelegenheid als deze van veel meer gewicht. Mr. Collina vertelt ons, welke boeken het meest wor den verkocht En een beteren maatstaf zouden we toch. dunkt me. moeilijk kunnen aanleggen. Welnu, volgens Mr. Collins staat Dickens op de eer ste plaats. Hij noemt tien boeken in volgorde, waarnaar de grootste vraag is. Het zijn de volgende: Davld Copperfield (Dickens); Lorna Doone (Black- more); The Pickwick Papers (Dickens): The Tale of Two Cities (Dickens); Under the Greenwood Tree (Har dy); Oliver Twist (Dickens); Treasure Island (Steven- son; The Old Curiosity Shop (Dickens); The Cloister MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 16 MeL Den Helder. MELKKNOEIERU UIT HET VERLEDEN. EEN TRANSACTIE VAN 1200.—! In hooger beroep stond heden terecht de 42-jarige ex-veehouder Joh. Chr. B. te Den Helder, welke melk- leverancier in September en October 1930 'n drietal malen melk had afgeleverd aan de Algem. Coöperatie ve Gebruiksvereeniging, in 't kort A.V.C., welke op melk gelijkende vloeistof door toevoeging van water in bruikbaarheid was verminderd. Verdachte stond voor het kantongerecht te Den Helder terecht, alwaar de ambtenaar 3 X f 1500 boete requireerde. De water-en- melkboer werd alstoen veroordeeld tot 3 X 6 dagen principale hechtenis, van welk vonnis veroordeelde in hooger beroep kwam. Door zwaar zenuwlijden van den appellant werd dit appel eerst heden behandeld. Dr. Moll en de keurmeester de Roode werden thans ge hoord als getuige a charge en appellant juridisch bij gestaan door mr. A. C. de Groot te Alkmaar. De analyse van dr. Moll luidde 6, 13 en 20 deelen water als toevoeging. Door verdachte werd pertinent ontkend, zich aan vervalsching te hebben schuldig gemaakt. Hij wist niet wie het dan wel had eedaan. wat jammer was en nog meer ellendig, dat hij alreeds vroeger voor een der gelijk feit was veroordeeld tot f 100 boete. De veesta- nel was Inmiddels door hem opgeruimd en wijdde hij zich thans aan zijn geheel uiteenloopend vak van machine-bankwerker op de Marinewerf. De heer Officier vond het wel wat tegenstrijdig, dat verdachte het feit ontkende en tevens de straf te hoog achtte. Ook noemde de Officier het bedrijf van veehouder en machine-bankwerker een rare combina tie. De Officier achtte het feit ernstig genoeg om be vestiging van het vonnis te requireeren. Mr. de Groot belicntte nader de tegenstrijdige ont- kentenls. die was ontstaan na bespreking met verde diger. Pleiter wees voorts op de onbekendheid met het veehoudersberoep, de enorme transactie, f 1200, die was gevraagd en eindigde zijn sympathiek pleidooi voor den overigens hoogst fatsoenlijken verdachte, die zijn bedrijf heeft opgedoekt, 'n rapport of cle mentie te verzoeken. Egmond aan Zee. BEN ZENUWACHTIGE OUDE HEER! De 67-jarige vlsscher Jacob Zw. uit Egmond aan Zee bezette het verdachtenbankje naar aanleiding van het hem tenlaste gelegde ernstige feit. dat hij in Januari aldaar zijn dorpsgenoot J de Groot had bedreigd met doodslag of ernstige mishandeling, door met een ge opend knipmes in zijn hand hem toe te schreeuwen: Kom hiér smeerlap, of ik steek je dood! Volgens verklaring van verdachte had deze de Groot hem geplaagd door het maken van rare geluiden. Dr. Ter Raa, zenuwarts aan het Provinciaal Ge sticht te Bakkum die den ouden man onder behande- deling had genomen, verklaarde dat hij leed aan ver volgingswaanzin en medisch voor zijn abnormale da den niet verantwoordelijk was te stellen. Overigens was deze psychiater van meening, dat hij geen gevaar opleverde voor zijn omgeving. Op de desbetreffende vraag van den Officier, ant woordde Dr. Ter Raa, dat de persoon van de Groot geen verder effect zou uitoefenen op de psychose van den verdachte. Een speciale gestichtsbhandeling was er voor hem niet. Afzondering zou alleen eenig raison hebben als preventie. een gebrek In zijn opvoeding dat hij hoegenaamd niet helpen kan. Wanneer Je er niets tegen hebt, zou je mij dan misschien je naam willen zeggen?"... De ander lachte en antwoordde: „Mijn naam is Joe Brannin... De menschen noemen mij Texas Joe... of wel Tex. bij wijze van afkorting." „Je lijkt mij een beste kerel, Tex. Je doet mij wel een beetje denken aan een ingelegde haring, maar zulke visschen moeten er ook zijn en op zijn tijd rijn zij heel smakelijk. Jij kunt er niets aan doen. Brannin of Texas, jij zult je weg wel door de wereld vinden. Maar vertel mij eens wie is die man die zegt dat hij mij kent?" Texas Joe schudde zijn hoofd en begon tegen zijn muildieren te praten. Toen zij weer in draf waren, zeide hij: „Ik heb zijn naam niet gehoord, maar als ik het goed begrepen heb. dan Is hij zooveel als ingenieur en is hij door de stad Rubio City aangesteld bij den aan leg van den spoorweg naar de kust Mijnheer Worth zei mij dat er nog een ander en een Jongen met ons mee zouden gaan. maar ik geloof dat mijnheer Worth ze ook zelf geen van belden ooit gezien had." Pat nam zijn pijp uit zijn mond en vroeg nadrukke lijk: „Het komt er dus op neer, dat wij naar een plaats gaan die aan de nieuwe lijn van de Southwestern ligt" .Juist, zoo is het Zy zUn nu bezig met de iyn in het oosten." De Ier begon zich op te winden. „En die man die mij kent... die ingenieur, ls dat een knappe, zware kerel met groote bruine oogen en een voorkomen als Iemand die gewoon ls te kommandeeren? Iemand als een ko ning?" „Ik weet het niet... Ik heb nog nooit een koning ge zien". zeurde Tex. „maar verder komt je beschrijving wel uit" „Wel. wat zeg je mü daarvan? Dat moet de Profeet in eigen persoon zijn. of anders ben ik niet de zoon van mijn moeder. Toen ik het laatst in Frisco was om mijn gage te beuren, toen hoorde ik daar dat hy by de nieu we lijn van de Southwestern zou worden aangesteld. Daarom ben ik ook naar San Felipe getrokken in de hoop dathy mü weer aan een karweitje zou helpen. Dat is toch een buitenkansje dat ik hem nu weer ont moeten zal..." „En wat is dat voor een naam dien je hem geeft?... „De Profeet. Ik ben vergeten hoe hijeigenlq'k heet, maar iedereen kent hem onder dien naam van de Pro feet. Dat is ook juist een goede naam voor hem. Hij heeft het altyd over de dingen die hier gedaan kunnen worden in dit land waar het zoo zelden regent en dat wij daar nog niet van weten, maar moeten leeren van wa ter in de rivier partij te trekken voor de besproeiing van de landerijen. Ik heb hem zelf hooren zeggen dat and the Hearth (Reade); Jane Eyre (Charlotte Brontë). Dickens vooraan. Dickens met vyf boeken van de tien. die het meest verkocht worden. En Thomas Hardy thans niet op de 37ste plaats maar op de vyfde. En toch is ook deze maatstaf geen goede. Immers, in de serie Dlustrated Pocket Classlca van Collins komen heel veel boeken voor. Maar. en dit is een heel groote maar. lang niet alle boeken. Zelfs lang niet alle E n- g e 1 s o h e boeken. Voor zoover ik weet, büvoorbeeld. geen Shakespeare. en geen Shaw. Neen. voor den aller- besten maatstaf moeten we gaan naar de menschen. die weten welke boeken, niet van een bepaalde serie, maar van alle seriën, en van onversohillig welke serie, het meest worden verkocht En dan biykt, dat dit de r e li g i e u s e boeken zyn. De meest gevierde romans biyven daar ver by achter. Daar zün in de eerste plaats de godsdienstige boeken van een jaar of tien, twintig oud. De boeken van Pater- son Smyth: Het Evangelie van het Hiernamaals; Het Leven van Christus, die dertig of veertig drukken heb ben beleefd. Maar die worden nog weer overtroffen door een boek, dat een jaar geleden verscheen: Alleen voor Zondaren, waarvan nu 112 duizend exemplaren zijn ver kocht, en door: God in de Achterbuurten, dat ©en paar jaar oud ls, en de 290 duizend heeft bereikt Getuige de Groot verklaard, dat verdachte op kou sevoeten op hem was toegeloopen en hem had be dreigd met het mes en voorts allerlei wartaal tegen hem had uitgeslagen. Getuige nam de vlucht, achter volgd door den ouden Jaap Zw. Door verdachte werd de heele scène ontkend. Na dien dag had verdachte hem niet meer lastig gevallen. Gehoord werden nog buurman Wijker en diens vrouw, die de verklaring van de Groot bevestigden. Verdachte noemde dat allemaal valsche getuigen. Hy had geen mes gebruikt. De Officier achtte desondanks het feit bewezen, maar achtte den man niet toerekeningsvatbaar en achtte het meer het beste, ontslag van rechtsvervol ging te requireeren, zulks met een waarschuwing aan verdachte om in 't vervolg zyn gemak te houden. Boven karspel. DE BEDRIEGELIJKE BOLLENKOOPMAN. De welgedane 44-jarige heer Peter Nicolaas W., bloembollenkoopman te Amsterdam, bevond zich op 13 Februari te Bovenkarspel en alstoen de echtgenoote van den veilingsmeester aldaar, den heer Willebror- dus. listigiyk en in strijd met de waarheid bewogen, onder vertooning van een stortingsbiljet van de vei ling. hem 40 gulden ter hand te stellen. De man had nameiyk op de veiling een dergelijk bedrag gestort, ten einde eventueel op de veiling gekochte bloembol len te garanderen. Hy kocht toen voor f 30.21 aan bollen en had dus felteiyk nog maar recht op f 9.79 en niet op f 40, zooals hy mej. Wlllebrands had weten te ontfutselen. Verdachte vroeg of haar man, de veilings betaalmeester. thuis was. Dit was niet het geval, dus vroeg verdachte haar het geld terug. Hy beweerde niet op de velling. doch uit de hand te hebben ge kocht. Hy maakte toen een gebaar naar de verte, doch niet ln de richting waar de veiling lag. Hierdoor werd mej. WillebrandsKok bewogen hem de f 40 te res- tltueeren, nadat hy het stortingsbewüs had getoond. Mej. Annle Willebrands de 16-jarlge dochter, die op het kantoor werkt, had de echtheid van het stortings bewijs geconstateerd en mede gehoord, dat verdachte gezegd had, dat hy uit de hand had gekocht en niet op de veiling. De oplichting lag er dus volgens den Officier nogal dik op, wat ook bleek uit zün latere gedragingen, die niet op goede trouw wezen en werd gevorderd f 60 boete of 60 dagen hechtenis. Verdachte bleef zün booze bedoelingen loochenen. Egmond aan Zee. TWEE RECORDHOUDERS IN APPèL. Tot de meest vooraanstaande en actieve leden van het edele stroopersgilde bebooren zonder twQfel de heeren Leendert B. en Albert Z. te Egmond aan Zee, innig aan elkander verbonden, zoowel door de banden der vriendschap als door sportieve neigingen. Het aan tal hunner veroordeelingen is legio, maar als de Kan tonrechter de kaas in al te dikke hompen snydt, „ne men" zü dat niet en volgt hooger beroep, wat thans ook het geval was met een vonnis, hen opgelegd door den Kantonrechter te Alkmaar, ter zake het zich be vinden op 20 Nov. met strikken In de duinen te Eg- mond-Binnen. Zq waren destijds betrapt en geverbali seerd door jachtopziener Bal de Winter. Zy hadden destyds wel in 't duin vertoefd, doch zich niet met strikken bezig gehouden. Onnoodig te zeggen dat de Winter het tegendeel beweerde en deze harde steenen dus niet tot fyn malen in staat bleken te zü'n. De Officier had een bevreemdend verschil gevonden honderden en duizenden bunders woest land tot vrucht bare hoeven zouden worden gemaakt... Er was toen een opzichter die hem het eerst dien bü'naam gegeven heeft Maar de ingenieurs waren bü'na allen op zyn hand, aJ nemen zy dan ook nu en dan wel eens een loopje met zün droomen. zooals zü dat noemen," „Hij ziet er heelemaal niet uit als iemand wien het in zqn bol geslagen is." zeide Texas Joe. die ernstig over alles nadacht Maar hy is wel voortdurend bezig met die woestijnplannen, dat zul je wel merken nog eer wü ln Rubio zun." „Oh ik heb al zooveel beleefd. Ik heb al zooveel zien gebeuren en toch hadden de menschen vooraf gezegd dat het onmogelük was. Maar wat zullen wü er veel van zeggen... Wü weten daar toch niets van en wij hebben niet het recht te oordeelen over menschen als de Profeet die meer titels vóór zün naam mag zetten dan jq tan den ln je mond hebt" „Dat heeft er niets mee te maken. Het mooiste merk op het paard kan nog niet maken dat het hard loopt En een mensch heeft nog wat meer noodig dan een paar groote letters achter zün naam om de baas te worden over de woestqn." „Laat dat zün wat bet wil en wacht met je oordeel totdat je hem kent... Maar wat vertelde je mü daar van een Jongen? Zooveel ik weet heeft de Profeet hee lemaal geen familie." Texas lachte even. „Misschien ja, misschien neen. Het zou best kunnen zyn dat hy hier in de buurt familie heeft opgedaan." ,Js het een jongen of een meisje?" „Een jongen van een jaar of tien. zou ik denken." De Ier schudde bedenkelqk het hoofd. „Ik weet het niet, maar het is tooh een vreemd geval met den Pro feet. Voor jou of mü zou het niets te beduiden hebben maar voor den Profeet... Het is een verduiveld gekko geschiedenis... Maar vertel mü eens. wat is die baas van jou eigenlük voor een man? Hü moet heel wat in de melk te brokken hebben dat hü kans heeft gezien ons los te krijgen uit de handen van de politie van San Felipe." Texas Joe dacht zoo lang na over het antwoord dat hü geven zou, dat Pat hem eenige malen wantrouwend aanzag. Eindelijk antwoordde de voerman: „Daar heb je gelqk in. Jefferson Worth heeft heel wat te vertellen in de wereld." Pat mompelde iets binnensmonds. .Maar wat ls hy eigeniyk?" „Wat hü ls?"... Tex mende zün vierspan langs een berg en in de verte hoorden zij het water over de rotsen schieten. „Ja, natuuriyk, wat hy is of wat hy doet...' ln het proces-verbaal en de dagvaarding en nu vrij spraak verwacht, die echter tot zqn verbazing was uit gebleven. De Officier kon zich echter met dit ge wrongen vonnis niet vereenigen en requireerde alzoo vrijspraak met last tot vernietiging van het gewezen vonnis. Hun koren staat dus te bloeien! Den Helder. DE ONFORTUINLIJKE LEERMEESTER. De 19-jarige heer Nicolaas Hendrik B. te Den Hel der, zonder beroep, was door den Kantonrechter te Den Helder veroordeeld 6bt een geldboete en ontzegging rij bewijs voor den tyd van 6 maanden, naar aanleiding van de feiten, dat hü op 12 Augustus 1932 aldaar, op den Kanaalweg, in ten vierwielig motorrijtuig, als verantwoordelqk instructeur van den nog niet 18 jaar oud zü'nden heer H. K. M. Nijpels, de indirecte oor zaak was geweest, dat op genoemden Kanaalweg bü de Postbrug een aanrydlng met een motorrijder, J. C. Bakker genaamd, plaats greep. Bedoelde motorryder kwam van rechts en had dus de voorrang. Genoemden heer B. was toen opgelegd f 30 boete en ontzegging rybevoegdheid voor 6 maanden en van dit vonnis in hooger beroep bekomen. Mr. Buiskool uit Schagen. aangewezen als raadsman en verdediger, verzuimde niet van de gelegenheid ge bruik te maken, deze zaak, waarin naar zün meening nogal wat muziek zat, zoo mogelük, ten voordeele van zqn cliënt, uit te vechten. Verdachte beweerde, in appèl te zyn gekomen, om dat hy, naar hy vermeende, geen schuld had. De aanrijding was nogal heftig, aangezien de motor rijder was opgeschept en tegen een muur aangedrukt. Door verdediger was een uitgebreide, ln kleuren be werkte situatlekaart medegebracht. De heer R. Knobbe. rij wiel bewaard er by het Post kantoor, had den motorrqder, komende vanaf den Postbrug. richting zien aanwijzen. Volgens meening van dezen getuige had de motorryder de voorrang. Getuige, de heer Nypels, had de auto bestuurd. De wagen was het eigendom van zijn vader. Een ryb^ wys had deze getuige niet. maar hy wist dat ver dachte bevoegdheid had. De snelheid was nóg geen 10 kilometer en getuige reed rechts van den weg. Het mocht getuige niet gelukken, de aanrijding te voorko men. Hq had den heer Bakker geen richting aan zien geven. In afwyking van zqn verklaring voor de politie verklaarde de heer Nqpels heden, niet onder toezicht van den verdachte te hebben gereden. Het kwam alsnu den Officier voor, dat het bewijs niet was geleverd dat verdachte de verantwoordelqkheid droeg en requireerde dientengevolge vryspraak. De zaak werd nu voor mr. Buiskool een zacht kostje, doch pleiter voerde nog aan eenige juridische bezwaren* om daaruit te kunnen eoncludeeren, dat verdachte in casu zou moeten worden ontslagen van rechtsvervol ging. Overigens was pleiter het volkomen eens met de opvatting van den Officier. Voorts vermeende pleiter dat de bestuurder, die den leeftyd van 18 jaar niet had bereikt en dus onbevoegd was. hier de schuldige was en vervolgd had moeten worden, waarna pleiter de rechtbank dankte voor de aandacht waarmede het College zijn betoog had gevolgd. Er volgde geen repliek. Uitspraak a.s. week. Egmond a. d. Hoef. HET INHEEMSCHE TAR VVKRAADSEL, OF DE VEEL GEPLAAGDE MEELMOLENAAR. Op 11 Nov. 1932 stond voor den Kantonrechter te Alkmaar twee achtereenvolgende malen terecht de 61- ^arige meelmolenaar Jacob B. te Egmond aan den Hoef, ter zake eenige hem ten laste gelegde over tredingen der tarwewet. Hy zou nameiyk aan enkele bakkers aldaar hebben geleverd en In voorraad gehad, tarwemeel, dat niet voldeed aan de ministerieele voor» -chriften. Bovendien had hy de registers niet behoor- lÜk bqgehouden. Door de controleurs op de naleving van deze crlsiswet. de heeren Westra en Simons, was een en ander geconstateerd en tegen den heer B. pro ces-verbaal opgemaakt. Volgens verbalisant Westra zou verdachte reeds te voren zün gewaarschuwd. De heer B. voerde verschillende argumenten aan om rijn handelingen te verklaren, doch door den ambt©- naar werd dit verweer niet geaccepteerd en tegen sem gevorderd in de eerste zaak 2 keer f 100 boete of keer 60 dagen en ln de tweede dito 2 keer f 125 '^cete of 2 keer 60 dagen hechtenis. De heer B. repliceerde daarop bitter: U moest my lie ver den doodslag geven! 14 dagen later deed de Kantonrechter schriftelijk ■ü.tspraak en werd de heer B. veroordeeld tot 4 geld boeten: 2 keer f 30 subs. 2 keer 15 dagen en 2 keer t 50 subs. 2 keer 30 dagen hechtenis. Van al deze -'onnissen kwam de veroordeelde ln hooger beroep, beden door de meervoudige strafkamer onder de loupe genomen. Appelant, die de straf véél te hoog noemde, werd verdedigd door mr. C. v. Rey uit Amsterdam. De Officier zag geen licht ln dien warwinkel der tarwewet en vroeg vrijspraak. Verdediger sloot zich gaarne aan. doch gaf nog uitvoerige juridische toelichting. Pleiter noemde de ministerieele beschikking onverbindbaar. Ook ln de tweede zaak werd gevraagd en geconcludeerd vrij spraak. „Zoo ver ik daarover oordeelen mag. bestaat er niets wat Jefferson Worth niet doet" „Zoo... zit de zaak zoo? Een man moet toch een be roep hebben." „Dan ben je er nog niet achter, kameraad. Jefferson Worth heeft geen valt, zooals een ander mensch. Hü zit in alle mogelijke geldzaken en er wordt hier niets ondernomen, of hq deelt de lakens uit." „Je bedoelt dus dat hq een bankier Is?" „Dat is de zaak. Hij is Haantje de Voorste In Rubio City. In het begin heeft hq de zaken aan het rollen ge bracht en sinds dien tqd heeft hU er zyn handen nooit heelemaal vanaf getrokken. Het is een eigenaardig ge val met al dat gegoochel met geld... Het Iq'kt mij ge woon rooverswerk. alleen komen er geen pistolen bij te pas. In den ouden tijd gebeurde het dat iemand door zes bandieten werd overvallen die hem dan gewoon alles ramen, wat hij bij zich had. Maar dan kwam het ook soms voor dat de bestolene niet rustte vóórdat de dieven waren opgeknoopt en dat was volkomen ir> orde, dat was toch de inzet van het spel geweest. Maar zulke menschen als Jefferson Worth leggen het be 1 anders aan. Zij laten je netjes je naam op allerlei pieren schrijven en op het oo enblik dat je er het nil—t op verdacht bent, komen zy je al je hebben en houden weghalen en als je by den rechter aanklopt om hulp, dan lacht hij je uit en zegt dat hij er niets aan doen kan. Deze Worth is nu juist de gladste en de hardvoch- tigste van de heele bende. Je hoort geschiedenissen van hem waarbü je haren te bergen rüzen. Maar het einde zal er de last van dragen en het zal niet lang meer du ren of de heele boel gaat hier naar den kelder, evenals in het Oosten alles op de flesch is." „Je praat als een kip zonder kop... Wat zou de we reld moeten beginnen als er geen geld was? Juist die menschen van de geldzaken hebben ons de spoorwegen gebracht en de groote steden en de scholen en de ker ken en alle andere zegeningen van de beschaving die je goedschiks of kwaadschiks nu eenmaal moet aannemen. Denk maar eens aan den Profeet. Wat zou een man als hij... zoo'n ingenieur, kunnen uitrichten als er geen geld mannen aohter hem stonden?" Op die woorden van den Ier volgde een juichend ..Hallo!" en een luid gekraak van de remschroeven van den wagen, toen Texas Joe zijn vierspan deed stilstaan dicht bij een bron aan het begin van een hollen weg „Hier slaan wy ons kampement op"... zoo luidde het wachtwoord. „Dit is de laatste bron op onzen weg vóór dat wü aan den bergpas komen. Wij kunnen Jefferson Worth nu elk oogenblik met zqn gezelsch hier ver wachten." Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 6