RAAD VAN
SCHAGEN.
Zaterdag 20 Mei 1933.
SCHAGER
COURANT.
Vierde blad. No. 9282
Vergadering van den Raad op Vrijdag 19 Mei 1933,
des avonds kwart over zeven ure.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester,
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Aanwezig alle leden.
De notulen worden goedgekeurd.
Mededeelingen.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld:
1. Wat betreft den aanleg van een voorloopige elec-
trische geleiding naar de nieuwe boerderij van den
heer De Graaf aan den Groeneweg alhier, declen B.
en W. mede. dat deze te duur is, daar door de zacht
heid van den berm van dien weg aldaar geen palen
hunnen staan en er dus een kabel gelegd zou moe
ten worden. Wegens den loop van het te graven ka
naal is het niet mogelijk de palen in het. land tc
plaatsen. Bovendien heeft de. eigenaar van genoemde
boerderij tegen één der leden van het college van B.
en W. gezegd, geen prijs te stellen op de leiding we
gens het hebben van een eigen installatie.
2. Bij de Directie der Ncderlandscho Spoorwegen
zijn stappen gedaan voor het tot stand komen van
een ruiling van grond ter verbetering van den spoor
wegovergang aan de Hoep.
3. Dc ruiten in het Oostelijk Slottorentje zijn her
steld en mof gaas bedekt.
4. B. en W. kunnen een woord van hulde en dank
niet onthouden aan de politieke partijen in deze ge
meente wegens het niet besmeuren der straten gedu
rende den jnngsten verkiezingstijd.
De heer Bakker dringt aan. dat B. en W. hun
standpunt wat het ruilen van den grond met de Ned.
Spoorwegen betreft, handhaven. Spr. weet dat het
Bpoorhuisje zal worden opgeruimd en de hoornen van
af het station zullen worden bediend.
Voorzitter zegt dat dc Raad volkomen op do hoogte
zal worden gehouden.
Den heer Orsel verwondert het dat zijn partijgenoot
Bakker meer weet dan hij. Ik zou 't, zegt spr., maar
niet verder vertellen, want ik geloof er niets van.
Algemeene hilariteit, en voorzitter merkt op, dat
we beide heeren dankbaar kunnen zijn voor hun
mededeelingen, 't leert ons dat zelfs de beide partij-
genooten het niet eens zijn.
Ingekomen stukken en adressen.
Mededeeling wordt gedaan van de volgende inge
komen stukken:
Vaststelling door Ged. Staton van de gemeentereke
ning 1930: goedkeuring door Ged. Staten van de veror
dening op dc heffing van precariorechten (riool- en
beerputten, benzinepompen, enz); als voren veror
dening heffing reinigingsrechten; idem 2e uitbrei
dingsplan.
Bericht van Ged. Staten dat zij hunne beslissing
omtrent dc geldleening ad f42550 hebben verdaagd.
De weg Niedorper VerlaatSchagen.
Omtrent den weg Niedorper Verlaat—Schagen dee-
len Ged. Staten mede dat aankoop van de noodige
perceelen veel tijd heeft gevorderd. Nu intusschen ook
met de gemeente Oude Niedorp overeenstemming is
verkregen over afstand van de benondigde gemeente
gronden, is een eerste bestek van dit wcgsgedeelte
door het college vastgesteld. De onderhandelingen
met andere eigenaren, waarmede nog geen overeen
stemming was verkregen, zijn aanvankelijk met gun-
stigen uitslag hervat. Wannoer deze onderhandelin
gen een bevredigend verloop blijven hebben, zal over
ecnige weken het maken van den weg tusschen Zij
dewind en Schagen kunnen worden aanbesteed.
Voor het geval geen overeenstemming kan wor
den bereikt, zal tot toepassing van de wet tot ver
klaring van hot algemeen nut van de onteigening der
voor den wegaanleg benoodigde perceelen, die reeds
tot stand is gekomen, moeten worden overgegaan.
Dit schrijven Is gedateerd 26 April 1933.
Ged. Staten berichtten dat zij hebben verdaagd de be
slissing over het besluit tot overname van de Ver
lengde Cornelis Bokstraat.
Goedgekeurd is het besluit tot wijziging van de ver
ordening op de veemarkten.
De heer M. F. de Nooij heeft aangenomen de be
noeming tot lid der commissie tot wering van school
verzuim.
Het Historisch Genootschap „Oud-Westfriesland"
zond dankbetuiging voor de subsidie over 1932.
Ingekomen is het verslag van de vergadering van
de Commissie van Uitvoering van den Vleesehkeu-
ringsdienst in den Kring Barsingerhorn, op Zaterdag
8 April 1933.
Door het Veriflcatiehureau is rapport ingezonden
omtrent de controle van de administratie van het
Grondbedrijf, zoomede de jaarstukken. De kasadmi-
nistratie werd in goede orde bevonden, de jaarstuk
ken deugdelijk verklaard. De balans en rekening
sluiten met een nadeelig saldo van f3497.59. Van het
verlies op verkoop van grond in 1931 ad f3075.68,
werd door de gemeente 1/5 of f 615.1-4 aan het bedrijf
uitgekeerd. Voorts werd daarop in mindering ge
bracht de winst op verkoop van grond in 1932, zoodat.
het restant verlies thans met f2309.90 op do balans
voorkomt. Van dit bedrag zal de gemeente 1/4 gedeelte
of f577.48 ten laste van haren gewonen dienst 1932
aan het grondbedrijf moeten uitkeeren.
De Algemeene A rbei d e ï-swon i ngbou wvereen 1 ging
„Goed Wonen" alhier zond het jaarverslag over 1932.
De verceniging telde op 31 December 1932 39 leden
Gememoreerd werd de bouw van 16 woningen in de
Lauriestraat. De winst- en verliesrekening gaf een
winstsaldo aan van f 409.99. aan te wenden tot del
ging van het tekort 1931 ad f 179.40 en tot storting in
het onderhoudsfonds van f230.59.
Door de Directie van het P.E.N. werd bericht dat
accoord kan worden gegaan met de per 1 Maart 1933
ingevoerde (tijdelijke) tariefsverlaging.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
Voorzitter deelt mee, dat verzuimd is door den Ge
meentesecretaris om een concept-raadsbesluit bij de
stukken te leggen betreffende het in depot geven van
gemeentegelden hij de Rott. Bankvereeniging. Ged.
Staten willen daarvan zekerheid en de Rott. Bank
vereeniging wil dat geven, maar de raadsleden heb
ben het betreffende conceptbesluit niet bij de stuk
ken gevonden. Voorzitter vraagt of het nu evengoed
kan worden behandeld. Allen zijn voor behandeling.
Nota van opmerkingen.
Van Ged. Staten is ingekomen een nota van op
merkingen ten aanzien van de gemeentebcgrooting
dienst 1933.
Hierin worden verschillende vragen gesteld, o.a. of
t.a.v. de tijdelijke korting op de wedden van het per
soneel der gemeente overleg heeft plaats gevonden;
dat Ged. Staten vooralsnog geen termen aanwezig
achten om aan een tijdelijke korting op de jaarwed
den van de ambtenaren van den burgerlijken stand
hun medewerking te verleenen; of steunregeling
reeds door den Min. v. Binnenlandsche Zaken is gel
dig verklaard en of het percentage van het rijkssub
sidie reeds is vastgesteld. Opgemerkt wordt dat het
Rijk alleen bijdragen verleent in de kosten van
steunverleening aan crisis-werkloozen en gevraagd
wordt of niet op ecne te hoogo uitkeering wordt ge
rekend. Ged. Staten vragen dan verder onder a, wat
in totaal wegens steun aan werkloozen in 1932 werd
uitgegeven, welk godeelte daarvan bestemd wordt
voor crisis-werkloozen en welke bijdrage in dit gedeel
te door het Rijk werd verleend; b. welk gedeelte van
het bedrag van f 4500.— naar raming aan crisis-werk-
'oozen zal worden uitgekeerd.
Ged. Staten kunnen zich er mee vereenigen, dat op
grond van den gunstigen finantieelen toestand van
het G.E.B. een bedrag van f 6900 ten behoeve van den
gewonen dienst der gemeentebegrooting aan het be
drijf woYdt onttrokken. Hun college is er hierbij van
uitgegaan, dat het gemeentebestuur deze maatregel
heeft genomen om een geleidelijke aanpassing van de
huishouding der gemeente aan de gewijzigde econo
mische omstandigheden mogelijk te maken. Ged. Sta
ten spreken dan ook het vertrouwen uit, dat het ge
meentebestuur al het mogelijke zal doen om eene ver
dere aanwending van de reserve van het G.E.B. in
volgende jaren te voorkomen.
Electriciteitsbedrijf. Gevraagd wordt op welke
wijze de gelden van het Vernieuwingsfonds zijn be
legd en krachtens welk besluit van den Raad deze
belegging is geschied.
Gasbedrijf. Ged. Staten kunnen zich met het
besluit van den Raad om den post onder volgnum
mer 22a (betreft een verhaal van f226 op den gas-
directeur) van de begrooiing van het Gasbedrijf af
te voeren, niet vereenigen. Het College is van mee-
ning. dat het aanvankelijke besluit van den Raad
van 22 December 1927 terecht ;s genomen en dat
er geene aanleiding bestaat, daarop thans terug te
komen. Verzocht wordt derhalve den post weder in
de begrooting te doen opnemen.
Het antwoord van B. en W.
B. en W. antwoorden:
Het gevorderde overleg heeft plaats gehad; dat de
post jaarwedden van de ambtenaren van den bur
gerlijken stand tot f250 is verhoogd.
De steunregeling voor werkloozen in deze ge
meente is vanaf -4 Juli 1932 tot heden geldig ver
klaard door den Minister van Binnenlandsche Za
ken. Deze steunregeling betrof in den beginne alleen
de arbeiders in hel landbouw- tuinbouw- en zuivel
bedrijf, doch werd later uitgeb-eid tot de bouwvak
arbeiders. Door het Rijk wordt *-en subsidie verleend
van 70 In totaal werd over 1932 een bedrag van
f398399 als steun aan werkloozen uitgekeerd, terwijl
aan het Rijk als rijkssubsidie f6729?2 werd gede
clareerd Een rijksbijdrage is echter nog niet ontvan
gen. B. en \V. achten het gewenscht do raming onder
volgno. 309 (bijdrage rijk in de kosten van steunver
leening aan werkloozen) te verlagen tot f2000.
In normale economische omstandigheden zou niet
een bedrag van 1 6900 aan het G.E.B. zijn onttrokken.
Dc voor deze gemeente buitengewone verhooging dor
uitgaven voor workloozenzorg en voor armenzorg
waren echter bezwaarlijk te dekken door verhooging
van verschillende belastingen. Bij het opmaken van
de bcgrooting van 1934 zal met deze opmerking echter
rekening worden gehouden.
Electriciteitsbedrijf. De gelden van het vernieu
wingsfonds zijn in deposito belegd bij de Rotterdam-
sche Bankvereeniging. De belegging geschiedt thans
krachtens raadsbesluit van 19 .Mei 1933, hetwelk ter
goedkeuring is ingezonden.
Gasbedrijf. Van deze opmerking is goede nota
genomen. De post is thans weder in de begrooting
van het bedrijf opgenomen
Wat de tijdelijke korting ambt. v. d. B. Stand be
treft, maakt de heer Van Nuland de opmerking, dat
hij het principe van Ged. Staten niet juist vindt. Op
alle salarissen wordt gekort, dus waarom hierop niet.
Het bedrag is te miniem om het tot in 't hoogste res
sort uit fe vechten.
Wat betreft de kosten van wachtgebouwen en -bu
reau* maakten Ged. Staten de opmerking, dat deze post"
te laag was geraamd. Dit blijkt nu Inderdaad zoo lè zyn.
Verhooging tot 1 300 blijkt gewenscht De oorspronke
lijke raming was f 105.
Ged. Staten stellen vervolgens de vraag, op welke wijze
de gelden van het vernieuwingsfonds van het electrici
teitsbedrijf zijn belegd.
B. en W. antwoorden dat deze ln deposito's bij de
Rotterdamsche Bankvereeniging zijn belegd. De over
eenkomst behelst voorts dat de effecten zullen berusten
bij de adm. Ti-ustkantoren. De rente mag nooit minder
bedragen dan 2 pet. beneden promene disconto der Ned.
Bank.
Voorts is vastgelegd, dat aan den directeur van het
electriciteitsbedrijf geen uitbetalingen mogen worden
gedaan, zonder schriftelijke verklaring van het hoofd
der gemeente. De bank zal een onderpand stellen,
waarvan de waarde gelijk zal moeten wezen aan de
gedeponeerde gelden, vermeerderd met ten minste 10
De couponbewijzen moeten minstens 14 dagen voor
den vervaldag zijn ingeleverd.
De heer Van Erp vraagt hoe B. en W. aan deze
Beleggingsmaatschappij zijn gekomen.
Voorzitter antwoordt, dat hij een onderhoud heeft
gehad met den directeur.
De heer Van Erp stelt de vraag of B. en W. van de
soliditeit van bedoelde trustkantoren zijn verzekerd.
Men hoort tegenwoordig vaak rare dingen en de naam
is spreker niet bekend..
Voorzitter zegt dat aan een en ander niet behoeft te
worden getwijfeld, maar dat men daarentegen gerust
kan zijn.
Mr. Buiskool wil een en ander toch aangevuld zien
mét de bepaling, dat de burgemeester ten allen tijde
gerechtigd is om de effecten te controleeren. Men
hoeft er geen gebruik van te maken, maar 't recht
vastleggen kan zeker geen kwaad. Er kan veel ge
beuren.
Voorzitter verzekert dan lachend, dat alles „safe" Is.
waarmee dan tenslotte ook mr. Buiskool tevreden is
gesteld.
Behandelend 't batig saldo van den kapitaaldienst
van het grondbedrijf zegt de heer Schoorl als voorzitter
van de begrotingscommissie er reeds op te hebben
aangedrongen om bij den aanvang van het dienstjaar
1933 dit te stellen op hoogstens f 20.000.
B. en W. spreken er in hun antwoord aan Ged. Staten
van dat niets zal worden afgelost, terwijl genoteerd
staat dat dit minstens f 10.000 zal bedragen. Een en
ander is niet met elkaar in overeenstemming.
Voorzitter moet 't antwoord schuldig blijven.
De heer Schoorl licht een en ander nogmaals toe.
Op de begrooting staat een extra aflossing voor dezen
dienst van minstens f 10.000.
B. en W. vermelden nu in hun antwoord aan Ged.
Staten, dat er niet zal worden afgelost. Dit moet dan
wezen: niet meer dan f 10.000, maar f 10.000 is men
verplicht af te lossen.
Voorzitter antwoordt dat deze opmerking zeer terecht
is, en rekening zal worden gehouden met de mededee-
ling des heeren Schoorl.
Ged. Staten gaven t.a.v. de gronden van het grond
bedrijf den wensch te kennen dat periodieke taxatie
plaats vindt.
B. en W. deelen den raad mede, dat in de eerstvolgen
de vergadering de benoeming van 3 taxateurs aan de
orde zal worden gesteld.
Het steek gelden drama.
Waar B. en W. aan Ged. Staten willen mededeelen
dat de korting op het salaris van den gasdirecteur weer
op de begrooting is geplaatst, merkt de heer Van Erp
op, dat deze handeling in strijd zou zijn met het besluit
van de meerderheid van den raad. Die meerderheid zal
als ze consequent wil handelen, zich tot den Kroon
dienen te wenden.
De Voorzitter herinnert er aan dat hij zioh tot den
Kroon had gewend met verzoek het genomen raadsbe
sluit te vernietigen, doch dat de Minister van Binnen
landsche Zaken mededeelde, dat daartoe de Koningin
geen aanleiding kon vinden, omdat Ged. Staten in dezen
het laatste woord hadden.
De heer Mr. Buiskool deelt die meening niet. Ged.
Staten hebben wel over de cijfers te beslissen, maar niet
over een principieel besluit. Als Ged. Staten inderdaad
het laatste woord hadden zou de bepaling t.a.v. het be
roep op de beslissing van Ged. Staten waardeloos zijn.
De Voorzitter zegt dat het toch zoo is.
De heer Mr. Buiskool stelt voor den post niet op de
begrooting te plaatsen.
De heer Van Nuland vindt dat Ged. Staten in dezen
te ver gaan, de raad heeft het besluit op wettige wijze
genomen, terwijl voor het standpunt van Ged. Staten
geen wettelijk bewijs aanwezig is.
De heer Van Erp voorziet dat de Raad dan een twee
de nota van opmerking heeft te verwachten, en het is
dus beter dat de raad uitmaakt, in welken vorm het
voorstel van B. en W. is te aanvaarden, of dat het voor
stel van B. en W. onder protest wordt aanvaard.
De heer Mr. Buiskool denkt er niet aan dit laatste te
doen.
De Voorzitter zegt dat het gevolg zal zijn dat Ged.
Staten de begrooting andermaal terugzenden, en als de
raad bij zyn besluit blijft, keuren Ged. Staten de be-
grootlng niet goed. Dan kan de raad daartegen in be
roep gaan bij den Kroon.
De heer Mr. Buiskool vindt dat dit dan maar eens
moet gebeuren, het is geen Hitier.
De Voorzitter: Neen, geen Hitier, maar de houding van
Ged. Staten is volkomen wettig.
De heer Mr. Buiskool: Maar of hy juist is?
Het voorstel van B. en W. om den post op de begroo
ting te plaatsen wordt verworpen met 6 tegen 5 stem
men, tegen stemden de heeren Van Erp, Orsel, Van Nu
land. Stam, Klaver en Mr. Buiskool.
De heer Van Nuland vraagt of de begrooting na de
wijzigingen weer in evenwicht is.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Schoorl vindt het jammer dat bij de stukken
geen staatje van de wijzigingen was overgelegd. Spr.
komt tot een achteruitgang van f 347.47.
De Voorzitter is het met de opmerking eens, maar
het is nog nooit gebeurd. Met de opmerking zal reke
ning worden gehouden.
De heer Schoorl zegt dat het ook nooit is voorgeko
men, dat de opmerking van Ged. Staten zoo'n warwin
kel van cijfers gaf.
De Voorzitter zegt dat de begrooting nu toch weer
terug komt en nagegaan zal worden of de begrooting in
evenwicht is.
Met de voorgestelde wijzigingen gaat de raad verder
accoord.
Schoolgeldheffing voorbereidend lager
onderwijs.
Blijkens schrijven van Ged. Staten was bij den
Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken de vraag gerezen of het inkomen van f 1000
beneden hetwelk geen schoolgeld voor het voorbe
reidend lager onderwijs verschuldigd zal zijn, niet te
hoog moet worden geacht. De Minister oordeelt eene
grens van f 800 voldoende. Ged. Staten verzoeken
mitsdien te willen bevorderen, dat aan 's Ministers
wensch worde voldaan.
Naar aanleiding van dezen brief stellen B. en W.
den Raad voor aan het daarin uitgesproken verlan
gen te voldoen en nader te bepalen, dat het inkomen,
beneden hetwelk geen schoolgeld verschuldigd zal
zijn. wordt gesteld op f800.—.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten,
tegen stemden de heeren Orsel en Bakker.
De heer Van Nuland vroeg of er progressie in de
heffing bestond en hoewel de raad oordeelde dat de
progressie niet veel beteekende. wordt opgemerkt dat de
regeling bij de a.s. begrooting beter nog eens onder de
oogen kan worden gezien.
Voor kleine kooplieden.
Van een vijftal kleine kooplieden is het verzoek
ingekomen om, nu de steunregeling 18 Maart jl. was
afgeloopen,de steunregeling te- doen voortduren en
den steun eenigszins te verhoogen.
Naar aanleiding van dit verzoek stellen B. en W.
voor, waar armenzorg uitsluitend tot hun taak be
hoort, het verzoek aan hun C"Pege te renvoyeeren
ter fine van uitvoering, waarbij evenals de vorige
maal elk geval op zichzelf zal worden beoordeeld.
De heer Van Erp vraagt of als er gevallen zijn die
het gewenscht maken dat ze nader onder de oogen wer
den gezien. B. en W, dit zullen doen.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. van oordeel
waren, dat het nu de juiste tijd niet meer is om met de
armenbedeeling door te gaan. Spr. wijst er op dat uit
de suppletoire begrooting wel blijkt, hoeveel met die
bedeeling gemoeid is, en dat het dus zaak zal zijn, dat
B. en W. zooveel mogelijk de zuinigheid betrachten.
De heer Van Erp zegt dat dit niet overeenkomt met
het voorstel van kindertoeslag, dat aanstonds aan de
orde komt
De Voorzitter zegt dat dit October ingaat.
De heer Van Erp informeert naar de nieuwe steunre
geling die door den Minister is ontworpen, doch den
Voorzitter is hiervan niets bekend.
De heer Schoorl herinnert aan het besluit dat B. en
W. geen menschen zouden steunen omdat ze tot een
bepaalde klasse behooren, maar dat elke steunaanvrage
individueel zou worden beoordeeld. B. en W. zullen
vooral met het oog op de bedragen die in de suppletoire
begrooting tot uiting komen, de grootste omzichtigheid
dienen toe te passen. Ondanks alle voorzichtigheid wordt
nog wel eens misgetast en dat zal voor den Voorzitter
een aansporing dienen te zijn, zijn voorzichtigheid nog
meer te spitsen. Weest voorzichtig, zegt spr. tot het
college, want er wordt wel eens misbruik gemaakt.
De Voorzitter vindt dat juist zoo jammer. In de eerst
volgende vergadering van het crisiscomité zal spr. deze
zaak bespreken, want het crisiscomité heeft in deze nog
wel een taak te vervullen.
Kindertoeslag.
Door de 3 plaatselijke afdeelingen van de bonden
in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf wordt
verzocht om een kindertoeslag van f 1 per kind en
per week, terwijl er op wordt gewezen dat de ge-
organiseerden hooger mogen ko nen te staan dan de
ongeorganiseerden, daar anders het voordeel van ver
zekering vervult.
Hoewel van den R.K. Bond van Arbeiders in het
«Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf geen ant
woord is ontvangen op de door het College gestelde
vraag om opgave van het aantal kinderen der trek
kende leden, stellen B. en W. den Raad voor, met in
gang van 1 October a.s. een kindertoeslag te verlee
nen van f 0.75 per kind per week, behoudens goed
keuring door den Minister van Staat, Minister van
Binnenlandsche Zaken. Opgemerkt wordt, dat een ra
ming van kosten, uit deze regeling voortvloeiende,
niet kan worden gegeven, aangezien het aantal trek-
kenden en in verband daarmede het aantal kinderen,
waarvoor de uitkeering zal geschieden, zeer variee-
rend is.
De heer Van Nuland informeert naar de beslissing
van den Minister over het besluit, dat de raad op
voorstel van spr. deed om den kindertoeslag voor de
steuntrekkenden van 50 cent op f 1 te brengen.
De Voorzitter deelt mede, dat de Minister niet ven
der wilde gaan dan 75 cent.
De heer Van Nuland vraagt of de gemeente nog een
rijksbijdrage krijgt voor den kindertoeslag die de drie
bonden vragen.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
Aankoop van bouwterreinen.
Ingekomen zijn verzoeken om aankoop van bouw
terrein van het Grondbedrijf:
a. van J. P. F. de Vries te SL Maarten van pl.m.
375 M2., aan de Oudeslotstraat, voor den prijs van
f5— per M2.;
b. van G. Glastra te Schagen van pl.m. 251 M2.
aan de Heerenboschstraat voor f4.50 per M2.;
c. van mevr. T. Visser—Van der Oord te Heiloo,
van pl.m. 230 M2., aan de Heerenboschstraat voor
f1000.— (14.50 per M2.).
B. en W. stellen voor behoudens goedkeuring van
Ged. Staten, tot deze verkoopen te besluiten.
Naar aanleiding van het verzoek van den heer do
Vries, wil de heer Bakker een en ander zeggen. Spr.
heeft met genoegen dit verzoek aangetroffen op d»
agenda. Maar spreker heeft zich wel afgevraagd of dit
de juiste wijze van uitvoering is. De raad moet hier
de aanvrage behandelen, terwijl de bouw reeds Is aan
gevangen. Het kan dan ook niet anders of alle risico
is voor den heer de Vries. (Voorzitter knikt bevesti
gend). Maar 't is zóó niet de juiste weg. Als de raad 't
verzoek afstemt, is de heer de Vries de dupe.
Wanneer de raad dit zou doen, kwam men ln groote
onaangenaamheden. Spreker hoopt dat B. en W. in
den vervolge zullen wachten met 't geven van bouw
vergunning, tot de raad zich daarvoor heeft uitgespro
ken.
De Voorzitter zegt, dat de menschen altijd haast
hebben op 't laatste moment. Maar in dit geval is er
toch een kleine excuse De raad zou eerst in Maart
bijeenkomen, maar door omstandigheden werd dit ver
daagd. De heer de Vries is bij de raadsleden geweest
en meende toen de risico wel te kunnen aanvaarden.
De heer Bakker zegt niet den heer de Vries onaan
genaam te willen zijn, maar de beslissing moet aan
den raad blijven.
De heer Schoorl vindt deze handelwijze ook niet
goed. Er zijn hier twee bedenkingen. Een inrichting
als hier bedoeld, behoort niet in 't Heerenbosch. Vroe
ger werd door 't Waterleidingbedrijf een aanvrage ge
daan om een groot complex grond voor opslagplaats,
maar dit werd geweigerd, daar de meening bestond,
dat zulks niet hoorde ln 't Heerenbosch. Spreker
vreest, dat de grondwaarde aardig zal dalen door de
vestiging van industrie. Tegen den prijs heeft spreker
voorts ook bezwaar. Deze grond is verkocht voor f 3
per M2., terwijl de taxatieprijs ruim f 6 was. Dit is dus
bovendien voor de gmeente een verlies. Maar nu zijn
de raadsleden voor een feit gesteld. We moeten nu
stemmen en wel haast voorstemmen, niettegenstaande
het verlies, dat de gemeente lijdt.
De heer Van Erp wil een ander geluid laten hooren.
De heer Schoorl zegt nu wel, dat industrie niet in 't
Heerenbosch past, maar toen de heer Schoorl wet
houder was, stemde hij voor een andere industrie, die
daar nu ook is gevestigd. Als men nu de industrie wil
weren, dan zal spreker wel willen hooren, hoe de
heer Schoorl den grond wil kwijt raken.
Wat den prijs betreft, de tijden zijn veranderd en de
grondprijzen daar mee. Hoe billijker de prys, hoe meer
industrie zich hier zal vestigen, 't Heerenbosch wordt
straks centrum der gemeente en 't is te kortzichtig,
om te gelooven, dat de industrie geweerd kan worden.
De heer Van Nuland deelt de meening van den heer
Schoorl. De prijs is zeker te laag. Spreker zal hier
zyn stem aan geven, maar bij andere aanvragen in
gelijken geest, zal spreker niet voorstemmen.
Voorzitter meent dat men blij moet wezen als grond
verkocht worden kan. De prijs is niet zoo slecht.
De heer De Veer wil de Industrie niet weren.
De heer Schoorl wil even terug komen op 't gezegde
van den heer Van Erp. Voor de industrie, welke de
heer Van Erp bedoelt, is een beste prijs betaald, dat
dient men niet te vergeten.
De heer Van Erp noemt een dusdanige redeneering
zeer inconsequent. Dan zou de prijs moeten bepalen,
of een industrie in 't Heerenbosch hoort of niet!
De heer Klaver spreekt zich uit voor grondverkoop.
Mien moet den voouitgang van Schagen in alle op
zichten bevorderen.
De Voorzitter zegt toe, dat voortaan met een toewij
zing zal worden gewacht op de beslissing van den raad
Op de beide andere verzoeken wordt goedgunstig
beschikt.
Door den heer C. Roggeveen Is een aanvrage inge
diend een perceeltje grond te mogen koopen achter
zijn woning gelegen. Daarop wil adressant een garage
bouwen. Daarnevens verzoekt de heer Roggeveen recht
van overpad in de Oudeslotstraat langs 't perceel van
Mevr. Wed. K. Rezelman.
Het is vooral het laatste verzoek dat aanleiding geeft
tot vele bemerkingen, waarop besloten wordt dit punt
aan te houden tot nader onderzoek
Suppletoire begrooting.
Vastgesteld wordt een suppletoire begrooting dienst
1932, waarbij de inkomsten worden verhoogd met
f8784.17; verlaagd met f2770.74; de uitgaven werden
verhoogd met f 31771.51, verlaagd met f 18064.87.
Als belangrijkste verhoogde of nieuwe uitgaafpos
ten vermelden we: kosten huisvesting consultatie
bureaus f 631.11, onderhoud van straten en pleinen
f709.57, kosten van havens, vaarten enz. f710.59. dag
en weekgelden van werklieden f723.04; verlichting,
verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen
f 1001.86; bijdrage aan gemeenten in dc kosten van
scholen voor het lager nijverheidsonderwijs f 482.41;
kosten van ziekenverpleging f 6848.78; ondersteuning
van behoeftigen in geld f3378 (post. ondersteuning
van behoeftigen in natura, kan verlaagd worden met
f486.21); steun aan werkloozen bij arbeid buiten de
woonplaats f799.steunverleening aan werkloozen
f 883.99, subsidie aan werkloozenkassen f 1860.
kosten van demping van een gedeelte der Loet
f 446257.
De heer Van. Nuland wil eenige opmerkingen maken,
spreker wijst op 't ontstane tekort, groot f7693.20, welk
tekort niet onbealangrtik is.
Een en ander geeft een zeer bedenkelijk uitzicht. In
deze begrooting staan naast tal van kleine overschrij
vingen, ook belangrijke, ja zelfs van f 1000 ruim, van
f 8C00, f 3000 enz. Spreker zou toch gaarne zien, dat
B. en W. in den loop van dit jaar een overzicht maak
ten, hoe 't staat met de diverse posten.
Meerdere posten noemt' spreker zoo op. In 't bijzon
der wil de heer Van Nuland wijzen op den post ver
lichting en verwarming van schoolgebouwen, welke niet
onbelangrijk is overschreden. Als'tzoo doorgaat zal
't gat straks niet te stoppen zijn.
Voorzitter is van meening, dat dit gat gestopt zal
moeten worden door verhooging der personeele be
lasting of een straatbelasting. Reeds eerder heb ik,
zegt Voorzitter, voor een en ander gewaar
schuwd. De posten voor ziekenverpleging en armen
zorg eischen zeer veel geld en daaraan is toch niet te
ontkomen. Toen spr. een waarschuwend woord liet
hooren, oordeelde de heer Van Nuland dat spr. de zaak
te duister inzag.
De heer Van Nuland wil er op wijzen, dat de diverse
inkomsten toen niet vermeld was, waardoor "t over
zicht onvolledig was. Spr. wil niet wachten tot de nieu
we begrooting maar in de tekorten ten spoedigste voor
zien.
Mr. Bulskool merkt op, dat dat niet mogelijk is.
Een en ander moet geschieden in 't raam der bcgroo
ting.
Voorzitter deelt nog mede, dat de oliestookinrichtinflr
van de nieuwe school in 't gebruik zeer duur is geble
ken, reden waarom de post verlichting en verwarming
zoo abnormaal hoog is.
De heer Schoorl plaatst vervolgens eenige opmerkin
gen,. waarmee rekening zal worden gehouden.
De heer Klaver dringt er op aan.dat aan alle inwo
ners der gemeente onder het oog wordt gebracht, dat de
vereeniging van Ziekenverpleging zeer nuttig is en dat
men zedelijk verplicht is daarvan lid te zijn.
Mr. Buiskool zou gaarne zien, dat die menschen, die
nu bij ziekte ten laste komen der gemeente, zich nu
verzekeren. Bij onvermogen kan de gemeente beter hun
contributie betalen dan geregeld voor groote uitgaven
te worden geplaatst. De armenwet geeft ruime be
voegdheid tot verhaal.
De Voorzitter wijst op de slechte ervaring die het
college t.a.v. het verhaal hebben opgedaan.
Voorzitter zal aan de hand van deze opmerkingen in
comité nadere mededeelingen doen, terwijl met de di
verse opmerkingen rekening gehouden zai worden.
Tenslotte wordt de begrooting goedgekeurd zJls,