RAAD VAN SCHAGEN. Zaterdag 20 Mei 1933. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9282 Vergadering van den Raad op Vrijdag 19 Mei 1933, des avonds kwart over zeven ure. Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester, secretaris de heer A. C. Roggeveen. Aanwezig alle leden. De notulen worden goedgekeurd. Mededeelingen. Door den Voorzitter wordt medegedeeld: 1. Wat betreft den aanleg van een voorloopige elec- trische geleiding naar de nieuwe boerderij van den heer De Graaf aan den Groeneweg alhier, declen B. en W. mede. dat deze te duur is, daar door de zacht heid van den berm van dien weg aldaar geen palen hunnen staan en er dus een kabel gelegd zou moe ten worden. Wegens den loop van het te graven ka naal is het niet mogelijk de palen in het. land tc plaatsen. Bovendien heeft de. eigenaar van genoemde boerderij tegen één der leden van het college van B. en W. gezegd, geen prijs te stellen op de leiding we gens het hebben van een eigen installatie. 2. Bij de Directie der Ncderlandscho Spoorwegen zijn stappen gedaan voor het tot stand komen van een ruiling van grond ter verbetering van den spoor wegovergang aan de Hoep. 3. Dc ruiten in het Oostelijk Slottorentje zijn her steld en mof gaas bedekt. 4. B. en W. kunnen een woord van hulde en dank niet onthouden aan de politieke partijen in deze ge meente wegens het niet besmeuren der straten gedu rende den jnngsten verkiezingstijd. De heer Bakker dringt aan. dat B. en W. hun standpunt wat het ruilen van den grond met de Ned. Spoorwegen betreft, handhaven. Spr. weet dat het Bpoorhuisje zal worden opgeruimd en de hoornen van af het station zullen worden bediend. Voorzitter zegt dat dc Raad volkomen op do hoogte zal worden gehouden. Den heer Orsel verwondert het dat zijn partijgenoot Bakker meer weet dan hij. Ik zou 't, zegt spr., maar niet verder vertellen, want ik geloof er niets van. Algemeene hilariteit, en voorzitter merkt op, dat we beide heeren dankbaar kunnen zijn voor hun mededeelingen, 't leert ons dat zelfs de beide partij- genooten het niet eens zijn. Ingekomen stukken en adressen. Mededeeling wordt gedaan van de volgende inge komen stukken: Vaststelling door Ged. Staton van de gemeentereke ning 1930: goedkeuring door Ged. Staten van de veror dening op dc heffing van precariorechten (riool- en beerputten, benzinepompen, enz); als voren veror dening heffing reinigingsrechten; idem 2e uitbrei dingsplan. Bericht van Ged. Staten dat zij hunne beslissing omtrent dc geldleening ad f42550 hebben verdaagd. De weg Niedorper VerlaatSchagen. Omtrent den weg Niedorper Verlaat—Schagen dee- len Ged. Staten mede dat aankoop van de noodige perceelen veel tijd heeft gevorderd. Nu intusschen ook met de gemeente Oude Niedorp overeenstemming is verkregen over afstand van de benondigde gemeente gronden, is een eerste bestek van dit wcgsgedeelte door het college vastgesteld. De onderhandelingen met andere eigenaren, waarmede nog geen overeen stemming was verkregen, zijn aanvankelijk met gun- stigen uitslag hervat. Wannoer deze onderhandelin gen een bevredigend verloop blijven hebben, zal over ecnige weken het maken van den weg tusschen Zij dewind en Schagen kunnen worden aanbesteed. Voor het geval geen overeenstemming kan wor den bereikt, zal tot toepassing van de wet tot ver klaring van hot algemeen nut van de onteigening der voor den wegaanleg benoodigde perceelen, die reeds tot stand is gekomen, moeten worden overgegaan. Dit schrijven Is gedateerd 26 April 1933. Ged. Staten berichtten dat zij hebben verdaagd de be slissing over het besluit tot overname van de Ver lengde Cornelis Bokstraat. Goedgekeurd is het besluit tot wijziging van de ver ordening op de veemarkten. De heer M. F. de Nooij heeft aangenomen de be noeming tot lid der commissie tot wering van school verzuim. Het Historisch Genootschap „Oud-Westfriesland" zond dankbetuiging voor de subsidie over 1932. Ingekomen is het verslag van de vergadering van de Commissie van Uitvoering van den Vleesehkeu- ringsdienst in den Kring Barsingerhorn, op Zaterdag 8 April 1933. Door het Veriflcatiehureau is rapport ingezonden omtrent de controle van de administratie van het Grondbedrijf, zoomede de jaarstukken. De kasadmi- nistratie werd in goede orde bevonden, de jaarstuk ken deugdelijk verklaard. De balans en rekening sluiten met een nadeelig saldo van f3497.59. Van het verlies op verkoop van grond in 1931 ad f3075.68, werd door de gemeente 1/5 of f 615.1-4 aan het bedrijf uitgekeerd. Voorts werd daarop in mindering ge bracht de winst op verkoop van grond in 1932, zoodat. het restant verlies thans met f2309.90 op do balans voorkomt. Van dit bedrag zal de gemeente 1/4 gedeelte of f577.48 ten laste van haren gewonen dienst 1932 aan het grondbedrijf moeten uitkeeren. De Algemeene A rbei d e ï-swon i ngbou wvereen 1 ging „Goed Wonen" alhier zond het jaarverslag over 1932. De verceniging telde op 31 December 1932 39 leden Gememoreerd werd de bouw van 16 woningen in de Lauriestraat. De winst- en verliesrekening gaf een winstsaldo aan van f 409.99. aan te wenden tot del ging van het tekort 1931 ad f 179.40 en tot storting in het onderhoudsfonds van f230.59. Door de Directie van het P.E.N. werd bericht dat accoord kan worden gegaan met de per 1 Maart 1933 ingevoerde (tijdelijke) tariefsverlaging. Al deze stukken worden voor kennisgeving aange nomen. Voorzitter deelt mee, dat verzuimd is door den Ge meentesecretaris om een concept-raadsbesluit bij de stukken te leggen betreffende het in depot geven van gemeentegelden hij de Rott. Bankvereeniging. Ged. Staten willen daarvan zekerheid en de Rott. Bank vereeniging wil dat geven, maar de raadsleden heb ben het betreffende conceptbesluit niet bij de stuk ken gevonden. Voorzitter vraagt of het nu evengoed kan worden behandeld. Allen zijn voor behandeling. Nota van opmerkingen. Van Ged. Staten is ingekomen een nota van op merkingen ten aanzien van de gemeentebcgrooting dienst 1933. Hierin worden verschillende vragen gesteld, o.a. of t.a.v. de tijdelijke korting op de wedden van het per soneel der gemeente overleg heeft plaats gevonden; dat Ged. Staten vooralsnog geen termen aanwezig achten om aan een tijdelijke korting op de jaarwed den van de ambtenaren van den burgerlijken stand hun medewerking te verleenen; of steunregeling reeds door den Min. v. Binnenlandsche Zaken is gel dig verklaard en of het percentage van het rijkssub sidie reeds is vastgesteld. Opgemerkt wordt dat het Rijk alleen bijdragen verleent in de kosten van steunverleening aan crisis-werkloozen en gevraagd wordt of niet op ecne te hoogo uitkeering wordt ge rekend. Ged. Staten vragen dan verder onder a, wat in totaal wegens steun aan werkloozen in 1932 werd uitgegeven, welk godeelte daarvan bestemd wordt voor crisis-werkloozen en welke bijdrage in dit gedeel te door het Rijk werd verleend; b. welk gedeelte van het bedrag van f 4500.— naar raming aan crisis-werk- 'oozen zal worden uitgekeerd. Ged. Staten kunnen zich er mee vereenigen, dat op grond van den gunstigen finantieelen toestand van het G.E.B. een bedrag van f 6900 ten behoeve van den gewonen dienst der gemeentebegrooting aan het be drijf woYdt onttrokken. Hun college is er hierbij van uitgegaan, dat het gemeentebestuur deze maatregel heeft genomen om een geleidelijke aanpassing van de huishouding der gemeente aan de gewijzigde econo mische omstandigheden mogelijk te maken. Ged. Sta ten spreken dan ook het vertrouwen uit, dat het ge meentebestuur al het mogelijke zal doen om eene ver dere aanwending van de reserve van het G.E.B. in volgende jaren te voorkomen. Electriciteitsbedrijf. Gevraagd wordt op welke wijze de gelden van het Vernieuwingsfonds zijn be legd en krachtens welk besluit van den Raad deze belegging is geschied. Gasbedrijf. Ged. Staten kunnen zich met het besluit van den Raad om den post onder volgnum mer 22a (betreft een verhaal van f226 op den gas- directeur) van de begrooiing van het Gasbedrijf af te voeren, niet vereenigen. Het College is van mee- ning. dat het aanvankelijke besluit van den Raad van 22 December 1927 terecht ;s genomen en dat er geene aanleiding bestaat, daarop thans terug te komen. Verzocht wordt derhalve den post weder in de begrooting te doen opnemen. Het antwoord van B. en W. B. en W. antwoorden: Het gevorderde overleg heeft plaats gehad; dat de post jaarwedden van de ambtenaren van den bur gerlijken stand tot f250 is verhoogd. De steunregeling voor werkloozen in deze ge meente is vanaf -4 Juli 1932 tot heden geldig ver klaard door den Minister van Binnenlandsche Za ken. Deze steunregeling betrof in den beginne alleen de arbeiders in hel landbouw- tuinbouw- en zuivel bedrijf, doch werd later uitgeb-eid tot de bouwvak arbeiders. Door het Rijk wordt *-en subsidie verleend van 70 In totaal werd over 1932 een bedrag van f398399 als steun aan werkloozen uitgekeerd, terwijl aan het Rijk als rijkssubsidie f6729?2 werd gede clareerd Een rijksbijdrage is echter nog niet ontvan gen. B. en \V. achten het gewenscht do raming onder volgno. 309 (bijdrage rijk in de kosten van steunver leening aan werkloozen) te verlagen tot f2000. In normale economische omstandigheden zou niet een bedrag van 1 6900 aan het G.E.B. zijn onttrokken. Dc voor deze gemeente buitengewone verhooging dor uitgaven voor workloozenzorg en voor armenzorg waren echter bezwaarlijk te dekken door verhooging van verschillende belastingen. Bij het opmaken van de bcgrooting van 1934 zal met deze opmerking echter rekening worden gehouden. Electriciteitsbedrijf. De gelden van het vernieu wingsfonds zijn in deposito belegd bij de Rotterdam- sche Bankvereeniging. De belegging geschiedt thans krachtens raadsbesluit van 19 .Mei 1933, hetwelk ter goedkeuring is ingezonden. Gasbedrijf. Van deze opmerking is goede nota genomen. De post is thans weder in de begrooting van het bedrijf opgenomen Wat de tijdelijke korting ambt. v. d. B. Stand be treft, maakt de heer Van Nuland de opmerking, dat hij het principe van Ged. Staten niet juist vindt. Op alle salarissen wordt gekort, dus waarom hierop niet. Het bedrag is te miniem om het tot in 't hoogste res sort uit fe vechten. Wat betreft de kosten van wachtgebouwen en -bu reau* maakten Ged. Staten de opmerking, dat deze post" te laag was geraamd. Dit blijkt nu Inderdaad zoo lè zyn. Verhooging tot 1 300 blijkt gewenscht De oorspronke lijke raming was f 105. Ged. Staten stellen vervolgens de vraag, op welke wijze de gelden van het vernieuwingsfonds van het electrici teitsbedrijf zijn belegd. B. en W. antwoorden dat deze ln deposito's bij de Rotterdamsche Bankvereeniging zijn belegd. De over eenkomst behelst voorts dat de effecten zullen berusten bij de adm. Ti-ustkantoren. De rente mag nooit minder bedragen dan 2 pet. beneden promene disconto der Ned. Bank. Voorts is vastgelegd, dat aan den directeur van het electriciteitsbedrijf geen uitbetalingen mogen worden gedaan, zonder schriftelijke verklaring van het hoofd der gemeente. De bank zal een onderpand stellen, waarvan de waarde gelijk zal moeten wezen aan de gedeponeerde gelden, vermeerderd met ten minste 10 De couponbewijzen moeten minstens 14 dagen voor den vervaldag zijn ingeleverd. De heer Van Erp vraagt hoe B. en W. aan deze Beleggingsmaatschappij zijn gekomen. Voorzitter antwoordt, dat hij een onderhoud heeft gehad met den directeur. De heer Van Erp stelt de vraag of B. en W. van de soliditeit van bedoelde trustkantoren zijn verzekerd. Men hoort tegenwoordig vaak rare dingen en de naam is spreker niet bekend.. Voorzitter zegt dat aan een en ander niet behoeft te worden getwijfeld, maar dat men daarentegen gerust kan zijn. Mr. Buiskool wil een en ander toch aangevuld zien mét de bepaling, dat de burgemeester ten allen tijde gerechtigd is om de effecten te controleeren. Men hoeft er geen gebruik van te maken, maar 't recht vastleggen kan zeker geen kwaad. Er kan veel ge beuren. Voorzitter verzekert dan lachend, dat alles „safe" Is. waarmee dan tenslotte ook mr. Buiskool tevreden is gesteld. Behandelend 't batig saldo van den kapitaaldienst van het grondbedrijf zegt de heer Schoorl als voorzitter van de begrotingscommissie er reeds op te hebben aangedrongen om bij den aanvang van het dienstjaar 1933 dit te stellen op hoogstens f 20.000. B. en W. spreken er in hun antwoord aan Ged. Staten van dat niets zal worden afgelost, terwijl genoteerd staat dat dit minstens f 10.000 zal bedragen. Een en ander is niet met elkaar in overeenstemming. Voorzitter moet 't antwoord schuldig blijven. De heer Schoorl licht een en ander nogmaals toe. Op de begrooting staat een extra aflossing voor dezen dienst van minstens f 10.000. B. en W. vermelden nu in hun antwoord aan Ged. Staten, dat er niet zal worden afgelost. Dit moet dan wezen: niet meer dan f 10.000, maar f 10.000 is men verplicht af te lossen. Voorzitter antwoordt dat deze opmerking zeer terecht is, en rekening zal worden gehouden met de mededee- ling des heeren Schoorl. Ged. Staten gaven t.a.v. de gronden van het grond bedrijf den wensch te kennen dat periodieke taxatie plaats vindt. B. en W. deelen den raad mede, dat in de eerstvolgen de vergadering de benoeming van 3 taxateurs aan de orde zal worden gesteld. Het steek gelden drama. Waar B. en W. aan Ged. Staten willen mededeelen dat de korting op het salaris van den gasdirecteur weer op de begrooting is geplaatst, merkt de heer Van Erp op, dat deze handeling in strijd zou zijn met het besluit van de meerderheid van den raad. Die meerderheid zal als ze consequent wil handelen, zich tot den Kroon dienen te wenden. De Voorzitter herinnert er aan dat hij zioh tot den Kroon had gewend met verzoek het genomen raadsbe sluit te vernietigen, doch dat de Minister van Binnen landsche Zaken mededeelde, dat daartoe de Koningin geen aanleiding kon vinden, omdat Ged. Staten in dezen het laatste woord hadden. De heer Mr. Buiskool deelt die meening niet. Ged. Staten hebben wel over de cijfers te beslissen, maar niet over een principieel besluit. Als Ged. Staten inderdaad het laatste woord hadden zou de bepaling t.a.v. het be roep op de beslissing van Ged. Staten waardeloos zijn. De Voorzitter zegt dat het toch zoo is. De heer Mr. Buiskool stelt voor den post niet op de begrooting te plaatsen. De heer Van Nuland vindt dat Ged. Staten in dezen te ver gaan, de raad heeft het besluit op wettige wijze genomen, terwijl voor het standpunt van Ged. Staten geen wettelijk bewijs aanwezig is. De heer Van Erp voorziet dat de Raad dan een twee de nota van opmerking heeft te verwachten, en het is dus beter dat de raad uitmaakt, in welken vorm het voorstel van B. en W. is te aanvaarden, of dat het voor stel van B. en W. onder protest wordt aanvaard. De heer Mr. Buiskool denkt er niet aan dit laatste te doen. De Voorzitter zegt dat het gevolg zal zijn dat Ged. Staten de begrooting andermaal terugzenden, en als de raad bij zyn besluit blijft, keuren Ged. Staten de be- grootlng niet goed. Dan kan de raad daartegen in be roep gaan bij den Kroon. De heer Mr. Buiskool vindt dat dit dan maar eens moet gebeuren, het is geen Hitier. De Voorzitter: Neen, geen Hitier, maar de houding van Ged. Staten is volkomen wettig. De heer Mr. Buiskool: Maar of hy juist is? Het voorstel van B. en W. om den post op de begroo ting te plaatsen wordt verworpen met 6 tegen 5 stem men, tegen stemden de heeren Van Erp, Orsel, Van Nu land. Stam, Klaver en Mr. Buiskool. De heer Van Nuland vraagt of de begrooting na de wijzigingen weer in evenwicht is. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Schoorl vindt het jammer dat bij de stukken geen staatje van de wijzigingen was overgelegd. Spr. komt tot een achteruitgang van f 347.47. De Voorzitter is het met de opmerking eens, maar het is nog nooit gebeurd. Met de opmerking zal reke ning worden gehouden. De heer Schoorl zegt dat het ook nooit is voorgeko men, dat de opmerking van Ged. Staten zoo'n warwin kel van cijfers gaf. De Voorzitter zegt dat de begrooting nu toch weer terug komt en nagegaan zal worden of de begrooting in evenwicht is. Met de voorgestelde wijzigingen gaat de raad verder accoord. Schoolgeldheffing voorbereidend lager onderwijs. Blijkens schrijven van Ged. Staten was bij den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken de vraag gerezen of het inkomen van f 1000 beneden hetwelk geen schoolgeld voor het voorbe reidend lager onderwijs verschuldigd zal zijn, niet te hoog moet worden geacht. De Minister oordeelt eene grens van f 800 voldoende. Ged. Staten verzoeken mitsdien te willen bevorderen, dat aan 's Ministers wensch worde voldaan. Naar aanleiding van dezen brief stellen B. en W. den Raad voor aan het daarin uitgesproken verlan gen te voldoen en nader te bepalen, dat het inkomen, beneden hetwelk geen schoolgeld verschuldigd zal zijn. wordt gesteld op f800.—. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten, tegen stemden de heeren Orsel en Bakker. De heer Van Nuland vroeg of er progressie in de heffing bestond en hoewel de raad oordeelde dat de progressie niet veel beteekende. wordt opgemerkt dat de regeling bij de a.s. begrooting beter nog eens onder de oogen kan worden gezien. Voor kleine kooplieden. Van een vijftal kleine kooplieden is het verzoek ingekomen om, nu de steunregeling 18 Maart jl. was afgeloopen,de steunregeling te- doen voortduren en den steun eenigszins te verhoogen. Naar aanleiding van dit verzoek stellen B. en W. voor, waar armenzorg uitsluitend tot hun taak be hoort, het verzoek aan hun C"Pege te renvoyeeren ter fine van uitvoering, waarbij evenals de vorige maal elk geval op zichzelf zal worden beoordeeld. De heer Van Erp vraagt of als er gevallen zijn die het gewenscht maken dat ze nader onder de oogen wer den gezien. B. en W, dit zullen doen. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. van oordeel waren, dat het nu de juiste tijd niet meer is om met de armenbedeeling door te gaan. Spr. wijst er op dat uit de suppletoire begrooting wel blijkt, hoeveel met die bedeeling gemoeid is, en dat het dus zaak zal zijn, dat B. en W. zooveel mogelijk de zuinigheid betrachten. De heer Van Erp zegt dat dit niet overeenkomt met het voorstel van kindertoeslag, dat aanstonds aan de orde komt De Voorzitter zegt dat dit October ingaat. De heer Van Erp informeert naar de nieuwe steunre geling die door den Minister is ontworpen, doch den Voorzitter is hiervan niets bekend. De heer Schoorl herinnert aan het besluit dat B. en W. geen menschen zouden steunen omdat ze tot een bepaalde klasse behooren, maar dat elke steunaanvrage individueel zou worden beoordeeld. B. en W. zullen vooral met het oog op de bedragen die in de suppletoire begrooting tot uiting komen, de grootste omzichtigheid dienen toe te passen. Ondanks alle voorzichtigheid wordt nog wel eens misgetast en dat zal voor den Voorzitter een aansporing dienen te zijn, zijn voorzichtigheid nog meer te spitsen. Weest voorzichtig, zegt spr. tot het college, want er wordt wel eens misbruik gemaakt. De Voorzitter vindt dat juist zoo jammer. In de eerst volgende vergadering van het crisiscomité zal spr. deze zaak bespreken, want het crisiscomité heeft in deze nog wel een taak te vervullen. Kindertoeslag. Door de 3 plaatselijke afdeelingen van de bonden in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf wordt verzocht om een kindertoeslag van f 1 per kind en per week, terwijl er op wordt gewezen dat de ge- organiseerden hooger mogen ko nen te staan dan de ongeorganiseerden, daar anders het voordeel van ver zekering vervult. Hoewel van den R.K. Bond van Arbeiders in het «Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf geen ant woord is ontvangen op de door het College gestelde vraag om opgave van het aantal kinderen der trek kende leden, stellen B. en W. den Raad voor, met in gang van 1 October a.s. een kindertoeslag te verlee nen van f 0.75 per kind per week, behoudens goed keuring door den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken. Opgemerkt wordt, dat een ra ming van kosten, uit deze regeling voortvloeiende, niet kan worden gegeven, aangezien het aantal trek- kenden en in verband daarmede het aantal kinderen, waarvoor de uitkeering zal geschieden, zeer variee- rend is. De heer Van Nuland informeert naar de beslissing van den Minister over het besluit, dat de raad op voorstel van spr. deed om den kindertoeslag voor de steuntrekkenden van 50 cent op f 1 te brengen. De Voorzitter deelt mede, dat de Minister niet ven der wilde gaan dan 75 cent. De heer Van Nuland vraagt of de gemeente nog een rijksbijdrage krijgt voor den kindertoeslag die de drie bonden vragen. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. Aankoop van bouwterreinen. Ingekomen zijn verzoeken om aankoop van bouw terrein van het Grondbedrijf: a. van J. P. F. de Vries te SL Maarten van pl.m. 375 M2., aan de Oudeslotstraat, voor den prijs van f5— per M2.; b. van G. Glastra te Schagen van pl.m. 251 M2. aan de Heerenboschstraat voor f4.50 per M2.; c. van mevr. T. Visser—Van der Oord te Heiloo, van pl.m. 230 M2., aan de Heerenboschstraat voor f1000.— (14.50 per M2.). B. en W. stellen voor behoudens goedkeuring van Ged. Staten, tot deze verkoopen te besluiten. Naar aanleiding van het verzoek van den heer do Vries, wil de heer Bakker een en ander zeggen. Spr. heeft met genoegen dit verzoek aangetroffen op d» agenda. Maar spreker heeft zich wel afgevraagd of dit de juiste wijze van uitvoering is. De raad moet hier de aanvrage behandelen, terwijl de bouw reeds Is aan gevangen. Het kan dan ook niet anders of alle risico is voor den heer de Vries. (Voorzitter knikt bevesti gend). Maar 't is zóó niet de juiste weg. Als de raad 't verzoek afstemt, is de heer de Vries de dupe. Wanneer de raad dit zou doen, kwam men ln groote onaangenaamheden. Spreker hoopt dat B. en W. in den vervolge zullen wachten met 't geven van bouw vergunning, tot de raad zich daarvoor heeft uitgespro ken. De Voorzitter zegt, dat de menschen altijd haast hebben op 't laatste moment. Maar in dit geval is er toch een kleine excuse De raad zou eerst in Maart bijeenkomen, maar door omstandigheden werd dit ver daagd. De heer de Vries is bij de raadsleden geweest en meende toen de risico wel te kunnen aanvaarden. De heer Bakker zegt niet den heer de Vries onaan genaam te willen zijn, maar de beslissing moet aan den raad blijven. De heer Schoorl vindt deze handelwijze ook niet goed. Er zijn hier twee bedenkingen. Een inrichting als hier bedoeld, behoort niet in 't Heerenbosch. Vroe ger werd door 't Waterleidingbedrijf een aanvrage ge daan om een groot complex grond voor opslagplaats, maar dit werd geweigerd, daar de meening bestond, dat zulks niet hoorde ln 't Heerenbosch. Spreker vreest, dat de grondwaarde aardig zal dalen door de vestiging van industrie. Tegen den prijs heeft spreker voorts ook bezwaar. Deze grond is verkocht voor f 3 per M2., terwijl de taxatieprijs ruim f 6 was. Dit is dus bovendien voor de gmeente een verlies. Maar nu zijn de raadsleden voor een feit gesteld. We moeten nu stemmen en wel haast voorstemmen, niettegenstaande het verlies, dat de gemeente lijdt. De heer Van Erp wil een ander geluid laten hooren. De heer Schoorl zegt nu wel, dat industrie niet in 't Heerenbosch past, maar toen de heer Schoorl wet houder was, stemde hij voor een andere industrie, die daar nu ook is gevestigd. Als men nu de industrie wil weren, dan zal spreker wel willen hooren, hoe de heer Schoorl den grond wil kwijt raken. Wat den prijs betreft, de tijden zijn veranderd en de grondprijzen daar mee. Hoe billijker de prys, hoe meer industrie zich hier zal vestigen, 't Heerenbosch wordt straks centrum der gemeente en 't is te kortzichtig, om te gelooven, dat de industrie geweerd kan worden. De heer Van Nuland deelt de meening van den heer Schoorl. De prijs is zeker te laag. Spreker zal hier zyn stem aan geven, maar bij andere aanvragen in gelijken geest, zal spreker niet voorstemmen. Voorzitter meent dat men blij moet wezen als grond verkocht worden kan. De prijs is niet zoo slecht. De heer De Veer wil de Industrie niet weren. De heer Schoorl wil even terug komen op 't gezegde van den heer Van Erp. Voor de industrie, welke de heer Van Erp bedoelt, is een beste prijs betaald, dat dient men niet te vergeten. De heer Van Erp noemt een dusdanige redeneering zeer inconsequent. Dan zou de prijs moeten bepalen, of een industrie in 't Heerenbosch hoort of niet! De heer Klaver spreekt zich uit voor grondverkoop. Mien moet den voouitgang van Schagen in alle op zichten bevorderen. De Voorzitter zegt toe, dat voortaan met een toewij zing zal worden gewacht op de beslissing van den raad Op de beide andere verzoeken wordt goedgunstig beschikt. Door den heer C. Roggeveen Is een aanvrage inge diend een perceeltje grond te mogen koopen achter zijn woning gelegen. Daarop wil adressant een garage bouwen. Daarnevens verzoekt de heer Roggeveen recht van overpad in de Oudeslotstraat langs 't perceel van Mevr. Wed. K. Rezelman. Het is vooral het laatste verzoek dat aanleiding geeft tot vele bemerkingen, waarop besloten wordt dit punt aan te houden tot nader onderzoek Suppletoire begrooting. Vastgesteld wordt een suppletoire begrooting dienst 1932, waarbij de inkomsten worden verhoogd met f8784.17; verlaagd met f2770.74; de uitgaven werden verhoogd met f 31771.51, verlaagd met f 18064.87. Als belangrijkste verhoogde of nieuwe uitgaafpos ten vermelden we: kosten huisvesting consultatie bureaus f 631.11, onderhoud van straten en pleinen f709.57, kosten van havens, vaarten enz. f710.59. dag en weekgelden van werklieden f723.04; verlichting, verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen f 1001.86; bijdrage aan gemeenten in dc kosten van scholen voor het lager nijverheidsonderwijs f 482.41; kosten van ziekenverpleging f 6848.78; ondersteuning van behoeftigen in geld f3378 (post. ondersteuning van behoeftigen in natura, kan verlaagd worden met f486.21); steun aan werkloozen bij arbeid buiten de woonplaats f799.steunverleening aan werkloozen f 883.99, subsidie aan werkloozenkassen f 1860. kosten van demping van een gedeelte der Loet f 446257. De heer Van. Nuland wil eenige opmerkingen maken, spreker wijst op 't ontstane tekort, groot f7693.20, welk tekort niet onbealangrtik is. Een en ander geeft een zeer bedenkelijk uitzicht. In deze begrooting staan naast tal van kleine overschrij vingen, ook belangrijke, ja zelfs van f 1000 ruim, van f 8C00, f 3000 enz. Spreker zou toch gaarne zien, dat B. en W. in den loop van dit jaar een overzicht maak ten, hoe 't staat met de diverse posten. Meerdere posten noemt' spreker zoo op. In 't bijzon der wil de heer Van Nuland wijzen op den post ver lichting en verwarming van schoolgebouwen, welke niet onbelangrijk is overschreden. Als'tzoo doorgaat zal 't gat straks niet te stoppen zijn. Voorzitter is van meening, dat dit gat gestopt zal moeten worden door verhooging der personeele be lasting of een straatbelasting. Reeds eerder heb ik, zegt Voorzitter, voor een en ander gewaar schuwd. De posten voor ziekenverpleging en armen zorg eischen zeer veel geld en daaraan is toch niet te ontkomen. Toen spr. een waarschuwend woord liet hooren, oordeelde de heer Van Nuland dat spr. de zaak te duister inzag. De heer Van Nuland wil er op wijzen, dat de diverse inkomsten toen niet vermeld was, waardoor "t over zicht onvolledig was. Spr. wil niet wachten tot de nieu we begrooting maar in de tekorten ten spoedigste voor zien. Mr. Bulskool merkt op, dat dat niet mogelijk is. Een en ander moet geschieden in 't raam der bcgroo ting. Voorzitter deelt nog mede, dat de oliestookinrichtinflr van de nieuwe school in 't gebruik zeer duur is geble ken, reden waarom de post verlichting en verwarming zoo abnormaal hoog is. De heer Schoorl plaatst vervolgens eenige opmerkin gen,. waarmee rekening zal worden gehouden. De heer Klaver dringt er op aan.dat aan alle inwo ners der gemeente onder het oog wordt gebracht, dat de vereeniging van Ziekenverpleging zeer nuttig is en dat men zedelijk verplicht is daarvan lid te zijn. Mr. Buiskool zou gaarne zien, dat die menschen, die nu bij ziekte ten laste komen der gemeente, zich nu verzekeren. Bij onvermogen kan de gemeente beter hun contributie betalen dan geregeld voor groote uitgaven te worden geplaatst. De armenwet geeft ruime be voegdheid tot verhaal. De Voorzitter wijst op de slechte ervaring die het college t.a.v. het verhaal hebben opgedaan. Voorzitter zal aan de hand van deze opmerkingen in comité nadere mededeelingen doen, terwijl met de di verse opmerkingen rekening gehouden zai worden. Tenslotte wordt de begrooting goedgekeurd zJls,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 13