Aliticin litus- llmuitii- Liitliifilil Geestelijk L,evën ""«•Abdijsiroop Pinksterfeest Pinksteren Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen. Huwelijksgeluk. Zóó benauwd had ik het dat ik akelig droomde Zaterdag 3 Juni 1933. SCHAKER 76ste Jaargang No. 9289 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20 Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.^ inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.4 EERSTE BLAD DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN door Astor. EVEN is er een aarzeling in mij, nu ik me neer zet om een Pinksterartikel te schrijven. Want voor mijn geest rijst op het beeld van hen, die het Pinksterfeest vieren. Ik zie in gedachte de menschendrommen uit trekken in hun Zondagsche kleeren, ik hoor hun luide stemmen, hun rumoerige vreugde, hun daverende lach. En ik vraag mezelf af: zijn zij geneigd om een artikel over het Pinksterfeest te lezen en te overdenken? Maar dan bedenk ik terstond óók, dat men nooit kan weten, hoe een geschreven of gesproken woord op sommigen inwerkt. Want de ervaring heeft mij, gelukkig, geleerd dat zulk een woord toch soms door dringt en tot nadenken prikkelt zelfs bij hen, van wie men dit in 't minst niet had verwacht. En dus zet ik alle aarzeling terzijde en ga zeggen, wat mijn hart mij ingeeft. Ik wil beginnen met een paar geschiedkundige op merkingen. Het volk van Israël kende van oudsher den vijftig sten dag na Paschen als den feestdag der weken en des oogstes. Daarom werd het Pinksterfeest het eerst gevierd door die christenen, die oorspronkelijk Joden waren geweest, door de zoogenaamde Joden-Christe nen. Dit feest werd door de Christenen in 't algemeen overgenomen en, zooals het gewoonlijk ging, in ver hand gebracht met wat voor hen tot geschiedenis werd gemaakt, ofschoon het in waarheid legende moest heeten, zij 't dan ook soms legende met een feit op den achtergrond. Reeds de naam, welke men aan het feest gaf, bewijst dit, In 't Grieksch was deze naam Pentecostè en in het Latijn Quinquagesima, Beide woorden beteekenen een tijdperk van 50 dagen. In dit tijdvak van 50 dagen werd de veertigste dag gevierd als hemelvaartsdag. De vijftigste dag was de eigenlijke Pinksterdag. Deze kreeg den eerenaam van hèmera pneumatos. Dit zijn twee Grieksche woorden, die de beteekenis heb ben van: dag des geestes. Wanneer wij het boek „de Handelingen der Aposte len" openslaan, lezen wij in het tweede hoofdstuk het volgende: En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. En er geschiedde haastiglijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen, gedreve nen wind, en vervulde het geheele huis, waar zij zaten. En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest en begonnen te spreken met andere talen, cooals de Geest hun gaf uit te spreken. En er waren Joden te Jeruzalem wonende, god vruchtige mannen van allen volken dergenen, die onder den hemel zijn: En als deze stem geschied was, kwam de menigte samen, en werd beroerd: want een iegelijk hoor de hen in zijne eigene taal spreken. En zij ontzetteden zich allen, en verwonderden zich, zeggende tot elkander: Ziet zijn niet alle deze, die daar spreken, Galileërs? En hoe hooren wij hen een iegelijk in onze eigene taal, in welke wij geboren zijn? Parthers en Méders en Elamieten, en die inwo ners zijn van Mesopotamië en Judéa en Cappa- dócië, Pontus en Azië; En Phrygië en Pamfylië, Egypte en de deelen van Libyë, hetwelk bij Cyréne ligt en uitlandsche Ro meinen, beide Joden en Jodengenooten; Kretensen en Arabieren, wij hooren hen in onze talen de groote werken Gods spreken. En zij ontzettenden zich allen, en werden twijfel achtig, zeggende, de en tegen den ander: Wat wil toch dit zijn? En de anderen, spottende, zeiden: Zij zijn vol zoe ten wijns. De lezers mogen mij vergeven, dat ik dit in zijn geheel uit het N. Testament heb overgenomen. Ik heb 't gedaan omdat de meeste menschen tegen woordig niet meer zoo thuis zijn in den bijbel. Als wij dit verhaal kritisch lezen, wordt het ons terstond duidelijk, dat wij geen weergave daarin kun nen zien van iets, dat inderdaad gebeurd is. Die vu rige tongen op het hoofd, dat spreken in talen, die men niet kende wij kunnen het niet anders be schouwen dan als pure fantasie. Daar mogen er zijn, die staan op het standpunt dat alles wat in den bijbel staat geschreven, werkelijk gebeurd is en die het on redelijke daarin beschouwen als een wonder, door God gewerkt, wij staan daar anders tegenover. Histo rische waarde heeft dit verhaal voor ons absoluut niet. Daarom echter wordt het niet waardeloos. Wij staan tegenover zulk een verhaal juist zóó als wij staan tegenover vele mythen, legenden en fabelen en sproken. Zij kunnen de inkleeding zijn van een belangrijke waarheid; zij kunnen een diepe gedachte in zich ber gen. Welnu, zóó zie ik de Pinksterlegende en dan pas krijgt zij voor mij een belangrijken zin. Wanneer dit niet het geval ware, zou ik niet in staat zijn een en kel woord daarover te schrijven. Laat mij daarom in 't kort zeggen, hoe ik het ver haal opvat. De discipelen van Jezus zijn bijeen vele men schen zijn op het Pinksterfeest uit alle oorden samen gekomen. Dan wordt in de discipelen de geest vaar dig om te getuigen van hun nieuw geloof. Zij spreken met vuur, met dwingende overtuiging. Hun overtui ging slaat over op de menigte, die voor een deel wordt meegesleept, en wordt opgeheven tot de hoog te van het enthousiasme, waarmede zij vervuld wa ren. Maar voor een ander deel staat de menigte er koud en onaandoenlijk bij, niets begrijpend van den heiligen geestdrift der discipelen en zegt: dronke manspraat! Het zou me in 't minst niet verwonderen, wanneer opmerkzame lezers, reeds gaan voélen welk een prachtige zinnebeeldige beteekenis nii deze Pinkster- legende voor ons bekomt. En hoe zij geneigd zijn om uit te roepen: welk een diepe waarheid schuilt er in dit, oppervlakkig gezien, onmogelijke verhaal! En met mij zullen zij zich dingen herinneren uit het leven, uit hun eigen leven, waarin zij diezelfde waarheid hebben ervaren. Mijn waarde lezers hebt gij wel eens geluisterd naar een spreker, die in zijn spreken zich volkomen gaf, die zóó geheel opging in het onderwerp, dat hij behandelde, dat onweerstaanbaar zich aan u opdrong de gedachte dat hij volkomen eerlijk was en zijn gan- sche ziel voor u open legde? Indien dat het geval is, dan begrijpt ge de waarheid der Pinkstcrlegende, dan weet ge dat waarachtig, echt enthousiasme iets in u kan wakker roepen, waarvan ge 't bestaan nauwelijks kende, maar waarvan ge u dan plotseling sterk be wust waart. Daarvoor is niet noodig, dat gij in alle bijzonderheden den spreker volkomen begreep, daar voor behoefde gij slechts uw ziel open te stellen. Jaren geleden sprak ik eens op een vergadering en had onder mijn gehoor een Engelschman. Na afloop van mijn rede (ik behandelde een onderwerp dat mij na aan het hart lag) kwam hij naar mij toe en drukte mij de hand en zeide: ik ken geen woord Hollandsch, ik kon u niet verstaan, maar ik heb gevoeld wat gij hebt gezegd, ik dank u. Er wordt in het verhaal gesproken van den Heili gen Geest, waarmede de discipelen waren vervuld. Dit beduidt, dat zij waarachtig waren. Want ver vuld zijn van den H. Geest wil zeggen: volkomen eerlijk zijn, zich geven zóó als men op een zeker oogenblik is, zich uiten naar zijn diepste wezen, spontaan zijn zonder de minste terughouding. De mensch is, in 't algemeen genomen, weinig spontaan. Hij is in zijn spreken en in zijn uitingen gewoon lijk berekenend, hij speelt comedle, hij is voorzichtig, hij is diplomatiek. En het merkwaardigste hierbij is, dat hij meestal zijn mooiste gevoelens verbergt, zijn teerste en fijnste aandoeningen niet durft te open baren. Er is een zekere vrees op te merken om op te komen voor wat werkelijk groot en goed is want men durft om allerlei redenen, als gevaar voor zijn broodje, voor zijn positie, zich niet te geven zóó als men is. Daar is zoo ontzaglijk veel kleinheid onder de menschen, waardoor zij weerhouden worden om zich eerlijk en open uit te spreken. Dit alles is terug te brengen tot dit ééne: gebrek aan heiligen geest! Ik weet wel, dat hiervoor verklaringen c"h veront schuldigingen zijn te vinden. Er kan gewezen wor den op den machtigen invloed van den strijd om te bestaan, op de verderfelijke werking van een averecht- sche opvoeding der massa, aan wie altijd geleerd is niet te vertrouwen op eigen zuivere intuïtie en op eigen rede maar dit neemt niet weg, dat daarvoor aan den mensch een onberekenbare schade is berok kend, omdat hij er zijn hoogste waardigheid mee heeft, verspeeld. Want zijn persoonlijkheid is er door geknakt. GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN ✓erkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF Garaqe C NIEUWl AND BERGEN. Stelt u eens voor, dat de mensch altijd den moed bezat om moedig voor zijn zuiverste gevoelens uit te komen! Welk een kracht zou er van hem uitgaan. Want wij kunnen ons geen te groote voorstelling maken van den invloed, die wordt uitgeoefend door een waar achtig getuigenis. Hitier (alweer die Hitier!heeft kort geleden een rede uitgesproken in Munchen, deze rede was be stemd voor Dantzig. In deze rede heeft hij het bela chelijk genoemd te strijden met geestelijke wapenen alleen. Van zijn standpunt gezien, volkomen terecht. Hij is de man van geweld en dwang en terreur. Maar daarin ligt tegelijkertijd zijn onmacht en zwakte, daarin ligt zijn toekomstigen ondergang. Daardoor zal hij tijdelijk kunnen heerschen, maar nooit zal het hem gelukken zich blijvend te handhaven evenmin als het ooit een geweldenaar gelukt is, al beschikte hij over nog zoo veel geweldsmiddelen, j gansche volken te bedwingen en te disciplineeren en te knechten. Want ten slotte is de heilige geest, is de geest der waarheid machtiger dan honderd, dan duizend Hit- Iers. En deze geest mag tijdelijk onderdrukt worden hij herleeft telkens weer, hij wordt vaardig over enkelen en door hun woord weer over velen en nog eens velen. Het is goed om on9 in deze benauwende dagen hiervan opnieuw bewust te worden. Het zal ons be waren voor de onverschilligheid en de moedeloos heid, welke in tallooze gemoederen binnendringen. En dit mogen wij niet vergeten die hen bereid maken om zich blindeling over te geven aan den één of ander, die de brutaliteit heeft als verlosser, als messias op te treden. Als er één ding dringend noodig is, juist thans, nu millioenen der wanhoop nabij zijn, dan is het dit, dat er geluisterd wordt naar hen. die niet komen met beloften, welke zij toch niet kunnen vervullen, maar die een onmiddellijk beroep doen op het beste, wat er in den mensch leeft en getuigen durven van geestelijke waarden, die het zuiver-menschelijke dur ven hoog houden, die open en onverschrokken spre ken van de oneindig groote beteekenis der beginselen van gerechtigdheid en liefde, welke in de menschen- wereld moeten worden verwerkelijkt, die niet aar zelen tegenover de laffe slaafschheid en de kruiperige noderdanigheid de fiere zelfstandigheid te prediken. Dan alleen is 't mogelijk, dat een sterke wil om zich te verheffen, dat een hartstochtelijk verlangen om de maatschappij te herscheppen in duizenden harten wordt geboren. Wanneer gij het tweede hoofdstuk der Handelingen uitleest, z-ult ge opmerken, dat het getuigenis der discipelen en de daarna door Petrus uitgesproken rede als gevolg had, dat velen zich bekeerden! Zij hadden de waarheid van het getuigenis door voeld en zij wilden die waarheid beleven. Ach, ik weet wel, dat er altijd menschen zullen zijn, die met akelige nuchterheid zich stellen tegenover ieder waarlijk mooi idealisme. Die evenals zij, van wie het Pinksterverhaal ons melding maakt in een geestdriftige getuigenis iets bespottelijks zien. Ik ken ze de menschen, die zoo koud, berekenend zelf zuchtig zijn, dat zij niets kunnen gevoelen voor wat hun geen materieel voordeel brengt. Zij willen wel eens zoo vriendelijk wezen om te luisteren naar de woorden van den een of ander, die zich innerlijk ge dreven voelt om van zijn schoonste en reinste ver langens te getuigen en die deze verlangens in ande ren wil wekken, opdat zij worden tot een machtigen prikkel tot wereldherscheppende daden. Maar dan wenden zij zich af met een beteekenisvol gebaar, zij wijzen met den vinger naar hun voorhoofd en mom pelen, hij bedoelt 't misschien wel goed, maar recht wijs is-ie toch niet. Het is nu eenmaal niet anders. Dat is het lot van de idealisten in alle tijden. Maar de echte idealist heeft er zich nooit aan gestoord. Dat kón hij niet, omdat hij vervuld was van heiligen geest. Ziet, lezers, dit had ik u te zeggen naar aanleiding van het Pinksterfeest. Hoe zult u hierop reageeren? Daar zullen er wezen, die zeggen dat deze Pinkstergedachte misschien wel heel mooi is, maar dat zij toch nooit algemeen aan vaard zal worden en dat het in de wereld wel altijd even ellendig zal blijven, omdat de menschen nu een maal niet deugen en dat alle pogen om een waar lijk rechtvaardige wereld te scheppen daarom ge doemd is vruchteloos te blijven. En deze menschen, juist deze menschen roep ik toe: als gij de stoffelijke en zedelijke misère, den nood der zielen van uw naasten kent, dan moet gij wel een hart van steen hebben, wanneer gij niet in u voelt opleven den drang om èn u zelf èn uwe medomen- schen tot hoogere menschelijkheid op te heffen. r y ASTOR. Den 6den Juni a.s. zullen K. Barsinger- horn en N. BarsingerhornSchuit te War- menhuizen den dag herdenken, waarop ze voor vijf en vijftig jaar terug in den echt werden verbonden. Deze twee menschen hij is 80 en zij is 78 zijn nog zeer kras en genieten beiden een uitstekende gezondheid. Dagelijks ver richten zij nog hun Werkzaamheden en ge zien de tevredenheid die ons van boven staand plaatje tegenstraalt, valt hun dit zeer zeker nog niet moeilijk. En in dit geval is er alléén de wensch, dat deze mooie levensavond nog met verschei dene jaren verlengd mag worden. "Alles heb Ik geprobeerd omdat ik zoo benauwd werd, dat ik zelfs mijn bezig heden niet meer kon verrichten. Ik was kortademig en leed daarbij aan zware hoofdpijnen. Mijn man raadde mij aan Abdijsiroop te koopen. Taaie slijm kwam bij het gebruik los, waardoor de adem haling gemakkelijker werd. Ik heb de be handeling een tijdje voortgezet en kan verklaren met de Abdijsiroop een geheel ander mensch te zijn geworden." (Origineel ter inzage) K. te M. BijHoest Griep - Bronchitis - Asthma Voor de Borst Alom verkrijgbaar.Thans Fl. 1.-,F1.1.50, Fl.2.75 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons per doos 35 et, per dubbele doos 60 ct ABDIJSIROOP-BONBONS (CutoUt AMijiira») De Pinksterbruid houdt weer, met bloemen getooid, Haar intocht met wenkende hand. De pereboom heeft er zijn bloesems gestrooid. De heestertjes hebben hun blaadjes ontplooid Rondom in het feest'lijke land! De pralende boomen in tinten van groen, In eind'loozen, wiss'lenden stoet, Staan wijd tot een wacht in dit heerlijk sedzoen, En ver in het rond schalt de levensklaroen, De Pinksterbruid brengt ons haar groet! Een geest van ontwaakte, bezielende kracht Doortrekt de verjongde natuur, Het levend beginsel, vol stuwende macht. Ontvouwt zich in waarlijk bezielende pracht En r.traalt uit het blauwe azuur. Het dringt en het spruit naar het koesterend licht Van knellende banden bevrijd, 't Is alles omhoog naar den hemel gericht Dit Pinksterfeest tot een wónder-gezicht. Dat wijd langs de velden zich spreidt. Bezielende geest, die dit alles vermag, O Pinksterfeest, sterkend en groot, Hergeeft ons maatschapp'lijk Uw hooge gezag, Dan nadert uiteind'lijk de reddende dag: Verlossing uit stof f'lijken nood! Pinksteren 1933. (Nadruk verboden), KROES.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 1