Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Barbara Worth Raad Winkel. VOOR DEN POLITIERECHTER. ZITTING VAN MAANDAG 12 JUNL Den Helder. EENDELIJK DE VLEUGELS GEBRAND. De reclassant Hugo Sm., op 3 Mei 1932 voorw. ver oordeeld tot 6 maanden gev. met drie proefjaren, had zich niet gehouden aan de gestelde voorwaarden, wes halve heden tenuitvoerlegging der voorw. straf werd gelast. Reeds vroeger, op 11 Mei, was veroordeelde met f 30 boete of 30 dagen gestraft ter zake verzet en beleediging van den agent Riteko. BOTER AAN DEN GALG GESMEERD. De bekende heer Jan R., visscher te Den Helder, wiens veroordeelingen talrijk zijn als het zeestrand- zand, stond ook op 30 Maart terecht ter zake weder spannigheid en werd op voorspraak van zijn vrouw alsnog het vonnis verdaagd tot de zitting van heden, ten einde hem in de gelegenheid te stellen aan te toonen, dat het hem ernst was met de verbetering zijns levens. Heel veel had echter het proefkonijn er niet van terecht gebracht, aangezien hij in den nacht van 22 op 23 April zich weer aan zijn bekende lust tot animositeit en zucht om de politie te tarten, had schul dig gemaakt Onder meer qualificeerde hij agent De Haan als 'n schooier. De heer R. noemde dit thans geen beleediging, maar 'n vakterm! 'n Unieke vondst voorwaar. De Officier gaf dan ook blijk, dat zijn geduld ten einde was en vorderde 3 maanden gevangenisstraf, zooals bij de vorige gelegenheid. Met betrekking tot de beleediging van agent de Haan voegde de Officier er nog één maand bij. Verdachte werd daarop veroor deeld tot 3 maanden gevangenisstraf onvoorwaarde lijk. Wij zouden den Officier adviseeren van dit von nis in hooger beroep te gaan. Enkhuizen. MAGNETISCHE VINGEREN. De 29-jarige expeditieknecht Wilh. Joh. V. te Enk- hulzen, indertijd in dienst van den expediteur M. de Vries aldaar, had in November 1932 eenige bedragen, die hij ten behoeve van zijn patroon had geïnd, in zijn eigen portemonnaie gestort. Bij de eerste behandeling van deze zaak, was deze vingervlugge jongeling niet present, doch thans was hij op last van den politie rechter door een rijksveldwachter der brigade Hoorn ter terechtzitting geleid. In totaal was ruim f 33 ach terovergedrukt. Het gebrilde jongemensch legde een volledige erkentenis af, doch gaf geen blijk, sterk onder den indruk te verkeeren en de heer Wiggers ■was evenmin bijster goed over hem te spreken. Ver dachte is een verstokte sigarettenverslinder en de po litierechter vond het rationeel om een ernstige waar schuwing te doen hooren tegen het sigarettenmisbruik der hedendaagsche rijpere jeugd. De Officier gaf dezen mislukkeling 'n verdriet voor zijn moeder ook van dik hout zaagt men planken en vorderde 2 maanden gevangenisstraf. Ter wille van die moeder streek de Rechter de hand over het hart en veroordeelde den verdachte tot 6 maanden gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren. Alkmaar. GAUW VAN DE BAAN. De niet verschenen heer J. B. te Alkmaar, had op 4 Juni 1931 in een zenuwachtige stemming den agent Dalenberg 'n kwajongen genoemd en hem verzocht naar den bliksem te willen loopen. Zoo kwam de zaak voor den Politierchter en werd hij bij verstek veroor deeld'tot f 10 boete 'of 10 dagen. H e i 1 o o. DE ONBETROUWBARE BAKKERSASSISTENT. GEEN DRANK-, MAAR DAMESLIEFDE. De 26-jarige bakkersknecht G. A. W. te Bussum en vroeger in dienst bij een bakker te Heiloo, stond op 8 Maart terecht wegens eenige verduisteringen, gepleegd ten nadeele van zijn patroon. De zaak werd aange houden én adviseerde thans de heer Letsoher, reclas- seeringsambtenaar te Amsterdam, een voorwaardelijke straf. Het jongemensch is geen alcoholslaaf maar meer een charmeur. Gevorderd werd 3 maanden voorw. met 3 proefjaren. Vonnis: confom. Alkmaar. ADVOCAAT EN SIGARETTEN. Een 23-jarige winkelbediende, Simon W., residee- rende te Alkmaar, had zich op 18 Maart zoodanig ver geten, dat hij had weggegapt een flesch advocaat en eenige doosjes sigaretten, een en ander ten nadeele van den heer A. Verberne uit het bij sportsmen beken de café aan den Westerweg. De verdachte, die blijkbaar openbaarheid sohuwde, verzocht een behandeling met gesloten deuren, doch aan dit verzoek kon niet wor den voldaan. Verdachte behoorde ook tot de cliënten van den heer Verberne, die .hij missen kon als kies pijn. Volgens verklaring van Simon zou hij dronken zijn geweest op het moment van zijn afdwaling en kon hij zich niets van het gebeurde herinneren. De politie rechter noemde verdachte en zijn kornuiten de jeunes- ae Dorée d' Alkmaar! De heer Wiggers zag er geen gat in en dat ls zeker het summum van hopeloosheid. De Officier noemde 't verschijisel vermoedelijke alcoholische kleptomanie en FEUILLETON. Door HAROLD BELL WRIGHT 16. Toen Barbara Worth zoo dicht bij Holmes stond nij zag den weerschijn van haar jong, warm bloed on der de lichtbruin verkleurde huid van haar wangen, toen voelde Wiliard Holmes de machtige strooming die er van haar persoonlijkheid uitging, even sterk en even duidelijk als men de nabijheid van de zee speurt, of den dampkring van de bosschen, van korenvelden en weilanden proeft. Intusschen, dit scheen hem toch wel de uiterste grens van het verzet tegen alle overeenge komen zeden en gewoonten, dat dit meisje, deze ban kiersdochter, ten aanschouwe van een leder een voor haar volkomen vreemde zou opzoeken, zichzelve op de openbare straat aan hem voorstellen, omringd door een aantal hotelgasten! Ente oordeelen naar de manier waarop zij met deze menschen sprak, zou men ze voor haar vertrouwde vrienden gehouden hebben. H\j wist voor het oogenblik geen ander antwoord te vinden can: „Het is mij inderdaad bijzonder aangenaam, juf frouw Worth. Zou ik u misschien naar de conversatie zaal van het hotel mogen voorgaan'" Zij zag hem een weinig verwonderd aan. „Neen, dank u. Het is hier in de vrije lucht veel. aangenamer, vindt u ook niet? Maar als u zoo vriendelijk wilt zijn, moogt u mij een stoel brengen." Zwijgend en lijdelijk gehoorzaamde hij, in het be wustzijn dat aller oogen op hem gevestigd waren en met een gevoel van verlegenheid om harentwil... „Toen Texas en Pat mij vertelden dat u een van de ingenieurs was van de expeditie die naar het Konings dal wordt uitgezonden, verlangde ik er bijzonder naar u ie ontmoeten. Ik begin nu werkelijk te .gelooven dat het meenens wordt... Als ik er aan denk dat" u heel vorderde f 30 boete of 30 dagen. Het bleek echter, dat de Officier ditmaal op het verkeerde paard had gewed, want Simon werd vrijgesproken. Alkmaar. OOK AL GEEN BEST VERTROUWENS-ADRES. De 33-jarige slager Oorn. J. van 't H., wonende te Alkmaar, kwam ter markt wegens eenige niet onbe langrijke verduisteringen van geld en 2 kisten vet, zwaar 85 kilo per stuk, een en ander ten nadeele van den heer J. J. Nobron vethandelaar alhier. Bedoeld vet was opgeslagen In een der koelcellen in het Ge meentelijk Slachthuis. De onbetrouwbare vetcommis- siormair had ook vet verkocht aan den vrachtrijder Jan Steeman te Castricum, maar het ontvangen be drag, f 104.25, zelf opgestreken. De feiten werden door verdachte berouwvol toegegeven. Drankbegeerte was het motief. De Officier releveerde, dat verdachte ver moedelijk veel meer had verduisterd en requireerde f75 boete of 75 dagen. Vonnis f 40 boete of 40 dagen. W i e r i n g e n. EEN ONVRIENDELIJKE KONING DER SCHEPPING. De 2S-jarige zonverbande arbeider Jan B, vertoe vende te Wieringen, had in den avond van 8 April zijn dorpsgenoote, mej. Antoinette Brand, huisvrouw van van den heer Wiesman. na eenig voorafgaand ir^kge- vecht, onthaald op een Iclap in haar aangezicht. De dame had echter die overigens onridderlijke handeling eenigermate uitgelokt, door Jan eerst een muilpeer toe te dienen. De juffrouw zag er trouwens zelf ook uit. of zij voor geen klein geruchtje vervaard was. De keetbewoner Van Hoesel had het tafereel bijgewoond en gezien dat Jan B. op de bovenomschreven ongalan te wyze was opgetreden, maar de dame had eerst met een steen geslagen! De Officier wierp noodzakelijke verdediging op en vorderde ontslag van rechtsvervol ging. Vonnis conform. Uitgeest. DE LASTIGE LEURDER. Zekere heer N. P. C. uit Heiloo, die op 3 Maart vent te zonder vergunning te Uitgeest, verzette zich met kracht tegen veldwachter Boraebroek. die hen zulks wilde beletten. Eisch en vonnis 1 maand gev. Wieringerwaa r d. LIEFHEBBER VAN EEN HARTIG BROKJE. De niet verschenen Gilles B. had zich op 28 Maart schuddlg gemaakt aan diefstal van 65 stuks zoute ha ring uit een vischkar. B. is reeds eenige malen ver oordeeld. Eisch en vonnis 1 maand gevangenisstraf. Heerhugowaard STOPSEIN STRAAL GENEGEERD. Een automobilist, met name Ar.th. Jos. K. vit Ou- dorp, die in den nacht van 6 op 7 April werd aange houden op den Middenweg te Heerhugowaard, door de veldwachters Bleijendaal en Harm Visser, omdat geen licht werd gevoerd, gaf geen acht op het gegeven stop sein, zelfs niet op het afgevuurde revolverschot, doch reed brutaal dcor. De politiemannen lieten zich echter niet kisten en rustten niet voor zij den recalcitrant te pakken hadden en brachten hem thans voor den Rechter. De Officier wees op het gevaar om In dergelijke omstandigheden door te rijden, 'aangezien met het oog op de vele plattelandsinbraken een scherpe controle wordt uitgeoefend. Streng moet worden opgetreden en dus requireerde de Officier 2 maanden. Vonnis 1 maand gev. Oude Niedorp. MISHANDELING IN GROOTEN STIJL. De 34-jarige landbouwer Jan Arie K. te Oude Nie dorp. zou op 4 April zijn dorpsgenoot C. Kroon, diens echtgenoote Johanna Brugman en voorts zekeren heer A Bart met een stuk hout hebben afgedroogd. Ver dachte erkende, inderdaad het echtpaar Kroon met een stuk hout te heben bewerkt, doch ontkende zulks ten aanzien van gezegden heer Bart. Hij beweerde voorts in een opgewonden gemoedstoestand, ontstaan door het optreden van zijn tegenpartij, buurman Kroon cum suis, te hebben gehandeld. De heer Kroon werd eerst in behandeling genomen, waarop mej. Kroon haar man te hulp kwam. Ten slotte snelde ook Bart ten strijde, met het hierboven gereleveerde gevolg. Eisch f30 boete of 30'dagen. Vonnis overeenkomstig eisch. Ik zou er graag over prakkezeere wille, opperde de verdachte. Nu, dat mocht, 14 dagen lang! Den Helder. STORM ONDER DE HELDERSCHE DAMES. Frau Wilhelmina N., de Duitsche ega van den heer Joannis Dominicus Lohman te Den Helder, had op 14 Maart haar stad- en buurtgenoote Antje v. d. Wijk, huisvrouw van den heer Jacob Kuiper, eenige watje- koutjes toegediend. Dit conflict was ontstaan uit de al of niet bestaande onvolmaaktheden der wederzqdsche kinderen, waarnaar de politierechter, die nu niet als kinderrechter dienst deed. niet nieuwsgierig was. Juf frouw L.. die hem dit eens uitvoerig aan het verstand wilde brengen, behoefde dus geen moeite te doen. Eisch en vonnis f 10 boete of 10 dagen. Hierop verscheen mej. K., geboren A. v d W. op htt nog warme bankplekje, welke dame op haar beurt mej. van New-York hierheen komt Ik heb al zooveel gefantaseerd over de ontginning van de Woestijn van het Koningsdal en, zooals u ziet, beschouw ik alle inge nieurs als mijn persoonlijke vrienden." „O, zeker." zeide hij. En het is altijd veilig en correct „o zeker" te zeggen, vooral wanneer men iets anders te zeggen heeft. Zij zag hem vragend aan, openhartig, rechtdoorzee, en er lag iets verwarrends in haar blik. Zij dacht zelve allerminst aan de kracht die van haar persoonlijkheid uitging en aan de bekoring waarin hij gevangen was. „Ik denk dat u hier alles bijzonder vreemd vindt," zeide hij langzaam. „Ik hoorde van mijn vader dat u nog nooit hier in het Westen geweest was en het spreekt vanzelf dat er heel wat punten van verschil zijn met het land waar u altijd gewoond hebt" „Maar hqt is daarom toch heel interessant," prevel de hij. Ook dit was een antwoord aan den veiligen kant „Ik weet dat Abe het erg druk heeft en dat mijn vader niet aan de Bank gemist kan worden, zoodat ik de1 eenige ben, die zich met u kan bezig houden en" hier glimlachte zij „ik behoor nu eenmaal niet tot den uitverkoren kring van het Koningsdal." Er zijn mannen en Wiliard Holmes was één van hen die in den dienst van een groote onderneming staan en geen andere belangen erkennen dan die van het kapitaal dat hun werkgever is. Zyn diensten en zijn bekwaamheid beschouwde hij als het onbetwist eigendom van hen die ze ter wiilde van hun eigen voordeel gekocht hadden. Zoo was he slechts natuur lijk dat die eenvoudige woorden van Barbara hem prikkelden. Wat bij alle duivels! bedoelde zij met dien „uitgelezen kring van het Koningsdal"? Van dien kring maakten alleen Greenfield en zijn vrienden deel uit. Zijn plicht jegens zijn werkgevers bracht mede dat dat behoorlijk werd vastgesteld. „Het is buitengewoon vriendelijk van u," zeide hij met een weinig meer warmte, „Om u de waarheid te zeggen, voelde ik mij wel een weinig vreemd." „Mij dunkt, dat u een drukkend gevcel van eenzaam heid moet hebben. Zoudt u misschien iets voor een ritje voelen? Ik zou u zoo gaarne eens mijn Woestijn laten zien.'" „Haar Woestijn!" zeide hij bij zichzelven. Daar moest toch orde op gesteld worden.... En hij 'antwoord- Lohman weer zou hebben geblameerd, door haar een schoft te noemen. Ook zij ontving haar portie van de menschelijke gerechtigheid in den vorm van f 10 boete of 10 dagen. Gelijke monniken, gelijke kappen. Egmond Binnen. DE ROESTIGE BOLLENBAKER. De 23-jarlge bollenkweeker Jacob v. d. P. uit Eg- mond Binnen, vërscheen op 7 April jl. voor den Kan tonrechter te Alkmaar, ter zake e$n door hem gepleeg de overtreding, waarvan door den heer G. Minnee procea-verbaal werd opgemaakt, bij welke gelegenheid hy den verbalisant een leugenaar had genoemd. De rijksveldwachter nam dit natuurlijk niet en maakte nog eens poces-verbaal op, dat den loslippigen Eg- mond-Binner heden voor den politierechter bracht we gens beleediging. De zaak waarover het ging. werd Dinsdag ln hooger beroep behandeld. Eisch f 10 boete of 10 dagen. Uitspraak conform eisch. Veroordeelde achtte het beter, nu maar geen mat schudding meer te maken en deelde na eenige pourpar Iers mede, in dit vonnis te willen berusten. Sluiting. Vergadering van den Raad op Dinsdag 18 Juni 1933, des morgens 10 uur. Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secreta ris de heer A. de Ridder. Afwezig is de heer Kamp met kennisgeving. De notulen der laatst gehouden vergadering werden onveranderd -vastgesteld. MEDEDEELINGEN- Door den Voorzitter wordt medegedeeld: Door den heer J. Slooten, onderwijzer aan de Open bare Lagere School te Winkel, thans in militairen dienst, is medegedeeld, dat het hem mogelijk geweest is, door ruiling met een anderen dienstplichtige, zijn eerste dienstverband te bekorten tot 54 maand en heeft verzocht zijn verlof, dat aanvankelijk was ver led tot 31 December 1933. te doen eindigen op' 15 Juli 1933. Aan dit verzoek Is door B. en W. voldaan- Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is in het tekort op de exploitatie van 8 woningen, gebouwd met rijks voorschot (woningbouw) een bijdrage uit 's Rijks kas toegekend van f 1149.76, voor het jaar 1932.' Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is in de jaarwedde van het Agentschap der Arbeidsbemidde ling een bijdrage uit 's Rijks kas verleend van f 30 over het jaar 1932. In verband met het door het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier voorgenomen werk aan den Westfrieschendijk bij de Boerensluis te Lutjewin kel, waaraan door de Gemeente een bijdrage zal wor den verleend van 25 pet teneinde dit werk te kunnen benutten als werkverruiming voor eigen werkloozen, is door Ged. Staten dezer Provincie in de door de Ge meente bij te dragen kosten een subsidie van 50 pet. toegezegd. Voorzitter kan nog mededeelen, dat het tijdstip van aanvang der werkzaamheden g:.ieel vrij ls. Het ligt nu in de bedoeling met het werk tegen den herfst aan te vangen. Voorts wordt overwogen nog meerdere bochten uit den Westfrieschen dijk te doen nemen, aan welk werk eenige arbeiders uit de gemeente te werk gesteld zullen worden. INGEKOMEN STUKKEN. De volgende stukken kwamen in: Een besluit van Ged. Staten dezer Provincie, waarbij is goedgekeurd het besluit van den Raad van 7 April 1933, tot het beleggen van overtollig kasgeld bij de N.V. Nederlandsche Middenstandsbank. Een bericht van den heer C. Faber te Lutjewinkel, waarbij hij zijn benoeming tot lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur aanneemt. Een besluit van Ged. Staten dezer Provincie, hou dende goedkeuring der begrooting dezer gemeente voor den dienst 1933. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Van het bestuur der Gymnastiekvereniging „Sparta"' kwam het verzoek in, om ter gelegenheid van het 50- jarig bestaan der vereeniging een prijs te willen be schikbaar stellen voor de ln Juli te houden wedstrij den. Voorts wordt verzocht op 15 en 16 Juli de deelne mers aan de wedstrijden officieel ten stadhuize te wil len ontvangen. B. en W. stellen voor de verzoeken in te willigen. Aldus wordt besloten door den raad. De volgende verslagen kwamen in: Van den cursus van schoolvrije jeugd te Winkel over het tijdvak 1932—1933; Van den cursus van schoolvrije jeugd te Lutjewinkel over het tijdvak 1932—1933; Van den toestand der Provincie Noordbolland over '32. Deze verslagen liggen ter Inzage voor de leden van den raad. Voor de ln den loop van dit jaar te houden verkie zing van Hoofdingelanden en plaatsvervangende Hoofd ingelanden voor het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, zal een gemachtigde moeten worden aangewezen, om namens de Gemeente aan een even- tueele stemming deel te nemen. B. en W. stellen voor daarvoor weder te benoemen den Burgemeester. De vergadering gaat met dit voorstel accoord. de, hartelijk, maar ook met een afgebakend plan: „Ik zou het heerlijk vinden. Wanneer zouden wij kunnen gaan?" „Dan maar onmiddellijk," antwoordde zij snel. „Daar komt Pablo Garcia aan. Ik zal hem nog een paard laten halen." En zij riep den voorbijgaanden Mexicaan: „Hallo, Pablo!" De jonge man kwam snel naar haar toe. Hij bleef staan met den hoed in de hand en zijn oogen glinster den van trots toen zij hem opdroeg een paard voor Holmes te gaan halen. Met een diepe buiging nam de Mexicaan afscheid. Maar tegelijk riep onze New-York- sche vriend: „Wacht een oogenblik!..." En tot Bar bara de vraag: „Hebt u hem uitgezonden om een rij paard voor mij te halen?" „Ja, in een paar minuten kan hij terug zijn.' „Maar de zaak is dat ik niet rijden kan-" „Kunt u niet rijden?"... Het meisje staarde hem In sprakelooze verbazing aan. „Ik geloof niet dat ik nog ooit een man ontmoet heb die" niet rijden kon." Hij laqjite goedhartig. Er was Iets in haar spreken en doen dat zijn gevoel voor humor aangenaam aan deed. „Het spijt mij meer dan ik u zeggen kan. Ik weet dat het niet te pas komt..." zeide hij op den toon van iemand die met zijn eigen vernedering den spot drijft. „Wij kunnen even goed met een rijtuig gaan. Ik zal Pablo zeggen dat hij met een karretje hier komt." De Mexicaan hoorde haar bevelen oplettend aan, sprong op haar rijpaard en reed weg. Kort daarna kwam de man terug met een lichte buggy, met twee vurige paardjes bespannen. Het meis je stapte in het rijtuig en greep de teugels alsof dat van zelf sprak. De ingenieur nam aan haar linkerzijde plaats. Hij begon smaak in het geval te krijgen. Het tweespan was schichtig en wild en nam de aandacht van Barbara geheel in beslag. Toch zag zij kans haar zwijgenden metgezel nu en dan aan te zien, als ver wachtte zij kenteekenen van zenuwachtigheid bij hem waar te nemen. Wiliard Holmes was geheel vervuld van een stille bewondering voor haar kracht en behen digheid. „Zij zullen wel wat kalmer worden," zeide het meisje, alsof het haar bedoeling was haar gast gerust te stellen. Maar aan de uiterste grens van de stad. DE VERVOERKOSTEN VAN SCHOOL. KINDEREN. By besluit van Ged. Staten dezer Provincie van 10 Mei j.1. po. 152, is het besluit van den Raad dezer ge meente van 1 November 1932, waarbij op een verzoek van W. Klaver en P. Floris te Winkel, om bijdrage in de vervoerkosten van kinderen van genoemde ver zoekers naar de R.K. school in 't Veld. gemeente Nieu we Niedorp. ingevolge artikel 13 der Lager-Onderwjjs- wet 1920 afwijzend werd beschikt, vernietigd en opge dragen alsnog in deze vervoerkosten bij te dragen, resp. voor adressant Klaver f 60 en voor adressant Floris f 50 per leerling en per schooljaar, te rekenen echter vanaf den datum waarop het verzoek inkwam en derhalve voor het schooljaar 19321933 vanaf 17 Octo- ber 1932—1 Mei 1933. Tegen deze beslissing is beroep mogelijk. B. en W. stellen voor geen beroep tegen deze beslis sing in te stellen en tot betaling over te gaan. De beer. Brugman wil kenbaar maken, waarom hij met het voorstel, om geen beroep aan te teekenen, ac coord gaat. In een beroep ziet spreker geen baat, het zal niets geven. Het vorig jaar heeft zich een dergelijk geval voorgedaan. Spreker was toen stellig van mes- ning, dat in beroep gaan gunstige resultaten zou heb ben. Maar tegen de verwachting in, liep het ook toen niet rond. Het beroep werd niet ontvankelijk verklaard Op grond van die ervaring zeit spreker in dit geval geen kans van slagen. Al is spreker het er niet mes eens, toch gaat hij er mede accoord, om niet in beroep te gaan. Besloten wordt om niet in beroep te gaan en tot betaling wordt besloten. Door P. Floris en W. Klaver, belden wonende te Winkel, wordt verzocht in de kosten van vervoer hun ner kinderen naar de R.K. school in 't Veld gemeente Nieuwe Niedorp, ingevolge het bepaalde bij artikel 13 der Lager Onderwijswet 1920, een bijdrage te verleenen voor het schooljaar 19331934, van resp. f 50 en f 60 pe leerling en per jaar. B. en W. stellen bij meerderheid voor op het verzoek gunstig te beschikken. De heer Brugman, vormende de minderheid van B. en W., zegt op 't standpunt te staan, dat inwilliging van een zoodanig verzoek ten plattelande onmogelijk ls. Spreker denkt er niet aan om de consequenties te aanvaarden. Wij, aldus de heer Brugman, kunnen de toestanden op 't platteland beter beoordeelen dan de heeren in de groote steden. Een dusdanige regeling is zeer funest Daarom kan spreker met 't voorstel van de meerderheid van B. en W. niet meegaan. De voorzitter merkt op, dat het schrijven van God. Staten zóó klopt dat 't hier zal blijven een vechten tegen den bierkaai. De regeling is spreker verre van sympathiek, maar de wet zal uitgevoerd moeten wor den. Spreker ls er dan ook voor, om op 't gedaan verzoek toestemmend te besluiten. De raad is tot ver zet machteloos. De aangewezen weg is om te trachten bij den onderwijsraad een wijziging In de wet te krty- gen. Een algemeene actie dient dan gevoerd te worden. Wat dit verzoek betreft, Voorzitter zei het reeds, zal men 't beste doen, gunstig te beschikken. De heer Dekker wil zijn principieel standpunt niet kenbaar maken. Wanneer hier afwijzend beschikt wordt, zal slechts de kwestie worden uitgesteld. In derdaad is 't 'n vechten tegen den bierkaai. We moeten ons. aldus spreker, op een ruim standpunt stellen en tot de erkenning willen komen, dat de betrokken oudera vrij zijn te zeggen waarheen ze hunne kinde ren wenschen te zien onderwezen. De groote fout In de regeling is, dat geen grens is gesteld van het door gemeenten bij te dragen bedrag. Berekeningen hebben aangetoond, dat de bedragen in vele gevallen de krachten der gemeenten verre te bo ven gaan. De verplichting, een belangrijke som te moeten uittrekken voor enkele kinderen, juist in deze moeilijke dagen, noemt spreker een aanklacht tegen de verzoeken. Noodgedwongen zal spreker met 't voorstel van B. en W. meegaan, wetend dat er niet aan te ontkomen is. De heer Brugman is 't met den Voorzitter eens, dat men moet ageeren tegen deze wetstelling. Maar. zegt de heer Brugman, wij, als raadsleden, zijn hier geroe pen om een verzoek te behandelen en er een besluit over te nemen. Het betreft hier geen H.B.S., Gymna sium of soortgelijke Instelling, die in de gemeente niet wordt aangetroffen. Het gaat hier om 't lagere onder wijs op een gemeentelijke instelling. Er moet geoordeeld worden over 't al of niet ver strekken van vergoedingen en reiskosten. Het kan niet gevergd worden, dat men „ja" zegt als men .meen'* meent. En zoo is 't hier. Men moet „Ja" zeggen, maar neen" wordt gemeend. De Voorzitter herhaalt: We dienen de onderwijswet uit te voeren. Wanneer men 't er niet mee eens is, dient getracht te worden deze wet gewijzigd te krij- jen, zoolang echter geen wijziging ls aangebracht, moet men meegaan. De heer De Veer zegt zich gemakkelijk te kunnen indenken, dat R.K. ouders hun kinderen niet naar de openbare school willen zenden. Ze kiezen die onder wijsinrichting, die met hun godsdienst verwant is; Men moet een ieder daarin vrij laten. De heer Brugman is 't daarmee niet geheel eens. De openbare lagere school is de Staatsschool, waarop een ieder onderwijs kan genieten. Maar nu is versnippe ring aan de orde. De gemeenschap, een ieder, zonder uitzondering, die belasting betaalt, moet bijdragen om kinderen naar een bijzondere school te kunnen lap ten gaan. Spreker zegt een vurig voorstander te zyn van volksonderwijs en blijft strijden voor de openbare lagere school. waar de rijweg dicht langs den spoorweg loopt, bleek een rangeerende machine te machtig voor het opge wonden tweespan. Eer men het voorzien kon, waren de verschrikte dieren in razende vaart op weg naar de Me sa. Met inspanning van al haar krachten deed Bar bara haar best het gezag weer ln handen te krijgen, maar haar armen waren niet meer dan de armen van een vrouw en de paarden, in het besef van hun meer derheid. legden hun ooren langs den nek en reden met verdubbelde snelheid voort. Zij was niet bang, zij voelde zich alleen geërgerd door het gevalIk ben bang dat zij op hol zullen slaan," zuchtte zij op het laatst. Tot haar niet geringe verwondering was een harte lijke lach het eenige antwoord op haar verzuchting. Zij keek haastig over haar linker schouder. Haar met- 7ezel lag achterover geleund en zijn vroolijk gezicht sprak van niets dan onvermengd genoegen. Toen voelde zij den druk van een zwaren, stevigen schouder, twee lange krachtige armen strekten zich over haar heen en twee ontzagwekkende gesloten vin gers... Zij ontspande haar vingers en schoof zijwaarts met een zucht van verlichting... maar ook met een blik vol bewondering, toen de paarden na nog enkele wilde sprongen en vruchtelooze pogingen er opnieuw vandoor te gaan, zich eindelijk schikten in een ver standig tempo. „Waarom hebt u mij niet gezegd dat u mennen kunt?" vroeg zij. t Hy lachte veelbeteekenend, want hij had de reden begrepen die haar bij het afrijden bewogen had de teu gels ln handen te nemen. ,.U hc&t er mij ,nlet naar gevraagd en lk stelde er mij bovendien een genoegen van voor u te zien mennen."' „Maar u zei mij toch dat u niet kon rijden," telde zij verwijtend. „Dat kan ik ook niet," antwoordde hij. „Dat wil zeggen, dat ik het nooit gedaan heb, tenminste ,niet wat men ln deze streek daaronder verstaat." Toen lachte hij weer. ,Zeg nu eens eerlijk. Verwaohtte u niet dat ik uit het rijtuig zou springen?" „Ik heb niets te bekennen," atwoordde zij kortaf. ,.Tk zal voortaan uw woorden heel precies wegen." Wordt vervoigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 2