Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Barbara Worth
Raad Winkel.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
ZITTING VAN MAANDAG 12 JUNL
Den Helder.
EENDELIJK DE VLEUGELS GEBRAND.
De reclassant Hugo Sm., op 3 Mei 1932 voorw. ver
oordeeld tot 6 maanden gev. met drie proefjaren, had
zich niet gehouden aan de gestelde voorwaarden, wes
halve heden tenuitvoerlegging der voorw. straf werd
gelast. Reeds vroeger, op 11 Mei, was veroordeelde
met f 30 boete of 30 dagen gestraft ter zake verzet en
beleediging van den agent Riteko.
BOTER AAN DEN GALG GESMEERD.
De bekende heer Jan R., visscher te Den Helder,
wiens veroordeelingen talrijk zijn als het zeestrand-
zand, stond ook op 30 Maart terecht ter zake weder
spannigheid en werd op voorspraak van zijn vrouw
alsnog het vonnis verdaagd tot de zitting van heden,
ten einde hem in de gelegenheid te stellen aan te
toonen, dat het hem ernst was met de verbetering
zijns levens. Heel veel had echter het proefkonijn er
niet van terecht gebracht, aangezien hij in den nacht
van 22 op 23 April zich weer aan zijn bekende lust tot
animositeit en zucht om de politie te tarten, had schul
dig gemaakt Onder meer qualificeerde hij agent De
Haan als 'n schooier. De heer R. noemde dit thans
geen beleediging, maar 'n vakterm! 'n Unieke vondst
voorwaar.
De Officier gaf dan ook blijk, dat zijn geduld ten
einde was en vorderde 3 maanden gevangenisstraf,
zooals bij de vorige gelegenheid. Met betrekking tot
de beleediging van agent de Haan voegde de Officier
er nog één maand bij. Verdachte werd daarop veroor
deeld tot 3 maanden gevangenisstraf onvoorwaarde
lijk. Wij zouden den Officier adviseeren van dit von
nis in hooger beroep te gaan.
Enkhuizen.
MAGNETISCHE VINGEREN.
De 29-jarige expeditieknecht Wilh. Joh. V. te Enk-
hulzen, indertijd in dienst van den expediteur M. de
Vries aldaar, had in November 1932 eenige bedragen,
die hij ten behoeve van zijn patroon had geïnd, in zijn
eigen portemonnaie gestort. Bij de eerste behandeling
van deze zaak, was deze vingervlugge jongeling niet
present, doch thans was hij op last van den politie
rechter door een rijksveldwachter der brigade Hoorn
ter terechtzitting geleid. In totaal was ruim f 33 ach
terovergedrukt. Het gebrilde jongemensch legde een
volledige erkentenis af, doch gaf geen blijk, sterk
onder den indruk te verkeeren en de heer Wiggers
■was evenmin bijster goed over hem te spreken. Ver
dachte is een verstokte sigarettenverslinder en de po
litierechter vond het rationeel om een ernstige waar
schuwing te doen hooren tegen het sigarettenmisbruik
der hedendaagsche rijpere jeugd.
De Officier gaf dezen mislukkeling 'n verdriet
voor zijn moeder ook van dik hout zaagt men
planken en vorderde 2 maanden gevangenisstraf. Ter
wille van die moeder streek de Rechter de hand over
het hart en veroordeelde den verdachte tot 6 maanden
gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Alkmaar.
GAUW VAN DE BAAN.
De niet verschenen heer J. B. te Alkmaar, had op
4 Juni 1931 in een zenuwachtige stemming den agent
Dalenberg 'n kwajongen genoemd en hem verzocht
naar den bliksem te willen loopen. Zoo kwam de zaak
voor den Politierchter en werd hij bij verstek veroor
deeld'tot f 10 boete 'of 10 dagen.
H e i 1 o o.
DE ONBETROUWBARE BAKKERSASSISTENT.
GEEN DRANK-, MAAR DAMESLIEFDE.
De 26-jarige bakkersknecht G. A. W. te Bussum en
vroeger in dienst bij een bakker te Heiloo, stond op 8
Maart terecht wegens eenige verduisteringen, gepleegd
ten nadeele van zijn patroon. De zaak werd aange
houden én adviseerde thans de heer Letsoher, reclas-
seeringsambtenaar te Amsterdam, een voorwaardelijke
straf. Het jongemensch is geen alcoholslaaf maar meer
een charmeur. Gevorderd werd 3 maanden voorw. met
3 proefjaren. Vonnis: confom.
Alkmaar.
ADVOCAAT EN SIGARETTEN.
Een 23-jarige winkelbediende, Simon W., residee-
rende te Alkmaar, had zich op 18 Maart zoodanig ver
geten, dat hij had weggegapt een flesch advocaat en
eenige doosjes sigaretten, een en ander ten nadeele
van den heer A. Verberne uit het bij sportsmen beken
de café aan den Westerweg. De verdachte, die blijkbaar
openbaarheid sohuwde, verzocht een behandeling met
gesloten deuren, doch aan dit verzoek kon niet wor
den voldaan. Verdachte behoorde ook tot de cliënten
van den heer Verberne, die .hij missen kon als kies
pijn. Volgens verklaring van Simon zou hij dronken
zijn geweest op het moment van zijn afdwaling en kon
hij zich niets van het gebeurde herinneren. De politie
rechter noemde verdachte en zijn kornuiten de jeunes-
ae Dorée d' Alkmaar!
De heer Wiggers zag er geen gat in en dat ls zeker
het summum van hopeloosheid. De Officier noemde 't
verschijisel vermoedelijke alcoholische kleptomanie en
FEUILLETON.
Door
HAROLD BELL WRIGHT
16.
Toen Barbara Worth zoo dicht bij Holmes stond
nij zag den weerschijn van haar jong, warm bloed on
der de lichtbruin verkleurde huid van haar wangen,
toen voelde Wiliard Holmes de machtige strooming die
er van haar persoonlijkheid uitging, even sterk en even
duidelijk als men de nabijheid van de zee speurt, of
den dampkring van de bosschen, van korenvelden en
weilanden proeft. Intusschen, dit scheen hem toch wel
de uiterste grens van het verzet tegen alle overeenge
komen zeden en gewoonten, dat dit meisje, deze ban
kiersdochter, ten aanschouwe van een leder een voor
haar volkomen vreemde zou opzoeken, zichzelve op de
openbare straat aan hem voorstellen, omringd door een
aantal hotelgasten! Ente oordeelen naar de manier
waarop zij met deze menschen sprak, zou men ze voor
haar vertrouwde vrienden gehouden hebben. H\j wist
voor het oogenblik geen ander antwoord te vinden
can: „Het is mij inderdaad bijzonder aangenaam, juf
frouw Worth. Zou ik u misschien naar de conversatie
zaal van het hotel mogen voorgaan'"
Zij zag hem een weinig verwonderd aan. „Neen,
dank u. Het is hier in de vrije lucht veel. aangenamer,
vindt u ook niet? Maar als u zoo vriendelijk wilt zijn,
moogt u mij een stoel brengen."
Zwijgend en lijdelijk gehoorzaamde hij, in het be
wustzijn dat aller oogen op hem gevestigd waren en
met een gevoel van verlegenheid om harentwil...
„Toen Texas en Pat mij vertelden dat u een van de
ingenieurs was van de expeditie die naar het Konings
dal wordt uitgezonden, verlangde ik er bijzonder naar
u ie ontmoeten. Ik begin nu werkelijk te .gelooven dat
het meenens wordt... Als ik er aan denk dat" u heel
vorderde f 30 boete of 30 dagen. Het bleek echter, dat
de Officier ditmaal op het verkeerde paard had gewed,
want Simon werd vrijgesproken.
Alkmaar.
OOK AL GEEN BEST VERTROUWENS-ADRES.
De 33-jarige slager Oorn. J. van 't H., wonende te
Alkmaar, kwam ter markt wegens eenige niet onbe
langrijke verduisteringen van geld en 2 kisten vet,
zwaar 85 kilo per stuk, een en ander ten nadeele van
den heer J. J. Nobron vethandelaar alhier. Bedoeld
vet was opgeslagen In een der koelcellen in het Ge
meentelijk Slachthuis. De onbetrouwbare vetcommis-
siormair had ook vet verkocht aan den vrachtrijder
Jan Steeman te Castricum, maar het ontvangen be
drag, f 104.25, zelf opgestreken. De feiten werden door
verdachte berouwvol toegegeven. Drankbegeerte was
het motief. De Officier releveerde, dat verdachte ver
moedelijk veel meer had verduisterd en requireerde f75
boete of 75 dagen. Vonnis f 40 boete of 40 dagen.
W i e r i n g e n.
EEN ONVRIENDELIJKE KONING DER
SCHEPPING.
De 2S-jarige zonverbande arbeider Jan B, vertoe
vende te Wieringen, had in den avond van 8 April zijn
dorpsgenoote, mej. Antoinette Brand, huisvrouw van
van den heer Wiesman. na eenig voorafgaand ir^kge-
vecht, onthaald op een Iclap in haar aangezicht. De
dame had echter die overigens onridderlijke handeling
eenigermate uitgelokt, door Jan eerst een muilpeer toe
te dienen. De juffrouw zag er trouwens zelf ook uit.
of zij voor geen klein geruchtje vervaard was. De
keetbewoner Van Hoesel had het tafereel bijgewoond
en gezien dat Jan B. op de bovenomschreven ongalan
te wyze was opgetreden, maar de dame had eerst met
een steen geslagen! De Officier wierp noodzakelijke
verdediging op en vorderde ontslag van rechtsvervol
ging. Vonnis conform.
Uitgeest.
DE LASTIGE LEURDER.
Zekere heer N. P. C. uit Heiloo, die op 3 Maart vent
te zonder vergunning te Uitgeest, verzette zich met
kracht tegen veldwachter Boraebroek. die hen zulks
wilde beletten. Eisch en vonnis 1 maand gev.
Wieringerwaa r d.
LIEFHEBBER VAN EEN HARTIG BROKJE.
De niet verschenen Gilles B. had zich op 28 Maart
schuddlg gemaakt aan diefstal van 65 stuks zoute ha
ring uit een vischkar. B. is reeds eenige malen ver
oordeeld. Eisch en vonnis 1 maand gevangenisstraf.
Heerhugowaard
STOPSEIN STRAAL GENEGEERD.
Een automobilist, met name Ar.th. Jos. K. vit Ou-
dorp, die in den nacht van 6 op 7 April werd aange
houden op den Middenweg te Heerhugowaard, door de
veldwachters Bleijendaal en Harm Visser, omdat geen
licht werd gevoerd, gaf geen acht op het gegeven stop
sein, zelfs niet op het afgevuurde revolverschot, doch
reed brutaal dcor. De politiemannen lieten zich echter
niet kisten en rustten niet voor zij den recalcitrant te
pakken hadden en brachten hem thans voor den
Rechter.
De Officier wees op het gevaar om In dergelijke
omstandigheden door te rijden, 'aangezien met het oog
op de vele plattelandsinbraken een scherpe controle
wordt uitgeoefend. Streng moet worden opgetreden en
dus requireerde de Officier 2 maanden. Vonnis 1 maand
gev.
Oude Niedorp.
MISHANDELING IN GROOTEN STIJL.
De 34-jarige landbouwer Jan Arie K. te Oude Nie
dorp. zou op 4 April zijn dorpsgenoot C. Kroon, diens
echtgenoote Johanna Brugman en voorts zekeren heer
A Bart met een stuk hout hebben afgedroogd. Ver
dachte erkende, inderdaad het echtpaar Kroon met een
stuk hout te heben bewerkt, doch ontkende zulks ten
aanzien van gezegden heer Bart. Hij beweerde voorts
in een opgewonden gemoedstoestand, ontstaan door
het optreden van zijn tegenpartij, buurman Kroon
cum suis, te hebben gehandeld. De heer Kroon werd
eerst in behandeling genomen, waarop mej. Kroon
haar man te hulp kwam. Ten slotte snelde ook Bart
ten strijde, met het hierboven gereleveerde gevolg.
Eisch f30 boete of 30'dagen. Vonnis overeenkomstig
eisch. Ik zou er graag over prakkezeere wille, opperde
de verdachte. Nu, dat mocht, 14 dagen lang!
Den Helder.
STORM ONDER DE HELDERSCHE DAMES.
Frau Wilhelmina N., de Duitsche ega van den heer
Joannis Dominicus Lohman te Den Helder, had op 14
Maart haar stad- en buurtgenoote Antje v. d. Wijk,
huisvrouw van den heer Jacob Kuiper, eenige watje-
koutjes toegediend. Dit conflict was ontstaan uit de al
of niet bestaande onvolmaaktheden der wederzqdsche
kinderen, waarnaar de politierechter, die nu niet als
kinderrechter dienst deed. niet nieuwsgierig was. Juf
frouw L.. die hem dit eens uitvoerig aan het verstand
wilde brengen, behoefde dus geen moeite te doen.
Eisch en vonnis f 10 boete of 10 dagen.
Hierop verscheen mej. K., geboren A. v d W. op htt
nog warme bankplekje, welke dame op haar beurt mej.
van New-York hierheen komt Ik heb al zooveel
gefantaseerd over de ontginning van de Woestijn van
het Koningsdal en, zooals u ziet, beschouw ik alle inge
nieurs als mijn persoonlijke vrienden."
„O, zeker." zeide hij. En het is altijd veilig en
correct „o zeker" te zeggen, vooral wanneer men iets
anders te zeggen heeft.
Zij zag hem vragend aan, openhartig, rechtdoorzee,
en er lag iets verwarrends in haar blik. Zij dacht zelve
allerminst aan de kracht die van haar persoonlijkheid
uitging en aan de bekoring waarin hij gevangen was.
„Ik denk dat u hier alles bijzonder vreemd vindt,"
zeide hij langzaam. „Ik hoorde van mijn vader dat u
nog nooit hier in het Westen geweest was en het
spreekt vanzelf dat er heel wat punten van verschil
zijn met het land waar u altijd gewoond hebt"
„Maar hqt is daarom toch heel interessant," prevel
de hij. Ook dit was een antwoord aan den veiligen kant
„Ik weet dat Abe het erg druk heeft en dat mijn
vader niet aan de Bank gemist kan worden, zoodat ik
de1 eenige ben, die zich met u kan bezig houden en"
hier glimlachte zij „ik behoor nu eenmaal niet tot
den uitverkoren kring van het Koningsdal."
Er zijn mannen en Wiliard Holmes was één van
hen die in den dienst van een groote onderneming
staan en geen andere belangen erkennen dan die
van het kapitaal dat hun werkgever is. Zyn diensten
en zijn bekwaamheid beschouwde hij als het onbetwist
eigendom van hen die ze ter wiilde van hun eigen
voordeel gekocht hadden. Zoo was he slechts natuur
lijk dat die eenvoudige woorden van Barbara hem
prikkelden. Wat bij alle duivels! bedoelde zij met
dien „uitgelezen kring van het Koningsdal"? Van dien
kring maakten alleen Greenfield en zijn vrienden deel
uit. Zijn plicht jegens zijn werkgevers bracht mede dat
dat behoorlijk werd vastgesteld.
„Het is buitengewoon vriendelijk van u," zeide hij
met een weinig meer warmte, „Om u de waarheid
te zeggen, voelde ik mij wel een weinig vreemd."
„Mij dunkt, dat u een drukkend gevcel van eenzaam
heid moet hebben. Zoudt u misschien iets voor een
ritje voelen? Ik zou u zoo gaarne eens mijn Woestijn
laten zien.'"
„Haar Woestijn!" zeide hij bij zichzelven. Daar
moest toch orde op gesteld worden.... En hij 'antwoord-
Lohman weer zou hebben geblameerd, door haar een
schoft te noemen. Ook zij ontving haar portie van de
menschelijke gerechtigheid in den vorm van f 10 boete
of 10 dagen. Gelijke monniken, gelijke kappen.
Egmond Binnen.
DE ROESTIGE BOLLENBAKER.
De 23-jarlge bollenkweeker Jacob v. d. P. uit Eg-
mond Binnen, vërscheen op 7 April jl. voor den Kan
tonrechter te Alkmaar, ter zake e$n door hem gepleeg
de overtreding, waarvan door den heer G. Minnee
procea-verbaal werd opgemaakt, bij welke gelegenheid
hy den verbalisant een leugenaar had genoemd. De
rijksveldwachter nam dit natuurlijk niet en maakte
nog eens poces-verbaal op, dat den loslippigen Eg-
mond-Binner heden voor den politierechter bracht we
gens beleediging. De zaak waarover het ging. werd
Dinsdag ln hooger beroep behandeld. Eisch f 10 boete
of 10 dagen. Uitspraak conform eisch.
Veroordeelde achtte het beter, nu maar geen mat
schudding meer te maken en deelde na eenige pourpar
Iers mede, in dit vonnis te willen berusten.
Sluiting.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 18 Juni 1933,
des morgens 10 uur.
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secreta
ris de heer A. de Ridder.
Afwezig is de heer Kamp met kennisgeving.
De notulen der laatst gehouden vergadering werden
onveranderd -vastgesteld.
MEDEDEELINGEN-
Door den Voorzitter wordt medegedeeld:
Door den heer J. Slooten, onderwijzer aan de Open
bare Lagere School te Winkel, thans in militairen
dienst, is medegedeeld, dat het hem mogelijk geweest
is, door ruiling met een anderen dienstplichtige, zijn
eerste dienstverband te bekorten tot 54 maand en
heeft verzocht zijn verlof, dat aanvankelijk was ver
led tot 31 December 1933. te doen eindigen op' 15 Juli
1933. Aan dit verzoek Is door B. en W. voldaan-
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is in
het tekort op de exploitatie van 8 woningen, gebouwd
met rijks voorschot (woningbouw) een bijdrage uit 's
Rijks kas toegekend van f 1149.76, voor het jaar 1932.'
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is in
de jaarwedde van het Agentschap der Arbeidsbemidde
ling een bijdrage uit 's Rijks kas verleend van f 30
over het jaar 1932.
In verband met het door het Hoogheemraadschap
Noordhollands Noorderkwartier voorgenomen werk aan
den Westfrieschendijk bij de Boerensluis te Lutjewin
kel, waaraan door de Gemeente een bijdrage zal wor
den verleend van 25 pet teneinde dit werk te kunnen
benutten als werkverruiming voor eigen werkloozen,
is door Ged. Staten dezer Provincie in de door de Ge
meente bij te dragen kosten een subsidie van 50 pet.
toegezegd.
Voorzitter kan nog mededeelen, dat het tijdstip van
aanvang der werkzaamheden g:.ieel vrij ls. Het ligt nu
in de bedoeling met het werk tegen den herfst aan te
vangen. Voorts wordt overwogen nog meerdere bochten
uit den Westfrieschen dijk te doen nemen, aan welk
werk eenige arbeiders uit de gemeente te werk gesteld
zullen worden.
INGEKOMEN STUKKEN.
De volgende stukken kwamen in:
Een besluit van Ged. Staten dezer Provincie, waarbij
is goedgekeurd het besluit van den Raad van 7 April
1933, tot het beleggen van overtollig kasgeld bij de
N.V. Nederlandsche Middenstandsbank.
Een bericht van den heer C. Faber te Lutjewinkel,
waarbij hij zijn benoeming tot lid van het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur aanneemt.
Een besluit van Ged. Staten dezer Provincie, hou
dende goedkeuring der begrooting dezer gemeente voor
den dienst 1933.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Van het bestuur der Gymnastiekvereniging „Sparta"'
kwam het verzoek in, om ter gelegenheid van het 50-
jarig bestaan der vereeniging een prijs te willen be
schikbaar stellen voor de ln Juli te houden wedstrij
den. Voorts wordt verzocht op 15 en 16 Juli de deelne
mers aan de wedstrijden officieel ten stadhuize te wil
len ontvangen.
B. en W. stellen voor de verzoeken in te willigen.
Aldus wordt besloten door den raad.
De volgende verslagen kwamen in:
Van den cursus van schoolvrije jeugd te Winkel over
het tijdvak 1932—1933;
Van den cursus van schoolvrije jeugd te Lutjewinkel
over het tijdvak 1932—1933;
Van den toestand der Provincie Noordbolland over '32.
Deze verslagen liggen ter Inzage voor de leden van
den raad.
Voor de ln den loop van dit jaar te houden verkie
zing van Hoofdingelanden en plaatsvervangende Hoofd
ingelanden voor het Hoogheemraadschap Noordhollands
Noorderkwartier, zal een gemachtigde moeten worden
aangewezen, om namens de Gemeente aan een even-
tueele stemming deel te nemen.
B. en W. stellen voor daarvoor weder te benoemen
den Burgemeester.
De vergadering gaat met dit voorstel accoord.
de, hartelijk, maar ook met een afgebakend plan: „Ik
zou het heerlijk vinden. Wanneer zouden wij kunnen
gaan?"
„Dan maar onmiddellijk," antwoordde zij snel.
„Daar komt Pablo Garcia aan. Ik zal hem nog een
paard laten halen." En zij riep den voorbijgaanden
Mexicaan: „Hallo, Pablo!"
De jonge man kwam snel naar haar toe. Hij bleef
staan met den hoed in de hand en zijn oogen glinster
den van trots toen zij hem opdroeg een paard voor
Holmes te gaan halen. Met een diepe buiging nam de
Mexicaan afscheid. Maar tegelijk riep onze New-York-
sche vriend: „Wacht een oogenblik!..." En tot Bar
bara de vraag: „Hebt u hem uitgezonden om een rij
paard voor mij te halen?"
„Ja, in een paar minuten kan hij terug zijn.'
„Maar de zaak is dat ik niet rijden kan-"
„Kunt u niet rijden?"... Het meisje staarde hem In
sprakelooze verbazing aan. „Ik geloof niet dat ik nog
ooit een man ontmoet heb die" niet rijden kon."
Hij laqjite goedhartig. Er was Iets in haar spreken
en doen dat zijn gevoel voor humor aangenaam aan
deed. „Het spijt mij meer dan ik u zeggen kan. Ik
weet dat het niet te pas komt..." zeide hij op den toon
van iemand die met zijn eigen vernedering den spot
drijft.
„Wij kunnen even goed met een rijtuig gaan. Ik zal
Pablo zeggen dat hij met een karretje hier komt."
De Mexicaan hoorde haar bevelen oplettend aan,
sprong op haar rijpaard en reed weg.
Kort daarna kwam de man terug met een lichte
buggy, met twee vurige paardjes bespannen. Het meis
je stapte in het rijtuig en greep de teugels alsof dat
van zelf sprak. De ingenieur nam aan haar linkerzijde
plaats. Hij begon smaak in het geval te krijgen. Het
tweespan was schichtig en wild en nam de aandacht
van Barbara geheel in beslag. Toch zag zij kans haar
zwijgenden metgezel nu en dan aan te zien, als ver
wachtte zij kenteekenen van zenuwachtigheid bij hem
waar te nemen. Wiliard Holmes was geheel vervuld
van een stille bewondering voor haar kracht en behen
digheid.
„Zij zullen wel wat kalmer worden," zeide het
meisje, alsof het haar bedoeling was haar gast gerust
te stellen. Maar aan de uiterste grens van de stad.
DE VERVOERKOSTEN VAN SCHOOL.
KINDEREN.
By besluit van Ged. Staten dezer Provincie van 10
Mei j.1. po. 152, is het besluit van den Raad dezer ge
meente van 1 November 1932, waarbij op een verzoek
van W. Klaver en P. Floris te Winkel, om bijdrage
in de vervoerkosten van kinderen van genoemde ver
zoekers naar de R.K. school in 't Veld. gemeente Nieu
we Niedorp. ingevolge artikel 13 der Lager-Onderwjjs-
wet 1920 afwijzend werd beschikt, vernietigd en opge
dragen alsnog in deze vervoerkosten bij te dragen,
resp. voor adressant Klaver f 60 en voor adressant
Floris f 50 per leerling en per schooljaar, te rekenen
echter vanaf den datum waarop het verzoek inkwam en
derhalve voor het schooljaar 19321933 vanaf 17 Octo-
ber 1932—1 Mei 1933.
Tegen deze beslissing is beroep mogelijk.
B. en W. stellen voor geen beroep tegen deze beslis
sing in te stellen en tot betaling over te gaan.
De beer. Brugman wil kenbaar maken, waarom hij
met het voorstel, om geen beroep aan te teekenen, ac
coord gaat. In een beroep ziet spreker geen baat, het
zal niets geven. Het vorig jaar heeft zich een dergelijk
geval voorgedaan. Spreker was toen stellig van mes-
ning, dat in beroep gaan gunstige resultaten zou heb
ben. Maar tegen de verwachting in, liep het ook toen
niet rond. Het beroep werd niet ontvankelijk verklaard
Op grond van die ervaring zeit spreker in dit geval
geen kans van slagen. Al is spreker het er niet mes
eens, toch gaat hij er mede accoord, om niet in beroep
te gaan.
Besloten wordt om niet in beroep te gaan en tot
betaling wordt besloten.
Door P. Floris en W. Klaver, belden wonende te
Winkel, wordt verzocht in de kosten van vervoer hun
ner kinderen naar de R.K. school in 't Veld gemeente
Nieuwe Niedorp, ingevolge het bepaalde bij artikel 13
der Lager Onderwijswet 1920, een bijdrage te verleenen
voor het schooljaar 19331934, van resp. f 50 en f 60
pe leerling en per jaar.
B. en W. stellen bij meerderheid voor op het verzoek
gunstig te beschikken.
De heer Brugman, vormende de minderheid van B.
en W., zegt op 't standpunt te staan, dat inwilliging
van een zoodanig verzoek ten plattelande onmogelijk
ls. Spreker denkt er niet aan om de consequenties te
aanvaarden. Wij, aldus de heer Brugman, kunnen de
toestanden op 't platteland beter beoordeelen dan de
heeren in de groote steden. Een dusdanige regeling is
zeer funest Daarom kan spreker met 't voorstel van
de meerderheid van B. en W. niet meegaan.
De voorzitter merkt op, dat het schrijven van God.
Staten zóó klopt dat 't hier zal blijven een vechten
tegen den bierkaai. De regeling is spreker verre van
sympathiek, maar de wet zal uitgevoerd moeten wor
den. Spreker ls er dan ook voor, om op 't gedaan
verzoek toestemmend te besluiten. De raad is tot ver
zet machteloos. De aangewezen weg is om te trachten
bij den onderwijsraad een wijziging In de wet te krty-
gen. Een algemeene actie dient dan gevoerd te worden.
Wat dit verzoek betreft, Voorzitter zei het reeds, zal
men 't beste doen, gunstig te beschikken.
De heer Dekker wil zijn principieel standpunt niet
kenbaar maken. Wanneer hier afwijzend beschikt
wordt, zal slechts de kwestie worden uitgesteld. In
derdaad is 't 'n vechten tegen den bierkaai. We moeten
ons. aldus spreker, op een ruim standpunt stellen en
tot de erkenning willen komen, dat de betrokken
oudera vrij zijn te zeggen waarheen ze hunne kinde
ren wenschen te zien onderwezen. De groote fout In
de regeling is, dat geen grens is gesteld van het door
gemeenten bij te dragen bedrag.
Berekeningen hebben aangetoond, dat de bedragen in
vele gevallen de krachten der gemeenten verre te bo
ven gaan. De verplichting, een belangrijke som te
moeten uittrekken voor enkele kinderen, juist in deze
moeilijke dagen, noemt spreker een aanklacht tegen
de verzoeken.
Noodgedwongen zal spreker met 't voorstel van B.
en W. meegaan, wetend dat er niet aan te ontkomen is.
De heer Brugman is 't met den Voorzitter eens, dat
men moet ageeren tegen deze wetstelling. Maar. zegt
de heer Brugman, wij, als raadsleden, zijn hier geroe
pen om een verzoek te behandelen en er een besluit
over te nemen. Het betreft hier geen H.B.S., Gymna
sium of soortgelijke Instelling, die in de gemeente niet
wordt aangetroffen. Het gaat hier om 't lagere onder
wijs op een gemeentelijke instelling.
Er moet geoordeeld worden over 't al of niet ver
strekken van vergoedingen en reiskosten. Het kan niet
gevergd worden, dat men „ja" zegt als men .meen'*
meent. En zoo is 't hier. Men moet „Ja" zeggen, maar
neen" wordt gemeend.
De Voorzitter herhaalt: We dienen de onderwijswet
uit te voeren. Wanneer men 't er niet mee eens is,
dient getracht te worden deze wet gewijzigd te krij-
jen, zoolang echter geen wijziging ls aangebracht,
moet men meegaan.
De heer De Veer zegt zich gemakkelijk te kunnen
indenken, dat R.K. ouders hun kinderen niet naar de
openbare school willen zenden. Ze kiezen die onder
wijsinrichting, die met hun godsdienst verwant is; Men
moet een ieder daarin vrij laten.
De heer Brugman is 't daarmee niet geheel eens. De
openbare lagere school is de Staatsschool, waarop een
ieder onderwijs kan genieten. Maar nu is versnippe
ring aan de orde. De gemeenschap, een ieder, zonder
uitzondering, die belasting betaalt, moet bijdragen
om kinderen naar een bijzondere school te kunnen lap
ten gaan. Spreker zegt een vurig voorstander te zyn
van volksonderwijs en blijft strijden voor de openbare
lagere school.
waar de rijweg dicht langs den spoorweg loopt, bleek
een rangeerende machine te machtig voor het opge
wonden tweespan. Eer men het voorzien kon, waren de
verschrikte dieren in razende vaart op weg naar de
Me sa. Met inspanning van al haar krachten deed Bar
bara haar best het gezag weer ln handen te krijgen,
maar haar armen waren niet meer dan de armen van
een vrouw en de paarden, in het besef van hun meer
derheid. legden hun ooren langs den nek en reden
met verdubbelde snelheid voort.
Zij was niet bang, zij voelde zich alleen geërgerd
door het gevalIk ben bang dat zij op hol zullen
slaan," zuchtte zij op het laatst.
Tot haar niet geringe verwondering was een harte
lijke lach het eenige antwoord op haar verzuchting.
Zij keek haastig over haar linker schouder. Haar met-
7ezel lag achterover geleund en zijn vroolijk gezicht
sprak van niets dan onvermengd genoegen.
Toen voelde zij den druk van een zwaren, stevigen
schouder, twee lange krachtige armen strekten zich
over haar heen en twee ontzagwekkende gesloten vin
gers... Zij ontspande haar vingers en schoof zijwaarts
met een zucht van verlichting... maar ook met een
blik vol bewondering, toen de paarden na nog enkele
wilde sprongen en vruchtelooze pogingen er opnieuw
vandoor te gaan, zich eindelijk schikten in een ver
standig tempo.
„Waarom hebt u mij niet gezegd dat u mennen
kunt?" vroeg zij. t
Hy lachte veelbeteekenend, want hij had de reden
begrepen die haar bij het afrijden bewogen had de teu
gels ln handen te nemen. ,.U hc&t er mij ,nlet naar
gevraagd en lk stelde er mij bovendien een genoegen
van voor u te zien mennen."'
„Maar u zei mij toch dat u niet kon rijden," telde
zij verwijtend.
„Dat kan ik ook niet," antwoordde hij. „Dat wil
zeggen, dat ik het nooit gedaan heb, tenminste ,niet
wat men ln deze streek daaronder verstaat." Toen
lachte hij weer. ,Zeg nu eens eerlijk. Verwaohtte u
niet dat ik uit het rijtuig zou springen?"
„Ik heb niets te bekennen," atwoordde zij kortaf.
,.Tk zal voortaan uw woorden heel precies wegen."
Wordt vervoigd.