Barbara Worth
Radioprogramma
WIER1NGEN
D.E.T.V.
Spoedelschen.de vergadering van de Visechersvereen!-
ging D.E.T.V. op j.I, Zondagmiddag in café Scheltus
te Hippolytushoef.
Punt van behandeling: „Wijziging omtrent de bepa
lingen betreffende vaststelling geldelijke steunrege
ling".
De opkomst was buitengewoon groot; ongeveer 200
belanghebbenden zijn aanwezig.
De voorzitter, de heer J. J. Tijsen, opende de ver
gadering en sprak de aanwezigen hartelijk welkom
toe. In het bijzonder werd welkom geheeten Burge
meester L. C. Kolff, en hem werd dank gezegd voor de
moeite, hier op Zondagmiddag aanwezig te zijn.
De bedoeling van deze vergadering is, om de vis
schers in kennis te stellen van de nieuwe steunrege
ling als hiervoren gemeld. Burgemeester Kolff heeft
de vergadering bezocht van onderscheidene Zuider-
leegemeenten, waarbij ook tegenwoordig was de Di
recteur-Generaal der Commissie. De nieuwe steunrege
ling is daar behandeld en omdat spr. en de secretaris
onzer vereeniging nog niet genoegzaam daarmede be
kend zijn, zal Burgemeester Kolff de nieuwe regeling
behandelen en zoo mogelijk toelichtingen geven. Spr.
hoopt dat de gewijzigde regeling ten gunste mag zijn
van onze visschers en hoopt dat de vergadering orde
lijk zal verloopen. Spr. verklaart met deze uiteenzetting
de vergadering voor geopend en geeft het woord aan
Burgemeester Kollf. Deze spreekt zich als volgt uit:
Men spreekt over afsluiting van de Zuiderzee, doch
men had voor Zuiderzee beter kunnen zeggen IJsel-
meer, om de eenvoudige reden, dat in de betreffende
bepalingenen alleen sprake is van het IJselmeer en
niet van andere afgesloten gedeelten, welke vroeger
ook tot de Zuiderzee behoorden, zoo oa het Amstel-
meer. De wijziging is in een circulaire vastgelegd,
welke wordt behandeld.
Bij de vaststelling van het bedrag van de geldelijke
tegemoetkomingen, als bedoeld in art. 13 der Z.Z.-
steunwet, speelt het werkelijke of geschatte inkomen
uit eigen bedrijf of uit loondienst van de belangheb
benden een voorname rol.
Voor een zeer groote groep van belanghebbenden,
welke in het genot zijn van een geldelijke tegemoet
koming, als hier bedoeld, t.w. de Zuiderzeevisschers en
hunne knechten, welke thans de visscherij op het
IJselmeer uitoefenen, is het zeer bezwaarlijk het in
komen vast te stellen of te schatten.
Indien steeds op den juisten tijd de juiste gegevens
omtrent de netto-inkomsten van de visschers ter be
schikking zouden staan, zouden zich daarbij uiteraard
weinig of geen moeilijkheden voordoen, doch dit te
bereiken moet practisch niet mogelijk worden geacht.
Het is u bekend, dat er in het afgeloopen jaar peri
oden zijn geweest gedurende welke de geldelijke tege
moetkoming werd berekend naar een zoodanig bedrag,
als overeenkomende met een inkomen uit de Zuider-
zeevisscherij van nihil. Wanneer dan later bekend
•werd, dat in strijd daarmede de visschers toch nog
zekere verdiensten hadden en op grond daarvan tot
verlaging van de geldelijke tegemoetkoming werd over
gegaan, werd van de zijde der belanghebbenden vrij
wel steeds onmiddellijk erop aangedrongen, dezen
maatregel ongedaan te maken, daarbij wijzende op de
onvoldoende geldelijke uitkomsten. Bij onderzoek bleek
dan veelal dat de daarbij aangevoerde argumenten in
het algemeen niet ongegrond waren. Immers de vis
schers oefenen met steeds wisselende resultaten hun
bedrijf uit. zoodat het kan gebeuren, dat degenen,
voor wie de geldelijke tegemoetkoming werd ingetrok
ken, met het oog op de voldoende bedrijfsuitkomsten,
op het tijdstip, waarop deze intrekking tot uitvoering
kwam, juist een zeer ongunstig resultaat te boeken
hadden.
In daartoe leidende gevallen werd dan aan de be
zwaren van de visschers voldaan en de oude toestand
hersteld, resp. de geldelijke tegemoetkoming naar een
gewijzigden grondslag berekend.
Het ligt voor de hand, dat een dergelijken gang van
zaken onder de belanghebbenden een sfeer van on
zekerheid schept, althans niet bevorderlijk is voor een
rustig verloop van de liquidatie van het Zuiderzee-
visscherijbedrijf.
Het bezwaar, verbonden aan het steeds weer als het
ware opnieuw vaststellen van de netto-inkomsten uit
de visscherij op de afgesloten Zuiderzee, zal ongetwij
feld ook aandacht hebben gehad. Om dit bezwaar 'nu
te ontgaan, stel ik mij voor, deze inkomsten voortaan
voorloopig voor een tijdvak van 1 jaar, te rekenen
vanaf 1 Juli a.s., vooraf te schatten, zoqwel voor de
visschers als voor de visschersknechts. Deze inkomsten
zullen worden geacht te worden verkregen gedurende
14 achtereenvolgende weken, aanvangende 2 Juli 1933
en gedurende 6 achtereenvolgende weken, aanvangende
15 Mei 1934 en gesteld worden op gemiddeld f 5 per
Week voor den schipper en op f 7 per week voor den
visschersknecht. Ten aanzien van de overige weken van
het jaar wordt dan aangenomen, dat de inkomsten
uit de visscherij op den afgesloten Zuiderzee gelijk rijn
aan nihil.
Het komt dus daarop neer, dat het inkomen, uit de
uitoefening van de visscherij op de afgesloten Zuider
zee voor 1 jaar wordt geschat op f 100 voor den schip
per en op f 140 voor een knecht. Het verschil in de
schatting van het bedrag der inkomsten uit de vis-
FEUILLETON.
Door
HAROLD BELL WRIGHT
11.
De weken gingen langzaam voorbij, en, wat aan zulk
een werk onafscheidelijk verbonden is, de karakters
werden op de proef gesteld. De maatschappelijke vormen
die in het dagelijksche leven zoo menig gebrek plegen te
bedekken, vielen ter aarde. Goedbedoelde en nuttige
gebruiken werden afgeschaft. Men stond van aange
zicht tot aangezicht tegenover ongebreidelde natuur
krachten. Alles verdween, behoudens de kracht en de
zwakheid van den persoon. Bij sommigen bleek een
onvermoeid vermogen tot ontbering aanwezig te zijn
dat alle moeilijkheden zonder aarzeling verdroeg,
een blijmoedige opgewektheid die de angstwekkende
eindeloosheid van de taak tegenlachte, een geest
kracht die met alle tegenspoeden den spot dreef en
een moed die glimlachte in het aangezicht van den
dood. Zij waren het behoud van de expeditie. Anderen
werden naargeestig, oproerig en twistziek, zij moes
ten in bedwang worden gehouden, geleid door den
Profeet, geholpen door Abe Lee. Sommigen werden stil
en humeurig, enghartig en bang, moesten worden
opgemonterd en opgefrischt. Weer anderen die kregel,
norsch, lichtgeraakt en kleinmoedig werden, het was
zaak hen ernstig terecht te ijzen of gemoedelijk met
hen te spreken. Sommigeh bezweken en vielen neer
aan den kant v.an den weg. Zij werden teruggezonden
en de gelederen sloten zich nauwer aaneen.
Maar het werk, het werk stond nimmer stil.
Voor Willard Holmes was dit leven een langzame
foltering, een openbaring en een opvoeding tevens. Hij
voelde zich beroofd van al wat hem tot dusver ten steun
in het leven was geweest, overleveringen van zijn
geslacht, maatschappelijke stand, invloedrijke vrienden,
verstandelijke meerderheid, levenservaring in de wereld
waarin hij gewoon was te verkeeren. Dit alles was vol
komen waardeloos in den Palm van Gods Hand. Lang
zaam leerde hij beseffen hoe betrekkelijk de waarde
scherij tussche.n schipper en knecht is gegrond op de
overweging, dat de schipper aan de instandhouding van
vaartuig en vischwant soms belangrijke uitgaven moet
ten koste leggen, hetgeen vooral bij lagere besommin
gen zijn werkelijke verdienste geringer doet zijn dan
die van den bij hem in het bedrijf zijnden knecht.
Het wil mij voorkomen, dat deze schatting voor de
belanghebbenden alleszins aanvaardbaar is en dat het
meerendeel tot deze regeling gaarne zal toetreden.
Immens, zouden er belanghebbenden zijn, die meenen
daarmede niet aocoord tc kunnen gaan, dan wil dit
zeggen, dat zij zich zelf niet in staat achten om door
de uitoefening van de visscherij op de afgesloten Zui
derzee f 100 per jaar te verdienen. Wanneer dit in
derdaad het geval zou rijn, dan is het beter, dat deze
zich uit het visschersbedrijf terug trekken. Indien zij
er dan naar streven om op andere wijze door aanwen
ding van eigen arbeidskracht in hun onderhoud te
voorzien waartoe zij overigens gehouden zijn om
voor steun in aanmerking te kunnen komen dan
zal het hun allicht mogelijk zijn een hooger bedrag
dan f 100 per jaar te verdienen.
De hiervoren uiteengezette regeling zal als volgt ten
uitvoer worden gebracht:
Sedert 1 Juli 1932 moeten de visschers voorrian rijn
van een vergunning om de visscherij op de afgesloten
Zuiderzee, nu deze binnenwater is geworden, te kun
nen uitoefenen. Deze vergunning, welke desgevraagd
verleend werd aan iederen visscher, die op voormelden
datum in het bezit was van een consent, en welke
verkregen werd door nagenoeg alle voormalige Zuider
zeevisschers, loopt af met 1 Juli a-s.
Ik meen te mogen aannemen, dat zonder meer nage
noeg alle visschers ook weer een vergunning deze
wordt kosteloos verstrekt voorh et tijdvak van 1
Juli 1933 tot 1 Juli 1934, zullen aanvragen.
Wordt deze aanvrage ingewilligd, en aan hen door
den Ontvanger der Registratie en Domeinen een ver
gunning tot uitoefening van de visscherij op de afge
sloten Zuiderzee uitgereikt, dan wordt aangenomen, dat
zij niet meer in de termen vallen om een geldelijke
tegemoetkoming, als bedoeld in art. 13 van de Zuiden
zeesteunwet te ontvangen, tenzij belanghebbenden toe
treden tot een regeling, als hierbedoeld, welke in
houdt, dat voor hen het inkomen uit de visscherij op
de afgesloten Zuiderzee wordt geschat op een wijze
als hiervoren aangegeven. Zij zullen hunne bereidheid
daartoe uiterlijk 8 dagen voor 1 Juli a.s. aan den
Rijksdienst tot Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet,
moeten kenbaar maken, hetgeen kan geschieden door
invulling en onderteekening van een verklaring. Deze
verklaringen zijn in een beperkt aantal hier ter ver
vergadering aanwezig en voorzoover hier niet aanwezig
zijn ze verkrijgbaar bij den Administrateur van het
Arbeidsbemiddelingsbureau, den her Kaaijk, alhier.
Wordt daarentegen door belanghebbenden geen ver
gunning aangevraagd, dan wordt aangenomen, dat zijn
inkomen uit de visscherij op de afgesloten Zuiderzee
nihil bedraagt, met welke omstandigheid rekening zal
worden gehouden bij de vaststelling van het bedrag
der aan hem te verleenen geldelijke tegemoetkoming.
Hierbij zij opgemerkt, dat degenen, die zonder een
vergunning de visscherij op de afgesloten Zuiderzee
uitoefenen, in overtreding zijn van de Visscherijwet,
waarop door de Visscherij-Inspectie zal worden toe
gezien. Onverminderd de straffen, welke een gevolg
zijn van overtreding van de Visscherijwet, zal de gel
delijke tegemoetkoming van hen, die zonder vergun
ning de visscherij op de afgesloten Zuiderzee uitoefe
nen, onmiddellijk worden ingetrokken.
Het is dus van groot belang, dat de belanghebben
de, alvorens hij een aanvrage indient ter verkrijging
van een vergunning tot uitoefening van de visscherij
op de afgesloten Zuiderzee, nauwkeurig weet, op welke
wijze dan zal worden gehandeld met betrekking tot de
vaststelling van de inkomsten uit die visscherij voor
de berekening van de te verleenen geldelijke tegemoet
koming.
Deze regeling is dus als volgt:
1. De inkomsten uit de visscherij op de afgesloten
Zuiderzee worden voor den schipper geschat op f100
voor het geheele jaar en wel gedurende 14 achtereen
volgende weken, aanvangende 2 Juli 1933 en 6 achter
eenvolgende weken, aanvangende 15 Mei 1934 op f 5 per
week en voor den knecht gedurende de zelfde tijdvak
ken op f 7 per week en voor de overige weken nihil,
dus voor het geheele jaar f 140. Wanneer 2 schippers
samen op 1 schip varen, dus schippers welke beiden
een bedrijf uitoefenen, doch 1 schip gebruiken, geldt
het voor ieder f 5 per week. De eene schipper vaart
dan dus wel voor knecht, doch wordt gerekend schip
per te zijn.
2. De schipper zal aan den knecht of aan de knech
ten, met welke hij de visscherij uitoefent, voor zoover
zij belanghebbenden zijn in den zin van de Zuiderzee
steunwet, gedurende de sub 1 genoemde eerste 2 tijd
vakken, aanvangende 2 Juli 1933 en 15 Mei 1934, een
loon uitkeeren van tenminste f 7 per week.
3. De schipper verplicht zich om op te geven den
naam of de namen van den knecht of de knechten,
met welke hij de visscherij uitoefent en ingeval deze
zijn dienst verlaat of veiiaten, is hij gehouden om hem
of hen ten genoegen van den Rijksdienst te vervangen
door een andere of anderen, ook belanghebbenden in
den zin van de Zuiderzeesteunwet en aan hem of hen
eveneens een loon uit te keeren, als onder 2. vermeld.
Tot zoover de inhoud der circulaire met toelichting.
Applaus.
De regeling blijft dus zoo die is, doch niet voor
hen, die buiten het IJselmeer visschen. Zooals de toe
van al deze dingen is. Wat was New York ver weg!
Hij voelde dat hij zonder genade naar een andere wereld
verbannen was. Menigmaal bespeurde hij een aanvech
ting het werk er bij neer te gooien en te vluchten met
de andere deserteurs, maar het roode bloed in zijn ade
ren kwam daartegen op. Zijn aangeboren fierheid en de
herinnering aan het meisje dat hoopte dat hij de taal
van het land zou leeren verstaan, verleenden hem
de kracht vol te houden.
Eens waagde hij het met den Ohef, in hopelooze
stemming, te spreken van de klaarblijkelijke onmoge
lijkheid dit ontzettende land ooit in een woonstede voor
menschen te veranderen. En de Profeet, die zijn kracht
putte uit rijn droomen, had hem zwijgend aangestaard,
totdat hij heenging met een blos van schaamte op zijn
wangen en in zijn oogen een eerbiedige hulde aan den
lieder die allen met moed bezielde. Toan dacht de New-
Yorksche ingenieur wederom aan zoo menig woord dat
Barbara Worth tot hem gesproken had.
Toen het doode aas in de waterbron werd aangetrof
fen, de eenige bron, die voor de eerstvolgende twee
dagen aan hun weg lag, en Holmes bijna in zwijm
viel bij den walgelijken aanblik, toen was het Texas
Joe die hem bemoedigde met de opmerking, getint met
een weinig wijsgeerige berustig en ten beste gegeven na
het genot van een diepen teug van het lauwe, verpeste
water: „Het is niet zoo erg als u misschien denkt, mijn-
heef Holmes, wanneer maar eenmaal uw reukorganen
een weinig aan dezen nieuwen geur gewend zijn. Er
zijn zelfs kenners, die het boven de beroemdste buiten-
landsohe merken verkiezen..."
Toen een Mexicaan een gruwelijken dood gestorven
was tengevolge van een beet van een ratelslang en Hol
mes aan hetzelfde lot alleen ontkomen was door de
spoedige hulp en de zaakkundige kennis van Abe Lee,
toen was de bescheiden glimlach van den opzichter
hem een aansporing voet bij stuk te houden.
En toen hij later onafgebroken drie dagen lang aan
een zandstorm had blootgestaan, en dientengevolge
zijn brood met spek tusschen zijn tanden knarste en
oogen en zijn hoofd als kolen vuurs gloeiden, toen hij
zijn eeuwig rielheil met genoegen voor een bad zou
hebben verkocht en in allen ernst begonnen was zijn
eigendommen bijeen te zoeken om met den eerstvertrek-
kenden wagen naar de stad terug te keeren toen was
het Pat, die met al de vindingrijkheid van een Ierschen
duivelstoejager als zijn kamenier optrad, zooals de man
het noemde, totdat hij eindelijk weer moed schepte en
besloot dan maar liever te blijven.
stand was, was niemand zeker wat hij kreeg van den
rijksdienst. Deze nieuwe regeling ls uitsluitend om
rust te verkrijgen in de uitkeering, zegt spr.
De heer M. Kooij vindt het niet wenschelijk die
visschers uit te sluiten, welke ook aan den Noordkant
van den Afsluitdijk visschen; een massa zullen in het
IJselmeer niet aan hun besomming toekomen. Spr.
wil voorstellen voor Wieringen een uitzondering te
vragen.
Over dit punt wordt heel wat over en weer gespro
ken, totdat wordt besloten alsnog te vragen de 20
weken als hiervoor omschreven, te stellen op 10 weken.
De directeur van den rijksdienst zal hierover mor
gen worden opgebeld.
Of er kans van slagen is, betwijfelt voorzitter, om
reden de regeling reeds is goedgekeurd door den Mi
nister.
Verschillende aanwezigen gaan over tot teekening
der verklaring, dat men voor de nieuwe regeling in
aanmerking wenscht te komen.
De plaatselijke commissie Zuiderzeesteunwet te Wie
ringen adviseerde om de volgende vragen te stellen:
1. Visschen op afgesloten Zuiderzee en benoorden
den Afsluitdijk wordt dit toegestaan? (Antwoord:
Wordt toegestaan).
Zoo ja, hoe wordt dan de regeling toegepast voor
visschers, die dagelijks aan belde kanten van den Af
sluitdijk hun bedrijf uitoefenen? (Antwoord: Er wordt
rekening gehouden met de inkomsten uit het bedrijf
ten noorden van den Afsluitdijk).
2. Als visschers toegetreden zijn tot de regeling en
ze gaan dan een klein of groot gedeelte van het jaar
de Zuiderzeevisscherlj verlaten, omreden ze meer kun
nen verdienen in een ander bedrijf, als los arbeider
of iets dergelijks, worden ze dan weder onder art. 13
gerangschikt? (Antwoord: Daar wordt rekening mede
gehouden).
3. Zij, die geen vergunning voor de afgesloten Zui
derzee aanvragen, welke regeling geldt daarvoor?
(Antwoord: Voor hen blijft de oude regeling van
kracht).
4. Belanghebbenden, die geen consent hebben over
1932, omreden ze toen bij de Zuiderzeewerken of andere
bedrijven werkzaam waren, kunnen die ook nog in
aanmerking komen voor de afgesloten Zuiderzee?
(Antwoord: De mogelijkheid bestaat hiervoor wel).
5. Vele visschers zijn niet in het bezit van een ver
gunning 1932 voor de afgesloten Zuiderzee, doch heb
ben wel een consent 1932Komen die ook in aanmer
king voor vergunning 1933—1934. (Antwoord: Zij, die
een consent hebben van 1932 komen wel in aan
merking).
6. Moeten de knechts juist belanghebbenden zijn?
(Antwoord: Is niet verplichtend, doch de rijksdienst
stelt er prijs op dat zij dit zijn).
Ingekomen stukken.
Als antwoord op het verzoek van pachters der Wier
waarden, om vermindering der pachtsom boven 40 pet.,
welke vermindering reeds is toegestaaji, is ingekomen
een schrijven met vermelding dat de sterfte van het
zeegras geen gevolg blijkt te zijn der afsluiting van de
Zuiderzee. In verschillende andere landen komt ook
die sterfte voor. Alzoo wordt geen meerdere pachtver-
mlndering toegestaan.Een zoo groot mogelijke clementie
zal worden verleend zonder renteberekening. De be
trokken personen zijn een heel andere meening toege
daan. doch op het verzoek is afwijzend beschikt
Van de vereeniging van Vreemdelingenverkeer (V.V.V.)
alhier is een schrijven ingekomen over subsidieaan
vrage over 1933. Het bestuur stelt voor f 10 subsidie te
geven voor 1933. wat door de vergadering wordt aange
nomen.
De heer D. Tak es vraagt inlichtingen over het
plaatsen van een paalscherm bij den sluis, waarna voor
zitter overgaat tot sluiting der vergadering.
Opnieuw noodweer boven Italië
Het regent visschen.
Rome, 17 Juni (V.D.) Het buitengewoon slechte
weer in Italië houdt aan. Ook gisteren en heden heeft
het overal sterk geregend, waardoor bij Genua over
stroomingen plaats vonden. In de kleine plaats Porto
Viro aan den Adriatischen zee, heeft de bevolking met
de grootste verbazing waargenomen dat het gedurende
de hagelbuien visschen regende. De verklaring van dit
wonderlijke natuurverschijnsel ligt hierin, dat kort te
voren aan de kust een waterhoos had plaats gehad,
waardoor de visschen in de lucht waren gezogen.
Auto met SA-lieden verongelukt
Aanhangwagen losgelaten
Zondag is op den straatweg van Senftenberg naar
Calau een vrachtauto met S.A.-lieden uit Senftenberg
en omgeving, die op weg waren naar Frankfurt aan den
Oder, verongelukt, doordat een aanhangwagen, die aan
de vrachtauto was gekoppeld, plotseling losliet, waar-,
door hij omstortte en de inzittenden er onder terecht
kwamen. Een hunner werd gedood, terwijl tien anderen
min of meer ernstig gewond naar het dichtstbijzijnde
ziekenhuis moesten worden overgebracht
Zoo begon zijn geest allengs ontvankelijk te worden
voor de roepstemmen die uit het maagdelijk land tot
hem kwamen. Meer en meer ontwaakte in hem de lust
tot verovering, de trots op de toegewezen taak. De geest
van zijn voorvaderen die zoo lang gesluimerd had,
werd vaardig over hem als hij een glans opving van het
visioen dat den Profeet bezielde, of misschien was het
nog meer het visioen dat zijn werkgevers, James Green-
field en consorten verlokt had.
Hij was nog niet aan alle zelfzucht afgestorven, maar
ook dat zou eenmaal wellicht komen.
Gedurende al die moeilijke dagen wist Jefferson
Worth met dezelfde zorgvuldigheid zijn evenwicht te
bewaren, waardoor hij zich ook in huis onderscheidde.
Zelfs de woestijnzon die het aangezicht van zijn metge
zellen zoo grondig brandde en schroeide, kon de grijze
bleekheid van dat maskerniet aantasten. Geen hinderlijk
ongeval, geen onvoorziene moeilijkheid was in staat hem
een uitroep af te dwingen of den afgemeten klank van
zijn kleurlooze stem te wijzigen. Hij scheen alles te
aanvaarden, als had hij het al vóór lang voorzien en
overwogen. Den éénen dag na den anderen doorkruiste
hij het land en bleef daarbij binnen het bereik van de
veelvuldige kampementen. Hij stelde zich op de hoogte
van alle bijzonderheden van het werk, onderzocht de
bodemgesteldheid, had een open oog voor alle omstan
digheden, zat met den Profeet over kaarten en bereke
ningen gebogen, onderwierp begrootingen aan een
nauwgezet onderzoek en nam ten slotte een werkzaam
aandeel in de bijeenkomsten van de leiders. Maar nie
mand was het ooit gelukt te ontdekken, wat er achter
die blauwe oogen omging die alles zonder eenige moei
te waarnamen, maar tegelijk als een gesloten gordijn
dienst deden.
Voor allen was hij de zichtbare vertegenwoordiger
van die onzichtbare macht die hen in beweging had
gebracht. Hij was het vleeschgeworden kapitaal en geld
en zakenleven. Zij zagen in hem een wezen uit een
andere wereld. In zijn tegenwoordigheid werd de lach
gesmoord en alle scherts verbannen. In stilte wachtte
men af dat hij het woord zou nemen. Wanneer hij met
hen sprak, antwoordden zij in volle aandacht en met
gedempte stem. Zij schenen het bewustzijn met zich om
te dragen dat hun woorden op een goudschaal gewogen
werden. Allen, hoofd voor hoofd, blaakten zij van geest
drift voor hun werk, maar evenzeer waren zij doordron
gen van de waarheid dat hun werk onmogelijk zou zijn.
wanneer het niet gesteund werd door de machten die
Jefferson Worth vertegenwoordigde.
Inboorlingen-opstand.
In Portogeesch Angola. 8000 krijgslieden
trachten de Europeesche kolonisten te
overweldigen.
V.D, verneemt uit Lissabon:
Volgens hier ontvangen berichten bevindt zich de
oorlogszuchtige stam der Mocskoeben in het achterland
van de provincie Mossamedes in Portugeesch Angola,
(Afrika) in opstand tegen de Portugeesche autoriteiten
Zij trachten de Europeesche kolonisten te overweldigen
De stam bestaat uit 8000 krijgslieden, die gewapend zijn
met moderne geweren. De Portugeesche ambtenaren,
die in de dorpen der inboorlingen wilden binnendringen,
werden vermoord. De Moeskoeben hebben geheele dop
pen in brand gestoken, geplunderd, andere inboorlin
gen neergeschoten en kudden vee weggedreven. De
Europeesche kolonisten verlangen, dat onmiddellijk troe
pen tegen de opstandelingen worden afgezonden.
WOENSDAG 21 JUNI.
HILVERSUM (296 M.)
VARA.: 8.00 GramofoonmuriekV.P.R.O.: 10,00 Morgen
wijding; VARA.: 10,15 Uitzending voor de arbeiders in
de continubedrijven; 12.00 Orgelspel door Cor Steijn;
12.30 Klein-Orkest o.l.v. Hugo de Groot; 1.00 De Notenr
krakers o.l.v. Daaf Wins; 1.45 Zenderverzorging: 2.00
Vrouwenuurtje; 3.00 Voor de kinderen; 5.30 De Fliere
fluiters; 6.15 Gramofoonmuziek; 6.30 Jan van Zutphem:
„Offert voor Zonnestraal"; 6.40 Orgelspel door Joh.
Jong; 7.00 Actueel allerlei uit de Arbeidersbeweging;
7.20 Moderne chansons; 7.40 „De Vakbeweging1; 7.59
Herhaling S.OB.-berichten; 8.00 Vaz Dias; 8.10 Gra
mofoonmuziek; 8.30 .Het wereldhart", hoorspel, be
werkt door Martien Beversluis, op te voeren door het
VARA-tooneel, orkest en 9olisten; 9.30 Varia; 9.35
Marschmuriek9.50 VARA-Orkest; 10.30 Gramofoon-
platen; 10.45 Orkest; 11.30 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (1875 M.)
N.C.R.V.: 8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gramo
foonmuziek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Trio v. d. Horst
12.00 Politieberichten; 12.15 Orgelconcert; 1.00 Gramo
foonmuziek; 1.15 Concert; 2.00 Zenderverzorging; 2.30
Voor Jeudige postzegelverzamelaars; 3.00 Concert 5.00
Kinderuurtje; 6.00 Lezing; 6.30 Onderwijsfonds voor da
Binnenvaart; 7.00 Politieberichten; 7.15 Ned. Chr.
Persbureau; 7.30 Causerie: .Het vervaardigen van een
kampeertent door amateurs"; 8.00 Beiaardspel door
Ferd. Timmermans; 900 Lezing; 9.30 Orgelconcert;
10.30 Vaz Dias; 10.40 Gramofoonmuziek.
LUXEMBOURG (1191 M.)
7.00 Gramofoonmuziek; 7.45 Weeroverzicht; 7.50 Sym-
phonisch concert: 8.30 Causerie; 8.40 Lichte gramo
foonmuziek; 9.10 Idem; 9.55 Dansmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Concert door Zigeunerorkest: 5.20 Dansmuziek;
7.05 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert; 9.20 Idem.
KALUNDBORG (1154 M.)
12.20 Strijkorkest; 320 Gramofoonmuziek; 3.50 Orkest:
8.20 Operetteconcert; 10.40 Symphonie-orkest; 11.25
Dansmuziek.
BERLIJN (419 AL)
4.50 Concert; 5.15 Popailair concert; 10.20 Dansmuziek.
HAMBURG (872 M.)
11.50 Concert; 1.35 Gramofoonmuziek; 2.30 Idem; 4.20
Concert; 10.20 Populair concert,
KONIGSWUSTERHAUSEN (1635 AL)
12.20 Mandolinemuzlek2.20 Gramofoonmuziek; 4.20
Concert; 625 Idem; 920 Gevarieerd programma: 1120
Concert
LANGENBERQ (472 M->
1220 Populair concert: 1.20 Concert; 450 Vespercon
cert; 10.45 Dansmuziek.
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Orgelconcert; 1.05 Concert; 1.50 Gramofoonmu
ziek; 3.50 Idem; 5.05 Orgelcocnert; 10.00 Bachconcert;
11.20 Dansmuziek.
PARUS EUTEL (1445 AC.)
8.50 Concert oJ.v. Ed. Flament.
PARIJS-RADIO (1725 At.)
12.35 Concert door het Omroeporkest; 12.50 Orgel
concert; 125 Concert; 9.05 Gramofoonmuziek.
MILAAN (881 AL)
8.50 Radiotooneel.
ROME (441 AL)
9.05 Opera-uitzending.
WEENEN (517 AL)
10.55 Dansmuziek.
WARSCHAU (1412 M.)
9-35 Kamermuziek; 10.00 Gramofoonmuziek; 11.40
Dansmuziek.
BEROMUNSTEK (460 AL)
5.50 Populair concert; 7.30 Omroeporkest; 9.30 Concert.
Het is dan ook waarlijk geen wonder dat er dien
avond een diepe ontsteltenis in het hoofdkwartier
heerschte, toen Pat, met de muts in de hand in de
tent van den profeat verscheen met een: .Jk vraag ex-
cuur mijnheer."
„Wat is er aan de hand, Pat?" vroeg de Profeet en
aller oogen waren gevestigd op den Ier, wier men het
kon aanzien dat hij de brenger van een zeer bijzondere
tijding was.
„Ik kwam u maar vragen, mijnheer, of iemand ook
bij toeval mijnheer Worth heeft gezien?"
Alle hoofden sohudden ontkennend.
„Was hij dan niet bij het avondeten met de andere
heeren
„Neen, wij hebben hem niet gezien," antwoordde de
Profeet. „Maar het gebeurt wel eens meer dat hij niet
op tijd Is. Heb je den kok gevraagd?"
„Ja mijnheer, dat hebben wij. En toen wij zijn paard
misten, toen zijn wij ongerust geworden. Wij hebben
iedereen gevraagd en wij zijn naar zijn tent gaan zien..."
„Misschien ls hij in een van de andere kampen ge
bleven," gaf een van de opzichters in overweging.
„Dat is niet waarschijnlijk, mijnheer, want hij is van
morgen uitgereden naar het noordoosten. Tex en ik
hebben hem zien uitrijden. En in die richting is geen
enkel kamp."
„Hij ls natuurlijk van plan geweest hier terug te ko
men", zelde de Profeet, „anders zou hij ons dat wel
gezegd hebben. Wij weten allen, hoe nauwgezet hij In
die dingen is. Wat denk jij er van. Abe?"
Eer Abe kon antwoorden, kwam een Mexicaan haas
tig binnen en Pat greep hem bij zijn nek en vroeg
hem: „Weet jij er van?"
„Mijnheer Texas heeft mij hierheen gestuurd", hijgde
de kleine bruine man, terwijl hij met den hoed In de
hand een buiging maakte voor het gezelschap. „Het
paard van mijnheer Worth is zoo juist binnengekomen,
maar er was niemand in het zadel. Mijnheer Worth is
er niet. Ik denk dat hij is heengegaan."
Nog eer de Mexicaan uitgesproken had, snelden allen
heen en was hij alleen. Hy haalde zijn schouders op en
zeide met een grijns die zijn writte tanden liet zien:
„Mijnheer Worth is in Gods Handpalm. Soms komt een
mensch terug en soms komt hij ook niet terug." Een
oogenblik bleef hij nog den duisteren nacht instaren
en toen ging hij naar zyn nachtkwartier.
Wordt vervolgd.