Barbara Worth Radioprogramma WIER1NGEN D.E.T.V. Spoedelschen.de vergadering van de Visechersvereen!- ging D.E.T.V. op j.I, Zondagmiddag in café Scheltus te Hippolytushoef. Punt van behandeling: „Wijziging omtrent de bepa lingen betreffende vaststelling geldelijke steunrege ling". De opkomst was buitengewoon groot; ongeveer 200 belanghebbenden zijn aanwezig. De voorzitter, de heer J. J. Tijsen, opende de ver gadering en sprak de aanwezigen hartelijk welkom toe. In het bijzonder werd welkom geheeten Burge meester L. C. Kolff, en hem werd dank gezegd voor de moeite, hier op Zondagmiddag aanwezig te zijn. De bedoeling van deze vergadering is, om de vis schers in kennis te stellen van de nieuwe steunrege ling als hiervoren gemeld. Burgemeester Kolff heeft de vergadering bezocht van onderscheidene Zuider- leegemeenten, waarbij ook tegenwoordig was de Di recteur-Generaal der Commissie. De nieuwe steunrege ling is daar behandeld en omdat spr. en de secretaris onzer vereeniging nog niet genoegzaam daarmede be kend zijn, zal Burgemeester Kolff de nieuwe regeling behandelen en zoo mogelijk toelichtingen geven. Spr. hoopt dat de gewijzigde regeling ten gunste mag zijn van onze visschers en hoopt dat de vergadering orde lijk zal verloopen. Spr. verklaart met deze uiteenzetting de vergadering voor geopend en geeft het woord aan Burgemeester Kollf. Deze spreekt zich als volgt uit: Men spreekt over afsluiting van de Zuiderzee, doch men had voor Zuiderzee beter kunnen zeggen IJsel- meer, om de eenvoudige reden, dat in de betreffende bepalingenen alleen sprake is van het IJselmeer en niet van andere afgesloten gedeelten, welke vroeger ook tot de Zuiderzee behoorden, zoo oa het Amstel- meer. De wijziging is in een circulaire vastgelegd, welke wordt behandeld. Bij de vaststelling van het bedrag van de geldelijke tegemoetkomingen, als bedoeld in art. 13 der Z.Z.- steunwet, speelt het werkelijke of geschatte inkomen uit eigen bedrijf of uit loondienst van de belangheb benden een voorname rol. Voor een zeer groote groep van belanghebbenden, welke in het genot zijn van een geldelijke tegemoet koming, als hier bedoeld, t.w. de Zuiderzeevisschers en hunne knechten, welke thans de visscherij op het IJselmeer uitoefenen, is het zeer bezwaarlijk het in komen vast te stellen of te schatten. Indien steeds op den juisten tijd de juiste gegevens omtrent de netto-inkomsten van de visschers ter be schikking zouden staan, zouden zich daarbij uiteraard weinig of geen moeilijkheden voordoen, doch dit te bereiken moet practisch niet mogelijk worden geacht. Het is u bekend, dat er in het afgeloopen jaar peri oden zijn geweest gedurende welke de geldelijke tege moetkoming werd berekend naar een zoodanig bedrag, als overeenkomende met een inkomen uit de Zuider- zeevisscherij van nihil. Wanneer dan later bekend •werd, dat in strijd daarmede de visschers toch nog zekere verdiensten hadden en op grond daarvan tot verlaging van de geldelijke tegemoetkoming werd over gegaan, werd van de zijde der belanghebbenden vrij wel steeds onmiddellijk erop aangedrongen, dezen maatregel ongedaan te maken, daarbij wijzende op de onvoldoende geldelijke uitkomsten. Bij onderzoek bleek dan veelal dat de daarbij aangevoerde argumenten in het algemeen niet ongegrond waren. Immers de vis schers oefenen met steeds wisselende resultaten hun bedrijf uit. zoodat het kan gebeuren, dat degenen, voor wie de geldelijke tegemoetkoming werd ingetrok ken, met het oog op de voldoende bedrijfsuitkomsten, op het tijdstip, waarop deze intrekking tot uitvoering kwam, juist een zeer ongunstig resultaat te boeken hadden. In daartoe leidende gevallen werd dan aan de be zwaren van de visschers voldaan en de oude toestand hersteld, resp. de geldelijke tegemoetkoming naar een gewijzigden grondslag berekend. Het ligt voor de hand, dat een dergelijken gang van zaken onder de belanghebbenden een sfeer van on zekerheid schept, althans niet bevorderlijk is voor een rustig verloop van de liquidatie van het Zuiderzee- visscherijbedrijf. Het bezwaar, verbonden aan het steeds weer als het ware opnieuw vaststellen van de netto-inkomsten uit de visscherij op de afgesloten Zuiderzee, zal ongetwij feld ook aandacht hebben gehad. Om dit bezwaar 'nu te ontgaan, stel ik mij voor, deze inkomsten voortaan voorloopig voor een tijdvak van 1 jaar, te rekenen vanaf 1 Juli a.s., vooraf te schatten, zoqwel voor de visschers als voor de visschersknechts. Deze inkomsten zullen worden geacht te worden verkregen gedurende 14 achtereenvolgende weken, aanvangende 2 Juli 1933 en gedurende 6 achtereenvolgende weken, aanvangende 15 Mei 1934 en gesteld worden op gemiddeld f 5 per Week voor den schipper en op f 7 per week voor den visschersknecht. Ten aanzien van de overige weken van het jaar wordt dan aangenomen, dat de inkomsten uit de visscherij op den afgesloten Zuiderzee gelijk rijn aan nihil. Het komt dus daarop neer, dat het inkomen, uit de uitoefening van de visscherij op de afgesloten Zuider zee voor 1 jaar wordt geschat op f 100 voor den schip per en op f 140 voor een knecht. Het verschil in de schatting van het bedrag der inkomsten uit de vis- FEUILLETON. Door HAROLD BELL WRIGHT 11. De weken gingen langzaam voorbij, en, wat aan zulk een werk onafscheidelijk verbonden is, de karakters werden op de proef gesteld. De maatschappelijke vormen die in het dagelijksche leven zoo menig gebrek plegen te bedekken, vielen ter aarde. Goedbedoelde en nuttige gebruiken werden afgeschaft. Men stond van aange zicht tot aangezicht tegenover ongebreidelde natuur krachten. Alles verdween, behoudens de kracht en de zwakheid van den persoon. Bij sommigen bleek een onvermoeid vermogen tot ontbering aanwezig te zijn dat alle moeilijkheden zonder aarzeling verdroeg, een blijmoedige opgewektheid die de angstwekkende eindeloosheid van de taak tegenlachte, een geest kracht die met alle tegenspoeden den spot dreef en een moed die glimlachte in het aangezicht van den dood. Zij waren het behoud van de expeditie. Anderen werden naargeestig, oproerig en twistziek, zij moes ten in bedwang worden gehouden, geleid door den Profeet, geholpen door Abe Lee. Sommigen werden stil en humeurig, enghartig en bang, moesten worden opgemonterd en opgefrischt. Weer anderen die kregel, norsch, lichtgeraakt en kleinmoedig werden, het was zaak hen ernstig terecht te ijzen of gemoedelijk met hen te spreken. Sommigeh bezweken en vielen neer aan den kant v.an den weg. Zij werden teruggezonden en de gelederen sloten zich nauwer aaneen. Maar het werk, het werk stond nimmer stil. Voor Willard Holmes was dit leven een langzame foltering, een openbaring en een opvoeding tevens. Hij voelde zich beroofd van al wat hem tot dusver ten steun in het leven was geweest, overleveringen van zijn geslacht, maatschappelijke stand, invloedrijke vrienden, verstandelijke meerderheid, levenservaring in de wereld waarin hij gewoon was te verkeeren. Dit alles was vol komen waardeloos in den Palm van Gods Hand. Lang zaam leerde hij beseffen hoe betrekkelijk de waarde scherij tussche.n schipper en knecht is gegrond op de overweging, dat de schipper aan de instandhouding van vaartuig en vischwant soms belangrijke uitgaven moet ten koste leggen, hetgeen vooral bij lagere besommin gen zijn werkelijke verdienste geringer doet zijn dan die van den bij hem in het bedrijf zijnden knecht. Het wil mij voorkomen, dat deze schatting voor de belanghebbenden alleszins aanvaardbaar is en dat het meerendeel tot deze regeling gaarne zal toetreden. Immens, zouden er belanghebbenden zijn, die meenen daarmede niet aocoord tc kunnen gaan, dan wil dit zeggen, dat zij zich zelf niet in staat achten om door de uitoefening van de visscherij op de afgesloten Zui derzee f 100 per jaar te verdienen. Wanneer dit in derdaad het geval zou rijn, dan is het beter, dat deze zich uit het visschersbedrijf terug trekken. Indien zij er dan naar streven om op andere wijze door aanwen ding van eigen arbeidskracht in hun onderhoud te voorzien waartoe zij overigens gehouden zijn om voor steun in aanmerking te kunnen komen dan zal het hun allicht mogelijk zijn een hooger bedrag dan f 100 per jaar te verdienen. De hiervoren uiteengezette regeling zal als volgt ten uitvoer worden gebracht: Sedert 1 Juli 1932 moeten de visschers voorrian rijn van een vergunning om de visscherij op de afgesloten Zuiderzee, nu deze binnenwater is geworden, te kun nen uitoefenen. Deze vergunning, welke desgevraagd verleend werd aan iederen visscher, die op voormelden datum in het bezit was van een consent, en welke verkregen werd door nagenoeg alle voormalige Zuider zeevisschers, loopt af met 1 Juli a-s. Ik meen te mogen aannemen, dat zonder meer nage noeg alle visschers ook weer een vergunning deze wordt kosteloos verstrekt voorh et tijdvak van 1 Juli 1933 tot 1 Juli 1934, zullen aanvragen. Wordt deze aanvrage ingewilligd, en aan hen door den Ontvanger der Registratie en Domeinen een ver gunning tot uitoefening van de visscherij op de afge sloten Zuiderzee uitgereikt, dan wordt aangenomen, dat zij niet meer in de termen vallen om een geldelijke tegemoetkoming, als bedoeld in art. 13 van de Zuiden zeesteunwet te ontvangen, tenzij belanghebbenden toe treden tot een regeling, als hierbedoeld, welke in houdt, dat voor hen het inkomen uit de visscherij op de afgesloten Zuiderzee wordt geschat op een wijze als hiervoren aangegeven. Zij zullen hunne bereidheid daartoe uiterlijk 8 dagen voor 1 Juli a.s. aan den Rijksdienst tot Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet, moeten kenbaar maken, hetgeen kan geschieden door invulling en onderteekening van een verklaring. Deze verklaringen zijn in een beperkt aantal hier ter ver vergadering aanwezig en voorzoover hier niet aanwezig zijn ze verkrijgbaar bij den Administrateur van het Arbeidsbemiddelingsbureau, den her Kaaijk, alhier. Wordt daarentegen door belanghebbenden geen ver gunning aangevraagd, dan wordt aangenomen, dat zijn inkomen uit de visscherij op de afgesloten Zuiderzee nihil bedraagt, met welke omstandigheid rekening zal worden gehouden bij de vaststelling van het bedrag der aan hem te verleenen geldelijke tegemoetkoming. Hierbij zij opgemerkt, dat degenen, die zonder een vergunning de visscherij op de afgesloten Zuiderzee uitoefenen, in overtreding zijn van de Visscherijwet, waarop door de Visscherij-Inspectie zal worden toe gezien. Onverminderd de straffen, welke een gevolg zijn van overtreding van de Visscherijwet, zal de gel delijke tegemoetkoming van hen, die zonder vergun ning de visscherij op de afgesloten Zuiderzee uitoefe nen, onmiddellijk worden ingetrokken. Het is dus van groot belang, dat de belanghebben de, alvorens hij een aanvrage indient ter verkrijging van een vergunning tot uitoefening van de visscherij op de afgesloten Zuiderzee, nauwkeurig weet, op welke wijze dan zal worden gehandeld met betrekking tot de vaststelling van de inkomsten uit die visscherij voor de berekening van de te verleenen geldelijke tegemoet koming. Deze regeling is dus als volgt: 1. De inkomsten uit de visscherij op de afgesloten Zuiderzee worden voor den schipper geschat op f100 voor het geheele jaar en wel gedurende 14 achtereen volgende weken, aanvangende 2 Juli 1933 en 6 achter eenvolgende weken, aanvangende 15 Mei 1934 op f 5 per week en voor den knecht gedurende de zelfde tijdvak ken op f 7 per week en voor de overige weken nihil, dus voor het geheele jaar f 140. Wanneer 2 schippers samen op 1 schip varen, dus schippers welke beiden een bedrijf uitoefenen, doch 1 schip gebruiken, geldt het voor ieder f 5 per week. De eene schipper vaart dan dus wel voor knecht, doch wordt gerekend schip per te zijn. 2. De schipper zal aan den knecht of aan de knech ten, met welke hij de visscherij uitoefent, voor zoover zij belanghebbenden zijn in den zin van de Zuiderzee steunwet, gedurende de sub 1 genoemde eerste 2 tijd vakken, aanvangende 2 Juli 1933 en 15 Mei 1934, een loon uitkeeren van tenminste f 7 per week. 3. De schipper verplicht zich om op te geven den naam of de namen van den knecht of de knechten, met welke hij de visscherij uitoefent en ingeval deze zijn dienst verlaat of veiiaten, is hij gehouden om hem of hen ten genoegen van den Rijksdienst te vervangen door een andere of anderen, ook belanghebbenden in den zin van de Zuiderzeesteunwet en aan hem of hen eveneens een loon uit te keeren, als onder 2. vermeld. Tot zoover de inhoud der circulaire met toelichting. Applaus. De regeling blijft dus zoo die is, doch niet voor hen, die buiten het IJselmeer visschen. Zooals de toe van al deze dingen is. Wat was New York ver weg! Hij voelde dat hij zonder genade naar een andere wereld verbannen was. Menigmaal bespeurde hij een aanvech ting het werk er bij neer te gooien en te vluchten met de andere deserteurs, maar het roode bloed in zijn ade ren kwam daartegen op. Zijn aangeboren fierheid en de herinnering aan het meisje dat hoopte dat hij de taal van het land zou leeren verstaan, verleenden hem de kracht vol te houden. Eens waagde hij het met den Ohef, in hopelooze stemming, te spreken van de klaarblijkelijke onmoge lijkheid dit ontzettende land ooit in een woonstede voor menschen te veranderen. En de Profeet, die zijn kracht putte uit rijn droomen, had hem zwijgend aangestaard, totdat hij heenging met een blos van schaamte op zijn wangen en in zijn oogen een eerbiedige hulde aan den lieder die allen met moed bezielde. Toan dacht de New- Yorksche ingenieur wederom aan zoo menig woord dat Barbara Worth tot hem gesproken had. Toen het doode aas in de waterbron werd aangetrof fen, de eenige bron, die voor de eerstvolgende twee dagen aan hun weg lag, en Holmes bijna in zwijm viel bij den walgelijken aanblik, toen was het Texas Joe die hem bemoedigde met de opmerking, getint met een weinig wijsgeerige berustig en ten beste gegeven na het genot van een diepen teug van het lauwe, verpeste water: „Het is niet zoo erg als u misschien denkt, mijn- heef Holmes, wanneer maar eenmaal uw reukorganen een weinig aan dezen nieuwen geur gewend zijn. Er zijn zelfs kenners, die het boven de beroemdste buiten- landsohe merken verkiezen..." Toen een Mexicaan een gruwelijken dood gestorven was tengevolge van een beet van een ratelslang en Hol mes aan hetzelfde lot alleen ontkomen was door de spoedige hulp en de zaakkundige kennis van Abe Lee, toen was de bescheiden glimlach van den opzichter hem een aansporing voet bij stuk te houden. En toen hij later onafgebroken drie dagen lang aan een zandstorm had blootgestaan, en dientengevolge zijn brood met spek tusschen zijn tanden knarste en oogen en zijn hoofd als kolen vuurs gloeiden, toen hij zijn eeuwig rielheil met genoegen voor een bad zou hebben verkocht en in allen ernst begonnen was zijn eigendommen bijeen te zoeken om met den eerstvertrek- kenden wagen naar de stad terug te keeren toen was het Pat, die met al de vindingrijkheid van een Ierschen duivelstoejager als zijn kamenier optrad, zooals de man het noemde, totdat hij eindelijk weer moed schepte en besloot dan maar liever te blijven. stand was, was niemand zeker wat hij kreeg van den rijksdienst. Deze nieuwe regeling ls uitsluitend om rust te verkrijgen in de uitkeering, zegt spr. De heer M. Kooij vindt het niet wenschelijk die visschers uit te sluiten, welke ook aan den Noordkant van den Afsluitdijk visschen; een massa zullen in het IJselmeer niet aan hun besomming toekomen. Spr. wil voorstellen voor Wieringen een uitzondering te vragen. Over dit punt wordt heel wat over en weer gespro ken, totdat wordt besloten alsnog te vragen de 20 weken als hiervoor omschreven, te stellen op 10 weken. De directeur van den rijksdienst zal hierover mor gen worden opgebeld. Of er kans van slagen is, betwijfelt voorzitter, om reden de regeling reeds is goedgekeurd door den Mi nister. Verschillende aanwezigen gaan over tot teekening der verklaring, dat men voor de nieuwe regeling in aanmerking wenscht te komen. De plaatselijke commissie Zuiderzeesteunwet te Wie ringen adviseerde om de volgende vragen te stellen: 1. Visschen op afgesloten Zuiderzee en benoorden den Afsluitdijk wordt dit toegestaan? (Antwoord: Wordt toegestaan). Zoo ja, hoe wordt dan de regeling toegepast voor visschers, die dagelijks aan belde kanten van den Af sluitdijk hun bedrijf uitoefenen? (Antwoord: Er wordt rekening gehouden met de inkomsten uit het bedrijf ten noorden van den Afsluitdijk). 2. Als visschers toegetreden zijn tot de regeling en ze gaan dan een klein of groot gedeelte van het jaar de Zuiderzeevisscherlj verlaten, omreden ze meer kun nen verdienen in een ander bedrijf, als los arbeider of iets dergelijks, worden ze dan weder onder art. 13 gerangschikt? (Antwoord: Daar wordt rekening mede gehouden). 3. Zij, die geen vergunning voor de afgesloten Zui derzee aanvragen, welke regeling geldt daarvoor? (Antwoord: Voor hen blijft de oude regeling van kracht). 4. Belanghebbenden, die geen consent hebben over 1932, omreden ze toen bij de Zuiderzeewerken of andere bedrijven werkzaam waren, kunnen die ook nog in aanmerking komen voor de afgesloten Zuiderzee? (Antwoord: De mogelijkheid bestaat hiervoor wel). 5. Vele visschers zijn niet in het bezit van een ver gunning 1932 voor de afgesloten Zuiderzee, doch heb ben wel een consent 1932Komen die ook in aanmer king voor vergunning 1933—1934. (Antwoord: Zij, die een consent hebben van 1932 komen wel in aan merking). 6. Moeten de knechts juist belanghebbenden zijn? (Antwoord: Is niet verplichtend, doch de rijksdienst stelt er prijs op dat zij dit zijn). Ingekomen stukken. Als antwoord op het verzoek van pachters der Wier waarden, om vermindering der pachtsom boven 40 pet., welke vermindering reeds is toegestaaji, is ingekomen een schrijven met vermelding dat de sterfte van het zeegras geen gevolg blijkt te zijn der afsluiting van de Zuiderzee. In verschillende andere landen komt ook die sterfte voor. Alzoo wordt geen meerdere pachtver- mlndering toegestaan.Een zoo groot mogelijke clementie zal worden verleend zonder renteberekening. De be trokken personen zijn een heel andere meening toege daan. doch op het verzoek is afwijzend beschikt Van de vereeniging van Vreemdelingenverkeer (V.V.V.) alhier is een schrijven ingekomen over subsidieaan vrage over 1933. Het bestuur stelt voor f 10 subsidie te geven voor 1933. wat door de vergadering wordt aange nomen. De heer D. Tak es vraagt inlichtingen over het plaatsen van een paalscherm bij den sluis, waarna voor zitter overgaat tot sluiting der vergadering. Opnieuw noodweer boven Italië Het regent visschen. Rome, 17 Juni (V.D.) Het buitengewoon slechte weer in Italië houdt aan. Ook gisteren en heden heeft het overal sterk geregend, waardoor bij Genua over stroomingen plaats vonden. In de kleine plaats Porto Viro aan den Adriatischen zee, heeft de bevolking met de grootste verbazing waargenomen dat het gedurende de hagelbuien visschen regende. De verklaring van dit wonderlijke natuurverschijnsel ligt hierin, dat kort te voren aan de kust een waterhoos had plaats gehad, waardoor de visschen in de lucht waren gezogen. Auto met SA-lieden verongelukt Aanhangwagen losgelaten Zondag is op den straatweg van Senftenberg naar Calau een vrachtauto met S.A.-lieden uit Senftenberg en omgeving, die op weg waren naar Frankfurt aan den Oder, verongelukt, doordat een aanhangwagen, die aan de vrachtauto was gekoppeld, plotseling losliet, waar-, door hij omstortte en de inzittenden er onder terecht kwamen. Een hunner werd gedood, terwijl tien anderen min of meer ernstig gewond naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis moesten worden overgebracht Zoo begon zijn geest allengs ontvankelijk te worden voor de roepstemmen die uit het maagdelijk land tot hem kwamen. Meer en meer ontwaakte in hem de lust tot verovering, de trots op de toegewezen taak. De geest van zijn voorvaderen die zoo lang gesluimerd had, werd vaardig over hem als hij een glans opving van het visioen dat den Profeet bezielde, of misschien was het nog meer het visioen dat zijn werkgevers, James Green- field en consorten verlokt had. Hij was nog niet aan alle zelfzucht afgestorven, maar ook dat zou eenmaal wellicht komen. Gedurende al die moeilijke dagen wist Jefferson Worth met dezelfde zorgvuldigheid zijn evenwicht te bewaren, waardoor hij zich ook in huis onderscheidde. Zelfs de woestijnzon die het aangezicht van zijn metge zellen zoo grondig brandde en schroeide, kon de grijze bleekheid van dat maskerniet aantasten. Geen hinderlijk ongeval, geen onvoorziene moeilijkheid was in staat hem een uitroep af te dwingen of den afgemeten klank van zijn kleurlooze stem te wijzigen. Hij scheen alles te aanvaarden, als had hij het al vóór lang voorzien en overwogen. Den éénen dag na den anderen doorkruiste hij het land en bleef daarbij binnen het bereik van de veelvuldige kampementen. Hij stelde zich op de hoogte van alle bijzonderheden van het werk, onderzocht de bodemgesteldheid, had een open oog voor alle omstan digheden, zat met den Profeet over kaarten en bereke ningen gebogen, onderwierp begrootingen aan een nauwgezet onderzoek en nam ten slotte een werkzaam aandeel in de bijeenkomsten van de leiders. Maar nie mand was het ooit gelukt te ontdekken, wat er achter die blauwe oogen omging die alles zonder eenige moei te waarnamen, maar tegelijk als een gesloten gordijn dienst deden. Voor allen was hij de zichtbare vertegenwoordiger van die onzichtbare macht die hen in beweging had gebracht. Hij was het vleeschgeworden kapitaal en geld en zakenleven. Zij zagen in hem een wezen uit een andere wereld. In zijn tegenwoordigheid werd de lach gesmoord en alle scherts verbannen. In stilte wachtte men af dat hij het woord zou nemen. Wanneer hij met hen sprak, antwoordden zij in volle aandacht en met gedempte stem. Zij schenen het bewustzijn met zich om te dragen dat hun woorden op een goudschaal gewogen werden. Allen, hoofd voor hoofd, blaakten zij van geest drift voor hun werk, maar evenzeer waren zij doordron gen van de waarheid dat hun werk onmogelijk zou zijn. wanneer het niet gesteund werd door de machten die Jefferson Worth vertegenwoordigde. Inboorlingen-opstand. In Portogeesch Angola. 8000 krijgslieden trachten de Europeesche kolonisten te overweldigen. V.D, verneemt uit Lissabon: Volgens hier ontvangen berichten bevindt zich de oorlogszuchtige stam der Mocskoeben in het achterland van de provincie Mossamedes in Portugeesch Angola, (Afrika) in opstand tegen de Portugeesche autoriteiten Zij trachten de Europeesche kolonisten te overweldigen De stam bestaat uit 8000 krijgslieden, die gewapend zijn met moderne geweren. De Portugeesche ambtenaren, die in de dorpen der inboorlingen wilden binnendringen, werden vermoord. De Moeskoeben hebben geheele dop pen in brand gestoken, geplunderd, andere inboorlin gen neergeschoten en kudden vee weggedreven. De Europeesche kolonisten verlangen, dat onmiddellijk troe pen tegen de opstandelingen worden afgezonden. WOENSDAG 21 JUNI. HILVERSUM (296 M.) VARA.: 8.00 GramofoonmuriekV.P.R.O.: 10,00 Morgen wijding; VARA.: 10,15 Uitzending voor de arbeiders in de continubedrijven; 12.00 Orgelspel door Cor Steijn; 12.30 Klein-Orkest o.l.v. Hugo de Groot; 1.00 De Notenr krakers o.l.v. Daaf Wins; 1.45 Zenderverzorging: 2.00 Vrouwenuurtje; 3.00 Voor de kinderen; 5.30 De Fliere fluiters; 6.15 Gramofoonmuziek; 6.30 Jan van Zutphem: „Offert voor Zonnestraal"; 6.40 Orgelspel door Joh. Jong; 7.00 Actueel allerlei uit de Arbeidersbeweging; 7.20 Moderne chansons; 7.40 „De Vakbeweging1; 7.59 Herhaling S.OB.-berichten; 8.00 Vaz Dias; 8.10 Gra mofoonmuziek; 8.30 .Het wereldhart", hoorspel, be werkt door Martien Beversluis, op te voeren door het VARA-tooneel, orkest en 9olisten; 9.30 Varia; 9.35 Marschmuriek9.50 VARA-Orkest; 10.30 Gramofoon- platen; 10.45 Orkest; 11.30 Gramofoonmuziek. HUIZEN (1875 M.) N.C.R.V.: 8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gramo foonmuziek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Trio v. d. Horst 12.00 Politieberichten; 12.15 Orgelconcert; 1.00 Gramo foonmuziek; 1.15 Concert; 2.00 Zenderverzorging; 2.30 Voor Jeudige postzegelverzamelaars; 3.00 Concert 5.00 Kinderuurtje; 6.00 Lezing; 6.30 Onderwijsfonds voor da Binnenvaart; 7.00 Politieberichten; 7.15 Ned. Chr. Persbureau; 7.30 Causerie: .Het vervaardigen van een kampeertent door amateurs"; 8.00 Beiaardspel door Ferd. Timmermans; 900 Lezing; 9.30 Orgelconcert; 10.30 Vaz Dias; 10.40 Gramofoonmuziek. LUXEMBOURG (1191 M.) 7.00 Gramofoonmuziek; 7.45 Weeroverzicht; 7.50 Sym- phonisch concert: 8.30 Causerie; 8.40 Lichte gramo foonmuziek; 9.10 Idem; 9.55 Dansmuziek. BRUSSEL (509 M.) 12.20 Concert door Zigeunerorkest: 5.20 Dansmuziek; 7.05 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert; 9.20 Idem. KALUNDBORG (1154 M.) 12.20 Strijkorkest; 320 Gramofoonmuziek; 3.50 Orkest: 8.20 Operetteconcert; 10.40 Symphonie-orkest; 11.25 Dansmuziek. BERLIJN (419 AL) 4.50 Concert; 5.15 Popailair concert; 10.20 Dansmuziek. HAMBURG (872 M.) 11.50 Concert; 1.35 Gramofoonmuziek; 2.30 Idem; 4.20 Concert; 10.20 Populair concert, KONIGSWUSTERHAUSEN (1635 AL) 12.20 Mandolinemuzlek2.20 Gramofoonmuziek; 4.20 Concert; 625 Idem; 920 Gevarieerd programma: 1120 Concert LANGENBERQ (472 M-> 1220 Populair concert: 1.20 Concert; 450 Vespercon cert; 10.45 Dansmuziek. DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelconcert; 1.05 Concert; 1.50 Gramofoonmu ziek; 3.50 Idem; 5.05 Orgelcocnert; 10.00 Bachconcert; 11.20 Dansmuziek. PARUS EUTEL (1445 AC.) 8.50 Concert oJ.v. Ed. Flament. PARIJS-RADIO (1725 At.) 12.35 Concert door het Omroeporkest; 12.50 Orgel concert; 125 Concert; 9.05 Gramofoonmuziek. MILAAN (881 AL) 8.50 Radiotooneel. ROME (441 AL) 9.05 Opera-uitzending. WEENEN (517 AL) 10.55 Dansmuziek. WARSCHAU (1412 M.) 9-35 Kamermuziek; 10.00 Gramofoonmuziek; 11.40 Dansmuziek. BEROMUNSTEK (460 AL) 5.50 Populair concert; 7.30 Omroeporkest; 9.30 Concert. Het is dan ook waarlijk geen wonder dat er dien avond een diepe ontsteltenis in het hoofdkwartier heerschte, toen Pat, met de muts in de hand in de tent van den profeat verscheen met een: .Jk vraag ex- cuur mijnheer." „Wat is er aan de hand, Pat?" vroeg de Profeet en aller oogen waren gevestigd op den Ier, wier men het kon aanzien dat hij de brenger van een zeer bijzondere tijding was. „Ik kwam u maar vragen, mijnheer, of iemand ook bij toeval mijnheer Worth heeft gezien?" Alle hoofden sohudden ontkennend. „Was hij dan niet bij het avondeten met de andere heeren „Neen, wij hebben hem niet gezien," antwoordde de Profeet. „Maar het gebeurt wel eens meer dat hij niet op tijd Is. Heb je den kok gevraagd?" „Ja mijnheer, dat hebben wij. En toen wij zijn paard misten, toen zijn wij ongerust geworden. Wij hebben iedereen gevraagd en wij zijn naar zijn tent gaan zien..." „Misschien ls hij in een van de andere kampen ge bleven," gaf een van de opzichters in overweging. „Dat is niet waarschijnlijk, mijnheer, want hij is van morgen uitgereden naar het noordoosten. Tex en ik hebben hem zien uitrijden. En in die richting is geen enkel kamp." „Hij ls natuurlijk van plan geweest hier terug te ko men", zelde de Profeet, „anders zou hij ons dat wel gezegd hebben. Wij weten allen, hoe nauwgezet hij In die dingen is. Wat denk jij er van. Abe?" Eer Abe kon antwoorden, kwam een Mexicaan haas tig binnen en Pat greep hem bij zijn nek en vroeg hem: „Weet jij er van?" „Mijnheer Texas heeft mij hierheen gestuurd", hijgde de kleine bruine man, terwijl hij met den hoed In de hand een buiging maakte voor het gezelschap. „Het paard van mijnheer Worth is zoo juist binnengekomen, maar er was niemand in het zadel. Mijnheer Worth is er niet. Ik denk dat hij is heengegaan." Nog eer de Mexicaan uitgesproken had, snelden allen heen en was hij alleen. Hy haalde zijn schouders op en zeide met een grijns die zijn writte tanden liet zien: „Mijnheer Worth is in Gods Handpalm. Soms komt een mensch terug en soms komt hij ook niet terug." Een oogenblik bleef hij nog den duisteren nacht instaren en toen ging hij naar zyn nachtkwartier. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 10